Tijding zomer 2012
-
Upload
izb-passie-voor-missie -
Category
Documents
-
view
222 -
download
2
description
Transcript of Tijding zomer 2012
tijdingLedenblad van de IZB, jaargang 74, nr. 2
IZB partner in missie
• Onderzoekonderkerktoetreders
• Toerustingaandorpsgemeenten
Discipel van de vijgenboomc o l u m n
De wederkomst van Christus: kan de kerk die straffeloos verwaarlozen? In het
Nieuwe Testament hoort de verwachting van de grote dag van Christus bij het
hart van het christelijke getuigenis. Voor de kerk in de Westerse wereld lijkt die
verwachting echter een minimale rol te spelen. Triest genoeg, want het is een illusie om
te denken dat de verwaarlozing van een zo wezenlijk geloofsgoed geen gevolgen zou
hebben. Lauwheid en wereldgelijkvormigheid zijn er een regelrecht gevolg van.
De grote Engelse zendingsman John Stott (1921-2011) benadrukte in toenemende mate
het onopgeefbare belang van de verwachting van de terugkomende Christus. In zijn
laatste boek (Radicaal discipelschap) laat hij zien dat die verwachting niets te maken
heeft met een vlucht uit de wereld. Integendeel: hij benadrukt hoe de verwachting van
de grote dag invloed heeft op onze concrete levenswandel. In het omgaan met ons
bezit en onze welvaart. Door een eenvoudige levensstijl te praktiseren met ruimte om
te kunnen weggeven. Door zelf gestalte te geven aan de gelijkwaardigheid van alle
mensen en nooit toe te geven aan vooroordelen en discriminatie. Door zorg te hebben
voor Gods schepping (duurzaamheid was voor vogelliefhebber John Stott al in een
vroeg stadium een thema).
In de ‘rede over de laatste dingen’ spreekt Christus indringend over de verwachting
van zijn komst en gebruikt Hij het beeld van de vijgenboom. Als de takken teer worden
en de bladeren uitlopen weet je dat de zomer in aantocht is, zegt Hij. Leer die les van
de vijgenboom, is de boodschap (Mattheüs 24 : 32). Je zou het heel letterlijk kunnen
vertalen als: wees een discipel van de vijgenboom! Het Griekse woord voor ‘leren’ is
hetzelfde woord dat gebruikt wordt voor ‘discipel zijn’. Verwachting van de wederkomst
hoort bij de kern van discipel zijn. Een werkelijk missionaire levenshouding is onaf-
scheidelijk verbonden met die verwachting. Overal lopen de bladeren uit. Laten wij
discipelen van de vijgenboom zijn! •
Louïs Wüllschleger,
directeur
“Overal lopen
de bladeren uit”
Kerkenradenopexcursie
De IZB organiseert samen met Missionair Werk en
Kerkgroei (PKN) een excursiedag voor kerkenraden.
Op meer dan 20 plaatsen in het land, van Groningen
tot Zierikzee, zijn kerkenraden welkom bij missionaire
gemeenten en/of projecten voor een leerzame en
inspirerende ontmoeting. Het aanbod is veelzijdig: een
missionair-diaconaal project in een oude stadswijk,
een pioniersplek in een Vinexlocatie, een dorpsge-
meente met veel missionair elan, een stadsgemeente
met veel twintigers- en dertigers, een muzikale ge-
meente, een gastvrije gemeente, en nog veel meer. De
leidinggevenden van de gemeente of het missionaire
project bij wie u die dag te gast bent, verzorgen een
afwisselend programma. Er is niet alleen wat te horen,
maar ook wat te zien en te doen. In elk geval is er één
vast onderdeel: u krijgt als kerkenraad na de lunch
ruim de tijd voor intern beraad: Wat leren we hier? Wat
kunnen we meenemen naar onze situatie? Ook daar-
om is het natuurlijk het beste als u zo mogelijk met
de voltallige kerkenraad aanwezig bent. Gemeente-
adviseurs en missionaire werkers/predikanten zullen
aanwezig zijn om het bezinningsproces te begeleiden.
Elke locatie kan maximaal een aantal kerkenraden
ontvangen, dus wees er snel bij met de aanmelding.
Het programma is gratis toegankelijk; wel wordt een
bijdrage per persoon gevraagd voor de lunch (€ 7,50).
Op www.izb.nl staat een overzicht van alle gemeen-
ten/projecten waar u met uw kerkenraad terecht kunt.
Meld u tijdig aan!
