Toelatingsproeven: (n)iets nieuws onder de zon · Niets nieuws onder de zon Nuttin 1948 Prognose...
Transcript of Toelatingsproeven: (n)iets nieuws onder de zon · Niets nieuws onder de zon Nuttin 1948 Prognose...
Toelatingsproeven:
(n)iets nieuws onder de
zon
Zin en onzin van toelatingsproeven voor de lerarenopleidingen
Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen - KU Leuven
Expertisenetwerk School of Education
Leuven 27 januari 2015
‘Orientering’sproef –’Toelating’sproef
What ‘s in a name?
Toelatingsproef Orienteringsproef ?
Selectie Positioneren
Adviseren
Oriënteren
Remediëren
Doel bepaalt verdere werkwijze
Tip 1: Expliciteer doel
‘Toelating’sproef
Selectie bindend en verplicht
al dan niet numerus fixus
vergelijkend dan wel absoluut
wanneer
inhoud
predictieve waarde: onderzoek
Tip 1 Tip 1: Expliciteer doel
‘Toelating’sproef
Selectie - predictie
Tip 1 Tip 1: Expliciteer doel
‘Toelating’sproef
Onderzoek 1977 – 2010 7167 artikels
Sterkste predictor = schooluitslagen middelbaar onderwijs
r’s grootte orde: .29 à .40
Kennistest
Intelligentietests
Christiaens X (1968) :
Sterkste predictor = schooluitslagen middelbaar onderwijs
Tip 1 Tip 1: Expliciteer doel
‘Orientering’sproef
Positioneren Oriënteren Remediëren Adviseren
inhoud – ook leerstrategiën,
studievaardigheden, interesse, enz….
predictieve waarde – ook andere criteria
welbevinden, tevredenheid, ….
onderzoek
Tip 1 Tip 1: Expliciteer doel
‘Orientering’sproef: what ‘s in a name?
Niets nieuws onder de zon! - Coens (1990)
Niets nieuws onder de zon Nuttin 1948 Prognose der geschiktheid tot universitaire studiën
Christiaens 1967 De predictie van het studiesucces in het hoger onderwijs
Janssen 1968 Exploratie en identificatie van correlaten van studiesucces
Lacante 1981 Van intelligentie, persoonlijkheid, studiestrategie en studeergedrag naar studieresultaat
De Cruyenaere 1987 Een structureel model ter verklaring van studieprestaties op niveau eerste
kandidatuur
Stinissen 1987 SOHO onderzoek: een opvolging van 6000 abituriënten
NFWO Contactgroep Academisch Onderwijs 1993 Van SO naar HO – Is er een einde
aan die jaarlijkse hecatombe?
Miniatuurproeven/Excursies : Janssen &Vermaelen 1974 – Janssen &Nicolaers 1977 – Janssen &Meyer 1979 – Janssen &
Vermeulen 1986 – Janssen & Minnaert 1988 – Wels & Masui 1996 – Nonnemans & Cortens 1996 –
Janssen, Claes & Wels (FKFO 94.14 - OBPWO 95.09)
Niets nieuws onder de zon
VLOR 1999 ADVIES OVER DE OVERGANG SECUNDAIR ONDERWIJS - HOGER
ONDERWIJS
Wels 2000 Kiezen volgens capaciteiten De Chrysostomosproef als middel tot zelfselectie en
positieve (her)orientering bij de overgang van SO naar HO
Lacante et al 2001 Drop out in het hoger onderwijs (OBPWO 98.11)
Lacante et al (2008) Met een dynamische keuzebegeleiding naar een effectieve keuzebekwaamheid
(OBPWO 02.02 - OBPWO 04.01 )
Toelatingsexamen arts/tandarts
Hoger kunstonderwijs
Uniformberoepen
Klaar voor hoger onderwijs
Ijkingstoetsen
Start Competent
Simon
Onderwijsproject KU Leuven
Vlor - Vlir - Vlhora
Conceptueel referentiekader
Tip 2: Conceptueel referentiekader
Conceptueel referentiekader
Tip 2: Conceptueel referentiekader
Conceptueel kader: interesse
Tip 2 Tip 2: Conceptueel referentiekader
Conceptueel kader: Social cognitive career theory
13
Tip 2 Tip 2: Conceptueel referentiekader
Pre-entry kenmerken doelen/commitments institutionele ervaringen integratie/”fit” doelen/commitments resultaat
Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 Blok 5
academisch systeem
“FIT”
.
sociaal systeem
externe gemeenschap
Familiale &
achtergrond-
kenmerken
Vaardigheden &
Mogelijkheden:
persoonlijkheid en
leerstrategieën
Eerdere
schoolopleiding
academische
integratie4a
Sociale
integratie4b
externe
commitments2c
Waarden
Keuzemotieven
Doel- &
institutionele
commitments
Tevredenheid
Gehechtheid en
tevredenheid met
de instelling
l
academische
performantie
Presteren
Tevredenheid met
keuze en instelling
formeel
informeel
extracurriculaire
activiteiten3d
Peer groep
interacties3e
externe commitents5d
DR
OP
-OU
T B
ES
LIS
SIN
G vaardigheden &
mogelijkheden
Fase 1 Fase 2
Fase 3
Conceptueel kader: Longitudinaal dynamisch model
Tip 2 Tip 2: Conceptueel referentiekader
Meten via MEETinstrument
Voorwaarden psychologische testen
Gestandaardiseerde meet-instrumenten
Geen toeval!
