Toetsing van medische competentie Lambert Schuwirth & Cees van der Vleuten SHE Cursus Toetsen van...
-
Upload
bart-verlinden -
Category
Documents
-
view
218 -
download
0
Transcript of Toetsing van medische competentie Lambert Schuwirth & Cees van der Vleuten SHE Cursus Toetsen van...
Toetsing van medische competentieToetsing van medische competentie
Lambert Schuwirth & Cees van der Vleuten
SHE Cursus
Toetsen van Medische Competentie
13 april 2010
Lambert Schuwirth & Cees van der Vleuten
SHE Cursus
Toetsen van Medische Competentie
13 april 2010
Presentatie te vinden op: www.fdg.unimaas.nl/educ/cees/TMC
Doelen
Meer inzicht in: Onderzoeksuitkomsten
over toetsing Theorievorming over
toetsing Het maken geïnformeerde
beslissingen over toetsing
Overzicht
Enkele termen Toetsing en betrouwbaarheid Toetsing en validiteit Toetsing en onderwijs Je kunt niet alles hebben! Conclusies
Overzicht
Enkele termen
Betrouwbaarheid
Betrouwbaarheid is een kwestie van steekproeftrekking (sampling) Uit de inhoud
Casus 1 Casus 2Casus 2
Domein van interesse
Toets Sample
Toets Sample
Inhoudsspecificiteits-Inhoudsspecificiteits-probleem vanprobleem van
(klinische) competentie(klinische) competentie
Betrouwbaarheid als functie van toetstijd
TestingTime inHours
1
2
4
8
MCQ1
0.62
0.76
0.93
0.93
Case-BasedShortEssay2
0.68
0.73
0.84
0.82
PMP1
0.36
0.53
0.69
0.82
OralExam3
0.50
0.69
0.82
0.90
LongCase4
0.60
0.75
0.86
0.90
OSCE5
0.54
0.69
0.82
0.90
PracticeVideo
Assess-ment7
0.62
0.76
0.93
0.93
1Norcini et al., 19852Stalenhoef-Halling et al., 19903Swanson, 1987
4Wass et al., 20015Van der Vleuten, 19886Norcini et al., 1999
In-cognito
SPs8
0.61
0.76
0.82
0.86
MiniCEX6
0.73
0.84
0.92
0.96
7Ram et al., 19998Gorter, 2002
Betrouwbaarheid
Betrouwbaarheid is een kwestie van steekproeftrekking (sampling) Uit de inhoud Uit andere potentiële factoren die ruis
in de meting veroorzaken
Betrouwbaarheid van een mondeling (Swanson, 1987)
Toets-Tijd inUren
1
2
4
8
AantalCasus
2
4
8
12
Twee AndereExaminatoren
voorElke Casus
0.61
0.76
0.86
0.93
ZelfdeExaminator
voorelke Casus
0.31
0.47
0.47
0.48
AndereExaminator
voorelke Casus
0.50
0.69
0.82
0.90
Betrouwbaarheid
Conclusie: Voor het bereiken van adequate
betrouwbaarheid is een grote en uitgekiende steekproef vereist (inhoudelijk, examinatoren, patiënten, etc.)
Efficiëntie is dus belangrijk
Efficiency strategieën
Key feature aanpak Test design strategieën
Betrouwbaarheid
Conclusie: Voor het bereiken van adequate
betrouwbaarheid is een grote en uitgekiende steekproef vereist (inhoudelijk, examinatoren, patiënten, etc.)
Efficiëntie is dus belangrijk Objectiviteit is niet gelijk aan
betrouwbaarheid
Betrouwbaarheid Praktische suggesties:
Pas op met korte toetsen! Neem een brede steekproef (over inhoud, tijd,
examinatoren, patiënten)
Neem efficiëntie in acht mbt: Keuze van toetsvorm Constructie van toetsitems
Wees bewust van (behoorlijke) beslissingsfouten in termen van zakken en slagen als gevolg van ruis in de meting
Overzicht
Toetsing en validiteit
Een eenvoudig competentiemodel
Miller GE. The assessment of clinical skills/competence/performance. Academic Medicine (Supplement) 1990; 65: S63-S7.
Knows
Shows how
Knows how
Does
Pro
fess
ione
le a
uthe
ntic
iteit
Pro
fess
ione
le a
uthe
ntic
iteit
Cognitie
Gedrag
Een eenvoudig competentiemodel
Miller GE. The assessment of clinical skills/competence/performance. Academic Medicine (Supplement) 1990; 65: S63-S7.
Knows
Shows how
Knows how
Does
Pro
fess
ione
le a
uthe
ntic
iteit
Pro
fess
ione
le a
uthe
ntic
iteit
Schriftelijke, Mondelinge of Computer toetsing
Performance assessment meestal via observatie
Validiteit
Validiteit is een kwestie van het beklimmen van de piramide
Climbing the pyramid......
Knows
Shows how
Knows how
Does
Knows Feitgerichte toetsen: MCQ, open vragen, oral…..
Knows how (Klinisch) Contextuele toetsen:MCQ, open vragen, mondeling…..
Shows how Performance assessment in vitro:OSCE, SP-based test…..
DoesPerformance assessment in vivo: Nep Pt, Video, Audit…..