Tijding • zomer 201202
op Palmzondag dit jaar deden 27 catechisanten
belijdenis in de Pelgrimvaderskerk in Delfshaven. In
twee diensten, omdat de kerk de gemeente en de
meegekomen gasten anders niet zou kunnen ber-
gen. Sommigen hadden een kerkelijke achtergrond,
een behoorlijk aantal dopelingen had via de Alpha-
cursus de weg tot het geloof gevonden. ‘ook in deze
seculiere tijd zijn ze er dus’, zegt Rik Zwalua, student
Religie en levensbeschouwing aan de universiteit
utrecht, ‘mensen die na jaren van afwezigheid of
zelfs zonder enige christelijke opvoeding tot beke-
ring komen en zich voegen bij een gemeente.’ In het
kader van zijn afstudeerscriptie deed Rik voor de IZB
onderzoek naar deze kerktoetreders. Hij sprak met
diverse bekeerlingen in uiteenlopende leeftijdsgroe-
pen. In het kielzog van de onderzoeker noteerden
we enkele levensverhalen voor Tijding. Twee uit de
oude Kerk in Rotterdam-Delfshaven, twee uit de
noorderkerk in Amsterdam.
Onderzoekonder
kerktoetreders
03zomer 2012 • Tijding
‘Dertien jaar was ik en toen al rebels. op een zondagmorgen
maakte ik op de drempel van de kerk rechtsomkeert om er
never meer terug te keren. mijn vader was woest. Zes maanden
heeft hij niets tegen me gezegd. Ik voelde me niet op m’n ge-
mak in de kerk. De preken over de ‘dag des oordeels’ voedden
een onbestemde angst, die ik later pas goed onder woorden
leerde brengen. niet dat ik het bestaan van God en Jezus ont-
kende, maar geloof zat nu eenmaal niet in mijn bagage.
Ik heb nogal een onconventioneel leven geleid. Tijdens
mijn eerste huwelijk, met een Finse, woonde ik een tijd-
lang in Finland. De internationale rederij waar ik eigenaar
van was, bracht me over de hele wereld. Er zijn jaren
geweest waarin ik 120 dagen doorbracht in een vliegtuig.
Mijn huidige vrouw is een Cubaanse van origine. Uit
beide huwelijken heb ik kinderen, die het gelukkig goed
met elkaar kunnen vinden. Om een lang verhaal sterk in
te korten: na twee hartoperaties heb ik het bedrijf ver-
kocht en ben ik teruggekeerd naar de omgeving van mijn
ouderlijk huis, Rotterdam-Delfshaven.
Anderhalf jaar geleden zat ik compleet aan de grond door
een huwelijkscrisis. Ik voelde me geslagen, verslagen. Ik,
die altijd alles wist, zag geen oplossing. Radeloos liep ik
zondagochtend door de stad, toen ik achter me een stem
‘Toenhoordeikachtermeeenstem’
hoorde: ‘Ga met me mee’. Zonder ook maar te vragen
‘Waarheen?’ ben ik gevolgd. Vierenveertig jaar na mijn
vertrek was ik weer in de kerk. Ik was totaal overmand
door emoties. Niet van verdriet, maar van vertroosting.
Het voelde als een thuiskomst; ik ontmoette er mensen die
ik nog kende uit de kerk van mijn jeugd.
Ik ging vanaf dat moment iedere zondag. Na de tweede
keer sprak dominee De Jong me aan. ‘Ik ken je niet… of
toch…’ Dat kon kloppen, want als voorzitter van de stads-
deelraadfractie van Leefbaar Rotterdam sta ik weleens
in de lokale krant. We maakten een afspraak; hij heeft
met me gebeden. Dat is een van de meest indringende
momenten in mijn leven geweest. Ik weet zeker dat de
heilige Geest daarbij was. Ik volgde een Alphacursus,
daarna belijdeniscatechisatie. Palmzondag dit jaar, op mijn
verjaardag, deed ik belijdenis.
Die gebeurtenissen hebben mijn leven veranderd. Ik ben
rustiger geworden, dat zeggen ook mensen die me kennen
in de politiek. Dagelijks lees ik de Bijbel en bid ik. En als ik
iets in gebed vraag, ben ik gespitst op verhoring. Ik probeer
attent te zijn op signalen van God. Ik ga graag naar de kerk,
ook naar de vesper op woensdagavond. Op vrijdag denk ik
soms: nog twee nachtjes slapen, dan is het weer kerk. Een
grote wens van me is dat ook mijn vrouw door God wordt
aangeraakt. Daar bid ik om.’
Rudi
‘Ik ken je niet... of toch...’
