TNO Jaarverslag 2011

100
100/98 TNO JAARVERSLAG 2011

Transcript of TNO Jaarverslag 2011

Page 1: TNO Jaarverslag 2011

100/98

TNO JAARVERSLAG 2011

Page 2: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 1/98

JAARVERSLAG 2011

2 KERNGEGEVENS

4 SAMENSTELLING RADEN

7 HET TNO-PROFIEL IN 2011

8 VERSLAG TNO RAAD VAN TOEZICHT

10 VERSLAG TNO RAAD VAN BESTUUR

13 FINANCIËN EN BEDRIJFSVOERING

14 MEDEWERKERS MAKEN HET VERSCHIL

18 MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN

25 ONAFHANKELIJK ASSURANCE RAPPORT

27 VERSLAG TNO RAAD VOOR HET DEFENSIEONDERZOEK

29 CORPORATE GOVERNANCE 2011

31 GECONSOLIDEERDE BALANS

57 BALANS VAN DE ORGANISATIE TNO

71 CONTROLEVERKLARING VAN

DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT

73 GRI TABEL

87 COLOFON

88 WIJ VERBINDEN MENSEN EN KENNIS

Page 3: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 2/98

KERNGEGEVENS TNO: (ORGANISATIE TNO INCL. GROEPSMAATSCHAPPIJEN) (in EUR x miljoen)

2011 2010 2009

Kennis als vermogen

Binnen de thema's 44,8 47,0 51,3

Over thema's heen (KAVOT) 27,0 27,3 27,7

Beleids- en toepassingsgerichte kennisinvesteringen 117,1 120,5 123,9

Totaal omzet rijksbijdrage 188,9 194,8 202,9

Marktomzet 388,1 369,0 364,8

Omzet 577,0 563,8 567,7

Netto omzet 1) 489,4 484,2 486,8

Toegevoegde waarde 2) 403,8 402,3 395,5

Bedrijfsresultaat voor bijzondere waardeverminderingen -0,1 2,8 -12,0

Bijzondere waardeverminderingen materiële vaste activa - - -4,7

Bedrijfsresultaat -0,1 2,8 -16,7

Nettoresultaat 0,4 2,4 -14,2

Nettoresultaat als % van de marktomzet 0,1% 0,7% -3,9%

Aantal medewerkers (gem. effectief) 3.932 4.189 4.363

Aantal medewerkers (effectief ultimo jaar) 3.828 4.135 4.269

Netto omzet per medewerker (gem. effectief) in EUR x duizend 124,5 115,6 111,6

Toegevoegde waarde per medewerker (gem. effectief) in EUR x duizend 102,7 96,0 90,7

Personele lasten per medewerker (gem. effectief) in EUR x duizend 4) 94,7 87,0 85,5

Personele lasten 372,3 364,3 373,1

Werkkapitaal 41,5 30,5 8,1

Eigen vermogen 190,0 189,6 187,0

Cash flow 3) 38,0 43,6 26,3

Investeringen Organisatie TNO 12,0 19,8 29,5

Investeringen Groepsmaatschappijen 11,0 9,0 11,7

Current ratio 1,22 1,16 1,04

Solvabiliteit 0,42 0,40 0,41

1) Netto omzet = omzet - directe projectkosten

2) Toegevoegde waarde = netto omzet + overige bedrijfsopbrengsten - overige bedrijfslasten

3) Cash flow = resultaat + afschrijvingen + desinvesteringen + mutatie egalisatierekening investeringsmiddelen,

4) Toename 2011 het gevolg van: wijziging personele samenstelling, autonome salarisstijging,

stijging pensioenpremie, alsmede hogere inhuur tijdelijk personeel

Page 4: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 3/98

TNO: (ORGANISATIE TNO INCL. GROEPSMAATSCHAPPIJEN) (in EUR x miljoen)

ORGANISATIE TNO 2011 2010 2009

Kennis als vermogen

Binnen de thema's 44,8 47,0 51,3

Over thema's heen (KAVOT) 27,0 27,3 27,7

Beleids- en toepassingsgerichte kennisinvesteringen 117,1 120,5 123,9

Totaal omzet rijksbijdrage 188,9 194,8 202,9

Marktomzet 289,2 297,2 291,7

Omzet 478,1 492,0 494,6

Bedrijfsresultaat voor bijzondere waardeverminderingen -0,2 4,1 -10,1

Bijzondere waardeverminderingen materiële vaste activa - - -4,7

Bedrijfsresultaat -0,2 4,1 -14,8

Resultaat (excl. resultaat groepsmaatschappijen) 1,8 5,6 -12,7

Bedrijfsresultaat Thema's/Expertisegebieden 4,5 11,5 -1,8

Nettoresultaat Thema's/Expertisegebieden 5,1 11,8 -0,5

Aantal medewerkers (gem. effectief) 3.158 3.571 3.743

Aantal medewerkers (effectief ultimo jaar) 3.063 3.512 3.660

Omlooptijd onderhanden werken en debiteuren in maanden (Thema's/Expertisegebieden) 1,7 1,3 1,5

Solvabiliteit 0,46 0,44 0,44

Groepsmaatschappijen

Omzet 110,7 77,8 77,3

Bedrijfsresultaat 0,1 -1,3 -1,9

Nettoresultaat -1,4 -3,2 -1,5

Aantal medewerkers (gem. effectief) 774 618 620

Aantal medewerkers (effectief ultimo jaar) 765 623 609

KERNGEGEVENS

Page 5: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 4/98

Mw. Prof. J.M. BensingSINDS: 01-09-2008Honorary Research Fellow Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (NIVEL), Hoogleraar Gezondheidspsy-chologie aan de Universiteit van Utrecht, Diverse bestuurs- en toezichtfuncties, waaronder:Lid Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW)•��KNAW-committee�Scientific�Integrity�in�Datahandling•��KNAW�committee�Quality�Indicators�for�the�Social�and� Behavioural�Sciences.

Lid Gezondheidsraad, Vice-voorzitter Raad van Toezicht Erasmus Universiteit Rotterdam, Vice-voorzitter Raad van Toezicht�Jeroen�Bosch�Ziekenhuis.�Lid�Raad�van�Toezicht� Consumentenbond, Lid Adviescommissie Preventie en Patiëntondersteuning�KWF.

Mw. I.G.C. Faber MBASINDS: 01-10-2009Chief Executive Officer FHGDiverse bestuurs- en toezichtfuncties, waaronder: Voorzitter FB Ned.�(Nederlandse�Vereniging�Familiebedrijven),�Lid�Adviesraad�Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT), Lid Raad van Com-missarissen�Jaarbeurs�Utrecht.�Lid�Raad�van�Commissarissen�Rova�Zwolle�(afvalverwerking).�Lid�bestuur�Nationaal�Register�Commissarissen�en�Toezichthouders.

H.W. BroedersSINDS: 01-07-2006Voorzitter van de Directieraad van Capgemini Nederland, Lid�van�het�bestuur�van�ICT-Office.Diverse bestuurs- en toezichtfuncties, waaronder: Non executive director Forrester Research, Voorzitter Raad van Commissarissen�Jaarbeurs�N.V.�Lid�Dagelijks�Bestuur�VNO-NCW,�Lid�Algemeen�Bestuur�Stichting�Toekomstbeeld�der�Techniek,�Lid�Sociaal�Economische�Raad�(SER).

Dr. E. VeltkampSINDS: 01-05-2002Voormalig�Senior�Vice�President�Research�and� Development�bij�Unilever�N.V.�Diverse bestuursfuncties en commissariaten, waaronder Lid�van�de�Raad�van�Commissarissen�ENZA�B.V.

C. van Dijkhuizen01-11-2009Vice-chairman�en�Chief�Financial�Officer�NIBC�Bank�N.V.�Diverse�bestuurs- en toezichtfuncties, waaronder: Lid Raad van Toezicht Museum�Meermanno.Voorzitter�Commissie�herziening�Inkomstenbelasting.

Mw. Drs. S.J. Vlaar, secretarisSINDS: 01-09-2008

TNO RAAD VAN TOEZICHT PER 1 APRIL 2011

Dr. C.A. Linse voorzitterSINDS: 01-03-2011Voorzitter�Raad�van�Commissarissen�Mn�Services�NV,�Commissaris AKZO Nobel Nederland BV, Commissaris MRC Global�Inc.�Houston,�Bestuurslid�Technologiestichting�STW.

Jkvr.Ir. I.H.J. Vanden BergheSINDS: 01-02-2011Administrateur�Generaal�Nationaal�Geografisch�Instituut.Diverse bestuursfuncties, waaronder: President van Eurogeographics.�Eerste�afgevaardigde�vertegenwoordigend�België�in�EuroSDR-OEEPE,�Stichtend�Lid�van�EuroSDR�en�lid�van�de Raad van Bestuur, Voorzitter van het college van Administrateurs�Generaal�van�de�parastatale�organisaties.Voorzitter van de interparastatale stagecommissie, Gastprofessor aan de KULeuven, Bestuurder VITO, Vlaams instituut�voor�Technologisch�Onderzoek.�

SAMENSTELLING RADEN

Page 6: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 5/98

VAdm. b.d. J.W. KelderSINDS: 01-01-2009Diverse bestuurs- en toezichtfuncties, waaronder:Bestuurslid�Stichting�Indisch�Herinneringscentrum�Bronbeek,Commissaris�Vereeniging�Nederlandsch�Historisch�Scheepvaart�Museum, Bestuurslid Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV), Bestuurslid Nederland Maritiemland (NML),Lid�Rederijraad�Clipper�Stad�Amsterdam,�Commissaris�Den�Haag�Centrum�voor�Strategische�Studies�(HCSS),�Voorzitter�Bestuur�Stichting�Maritiem�Kenniscentrum�(MKC).

TNO Raad van Bestuur PER 1 APRIL 2011

Ir. J.H.J. Mengelers, voorzitterSINDS: 01-04-2008Diverse bestuurs- en toezichtfuncties, waaronder:Voorzitter Executive Board EARTO, Voorzitter Raad van Commissarissen RAI Holding, Lid Executive Board of Joanneum Research Forschungsgesellschaft mbH, Lid Innovatieberaad (Ministerie Infrastructuur en Milieu), Lid Hoofdbestuur De Maatschappij, Lid Executive Committee Point-One, Lid Bestuur SIA�(Stichting�Innovatie�Alliantie),�Lid�Bestuur�SKO�(Stichting�Kennisontwikkeling�HBO),�Lid�Bestuur�STT�(Stichting� Toekomstbeeld�der�Techniek).

Mevrouw Dr. C.M. HooymansSINDS: 1-10-2002Diverse bestuurs- en toezichtfuncties, waaronder:Plaatsvervangend�Kroonlid�Sociaal�Economische�Raad�(SER),Lid�Raad�van�Commissarissen�Koninklijke�KPN�N.V.,�Commissaris Rabobank Vallei-en-Rijn, Lid Adviesraad Wetenschap en Technologie (AWT) van de ministeries OCW en EL&I,�Bestuurslid�Stichting�Katholieke�Universiteit,� Adviesraad�Meridian�Institute�(Policy�Research),�Washington,�USA, Bestuur�Koning�Willem�I�Stichting,�voor�selectie�tweejaarlijkse�ondernemingsprijs.

SAMENSTELLING RADEN

TNO Raad voor het DefensieonderzoekPER 15 MAART 2012

VAdm. B.d. J.W. (Jan Willem) Kelder, voorzitterSINDS 01-01-2009 Lid�van�de�TNO�Raad�van�Bestuur�met�de�Defensieportefeuille.

Mr. F. H. (Frits) Herman de GrootSINDS 01-07-2011Ministerie�van�Defensie,�Plaatsvervangend�Secretaris-Generaal.

Dr. S.J.G. (Sebastian) ReynSINDS 04-05-2010Ministerie�van�Defensie,�Adviseur�Kennis-�en�Strategiebeleid.

Sbn R.P. (Rob) BauerSINDS 05-03-2011Ministerie van Defensie, Directeur Operationeel Beleid, Behoeftestellingen�en�Plannen.

Mr. J.P. (Jan) de JongSINDS 10-05-2010Ministerie van Defensie, Plaatsvervangend Hoofddirecteur Personeel�HDP.

Mw. Mr. F. (Frances) DiepstratenSINDS 01-08-2011Ministerie�van�Defensie,�Hoofddirecteur�Informatie�en�Organisatie.

Ir. P.J. (Jelle) KeuningSINDS 01-04-2006Ministerie�van�Defensie,�Sous-chef�Defensie�Research�&�Development.

Page 7: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 6/98

WAARNEMER/EXPERT

Mevr. drs. R.W.C. (Ruth) Clabbers, waarnemerSINDS 01-09-2010Ministerie�van�Veiligheid�en�Justitie,�Directeur�Nationale�Veiligheid.

Dr.ir. M.P.I. (Maarten) Manders, secretarisSINDS 01-03-2009TNO,�Thema�Integrale�Veiligheid,�Manager�Strategie�en�Planning.

Drs. M.J.M. (Rini) GoosVervanging door Dhr. W. Leiseboer SINDS 01-01-2011Ministerie�van�EL&I,�Commissaris�Militaire.

Gen-maj. (b.d.) ir. A.C.J. (Lex) BesselinkSINDS 01-12-2009Voorzitter�Strategische�Adviesraad�TNO,�thema�Integrale�Veilig-heid,�Directeur�Dutch�Institute�for�World�Class�Maintenance,�etc.

Gen-maj Marniers (b.d.) F.E. (Frank) van KappenSINDS 01-12-2006Lid�Eerste�Kamer,�Adviseur�NAVO,�Adviseur�HCSS,�etc.

Drs. C. van VlietSINDS 31-05-2011Lid�Strategische�Adviesraad�TNO,�thema�Integrale�Veiligheid,�Directeur�Nederlandse�Stichting�Industrie�voor�Defensie�en�Veiligheid�NIDV.

SAMENSTELLING RADEN

Page 8: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 7/98

In 2011 is de totale geconsolideerde omzet met 13 miljoen euro gestegen tot 577 miljoen euro (zie grafiek 1). Een derde hiervan - 189 miljoen euro - is via rijksbijdrage beschikbaar gesteld voor het ontwikkelen van nieuwe kennis. Hiervan is 27 miljoen euro beschikbaar voor ‘kennis als vermogen over de thema’s heen.’ Dit is kennisontwikkeling die niet direct gekoppeld is aan vraagsturing vanuit de maatschappij of de departementen. De verdeling van de kennisontwikkeling via de vraaggestuurde pro-gramma’s over de departementen is weergegeven in grafiek 2.

De marktomzet van 388 miljoen euro bestaat voor 294 miljoen euro uit contractopdrachten van de thema’s en expertise- gebieden: deze kennistoepassing is gebaseerd op de onder-scheidende positie die de thema’s hebben weten op te bouwen via het eerdergenoemde vraaggestuurde onderzoek (de kennis-ontwikkeling). In grafiek 3 is weergegeven hoe de marktomzet is verdeeld over het Nederlandse bedrijfsleven (38 procent), Inter-nationaal (38 procent) en Nederlandse overheden (24 procent).

Van de totale marktomzet heeft 111 miljoen euro betrekking op de kennisexploitatie van of door circa 45 bedrijven onder TNO Bedrijven B.V. Dit is de geconsolideerde omzet van de groeps-maatschappijen waarin TNO een belang van meer dan 50 procent heeft. Deze kennisexploitatie krijgt geen Rijksbijdrage en is daarom in een aparte B.V.-structuur ondergebracht. Deze bedrijven zijn veelal ontstaan als ‘spin-offs’ of ‘spin-outs’ van activiteiten binnen TNO.De totale internationale omzet van de thema’s, expertise- gebieden en TNO Bedrijven B.V. is in 2011 gestegen tot 146 miljoen euro.

HET TNO-PROFIEL IN 2011

KENNISTOEPASSING Contractopdrachten € 277 mlnGeschoond voor interne omzet

KENNISONTWIKKELING Overheidsfinanciering € 189 mln

KENNISEXPLOITATIE TNO Groepsmaatschappijen € 111 mln

1. GECONSOLIDEERDE OMZET TNO 2011 [€ 577 miljoen]

incl. omzet TNO Groepsmaatschappijen Geconsolideerd groepsmaatschappijen [>50% belang] 2011 = € 111 miljoen

€ 577 mln

3. GECONSOLIDEERDE MARKTOMZET 2011 [€ 388 miljoen]

0 50 100 150

NederlandsBedrijfsleven

20112010

2010

20112010

NederlandseOverheden

Internationaal

€ 148 mln€ 144 mln

€ 146 mln€ 128 mln

€ 94 mln€ 97 mln

2011

2. TNO OVERHEIDSFINANCIERING 2011 [€ 189 miljoen]

Kennis als vermogen binnen thema's [KAV]Kennis als vermogen over thema's heen [KAVOT]Beleids- en toepassingsgerichte kennisinvesteringen [BTK]

ELI € 106 mln

waarvan € 27 mln KAVOT

I&M € 21 mln

waarvan DINO* € 15 mln

BZK € 3 mln

VWS € 7 mln

SZW € 10 mln

DEF € 42 mln

€ 189 mln

*Data en Informatie Nederlandse Ondergrond

Page 9: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 8/98

De bundeling van innovatie in Nederland onder het voor TNO penvoerend ministerie EL&I heeft in 2011 bijzondere aandacht gevraagd en gekregen. Het inzetten van het Topsectorenbeleid en de wijze waarop TNO hieraan kan bijdragen is in 2011 tussen de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur regelmatig onderwerp van gesprek geweest. TNO draagt constructief bij aan deze ontwikkeling. Daarnaast heeft TNO een rol in voor de samenleving relevante maatschappelijke thema’s. In 2011 is nauwkeurig gekeken hoe optimaal kan worden aangesloten bij de Topsectoren om de in het Strategisch Plan van TNO beoogde impact te maximaliseren. In 2012 zal zich dit vertalen in concrete onderzoeksprojecten. De Raad is bijzonder tevreden over de manier waarop tot dusver op dit vlak TNO en het minis-terie van EL&I hebben samengewerkt.

De Raad van Toezicht heeft in 2011 met aandacht bezien hoe de in 2010 ingezette organisatieverandering zijn beslag heeft gekregen. Deze ontwikkeling had zeker in het eerste kwartaal een substantiële invloed op de bedrijfsvoering en de resultaten. De moeizame financiële start van het jaar en de naar aanleiding daarvan te nemen maatregelen zijn uitgebreid besproken tussen Raad van Toezicht en Raad van Bestuur. Deze maatregelen heb-ben in de loop van het jaar hun vruchten afgeworpen waardoor 2011 – hoewel beneden budget – toch met positief resultaat is afgesloten.

In 2011 gaf de situatie bij TNO Bedrijven (TB) reden tot verhoog-de aandacht. De Raad van Toezicht heeft in zijn vergadering na-der gesproken over de strategie van TB, het governance model

en de financiële situatie van de bv’s. Een van de vergaderingen van de Raad van Toezicht heeft op locatie bij de BV Holland Metrology plaatsgevonden, waar de Raad naast de gesprekken over de te varen koers om het resultaat weer op orde te krijgen tevens de uniciteit van de Euroloop-faciliteit heeft gezien.

De Raad van Toezicht laat zich regelmatig informeren over het onderzoek dat gaande is bij TNO en de wijze waarop dit plaats-vindt, onder andere door op locatie te vergaderen. Het Holst Centre is hiervan in 2011 een inspirerend voorbeeld geweest. De Raad heeft hier goed kunnen zien hoe dit open model van innovatie, gesteund door overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven, komt tot toepasbare innovatieve oplossingen. Het is begrijpelijk dat het Holst Centre wordt gezien als voorbeeld van een succesvol innovatiemodel en de continuering van dit samenwerkingsmodel is dan ook een punt van aandacht voor de komende periode. Voorts brachten individuele leden van de raad verscheidene bezoeken aan TNO-onderzoekscentra.

De samenstelling van de Raad van Bestuur is in 2011 ongewij-zigd gebleven. De Raad van Toezicht hecht eraan om kennisma-kingsgesprekken te voeren met nieuwe directeuren die recht-streeks aan de Raad van Bestuur rapporteren, deze hebben dan ook in 2011 met alle nieuw benoemden plaatsgevonden.

In de Raad van Toezicht is mevrouw Leemhuis-Stout, na een periode van tien jaar waarin zij zich heeft ingezet voor TNO als voorzitter van de Raad van Toezicht, opgevolgd door onder- getekende. TNO en de Raad van Toezicht zijn haar bijzonder

TNO IS IN 1932 OPGERICHT OM NEDERLAND DOOR INNOVATIE TE HELPEN DE WEG UIT DE TOENMALIGE CRISIS TE VINDEN. DOOR TOEGEPAST ONDERZOEK TE BUNDELEN IN EEN ONAFHANKELIJK TNO EN HIERIN BEWUST TE INVESTEREN HEEFT MEN TOEKOMSTIGE VERNIEUWING GECREËERD. DAT PRINCIPE IS IN DEZE TIJD NIET ANDERS; ZO TOONDEN RECENTE EFFECTMETINGEN VAN DEELNAME AAN BEPAALDE ONDERZOEKSPROGRAMMA’S AAN DAT IN 1 EURO INZET IN TNO MET EEN FACTOR 7 TOT 10 VOOR HET BEDRIJFSLEVEN KAN RENDEREN.

VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT

Page 10: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 9/98

erkentelijk voor haar bestuurlijk scherpe en koersvaste inzet voor TNO. Tevens is in 2011 de benoeming van de heer Broeders verlengd. De Raad is zeer tevreden dat hij zijn kennis en kunde voor nog een periode van vijf jaar voor TNO zal kunnen inzetten.

In de Raad van Toezicht is in 2011 de commissiestructuur aangescherpt. Het instellen van een Auditcommissie geeft de Raad van Toezicht de mogelijkheid om zijn verantwoordelijkheid toezicht te houden op de financiën en de risicobeheersing van TNO te versterken. Daarnaast zijn de Selectie- en Benoemings-commissie en de Remuneratiecommissie samengevoegd tot een nieuwe commissie waarbinnen HR-onderwerpen nader kunnen worden uitgewerkt voor de Raad van Toezicht.

In dit eerste jaar als voorzitter heb ik van dichtbij kunnen zien welke belangrijke rol TNO invult voor overheid, bedrijfsleven en maatschappij. In de intensieve kennismakingsgesprekken die ik heb gevoerd trof ik bevlogen en kundige mensen, die met passie voor hun vakgebied toepasbare innovaties realiseren. Dit geeft een goede voedingsbodem om in de komende jaren, met alle op handen zijnde veranderingen in economie, overheid en maatschappij, deze belangrijke rol blijvend in te vullen en te versterken.

Delft, 21 maart 2012Namens de TNO Raad van Toezicht,Dr. C.A. Linse, voorzitter

VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT

Page 11: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 10/98

INSPIRERENDE VERBINDINGENVerbinding maken met partners, stakeholders én medewer-kers is een noodzakelijke voorwaarde om succesvol te kunnen innoveren. Onze zeven thema’s bestrijken een bijzonder breed terrein: van de kleinste structuren op een computerchip tot dijk-bewaking vanuit de ruimte tot de Nederlandse volksgezondheid. TNO heeft een aantal belangrijke samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld met kennisorganisaties binnen de European Asso-ciation of Research and Technology Organisations (EARTO) en in TO2 - een samenwerking met ECN, NLR, Deltares, DLO, Marin en de researchinstituten van Wageningen University. Hierin trekken partijen gemeenschappelijk op inzake onderzoeksprogramma’s en de aanpak richting de topsectoren.

INNOVATIEF BELEID Een belangrijk verbindingsmoment dit jaar was onze aansluiting met de negen economische topsectoren. De overheid heeft er voor gekozen industriële kopstukken uit de verschillende sectoren in de lead te zetten om te komen tot marktgerichte visies. De inhoudelijke kant wordt gedekt door de kenniswereld. De rol van TNO is zowel inhoudelijk - als kennisleverancier -, als procesmatig, als begeleider van de discussie in de driehoek tus-sen overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven. Direct aan het begin van 2011 hebben wij er nadrukkelijk voor gekozen deze rol op ons te nemen. We hebben gezorgd voor korte lijnen met het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. TNO heeft zich ook ingezet om naast de negen economische

topsectoren, de vijf maatschappelijke thema’s een plaats te geven in het nieuwe innovatieve beleid. Deze maatschappelijke thema’s zijn ICT, Duurzame Leefomgeving, Maatschappelijke Veiligheid, Defensie en Arbeid en Gezondheid.

Wij zijn van mening dat er in Nederland meer kansen zijn op het gebied van innovatie. Uit extern onderzoek blijkt dat Nederland niet veel beter dan een zesje scoort als je de innovatiepraktijk in ogenschouw neemt. Er blijft te veel kennis onbenut op de plank liggen. Met name de regelgeving van de overheid heeft een belemmerende werking. Een beter vestigingsklimaat voor onder-nemingen en het krachtig stimuleren van kennis en innovatie zijn cruciale factoren om het aanwezige innovatiepotentieel tot bloei te laten komen. Nederland is een klein land, onze belang-rijkste product is kennis. Ook voor TNO ligt hier een belangrijke opdracht. Wij zullen voortdurend partijen met elkaar trachten te verbinden om samen tot relevante impactvolle oplossingen te komen voor de grote maatschappelijke uitdagingen en om samen de concurrentiepositie van Nederland te verbeteren.

SUCCESVOLLE IMPACTTot de belangrijkste verbindingen die TNO legt, behoren de relaties met klanten. Twee derde van onze omzet is in competi-tie verkregen, de overige omzet bestaat uit de overheidsbijdrage voor de vraaggestuurde programma’s. De feedback van klanten via onafhankelijke audits is zeer belangrijk voor ons en wij zijn dan ook verheugd dat zij TNO met gemiddeld een 4,24 (op een

TNO: TREFZEKER IN EEN WERELD IN TRANSITIE. HET JAAR 2011 WAS EEN ZEER TURBULENT JAAR EN VOOR TNO WAS HET OOK EEN BUITENGEWOON BELANGRIJK JAAR: HET EERSTE JAAR VAN DE NIEUWE STRATEGISCHE PERIO-DE 2011-2014, MAAR VOORAL HET JAAR WAARIN WIJ KANSEN ZAGEN ÉN WISTEN TE BENUTTEN OM ONZE MISSIE ‘INNOVATION FOR LIFE’ INVULLING TE GEVEN. WIJ DOEN DAT IN SAMENWERKING MET DIVERSE ANDERE PAR-TIJEN, EN WIJ DOEN DAT MET FOCUS. FOCUS VANUIT DE ZEVEN BELANGRIJKSTE MAATSCHAPPELIJKE THEMA’S EN GERICHT OP IMPACT IN DE SAMENLEVING. DAT ZIJN ONZE DRIJFVEREN. WIJ BLIKKEN GRAAG TERUG OM TE ILLUSTREREN WAT TNO, ALS BELANGRIJKE INNOVATIEORGANISATIE IN NEDERLAND, IN 2011 HEEFT NEERGEZET.

VERSLAG RAAD VAN BESTUUR

Page 12: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 11/98

jaren meermalen met succes gebeurd via het private TNO Bedrijven BV.

TALENTVOLLE MEDEWERKERSTNO is een kweekvijver van talent. Er zijn dan ook ontzettend veel mensen met een TNO-achtergrond die een grote rol spelen op het gebied van innovatie in Nederland. Buitengewoon inspirerend voor ons zijn de TNO-medewerkers die gepassioneerd zijn in hun werk en briljante innovaties realiseren, die door samenwerking met andere partijen het verschil maken en de kern van onze organisatie vormen. Om TNO als kweekvijver nog meer inhoud te geven, hebben wij ons aannamebeleid aangescherpt. Naast inhoudelijke kwali-teiten selecteren wij kandidaten expliciet op persoonlijke effectiviteit, betrokken-heid, leiderschap, projectmanagement en communicatieve vaardigheden. Zo kan TNO per project de beste mix van talent inzetten. En daar zijn we trots op!Daarnaast hebben we in 2011 beslo-ten onze Principal en Senior Scientists een meer centrale rol te geven in onder andere het vormgeven van kennispro-gramma’s. Dit betekent dat Principal Scientists meer worden betrokken bij het stellen van prioriteiten voor de toege-paste kennisontwikkeling. Zij doen dat samen met de Senior Scientists, medior- en juniorcollega’s.