Knows/Knows how
De stimulus vorm is belangrijker dan de respons vorm
KnowsKnows
Knows how
Shows how
Does
Stimulus versus Respons Vorm
Sommige steden hebben meer café’s dan inwoners. Voor welke van de volgende steden is dit het geval:
A. AmsterdamB. MaastrichtC.Groningen
Stimulus vorm
Respons vorm
Knows/Knows how
De stimulus vorm is belangrijker dan de respons vorm
De stimulusvorm moet: Contextueel rijk
zijn/Authentiek Om een beslissing/afweging
uitlokken
KnowsKnows
Knows how
Shows how
Does
Vermijd complexe stimulus vormen Kore statische casus (ipv lange dynamische) Eenvoudige scorings systemen
Shows how
OSCE-ology Maak stations zo
levensecht mogelijk Globale oordelen doen het
even goed als criterialijsten
Inhoudsspecificiteit is het probleem
Knows
Knows how
Shows how
Does
Does
Methoden voor praktijktoetsing
Opkomende (veelbelovende) technieken
Maar er moet nog veel ontwikkeld/onderzocht worden
Knows
Knows how
Shows how
Does
Validiteit: ontbreekt er nog iets?
Nieuwe onderwijsvormen
Situated learning Project-based learning Problem-based learning Discovery learning Student-centred learning Authentic learning Patient-based learning Community-based learning ...............
Nieuwe vaardigheden
Leren leren Zelf-evaluatie leiderschapskwaliteiten team vaardigheden metacognitie uitdrukkingsvaardigheid (schriftelijk,
mondeling) reflectiviteit…….
Uitbreiding van de piramide
Knows
Shows how
Knows how
Does
Knows
Knows how
Shows how
Does
Algemenecompetenties
Beroepspecifieke competenties
Hoe toets je algemene competenties?
Zelfbeoordelingen Peer beoordelingen Co-assessment (gecombineerde zelf-,
peer-, en docentbeoordeling) Logboek/dagboek/journaal Leerproces simulaties/evaluaties Productevaluaties Portfolio ..........
Hoe toets je algemene competenties?
Basale methode: Informatieverzameling gebaseerd op meer descriptieve en kwalitatieve informatie die om een meer globale beoordeling vereisen van een deskundige beoordelaar
Validiteit
Conclusie: Onderwijskundige of professionele
authenticiteit is belangrijk (zowel binnen als tussen lagen van de piramide)
Validiteit
Praktische suggesties: Wees niet getrouwd met één toetsvorm
(de methode is minder belangrijk dan de inhoud)
Maak gebruik van taken die zo levensecht mogelijk zijn (ongeacht de toetsvorm)
Hou het eenvoudig KISS principe Een goed toetsprogramma bestaat uit
een veelheid aan methoden
Overzicht
Toetsing en onderwijs
Onderwijsinvloed
Toetsing stuurt het leren
Een alternatieve kijk
Curriculum
Docent
Toetsing
Student
Curriculum
Docent
Assessment
Student
Toetsing
Student
Toetsing kan het leren sturen door: de inhoud de vorm Programmering Reglementering ..........
Onderwijsinvloed
Suggesties: Ga de onderwijsgevolgen van je
toetsing na (evalueer de evaluatie) Gebruik toetsing strategisch om
gewenste leereffecten te bereiken Taak = toetsing
Overzicht
Je kunt niet alles hebben!
Karakteristieken van instrumenten
Betrouwbaarheid (B) Validiteit (V) Onderwijsgevolgen (O) Acceptabiliteit (A) Kosten (K)
Validiteit
Betrouwbaarheid
Onderwijs-invloed
Acceptabiliteit
Kosten
Utiliteitsfunctie
U = Utiliteit B = betrouwbaarheid V = Validiteit O = Onderwijsgevolgen A = Acceptabiliteit K = Kosten W = Gewicht
U = wbB x wv
V x woO x wa
A x wkK
Selectie
Utiliteitsfunctie
U = wbB x wv
V x woO
“In-trainingAssessment”
100%
0%
Gewicht
U = Utiliteit B = betrouwbaarheid V = Validiteit O = Onderwijsgevolgen
Toetsprogramma als geheel
De instrumentkarakteristieken (betrouwbaarheid, validiteit,
onderwijsgevolgen, acceptabiliteit, kosten) zijn ook van toepassing op het toetsprogramma als geheel
Dus kunnen compromissen anders uitvallen wanneer het programma als geheel wordt beschouwd
Totaletoetsprogramma
Utiliteitsfunctie
U = wbB x wv
V x woO
Individueelinstrument
100%
0%
Gewicht
U = Utiliteit B = betrouwbaarheid V = Validiteit O = Onderwijsgevolgen
Je kunt niet alles hebben
Conclusies: Toetsing vereist altijd een compromis Keuze van het compromis is afhankelijk
van de onderwijs- en toetscontext Kwaliteit van toetsing is meer een
aspect van het toetsprogramma als geheel, dan van afzonderlijke toetsinstrumenten (dus vereist planning en coördinatie)
Overzicht
Conclusies
Conclusies Toetsing is niet zo zeer een
psychometrisch probleem, maar vooral een “onderwijskundige design” probleem: hoe gebruik je toetsing strategisch om onderwijskundig gewenste effecten te bereiken?
Toetsing veronderstelt een gecoördineerde aanpak en continue monitoring en bijstelling
Goede toetsing dekt de gehele competentiepiramide (dus hebben een veelheid aan methoden nodig; er bestaan geen inherent slechte of goede methoden, dat hangt geheel van de context af)
Conclusions
Sluiten van compromissen is onafwendbaar
Het gaat om het bewust en geïnformeerd nemen van compromisbeslissingen
“It may not be a perfect wheel, butit’s a state-of-the-art wheel.”