‘Dat kind heeft altijd iets bijzonders’
‘op een dag kreeg ik een mailtje van een vriendje van de
mulo, de middelbare school. Daar keek ik van op, want
ik dacht eens gehoord te hebben dat hij met een motor
verongelukt was. Kun je nagaan, dat was 60 jaar geleden!
Hij had me opgespoord via schoolbank.nl. Zo is het contact
ontstaan. op een gegeven moment vroeg hij: Doe je nog wel
wat met het geloof?
Dat is een heel verhaal. Ik ben christelijk opgevoed. Tot
m’n 16e ging ik wekelijks naar de kerk, toen vond ik het
welletjes. Ik ging aan sport doen. Ik trouwde een onge-
lovige man. Mijn schoonmoeder was fel anti. Als er zelfs
maar orgelmuziek op de radio was, moest-ie meteen uit.
Met Kerst ging ik wel naar de kerk. Uit nostalgie. We
scheidden in 1968, ik bleef achter met twee kinderen van
5 en 7 jaar. Ik moest hard werken voor de kost. Pas later
ben ik me weer voor spiritualiteit gaan interesseren.
Indiase goeroes, Babaji, Bhagwan, ik heb veel gezocht in
spirituele ervaringen en toestanden…
Die ouwe schoolvriend van me was zelf heel gelovig en
betrokken bij de kerk. Ik zag hoe hij in het leven stond,
hoe hij met de dingen omging. In het begin snapte ik er
weinig van, maar werd wel steeds nieuwsgieriger. Ik ging
al meer aan hem vragen. Hij antwoordde daar steeds heel
‘Ikwildeweleensmethemknokkenoverdathelegedoe’
Tijding • zomer 201204
Gelukkigerdanooit
‘Eigenlijk heb ik wel een wonderlijk jaar achter de rug. In
een emotioneel moeilijke periode, ben ik dichter bij God
gekomen. Dat klinkt gek, maar zo ervaar ik het wel. Sinds ik
me heb laten dopen, ben ik gelukkiger dan ooit. niet dat ik
zo’n ‘Halleluja-type’ ben, verre van dat, maar de zekerheid
van het geloof geeft een onvoorstelbare vrede.
Mijn vader keek er wel van op, toen ik zei dat ik van plan
was me te laten dopen. Zelfs hij had dat niet meer verwacht.
Ik ben christelijk opgevoed, maar niet kerkelijk. Geloof was
niet vaak een gespreksonderwerp thuis. Mijn ouders waren
een tijdje bij een Pinkstergemeente betrokken, maar na een
reeks teleurstellende ervaringen zijn ze eruit gestapt. Ze
ergerden zich aan de ongezonde groepsdruk.
Ik was er nooit toe gekomen om eens naar een kerk te
gaan. We werden op dat punt vrij gelaten. In de puberteit
leefde ik als de meeste van mijn leeftijdgenoten. Voor het
bier en het plezier. Ergens in m’n achterhoofd sluimerde
altijd wel de gedachte: dat geloof, daar moet ik nog eens
wat mee. Maar van de kerk ging geen enkele aantrek-
kingskracht op me uit. Een bepaald soort mensen, zelfde
types, zelfde kleding en gebruiken. Het stond me tegen.
Mijn jeugd werd gekenmerkt door verschillende perioden
van ziekte en crisis. Toen mijn moeder in 2010 overleed
‘Niet dat ik zo’n Halleluja-type ben,
verre van dat’
aan de gevolgen van kanker,
was dat voor mij aanleiding
om me serieuzer met het
geloof bezig te gaan houden.
Ruim een jaar geleden be-
sloot ik toch maar eens een kerk
binnen te stappen. Dat is heel wat,
want als je in je eentje een kerkdienst
wilt bezoeken is de drempel erg hoog.
Toch heb ik doorgezet. Na een paar zondagen bezocht
ik de kerk in Delfshaven. Daar wordt, voor zover ik het
zie, compromisloos uit de Bijbel gepreekt; geen slappe
boodschap.
Ik ben niet iemand die spectaculaire, radicale beslissin-
gen neemt. Lange tijd heb ik op een rationele manier met
de overtuiging geleefd dat het geloof in God de enige
hoop in mijn leven is; alleen wat Jezus Christus, zijn dood
en opstanding, daarmee te maken had, dat heb ik me pas
in het afgelopen jaar eigen gemaakt. Door de wekelijkse
catechisatie kwam ik stap voor stap dichter bij het besluit
om me te laten dopen. Het is pure genade van God, dat
Hij me van mijn dwaalwegen heeft afgebracht. Een paar
crisesperioden in mijn leven waren daar blijkbaar voor
nodig. Want als het je heel goed gaat, ben je niet geneigd
veel aan Hem te denken.’