WERELDWIJD SPEELVELDInternationaal heeft TNO haar vleugels uitgeslagen. Met de opening van een kantoor in Aruba hebben wij een eerste stap gezet om de Latijns-Amerikaanse markt te ontginnen. Vanuit dit kantoor levert TNO een bijdrage aan het ver-duurzamen van Aruba door onder meer het opzetten van een living lab en het uitvoeren van R&D-projecten met lokale bedrijven. Daarnaast verbinden wij ons met zakelijke partners in Brazilië waar de economie met sprongen groeit. Het land heeft zich in korte tijd opgewerkt tot belangrijke speler in onder meer de biobrandstoffen, een kennisdomein waar wij veel voor elkaar kunnen betekenen. De in 2011 geopende TNO-vestiging in Qatar zal als verbinding tussen de expertise van TNO in Nederland en de samenwerkingspartners in het Midden-Oosten fungeren. Het gaat hierbij in de eerste plaats om samenwerking op thema’s zoals Energie, Mobiliteit, Indus-triële Innovatie en Informatietechnologie. Onze positieve ervaringen in Qatar laten zien dat er vraag is naar de diensten van TNO in het Midden-Oosten. En juist omdat wij in staat zijn in te spelen op lokale marktbehoeften, zien wij markten voor TNO ontstaan. In 2012 richten wij onze pijlen op China, want wij zijn er van overtuigd dat daar kansen liggen. TNO ontwikkelt een strategie om deze kansen in te schatten, zodat onze innovaties ook hier succesvol kunnen worden ingezet en

wij samen met de Chinezen kennisdomei-nen verder kunnen ontwikkelen.

TROTSMet gepaste trots kijken wij terug op wat TNO in 2011 heeft bereikt. De begin 2011 ingezette nieuwe strategie werpt zijn vruchten af: succesvolle impact voor en met partners. Ook in financieel opzicht mogen wij tevreden zijn. Ondanks de wereldwijd slechte economische situatie én de ingrijpende organisatiewij-ziging, hebben wij een positief resultaat van € 0,4 miljoen en een omzetstijging van € 13,2 miljoen weten te realiseren.Onze dank gaat uit naar iedereen die daar binnen en buiten de organisatie aan heeft bijgedragen. Vier mensen willen wij apart benoemen: Marijn Vlaming, Paul Poodt, Gertjan Burghouts en Edsger Smits, de vier jonge onderzoekers die meedongen naar de titel ‘Excellente onderzoeker van TNO’. De gedrevenheid, kunde en passie waarmee zij hun onder-zoek over het voetlicht brachten tijdens ‘De Wereld van TNO Draait Door’ in november 2011 vulden ons en de andere medewerkers in de zaal met een gevoel van grote trots. Als dat de toekomst is van TNO, dan zitten we goed.Kijken we vooruit naar 2012, het jaar waarin TNO tachtig jaar bestaat, dan wordt dit het jaar waarin we de proeve van bekwaamheid moeten afleggen op aanpassingsvermogen, op positiespel, op aanvalskracht en op nationale én interna-

schaal van 1 tot 5) scoren. Speciale aan-dacht krijgt het midden- en kleinbedrijf van ons. TNO heeft een faciliterende rol voor het mkb en soms zelfs een regis-serende rol, zoals blijkt uit ons jaarlijkse succesvolle SBIR-event. Tijdens dit event worden kansrijke innovaties aangeboden aan mkb’ers die de met hulp van TNO verder ontwikkeld worden tot een markt-rijpe propositie. Binnen elk thema van TNO is een mkb-manager aangesteld die verantwoordelijk is voor de vertaling van innovatiekansen voor het mkb. Zo leggen wij actief verbindingen tussen innovatie en mkb die tot marktsuccessen leiden.

UITSTEKENDE KENNISBASISTNO heeft een bijzonder uitgebreid technologie- en kennisportfolio, of het nu gaat over gezonde voeding of meetin-strumenten voor ruimteonderzoek. TNO is continu bezig het portfolio actueel en grensverleggend te houden. Met welke kennis bereiken we impact en van welke activiteiten nemen we afscheid? Een kennisdomein waar wij bijvoorbeeld veel van verwachten is zonne-energie. De combinatie van energieopwekking en -benutting zal vaker worden toegepast als de devices daarvoor kleiner en energiezuiniger worden. Maar wanneer werkzaamheden in een bepaald ken-nisdomein een routinematig karakter krijgen, beraden wij ons of een dergelijke activiteit niet beter als bedrijf kan worden voortgezet. Dat is in de voorafgaande

VERSLAG RAAD VAN BESTUUR

Page 13: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 12/98

tionale excellentie. Want zo realiseren wij impactvolle innovaties ten behoeve van de grote maatschappelijke en economi-sche vraagstukken!In het verleden behaalde resultaten bieden bij TNO wel degelijk een garantie op succes in de toekomst.

TNO | Innovation for Life

TNO Raad van Bestuur

Jan MengelersTini HooymansJan Willem Kelder

VERSLAG RAAD VAN BESTUUR

Page 14: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 13/98

OMZET De omzet van TNO – de Organisatie TNO inclusief haar groeps-maatschappijen – nam in vergelijking met 2010 toe met 13,2 miljoen euro tot 577,0 miljoen euro. De omzet van de Orga-nisatie TNO nam met 13,9 miljoen euro af tot 478,1 miljoen euro. De netto-omzet daalde met 24,2 miljoen euro tot 394,7 miljoen euro ten opzichte van 2010. De omzet van de groeps-maatschappijen, vallend onder de 100-procent deelneming TNO Bedrijven steeg van 77,8 miljoen euro in 2010 tot 110,7 miljoen euro in 2011. Deze toename is in belangrijke mate toe te schrijven aan de nieuwe groepsmaatschappijen Triskelion, Homologations en ProQares. De omzet overheidsfinanciering van 188,9 miljoen euro daalde met 5,9 miljoen euro ten opzichte van 2010 (194,8 miljoen euro). Deze afname is het gevolg van de door de over-heid doorgevoerde budgetreductie.De marktomzet van TNO steeg met 19,1 miljoen euro tot 388,1 miljoen euro (2010: 369,0 miljoen euro) en komt daar-mee uit op 67% van de totale omzet.De omzet binnenland (bedrijfsleven en overheid) nam ten opzichte van 2010 licht toe met 0,5 miljoen euro tot 242,0 miljoen euro.De omzet buitenland, inclusief TNO-groepsmaatschappijen, steeg met 14,6 procent naar 146,1 miljoen euro.

BEDRIJFSLASTENDe personele lasten namen toe met 8,0 miljoen euro. Een belangrijke oorzaak hiervoor zijn de hogere pensioenlasten

van 4,3 miljoen euro door een verhoging van de premie van 17% naar 20%, hogere kosten inhuur tijdelijk personeel van 3,8 mil-joen euro en een per saldo hogere dotatie personele voorzienin-gen van 1,3 miljoen euro. De overige bedrijfslasten stegen ten opzichte van 2010 met 4,7 miljoen euro, hoofdzakelijk veroor-zaakt door hogere overige lasten van 5,0 miljoen euro.De afschrijvingslasten daalde met 3,6 miljoen euro ten opzichte van 2010.

LIQUIDE MIDDELEN Eind 2011 bedroeg het saldo liquide middelen 140,1 miljoen euro, een toename van 7,4 miljoen euro ten opzichte van ultimo 2010. Deze toename wordt veroorzaakt door een inkomende kasstroom uit operationele activiteiten van 25,3 miljoen euro. Hier tegenover staat een uitgaande kasstroom uit investerings-activiteiten van 11,8 miljoen euro, alsmede een kasstroom uit financieringsactiviteiten van 6,1 miljoen euro.

HET RESULTAAT BEDRAAGT 0,4 MILJOEN EURO POSITIEF EN BLIJFT DAARMEE 1,7 MILJOEN EURO ACHTER OP DE DOEL-STELLING 2011. IN VERGELIJKING MET HET RESULTAAT 2010 (2,4 MILJOEN EURO POSITIEF) IS SPRAKE VAN EEN ACH-TERUITGANG. DIT WORDT ONDER ANDERE VEROORZAAKT DOOR HOGERE PERSONELE LASTEN VAN 8,0 MILJOEN EN HOGERE OVERIGE BEDRIJFSLASTEN VAN 4,7 MILJOEN EURO. HIER TEGENOVER STAAN ONDER ANDERE EEN HOGERE NETTO OMZET VAN 5,2 MILJOEN EURO EN HOGERE OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN VAN 1,0 MILJOEN EURO.IN HET JAARPLAN 2012 WORDT EVENEENS UITGEGAAN VAN EEN LICHT POSITIEF RESULTAAT VAN 2,2 MILJOEN.

FINANCIËN EN BEDRIJFSVOERING

Page 15: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 14/98

ARBO EN GEZONDHEID

In 2011 is het eigen regiemodel verder ingevoerd. Volgens dit principe zijn leidinggevende en medewerker samen verantwoor-delijk om verzuim zoveel mogelijk te voorkomen en bij feitelijk verzuim, om het verzuim zo goed mogelijk aan te pakken. Waar nodig en/of gewenst, kan de bedrijfsarts of een andere arbo deskundige ondersteuning verlenen. Ook HR-medewerkers (de HR Businesspartners en het verzuimteam) ondersteunen de leidinggevenden. In de loop van 2011 en doorlopend in 2012 vindt een evaluatie plaats van het eigen regiemodel. In 2011 is gewerkt aan een digitaal programma dat de leidinggevende ondersteunt bij de uitvoering van verzuimbeleid. Via een toegan-kelijk programma op de pc kan de leidinggevende het verzuim van zijn afdeling registreren, de noodzakelijke acties onderschei-

den en deze na uitvoering vastleggen in een digitaal dossier. De implementatie van het programma vindt plaats in 2012. Dit zijn maatregelen om het ziekteverzuim, de lengte ervan en de verzuimfrequentie tenminste stabiel te houden of zo mogelijk te verminderen. Het ziekteverzuim in 2011 bedroeg 3,79%.

In 2011 hebben de onderhandelingen plaatsgevonden voor een nieuw collectief zorgverzekeringscontract met Zilveren Kruis Achmea (ZKA). De ondertekening volgt in 2012. Met dit contract kunnen TNO-medewerkers bij deelname profiteren van een col-lectiviteitskorting op de basis- en aanvullende zorgverzekering. Door deze overeenkomst kunnen medewerkers die bij ZKA verze-kerd zijn en die arbeidgerelateerde klachten hebben of dreigend langdurig uitvallen wegens ziekte, zonder kosten voor de mede-werker of voor TNO gebruik maken van een aantal geselecteerde

TNO IS EEN ORGANISATIE VAN PROFESSIONALS. OM DE IMPACT TE REALISEREN DIE NODIG IS STELT TNO HOGE EISEN AAN DE MEDEWERKERS ONDER ANDERE TEN AANZIEN VAN EXPERTISE, CREATIVITEIT EN KLANTGERICHTHEID. DE OMGEVING DIE TNO BIEDT IS ER EEN VOL PROJECTMATIGE UITDAGINGEN EN MOGELIJKHEDEN OM IN TEAMVER-BAND KWALITEITEN EN DISCIPLINES TE COMBINEREN. PERIODIEK WORDT DOOR MIDDEL VAN EEN MEDEWERKERS-BETROKKENHEIDSONDERZOEK (MBO) GEMETEN IN HOEVERRE TNO SLAAGT IN HET MET ELKAAR VERBINDEN VAN DE AMBITIES VAN DE ORGANISATIE EN DE MEDEWERKERS. IN DE VOORBEREIDING NAAR DE THEMATISCH GESTUURDE PROJECTENORGANISATIE, DIE BEGIN 2011 ZIJN BESLAG KREEG, IS EEN MBO UITGEVOERD. DE TNO’ERS GAVEN AAN TEVREDEN TE ZIJN OVER HUN EIGEN WERK EN HUN DIRECTE WERKOMGEVING. VERBETERPUNTEN BETREFFEN ONDER ANDERE TRANSPARANTIE IN PROCESSEN EN HET OPLOSSEN VAN DE AANLOOPPROBLEMEN DIE HET WERKEN IN EEN NIEUWE ORGANISATIEVORM MET ZICH MEEBRENGEN. DE UITKOMSTEN ZIJN UITVOERIG BESPROKEN IN ALLE LAGEN VAN DE ORGANISATIE EN DAT HEEFT GELEID TOT VERBETERPLANNEN VOOR ALLE TNO-ONDERDELEN. MEDIO 2012 ZAL DE MBO WORDEN HERHAALD, ZODAT MEER INZICHT KAN WORDEN VERKREGEN IN DE EFFECTEN VAN DE ORGANISATIEVERANDERING.

Aantal TNO-medewerkers 31-12-2011 31-12-2010 31-12-2009

Bestaand 3403 3776 4061

Onbepaalde tijd 3063 3379 3590

Bepaalde tijd 340 397 471

MEDEWERKERS MAKEN HET VERSCHIL

Page 16: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 15/98

zorgaanbieders. Doorverwijzing gebeurt in samenspraak met de bedrijfsarts.

ARBEIDSVOORWAARDEN-ONTWIKKELING

TNO en de Centrale Ondernemingsraad hebben in 2011 nog geen arbeidsvoor-waardenakkoord voor 2012 en verder afgesloten. De gesprekken zijn gaande. De intentie en verwachting zijn dat er een akkoord zal worden bereikt in het eerste kwartaal van 2012.

De mogelijkheid tot extra pensioen bijsparen wordt met ingang van 1 januari 2012 ingericht. Daardoor wordt het voor medewerkers makkelijker voor extra pensioen te sparen en daarmee een meer flexibele pensioenleeftijd te kiezen.

Ook is er in 2011 een nieuw arbeids-voorwaardenkeuzeprogramma tot stand gekomen. De keuzemogelijkheden zijn uitgebreid en medewerkers kunnen het gehele jaar door keuzes maken in plaats van één keer per jaar zoals bij het oude programma het geval was. De keuzes worden bovendien digitaal doorgegeven aan HR Services en hoeven niet meer uitgeprint en ondertekend te worden. Dat scheelt tijd en papier.

OPLEIDING EN ONTWIKKELING

Om de strategie van TNO te verwezenlijken vormt continue én gerichte ontwikkeling van TNO’ers een belangrijk instrument. Zeker waar het gaat om de ambitie kweekvijver en springplank van talent te zijn. Innovatie, strategische samenwerking en een alsmaar toenemende nadruk op klant- en marktgerichtheid – om maar een paar voorbeelden te noemen – vragen om actuele kennis, vaardigheden en compe-tenties van TNO-medewerkers. TNO streeft naar een onderscheidend kennisniveau; dat is een ambitieus doel. De basis daar-voor is een excellente kennispositie en excellentie in handelen door alle TNO’ers. Opleiding & ontwikkeling van personeel is een deel van het antwoord om excellentie en daarmee impact te realiseren.

Een speerpunt in de TNO strategie 2011-2014 is kweekvijver en springplank van talent te zijn. Ofwel, het gaat er niet alleen om op korte termijn excellente prestaties neer te zetten, maar ook om ervoor te zorgen dat die excellentie – op termijn – beschikbaar is voor de maat-schappij. Dit vraagt wat opleiding & ontwikkeling betreft dan ook niet alleen om vakinhoudelijke en functiegerichte trainingen, maar juist om ontwikkelinter-venties die gericht zijn op employability, loopbaanontwikkeling en mobiliteit. In het aanbod van TNO zien we dit terug

in de vorm van loopbaangerelateerde interventies waarbij het interne Career Development Centre een centrale rol speelt. In 2011 waren er zo’n 160 loopbaangesprekken die in 80 gevallen leidden tot een doorverwijzing naar een externe partij voor aanvullende loopbaan-diensten (bijv. begeleiding of training). Verder is er veel aandacht voor Persoon-lijke Effectiviteit (PE). Zo is PE standaard onderdeel van het introductieprogramma voor nieuwe medewerkers en van het Talent Development Programma (93 deel-nemers in 2011). Aanvullend biedt het corporate ontwikkelaanbod diverse specifieke PE-trainingen of trajecten waar PE een serieuze component van uitmaakt.

Personeelsontwikkeling binnen TNO krijgt concreet gestalte tijdens het gesprek tussen medewerker en manager. In dit zogenaamde ROC-gesprek (Resultaat-, Ontwikkeling- en Coachingsgesprek) worden ontwikkelafspraken gemaakt op maat voor de medewerker en passend bij de individuele, team- en organisatiedoe-len. Ontwikkelafspraken kunnen bijvoor-beeld gericht zijn op het verder uitbou-wen van kwaliteiten en talenten, op het doorontwikkelen van nog ontbrekende of slecht ontwikkelde competenties (zoals communicatie of klantgerichtheid) of op vakinhoud.

Een belangrijk hulpmiddel bij het maken van ontwikkelafspraken zijn de TNO-ont-wikkelingslijnen. De TNO-ontwikkelings-lijnen zijn een praktisch hulpmiddel voor alle TNO’ers om inzichtelijk te maken welke ontwikkelingsmogelijkheden er bij TNO zijn, wat de kenmerkende aspec-ten zijn en welke eisen worden gesteld aan gedrag, persoon, vakbekwaamheid, resultaten en ervaring. De geschiktheid, het niveau en de groei van individuele medewerkers wordt afgezet tegen deze aspecten. De ontwikkelingslijnen zijn uitgewerkt in de vorm van kernprofielen en bijbehorende competenties, vakbe-kwaamheid en bijdrage aan resultaat. Iedere medewerker kent zijn of haar kern-profiel; dit is een terugkerend element in beoordelings-, doelstellings- en ontwik-kelgesprekken.

De ontwikkelingslijnen zijn in 2011 geac-tualiseerd en aangepast aan de nieuwe TNO-organisatie. Opleidings- en ontwik-kelingsactiviteiten binnen TNO zijn er op gericht om binnen en tussen ontwikke-lingslijnen te manoeuvreren. Een aantal voorbeelden van ontwikkelprogramma’s zijn: Kwaliteit in de Schijnwerpers om medior scientists (toegepast technolo-gen) te ontwikkelen op zichtbaarheid, profilering en presentatie; Adviseren met impact gericht op een effectieve rolinvul-ling van medior consultants en IPMA-opleidingen die projectmanagement binnen TNO op een hoger plan brengen.

MEDEWERKERS MAKEN HET VERSCHIL

Page 17: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 16/98

2011 staan wij op een percentage van 31% (+2,5% t.o.v. 2010) vrouwen in de top en 16% (+1,4% t.o.v. 2010) in de subtop. De subtop bestaat uit: researchmanagers en business line managers. De ontwikke-ling op het gebied van diversiteit richt zich binnen TNO dan ook met name op deze subtop. Binnen heel TNO is het aandeel vrouw 30% (-3% t.o.v. 2010). En binnen de groep van young potentials is dat 36%.

GENSETIn 2010 startte een Europees project, genSET. genSET is een project dat is gesubsidieerd door the European Commission’s 7th Framework Programme under Science & Society. Het bestaat uit een Consortium van partners en wordt ondersteund door een netwerk van wetenschappelijke instituten en organisa-ties. genSET creëert een forum voor een dialoog tussen science leaders, gender experts, stakeholders en andere weten-schappelijke beslissers. Het doel van gen-SET is om barrières voor deelname aan wetenschap door vrouwen op te heffen en om wetenschappelijke vragen, de keuze van wetenschapsgebieden en de waarde-ringssystemen van wetenschap meer gen-der sensitive te maken. TNO neemt deel aan het project in de Science Leaders Panel en is ‘Patron’ van het project. De European Science Foundation (ESF) die genSET financierde, heeft in het najaar van 2011 een grootschalig Europees sym-posium georganiseerd om de aanbevelin-

krijgen. TNO kiest ervoor, gezien de hui-dige ongelijke verdeling, om te investeren in acties ter bevordering van het aandeel vrouwen.Er hebben in de afgelopen jaren di-verse initiatieven plaatsgevonden om het aandeel van vrouwen en culturele diversiteit binnen TNO te verhogen. In het najaar 2010 is een stuurgroep Diversiteit opgericht. De stuurgroep, geleid vanuit de Raad van Bestuur, heeft als doel om diversiteit binnen TNO te bevorderen en te monitoren. In 2011 is de focus gelegd op het vergroten van het aandeel vrouwen in (de top van) de organisatie en is actief gewerkt aan een plan waarin de uitwer-king van deze ambitie is opgenomen. Ter ondersteuning van het diversiteits-beleid heeft TNO zich gecommitteerd aan twee (externe) initiatieven op gebied van diversiteit.

CHARTER TALENT NAAR DE TOPIn 2008 heeft TNO de charter ‘Talent naar de Top’ ondertekend. Talent naar de Top is in mei 2007 opgericht om als aanjager de overheid, het bedrijfsleven en vrouwen zelf te stimuleren op structurele basis meer vrouwelijk talent aan de top te krijgen. TNO heeft zich gecommitteerd aan een (eigen geformuleerd) streefcijfer van 25% vrouwen in de top en subtop van TNO. De top bestaat volgens de normatiek van de commissie Talent naar de Top uit: Raad van Toezicht, Raad van Bestuur en Directeuren op 1e en 2e echelon. Eind

een pool is samengesteld van zo’n 25 kwalitatief hoogwaardige coaches. Deze coaches zijn TNO-breed inzetbaar om collega’s te coachen op competenties en persoonlijke ontwikkeling. In de tweede helft van 2011 zijn de eerste interne coachingstrajecten afgerond; de eerste resultaten laten zien dat er een hoge tevredenheid bestaat bij de coachees. We zien een stijgend aantal coachaanvra-gen en een goede matching van coa-ches en coachees. De coachpool komt meerdere malen per jaar bij elkaar in het kader van professionalisering met het oog op het borgen en continueren van de kwaliteit van coaching. Naast de interne coachpool worden binnen TNO ook externe coaches ingezet. Op executive niveau is een zorgvuldig samengestelde pool van acht externe coaches actief. Momenteel doen we hiermee de eerste ervaringen op.

DIVERSITEIT

TNO blijft overtuigd van de meerwaarde van diversiteit in teamsamenstellingen. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat gemengde teams bijvoorbeeld innovatie-ver zijn en meer ‘waarde’ creëren voor klanten. Het gaat hierbij om diversiteit op gebied van gender, land van herkomst, etc. Diverse studies geven aan dat een diversiteitsbeleid en gerichte acties nodig zijn om vrouwelijk talent op topposities te

Dit is slechts een dwarsdoorsnede van opleidingen. Naast de opleidingen bij de ontwikkelingslijnen kent het corporate ontwikkelaanbod nog diverse aanvul-lende mogelijkheden voor interne mede-werkers van TNO, grofweg te clusteren volgens de categorieën:

— Opleidingen voor speciale doelgroepen (nieuwe medewerkers, starters (Talent Development Programma), impats, potentials, etc.)

— Competentiegerichte en vakspecifieke trainingen/opleidingen (bijv. timemanagement, gesprekstech-nieken, creativiteit, etc.)

— Persoonlijke effectiviteit — Loopbaangerelateerde opleidingen

Trainingen zijn echter maar een beperkt deel van de ontwikkelmogelijkheden. Bij de eerder genoemde ontwikkeltrajecten is in bijna alle gevallen sprake van een mix van ontwikkelvormen waarbij de training – met het oog op effectiviteit –wordt aangevuld met intervisie, meester-gezel leren, learning on-the-job (praktijk-opdrachten) en/of action learning.

Coaching als ontwikkelvorm is een aparte vermelding waard. Het is een vorm van ontwikkeling waar binnen TNO vraag naar is, die aangrijpt op individueel niveau en die maatwerk biedt aan de coachee. In 2010 en 2011 heeft een selectietra-ject plaatsgevonden op basis waarvan

MEDEWERKERS MAKEN HET VERSCHIL

Page 18: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 17/98

voerd bij TNO en wordt een masterclass verzorgd. De opdrachtgever van Eerst de Klas is het ministerie van OCW.

JONGEREN HEBBEN DE TOEKOMST

In 2011 heeft TNO zich ingezet om jongeren te interesseren voor onderzoek en techniek. Dit zijn immers in potentie toekomstige medewerkers en TNO’ers dragen in het algemeen graag hun kennis over aan jongeren. Een voorbeeld is het SummerCamp voor jongeren met gedragsproblemen, waar passie voor werken centraal stond en TNO workshops heeft gegeven over passie voor voedings-onderzoek. Een school in Delft heeft een middag uitgebreid geluidsonderzoek gedaan in het geluidslab van TNO. Ook heeft TNO meerdere malen haar bijdrage aan kinderprogramma’s zoals Klokhuis en het jeugdjournaal geleverd.

TNO is sinds 2010 betrokken bij het traineeprogramma Eerst De Klas. Dit programma stelt zich ten doel meer en betere leraren en betere leiders te vormen. Het biedt deelnemers de mogelijkheid ervaring op te doen in het onderwijs en in het bedrijfsleven. In 2011 hebben de trainees een masterclass en een training projectmanagement bij TNO gevolgd. Daarnaast zijn twee trainees onder begeleiding van TNO begonnen aan de ontwikkeling van een interventie om bevlogenheid te behouden en burn-out tegen te gaan, op een voortgezet onderwijs instelling. In 2012 zal een tweede businesscase worden uitge-

2012. Het actieplan is opgebouwd uit de thema’s die door de Charter Talent naar de Top beschreven zijn als randvoorwaar-den voor succesvol diversiteitsbeleid en dienen voor TNO als basis voor verdere uitwerking.

GEDRAGSCODES

TNO hanteert al sinds lange tijd een bedrijfscode die richtsnoer is voor het handelen van de TNO’ers. Daarnaast heeft TNO een klokkenluidersregeling. Er zijn zeven kernwaarden in de bedrijfscode vastgesteld die aansluiten op de strategie en passen in de gewenste organisatie-ontwikkeling. De zeven kernwaarden zijn: integer, onafhankelijk, professioneel, maatschappelijk betrokken, klant- en impactgedreven, innovatief, verbindend en inspirerend. De TNO-bedrijfscode zal in 2012 in lijn worden gebracht met de ver-nieuwde kernwaarden en waar nodig ook geactualiseerd in het kader van gewijzigd intern en extern beleid en/of regelgeving. De kernwaarden worden besproken tijdens de introductiecursus voor nieuwe TNO-me-dewerkers. In 2011 hebben 196 mede-werkers deze introductiecursus gevolgd.

gen verder onder de aandacht te brengen. TNO heeft actief een bijdrage geleverd aan de aanbevelingen en het symposium. Een lid van de RvB heeft een workshop begeleid en geparticipeerd in het centrale debat. In 2012 start GenSET2 waarbij de aanbevelingen in de praktijk worden ge-bracht bij universiteiten en instituten. TNO zal wederom een bijdrage leveren. Hiernaast heeft TNO meegewerkt aan het jaarlijkse Women Matter onderzoek van McKinsey. De uitkomsten worden bekend gemaakt in 2012.

VROUWENNETWERKDe stuurgroep Diversiteit heeft ook de oprichting van een vrouwennetwerk bin-nen TNO gestimuleerd. Hiervoor zijn in 2011 de eerste stappen gezet, voortbor-durend op het Vrouwennetwerk dat al binnen een van de voormalige kerngebie-den bestond. Met een groep van circa 30 academisch of hbo-opgeleide vrouwen is een boeiende ochtend georganiseerd, waaruit nut, noodzaak en plezier van een vrouwennetwerk duidelijk gevoeld werd. In 2012 wordt deze energie omgezet in een advies aan de Stuurgroep over de prioriteiten rondom Diversiteit, en zullen activiteiten worden georganiseerd.

ACTIES 2012Op basis van de aanbevelingen van de Charter Talent naar de Top, genSET en eigen observaties is een actieplan uitge-werkt voor Q3/4 van 2011 en het jaar

MEDEWERKERS MAKEN HET VERSCHIL

Page 19: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 18/98

Het strategisch plan 2011-2014 richt zich op ‘innoveren met impact’ in de maatschappij. Vraagstukken als duurzaamheid, gezondheid en schaarste hebben daarin een belangrijke plaats. Hierbij is er voor gekozen om duurzaamheid niet als apart thema neer te zetten, maar loopt het als een belangrijke ‘driver’ door alle thema’s heen. Op basis van het materialiteitsprincipe is met stakeholders een discussie gevoerd en zijn belangrijke onderwer-pen van onderzoek dat TNO uitvoert in een materialiteitenmatrix geplaatst. Een aantal aspecten van het onderzoek dat TNO uitvoert wordt op grond hiervan nader toegelicht.