Gedetailleerde instructies - verbeter-sleutels
Test - Betrouwbaarheid: hoe juist meet de test
Onderzoek naar grootte van de meetfout:
in hoeverre wordt de uitslag mede
bepaald door toeval (bv. specifieke vragen, vermoeidheid,…..)
- Validiteit: Onderzoek naar wat de test meet
Meet de test wat hij wil meten?
Predictieve waarde
Normering : Scores vergelijken met deze van een normeringsgroep
Tip 3: Gebruik ‘meet’instrumenten bij uitspraken
Gevaar veralgemenen Kenmerken van de Leerling
Predictie Kans dat predictie juist is
Zit op jaar
Zit niet op jaar
Niet Geslaagd 0.72
Volgde ASO Volgde geen ASO
Niet Geslaagd 0.60
Behoorde tot 1ste kwart van de klas
Geslaagd 0.69
Behoorde tot 2de kwart van de klas
Behoorde tot 3de kwart van de klas
Niet Geslaagd 0.54
Behoorde tot 4de kwart van de klas
Niet Geslaagd 0.65
Man
Niet Geslaagd 0.54
Vrouw
Geslaagd 0.52
n=3152 / hoger onderwijs
Meerderheidspredictie:
Geslaagd 0.51
Tip 4: Gevaar van veralgemeningen
Gevaar veralgemenen
Bron: Onderwijskiezer
Tip 4
Electromechanica (Pba)
Tip 4: Gevaar van veralgemeningen
Kleuter-
Onderwijs
Pba
Tip 4 Tip 4: Gevaar van veralgemeningen
Gevaar alleen generieke competenties
De Standaard
maart 2008
Tip 5: Belang van opleidingsspecifieke competenties
Opleiding/vak specifieke competenties
Hoe dom kunnen wetenschappers toch zijn…
‘Alsof het verkwisting zou zijn dat een ‘slimme’ leerling
leraar of verpleger (18de plaats in de ranking) zou worden.
Alsof niet iedereen zou willen dat zijn kinderen bij een
‘slimme’ leerkracht in de klas zitten, en alsof niet iedereen
een ‘slimme’ verpleger aan zijn ziekbed wil! Slim is in deze
voorbeelden dan wel heel wat breder dan die pure
theoretisch abstracte intelligentie.’
Tip 5 Tip 5: Belang van opleidingsspecifieke competenties
Opleiding/vak specifieke competenties
Miniatuurproef (SJT) Wat: realistische levensechte scenario's
Gebruik : vroeger WO II
jaren 40 – 60
jaren 90
Soorten: medium geschreven - video - multimedia
fidelity (low – high)
Validiteit: face validity
incremental validity
Tip 5 Tip 5: Belang van opleidingsspecifieke competenties
Vlaanderen: niet cognitieve vaardigheden
Leiderschap - Defensie - Verpleegkunde -
Administratieve vaardigheden
Arts/tandarts (video - geschreven)
Kinesisten
Vlaanderen: cognitieve vaardigheden/stilleestesten
Miniatuurproeven/Excursies : Janssen &Vermaelen 1974 – Janssen &Nicolaers
1977 – Janssen &Meyer 1979 – Janssen & Vermeulen 1986 – Janssen &
Minnaert 1988 – Wels & Masui 1996 – Nonnemans & Cortens 1996 – Janssen,
Claes & Wels (FKFO 94.14 - OBPWO 95.09)
Opleiding/vak specifieke competenties
Miniatuurproef (SJT)
Tip 5 Tip 5: Belang van opleidingsspecifieke competenties
Good practices: Onderwijskiezer
Tip 6
Onderwijskiezer – VCLB
Tip 6 : Good practices
Context
Tip 7: Context
Bv: Cambodja
Vele jaren toelatingsbeperkingen
Numerus clausus
Betere studenten kandideren niet voor lerarenopleiding
Veel kandidaten, weinigen toegelaten
Literaire kennis, algemene ontwikkeling, wiskunde
Tot Slot
Aanbeveling 1: Expliciteer doel (doel bepaalt de verdere werkwijze)
Aanbeveling 2: Gebruik conceptueel referentiekader in plaats van losse elementen
Aanbeveling 3: Gebruik ‘meet’instrumenten bij uitspraken
Aanbeveling 4: Voorzichtig met veralgemeningen
Aanbeveling 5: Belang van opleiding/vak specifieke competenties
Aanbeveling 6: Good practices…Onderwijskiezer – bestaande
instrumenten - Verleden
Aanbeveling 7: Verlies de context niet uit het oog
Gevaar: profilering via ondoordachte invoering
van proeven
: onderschatting (tijd en middelen)