Maurits (23)
eerlijk op, niet om mij te overtuigen of zo, maar gewoon,
het was zijn levenswijze. Er staat toch wel veel in, in die
Bijbel, dacht ik na enige tijd. En wilde er meer van weten.
En beetje eh… knokken met hem, over dat hele gedoe.
Op zijn advies luisterde ik via internet naar kerkdiensten
van de Bethlehemkerk in Den Haag. Dat sprak mij
wel aan. De dominee van Den Haag verhuisde
op een gegeven moment naar de Noorder-
kerk in Amsterdam; dat is tien minuten
bij mijn huis vandaan. Sindsdien ben ik
wekelijks naar de kerk gegaan. Ik heb
een cursus Christianity Explored gedaan;
veel dingen die ik van vroeger nog wist,
kwamen daarin terug. Nu heb ik belijdenis
gedaan, want ik wilde hardop ja zeggen om te laten weten
dat ik in God geloof en op Hem vertrouw. Tot mijn ver-
rassing waren mijn zoon en schoondochter zelfs naar de
kerk gekomen. Om me helemaal aan God over te geven,
dat vond ik het moeilijkste, het zwaarste. Maar het is toch
gelukt, anders was ik niet voorin de kerk gaan staan.
Nou, dat is het hele verhaal. Mijn moeder zou
zeggen: ‘Dat kind heeft altijd iets bijzon-
ders…’
Maaike (77)
zomer 2012 • Tijding 05
‘Het klinkt misschien een beetje vreemd, maar als je
vraagt wie beslissend zijn geweest op mijn weg naar het
christelijk geloof, dan zijn dat Plato en Aristoteles. Door
het lezen van hun werken kwam ik tot de ontdekking dat
de christelijke levens- en wereldbeschouwing voor mij
klopt. Aan het eind van de middelbare schoolperiode en
tijdens mijn studie heb ik veel filosofie gelezen en ook
wel theologie: Augustinus, Thomas van Aquino. Dat zijn
denkers die als het ware direct tot mij spraken. Ook al
leefden ze eeuwen geleden, voor mijn gevoel stonden
hun opvattingen helemaal niet zo ver van me af. Ik
las ze met een houding van ‘overtuig me eens,
laat ’s zien hoe jullie denken, dan wil ik zien
hoe jullie ideeën passen in mijn kijk op
de wereld.’ Stap voor stap brachten ze
me verder.
Ik kan niet zeggen dat ik een
christelijke opvoeding heb
gehad. Mijn vader was
militant antichriste-
lijk, anti-kerkelijk
vooral. Mijn
moeder is
op zich
wel
christelijk, maar niet
praktiserend. Ik ging
naar een protestants-
christelijke school, dus
ik kende van jongs af de
Bijbelse verhalen. Maar
daar werd thuis niet over
gesproken.
Mijn ouders gingen uit elkaar toen
ik nog jong was; het liep uit op een behoorlijke vecht-
scheiding. In die tijd ben ik, op mijn eigen verzoek, alsnog
gedoopt. Dertien jaar was ik. Ik heb altijd een antenne
gehad voor geloof, zij het dat ik er geen concrete denk-
beelden bij had. Het was een vorm van ietsisme dat zich
gaandeweg ontwikkelde in de richting van een doe-het-
zelf-christendom. Alleen de kerk, die kende ik nog niet.
Dat veranderde toen ik mijn vrouw leerde kennen. Zij
heeft wel een kerkelijke achtergrond. Samen zijn we een
cursus gaan volgen, waarbij alle puzzelstukjes die ik in de
loop van de tijd bij elkaar had gesprokkeld op hun plek
vielen. Het heeft me verrijkt. Lange tijd was het een intel-
lectuele, abstracte oefening, maar sinds de catechisatie is
het meer gaan leven.
Mijn vader kwam er pas een jaar geleden achter dat
ik mezelf ook echt als christen afficheerde. Toen is
er wel een bom gebarsten, kan ik je zeggen. Dat
ik ‘m’n verstand had uitgeschakeld en mezelf in
een hokje had geplaatst’, zoals hij het noemde,
dat had-ie niet zien aankomen.
Mijn belijdenis een bevestiging van de
doop. Voor mij is het ook belangrijk om
aan te geven dat ik over een punt heen
ben: nu ik ervan overtuigd ben, wil ik
het ook in het openbaar erkennen.
Het is een moment onderweg. Want
de weg gaat gewoon verder, dat
hoop ik in ieder geval wel.’