Bijvoorbeeld het defensieonderzoek binnen het thema “Integrale Veiligheid” richt zich met name op veiligheid en bescherming van de Nederlandse krijgsmacht, maar ook op veiligheidsvraagstuk-ken in de maatschappij. Het onderzoeksprogramma voor het ministerie van Defensie komt in nauw overleg tussen het minis-terie en TNO tot stand. In het verslag Raad voor het Defensie onderzoek staat hier meer over beschreven.

Ten aanzien van het onderzoek rond nanotechnologie houdt TNO zich met name bezig met het ontwikkelen van nieuwe materia-len en technologieën op nanoschaal. Dit levert innovaties zoals sterkere materialen en nieuwe scheidingstechnologieën (op basis van nanotags) die materiaalhergebruik bevorderen. Aangezien het mogelijk gezondheidsrisico’s met zich mee brengt, richt TNO zich ook op de veiligheid van innovatieve stoffen en technologieën in de werkomgeving, door het ontwikkelen van methodieken om vroegtijdig en snel risico’s te kunnen inschatten.

Activiteiten rondom het zoeken naar nieuwe fossiele energiebron-nen zijn, in tegenstelling tot energiebesparing, vaak aan discus-

sie onderhevig. De discussies rond de winning van schaliegas illustreren dat TNO graag de maatschappelijke dialoog wil voeren en ondersteunen met feiten zodat een goede basis ontstaat voor gesprek tussen voor- en tegenstanders.

Het beleid rondom het onderzoek waar dierproeven aan te pas komen, is met name gericht op vermindering en onderzoek naar alternatieve methoden. Dit punt wordt verderop in dit hoofdstuk nader uitgewerkt.

TNO is met het Haags Centrum voor Strategische Studies (HCSS) een samenwerkingsverband, genaamd Strategy & Change, aangegaan om agenderende visies te ontwikkelen op belangrijke maatschappelijke issues.

Om inhoud te geven aan het interne MVO-beleid heeft TNO een MVO-officer.De MVO-officer wordt aangestuurd vanuit een Stuurgroep, met daarin de directeur Finance and Facilities (portefeuillehouder MVO) en twee directeuren. Minimaal eenmaal per jaar overlegt de TNO Raad van Bestuur met de Stuurgroep over de behaalde resul-taten en bijsturing van het MVO-beleid. In oktober heeft de Raad van Bestuur de policy statement Corporate Social Responsibility ondertekend. Daarin staat beschreven hoe TNO op de gebieden ethiek, arbeidsomstandigheden, gezondheid en veiligheid en milieu omgaat met people, planet en profit. Net als in voorgaande jaarverslagen is gekozen om het GRI-framework voor duurzaam-heidsverslaglegging te gebruiken. Deze kunt u vinden achter in dit jaarverslag.

DUURZAAMHEID SPEELT EEN BELANGRIJKE ROL IN DE COREBUSINESS VAN TNO. OOK INTERN WORDT TNO VER-DUURZAAMD MET OOG VOOR MENS EN MILIEU. EEN AANTAL ASPECTEN VAN HET ONDERZOEK DAT TNO UITVOERT WORDT NADER TOEGELICHT. OOK WORDT INGEGAAN OP DE MILIEUFOOTPRINT, HET INTERNE MVO-BELEID EN HET PROGRAMMA RONDOM ONTWIKKELINGSSAMENWERKING ‘INNOVATION FOR DEVELOPMENT’.

MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN

Page 20: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 19/98

MILIEUFOOTPRINT VAN TNO

In 2008 is voor het eerst een milieu-footprint opgesteld om inzicht te krijgen in onze milieubelasting. Het milieubeleid is er op gericht om onze milieuprestatie te verbeteren. Op grond van de milieu-footprint zijn vier speerpunten geselec-teerd: energie en gebouwen, mobiliteit, duurzaam inkopen, en energie en ICT. Deze vier speerpunten zijn van grote invloed op de milieufootprint van TNO. Bovendien kunnen de maatregelen om de milieuprestatie van TNO te verbete-ren zoveel mogelijk per speerpunt in de organisatie verankerd worden. Duurzaam inkopen is bijvoorbeeld opgepakt door de inkooporganisatie, en energiebesparing met ICT door de ICT-services van TNO. Binnen deze speerpunten geeft TNO veel ruimte voor initiatieven vanuit de organi-satie. Hierdoor is er een groot draagvlak ontstaan voor MVO binnen de organisa-tie. Het betrekken van medewerkers bij MVO is belangrijk omdat we gezamenlijk het verschil kunnen maken. In 2011 bleven we gericht initiatieven nemen om de milieufootprint van TNO op deze on-derwerpen te verbeteren. Mede daarom verschijnt het jaarverslag van TNO, met daarin het MVO-jaarverslag, digitaal.De interne speerpunten hebben vaak een link naar het door TNO uitgevoerde onderzoek. Dit wordt per onderwerp uitgewerkt.

MILIEUFOOTPRINT 2011In 2011 is een milieufootprint van TNO gemaakt voor de hele productieketen van energie, vervoer en ingekochte producten en diensten. De methode die hierbij gehanteerd is lijkt op het bepalen van ‘embodied energy’ of een CO

2-footprint op

scope 3, maar is breder doordat meerdere milieueffecten worden meegewogen zoals broeikaseffect, verzuring, vermesting en toxiciteit. De milieubelasting van energie, woon-werkverkeer en dienstreizen is be-paald op basis van het ‘fysieke’ verbruik: reizigerskilometers, kWh elektriciteit, m3 aardgas, enz. De milieu-impact van de overige categorieën is bepaald op basis van de inkoopwaarde en de gemiddelde milieudruk per euro.De aanpak en methode voor het bepalen van de milieufootprint wordt beschreven in het achtergronddocument ‘Toelichting Milieufootprint 2011’, te vinden op www.tno.nl/mvo.

De footprint is ingedeeld in een aantal categorieën. In bijvoorbeeld de categorie ‘Lab en desk research’ zit alle milieudruk die ontstaat door de productie van pa-pier, computers, kopieerapparaten, prin-ters, maar ook door gebruik van internet en telefonie. Verschillende milieueffecten die optreden door emissies bij productie, reizen of energieopwekking zijn bij elkaar opgeteld met behulp van schaduwprijzen (op basis van emissiereductiekosten). Schaduwprijzen zijn vermijdingskosten:

kosten van maatregelen om te zorgen dat emissies niet boven de (wettelijke) drempelwaarde uitkomen. Door voor de verschillende milieueffecten deze schaduwkosten te berekenen, worden de onderwerpen onderling vergelijkbaar, en kunnen ze bij elkaar opgeteld worden.

Energiegebruik in de gebouwen van TNO draagt ongeveer bij aan de totale milieufootprint van TNO. De milieube-lasting van de productie van door TNO

ingekochte goederen en diensten draagt ongeveer ¾ bij aan de milieufootprint, en het resterende deel wordt veroorzaakt door dienstreizen en woon-werkverkeer. De onzekerheid in de berekening van de milieuprofielen is van invloed op de rela-tieve bijdrage van de categorieën1.

FIGUUR 1 MILIEUFOOTPRINT TNO 2011

1

3

2

4

1 Energie en gebouwen2 Mobiliteit3 Duurzaam inkopen4 ICT en energie

OVERIG

LAB- EN DESKRESEARCH

ENERGIE

VERVOER

Elektriciteit

Gas

Warmte

Dienstreizen (auto)

Dienstreizen (OV)

Dienstreizen (vliegen)

Woon-werkverkeer

Transport diensten

Kantoorbenodigdheden en ICT

Water en afval

Labbenodigdheden

Inhuur van research en personeel

Opleiding

Drukwerk en relaties

Inhuur ondersteunende diensten

Gebouwen

1 De onzekerheid in de milieuprofielen voor energie en reizen is ongeveer een factor 1,5. De onzekerheid van de milieu-profielen van de ingekochte goederen en diensten is groter en wordt ingeschat op een factor 2,5. Om veranderingen door de tijd goed te kunnen monitoren zijn de milieuprofielen per eenheid product of dienst gelijk voor alle jaren.

MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN

Page 21: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 20/98

opstart onderzoek/advies warmteterug-winning uit ventilatielucht van de labs in Zeist, onderzoek naar brede toepassing van led-verlichting en verbetering isolatie daken) uitgevoerd.In navolging op de in 2010 gestarte pilot op locatie Soesterberg is tevens in 2011 op locatie Zeist een pilot gestart naar de toepassing van LED-verlichtingsarmatu-ren in kantoor- en laboratoriumomgeving. De resultaten van deze pilots worden in 2012 geëvalueerd waarbij een actieplan wordt opgesteld voor vervanging van de verlichtingsarmaturen in de relevante TNO-gebouwen in de komende jaren. Bij het Groot Onderhoud van de locaties wordt bij vervanging van de vaste techni-sche installaties zoveel mogelijk ingezet op energiezuinige systemen.

TNO. Voor het komende jaar wordt het van belang concretere doelstellingen te definiëren zodat we gerichter kunnen monitoren wat het effect van de genomen maatregelen is.

Een van de onderwerpen die het afgelo-pen jaar extra aandacht heeft gekregen binnen TNO is Het Nieuwe Werken. Hiertoe is een werkgroep opgericht dat werkt aan beleidsvorming rondom dit onderwerp. Het Nieuwe Werken heeft direct invloed op drie van de vier speerpunten namelijk onze gebouwen, mobiliteit en ICT.

ENERGIE EN GEBOUWENIn 2010 is een verbeterplan opgesteld voor het verbeteren van de energiepres-tatie van de TNO-panden (eigendom). In 2011 is een deel van het verbeterpro-gramma (toepassing van slimme meters,

— Het energiegebruik, vervoer en inge-kochte producten en diensten in 2011 vertegenwoordigen een ‘embodied’ energieverbruik van 3,2 PJ en 189 dui-zend ton broeikasgasemissies gemeten in CO

2-equivalenten. Deze hoeveelheden

zijn in lijn met de hoeveelheden in 2010. — De milieufootprint van TNO steeg in

2011 ten opzichte van 2010 licht, name-lijk 0,5%. In aanvulling op de eerder genoemde wijzigingen in vervoer en energieverbruik, is er in 2011 ongeveer 1% meer uitgegeven aan benodigdheden voor lab- en deskresearch en aan onder-steunende diensten.

— De milieudruk van TNO hangt mede af van onze activiteiten. Relatief gezien, per euro omzet, is de milieudruk van TNO in 2011 gestegen t.o.v. 2010. De daling in omzet is niet gecompenseerd door een lagere milieudruk, waardoor er een relatieve stijging heeft plaatsgevonden.

WERKEN AAN EEN KLEINERE VOETAFDRUKUiteraard willen wij onze milieufootprint verkleinen. Daarom hebben we voor de verschillende speerpunten verbetermaat-regelen opgesteld. Hieronder volgt verslag van de maatregelen die zijn genomen binnen de vier speerpunten. Ook leggen we verband met de activiteiten rondom duurzaamheid in de corebusiness van

EEN OVERZICHT: MILIEUKENTALLEN— Energie: TNO gebruikte in 2011 onge-

veer 44 miljoen kWh elektriciteit en 5,1 miljoen m3 gas. Ten opzichte van 2010 steeg het elektriciteitsverbruik met 1,6 miljoen kWh en daalde het gasverbruik met 0,1 miljoen m3. Het gasverbruik van TNO resulteerde in 13,4 kiloton directe CO

2-emissie in 2011. Sinds 2010 koopt

TNO groene stroom in. Deze groene stroom heeft een veel lagere milieufoot-print in vergelijking met elektriciteitsop-wekking op basis van fossiele energie. Het milieuvoordeel van groene stroom is buiten beschouwing gelaten bij het bepalen van de milieufootprint van TNO om te voorkomen dat (te snel) geïnter-preteerd wordt dat TNO geen elektriciteit gebruikt.

— Vervoer: voor dienstreizen werd er in 2011 13,5 miljoen kilometer in de auto afgelegd (in 2010 was dit 14 miljoen ki-lometer) en ongeveer 23 miljoen kilome-ter in het vliegtuig2 (in 2010 22 miljoen kilometer). Voor het woon-werkverkeer is in 2011 20,4 miljoen kilometer afgelegd met de auto. In totaal draagt vervoer van goederen en werknemers in 2011 9 procent bij aan de milieufootprint van TNO.

— Papier: TNO gebruikte in 2011 76 ton papier. Ten opzichte van het papierver-bruik in 2010 is dat een daling van 24%.

0

5

10

15

20

25

2010 2009 2011

ENERGIE VERVOER LAB- EN DESKRESEARCH OVERIGE TOTAAL

0,00

0,01

0,02

0,03

0,04

0,05

SCHADUWKOSTEN PER EURO OMZETSCHADUWKOSTEN [mln EURO]

FIGUUR 2 DE ABSOLUTE EN RELATIEVE MILIEUFOOTPRINT VAN TNO

2011 2010 2009

2 Voor de berekening van de vliegkilometers is gebruik gemaakt van gemiddelde vluchtkilometers vanuit Nederland naar elk continent.

MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN

Page 22: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 21/98

Ook de nieuw geplaatste systemen voor dataopslag zijn veel energiezuiniger dan de oude. De stroomsterkte in de MER is daardoor gedaald van 500 Ampère naar 360 Ampère, een besparing van 28%. Omdat tegelijkertijd hierdoor minder koel-vermogen nodig is, is de feitelijke bespa-ring nog groter. Mede als gevolg van de consolidatie naar de MER is op diverse andere locaties het aantal servers en dataopslagsystemen teruggebracht. Ook lokaal is daarmee het stroomverbruik ge-reduceerd, maar hierover zijn geen cijfers voorhanden.

Met de invoering van de nieuwe IT-werk-plek binnen TNO kan iedere medewerker tijd- en plaatsonafhankelijk toegang krij-gen tot het TNO-netwerk. De verwachting is dat mensen als gevolg hiervan vaker en makkelijker thuis of op een TNO-vesti-ging dichter bij hun woonplaats werken. Bovendien hebben zij hun gegevens overal beschikbaar, zodat de noodzaak om documenten te printen ten behoeve van vergaderingen verdwijnt. Ook het toenemend gebruik van tablets leidt tot vermindering van het papiergebruik. In 2012 zal het gebruik van tablets nog verder gefaciliteerd worden.

TNO draagt bij aan duurzame ICT in de buitenwereldOok in het dagelijks onderzoek van TNO krijgt dit thema veel aandacht. Zo inven-tariseert TNO welke ICT-ontwikkelingen

hier een laagdrempelig low-end systeem, dat werkt middels het Microsoft Livemee-ting protocol. In 2012 werken we aan verdere uitbreiding van de mogelijkheden op het gebied van videoconferencing.In het najaar van 2011 is Information Services (IS) begonnen met het invoe-ren van de nieuwe IT-werkplek voor alle medewerkers, een operatie die voorjaar 2012 afgerond zal worden. Met de invoering van de nieuwe IT-werkplek daalt het aantal computers, plaatsen we meer energiezuinige modellen, zorgen de instellingen van de computers voor een lager verbruik en schakelen veel mensen over van een desktop naar een laptop computer, welke minder verbruikt. We hebben een contract afgesloten met Viafrica voor het afvoeren van verouderde pc’s en andere hardware. TNO stelt aan Viafrica de hardware ter beschikking die TNO zelf niet meer gebruikt, na verwijde-ring van de gegevensdragers (harde schijf e.d.). Viafrica maakt deze hardware te gelde en investeert de opbrengst in maat-schappelijke projecten in Afrika, gericht op kennisontwikkeling. Meer informatie over de bestemming van het geld is te vinden op www.viafrica.org.

In de Main Equipment Room (MER) heeft Information Services ook maatregelen genomen die hebben geleid tot ener-giebesparingen. Het aantal servers is verlaagd en waar mogelijk zijn fysieke servers vervangen door virtuele servers.

TNO zet zich in om in de buitenwereld energie te besparen in de gebouwde omgevingEnergie in de Gebouwde Omgeving is niet alleen een issue bij de interne bedrijfs-voering van TNO, het speelt ook een belangrijke rol in het onderzoek dat TNO uitvoert en dan m.n. bij het onderzoek dat plaatsvindt in de thema’s Gebouwde Omgeving, Energie en Industriële Innova-tie, zie het strategisch plan 2011-2014. Het gaat hierbij om zowel technologische als beleids- en sociale innovatie. TNO ontwikkelt onder andere op gebouw- en wijkniveau energie-efficiënte gebouwen en installaties. Ook wordt gewerkt aan efficiënte en betaalbare zonnecellen. Op keteninnovatiegebied participeert TNO in 2011 in projecten waarbij ketens van bedrijven in de bouw opdrachtgevers ‘ontzorgen’ op het gebied van energiebe-sparing (woningbouw en klein zakelijke markt). Mkb’ers worden daarbij onder-steund op het gebied van kennis, conceptontwikkeling, bedrijfsstrategie, ketensamenwerking. Verder worden samen met externe partijen zoals grote gemeenten en de rijksoverheid concep-ten ontwikkeld voor klimaatbestendige inrichting van het stedelijk gebied en infrastructuur.

ENERGIE EN ICTIn 2011 zijn op nagenoeg alle TNO-loca-ties verrijdbare kasten geplaatst ten be-hoeve van videoconferencing. Het betreft

De afdeling Vastgoedmanagement heeft het dagelijks onderhoud van haar gebou-wen per 1 december 2011 landelijk in een prestatiecontract ondergebracht. Als onderdeel van het contract staat energie-besparing de komende jaren op de agenda en zijn key-performance-indicators (KPI’s) afgesproken om het energiegebruik terug te dringen. Daarnaast is in 2011 een begin gemaakt met TNO-brede energiemonito-ring. Begin 2012 is de energiemonitoring via een webportal voor alle gebouwen van TNO realtime beschikbaar. Het energiever-bruik op iedere TNO-locatie wordt daarmee zichtbaar gemaakt zodat de bewustwording tot energiebesparing kan worden vergroot.Bij de aanhuur van kantoorgebouwen wordt in bijzondere mate gelet op het energiever-bruik, hierbij is de doelstelling minimaal label-C.De toepasbaarheid van WarmteKoude-Opslag-installaties wordt meegenomen in de visie van herontwikkeling van bouwlocaties. De afdeling Vastgoedmanagement heeft samen met vertegenwoordigers van HR en ICT deelgenomen aan het Streaming Impact programma rondom Het Nieuwe Werken. HNW heeft niet alleen impact op onze manier van werken maar ook op onze gebouwenvoorraad. Indien Het Nieuwe Werken bij TNO wordt ingevoerd, kunnen de gebouwen in de nabije toekomst effici-enter en flexibeler (minder gevoelig voor de dynamiek van de TNO-organisatie) gebruikt worden en zullen daarmee duurzamer zijn.

MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN

Page 23: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 22/98

Enkele voorbeelden van gerealiseerde contracten in 2011:— Werkplekken (energielabel EPEAT Gold

/Energy Star 5, meer dan 50% recycle-baar, opbrengst afvoer afgeschreven IT-werkplekhardware naar stichting Viafrica, harddisks voor meer dan 80% gerecycled)

— Aardgas (verduurzamingsprogramma opgenomen, uitvoering in de loop van 2012)

— Leadership Development programma (accommodaties met actief MVO be-leid, Greenkey keurmerk)

— Kerstpakketten (duurzame/biologische inhoud, donatie per pakket naar orga-nisatie “ICCO”)

In 2011 zijn de maatregelen op het gebied van duurzaam inkopen geëvalu-eerd. Daaruit blijkt dat na de geslaagde integratie van duurzaam inkopen in de procedures en processen, het kwantifi-ceren van de resultaten op de langere termijn nog aandacht verdient. Dit wordt in 2012 verder vormgegeven. Duur-zaamheidsresultaten worden daarmee structureel opgenomen in de uitnutting en bestendiging van inkoopresultaten voor de langere termijn.

INNOVATION FOR DEVELOPMENT (I4D)Hoe run je een huishouden met een inko-men van minder dan 2 dollar per dag? Hoe gaan we om met een toenemende vraag naar voedsel van 70% in de komende 40 jaar? Vragen die iedere dag weer relevant

emissies in de komende 15 jaar, door onderzoek te verrichten op het gebied van schone voertuigtechnologie en intelli-gente transportsystemen, ondersteuning bij implementatie van nieuwe technologie en advies rond wetgeving en beleid. TNO startte in 2010 het onderzoekspro-ject ‘Dashboard Het Nieuwe Werken’ met partners KPN, Philips, Rabobank, Tele-werkforum en Veldhoen + Company. Het doel van dit project is om een meetin-strument te ontwikkelen dat de integrale effecten van Het Nieuwe Werken in kaart brengt. In het Dashboard wordt een relatie gelegd tussen specifieke HNW-maatregelen als thuiswerken, het gebruik van Smartphones en management door vertrouwen enerzijds, en bedrijfsdoelstel-lingen als productiviteit, werk-privébalans en CO

2-uitstoot anderzijds. Met het

inzichtelijk maken van de effecten van HNW wil TNO de succesvolle verspreiding van Het Nieuwe Werken in Nederland dichterbij brengen.

DUURZAAM INKOPENDuurzaam inkopen is volledig geïnte-greerd in alle TNO-brede inkoopprocedu-res en -processen. Duurzaamheidscriteria (opgesteld op basis van de adviescri-teria van Agentschap.NL) vormen een belangrijk aspect bij het opstellen van functionele en technische specificaties. In de selectie- en gunningscriteria heeft duurzaamheid in veel gevallen een prominente plaats.

Bereikbaar Utrecht en het platform ‘Slim Werken, Slim Reizen’. Het doel van het platform is files te verminderen door op andere manieren het werk te organise-ren en anders te reizen. De doelstelling van dit platform is dat in 2012 1 miljoen mensen slim werkt en reist en in 2015 2 miljoen. TNO speelt een actieve rol in de B50 (de 50 beeldbepalende bedrijven die zijn betrokken bij dit platform). TNO levert haar kennis en kunde en past zelf het Nieuwe Werken en mogelijkheden voor videoconferencing toe om dit doel te bereiken. We participeren in het initiatief Werken Onderweg, waarin deelnemers gebruik kunnen maken van elkaars kan-toorfaciliteiten.

Het komende jaar gaan we medewerkers actief voorlichten over eigen mogelijk-heden en de impact van hun keuze. Daarnaast gaan we op 2 locaties het fietsgebruik structureel onderzoeken en stimuleren. TNO is daarbij pilot in een onderzoeksproject in samenwerking met het NISB (Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen).

TNO investeert in een duurzaam mobiel NederlandTNO zoekt in haar onderzoek en advies-werk naar mogelijkheden om het verkeer betrouwbaarder, schoner, veiliger en stiller te maken. In het strategisch plan 2011-2014 wordt ingezet op het leveren van een bijdrage aan een halvering van

een concrete bijdrage kunnen leveren aan de MeerJarenAfspraak van de ICT-sector (NB: Een MJA is een afspraak/con-venant dat in een sector wordt afgesloten en waarin de sector zich verplicht om elk jaar 2% energie-efficiënter te worden). Verder heeft TNO (in opdracht van Agentschap.NL en SURF) onderzocht wanneer een ‘cloud-oplossing’ ‘groen’ te noemen is: welke kenmerken heeft de architectuur van zo’n systeem, welke eisen mogen daaraan gesteld worden?

DUURZAME MOBILITEITTNO tracht de milieudruk van vervoer en mobiliteit te verlagen door de hoeveel-heid en het soort reizen van haar mede-werkers gunstig te beïnvloeden. Medewerkers kunnen gebruik maken van dienstfietsen om lokaal tussen TNO-ves-tigingen te reizen en NS-businesskaarten om met het OV te reizen voor dienst-reizen. Op verschillende locaties is in de zomermaanden meegedaan aan de fietsacties ‘2 op 5’ (initiatief van de fietsersbond) of ‘op de fiets werkt beter’ (initiatief van stadsgewest Haaglanden). Op een aantal locaties waren elektrische fietsen aanwezig om TNO’ers de mogelijk-heid te geven ervaring op te doen. Ver-wacht wordt dat de nieuwe IT-werkplek bij zal dragen aan het verminderen van reiskilometers.

TNO is aangesloten bij het mobiliteits-convenant Bereikbaar Haaglanden,

MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN

Page 24: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 23/98

lingslanden onderzocht. Een succesfactor blijkt een sterke klantfocus te zijn, onder-nemerschap en goede samenwerkings-capaciteiten. De 15 meest innovatieve marktgerichte bedrijfsmodellen bewezen dat schaalvergroting mogelijk was, en lieten zien dat ICT een breekijzer voor het verbeteren van de levensstandaard van de Base of the Pyramid kan zijn. De uitkomsten van deze inspirerende studie zijn gelanceerd op 14 september in de Nieuwspoort in Den Haag.

BETREKKEN VAN MEDEWERKERSBIJ MVOElke TNO’er kan bijdragen aan MVO. Gezamenlijk kunnen we stappen zetten. Hiertoe moet het onderwerp bespreek-baar zijn en aansluiten bij de dagelijkse praktijk van een medewerker. Het is de kunst om mensen te raken waardoor bewustzijn wordt omgezet in actie. MVO is daarom vast onderdeel van het programma Net-werken@TNO voor startende medewerkers, om bewustwor-ding en discussie over het onderwerp te stimuleren. De MVO-ambassadeurs (het MVO-netwerk) is tweemaal bij elkaar ge-komen om richting te bepalen en draagt intern bij aan concrete acties. Op de dag van de duurzaamheid zijn ontbijtsessies georganiseerd om TNO’ers te inspireren bewust na te denken wat ieder zelf kan bijdragen. Dit leidde onder andere tot de keuze voor het inzetten van de tool Treemagotchi@work, om breder TNO’ers

Indien zij op reis gaan naar ontwikke-lingslanden worden zij vooraf getraind in veilig en ethisch handelen. Hieronder volgt een korte beschrijving van twee projecten.

Flying FoodDe toenemende vraag naar voedsel voor een groeiende wereldbevolking vraagt om innovatie en duurzame oplossingen. Met partners werken we aan het kweken van krekels in Kenia voor humane voeding. Insecten hebben een hoge voedingswaarde, naast eiwit is het ook een bron van aminozuren en mineralen. In Nederland worden insecten gekweekt, maar niet gegeten. In Afrika worden ze gegeten, maar nog niet gekweekt. TNO brengt deze werelden bij elkaar met als doel in beide werelden de innovatie te versnellen. Kleine boeren worden produ-centen, distributeurs en consumenten in een nieuwe waardeketen. Het kweken van insecten stimuleert lokaal onderne-merschap en verbetert de toegang tot voedzaam voedsel.

Ict businessmodellen voor de base of the pyramid Informatie- en communicatietechnologie (ICT) heeft een enorme potentie voor het bieden van essentiële diensten voor de allerarmsten, zoals onderwijs, gezond-heidszorg, agro- of financiële diensten. Samen met partners heeft TNO bijna 300 bestaande ICT-initiatieven in ontwikke-

Het programma omvat meer dat 20 projecten, voornamelijk in Afrika en Azië, gericht op vier onderwerpen:— Voeding en landbouw— Hernieuwbare energie en klimaat— ICT— GezondheidTNO draagt bij met expertise in techni-sche en sociale innovaties, het ontwik-kelen van businessmodellen en transitie-management. Onze projectenlijst is te vinden op www.tno.nl/I4D.

Al onze projecten zijn ingebed in de corebusiness, omdat het bijdragen aan de economie en aan de kwaliteit van de samenleving als geheel tot de drijfveren van TNO behoort. Of dit nu voor een geïndustrialiseerdland of ontwikkelings-land is. In 2011 was het budget ongeveer 2,5 miljoen euro, waarvan 1 miljoen door TNO geïnvesteerd, en het overige deel door marktpartijen. Het komende jaar blijft de bijdrage van TNO gelijk en wordt verwacht dat het totale budget 3 miljoen wordt. Bij het Innovation for Development programma zijn 80 TNO-medewerkers betrokken (parttime). Zij zijn allen geïn-spireerd omdat zij kunnen bijdragen aan wereldproblemen zoals armoede, zij leren veel over complexe systeeminnovaties en zij worden goed gepositioneerd in het internationale speelveld. De 25 project-managers zijn speciaal getraind om te innoveren in ontwikkelingslanden met oog voor de cultuur, ethiek en veiligheid.

zijn voor de bevolking van Madagaskar, Ghana en veel andere ontwikkelingslan-den. TNO speelt hierop in met duurzame innovaties. Relevant, omdat in 2040 de wereldpopulatie negen miljard mensen telt, wat de consumptie zal verhogen en zal resulteren in schaarste aan natuurlijke materialen. Klimaatverandering, verspil-lend gebruik van materialen en gebrek aan agro- en industriële infrastructuur betekent dat vooral regio’s in ontwikkelingslanden schaarste zullen krijgen aan inkomen, voeding en andere basale levensbehoef-ten. De uitdaging waar we in de 21ste eeuw voor staan is het versterken van strategieën voor duurzame groei en levensonderhoud. Duurzame Innovatie met een speciale focus op ontwikkeling is de sleutel om deze uitdaging aan te gaan. Het TNO-programma ‘Innovation for Development’ ontwikkelt marktconforme oplossingen die economie en sociale welvaart bevorderen in het belang van 4 miljard mensen met de laag-ste inkomens (minder dan $ 2 per dag). Dit gebeurt altijd in samenwerking met lokale en Europese publieke en private partijen. Met deze aanpak benutten we het enorme economische en sociale potentieel van vier miljard mensen met de laagste inkomens. Of het nu gaat om hoog-technische ontwik-kelingen zoals de biogas socket in Ban-gladesh of de laag-technische innovaties zoals het handgereedschap in Ghana, al deze oplossingen zijn betaalbaar, ade-quaat en stimuleren ondernemerschap.

MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN

Page 25: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 24/98

parantie en openheid op het gebied van dierproeven. Dat doen we door in gesprek met stakeholders te blijven en aan het maatschappelijke debat over dierproeven en alternatieven deel te nemen. De bijdrage van TNO aan de afname van het aantal en het ongerief van dier-proeven vindt u terug in ons doel om in 2014 minimaal tien nieuwe alternatieve methoden ontwikkeld te hebben, waar-van er minstens zes toegepast worden door derden en ten minste één regulatoir geaccepteerd is. Om dit doel te realise-ren, investeren we in de ontwikkeling van innovatieve 3V-methoden die een betere voorspelling voor de mens bieden en breed geïmplementeerd en geaccepteerd kunnen worden. In 2011 zijn onder de drie pijlers ruim tien alternatieven gestart met de ontwikkeling en een aantal, zoals het TNO Intestinal Model (TIM), wordt ook al door derden gebruikt. Naast deze doelstellingen over de ontwikkeling van ’alternatieven voor dierproeven bevat ons dierproevenbeleid doelstellingen die betrekking hebben op de uitvoer van dierproeven en het verzorgen van proef-dieren, en op de communicatie over dier-proeven in het algemeen. Om aan deze punten zichtbaar en toetsbaar invulling te geven, is het van belang hier sturing aan te geven. Hiertoe is in 2011 een interne stuurgroep opgericht.Er is een aantal speerpunten genoemd waaraan TNO in het komende jaar extra aandacht wil schenken. Voor elk speer-

te betrekken bij MVO. In 2011 is een start gemaakt met het implementeren van deze online tool om op een leuke en eenvoudige manier medewerkers te bewegen grote en kleine daden te doen die bijdragen aan de verduurzaming van TNO. In de loop van 2012 wordt de tool uitgerold binnen TNO. Daarnaast wordt in 2012 extra aandacht gegeven aan het inzetten van kennis van TNO’ers voor de organisatie zelf, op zo’n manier dat we er ook weer zelf van leren en de kennis verder ontwikkelen. Het zal hierbij onder andere gaan om kennis rondom duurzaam bouwen, het stimule-ren van fietsgebruik, duurzame mobiliteit, gedragsbeïnvloeding via ICT en gezonde voeding.

DIERPROEVEN EN ALTERNATIEVENTNO wil bijdragen aan de maatschappe-lijke, wetenschappelijke en economische behoefte om veiligheid en werkzaam-heid van voeding, geneesmiddelen en andere chemicaliën bij de mens beter te voorspellen. Voor het beantwoorden van sommige onderzoeksvragen (bijvoorbeeld over voedselkwaliteit en de veiligheid van geneesmiddelen) is het gebruik van dier-proeven nodig. TNO zet zich daarbij in om het proefdiergebruik te verfijnen, vermin-deren en vervangen (de 3V’s) en heeft in de strategieperiode 2011-2014 de 3V’s als strategische prioriteit benoemd. Daar-naast willen we bijdragen aan de vraag vanuit de samenleving om meer trans-

deze richtlijn bij klanten en bij regulatoire autoriteiten.Een ander voorbeeld op het gebied van communicatie is de online publicatie van het eerste TNO-dierproevenjaarverslag 2010. Hiermee bieden we transparantie over de dierproeven die TNO uitvoert, ons dierproevenbeleid en ons werk om alter-natieven te ontwikkelen en toe te passen. Ook het dierproevenjaarverslag 2011 zal online worden uitgebracht.

Meer informatie over de inhoud van ons dierproevenbeleid, het dierproeven jaarverslag en de alternatieven die wij ontwikkelen kunt u vinden op: www.dierproeven.tno.nl.

punt is een plan opgesteld om de kwali-teit te waarborgen.— Effectieve en op vraag afgestemde fok

en inzet van proefdieren— Verdere invulling geven aan interne en

externe communicatie — Stimuleren en professionaliseren van

intervisie, opleiding en nascholing— Excelleren in kwaliteit van de opzet van

dierexperimenten en de rapportage daarvan

— Behalen van accreditatie van de Association for the Assessment and Ac-creditation of Laboratory Animal Care (AAALAC).

Een concreet voorbeeld van Excelleren in kwaliteit van de opzet van dierexpe-rimenten, tevens een voorbeeld van onze doelstelling zoals beschreven in de 3V-propositie, is onze bijdrage aan een nieuwe OESO (Organisatie voor Econo-mische Samenwerking en Ontwikkeling) richtlijn voor veiligheidstesten op het gebied van reproductietoxicologie. De richtlijn beschrijft een nieuwe studieop-zet van de zogenaamde ‘Verlengde 1 generatie reproductietoxiciteit test’ die meer informatie levert over de schadelijk-heid van stoffen op het nageslacht en waarmee een 40% reductie in het beno-digde aantal dieren kan worden bewerk-stelligd. Tussen 2007 en 2010 heeft TNO in samenwerking met het RIVM studies uitgevoerd die bij hebben gedragen aan de acceptatie door de OESO in 2011. TNO stimuleert de implementatie van

MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN

Page 26: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 25/98

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek TNO (hierna: TNO) heeft ons verzocht zekerheid te verstrekken over de informatie in de hoofdstukken ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’ en ‘Medewerkers maken het verschil’ (hierna: de MVO-hoofd-stukken) van het Jaarverslag 2011. De Raad van Bestuur van TNO is verantwoordelijk voor het opstellen van de MVO-hoofd-stukken, inclusief het bepalen van de te rapporteren materiële onderwerpen. Het is onze verantwoordelijkheid een assurance rapport bij de MVO-hoofdstukken te verstrekken.

REIKWIJDTE VAN ONZE OPDRACHTOnze opdracht was gericht op het verschaffen van een beperkte mate van zekerheid of de informatie in de MVO-hoofdstukken, in alle van materieel belang zijnde aspecten, juist is weergegeven. De werkzaamheden die worden verricht bij het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid zijn gericht op het vaststellen van de plausibiliteit van informatie en zijn geringer in diepgang dan de werkzaamheden die worden verricht bij het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. We verstrekken geen zekerheid bij de haalbaarheid van de doelstellingen, verwachtin-gen en ambities van TNO.

VERSLAGGEVINGSCRITERIA WELKE TNO HEEFT GEBRUIKTTNO hanteert de Sustainability Reporting Guidelines (G3) van de Global Reporting Initiative (GRI) en eigen criteria voor het opstellen van de MVO-hoofdstukken. Deze worden toegelicht in het hoofdstuk Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en in de GRI-tabel.

ASSURANCE STANDAARD WELKE WE HEBBEN GEBRUIKTWe hebben onze opdracht uitgevoerd in overeenstemming met de Standaard 3410N “Assurance-opdrachten inzake maatschap-pelijke verslagen” van het Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants. Op basis van deze standaard is het onder andere vereist dat de leden van het assuranceteam over de specifieke kennis, vaardigheden en vaktechnische bekwaam-heden beschikken die nodig zijn om de informatie in de MVO-hoofdstukken te kunnen begrijpen, de vereiste assurance-informatie te kunnen identificeren en verzamelen, alsmede dat die leden voldoen aan de vereisten van de Ethische Code voor Professionele Accountants van IFAC, inclusief onafhankelijkheid.

WAT WE HEBBEN GEDAAN We hebben ondermeer de volgende werkzaamheden uitgevoerd: — Het uitvoeren van een media- en internetanalyse naar maat-

schappelijke issues voor TNO ter verdieping van ons inzicht in de relevante duurzaamheidonderwerpen en vraagstukken in de rapportageperiode.

— Het afnemen van interviews met verantwoordelijk manage-ment, de MVO-officer en medewerkers die verantwoordelijk zijn voor het leveren van de informatie in de MVO-hoofdstukken.

— Het beoordelen van de opzet van systemen en processen voor informatieverzameling en - verwerking, waaronder de aggrega-tie van gegevens tot informatie in de MVO-hoofdstukken.

— Het beoordelen van interne en externe documentatie op basis van deelwaarnemingen om te bepalen of de informatie in de MVO-hoofdstukken adequaat is onderbouwd.

— Het vaststellen van consistentie van de informatie in de MVO-hoofdstukken met de overige informatie in het ‘TNO Jaarverslag 2011’.

AAN DE LEZERS VAN HET JAARVERSLAG 2011 VAN DE NEDERLANDSE ORGANISATIE VOOR TOEGEPAST-NATUUR-WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK TNO

ONAFHANKELIJK ASSURANCE RAPPORT

Page 27: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 26/98

Tijdens ons onderzoek hebben we de noodzakelijke wijzigingen in de MVO-hoofdstukken besproken met TNO en hebben we vastgesteld dat deze wijzigingen adequaat zijn verwerkt in de definitieve versie.

ONZE CONCLUSIEUit onze werkzaamheden is niet gebleken dat de informatie in de MVO-hoofdstukken, in alle van materieel belang zijnde aspec-ten, onjuist is weergegeven uitgaande van de G3 Guidelines van de Global Reporting Initiative.

TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE NIET ONDERZOCHTOp de in de MVO-hoofdstukken opgenomen vergelijkende MVO-informatie met betrekking tot voorgaande jaren is geen assurance opdracht uitgevoerd. Derhalve verstrekken we geen zekerheid over deze ter vergelijking opgenomen MVO-informatie.

OBSERVATIESZonder dat dit de strekking van ons Assurance rapport aantast, brengen we de volgende bevinding onder de aandacht van de lezer:TNO heeft in het afgelopen jaar haar MVO-beleid geconcreti-seerd door deze vast te leggen in een Corporate Social Responsibility policy statement. We bevelen TNO aan om hieraan doelstellingen en KPI’s te verbinden, waardoor voort-gang op deze doelstellingen kan worden gemonitored. Tevens bevelen we aan om te evalueren of de huidige methodieken (zoals het milieufootprintmodel) voldoende inzicht geven om bijsturing mogelijk te maken.

Rotterdam, 16 mei 2012

KPMG ACCOUNTANTS N.V.T.A. Kalmár RA

ONAFHANKELIJK ASSURANCE RAPPORT

Page 28: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 27/98

Defensie kampt met grote bezuinigingen. De Beleidsbrief van april had als subtitel “Een kleinere krijgsmacht in een onrustige wereld”. Uit deze brief spreekt onveranderd de gerichtheid op innovatie en een hoogtechnolo gische krijgsmacht. De nieuwe Strategie-, Kennis- en Innovatie-agenda, getiteld “Anticiperen en innoveren in een veranderlijke wereld”, wijst daarbij de weg. Ook Veiligheid en Justitie werkt inmiddels hard aan zijn innovatie-agenda en bereidt verder de invoering van de nieuwe Nationale Politie voor. Tegelijkertijd bieden de Topsectoren nieuwe kansen samen met het bedrijfsleven. Gegeven voldoende aansluiting bij haar beleidsdoelen wil Defensie in de Topsectoren participeren. Voor topsectoren High Tech Systems & Materials en Water is zo in potentie ca. 16 miljoen euro per jaar aan innovatiemidde-len beschikbaar voor ‘joint investment projects’ met het bedrijfs-leven. Defensie kent natuurlijk een lange traditie van samen-werking met kennisinstellingen én bedrijven (ook buitenlandse) in de zogenaamde ‘Gouden Driehoek’.

Met de overgang naar de nieuwe TNO-organisatie heeft de RDO begin 2011 ook de bestuurlijke aansturing van het defensieon-derzoek opnieuw vastgesteld. Daarop volgde nog een tweede verandering, waarbij als onderdeel van een TNO-brede herclus-tering van expertisegroepen de omvang van het defensiedeel met meer dan 100 fte toenam. Onder andere vallen nu ook de activiteiten op het gebied van cybersecurity daarbinnen. Zowel de be sturing als de samenstelling van het defensiedeel van TNO wordt in 2012 nader geëvalueerd.

De faciliteiten in Rijswijk en op Ypenburg blijven tot nader order gehand haafd en verhuizing naar Cromstrijen is definitief van de baan. Wel wordt voorzien dat bepaalde laboratoriumactiviteiten uit Rijswijk op den duur naar Ypenburg gaan en de bijbehoren de kantooractiviteiten naar Den Haag. In goed overleg met Defensie zijn daarnaast de chemische testactiviteiten van TNO verzelf-standigd als het nieuwe TNO-bedrijf ProQares BV.

Twee grote projecten in 2011 laten zien hoe samenwerking met het bedrijfsleven tegemoet komt aan de behoeften van Defen-sie. Met het nieuwe LFAS-systeem voor de M-fregatten (Low Frequency Active Sonar) loopt Nederland volgend jaar in de wereld voorop als het gaat om onderzeebootbestrijding. De hard-ware voor het nieuwe systeem wordt geleverd door Ultra Electro-nics and Maritime Systems (UEMS) uit Canada, TNO tekent voor de signaalverwerking en Defensie zelf treedt op als systeeminte-grator. Door deze ‘teaming’ is de aanschaf van het LFAS-systeem goedkoper – en zijn de prestaties beter – dan bij ‘van de plank kopen’. In 2013 wordt het eerste LFAS-sonarsysteem geïnstal-leerd op Hr.Ms. van Amstel. Het was ook tijd voor een update. Onderzeeboten worden steeds stiller en de Koninklijke Marine opereert steeds vaker in kustwateren, waar detectie extra moeilijk is. LFAS kan in alle richtingen geluid uitzenden en na ontvangst van de echo’s start de signaalverwerking om doelen te detecteren en te classificeren, sinds lang een kennisgebied van wereldklasse bij TNO. Dat is erg belangrijk, want LFAS vangt zó veel echo’s op dat filtering en classificatie daarvan absoluut cruciaal zijn.

DE RAAD VOOR HET DEFENSIEONDERZOEK (RDO) BEPAALT HET BELEID VOOR HET DEFENSIEDEEL VAN TNO. HOEKSTEEN VAN DE RELATIE TUSSEN TNO EN DEFENSIE IS HET STRATEGISCH PARTNERSCHAP VOOR EEN AANTAL DEFENSIESPECIFIEKE EXPERTISEGEBIEDEN. EXTERNE EN INTERNE VEILIGHEID ZIJN DAARBIJ STEEDS MEER VER-WEVEN. DAT GELDT VOOR HET DEFENSIE- EN VEILIGHEIDSONDERZOEK BIJ TNO, EN IN TOENEMENDE MATE VOOR DE MINISTERIES VAN DEFENSIE EN VEILIGHEID EN JUSTITIE.

VERSLAG RAAD VOOR HET DEFENSIEONDERZOEK

Page 29: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 28/98

Vervanging van het F-16 gevechtsvliegtuig is een belangrijk project voor de Koninklijke Luchtmacht. De F-35 JSF die op dit moment de eerstaangewezen kandidaat is, krijgt een 25 mm boordkanon. Het probleem is dat daarvoor op de markt geen munitie verkrijgbaar is die aan de Nederlandse eisen voldoet (en onder meer geen verarmd uranium bevat). Daarom heeft Defen-sie aan TNO en Rheinmetall Waffe Munition Schweiz (RWMS) gevraagd om samen een geschikte munitie te ontwikkelen. De gebruikte FAP-projectielen (Frangible Armour Piercing), die bros zijn en binnen een doel in steeds kleinere brokken opbreken, hebben een complexe werking. Dankzij langjarige kennisopbouw heeft TNO de capaciteit om dergelijke munitie niet alleen te evalueren, maar ook te helpen ontwikkelen. Zo waren TNO en partner RWMS in staat om met een geheel nieuwe 25 mm FAP-munitie te komen. Als tot aanschaf van de JSF wordt besloten, zal tenminste ook de benodigde munitie tijdig op de plank liggen. En niet alleen dat, ook de Amerikaanse luchtmacht beproeft deze munitie nu – en draagt daarbij een deel van de kosten. En mochten straks de VS en andere landen de munitie daad-werkelijk aanschaffen, dan vloeien voor elke verkochte patroon royalties terug naar TNO (om weer aan defensieonderzoek te besteden) en naar Defensie.

VERSLAG RAAD VOOR HET DEFENSIEONDERZOEK

Page 30: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 29/98

DE TNO RAAD VAN BESTUUR (RVB)De RvB is belast met het besturen van TNO. De RvB draagt , onder andere, verantwoording voor het definiëren en realiseren van de doelstellingen, beleid, strategie en de resultatenontwik-keling die daaruit voortvloeit. Hiervoor legt zij collectief verant-woording af.

SAMENSTELLING TNO RAAD VAN BESTUURDe samenstelling van de RvB is in 2011 niet veranderd.

DE TNO RAAD VAN TOEZICHT (RVT)De RvT heeft als taak toezicht te houden op het beleid van de RvB. Toezicht strekt zich in dit verband uit tot de realisatie van doelstellingen, de strategie, het financiële verslaggevingsproces en de naleving van wet en regelgevingen. De RvT staat tevens de RvB bij met advies.

De RvT kan uit zijn midden commissies benoemen en deze belasten met nader door de RvT beschreven taken. Begin 2011 bestonden in dit verband twee commissies, zijnde de Remunera-tiecommissie en de Selectie- en Benoemingscommissie. In 2011 zijn deze twee commissies samengevoegd tot de Selectie- en Remuneratiecommissie. Tevens heeft de RvT in 2011 een Audit-commissie ingesteld om adequater toezicht te kunnen houden op financiële zaken en risicobeheersing. Voor beide commissies zijn reglementen opgesteld. Tevens is het Reglement TNO Raad van Toezicht waarin deze commissies staan vermeld in verband met deze wijzigingen aangepast. De RvT heeft in 2011 vijf keer regulier vergaderd en heeft met

CORPORATE GOVERNANCE BETREFT EEN GOEDE EN EFFICIËNTE BESTUURLIJKE INRICHTING VAN EEN ONDERNE-MING DIE BOVENDIEN ONDER ADEQUAAT TOEZICHT INTEGER, VERANTWOORD EN TRANSPARANT HANDELT. TNO ONDERSCHRIJFT EN HANTEERT DEZE PRINCIPES. DIT BLIJKT ONDER ANDERE DOOR DE AANWEZIGHEID EN TOE-PASSING VAN EEN BEDRIJFSCODE, KLACHTENREGELING, REGLEMENTEN EN EEN KLOKKENLUIDERSREGELING. OOK IN 2011 HEEFT TNO GESTREEFD NAAR HET OPTIMALISEREN VAN HAAR CORPORATE GOVERNANCE.

enkele leden tweemaal een bijeenkomst met de COR bijge-woond. Daarnaast waren er vijf speciale besloten bijeenkomsten van de RvT. Zowel de remuneratiecommissie als de selectie- en benoemingscommissie hebben tweemaal vergaderd.

In haar vergadering van 14 december heeft de RvT haar onder-ling functioneren en het functioneren van de RvB besproken. Op 16 maart heeft de RvT de jaarrekening 2010 goedgekeurd en is door de RvT decharge verleend aan de RvB voor het gevoerde bestuur en beleid in 2010.

SAMENSTELLING TNO RAAD VAN TOEZICHTDe RvT bestaat uit zeven leden. In maart 2011 liep de tweede benoemingstermijn af van de voorzitter van de RvT, mevrouw ir. J.M. Leemhuis-Stout. Bij Koninklijk Besluit is de heer Dr. C.A. Linse per 1 maart 2011 benoemd tot voorzitter van de RvT. Te-vens is in 2011 de heer H.W. Broeders herbenoemd als lid van de RvT nadat zijn eerste termijn was afgelopen en is Jonkvrouw Ir. I.H.J. Vanden Berghe per 1 februari 2011 toegetreden tot de RvT.

ORGANISATIEREGLEMENTDe reglementen van TNO omtrent de RvB, RvT en strategische adviesraden vormen samen het Organisatiereglement van TNO. Sinds 2011 hoort hier ook de mandaatregeling bij, waarover het volgende. De RvB heeft, mede met het oog op de nieuwe strate-gie en structuur van TNO krachtens haar wettelijke bevoegdheid, andere personen in de organisatie de bevoegdheid verleend tot vertegenwoordiging van TNO. In 2011 is deze regeling, de

CORPORATE GOVERNANCE 2011

Page 31: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 30/98

mandaatregeling, in werking getreden. De mandaatregeling be-schrijft nauwkeurig de verleende bevoegdheden en wel zodanig dat het systeem van ‘checks and balances’ blijft gewaarborgd. In de nieuwe regeling is tevens opgenomen dat de accountant jaarlijks (voor het eerst in 2012) ook de compliance op de mandatering controleert.

VERANTWOORDINGKrachtens de TNO-wet vindt ten aanzien van de door de overheid gefinancierde middelen vóóraf verantwoording plaats middels het indienen door de RvB van het Strategisch Plan, voor vier jaar, en de begroting, voor het komende jaar, bij de minister van het penvoerend ministerie, zijnde het ministerie van Eco-nomische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). Achteraf vindt krachtens deze wet verantwoording plaats middels het indienen door de RvB van zowel het jaarverslag als de jaarrekening over het voorafgaande kalenderjaar aan deze minister. De RvT dient met al deze stukken in te stemmen.

De jaarrekening gaat vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid, afgegeven door een door de RvT aangewezen ac-countant. De RvT heeft ook in afwezigheid van de RvB met de accountant over het accountantsverslag overlegd. In 2011 is de Europese aanbesteding voor het aanwijzen van de accountant afgerond, waarna KPMG vanaf 2011 vijf jaar de jaarrekening zal controleren met tweemaal een optie voor één jaar verlenging. De accountant voert tevens een aparte audit uit met betrekking tot de rechtmatige inning en besteding aan de hand van het controleprotocol dat in het verleden is overeengekomen tussen het ministerie van OCW en TNO.

DELFT, 21 MAART 2012Namens de TNO Raad van ToezichtDr. C.A. Linse, voorzitter

CORPORATE GOVERNANCE 2011

Page 32: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 31/98

GECONSOLIDEERDEBALANSPER 31 DECEMBER 2011

na resultaatbestemming (in EUR x duizend)

31-12-2011 31-12-2010

Vaste activa

Immateriële vaste activa 1 1.948 1.674

Materiële vaste activa 2 220.698 244.802

Financiële vaste activa 3 6.541 7.917

229.187 254.393

Vlottende activa

Voorraden 1.152 1.200

Vorderingen 4 86.787 87.205

Liquide middelen 5 140.069 132.646

228.008 221.051

Totaal 457.195 475.444

Eigen vermogen:

- Algemene reserve 6 122.979 125.808

- Bestemmingsreserves 7 67.051 63.756

190.030 189.564

Belang derden 898 1.756

Egalisatierekening investeringsmiddelen 8 39.374 47.944

Voorzieningen 9 19.306 23.523

Langlopende schulden 10 21.047 22.148

Kortlopende schulden 11 186.540 190.509

Totaal 457.195 475.444

Page 33: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 32/98

GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIES-REKENING 2011

(in EUR x duizend)

2011 2010

Omzet 12 577.009 563.796

Overige bedrijfsopbrengsten 13 21.947 20.903

Bedrijfsopbrengsten 598.956 584.699

Directe projectkosten 14 -87.650 -79.591

Personele lasten 15 -372.274 -364.264

Afschrijving immateriële vaste activa -444 -1.134

Afschrijving materiële vaste activa 16 -31.133 -34.078

Bijzondere waardeverminderingen materiële vaste activa 17 - -

Overige bedrijfslasten 18 -107.542 -102.844

Bedrijfslasten -599.043 -581.911

Bedrijfsresultaat -87 2.788

Rentebaten 2.187 1.890

Rentelasten -1.265 -795

Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belastingen 835 3.883

Belastingen -409 -436

Resultaten financiële vaste activa 19 244 -707

Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen 670 2.740

Belang derden -239 -318

Nettoresultaat 431 2.422

Page 34: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 33/98

GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIES-REKENING 2011 (in EUR x duizend)

2011 2010

Resultaatbestemming:

Nettoresultaat 431 2.422

Dotatie aan:

- bestemmingsreserve bedrijfsrisico's civiel - -

- bestemmingsreserve bedrijfsrisico's defensie - -

- bestemmingsreserve ontwikkelingssamenwerking - -

- bestemmingsreserve nieuwbouw defensie -4.456 -4.482

-4.456 -4.482

Onttrekking aan:

- bestemmingsreserve bedrijfsrisico's civiel - -

- bestemmingsreserve bedrijfsrisico's defensie - -

- bestemmingsreserve ontwikkelingssamenwerking - -

- bestemmingsreserve nieuwbouw defensie 1.161 465

1.161 465

Resultaat na mutaties bestemmingsreserves -2.864 -1.595

Mutatie algemene reserve 2.864 1.595

- -

Page 35: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 34/98

GECONSOLIDEERDE KASSTROOMOVERZICHTEN OVERZICHT TOTAAL- RESULTAAT 2011

GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT (in EUR x duizend)

2011 2010

Nettoresultaat 431 2.422

Aandeel derden in resultaat 239 318

Groepsresultaat 670 2.740

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 30.949 33.112

In resultaat begrepen resultaten deelnemingen 895 -199

Vervreemdingsresultaten vaste activa 641 3.972

Mutatie voorzieningen -4.217 -3.253

Mutatiewerkkapitaal exclusief liquide middelen -3.851 9.894

Ontvangen dividenden 192 215

Kasstroom uit hoofde van operationele activiteiten 25.279 46.481

Investeringen in immateriële vaste activa -1.402 -939

Investeringen in materiële vaste activa -21.587 -27.851

Investeringen in financiële vaste activa -964 -1.300

Desinvesteringen immateriële vaste activa - -

Desinvesteringen materiële vaste activa 9.482 213

Verkoop deelnemingen en ontvangen aflossingen 2.719 -519

Kasstroom uit hoofde van investeringsactiviteiten -11.752 -30.396

Ontvangen/terugbetaalde investeringsbijdragen -5.386 4.763

Ontvangen leningen 495 12.725

Aflossingen op leningen -1.248 -12.204

Kasstroom uit hoofde van financieringsactiviteiten -6.139 5.284

Kasstroom boekjaar 7.388 21.369

Liquide middelen per 1 januari 132.646 111.106

Kasstroom boekjaar 7.388 21.369

Koersverschillen 35 171

Liquide middelen per 31 december 140.069 132.646

OVERZICHT TOTAALOVERZICHT 2011 2010

Geconsolideerd nettoresultaat na belastingen 431 2.422

Reserve omrekeningsverschillen 35 171

Totaalresultaat 466 2.593

Page 36: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 35/98

GRONDSLAGEN1.1 ALGEMEENTNO verbindt mensen en kennis om innovaties te creëren die de concurrentiekracht van bedrijven en het welzijn van de samen-leving duurzaam versterken.

De statutaire vestigingsplaats van TNO is Delft.