Edmond Taree
ViaPlatoenAristotelesnaarChristus
‘Dat ik m’n verstand had
uitgeschakeld en mezelf in
een hokje had geplaatst’
Ukunteenexemplaarvandescriptiebestellen.
Tijding • zomer 201206
we schouder aan schouder staan met kerkenraden en
gemeenten. De verantwoordelijkheid voor de missionaire
roeping ligt bij de lokale gemeenten. Wij ondersteunen
daarbij, als gelijkwaardige partner. Wat we elders hebben
geleerd, brengen we in, zodat we onze ervaringen vrucht-
baar maken. Maar we zoeken zelf ook weer te leren van
het missionaire werk om de ervaring daarvan vruchtbaar
te maken voor gemeenten elders.’
Wat betekent dat voor de projecten?
‘Laten we beginnen met een betere term te zoeken voor
dat woord ‘projecten’. Als iemand een goed idee heeft:
we houden ons zeer aanbevolen! Waar het inhoudelijk
om gaat, is dit: de missionaire roeping is een zaak van de
lokale gemeente. Als IZB vormen we graag een verbin-
dende schakel tussen verschillende gemeenten. Zo raken
gemeenten inhoudelijk op elkaar betrokken en niet alleen
als ‘sponsor’ voor een project Op die manier willen we
bijvoorbeeld graag een brug slaan tussen gemeenten in
de grote stad en op het platteland, ook tussen ‘projecten’
en onze afdeling toerusting.
De projecten zijn meer dan ooit leer- en ervaringsplekken.
Want in ons werk ontdekken we dat de vragen in Rot-
terdam en Amsterdam niet wezenlijk verschillen van de
vragen op de Veluwe. En de opmerkingen die je twintig
jaar geleden nog wel eens hoorde, dat ‘wij het wel weten’
en dat zending vooral iets is voor de seculariserende
Randstad, die geluiden zijn wel verstomd. De grote wor-
steling met de secularisatie wordt breed herkend. Ook
in de meer behoudende gemeenten in de achterban van
de IZB merken we de verlegenheid over de geloofsover-
dracht aan opgroeiende generaties.’
Partner in missie – vanwaar die term?
‘We hebben ons in de afgelopen tijd bij de bezinning op
onze opdracht steeds gerealiseerd dat zending in Neder-
land niet los kan staan van internationale ontwikkelingen.
Daarom hebben we geprobeerd te luisteren naar stem-
men uit de wereldzending. Een internationaal vermaard
missiologe, Dana L. Robert, verbonden aan de universiteit
van Boston, heeft onderzoek gedaan naar de zendings-
geschiedenis in de afgelopen eeuw. Bij het afscheid van
Wout van Laar heeft ze daarover een lezing verzorgd
voor de Nederlandse Zendingsraad. Zij constateerde dat
vriendschappelijke relaties en persoonlijke contacten
tussen christenen en andersgelovigen, moslims, hindoes,
etc. aan het begin van de twintigste eeuw van grote
betekenis waren voor de eerste impulsen tot zending.
Na de Tweede Wereldoorlog is zending ‘verzakelijkt’; de
projectvorm werd de meest gebruikelijke relatie tussen
hier en daar. Die vorm bedoelde natuurlijk gelijkwaardig-
heid, maar de werkelijkheid was helaas vaak anders: de
Westerse wereld dicteerde de agenda. Nu, aan het begin
van de 21e eeuw, zegt Robert, moeten we terug naar die
oorsprong: persoonlijke relaties, op basis van gelijkwaar-
digheid en met de bereidheid om over en weer van elkaar
te leren, zijn fundamenteel voor zending.
Als we ons vanuit de IZB spiegelen aan die ontwikkeling
in de zendingsgeschiedenis, herkennen we daar wel iets
van. Ook wij werken met projecten en onbedoeld kan dat
zomaar een verzakelijking in de hand werken, of de in-
druk wekken dat alles vanuit Amersfoort wordt geregeld.
Met de term ‘partner in missie’ onderstrepen we dat
Schouderaanschoudermet kerkenradenIn de afgelopen maanden hebben bestuursleden en mede-
werkers van de IZB zich intensief beziggehouden met de
beleidsontwikkeling voor de komende jaren. Wat vraagt
deze tijd? Met welk aanbod kunnen we gemeenten het beste
dienen? Welke accenten leggen we? Het resultaat van de
bezinning is een beleidsvisie, onder de titel ‘Partner in missie’.
Directeur Louis Wüllschleger geeft een toelichting.
‘De projecten zijn meer dan ooit
leer- en ervaringsplekken’
zomer 2012 • Tijding 07
Over 20 jaar geleden gesproken – toen was je als bestuursvoor-
zitter bij de IZB betrokken. Is er veel verschil?