Verslaggevingperiode Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggeving-periode van een kalenderjaar.

Toegepaste standaarden TNO past de richtlijnen voor de opstelling van de jaarrekening van TNO toe zoals opgenomen in de Richtlijnen Financiële Verslagge-ving TNO van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De Richtlijnen Financiële Verslaggeving TNO geven als hoofdlijn Titel 9, boek 2 BW aan. In een aanvullende aanwijzing is door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 271 “Personeelsbeloningen” niet van toepassing verklaard voor TNO.

De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten.

1.2 GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA EN DE RESULTAATBEPALINGVoor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde.

Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waar-schijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouw-baar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling

daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.

Baten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waar-van de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.

Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toe-komstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.

De kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrek-king hebben.

De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de onderneming. Alle financiële informatie in euro’s is afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal.

De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerap-porteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van

TOELICHTING BEHORENDE BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2011

Page 37: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 36/98

deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.

1.3 GRONDSLAGEN VOOR CONSOLIDATIEDe geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van de Organisa-tie TNO en haar groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend dan wel waarover de centrale leiding bestaat. Groepsmaatschappijen zijn deelnemingen waarin de onderne-ming een meerderheidsbelang heeft, of waarin op een andere wijze een beleids-bepalende invloed kan worden uitgeoe-fend. Bij de bepaling of beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend, worden financiële instrumenten die potentiële stemrechten bevatten en direct kunnen worden uitgeoefend, betrokken. Partici-paties die worden aangehouden om ze te vervreemden worden niet geconsolideerd.

Nieuw verworven deelnemingen worden in de consolidatie betrokken vanaf het tijdstip waarop beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Afgestoten deelnemingen worden in de consolidatie betrokken tot het tijdstip van beëindiging van deze invloed.

In de geconsolideerde jaarrekening zijn de onderlinge schulden, vorderingen en transacties geëlimineerd. De groeps-maatschappijen zijn integraal geconso-lideerd, waarbij het minderheidsbelang van derden afzonderlijk tot uitdrukking is gebracht.

Een overzicht van de in de consolidatie opgenomen groepsmaatschappijen, als-mede de niet geconsolideerde deelnemin-gen, is opgenomen in de toelichting op de enkelvoudige jaarrekening op blz. 41 t/m 42.

Voor enkele (meerderheids-)deelnemin-gen (TNO International Agencies B.V., European Electric Mobility Center B.V., AFB Driving Guidance Lab B.V., CelSian Glass & Solar B.V., ConsumersVoice B.V., TNO Science & Technology Consultation Co. Ltd. en NMI UK LTD.) in participaties is consolidatie achterwege gebleven in verband met de relatief geringe omvang van de bedrijfsactiviteiten.

1.4 GRONDSLAGEN VOOR DE OMREKENING VAN VREEMDE VALUTATransacties in vreemde valutaTransacties luidend in vreemde valuta worden in de desbetreffende functionele valuta van de groepsmaatschappijen omgerekend tegen de geldende wissel-koers per de transactiedatum. In vreemde valuta luidende monetaire activa en ver-plichtingen worden per balansdatum in de

functionele valuta omgerekend tegen de op die datum geldende wisselkoers. De bij omrekening optredende valutakoers-verschillen worden als last in de winst- en verliesrekening opgenomen.

Bedrijfsuitoefening in het buitenlandDe activa en verplichtingen van bedrijfsui-toefening in het buitenland, met inbegrip van goodwill en bij consolidatie ontstane reëlewaardecorrecties, worden in euro’s omgerekend tegen de geldende koers per verslagdatum. De opbrengsten en kosten van buitenlandse activiteiten worden in euro’s omgerekend tegen de gemiddelde wisselkoers over de verslagperiode.

Valutaomrekeningsverschillen worden ver-werkt in de reserve omrekeningsverschil-len. Als een buitenlandse activiteit geheel of gedeeltelijk wordt verkocht, wordt het desbetreffende bedrag uit de reserve omrekeningsverschillen overgeboekt naar de winst- en verliesrekening.

1.5 FINANCIËLE INSTRUMENTENFinanciële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde.

Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.

Verstrekte leningen, (overige) vorderin-gen, opgenomen leningen, crediteuren en overige te betalen posten Deze financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kost-prijs op basis van de effectieve rente- methode. Voor kortlopende vorderingen en verplichtingen waar geen expliciete rente wordt berekend en sprake is van korte looptijden, is het effect van het disconteren in het algemeen gering. Voor deze posten is de nominale waarde gehanteerd als invulling van de grondslag geamortiseerde kostprijs.

Bij verstrekte leningen en (overige) vorderingen wordt indien noodzakelijk de waardering aangepast voor bijzondere waardeverminderingverliezen.

Afgeleide financiële instrumenten Afgeleide instrumenten worden gewaar-deerd op kostprijs of lagere marktwaarde, tenzij hedge accounting onder het kost-prijs hedge model wordt toegepast.

TNO maakt in beperkte mate gebruik van valutatermijntransacties om valutarisico’s af te dekken die voortvloeien uit in- en verkooptransacties. Indien valutacon-tracten worden afgesloten ter afdekking van monetaire activa en passiva wordt kostprijs hedge accounting toegepast. Hedge accounting wordt toegepast om te bereiken dat de in de winst- en verliesre-kening verantwoorde resultaten als gevolg

TOELICHTING BEHORENDE BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2011

Page 38: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 37/98

van de omrekening van de monetaire posten worden gecompenseerd met waar-dewijzigingen van valutacontracten tegen de contante koers op rapporteringdatum. Het verschil tussen de contante koers op afsluitdatum van het valutatermijn-contract en de termijnkoers wordt via de winst- en verliesrekening geamortiseerd over de looptijd van het valutatermijncon-tract.

Een groepsmaatschappij van TNO maakt gebruik van renteswaps om renterisico’s af te dekken die voortvloeien uit rente-wijzigingen op langlopende leningen. Indien renteswaps worden afgesloten ter afdekking van renterisico’s wordt kostprijs hedge accounting toegepast. Hedge ac-counting wordt toegepast om te bereiken dat de in de winst- en verliesrekening per saldo verantwoorde rentelasten niet onderhevig zijn aan wijzigingen in de rentestand. De verantwoorde rentelasten bestaan daarbij uit het saldo van de aan financiers betaalde rente en de baten en lasten die voortvloeien uit de afgesloten renteswaps.

Indien kostprijs hedge accounting wordt toegepast vindt eerste waardering plaats tegen reële waarde. Zolang het afgeleide instrument betrekking heeft op afdekking van het specifieke risico van toekomstige transactie die naar verwachting zal plaats-vinden, vindt geen herwaardering van dit instrument plaats. Zodra de verwachte

toekomstige transactie leidt tot verant-woording in de winst- en verliesrekening, wordt de met het afgeleide instrument samenhangende winst of het met het afgeleide instrument samenhangende verlies in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Indien de afgedekte positie van een verwachte toekomstige transactie leidt tot de opname in de balans van een niet-financieel actief past de onderneming de kostprijs van dit actief aan met de afdekkingsresultaten die nog niet in de winst-en-verliesrekening zijn verwerkt.

Een verlies voor het percentage groter dan omvang van het afgeleide instrument ten opzichte van de afgedekte positie wordt op basis van kostprijs of lagere marktwaarde direct in de winst-en-verlies-rekening verwerkt.

Indien afgeleide instrumenten aflopen of worden verkocht, worden de afdekkingsre-laties beëindigd. De cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat tot dat moment nog niet in de winst-en-verliesre-kening was verwerkt, wordt als overlopen-de post in de balans opgenomen totdat de afgedekte transacties plaatsvinden. Indien de transacties naar verwachting niet meer plaatsvinden, wordt de cumu-latieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt naar de winst- en verlies-rekening.

TNO documenteert de hedgerelaties in specifieke hedgedocumentatie en toetst periodiek de effectiviteit van de hedge- relaties door vast te stellen dat geen sprake is van overhedges.

1.6 IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Goodwill wordt bepaald als het positieve verschil tussen de verkrijgingsprijs van de deelnemingen en het belang van de Orga-nisatie TNO in de netto reële waarde van de overgenomen identificeerbare activa en passiva van de overgenomen partij – verminderd met de cumulatieve afschrij-vingen en bijzondere waardeverminde-ringen. Afschrijving van de goodwill vindt plaats over de verwachte economische levensduur van de verworven deelneming. Deze economische levensduur gaat in principe de vijf jaar niet te boven.

De overige immateriële vaste activa hebben betrekking op van derden gekochte kennis, c.q. aan derden betaal-de kosten van onderzoek en ontwikkeling, licentierechten en softwareprogramma’s. Activering vindt slechts plaats voor zover er sprake is van een redelijke verwachting dat deze kosten worden gedekt door toekomstige opbrengsten. Waardering vindt plaats op aanschaffingsprijs. Afschrijving vindt plaats naar rato van de verwachte opbrengsten, doch maximaal in vijf jaar.

1.7 MATERIËLE VASTE ACTIVADe materiële vaste activa zijn gewaar-deerd op verkrijgingsprijs of, indien in eigen beheer vervaardigd, op vervaardi-gingsprijs, verminderd met cumulatieve afschrijvingen gebaseerd op de verwach-te economische levensduur en bijzondere waardeverminderingen.De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op bedrijf-sterreinen en op materiële vaste activa in aanbouw en vooruitbetalingen op materi-ele vaste activa wordt niet afgeschreven.

1.8 FINANCIËLE VASTE ACTIVA Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmu-tatiemethode op basis van de netto-vermogenswaarde. Bij de bepaling van de nettovermogenswaarde worden de waar-deringsgrondslagen van de Organisatie TNO gehanteerd. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer de onder-neming garant staat voor de schulden van de desbetreffende deelneming wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening wordt primair ten laste van de vorderingen op deze deelneming gevormd en voor het overige onder de voorzieningen ter grootte van het aandeel in de door de deelne-ming geleden verliezen, dan wel voor de

TOELICHTING BEHORENDE BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2011

Page 39: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 38/98

verwachte betalingen door de Organisatie TNO ten behoeve van deze deelneming. Deelnemingen waarin geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere realiseerbare waarde.

De leningen aan niet-geconsolideerde deelnemingen worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.

Dividenden worden verantwoord in de periode waarin zij betaalbaar worden ge-steld. Rentebaten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Eventuele winsten of verliezen worden verantwoord onder financiële baten en lasten.

1.9 BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN Vaste activa met een lange levensduur die-nen te worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer zich wij-zigingen of omstandigheden voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet zal worden terugverdiend. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de geschatte contante waarde van de toekomstige nettokasstromen die het actief naar verwachting zal genereren.

Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verant-woord voor het verschil tussen de boek-waarde en de realiseerbare waarde.

1.10 VOORRADENDe grond- en hulpstoffen worden gewaar-deerd tegen verkrijgingsprijs of lagere opbrengstwaarde.Bij de waardering van de voorraden wordt rekening gehouden met de eventueel op balansdatum opgetreden waardevermin-deringen.

1.11 ONDERHANDEN WERKDe onderhanden werken hebben betrek-king op opdrachten. In de waardering van onderhanden werken worden de kosten die direct betrekking hebben op de opdracht (zoals personeelskosten voor werknemers direct werkzaam aan de op-dracht en kosten voor grond- en hulpstof-fen), de kosten die toerekenbaar zijn aan de opdrachtactiviteiten in het algemeen en toewijsbaar zijn aan de opdracht en andere kosten die contractueel aan de op-drachtgever kunnen worden toegerekend, begrepen. Uitgaven die verband houden met opdrachtkosten die na de balans-datum tot te verrichten prestaties leiden, worden als activa verwerkt indien het waarschijnlijk is dat ze in een volgende periode zullen leiden tot opbrengsten. Op de onderhanden werken wordt zonodig

een voorziening voor te verwachten verliezen in mindering gebracht. De onderhanden werken worden verminderd met de gefactureerde voorschotten.

1.12 VORDERINGENDe grondslagen voor de waardering van vorderingen zijn beschreven onder het hoofd financiële instrumenten.

1.13 EIGEN VERMOGENFinanciële instrumenten die op grond van de economische realiteit worden aange-merkt als eigenvermogeninstrumenten, worden gepresenteerd onder het eigen vermogen.

Financiële instrumenten die op grond van de economische realiteit worden aan-gemerkt als een financiële verplichting, worden gepresenteerd onder schulden. Resultaten met betrekking tot deze finan-ciële instrumenten worden in de winst- en verliesrekening verantwoord als kosten of opbrengsten.

BestemmingsreservesOp grond van artikel 22 van de TNO-wet en de artikelen 4 en 5 van de Richtlijnen Financiële Verslaggeving TNO kunnen bestemmingsreserves worden gevormd voor toekomstige uitgaven of lasten of ter dekking van economische en techni-sche risico’s. Onttrekkingen komen bij de bestemming van het resultaat ten laste van de bestemmingsreserves en mogen

alleen plaatsvinden voor zover deze overeenkomen met de doeleinden van de gevormde reserves.

De bestemmingsreserve voor bedrijfsri-sico’s “civiel” is gevormd ter dekking van economische en technische risico’s. Tot-dat de maximale omvang van de reserve is bereikt wordt jaarlijks bij de bestem-ming van het resultaat een door de TNO Raad van Bestuur te bepalen percentage van de bijdragen en opdrachten van zowel het Rijk als van derden, aan de reserve toegevoegd. Met de Rijksoverheid is des-tijds een maximum van EUR 9,1 miljoen overeengekomen.

De bestemmingsreserve voor bedrijfsrisi-co’s “defensie” is gebaseerd op speci-fieke afspraken met het ministerie van Defensie en is gevormd ter dekking van risico’s in samenhang met de uitvoering van additioneel gefinancierde defensie-opdrachten. Met het ministerie van Defensie is een maximum van EUR 2,5 miljoen overeengekomen. Totdat de maximale omvang van de reserve is bereikt, wordt jaarlijks bij de bestemming van het resultaat van het Thema Integrale Veiligheid een in samenspraak tussen de TNO Raad voor het Defensieonderzoek en de TNO Raad van Bestuur te bepalen bedrag aan de reserve toegevoegd.

TOELICHTING BEHORENDE BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2011

Page 40: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 39/98

De bestemmingsreserve nieuwbouw gerelateerd aan het defensieonderzoek is gevormd ter dekking van toekomstige investeringen in renovatie- en/of nieuw-bouwprojecten. Toevoegingen en onttrek-kingen aan deze reserve vinden jaarlijks bij de bestemming van het resultaat plaats op basis van specifieke afspraken met het ministerie van Defensie.

1.14 MINDERHEIDSBELANG DERDEN Het minderheidsbelang derden wordt gewaardeerd op het aandeel van derden in de netto-vermogenswaarde, bepaald overeenkomstig de waarderingsgrondsla-gen van de Organisatie TNO.

1.15 EGALISATIEREKENING INVESTERINGSMIDDELENDoor de Rijksoverheid of derden ter beschikking gestelde middelen ter com-pensatie van de Organisatie TNO voor de investering in een actief worden op de balans gepassiveerd en systematisch ten gunste gebracht van de winst- en verlies-rekening gedurende de gebruiksduur van het actief.

1.16 VOORZIENINGENEen voorziening wordt in de balans opge-nomen, wanneer er sprake is van:— een in rechte afdwingbare of feitelijke

verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; en

— waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en

— het waarschijnlijk is dat voor afwikke-ling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is.

Voorzieningen worden gewaardeerd tegen hetzij de nominale waarde van de uitga-ven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te wikkelen, hetzij de contante waarde van de uitgaven.

De voorziening voor sociale verplichtingen is gevormd ter dekking van ingegane en overeengekomen toekomstige uitkeringen aan ex-medewerkers en medewerkers van de organisatie TNO, ingevolge regelingen Arbeidsvoorwaarden TNO. Het deel dat betrekking heeft op ingegane pensioenen is gebaseerd op actuariële berekeningen. Hierbij is een disconteringsvoet van 4% gehanteerd.

De voorziening voor claims is gevormd voor de mogelijke verplichtingen uit hoofde van lopende rechtsgedingen.

De voorziening voor reorganisaties is ge-vormd ter dekking van kosten die verband houden met lopende en op handen zijnde (deel-)reorganisaties.

De voorziening voor afvloeiingen is gevormd ter dekking van de verwachte kosten terzake van de voorgenomen ont-binding van arbeidsovereenkomsten met medewerkers.

De voorziening groot onderhoud is ge-vormd ter egalisatie van de kosten voor groot onderhoud van onroerende zaken die eigendom zijn van de Organisatie TNO en haar groepsmaatschappijen gebaseerd op een meerjarenonderhoudsplan.

1.17 PERSONEELSBELONINGEN/PENSIOENENTNO kent meerdere pensioenregelingen. De belangrijkste regeling is ondergebracht bij Stichting Pensioenfonds TNO en kwalificeert zich als toegezegdpensioen-regeling.

In een aanwijzing is door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 271 “Personeelsbeloningen” niet van toepas-sing verklaard voor de Organisatie TNO. Als gevolg van deze aanwijzing zijn de verplichtingen in verband met bijdragen aan pensioenregelingen als last in de winst- en verliesrekening opgenomen in de periode waarover de bijdragen zijn verschuldigd.

Uitgangspunt is dat de in de verslagpe-riode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioen-fonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde

premies de verschuldigde premies over-treffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verre-kening met in de toekomst verschuldigde premies.

Verder wordt op balansdatum een voor-ziening opgenomen voor bestaande ad-ditionele verplichtingen ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoe-ringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst met de werkne-mers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen.

Voor een op balansdatum bestaand overschot bij het pensioenfonds wordt een vordering opgenomen als de onder-neming de beschikkingsmacht heeft over dit overschot, het waarschijnlijk is dat het overschot naar de onderneming zal toevloeien en de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld.

TOELICHTING BEHORENDE BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2011

Page 41: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 40/98

1.18 KORTLOPENDE SCHULDENDe waardering van kortlopende schulden is toegelicht onder het hoofdstuk finan-ciële instrumenten.

1.19 OPBRENGSTVERANTWOORDING Onder omzet wordt verstaan het totaal van:— de opbrengsten opdrachten;— de door de Rijksoverheid verstrekte

rijksbijdragen.

Onder opbrengsten opdrachten zijn ver-antwoord de gefactureerde bedragen voor verrichte werkzaamheden, onder aftrek van eventuele omzetbelasting, alsmede de mutatie op de onderhanden werken.

Aangezien sprake is van een gelijkma-tige stroom van projecten die regelmatig gespreid over het jaar gereed komen en doorgaans binnen een jaar worden afge-rond, vindt winstneming op onderhanden werken plaats bij oplevering.

De door de Rijksoverheid verstrekte gel-den zijn gesplitst in kennis als vermogen binnen de thema’s, kennis als vermogen over de thema’s heen (KAVOT) en beleids- en toepassingsgerichte kennisinvesterin-gen.Deze middelen worden naar rato van de verrichte werkzaamheden als omzet verantwoord.Onder directe projectkosten worden verstaan de materiële kosten (inclusief

uitbestede werkzaamheden) die direct aan een project worden toegerekend.

1.20 OVERHEIDSSUBSIDIESOverheidssubsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruitont-vangen baten zodra er redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat de Organisatie TNO zal voldoen aan de daaraan verbonden voorwaarden. Subsidies ter compensatie van door de Organisatie TNO gemaakte kosten worden systematisch als opbrengsten in de winst- en verliesrekening opgenomen in dezelfde periode als die waarin de kosten worden gemaakt.

Zie voor subsidies ter compensatie voor de investering in een actief ‘Egalisatiere-kening investeringsmiddelen.’

1.21 AANDEEL IN HET RESULTAAT VAN ONDERNEMINGEN WAARIN WORDT DEELGENOMEN Het aandeel in het resultaat van onderne-mingen waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van de Organisatie TNO in de resultaten van deze deelnemingen. Resul-taten op transacties, waarbij overdracht van activa en passiva tussen Organisatie TNO en de niet-geconsolideerde deelne-mingen en tussen niet-geconsolideerde deelnemingen onderling heeft plaats-gevonden, zijn niet verwerkt voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd.

De resultaten van deelnemingen die gedurende het boekjaar zijn verworven of afgestoten worden vanaf het verwervings-moment, respectievelijk tot het moment van afstoting verwerkt in het resultaat van de Organisatie TNO.

1.22 BELASTINGENTNO, TNO Bedrijven B.V. en haar 100% Nederlandse dochterondernemingen zijn op grond op artikel 2, lid 7 van de Wet op de Vennootschapsbelasting, niet onder-worpen aan de vennootschapsbelasting.

Door TNO Bedrijven B.V. wordt voor 99% deelgenomen in TNO Deelnemingen B.V. Deze deelneming alsmede alle daaronder vallende Nederlandse dochteronderne-mingen zijn wel onderworpen aan de vennootschapsbelasting. Daarnaast zijn in het buitenland gevestigde dochter-ondernemingen onderworpen aan de heffing van winstbelasting in het land van vestiging.Belastingen omvatten de over de verslag-periode verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen en latente belastingen. De belastingen worden in de winst- en verliesrekening opgenomen, behoudens voor zover deze betrekking hebben op posten die rechtstreeks in het eigen ver-mogen worden opgenomen, in welk geval de belasting in het eigen vermogen wordt verwerkt.De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare belasting is de naar

verwachting te betalen belasting over de belastbare winst over het boekjaar, bere-kend aan de hand van belastingtarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum, dan wel waartoe materieel al op verslagdatum is besloten, en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting.

Voor latente belastingen wordt een voor-ziening getroffen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en ver-plichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving en de fiscale boekwaarde van die posten.

Er wordt uitsluitend een latente belas-tingvordering opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn die voor de realisatie van het tijdelijke verschil kunnen worden aangewend. Latente belastingvorderingen worden per iedere verslagdatum herzien en verlaagd voor zover het niet langer waarschijnlijk is dat het daarmee samenhangende belas-tingvoordeel zal worden gerealiseerd.

1.23 KASSTROOMOVERZICHTHet kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. Kasstro-men in buitenlandse valuta zijn herleid naar euro’s met gebruikmaking van de gemiddelde omrekeningskoersen voor de desbetreffende periodes.

TOELICHTING BEHORENDE BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2011

Page 42: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 41/98

1.24 BEPALING REËLE WAARDEEen aantal grondslagen en toelichtingen in de jaarrekening van TNO vereisen de bepaling van de reële waarde van zowel financiële als niet-financiële activa en verplichtingen. Voor waarderings- en informatieverschaffingdoeleinden is de reële waarde op basis van de volgende methoden bepaald.

(Overige) vorderingen De reële waarde van handels- en overige vorderingen wordt tegen de contante waarde van de toekomstige kasstromen geschat.

Derivaten De reële waarde van valutatermijncon-tracten en rente swaps is gebaseerd op de genoteerde marktprijs, indien voorhan-den. Indien geen genoteerde marktprijs beschikbaar is, wordt de reële waarde geschat door de verwachte kasstromen gedisconteerd tegen actuele rentes, waarin een opslag is opgenomen voor de relevante risico’s, contant te maken.

Niet-afgeleide financiële verplichtingen De reële waarde van niet-afgeleide financiële verplichtingen (leningen) wordt slechts bepaald ten behoeve van infor-matieverschaffing en berekend op basis van de contante waarde van toekomstige aflossingen en rentebetalingen, gediscon-teerd tegen de marktrente per verslag-datum.

Indien van toepassing wordt nadere informatie over de uitgangspunten voor de bepaling van de reële waarde vermeld bij het onderdeel van deze toelichting dat specifiek op het desbetreffende actief of de desbetreffende verplichting van toepassing is.

TOELICHTING BEHORENDE BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2011

Page 43: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 42/98

1 IMMATERIËLE VASTE ACTIVA (in EUR x duizend)

Verloop van de immateriële vaste activa in 2011:

Goodwill Software Totaal

Stand per 31-12-2010

Verkrijgingsprijs 896 6.027 6.923

Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen -314 -4.935 -5.249

Boekwaarde 582 1.092 1.674

Mutatie boekwaarde

Investeringen 505 897 1.402

Mutatie consolidaties 39 - 39

Desinvesteringen -723 - -723

Afschrijvingen 69 -513 -444

-110 384 274

Stand per 31-12-2011

Verkrijgingsprijs 57 6.754 6.811

Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen 415 -5.278 -4.863

Boekwaarde 472 1.476 1.948

TOELICHTING OP DEGECONSOLIDEERDEBALANSPER 31 DECEMBER 2011

Page 44: TNO Jaarverslag 2011

43/98TNO JAARVERSLAG 2011

2 MATERIËLE VASTE ACTIVA

Verloop van de materiële vaste activa in 2011:

Terreinen en Vaste Technische Inventaris Totaal

gebouwen technische bedrijfs-

installaties middelen

Stand per 31-12-2010

Verkrijgingsprijs 219.306 150.255 205.163 19.282 594.006

Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen -123.193 -79.540 -162.930 -12.788 -378.451

Activa in aanbouw en ontwikkeling 2.393 25.955 899 - 29.247

Boekwaarde 98.506 96.670 43.132 6.494 244.802

Mutatie boekwaarde

Investeringen 7.103 6.422 34.730 922 49.177

Mutatie consolidaties - -96 -640 -4 -740

Desinvesteringen -7.457 -1.103 -2.599 -103 -11.262

Afschrijvingen -4.729 -9.422 -18.080 -1.458 -33.689

Activa in aanbouw en ontwikkeling -2.393 -24.704 -493 - -27.590

-7.476 -28.903 12.918 -643 -24.104

Stand per 31-12-2011

Verkrijgingsprijs 218.952 155.105 211.258 19.843 605.158

Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen -127.922 -88.589 -155.614 -13.992 -386.117

Activa in aanbouw en ontwikkeling - 1.251 406 - 1.657

Boekwaarde 91.030 67.767 56.050 5.851 220.698

In de in de winst- en verliesrekening gepresenteerde post “afschrijving materiële vaste activa” is mede begrepen de vrijval uit de egalisatierekening investeringsmiddelen. In de boekwaarde van de materiële vaste activa per 31 december 2011 zijn begrepen terreinen, gebouwen en vaste technische installaties voor EUR 29,2 miljoen (2010: EUR 41,0 miljoen), waarvan TNO uitsluitend het economisch eigendom heeft.

MATERIËLE VASTE ACTIVA

Gehanteerde afschrijvingspercentages: 2011 2010

Terreinen nihil nihil

Gebouwen 2½ 2½

Vaste technische installaties 6 6

Renovaties 6 6

Computerapparatuur 33 33

Technische bedrijfsmiddelen 20 20

Inventaris 10 10

TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS

Page 45: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 44/98

3 FINANCIËLE VASTE ACTIVA

Overige Totaal

leningen

Aandeel in Leningen

vermogen

Stand per 31-12-2010 5.266 2.196 455 7.917

Mutaties:

Investeringen en verstrekte leningen 352 612 - 964

Desinvesteringen en aflossingen 62 -961 -300 -1.199

Waardeverminderingen -54 - - -54

Resultaat deelnemingen -895 - - -895

Dividend -192 - - -192

Stand per 31-12-2011 4.539 1.847 155 6.541

Onder deelnemingen zijn begrepen de participaties van TNO en TNO Bedrijven B.V. Van de leningen heeft EUR 1,7 miljoen een loop-tijd langer dan een jaar. Van de overige leningen zijn er geen leningen met een looptijd langer dan een jaar. De lijst van deelnemin-gen, waarin door TNO middellijk en onmiddellijk wordt geparticipeerd, is opgenomen op pagina 68 t/m 70.

TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS

Niet-geconsolideerde deelnemingen

Page 46: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 45/98

4 VORDERINGEN

31-12-2011 31-12-2010

Vorderingen inzake opdrachten 69.402 64.772

Vorderingen op deelnemingen 639 907

Latente belastingvorderingen - -

Overige vorderingen 10.704 15.161

Overlopende activa 6.042 6.365

Totaal 86.787 87.205

Van de vorderingen heeft EUR 2,8 miljoen (2010: EUR 2,9 miljoen) een looptijd langer dan een jaar.

5 LIQUIDE MIDDELEN

In de liquide middelen zijn deposito’s tot een bedrag van EUR 65,0 miljoen (2010: EUR 10,0 miljoen) begrepen die in tranches in 2012 aflopen. De overige liquide middelen zijn terstond opeisbaar.

6 ALGEMENE RESERVE

2011 2010

Stand per 1 januari 125.808 127.232

Reserve omrekeningsverschillen 35 171

Resultaatbestemming -2.864 -1.595

Stand per 31 december 122.979 125.808

7 BESTEMMINGSRESERVES

Stand per Onttrokken Toegevoegd Stand per

31-12-2010 in 2011 in 2011 31-12-2011

Bedrijfsrisico's civiel 9.075 - - 9.075

Bedrijfsrisico's defensie 2.500 - - 2.500

Nieuwbouw defensie 52.181 1.161 4.456 55.476

Totaal 63.756 1.161 4.456 67.051

TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS

Page 47: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 46/98

8 EGALISATIEREKENING INVESTERINGSMIDDELEN

2011 2010

Stand per 1 januari 47.944 46.302

Saldo toegekende/teruggestorte middelen t.b.v. materiële vaste activa -5.386 4.763

42.558 51.065

Vrijval ten gunste van het resultaat -3.184 -3.121

Stand per 31 december 39.374 47.944

9 VOORZIENINGEN

Stand per Onttrokken Toegevoegd Vrijval Stand per

31-12-2010 in 2011 in 2011 in 2011 31-12-2011

Sociale verplichtingen 2.204 468 127 - 1.863

Claims 800 - - - 800

Reorganisaties 8.772 6.721 4.984 1.435 5.600

Afvloeiingen 1.637 1.042 1.743 498 1.840

Leningen deelnemingen 138 - - - 138

Groot onderhoud 1.962 1.651 1.651 - 1.962

Overige 8.010 1.383 1.014 538 7.103

Totaal 23.523 11.265 9.519 2.471 19.306

Van de voorzieningen heeft circa EUR 9,1 miljoen een langlopend karakter (2010: EUR 9,0 miljoen). De voorziening sociale verplichtingen betreft afvloeiingskosten, aanvullingen op WAO-uitkeringen alsmede toekomstige betalingen uit hoofde van niet elders gefinancierde toegekende pensioenrechten over verstreken dienstjaren.De voorziening voor claims is gevormd voor de geschatte verplichtingen uit hoofde van verwachte respectievelijk ingediende, nog niet afgewikkelde claims. Deze voorziening wordt per (potentiële) claim gewaardeerd op de geschatte toekomstige uitgaven waaronder begrepen de externe behandelingskosten.De reorganisatievoorzieningen hebben voor een belangrijk deel betrekking op overeengekomen vertrekregelingen met ex-medewerkers. De voorziening afvloeiingen heeft betrekking op de verwachte kosten terzake van de voorgenomen ontbinding van arbeidsovereenkomsten met medewerkers.De voorziening groot onderhoud ultimo 2011 is gebaseerd op nog uit te voeren onderhoud uit het meerjarenonderhoudsplan 2010-2013.

TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS

Page 48: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 47/98

Van de langlopende schulden heeft EUR 6,2 miljoen een looptijd langer dan een jaar en korter dan 5 jaar. Het resterende deel van de langlopende schulden van EUR 14,8 miljoen heeft een looptijd langer dan 5 jaar. Holland Metrology N.V. heeft een 20-jarige hypothecaire lineaire lening (van ABN AMRO Bank) van EUR 13 mln. De hypothecaire lening is afgesloten ter financiering van de nieuwbouw/ver-bouwing in Delft. Holland Metrology N.V. heeft in 2005 - 2011 totaal EUR 4,9 mln. afgelost. Het kortlopende deel van de lening bedraagt EUR 0,7 mln. en is gepresenteerd onder de kortlo-pende schulden (leningen bank). De rente bedraagt 4,58 - 5,7%. De Bank heeft bedongen dat Holland Metrology N.V. (en haar dochtermaatschappij NMi Nederland B.V.) uitsluitend dividend mag uitkeren en de door TNO verstrekte lening (jegens de bank is deze lening achtergesteld) mag aflossen bij een solvabiliteit van tenminste 35%. De door TNO verstrekte lening is hierin als onderdeel van het garantievermogen verwerkt. Als zekerheden zijn, naast de eerder genoemde solvabiliteitseis, overeengekomen:— Eerste hypotheek op het onroerend goed Thijsseweg 11 te

Delft en pand Dordrecht;— Pandrecht op vorderingen;— Mede hoofdelijke aansprakelijkheid tegenover de bank van

NMI Certin B.V. en Verispect B.V.

Holland Metrology N.V. heeft een 2-jarige hypothecaire lineaire lening (van ABN AMRO Bank) van EUR 12 mln. De hypothecaire lening is afgesloten ter financiering van de nieuwbouw Euroloop

in Europoort. De rente is gelijk aan 3 maands euribor vermeer-derd met een opslag van 2,4%. Er is in 2011 EUR 600.000 afgelost, een tweede termijn van EUR 600.000 vervalt op 1 juli 2012 en is gepresenteerd onder de kortlopende schulden. Vervolgens heeft Holland Metrology N.V. het recht om de lening te continueren voor een bedrag van maximaal EUR 10.800.000 met een maximale looptijd van 18 jaar tegen de dan geldende voorwaarden en condities.

APP Beheer B.V. heeft eind 2008 een nieuwe hypothecaire lening van EUR 2.300.000 (van de Rabobank) met een loop-tijd van 20 jaar afgesloten ter financiering van de grond en gebouwen op het industrieterrein Moerdijk te Klundert. De rente bedraagt 3 maands Euribor vermeerderd met 1,3%. Als zekerheden zijn gesteld: hypotheek op bedrijfspand te Klundert, pandrecht op voorraden, inventaris en vorderingen. APP heeft in 2008-2011 in totaal EUR 326.400 afgelost. Het kortlopende deel van de lening bedraagt EUR 115.200 en is gepresenteerd onder de kortlopende schulden.

APP Beheer B.V. heeft in 2010 een nieuwe hypothecaire lening van EUR 725.000 (van de Rabobank) met een looptijd van 20 jaar afgesloten ter financiering van gebouwen op het indus-trieterrein Moerdijk te Klundert. De rente bedraagt 3 maands Euribor vermeerderd met 1,85%. Als zekerheden zijn gesteld: hypotheek op bedrijfspand te Klundert, pandrecht op voorraden, inventaris en vorderingen. APP heeft in 2010-2011 in totaal EUR 134.000 afgelost. Het kortlopende deel van de lening bedraagt EUR 36.000 en is gepresenteerd onder de kortlopende schul-den.

TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS 10 LANGLOPENDE SCHULDEN

31-12-2011 31-12-2010

Leningen:

Leningen van kredietinstellingen 20.614 22.148

Middellang bankkrediet 433 -

Overige leningen - -

Totaal 21.047 22.148

Page 49: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 48/98

ABN-AMRO heeft in 2011 een borgstellingskrediet (EUR 495.000) verstrekt aan Batavia Bioservices B.V. De rente is gelijk aan 3 maands euribor verhoogd met 1,75%. Als zeker-heden zijn gesteld: borgstellingen ter hoogte van EUR 125.000 en pandrecht op voorraden, inventaris en vorderingen. Terugbe-taling van de lening zal geschieden in zeventien achtereenvol-gende kwartalen van EUR 29.117, voor het eerst op 1 oktober 2012. Het langlopende deel bedroeg op 31-12-2011 EUR 433.125. EUR 61.875 is als kortlopend gepresenteerd.

TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS 11 KORTLOPENDE SCHULDEN

31-12-2011 31-12-2010

Bankleningen 1.982 1.634

Crediteuren 32.624 41.279

Schulden aan deelnemingen 66 134

Belastingen en premies sociale verzekeringen 15.220 16.141

Pensioenen 43 37

Verplichtingen vakantiegeld 9.492 9.322

Verplichtingen niet opgenomen verlofdagen 20.898 20.643

Overige schulden 39.782 37.519

Overlopende passiva 32.100 29.025

Onderhanden werken 34.333 34.775

Totaal 186.540 190.509

ONDERHANDEN WERKEN

31-12-2011 31-12-2010

Cumulatieve kosten verminderd met voorzieningen voor verliezen en risico’s 425.667 389.049

Af: Cumulatief gedeclareerde termijnen -460.000 -423.824

Totaal onderhanden werken -34.333 -34.775

Saldo onderhanden werken > 0 80.473 70.412

Saldo onderhanden werken < 0 -114.806 -105.187

Totaal onderhanden werken -34.333 -34.775

De overlopende passiva betreffen in belangrijke mate overlopende Rijksbijdrage en ontvangen voorschotten in het kader van speci-fieke onderzoeksprojecten.

Page 50: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 49/98

FINANCIËLE INSTRUMENTENAlgemeenTNO maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die TNO blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Het betreft financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen en valutatermijncontracten om toekomstige transacties en kasstromen af te dekken. TNO handelt niet in deze financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet-nakomen door een tegenpartij van aan TNO verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de markt-waarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke finan- ciële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisico’s.

RenterisicoHet renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is bij voorkeur sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. Indien een lening geen vast renteper-centage heeft, dan heeft TNO als beleid om afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd.

KredietrisicoTNO loopt kredietrisico uit hoofde van transacties. Dit risico heeft betrekking op het verlies dat kan ontstaan wanneer een wederpartij in gebreke blijft. Dit risico is beperkt door de veelheid en diversiteit van partijen waarop TNO vorderingen heeft. Een concentratie van kredietrisico is alleen aanwezig met betrekking tot de geografische spreiding van de uitstaande vorderingen, die in Nederland is geconcentreerd.

MarktwaardeDe marktwaarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder verstrekte leningen, (overige) vorderingen, liquide middelen en crediteuren en overige te beta-len posten, benadert de boekwaarde ervan. De marktwaarde van de overige in de balans verantwoorde financiële instrumenten kan als volgt worden weergegeven:De marktwaarde van de vorderingen op deelnemingen is niet voldoende betrouwbaar te bepalen. Voor nadere informatie wordt verwezen naar punt 3 van de toelichting. De langlopende leningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. De reële waarde van de leningen wijkt mogelijk af van de nominale waarde doch is niet voldoende betrouwbaar te bepalen.

Van de openstaande USD en GBP termijncontracten bedraagt de marktwaarde EUR 1,4 miljoen en de contractwaarde EUR 1,3 miljoen.

Van de openstaande USD en YEN termijncontracten van TNO Bedrijven bedraagt de marktwaarde EUR 2,1 miljoen en de contractwaarde EUR 2,0 miljoen.

Ter afdekking van het renterisico over de opgenomen langlopen-de hypothecaire lening van EUR 19,5 miljoen heeft Holland Me-trology NV voor een totaal van EUR 19,5 miljoen aan renteswaps afgesloten met een looptijd variërend van 1 december 2018 (EUR 2,25 en 5,85 miljoen) tot 1 juli 2025 (EUR 11,4 miljoen). De renteswap van EUR 2,25 miljoen heeft een vaste couponrente van 3,73%, de renteswap van EUR 5,85 miljoen heeft een vaste couponrente van 4,85% en de renteswap van EUR 11,4 miljoen heeft een vaste couponrente van 4,73%, alle tegenover een 3 maands Euribor. De hoofdsom van de renteswap contracten loopt synchroon met het overeengekomen aflossingsschema van de leningen waarmee deze contracten verband houden. De marktwaarde van deze 3 contracten bedroeg ultimo 2011: EUR 3,1 miljoen negatief.

TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS

Page 51: TNO Jaarverslag 2011

50/98TNO JAARVERSLAG 2011

TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS

Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingenPer 31 december 2011 bedraagt het totaal aan “operational lease” verplichtingen over de periode 2012 tot en met 2016 circa EUR 7,7 miljoen (2010: EUR 7,7 miljoen), waarvan in 2012 EUR 3,5 miljoen (2010: EUR 3,7 miljoen) vervalt en EUR 4,3 mil-joen (2010: EUR 4,0 miljoen) vervalt tussen de 1 en 5 jaar.

Het totaal aan huurverplichtingen bedraagt EUR 103,9 miljoen (2010: EUR 121,2 miljoen), waarvan EUR 18,8 miljoen (2010: EUR 17,3 miljoen) met een looptijd korter dan een jaar, EUR 46,4 miljoen (2010: EUR 55,8 miljoen) vervalt tussen 1 en 5 jaar en EUR 38,7 miljoen (2010: EUR 48,1 miljoen) vervalt na 5 jaar.

Het totaal aan afgegeven bankgaranties bedraagt EUR 8,0 mil-joen (2010: EUR 9,2 miljoen).

Per 31 december 2011 bedraagt het totaal aan investeringsver-plichtingen materiële vaste activa EUR 5,4 miljoen (2010: EUR 2,7 miljoen).

De totale kredietfaciliteit en bankgarantiefaciliteit bedraagt res-pectievelijk EUR 46,4 miljoen (2010: 47,1 miljoen) en EUR 11,0 miljoen (2010: EUR 11,0 miljoen).

Als overige zekerheden en bepalingen voor de totale kredietfaci-liteit gelden:— Negative pledge/pari passu en cross defaultverklaring.— Positieve/negatieve hypotheekverklaring met betrekking tot

het onroerend goed in Eindhoven.

Het totaal aan borgstellingen bedroeg ultimo 2011 EUR 2,9 miljoen (2010: EUR 1,8 miljoen).

TNO is betrokken bij een aantal geschillen en rechtsgedingen, welke samenhangen met de normale bedrijfsvoering. TNO ver-wacht niet dat de totale uit deze rechtsgedingen voortvloeiende verplichtingen van materiële betekenis zijn voor de financiële positie.Voorzieningen zijn getroffen voor alle geschillen en rechtsgedin-gen op basis van de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te wikkelen.

Page 52: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 51/98

12 OMZET (in EUR x duizend)

2011 2010

Opbrengsten opdrachten 388.087 369.035

Kennis als vermogen:

Binnen de thema's 44.806 47.028

Over thema's heen (KAVOT) 26.983 27.261

Beleids- en toepassingsgerichte kennisinvesteringen 117.133 120.472

Totaal 577.009 563.796

In de omzet is begrepen de mutatie onderhanden werken ad EUR 0,4 miljoen positief (2010: EUR 11,5 miljoen negatief).

De splitsing van de omzet naar thema/expertisecentrum is als volgt:

2011 2010

Gezond Leven 74.790 -

Industriële Innovatie 86.480 -

Integrale Veiligheid 96.782 -

Gebouwde Omgeving 48.622 -

Informatiemaatschappij 47.565 -

Energie 53.567 -

Mobiliteit 40.987 -

Technical Sciences 7.761 -

Behavioural and Societal Sciences 4.260 -

Earth, Environmental and Life Sciences 9.564 -

Omzet Kerngebieden - 515.799

Overige omzet TNO 7.727 1.511

Omzet TNO Bedrijven B.V. en haar groepsmaatschappijen 110.721 77.821

Interne omzet -11.817 -31.335

Totaal 577.009 563.796

TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDEWINST- EN VERLIES-REKENING 2011

Page 53: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 52/98

OPDRACHTEN

2011 2010

De specificatie van de opbrengsten opdrachten

naar relevante categorieën luidt:

Binnenland

Overheid 94.400 97.367

Bedrijfsleven 147.615 144.181

Totaal Binnenland 242.015 241.548

Buitenland

Internationale organisaties 37.663 25.746

Overige 108.409 101.741

Totaal Buitenland 146.072 127.487

Totaal 388.087 369.035

13 OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN

2011 2010

Resultaat op verkopen materiële vaste activa -1.152 -966

Overige opbrengsten 23.099 21.869

Totaal 21.947 20.903

Onder de overige opbrengsten zijn onder meer begrepen de inkomsten uit licenties en octrooien, niet project gerelateerde opbreng-sten en extern doorberekende kosten.

TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDEWINST- EN VERLIESREKENING 2011

Page 54: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 53/98

14 DIRECTE PROJECTKOSTEN

2011 2010

Huisvestings– en energiekosten 235 115

Materialen 13.341 15.472

Gebruik technische bedrijfsmiddelen 3.926 5.135

Algemene beheerskosten 13.181 14.563

Uitbestede werkzaamheden 47.101 40.636

Overige lasten 9.866 3.670

Totaal 87.650 79.591

15 PERSONELE LASTEN

2011 2010

Lonen en salarissen 248.707 247.333

Pensioenlasten 33.611 29.330

Overige sociale lasten 29.078 30.397

Overige personeelslasten 63.907 62.832

Mutatie verplichting niet opgenomen verlofdagen 334 327

Aanwending voorzieningen:

– sociale verplichtingen -468 -789

– afvloeiingen -1.540 -1.871

– reorganisaties -8.156 -8.898

– pensioenen -53 -

365.420 358.661

Dotatie aan voorzieningen:

– sociale verplichtingen 127 116

– reorganisaties 4.984 3.818

– afvloeiingen 1.743 1.669

– pensioenen - -

Totaal 372.274 364.264

Het aantal medewerkers (gemiddeld effectief) voor 2011 bedraagt 3.932 waarvan 58 buiten Nederland (2010: 4.189 waarvan 61 buiten Nederland).De vergoeding van de TNO Raad van Bestuur bedraagt EUR 0,9 miljoen (2010: EUR 0,8 miljoen).De vergoeding van de leden van de TNO Raad van Toezicht bedraagt in totaal EUR 0,1 miljoen (2010: EUR 0,1 miljoen).

TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDEWINST- EN VERLIESREKENING 2011

Page 55: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 54/98

De voorlopige dekkingsgraad van de Stichting Pensioenfonds TNO bedraagt op basis van de door DNB aangepaste renteter-mijn structuur per 31-12-2011 99,6%.De medewerkers van TNO hebben een pensioenregeling die is ondergebracht bij Stichting Pensioenfonds TNO. Deze pensioen-regeling betreft een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonre-geling. Indexatie (aanpassing met prijsstijging) van de toegeken-de aanspraken en rechten vindt uitsluitend plaats indien en voor zover de middelen van het pensioenfonds daartoe ruimte laten en het pensioenfonds daartoe heeft besloten. Indien de omstan-digheden bij het pensioenfonds daar aanleiding toe geven kan het bestuur besluiten tot het korten van aanspraken.

De pensioenregeling wordt door de Pensioenwet gekarakteri-seerd als uitkeringsovereenkomst. De uitvoeringsovereenkomst met het pensioenfonds wordt aangegaan voor onbepaalde tijd en blijft van kracht totdat deze door één van de partijen wordt beëindigd. De belangrijkste afspraken die zijn opgenomen in deze uitvoeringsovereenkomst zijn de volgende:

— Indexatie geeft geen aanleiding tot premieaanpassingen;— Het bestuur stelt jaarlijks de verschuldigde premie vast. De

basis hiervoor is vastgelegd in een staffel gekoppeld aan de dekkingsgraad.

— De maximale premie bedraagt 20% (inclusief 2% extra premie bij een dekkingsgraad kleiner dan 110%).

Door de kredietcrisis en de dalende rente in het afgelopen jaar bevindt het pensioenfonds zich per 31-12-2011 in een dek-kingstekort. De dekkingsgraad (marktwaarde van de beleggin-gen uitgedrukt in een percentage van de voorziening pensioen-verplichtingen volgens de grondslagen van DNB) van het fonds per balansdatum was 99,6%. Het minimum vereist eigen vermo-gen (dekkingsgraad) volgens DNB is 105%. Het vereist eigen ver-mogen, gegeven de huidige beleggingsmix, betreft 116,9%. Het pensioenfonds heeft in 2009 bij DNB een zogenaamd herstel-

plan ingediend om binnen 3 jaar het eigen vermogen te herstel-len tot het vereiste minimum en binnen 15 jaar tot het vereiste eigen vermogen. Het herstelplan is opgesteld met inachtneming van de door DNB voorgeschreven uitgangspunten.

TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING 2011

Page 56: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 55/98

16 AFSCHRIJVING MATERIËLE VASTE ACTIVA

2011 2010

Afschrijving op:

– gebouwen 4.729 4.797

– vaste technische installaties 9.422 8.740

– technische bedrijfsmiddelen 18.080 19.786

– inventaris 1.458 1.776

33.689 35.099

Boekverlies op activa 628 2.100

Vrijval uit:

– egalisatierekening investeringsmiddelen ���������������-3.184 -3.121

Totaal 31.133 34.078

17 BIJZONDERE WAARDEVERMINDERING

In 2011 heeft geen bijzondere waardevermindering plaatsgevonden.

18 OVERIGE BEDRIJFSLASTEN

2011 2010

Huisvestingskosten 46.577 46.365

Materiaalkosten 3.735 3.711

Gebruik technische bedrijfsmiddelen 14.687 13.884

Algemene beheerskosten 30.601 32.252

Uitbestede werkzaamheden 7.214 8.657

Mutaties voorzieningen -849 -2.771

Overige lasten 4.740 -215

Verstrekte bijdragen 837 961

Totaal 107.542 102.844

19 RESULTATEN FINANCIËLE VASTE ACTIVA

Dit betreft het resultaat van niet geconsolideerde deelnemingen en het resultaat op verkoop van deelnemingen.

TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDEWINST- EN VERLIESREKENING 2011

Page 57: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 56/98

Verbonden partijenVan transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de onderneming, haar deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen. In de normale bedrijfsactiviteiten levert TNO diensten aan en neemt diensten af van verschillende verbonden partijen waarin TNO een belang van 50% of minder bezit. Deze transacties worden over het algemeen op zakelijke grondslag uitgevoerd tegen voorwaarden die vergelijkbaar zijn met die van transacties met derden.

TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING 2011

Page 58: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 57/98

BALANS VAN DE ORGANISATIE TNOPER 31 DECEMBER 2011

na resultaatbestemming (in EUR x duizend)

31-12-2011 31-12-2010

Vaste activa

Materiële vaste activa 1 167.688 192.627

Financiële vaste activa 2 53.505 53.933

221.193 246.560

Vlottende activa

Voorraden 317 307

Vorderingen 3 70.696 67.529

Liquide middelen 117.033 115.088

188.046 182.924

Totaal 409.239 429.484

Eigen vermogen

- Algemene Reserve 122.979 125.808

- Bestemmingsreserves 67.051 63.756

190.030 189.564

Egalisatierekening investeringsmiddelen 39.374 47.944

Voorzieningen 4 15.313 21.849

Langlopende schulden 5 26 26

Kortlopende schulden 6 164.496 170.101

Totaal 409.239 429.484

Page 59: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 58/98

WINST- EN VERLIES-REKENING 2011 VAN DE ORGANISATIE TNO

(in EUR x duizend)

2011 2010

Omzet opdrachten binnen- en buitenland 218.855 223.872

Omzet opdrachten overheid 70.329 73.357

Marktomzet 289.184 297.229

Kennis als vermogen:

Binnen de thema's 44.806 47.028

Over thema's heen (KAVOT) 26.983 27.261

Beleids- en toepassingsgerichte kennisinvesteringen 117.133 120.472

Omzet overheidsfinanciering 188.922 194.761

Omzet 7 478.106 491.990

Overige bedrijfsopbrengsten 22.795 20.031

Bedrijfsopbrengsten 500.901 512.021

Directe projectkosten -83.406 -73.140

Personele lasten 8 -302.604 -317.994

Afschrijving materiële vaste activa -23.034 -27.837

Bijzondere waardeverminderingen materiële vaste activa - -

Overige bedrijfslasten -92.074 -88.933

Bedrijfslasten -501.118 -507.904

Bedrijfsresultaat -217 4.117

Rentebaten 2.090 1.555

Rentelasten -32 -32

Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belastingen 1.841 5.640

Belastingen - -

Resultaten financiële vaste activa -1.410 -3.218

Nettoresultaat 431 2.422

Page 60: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 59/98

KASSTROOM-OVERZICHT 2011 VAN DE ORGANISATIE TNO

(in EUR x duizend)

2011 2010

Nettoresultaat 431 2.422

Aandeel derden in resultaat - -

Groepsresultaat 431 2.422

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 22.406 25.737

In resultaat begrepen resultaten deelnemingen 1.510 3.218

Vervreemdingsresultaten vaste activa 1.780 3.066

Mutatie voorzieningen -6.536 -3.370

Mutatiewerkkapitaal exclusief liquide middelen -8.782 5.251

Ontvangen dividenden - -

Kasstroom uit hoofde van operationele activiteiten 10.809 36.324

Investeringen in immateriële vaste activa - -

Investeringen in materiële vaste activa -12.023 -19.767

Investeringen in financiële vaste activa -4.000 -2.871

Desinvesteringen immateriële vaste activa - -

Desinvesteringen materiële vaste activa 9.592 -196

Verkoop deelnemingen en ontvangen aflossingen 2.953 2.042

Kasstroom uit hoofde van investeringsactiviteiten -3.478 -20.792

Ontvangen/terugbetaalde investeringsbijdragen -5.386 4.763

Ontvangen leningen - -

Aflossingen op leningen - -25

Kasstroom uit hoofde van financieringsactiviteiten -5.386 4.738

Kasstroom boekjaar 1.945 20.270

Liquide middelen per 1 januari 115.088 94.818

Kasstroom boekjaar 1.945 20.270

Koersverschillen - -

Liquide middelen per 31 december 117.033 115.088

Page 61: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 60/98

GRONDSLAGEN

AlgemeenVoor de grondslagen van waardering en resultaatbepaling wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening. Dit geldt eveneens voor de overige toelichtingen voor zover deze niet hierna zijn opgenomen.

Page 62: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 61/98

TOELICHTING OP DE BALANSPER 31 DECEMBER 2011

1 MATERIËLE VASTE ACTIVA

Verloop van de materiële vaste activa in 2011

Terreinen en Vaste Technische Inventaris Totaal

gebouwen technische bedrijfs-

installaties middelen

Stand per 31-12-2010

Verkrijgingsprijs 194.759 149.614 140.492 17.671 502.536

Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen -116.132 -79.392 -111.457 -12.105 -319.086

Activa in aanbouw en ontwikkeling - 8.278 899 - 9.177

Boekwaarde 78.627 78.500 29.934 5.566 192.627

Mutatie boekwaarde

Investeringen 2.559 6.265 10.176 542 19.542

Desinvesteringen -7.093 -1.075 -3.117 -87 -11.372

Afschrijvingen -3.749 -9.347 -11.144 -1.350 -25.590

Activa in aanbouw en ontwikkeling - -7.026 -493 - -7.519

-8.283 -11.183 -4.578 -895 -24.939

Stand per 31-12-2011

Verkrijgingsprijs 190.225 154.510 126.274 17.874 488.883

Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen -119.881 -88.445 -101.324 -13.203 -322.853

Activa in aanbouw en ontwikkeling - 1.252 406 - 1.658

Boekwaarde 70.344 67.317 25.356 4.671 167.688

In de winst- en verliesrekening gepresenteerde post “afschrijving materiële vaste activa” is mede begrepen de vrijval uit de egalisa-tierekening investeringsmiddelen. In de boekwaarde van de materiële vaste activa per 31 december 2011 zijn begrepen terreinen, gebouwen en vaste technische installaties voor EUR 29,2 miljoen (2010: EUR 41,0 miljoen), waarvan TNO uitsluitend het economisch eigendom heeft.

Page 63: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 62/98

TOELICHTING OP DE BALANS 2 FINANCIËLE VASTE ACTIVA

Deelnemingen Leningen Totaal

Aandeel in

vermogen

Stand per 31-12-2010 41.040 323 12.570 53.933

Mutaties:

Investeringen en verstrekte leningen - - 4.000 4.000

Desinvesteringen en afgeloste leningen -9 - -2.944 -2.953

Resultaat deelnemingen -1.510 - - -1.510

Reserve omrekeningsverschillen 35 - - 35

Stand per 31-12-2011 39.556 323 13.626 53.505

Onder groepsmaatschappijen is begrepen de participatie in TNO Bedrijven B.V. (100%).Van de leningen heeft EUR 10,8 miljoen een looptijd langer dan een jaar.

3 VORDERINGEN

31-12-2011 31-12-2010

Vorderingen inzake opdrachten 55.207 49.811

Vorderingen op groepsmaatschappijen 5.113 1.610

Vorderingen op deelnemingen 639 907

Overige vorderingen 3.694 8.665

Overlopende activa 6.043 6.536

Totaal 70.696 67.529

Van de vorderingen heeft EUR 2,8 miljoen een looptijd langer dan een jaar.