‘Vergeleken met die tijd vind ik het heftiger geworden.
De dreiging van de secularisatie is meer doorgedrongen.
Ik herinner me gesprekken in de aanloop naar het eerste
beleidsplan van de IZB halverwege de jaren negentig. In
de conceptversie stond in een zinnetje dat ‘het evangelie
door de eeuwen heen onstuitbaar zijn weg gaat’. Daar
hebben we veel over gepraat; we voelden het ook toen
al als te triomfantelijk. Het was niet zo vanzelfsprekend
dat het allemaal wel verder zou gaan. Dat besef is alleen
maar veel sterker geworden. De voortgang van de evan-
gelieverkondiging in ons land is allerminst vanzelfspre-
kend of maakbaar. Binnen de kerk zelf merk je trouwens
wel dat we door dit crisisbesef veel meer urgentie voelen
om ons bezig te houden met het hart van het evangelie.
Tijd voor bijzaken is er niet meer. Aan het front ben je met
andere dingen bezig dan in een makkelijke stoel.’
Eén van de speerpunten in het meerjarenbeleid is discipelschap.
‘Het evangelie is een zaak van ons hele leven. Hoe kunnen
we het christelijk geloof uitleggen, wanneer onze woorden
niet corresponderen met ons leven in de werkelijkheid
van alledag? Te vaak is missionair werk geassocieerd met
beargumenteren, mensen rationeel overtuigen. Discipel-
schap is mensen uitnodigen, niet om de degens te krui-
sen, maar hen uitnodigen in je hele leven. In de gerefor-
meerde traditie wordt gesproken over levensheiliging, een
begrip dat eigenlijk bijna synoniem is met navolging en
discipelschap; alleen werd de term ‘levensheiliging’ nogal
eens uitsluitend geassocieerd met praktisch handelen.
We kozen voor discipelschap, omdat dat meer wijst op
het totale mens-zijn: getuigenis en dienst, woord en daad,
innerlijke vroomheid en praktisch handelen. De term disci-
pelschap verbindt ons met de internationale zendingsbe-
weging, maar ook met de grote traditie van de kerk. Neem
in ons eigen land bijvoorbeeld de Moderne Devotie. Die
beweging ontstond in een tijd van diepe crisis in kerk en
samenleving. Het was één grote oproep tot concentratie
op het hart van het evangelie, op de persoon van Christus
zelf en op concreet discipelschap in Zijn spoor, geken-
merkt door een sobere levenswandel en door daden van
barmhartigheid. Het boekje van Thomas a Kempis over de
Navolging van Christus heeft ook nu veel te zeggen.
Behalve voor discipelschap vragen we ook aandacht voor
healing, heling van het geschonden bestaan. In de zen-
dingsgeschiedenis is de verkondiging van het evangelie
onlosmakelijk verbonden met heling. Dat spoort helemaal
met bijvoorbeeld de slotverzen van het Marcus-evange-
lie. De opdracht om met het evangelie de wereld in te
gaan wordt verbonden met heling. We hebben in de loop
van de eeuwen een beduchtheid voor dat begrip ‘heling’
ontwikkeld, omdat we de uitwassen ervan gezien hebben
in extreme vormen van gebedsgenezing, etc. Maar de
gereformeerde traditie heeft altijd aandacht gehad voor
de heilzame, helende werking van het evangelie: voor de
samenleving die ontwricht is door zonde en kwaad; voor
relaties en huwelijken, voor gezinnen en families, voor
de enkele persoon en voor het hart. Niet voor niets zijn
de ‘huistafels’ wezenlijk onderdeel van de brieven van
Paulus. In de confrontatie van de gereformeerde tradi-
tie met de moderne tijd kunnen zulke noties heel goed
weergeven wat wezenlijk gereformeerd is. Het komt er
op aan deze termen concreet te vertalen naar het werk
van de IZB, bijvoorbeeld met het oog op kerk-zijn voor de
buurt en het werken aan gemeenschapsvorming. Ik hoop
dat we dat vooral doen vanuit de houding van Thomas a
Kempis. Hij zei: ‘Als je wat wilt betekenen, doe dan je best
om onbekend te blijven en niet mee te tellen’. En nota
bene: ruim 600 jaar na dato is juist zijn boek na de Bijbel
het meest gedrukte boek ter wereld. Over 100 jaar mag
de IZB gerust vergeten zijn. Het enige dat ertoe doet, is
dat ons werk ervoor gediend heeft dat mensen Christus
hebben leren kennen.’