Groepsmaatschappijen

Aandeel in

vermogen

Page 64: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 63/98

TOELICHTING OP DE BALANS 4 VOORZIENINGEN

Stand per Onttrokken Toegevoegd Vrijval Stand per

31-12-2010 in 2011 in 2011 in 2011 31-12-2011

Sociale verplichtingen 2.203 468 127 - 1.862

Claims 800 - - - 800

Reorganisaties 8.073 6.185 2.705 1.432 3.161

Afvloeiingen 1.638 1.043 1.743 498 1.840

Groot onderhoud 1.956 1.651 1.651 - 1.956

Overige 7.179 1.380 376 481 5.694

Totaal 21.849 10.727 6.602 2.411 15.313

Van de voorzieningen heeft circa EUR 7,7 miljoen een langlopend karakter (2010: EUR 8,2 miljoen).De voorziening sociale verplichtingen betreft afvloeiingskosten, aanvullingen op WAO-uitkeringen, alsmede toekomstige betalingen uit hoofde van niet elders gefinancierde toegekende pensioenrechten over verstreken dienstjaren.De voorziening voor claims is gevormd voor de geschatte verplichtingen uit hoofde van verwachte respectievelijk ingediende, nog niet afgewikkelde claims. Deze voorziening wordt per (potentiële) claim gewaardeerd op de geschatte toekomstige uitgaven waaronder begrepen de externe behandelingskosten.De reorganisatievoorzieningen hebben voor een belangrijk deel betrekking op overeengekomen vertrekregelingen met ex-medewerkers.De voorziening afvloeiingen heeft betrekking op de verwachte kosten terzake van de voorgenomen ontbinding van arbeidsovereenkomsten met medewerkers uit hoofde van het reguliere personeelsonderhoud.De voorziening groot onderhoud ultimo 2011 is gebaseerd op nog uit te voeren onderhoud uit het meerjarenonderhoudsplan 2010-2013.

5 LANGLOPENDE SCHULDEN

31-12-2011 31-12-2010

Overige leningen 26 26

Totaal 26 26

Page 65: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 64/98

TOELICHTING OP DE BALANS 6 KORTLOPENDE SCHULDEN

31-12-2011 31-12-2010

Crediteuren 29.156 37.211

Schulden aan groepsmaatschappijen 5.171 1.099

Schulden aan deelnemingen 66 134

Belastingen en premies sociale verzekeringen 12.485 14.031

Verplichtingen vakantiegeld 7.853 8.058

Verplichtingen niet opgenomen verlofdagen 18.243 18.891

Overige schulden 28.259 27.816

Overlopende passiva 32.139 29.102

Onderhanden werken 31.124 33.759

Totaal 164.496 170.101

ONDERHANDEN WERKEN

31-12-2011 31-12-2010

Cumulatieve kosten verminderd met voorzieningen voor verliezen en risico’s 366.921 349.593

Af: Cumulatief gedeclareerde termijnen -398.045 -383.352

Totaal onderhanden werken -31.124 -33.759

Saldo onderhanden werken > 0 70.951 63.179

Saldo onderhanden werken < 0 -102.075 -96.938

Totaal onderhanden werken -31.124 -33.759

De overlopende passiva betreffen in belangrijke mate overlopende rijksbijdrage, ontvangen voorschotten in het kader van specifieke onderzoeksprojecten.

Page 66: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 65/98

TOELICHTING OP DEWINST- EN VERLIES-REKENING 2011

7 OMZET (in EUR x duizend)

2011 2010

Opdrachten bedrijfsleven 119.840 125.358

Opdrachten internationale organisaties 34.562 25.518

Opdrachten overig buitenland 64.453 72.996

99.015 98.514

Opdrachten overheid 70.329 73.357

Marktomzet 289.184 297.229

Kennis als vermogen:

Binnen de thema's 44.806 47.028

Over thema's heen (KAVOT) 26.983 27.261

Beleids- en toepassingsgerichte

kennisinvesteringen 117.133 120.472

Omzet overheidsfinanciering 188.922 194.761

Totaal 478.106 491.990

8 PERSONELE LASTEN

2011 2010

Lonen en salarissen 198.092 214.714

Pensioenlasten 27.644 25.619

Overige sociale lasten 23.384 25.429

Overige personeelslasten 58.203 58.058

Mutatie verplichting niet opgenomen verlofdagen 332 327

Mutaties voorzieningen -5.051 -6.153

Totaal 302.604 317.994

Page 67: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 66/98

De volgende honoraria van KPMG Accountants N.V. zijn ten laste gebracht van de Organisatie TNO, haar dochtermaatschappijen en andere maatschappijen die zij consolideert, een en ander zoals bedoeld in artikel 2:382a BW.

9 HONORARIA VAN DE ACCOUNTANT (in EUR x duizend)

2011 2010

Onderzoek van de jaarrekening 398 504

Andere controleopdrachten 385 429

Adviesdiensten 305 47

Totaal 1.088 980

TOELICHTING OP DE WINST- EN VERLIESREKENING 2011

Page 68: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 67/98

RAPPORTAGE OP GROND VAN DE WETOPENBAARMAKING UIT PUBLIEKE MIDDELEN GEFINANCIERDE TOPINKOMENS (WOPT)

Datum in

dienst

Datum uit

dienst

Uren per

week

Belastbaar

Jaarloon

2011 Vast

Belastbaar

Jaarloon

2011

Variabel

Pensioen

bijdrage

WG 2011

Ontslag

uitkering

2011

Beloning

2011

Belastbaar

Jaarloon

2010 Vast

Belastbaar

Jaarloon

2010

Variabel

Pensioen

bijdrage

WG 2010

Ontslag

uitkering

2010

Beloning

2010

1 Voorzitter Raad van Bestuur 7-2003 40 238.951 36.428 25.226 - 300.605 242.856 - 20.621 - 263.477

2 Directeur 5-1977 40 202.917 18.527 19.252 - 240.696 194.382 - 15.762 - 210.144

3 Lid Raad van Bestuur 10-2002 40 168.975 38.944 26.743 - 234.662 205.225 - 21.847 - 227.072

4 Lid Raad van Bestuur 1-2009 40 177.446 28.500 20.446 - 226.392 179.111 - 16.759 - 195.870

5 Staf directeur 9-2009 40 166.379 23.288 17.303 - 206.970 162.614 - 14.079 - 176.693

6 Directeur 4-1992 40 161.467 24.412 17.980 - 203.859 160.266 - 14.563 - 174.829

1, 2, 3, 4, 5, 6 Salaris is gebaseerd op een 40-urige werkweek. Salaris past in loongebouw dat bij TNO sinds begin jaren 80 van toepassing is.

Datum in

dienst

Datum uit

dienst

Uren

per week

Belastbaar

Jaarloon

2011 Vast

Belastbaar

Jaarloon

2011

Variabel

Pensioen

bijdrage

WG 2011

Ontslag

uitkering

2011

Beloning

2011

Belastbaar

Jaarloon

2010 Vast

Belastbaar

Jaarloon

2010

Variabel

Pensioen

bijdrage

WG 2010

Ontslag

uitkering

2010

Beloning

2010

1 Manager 10-1979 7-2011 40 108.567 - 7.936 392.519 509.022 129.543 - 11.128 - 140.671

2 Stafdirecteur 11-1969 8-2011 40 310.784 31.415 13.399 - 355.598 198.139 - 16.277 - 214.416

3 Directeur 7-1994 6-2011 40 99.541 9.269 7.219 222.310 338.339 132.351 - 11.794 - 144.145

4 Manager 3-1983 3-2011 40 33.446 - 3.187 257.752 294.385 114.066 - 10.446 - 124.512

5 Informatiekundige 5-1979 10-2011 40 66.090 - 7.069 203.371 276.530 67.782 - 7.043 - 74.825

6 Manager 1-1999 3-2011 40 31.809 - 3.111 200.459 235.379 108.133 - 10.202 - 118.335

7 Manager 3-2002 4-2011 40 66.047 7.529 4.113 151.676 229.365 104.924 - 10.101 - 115.025

8 Projectmanager 5-1991 5-2011 40 48.004 - 4.415 173.000 225.419 91.801 - 8.727 - 100.528

9 Wetenschappelijk medewerker 4-1985 1-2011 40 32.572 - 699 183.049 216.320 53.125 - 6.962 - 60.087

10 Directeur 1-2003 4-2011 40 189.034 17.970 5.903 - 212.907 150.741 - 14.346 - 165.087

11 Manager 1-1999 11-2010 40 - - - 216.000 216.000 117.447 - 9.070 - 126.517

1, 3, 5, 7, 8, 11 Ontslag is niet aan eigen schuld of toedoen te wijten. Herplaatsingsmogelijkheden niet voorhanden. Betrokkene heeft een schadeloosstelling ontvangen, gebaseerd op de neutrale kantonrechtersformule.

2 Betrokkene heeft een hoger belastbaar inkomen gehad vanwege de uitbetaling van verlof

4, 6, 9 Functie is opgeheven. Ontslag is niet aan eigen schuld of toedoen te wijten. Herplaatsingsmogelijkheden niet voorhanden. Betrokkene heeft een schadeloosstelling ontvangen, gebaseerd op de neutrale kantonrechtersformule.

10 Belastbaar inkomen is hoger vanwege uitbetaling levenslooptegoed.

ACTIEVEN

Functienaam

UITDIENST/POSTACTIEF PER 31-12-2011

Functienaam

Page 69: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 68/98

GEGEVENS DEELNEMINGEN Naam Zetel %

TNO Bedrijven B.V. Delft 100

TNO Real Estate Holding B.V. Delft 100

TNO Deelnemingen B.V. Delft 99

TNO Technostarters B.V. Delft 100

TNO Management Consultants B.V. Apeldoorn 100

– TNO Interim Management B.V. Apeldoorn 100

– TNO MC Customer Management B.V. Apeldoorn 60

Investors in People Nederland B.V. Eindhoven 100

CBO BV Apeldoorn 100

Dutchear B.V. Delft 100

TNO Automotive International B.V. Delft 100

– TNO Automotive Safety Solutions B.V. Delft 100

– TNO Madymo B.V. Delft 100

– TNO Madymo North America Inc. Delaware, VS 100

– TNO Automotive Japan K.K. Yokohama, Japan 100

– TNO Automotive Germany GmbH Stuttgart, Duitsland 100

– TNO Automotive China Co. Ltd. Shanghai, China 100

– TNO Automotive Korea Ltd. Seoul, Korea 100

– TNO UK Holding Ltd. London, GB 100

– Delft Carshalton Ltd. Carshalton, GB 100

Den Haag Centrum voor Strategische Studies B.V. Den Haag 80

Holland Metrology N.V. Delft 100

– NMi Nederland B.V. Delft 100

– Verispect B.V. Delft 100

– NMi Certin B.V. Delft 100

– VSL B.V. Delft 100

– NMi Italia S.R.L. Padua, Italië 70

TNO Diana B.V. Delft 70

– Femsys Ltd. Leicester, GB 100

– TNO Diana UK Ltd. Leicester, GB 100

– TNO Diana NA Inc. Delaware, VS 100

TNO Heimolen B.V. Bergen op Zoom 100

DUCARES B.V. Zeist 100

SU Biomedicine B.V. Zeist 70

Delft Patents B.V. Delft 90

BATAVIA Bioservices B.V. Leiden 75

– BATAVIA Holdings Inc Delaware, VS 100

– BATAVIA Bioservices Inc Delaware, VS 100

APP Beheer B.V. Bergen op Zoom 100

Aerospace Propulsion Products B.V. Hoogerheide 100

TNO NEEMT ULTIMO 2011 ONMIDDELLIJK, DAN WEL MIDDELLIJK, DEEL IN DE VOLGENDE VENNOOTSCHAPPEN:

Page 70: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 69/98

*) consolidatie met ingang van 2011

Naam Zetel %

APP Onroerend Goed B.V. Klundert 100

– TNO Triskelion B.V. *) Zeist 100

– TNO Homologations B.V. *) Helmond 100

ProQares B.V. *) Rijswijk 100

– ProQares USA Inc. (voorheen BCPS) Wahington, VS 100

GEGEVENS DEELNEMINGEN

Naam Zetel %

Mestcorp Inc. Lake Oswego, VS 6

BG Medicine Inc. Waltham, VS 0

Transport & Mobility Leuven N.V. Leuven, België 50

Prime Vision B.V. Delft 40

GnTel B.V. Groningen 34

WTCW N.V. Amsterdam 6

Noord Tech Ventures C.V. Groningen 3

Delbia B.V. Beverwijk 24

Dyadic International Inc. Jupiter, VS 0,1

TNO International Agencies B.V. Delft 100

NMi UK Ltd. Bangor 51

Sino-Euro Biomedicine Co. Ltd. Chengdu Sichuan 50

Delft Sense B.V. Delft 50

ConsumersVoice B.V. Groningen 90

Beijing Building Technology Development Company Ltd. Beijing, China 30

Dariuz B.V. Eindhoven 30

LEGYON B.V. Leeuwarden 40

Cropwatch Holding B.V. Oosterbeek 33

Cropwatch B.V. Oosterbeek 80

TNO Science & Technology Consultation Co. Ltd. Chengdu, China 100

Efectis Holding SAS St.Remy les Chevreuse 50

– Efectis France SAS St.Remy les Chevreuse 100

– Efectis Nederland B.V. Delft 100

– Efectis Investment NL B.V. Rijswijk 100

– Efectis Real Estate Company B.V. Rijswijk 100

– Efectis Ibérica S.L. Madrid, Spanje 54

– Efectis Eurasia Istanbul 100

Efectis Era Avrasya Istanbul 66

TÜV Rheinland TNO Automotive International B.V. Helmond 50

SoLayTec B.V. Eindhoven 30

Automotive Facilities Brainport Holding N.V. Helmond 24

European Electric Mobility Center B.V. Helmond 95

DE VOLGENDE ONDERNEMINGEN WORDEN NIET GECONSOLIDEERD:

Page 71: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 70/98

Naam Zetel %

AFB Driving Guidance Lab B.V. Helmond 95

CelSian Glass & Solar B.V. Eindhoven 100

Vervreemding/gestaakt in 2011

Instituut voor Sportaccomodaties (ISA SPORT) B.V. Arnhem 65

TNO Blgg AgriQ B.V. Wageningen 60

– AgriQ Laben Ltd. Antalya, Turkije 51

TNO Automotive Advanced Engineering B.V. Delft 100

BiosparQ B.V. Delft 80

Twente Inst. for Wireless and Mobile Communications B.V. Enschede 25

S&D Solutions B.V. Delft 100

3D Metal Forming B.V. Rijswijk 45

Inmotio Object Tracking B.V. Delft 45

Brightsight B.V. Delft 1

Verkeersradar B.V. Haarlem 50

GEGEVENS DEELNEMINGEN

Page 72: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 71/98

AAN DE RAAD VAN TOEZICHT EN DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE NEDERLANDSE ORGANISATIE VOOR TOEGEPAST-NATUURWETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK TNO.

VERKLARING BETREFFENDE DE JAARREKENINGWij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2011 van de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschap-pelijk onderzoek TNO te Delft gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2011 en de geconsolideerde en enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2011 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

VERANTWOORDELIJKHEID VAN HET BESTUUR De TNO Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarver-slag, beide in overeenstemming met de Richtlijnen Financiële Verslaggeving TNO van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de aanvullende brief d.d. 21 april 2004 met kenmerk OWB/FO/2004/8195. De TNO Raad van Bestuur is te-vens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als zij het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE ACCOUNTANT Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze con-trole verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waar-onder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het

uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-infor-matie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.

Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accoun-tant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschat-tingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële ver-slaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-infor-matie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.

OORDEEL Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van de Neder-landse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek TNO per 31 december 2011 en van het resultaat over 2011 in overeenstemming met de Richtlijnen Financiële Verslaggeving TNO van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de aanvullende brief d.d. 21 april 2004 met kenmerk OWB/FO/2004/8195.

CONTROLEVERKLARINGVAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT

Page 73: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 72/98

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT

VERKLARING BETREFFENDE OVERIGE BIJ OF KRACHTENS DE WET GESTELDE EISEN Naar analogie van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekort-komingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeen-komstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.

Rotterdam, 16 mei 2012KPMG ACCOUNTANTS N.V.

T.A. Kalmár RA

Page 74: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 73/98

In de GRI-indextabel kunt u terugvinden welke GRI-indicatoren zijn terug te vinden in het jaarverslag en waar. Hierbij betekent een ‘+’ dat het onderwerp in ons maatschappelijk verslag staat, een ‘±‘dat het onderwerp gedeeltelijk wordt beschreven, en een ‘-‘ dat het onderwerp geen deel uitmaakt van dit jaarverslag. ‘NR’ betekent dat het onderwerp voor TNO niet relevant is.

VOOR DIT VERSLAG HEBBEN WE GEBRUIKGEMAAKT VAN DE G3-RICHTLIJNEN VOOR DUURZAAMHEIDSVERSLAGEN VAN HET GLOBAL REPORTING INITIATIVE (GRI). DE RICHTLIJNEN ZIJN TOEGEPAST OP NIVEAU B +, ZIE DE VERKLA-RING VAN HET GRI. NAAST DE VERPLICHTE INFORMATIE (DE CATEGORIEËN 1.1 T/M 4.17 EN DE BELEIDS- VERKLARINGEN) HEBBEN WE EEN SELECTIE GEMAAKT VAN (MINSTENS TWINTIG) ECONOMISCHE, SOCIALE EN MILIEU-INDICATOREN.

GRI TABEL

Page 75: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 74/98

GRI TABEL

STRATEGIE EN ANALYSE

1.1 Verklaring van de CEO + Verslag Raad van Bestuur 10-12

1.2 Gevolgen, risico's en mogelijkheden + Verslag Raad van Bestuur 10,11

Organisatieprofiel

2.1 Naam organisatie + De bedrijfsnaam TNO staat voor Nederlandse

Organisatie voor Toegepast-Natuurwetenschappelijk

Onderzoek.

2.2 Merken, producten en/of diensten + TNO is een Research and Technology Organisation

die toegepast onderzoek en innovaties realiseert voor

en met opdrachtgevers bij overheid en bedrijfsleven,

nationaal en internationaal. We werken op basis van

maatschappelijke thema's.

2.3 Operationele structuur van de

organisatie

+ Corporate Governance

Verslag Raad van Bestuur

29,

10,11

en deze

tabel

De in januari 2011 geïmplementeerde reorganisatie

heeft een nieuwe operationele structuur met zich mee

gebracht met thematische aansturing enerzijds en

kennisborging en –ontwikkeling in expertisegebieden

anderzijds.

2.4 Locatie hoofdkantoor + De statutaire vestigingsplaats van TNO is Delft.

2.5 Landen van vestiging + TNO is in Nederland gevestigd en neemt deel in een

aantal vennootschappen waarvan de landen genoemd

staan in de gegevens van de deelnemingen. Het

complete overzicht is te vinden op www.tno.nl/locaties.

2.6 Eigendomsstructuur en rechtsvorm + Corporate Governance 29 In de TNO-wet is vastgelegd hoe de organisatie is

ingericht en wat de verhouding is tot de overheid.

TNO functioneerde in 2011 onder de ministeriële

verantwoordelijkheid van de minister van Economische

Zaken, Landbouw en Innovatie, maar voert zelfstandig

haar taken uit. De overheidsfinanciering wordt iedere

vier jaar vastgelegd op basis van het Strategisch Plan.

2.7 Afzetmarkten + Verslag Raad van Bestuur;

Toelichting op de

geconsolideerde winst- en

verliesrekening

10,

51

2011 Stond in het teken van de inrichting volgens

7 maatschappelijke thema’s waarin TNO samen

met stakeholders uit de samenleving (waaronder

bedrijfsleven en overheid) samenwerkt. Deze

onderling nauw verbonden thema’s zijn: Gezond

Leven, Industriële Innovatie, Integrale Veiligheid,

Energie, Mobiliteit, Gebouwde Omgeving en

Informatiemaatschappij.

De verdeling van activiteiten over de verschillende

stakeholders blijkt uit de jaarrekening.

Beschrijving GRI onderdelen Opgenomen Sectie Pagina Toelichting

Page 76: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 75/98

2.8 Bedrijfsomvang + Geconsolideerde winst- en

verliesrekening en balans

en toelichtingen daarop

42, 51,

58, 65

2.9 Organisatieveranderingen tijdens

verslagperiode

+ Verslag Raad van Bestuur;

Verslag Raad voor het

Defensieonderzoek

10, 11,

27

Vanaf januari 2011 heeft de reorganisatie zijn beslag

gekregen op de organisatie.

2.10 Onderscheidingen tijdens

verslagperiode

+ Geen specifieke onderscheidingen.

Verslagparameters

3.1 Verslagperiode + Geconsolideerde Balans 31, 57 De verslagperiode loopt van 1-1-2011 t./m 31-12-

2011.

3.2 Voorgaand verslag + Deze

tabel

Het jaarverslag over 2010 verscheen in mei 2011. Het

reguliere en MVO-onderdeel waren in dit jaarverslag

geïntegreerd.

3.3 Verslaggevingscyclus + Deze

tabel

Dit verslag wordt jaarlijks uitgebracht.

3.4 Contactperso(o)n(en) + Colofon

GRI TABELBeschrijving GRI onderdelen Opgenomen Sectie Pagina Toelichting

Page 77: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 76/98

3.5 Proces inhoudsbepaling van het verslag + Deze

tabel

De inhoud van het jaarverslag is gebaseerd op de

belangstelling van de belangrijkste stakeholders

van TNO, t.w. het eigen personeel enerzijds en de

klanten en opdrachtgevers (overheid en bedrijfsleven)

anderzijds. De zakelijke stakeholders dienen op basis

van het jaarverslag de financiële soliditeit van TNO

te kunnen toetsen; voor de overheid is van groot

belang dat externe vraagsturing en het adresseren van

maatschappelijke uitdagingen tot uiting komen in de

keuzes van TNO. Intern en extern is hierover discussie

gevoerd. Alle issues zijn in een materialiteitenmatrix

geplaatst waarbij het belang voor TNO is afgezet tegen

het belang voor de maatschappij. De onderwerpen

rechts en bovenin (hoog belang voor TNO en hoog

belang voor maatschappij) zijn meegenomen in de

rapportage: Energie in de gebouwde omgeving en ICT,

duurzame mobiliteit (zowel met betrekking tot de eigen

bedrijfsvoering als activiteiten voor klanten); duurzaam

inkopen; diversiteit, opleiding en bedrijfscode; hoe

gaat TNO om met maatschappelijk gevoelige zaken

zoals: het onderzoek voor defensie, nanotechnologie,

schaliegas en dierproeven; bijdrage TNO aan

ontwikkelingslanden (Innovation for Development).

De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor

deze inhoudsopgave.

3.6 Afbakening + Deze

tabel

Dit jaarverslag is van toepassing op TNO. De

hoofdstukken ‘Medewerkers maken het verschil’,

en ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen’ zijn

exclusief van toepassing op de organisatie TNO, niet

op de deelnemingen.

3.7 Beperkingen voor de reikwijdte of

afbakening

+ Deze

tabel

De hoofdstukken ‘Medewerkers maken het verschil’,

en ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen’ zijn

exclusief van toepassing op de organisatie TNO, niet

op de deelnemingen.

3.8 Basis voor verslaggeving over

samenwerkingsverbanden

+ Toelichting behorende

tot de geconsolideerde

jaarrekening 2011

40, 50,

68, 69

GRI TABELBeschrijving GRI onderdelen Opgenomen Sectie Pagina Toelichting

Page 78: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 77/98

3.9 Berekeningsgrondslagen + Toelichting bij de

geconsolideerde

jaarrekening

De milieufootprint van TNO

35, 36,

19 en

deze

tabel

De grondslagen voor de jaarrekening

worden uitgebreid toegelicht vanaf p 35; de

berekeningsgrondslag voor de milieufootprint wordt

toegelicht op p 19 en in het achtergronddocument

'Toelichting milieufootprint TNO 2011', dat te vinden is

op www.tno.nl/mvo.

3.10 Herformuleringen + Er hebben geen herformuleringen plaatsgevonden.

3.11 Veranderingen in de verslaglegging + Er hebben zich in de rapportageperiode geen

significante veranderingen voorgedaan die relevant

zijn voor deze verslaglegging.

3.12 Standaardonderdelen van de

informatievoorziening

+ Deze

tabel

3.13 Externe validatie + Assurance rapport 25, 26

Bestuur, verplichtingen en betrokkenheid

4.1 Bestuursstructuur + Corporate Governance 29,30

4.2 Voorzitter van het hoogste

bestuurslichaam

+ Samenstelling Raden 4

4.3 Onafhankelijkheid hoogste

bestuurslichaam

+ Verslag Raad van Toezicht

Corporate Governance

8, 29

4.4 Mechanismen voor aandeelhouders en

medewerkers voor aanbevelingen hoogste

bestuursorgaan

+ Medewerkers maken het

verschil

15

4.5 Koppeling vergoedingen hoogste

bestuurslichaam en prestaties van de

organisatie

+ Verslag Raad van Toezicht;

Rapportage op grond van

de wet openbaarmaking

uit publieke middelen

gefinancierde topinkomens

(WOPT);

Toelichting Geconsolideerde

Jaarrekening

9, 53,

67

4.6 Processen waarmee hoogste

bestuurslichaam waarborgt dat strijdige

belangen worden vermeden

+ Corporate Governance 29, 30 In de Corporate Governance staat beschreven hoe

TNO de Code Goed Bestuur Uitvoeringsorganisaties

toepast. Het vermijden van strijdige belangen is hier

onderdeel van.

4.7 Proces voor het bepalen van de

kwalificaties van de leden van de raad van

bestuur voor begeleiden van de strategie

t.a.v. sociale- economische- en milieu

onderwerpen

+ Maatschappelijk

verantwoord ondernemen

18 Het begeleiden van de strategie t.a.v. voor

‘duurzaamheid’ gerelateerde onderwerpen is

gedelegeerd aan MVO-stuurgroep.

GRI TABELBeschrijving GRI onderdelen Opgenomen Sectie Pagina Toelichting

Page 79: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 78/98

4.8 Intern ontwikkelde missieverklaringen

en gedragscodes die van belang zijn voor

de MVO-prestaties

+ Maatschappelijk

Verantwoord Ondernemen

18 In oktober 2011 is de Policy Statement Corporate

Social Responsibility goedgekeurd door de RvB.

Deze verklaring geeft aan hoe TNO omgaat met de

onderwerpen people, planet en profit en maakt daarbij

een uitsplitsing naar Ethics, Health and Safety, Labour

and Environment.

4.9 Procedures van de raad van bestuur

voor beoordelen, bijsturen en managen van

de duurzaamheidsprestatie

+ Maatschappelijk

verantwoord ondernemen

18 TNO heeft een MVO stuurgroep met daarin de

directeur Finance and Facilities, de innovatiedirecteur

Buildings and Infrastructure en de directeur Business

and Information. Zij sturen de MVO-officer aan. Deze

stuurgroep overlegt minimaal eenmaal per jaar met

de Raad van Bestuur over de behaalde resultaten en

bijsturing van het MVO-beleid.

4.10 Processen voor het evalueren van de

eigen prestaties van de raad van bestuur

+ Corporate Governance 9, 29 De Remuneratiecommissie en de selectie- en

benoemingscommissie hebben beide twee maal

vergaderd.

4.11 Toelichting over de toepassing van het

voorzorgsprincipe

+ Deze

tabel

De algemene voorwaarden van TNO gaan uit van

een gelimiteerde aansprakelijkheid. Dit hangt samen

met de aard van het werk dat door TNO wordt

uitgevoerd. Voor het deel dat onder de gelimiteerde

aansprakelijkheid valt heeft TNO een verzekering

afgesloten.

TNO oefent haar verantwoordelijkheid uit op het

gebied van fraudepreventie. Daarvoor wordt gebruik

gemaakt van de administratieve organisatie, alsmede

van interne beheersmaatregelen, de Bedrijfscode en

de Klokkenluidersregeling.

4.12 Extern ontwikkelde initiatieven die de

organisatie onderschrijft

+ Medewerkers maken het

verschil;

Maatschappelijk

verantwoord ondernemen

17, 21,

22, 23

TNO heeft zich in 2011 o.a. gecommitteerd aan een

aantal ontwikkelingssamenwerkings-, mobiliteits- en

onderwijsinitiatieven.