Dat brengt ons vanzelf op de kernwaarden van de IZB: oot-
moed, oprechtheid en eenvoud.
‘Ja, eigenlijk nogal ongebruikelijke en tegendraadse kern-
waarden voor een organisatie. De Britse theoloog Chris
Wright - opvolger van John Stott - sprak tijdens de confe-
rentie van de Lausanne beweging in 2010 in Kaapstad. De
grootste bedreiging voor de kerk in de Westerse wereld,
zei hij, is dat we horig geworden zijn aan de goden van
macht, invloed, populariteit en hebzucht. De fundamentele
opdracht voor de Westerse kerk in de komende decennia
is dat we weer leren om ‘HIS people’ te zijn, een volk dat
Christus volgt in ‘Humility, Integrity en Simplicity’, oot-
moed, oprechtheid en eenvoud. Dat zijn woorden die we
als IZB ter harte willen nemen. We beseffen dat we zulke
kernwaarden nooit in onze vingers zullen krijgen en
dat we ze altijd tegenover ons zullen vinden,
maar we willen er toch aanspreekbaar
op zijn.’
Een brochure over de
beleidsvisie 2013-
2017 is kosteloos
verkrijgbaar via
[email protected] of tel. 033-4611949.
‘Als je wat wilt betekenen,
doe dan je best om onbekend te
blijven en niet mee te tellen’
IZBpartnerinmissie
Tijding • zomer 201208
Waarvoor ben jij gered?c o l u m n
Een van mijn teamleden zei: ‘Ik ben niet gered voor een groot huis en een dikke
auto’. Zo. Die uitspraak kwam wel even binnen. De vraag was: Wat heb jij op-
gegeven, waar heb jij van afgezien, om tijd en energie te kunnen zetten voor
missionair werk?
Hij wil zijn goedbetaalde baan (deels) opgeven om zich nog meer in te zetten voor
het Koninkrijk. Met het oog daarop is hij alvast verhuisd naar het centrum van
Rotterdam. Samen met vrouwlief en kind wil hij betrokken raken bij een nieuw mis-
sionair initiatief in Rotterdam (zie www.noorderlichtrotterdam.nl).
Die stoere uitspraak prikkelde mij wel. Meer mensen zouden zich dat moeten afvra-
gen, dacht ik. Waarvoor ben ik gered? Dat is toch niet alleen een vraag voor zendelin-
gen en evangelisten? Stel je voor dat iedere christen zich dat eens zou afvragen…
Ik denk niet dat iedereen dan onmiddellijk naar Rotterdam zou gaan verhuizen. Al
kunnen we bij ‘Noorderlicht Rotterdam’ nog best meer mensen gebruiken. Het is
ook geen straf om naar Rotterdam te verhuizen; naar Amsterdam – dat is pas erg! :-).
Ik denk evenmin dat het de bedoeling is dat iedere christen die een beetje te groot
woont of te overdreven rijdt, zijn auto of huis te koop zet. Al zou ik het wel een mis-
sionaire stunt vinden, als allerlei christenen dat zouden doen!
Ik denk wel dat de christenheid in Nederland enorm zou veranderen. Veel meer
mensen zouden zich dan inzetten om hun naasten te bereiken met het evangelie.
Ze zouden dan meer offers brengen voor het Koninkrijk. Ze zouden zich een andere
levensstijl aanmeten; minder voor zichzelf, meer voor anderen. Ze zouden meer lef
tonen om anderen iets te laten zien of horen van het evangelie van Jezus Christus.
Hoe dan ook – je bent niet alleen maar gered om een plekje in de hemel of op de
nieuwe aarde te krijgen. En om de periode tussen nu en de dag van je heengaan zo
comfortabel mogelijk door het leven te gaan. Dat lijkt me niet Gods bedoeling voor
het leven. Je bent ook gered om hier en nu iets te betekenen. Voor mensen die leven
zonder God, voor mensen in problemen, etc. En ook al hebben de makelaars en de
autohandelaren het vandaag de dag ook moeilijk – ik denk niet dat we gered zijn om
hun markten te redden.
Daarom heb ik een mooie uitdaging voor je. Schrijf eens op waarvoor je gered bent
(voor welke doelgroep bijvoorbeeld). Bid er een tijdje voor, waar God je hebben wil.
Schrijf het antwoord op (echt doen! Dat helpt). En probeer dan te bedenken wat er
anders moet. Bespreek wat je hebt opgeschreven met iemand in je omgeving. Dat
vergroot de kans dat je het gaat realiseren.