4.13 Lidmaatschap van verenigingen en

belangenorganisaties

+ Verslag Raad van Bestuur 10 en

deze

tabel

TNO participeert in talloze organisaties. Op strategisch

gebied wordt internationaal samengewerkt in het

kader van EARTO (trade association of Europe’s

specialised research and technology organisations) en

op nationaal niveau met de TO2 federatie. Sinds 2011

is Jan Mengelers (voorzitter van de RvB) voorzitter van

EARTO.

GRI TABELBeschrijving GRI onderdelen Opgenomen Sectie Pagina Toelichting

Page 80: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 79/98

4.14 Lijst met relevante groepen

belanghebbenden voor de organisatie

+ Verslag Raad van Bestuur 10-12

en deze

tabel

Belangrijke stakeholdes voor TNO: De medewerkers,

de ministeries, bedrijven (zowel grote bedrijven als

het MKB) en de maatschappij. Bij de ministeries

spelen met name OC&W, EL&I en Defensie een

belangrijke rol. In het Strategisch Plan 2011-2014 is

per thema een lijst overheids- en bedrijfsstakeholders

opgenomen (te downloaden van: www.tno.nl/

downloads/tno_strategisch_plan_2011_2014.pdf: pp.

40, 50, 60, 70, 78, 86, 94).

4.15 Basis voor selectie van

belanghebbenden

+ Deze

tabel

TNO bestrijkt in de 7 thema’s een breed palet

stakeholders; voor elk van deze thema’s is een

uitgebreide verantwoording voor de ‘long-list’ van

stakeholders beschikbaar in het Strategisch Plan

2011-2014 en wel op de pagina’s aangegeven bij de

toelichting op 4.14.

4.16 Benadering van belanghebbenden + Verslag Raad van Bestuur 10-12

en deze

tabel

De opzet van het strategisch plan 2011-2014 heeft

een uitgebreide consultatie met stakeholders met zich

meegebracht.

4.17 Reactie organisatie op de

onderwerpen naar voren gekomen in

contact met stakeholders

+ Verslag Raad van Bestuur 10, 11

en deze

tabel

Vraagsturing staat centraal in TNO’s ‘offerte aan de

samenleving’: de strategie van TNO wordt in essentie

bepaald door deze stakeholderrelaties. In 2011 is een

belangrijk verbindingsmoment geweest de aansluiting

met de negen economische topsectoren, die door de

overheid zijn gekozen.

Beleidsverklaringen

DMA EC Beleidsverklaring: Economisch + Verslag Raad van Bestuur 10-12

- DMA EC: Economische performance + Verslag Raad van Bestuur

Geconsolideerde winst- en

verliesrekening

- DMA EC Aanwezigheid in de markt NR

- DMA EC Indirecte economische impact + Verslag Raad van Bestuur 10, 11

en deze

tabel

TNO streeft naar ‘Impact’ (titel van het strategisch plan

2011-2014 is: ‘Innoveren met impact’) en tracht dit te

bereiken in samenwerking met diverse andere partijen

en met focus vanuit de zeven maatschappelijke

thema’s.

GRI TABELBeschrijving GRI onderdelen Opgenomen Sectie Pagina Toelichting

Page 81: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 80/98

DMA EN Beleidsverklaring: Milieu

(Aspecten: Materialen, Energie, Emmisies

en afval, Producten en diensten, Transport,

Overall)

+ Maatschappelijk

Verantwoord Ondernemen

18. en

deze

tabel

Dit staat beschreven in de Policy Statement CSR. De

relevante aspecten voor dit jaarverslag worden alle

behandeld in het hoofdstuk ‘De Milieufootprint van

TNO’. Er is sprake van samenhangend beleid op het

gebied van de interne bedrijfsvoering op elk van de

genoemde aspecten. Uitvoering is in handen van de

stafafdeling Finance and Facilities.

DMA LA Beleidsverklaring: Medewerkers

(Aspecten: Werkgelegenheid, werkgever-

werknemerrelaties, arbo en veiligheid,

opleiding en diversiteit)

+ Medewerkers maken het

verschil;

Maatschappelijk

Verantwoord Ondernemen

14-18.

en deze

tabel

Dit staat beschreven in de Policy Statement CSR.

In het hoofdstuk ‘Medewerkers maken het verschil’

wordt uitgebreid ingegaan op de beleid dat TNO voert

t.a.v. de relevante aspecten m.b.t. het beleid voor

medewerkers: arbeidsvoorwaardenontwikkeling,

arbeidsomstandigheden, opleiding en diversiteit.

Verder vallen alle medewerkers van TNO onder een

collectieve arbeidsovereenkomst.

DMA HR Beleidsverklaring: Mensenrechten

(aspecten: investerings- en aankoopbeleid,

non-discriminatie)

+ Maatschappelijk

Verantwoord Ondernemen;

Innovation for Development

18, 22,

23 en

deze

tabel

Dit staat beschreven in de Policy Statement

CSR. Medewerkers die werken op het gebied

van ontwikkelingssamenwerking ontvangen

speciale training op het gebied van ethiek in

ontwikkelingsgebieden.

DMA SO Beleidsverklaring: Maatschappij

- aspect Corruptie

- aspect Publiek beleid

- aspect anti-concurrentieel gedrag

+ Verslag Raad van Toezicht;

Corporate Governance;

Medewerkers maken het

verschil

8, 29,

30, 18

en deze

tabel

Dit staat beschreven in de Policy Statement CSR.

De Raad van Toezicht ziet toe op de juiste uitvoering

van de TNO-wet, zoals dat in Corporate Governance

is vastgelegd. Hierbij staan onafhankelijkheid en

vermijden van oneigenlijke concurrentie centraal.

Integriteit speelt een belangrijke rol zoals vastgelegd

in de bedrijfscode, die met alle nieuwe medewerkers

wordt besproken.

DMA PR Beleidsverklaring: Product

Responsability

(aspecten: Product- en dienstlabelling en

Compliance)

+ Deze

tabel

TNO heeft als missie innovaties creëren en sluit over

het algemeen projecten af met het opleveren van een

rapport. De kwaliteit wordt verbeterd aan de hand van

de uitkomsten uit klanttevredenheidsonderzoek. In de

GRI-tabel wordt ingegaan op de uitkomsten, zie PR 5.

Economische indicatoren

EC 1 Directe economische waarde + Geconsolideerde balans

en geconsolideerde

jaarrekening inclusief

toelichtingen

31-56

EC 2 Financiële implicaties als gevolg van

klimaatverandering

-

GRI TABELBeschrijving GRI onderdelen Opgenomen Sectie Pagina Toelichting

Page 82: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 81/98

EC 3 Dekking uitkeringenplan -

EC 4 Financiële steun van de overheid + Geconsolideerde balans

en geconsolideerde

jaarrekening inclusief

toelichtingen

3, 7, 52

EC 5 Verhouding standaard

aanvangssalaris en het lokale

minimumloon

-

EC 6 Lokaal gevestigde leveranciers -

EC 7 Lokale personeelswerving -

EC 8 Dienstverlening en investering gericht

op maatschappelijk belang

+ Maatschappelijk

verantwoord ondernemen;

Innovation for development

22, 23 De investeringen in Ontwikkelingssamenwerking

zijn een duidelijk signaal van maatschappelijke

investeringen van TNO.

EC 9 Beschrijving indirecte economische

impact

+ Verslag Raad van Bestuur 10-12 Innovation for Life staat centraal binnen TNO en m.n.

binnen het Strategisch Plan 2011-2014.

Milieu-indicatoren

EN 1 Gewicht van materialen - Het gewicht van ingekochte materialen wordt niet

gemonitord

EN 2 Gebruikte materialen uit externe

bronnen

+ Maatschappelijk

verantwoord ondernemen;

Energie en ICT; Duurzaam

inkopen;

21, 22

en deze

tabel

In 2011 begin gemaakt met invoering nieuwe

werkplekken (ICT hardware) voor alle TNO-ers. Afvoer

van oude werkplekken: contract met Viafrika voor

hergebruik en/of recycling van materialen; eis nieuwe

werkplekken: 50% recyclebaar.

EN 3 Direct primair energieverbruik + Maatschappelijk

verantwoord ondernemen;

Een overzicht:

milieukentallen

19, 20

EN 4 Indirect energieverbruik + Maatschappelijk

verantwoord ondernemen;

Een overzicht:

milieukentallen

19, 20

EN 5 Energiebesparing + Maatschappelijk

verantwoord ondernemen

19, 20,

21, 22

De verandering in energieverbruik is onderdeel van de

milieufootprint.

EN 6 Initiatieven om energie-efficiënte

producten of diensten aan te bieden en de

bijbehorende daling in energieverbruik

± Maatschappelijk

verantwoord ondernemen

20, 21,

22 en

deze

tabel

Duurzaamheid en schaarste vormen een rode

draad door de thema’s heen; consequenties voor

energieverbruik worden nog niet gecalculeerd.

EN 7 Initiatieven om het indirecte

energieverbruik te reduceren

+ Maatschappelijk

verantwoord ondernemen

20-22

GRI TABELBeschrijving GRI onderdelen Opgenomen Sectie Pagina Toelichting

Page 83: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 82/98

EN 8 Totale waterverbruik ± Maatschappelijk

verantwoord ondernemen;

Milieufootprint 2011

19

EN 9 Wateronttrekking -

EN 10 Hergebruik van water -

EN 11 Locatie land in/aan beschermde

gebieden

-

EN 12 Significante gevolgen op de

biodiversiteit

-

EN 13 Bescherming van habitats -

EN 14 Strategieën en beleid om gevolgen

op de biodiversiteit te beheersen

-

EN 15 Bedreigde of beschermde

diersoorten

-

EN 16 Emissie van broeikasgassen + Maatschappelijk

verantwoord ondernemen

19, 20

en deze

tabel

Achtergronddocument 'Toelichting Milieufootprint TNO

2011', te vinden op www.tno.nl/mvo.

Gebruikt is de IPCC-methode voor GWP (Global

Warming Potential) 100a om broeikasgasequivalenten

te berekenen voor directe emissies en scope 3-niveau.

EN 17 Andere indirecte emissie van

broeikasgassen

+ Maatschappelijk

verantwoord ondernemen

19, 20

EN 18 Initiatieven om de indirecte

broeikasgassen te reduceren

+ Maatschappelijk

verantwoord ondernemen

20, 22

EN 19 Emissie van ozonafbrekende stoffen -

EN 20 NO- en SO-luchtemissies -

EN 21 Totale waterafvoer naar kwaliteit -

EN 22 Totaalgewicht afval -

EN 23 Aantal en volume van significante

lozingen

-

EN 24 Gevaarlijk afval -

EN 25 Waterlichamen en daaraan

gerelateerde habitats die worden beïnvloed

door afgevoerd water

-

EN 26 Initiatieven om de milieugevolgen te

verminderen

+ Maatschappelijk

verantwoord ondernemen

18-24

EN 27 Terugvorderbaar percentage van

gewicht verkochte producten

-

EN 28 Monetaire waarde van significante

boetes

-

EN 29 Milieu-impact van het transport van

goederen en werknemers

+ Maatschappelijk

verantwoord ondernemen

22

GRI TABELBeschrijving GRI onderdelen Opgenomen Sectie Pagina Toelichting

Page 84: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 83/98

EN 30 Investeringen en uitgaven voor

milieubescherming

+ Maatschappelijk

verantwoord ondernemen

21-24

Sociale indicatoren

LA 1 Profiel personeelsbestand + Medewerkers maken het

verschil

14 en

deze

tabel

Eind 2011 hadden 3403 medewerkers een contract

voor onbepaalde tijd en 340 medewerkers een

contract voor bepaalde tijd. 971 TNO-medewerkers

hadden op 31 december 2011 een part-time

dienstverband.

LA 2 Personeelsverloop, opgesplitst naar

groep (regio, geslacht, leeftijdscategorie)

-

LA 3 Voordelen voor medewerkers die niet

gelden voor tijdelijke of deeltijdcontracten

+ Medewerkers maken het

verschil

15 en

deze

tabel

De arbeidsvoorwaarden van TNO zijn van toepassing

voor alle medewerkers met een dienstverband bij

TNO, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen

voltijd- en deeltijd contracten. Tijdelijke contracten

zijn maatwerk die soms met zich meebrengen dat

bepaalde vergoedingen om fiscale reden, die gelegen

zijn in de duur van het arbeidscontract, niet of beperkt

van toepassing zijn.

LA 4 Percentage medewerkers dat onder

een collectieve arbeidsovereenkomst valt

+ Medewerkers maken het

verschil

15 en

deze

tabel

De arbeidsvoorwaarden van TNO zijn van toepassing

voor medewerkers met een dienstverband bij TNO,

waarbij er met elke medewerker een individuele

arbeidsovereenkomst is afgesloten.

LA 5 Minimale opzegtermijn(en) in verband

met operationele veranderingen

-

LA 6 Percentage personeelsbestand dat

is vertegenwoordigd in gezondheids- en

veiligheidscommissies

+ Deze

tabel

In 2011 heeft de RvB het document “Arbo – veiligheid:

het organisatiemodel” goedgekeurd.

De verantwoordelijkheid voor arbo- en veiligheid

is hiermee expliciet belegd in de lijnorganisatie

van Expertisegebieden, Thema’s en Stafdiensten

en TNO Bedrijven. Het eigen regiemodel is verder

ingevoerd, wat betekent dat medewerkers en

leidinggevenden samen verantwoordelijk zijn

voor het voorkomen en aanpakken van verzuim.

Een substantieel deel van de medewerkers is

betrokken bij arbo en veiligheid: zo zijn er 350

bedrijfshulpverleners, 60 preventiemedewerkers, 4

bioveiligheidsfunctionarissen, 15 stralingsdeskundigen

en circa 400 ruimtebeheerders.

LA 7 Arbeidsongeschiktheid -

GRI TABELBeschrijving GRI onderdelen Opgenomen Sectie Pagina Toelichting

Page 85: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 84/98

LA 8 Risicobeheersingprogrammas in

verband met ernstige ziekten

-

LA 9 Gezondheids- en

veiligheidsvraagstukken waarover

afspraken zijn gemaakt met de vakbond

-

LA 10 Gemiddeld aantal uur Opleidingen

en trainingen

- Medewerkers maken het

verschil

15, 16

en deze

tabel

De uitsplitsing naar (type) medewerker wordt niet

centraal gedaan.

LA 11 Programma's voor

competentiemanagement en levenslang

leren

+ Medewerkers maken het

verschil

15, 16

LA 12 Percentage medewerkers

met Resultaat- en carrière-

ontwikkelingsgesprekken

+ Medewerkers maken het

verschil

15, 16 Het is het beleid van TNO dat elke medewerker

een jaarlijkse cyclus van resultaat- en

ontwikkelingsgesprekken doorloopt.

LA 13 Diversiteit van personeel + Medewerkers maken het

verschil

LA 14 Verhouding tussen basissalarissen

van mannen en vrouwen

+ Medewerkers maken het

verschil

15, 16

en deze

tabel

De arbeidsvoorwaarden van TNO zijn van toepassing

voor medewerkers met een dienstverband bij TNO,

waarbij er met elke medewerker een individuele

arbeidsovereenkomst is afgesloten. Vanzelfsprekend

wordt hierbij geen onderscheid gemaakt tussen

mannen en vrouwen.

HR 1 Investeringsovereenkomsten waar

mensenrechtenclausules zijn opgenomen

NR

HR 2 Toetsing belangrijke leveranciers op

naleving van de mensenrechten

- TNO houdt zich aan de Nederlandse wet- en

regelgeving waarmee er voor deze organisatie geen

noodzaak is tot aanvullend beleid op dit terrein.

HR 3 Trainingen op het gebied van

mensenrechten

+ Maatschappelijk

verantwoord ondernemen;

Innovation for Development

22, 23

en deze

tabel

Het team Ontwikkelingssamenwerking wordt getraind

in ethisch handelen in ontwikkelingsgebieden.

HR 4 Discriminatie + Deze

tabel

Binnen TNO zijn in 2011 geen gevallen van

discriminatie bekend.

HR 5 Vrijheid van vereniging -

HR 6 Kinderarbeid NR

HR 7 Gedwongen of verplichte arbeid NR

HR 8 Veiligheidspersoneel dat is getraind

in het naleven van organisatiebeleid ten

aanzien van mensenrechten

NR

HR 9 Rechten van oorspronkelijke bevolking NR

SO 1 Maatschappelijke activiteiten -

SO 2 Bedrijfseenheden geanalyseerd op

corruptiegerelateerde risico's

-

Beschrijving GRI onderdelen Opgenomen Sectie Pagina Toelichting

GRI TABEL

Page 86: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 85/98

SO 3 Training in anticorruptiebeleid + Medewerkers maken het

verschil; Gedragscodes

17 en

deze

tabel

TNO heeft integriteit als een van de kernwaarden

binnen de bedrijfscode gedefinieerd. Dit aspect wordt

behandeld tijdens de introductiecursus voor nieuwe

TNO-ers. In 2011 hebben alle (196 = 5% medewerkers)

nieuwe TNO-medewerkers deze cursus gevolgd.

SO 4 Maatregelen naar aanleiding van

corruptie

+ Deze

tabel

Binnen TNO zijn in 2011 geen gevallen van corruptie

bekend.

SO 5 Standpunten publiek beleid NR

SO 6 Bijdragen aan politieke partijen + Deze

tabel

TNO geeft geen financiële bijdragen aan politieke

partijen.

SO 7 Boetes voor anti-competitieve

activiteiten

+ Deze

tabel

In 2011 zijn geen sancties genomen die gerelateerd

zijn aan anticompetitieve of gerelateerde activiteiten.

SO 8 Monetaire waarde van significante

boetes

+ Deze

tabel

In 2011 zijn geen boetes of andere maatregelen

opgelegd als gevolg van non-compliance met wet- en

regelgeving.

PR 1 Beoordeling gevolgen gezondheid en

veiligheid

-

PR 2 Incidenten waarbij regelgeving met

betrekking tot gezondheid en veiligheid van

producten en diensten niet werd nageleefd

-

PR 3 Verplichte informatie over producten

en diensten

-

PR 4 Incidenten waarbij verplichte

informatie over producten en diensten niet

werd nageleefd

-

PR 5 Klanttevredenheid + Verslag Raad van Bestuur 10, 11

en deze

tabel

TNO laat continu klanttevredenheid peilen door een

extern onafhankelijk bureau en voert in aanvulling

daarop zelf metingen uit na afronding van projecten.

In 2011 werden circa 330 projecten extern

beoordeeld. De algemene klanttevredenheidscore (op

5-puntsschaal) was 4,2 (gelijk aan 2010). Kennis/

deskundigheid wordt gezien als sterkste punt, terwijl

de ervaren prijs/kwaliteitverhouding voor verbetering

vatbaar is. De intern uitgevoerde metingen bevestigen

dit beeld. De vragenlijsten zijn in 2011 aangepast aan

de nieuwe strategie en uitgebreid met vragen naar

de economische en/of maatschappelijke impact die

de klant met het door TNO uitgevoerde project heeft

bereikt of denkt te bereiken.

PR 6 Regelgeving met betrekking tot

marketingcommunicatie

-

Beschrijving GRI onderdelen Opgenomen Sectie Pagina Toelichting

GRI TABEL

Page 87: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 86/98

PR 7 Incidenten waarbij regelgeving met

betrekking tot marketingcommunicatie niet

werd nageleefd

-

PR 8 Klachten over privacy klanten -

PR 9 Monetaire waarde van significante

boetes

+ Deze

tabel

Aan TNO zijn in 2011 geen boetes opgelegd.

Beschrijving GRI onderdelen Opgenomen Sectie Pagina Toelichting

GRI TABEL

Page 88: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 87/98

REDACTIE EN PRODUCTIEMarketing and Communications

TEKSTMarketing and Communications

VORMGEVINGBARLOCK, Den Haag

FOTOGRAFIE Thijs Wolzak

©TNO, mei 2012

COLOFON

Page 89: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 88/98

EEN VERBONDEN SAMENLEVING TNO ONDERZOEKT DE GEVOLGEN VAN DE INFORMATIEMAAT-SCHAPPIJ EN STIMULEERT DE INTRODUCTIE VAN NIEUWE DIENSTEN, TOEPASSINGEN EN BELEID OP BASIS VAN DE NIEUWSTE ICT, MEDIA EN RUIMTEVAARTTECHNOLOGIE.

MANAGING DIRECTORProf. dr. ir. Erik Huizer088 86 670 89 | [email protected]

TOEKOMSTIG INTERNETGEBRUIK

Director of Innovation:Prof. dr. ir. Erik Fledderus088 86 670 95 | [email protected]

MAATSCHAPPELIJKE IMPACT VAN ICT

Director of Innovation:Ir. Frank van Aken088 86 670 17 | [email protected]

VITALE ICT- INFRASTRUCTUREN

Director of Innovation:Ir. Erik Peeters088 86 672 26 | [email protected]

SPACE

Director of Innovation:Ir. Bas Dunnebier PDEng.088 86 663 85 | [email protected]

WIJ VERBINDEN MENSEN EN KENNIS

Page 90: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 89/98

WIJ VERBINDEN MENSEN EN KENNIS

DUURZAME ENERGIEVOORZIENING TNO DRAAGT DOOR MIDDEL VAN INNOVATIES BIJ AAN EEN DUURZAME, EFFICIËNTE EN LEVERINGSZEKERE ENERGIEVOOR-ZIENING.

MANAGING DIRECTORDr. Mart van Bracht088 86 644 00 | [email protected]

OLIE EN GAS

Director of Innovation: Dr. ir. Chris te Stroet088 86 647 56 | [email protected]

ENERGIE EFFICIËNTIE

Director of Innovation: Drs. Suzanne van Kooten088 86 671 67 | [email protected]

GEOLOGISCHE DIENST NEDERLAND Director of Innovation: Drs. Tirza van Daalen088 86 625 09 | [email protected]

Page 91: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 90/98

WIJ VERBINDEN MENSEN EN KENNIS

STRUCTURELE CONCURRENTIEKRACHT INDUSTRIE TNO VERSTERKT DE INNOVATIEKRACHT VAN DE INDUSTRIE DOOR INNOVATIE VAN PRODUCTEN EN PROCESSEN MET EEN STERKE FOCUS OP DUURZAAMHEID.

MANAGING DIRECTORMr. Arnold Stokking, MBA088 86 683 14 | [email protected]

HIGHTECH SYSTEMEN EN MATERIALEN

Director of Innovation:Dr. ir. Egbert-Jan Sol088 86 654 38 | [email protected]

MARITIEM EN OFFSHORE

Director of Innovation:Ir. Jan Hoegee088 86 648 04 | [email protected]

CHEMIE

Director of Innovation:Dr. ir. Arij van Berkel088 86 621 57 | [email protected]

INDUSTRIËLEINNOVATIE

Page 92: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 91/98

WIJ VERBINDEN MENSEN EN KENNIS

EEN VEILIGE SAMENLEVING TNO FOCUST OP EEN VEILIGE SAMENLEVING DOOR HET CREËREN VAN INNOVATIES VOOR MENSEN DIE ZICH DAGELIJKS INZETTEN BIJ DEFENSIE, POLITIE, HULPDIENSTEN EN HET BEDRIJFSLEVEN.

MANAGING DIRECTORDrs. Henk Geveke088 86 684 53 | [email protected]

DEFENSIE

Director of Innovation:Drs. Henk Jan Vink088 86 682 01| [email protected]

VEILIGE MAATSCHAPPIJ

Director of Innovation:Mr. drs. Ida Haisma088 86 638 23 | [email protected]

Page 93: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 92/98

WIJ VERBINDEN MENSEN EN KENNIS

VITALE STEDELIJKE OMGEVING TNO WERKT AAN TRANSITIES EN INNOVATIES DIE BIJDRAGEN AAN EEN DUURZAME BEBOUWING EN INRICHTING VAN BE-SCHIKBARE RUIMTE OM COMFORTABEL TE KUNNEN LEVEN IN EEN DICHTBEVOLKT LAND.

MANAGING DIRECTORIr. Dick Schmidt088 86 684 55 | [email protected]

STEDELIJKE ONTWIKKELING

Director of Innovation: Dr. Marianne Kuijpers-Linde088 86 613 94 | [email protected]

DUURZAAM BOUWEN Director of Innovation: Dr. Henk Miedema088 86 683 88 | [email protected]

Page 94: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 93/98

WIJ VERBINDEN MENSEN EN KENNIS

SLIMMERE MOBILITEIT VERSNELT DE VOORUITGANG TNO VERSNELT DE VOORUITGANG MET DE COMBINATIE VAN TECHNOLOGISCHE INNOVATIE, BEÏNVLOEDING VAN MENSE-LIJK GEDRAG ÉN SLIMMERE ORGANISATIE OM DE MOBILITEIT SCHOON, STIL EN VEILIG TE MAKEN.

MANAGING DIRECTORIr. Leo Kusters088 86 657 47 | [email protected]

BETROUWBAAR VERKEERSSYSTEEM

Director of Innovation: Dr. ir. Michiel Jak088 86 609 71 | [email protected]

VEILIGE EN SCHONE TRANSPORTMIDDELEN

Director of Innovation: Ir. Leo Kusters088 86 657 47 | [email protected]

Page 95: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 94/98

WIJ VERBINDEN MENSEN EN KENNIS

EEN VITALE SAMENLEVING TNO INITIEERT TECHNOLOGISCHE EN SOCIALEINNOVATIE VOOR EEN GEZONDE INRICHTING VAN ONS LEVENEN VOOR EEN VITALE SAMENLEVING.

MANAGING DIRECTORDr. Niek Snoeij088 86 684 43 | [email protected]

LEVENSLANG GEZOND

Director of Innovation:Dr. Nico van Meeteren088 86 662 60 | [email protected]

VOEDING

Director of Innovation:Dr. Jan Pieter van der Lugt MBA088 86 618 81 | [email protected]

BIOMEDISCHE INNOVATIES

Director of Innovation:Dr. Peter van Dijken088 86 684 63 | [email protected]

ARBEID

Director of Innovation:Prof. dr. ir. Paulien Bongers088 86 653 25 | [email protected]

Page 96: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 95/98

WIJ VERBINDEN MENSEN EN KENNIS

MANAGING DIRECTORProf. dr. Peter Werkhoven088 86 682 25 | [email protected]

Director of Research:Dr. Henri Werij088 86 611 05 | [email protected]

Director of Research:Ir. Hugo Vos088 86 664 79 | [email protected]

Director of Research:Dr. ir. Machteld de Kroon088 86 663 63 | [email protected]

TECHNICAL SCIENCES

Page 97: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 96/98

WIJ VERBINDEN MENSEN EN KENNIS

MANAGING DIRECTORDr. Diederik Zijderveld088 86 684 52 | [email protected]

Director of Research: Dr. ir. Tineke Brussaard088 86 650 42 | [email protected]

Director of Research: Drs. Aukje Hassoldt088 86 620 90 | [email protected]

EARTH, ENVIRONMENTAL AND LIFE SCIENCES

Page 98: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 97/98

WIJ VERBINDEN MENSEN EN KENNIS

MANAGING DIRECTORDr. Angelien Sanderman088 86 672 48 | [email protected]

Director of Research: Ir. Peter Schulein088 86 639 96 | [email protected]

Director of Research: Ir. Eric Veldkamp088 86 673 05 | [email protected]

BEHAVIOURAL AND SOCIETAL SCIENCES

Page 99: TNO Jaarverslag 2011

TNO JAARVERSLAG 2011 98/98

WIJ VERBINDEN MENSEN EN KENNIS

TNO BEDRIJVEN COMMERCIALISEERT EN EXPLOITEERT DOOR TNO ONTWIKKELDE KENNIS DAAR WAAR DIT NIET DIRECT DOOR DE MARKT WORDT OPGEPAKT. WIJ DOEN DIT SAMEN MET HET BEDRIJFSLEVEN EN INVESTEERDERS EN VERSNELLEN DAARMEE HET VALORISATIEPRO-CES. VERDER IS TNO BEDRIJVEN VERANTWOORDELIJK VOOR HET VER-ZELFSTANDIGEN VAN TNO-ACTIVITEITEN EN STARTEN VAN SPIN-OFFS.

MANAGING DIRECTORIng. Victor Elsendoorn088 86 698 95 | [email protected]

TNO BEDRIJVEN BV

Page 100: TNO Jaarverslag 2011

TNO.NL