Als je er niet uitkomt, kun je altijd nog verhuizen naar Rotterdam. •
Niels de Jong,
missionair predikant
van de IZB, Rotterdam-
Centrum/Blijdorp
‘Die stoere
uitspraak
prikkelde mij
wel’
zomer 2012 • Tijding 09
Een ontboezeming van een predikant, tijdens een van de
bijeenkomsten over ‘missionair kerk-zijn in een dorp’. In
drie regio’s – Utrecht, Overijssel en Drenthe – zijn we met
vertegenwoordigers van ca. twintig gemeenten in ge-
sprek geweest: predikanten, kerkenraadsleden, gemeen-
teleden en leden van evangelisatiecommissies.
In een openhartige sfeer wisselen de aanwezigen ervarin-
gen uit. ‘We moeten ook binnen de kerkelijke gemeente
weer leren om ons geloof met elkaar te delen’, zegt één
van de deelnemers. ‘De kerk is een oefenplaats om het
geloofsgesprek op gang te brengen. Juist in het dorp lijkt
het alsof de mensen een extra inspanning moeten doen
om over het geloof te praten.’
Vooral in de drie noordelijke provincies hebben veel ge-
meenten moeite om het hoofd boven water te houden, zo
blijkt. Maar ook elders worden de kerken kleiner en vergt
het kerkenwerk volharding. Kan dat eigenlijk wel, in zo’n
situatie missionair-zijn en naar buiten treden?
We beginnen een van de avonden met een Bijbelgedeelte,
Markus 6. Jezus komt in zijn eigen stadje Nazareth, op het
Galilese platteland. Hij kan er geen krachten doen van-
wege het ongeloof van de mensen. ‘Wie denk je wel dat
je bent?’ zeggen de inwoners tegen Jezus. ‘De Zoon van
God? Jij? Kom nou, we weten wie je bent. We kennen je
komaf. Je moeder is Maria en je broers en zussen wonen
bij ons in de straat, dus heb maar niet zoveel praatjes.’ In
de omgeving van zijn ouderlijk huis geloven de mensen
Jezus niet, omdat ze denken dat ze Hem goed kennen.
Het is herkenbaar voor dorpsbewoners. Het gemeen-
schapsgevoel drukt een stempel op de bevolking. Je laat
in een dorp vaak niet het achterste van je tong zien. En je
kunt ook maar beter je hoofd niet boven het maaiveld uit-
steken. Deze mechanismen zijn er (mede) aan debet dat in
dorpen vaak weinig over het geloof wordt gesproken. De
bewoners kennen elkaar soms al decennia lang, van haver
tot gort. Er is veelvuldig onderling contact, maar praten
over het geloof – dat doe je niet. Zéker niet met mensen
die niet bij de kerk zijn aangesloten. Je laat je niet op je
geloof voorstaan. Ze weten wie je bent en/of van wie je
er één bent. Een van de aanwezigen vertelt dat hij vroe-
ger als jongere meedeed met Dabarwerk; op de camping
sprak hij vrijmoedig met iedereen over het geloof. Maar
eenmaal terug in zijn eigen dorp kwam daar niet meer zo
veel van. Het bleek moeilijk, juist onder de eigen mensen.
Vaak wordt gezegd: in het dorp lijken de kaarten geschud,
je weet van elkaar wie er wel en niet naar de kerk gaan.
Is daar nog beweging in te krijgen? Kijk naar de cijfers,
er is allerminst sprake van een status quo: in veel dorpen
slaat de ontkerkelijking hard toe. Lees het studieverslag
‘Leve de dorpskerk’ van ds. Wim Beekman, als ‘Hoe
God verdween uit Jorwerd’ van Geert Mak al niet tot de
conclusie heeft geleid dat de kerk naar de marge van de
samenleving is verschoven. Is de omgekeerde beweging
ook (weer) mogelijk, dat mensen toetreden tot de ge-
meente? Bidden we daarom, in de gemeente en in ons
persoonlijk gebed?
Storen
Het is belangrijk om als kerkelijke gemeente contact
te houden met de dorpsbevolking. ‘De kerk moet naar
buiten’, zegt een predikant, ‘Het evangelie moet eruit.’ Hij
vertelt dat hij eens voorging in een oude monumentale
dorpskerk. Op zondagmiddag waren er veel toeristen, die
tijdens de dienst in de hal van de kerk door een kier naar
binnen gluurden. ‘Je had de deuren moeten open zetten!’,
zei hij na afloop tegen de koster. ‘ Ja maar’, had die geant-
woord, ‘dan komen ze nog naar binnen ook…’
Misschien moet dat dan maar – alle goede bedoelingen
ten spijt. De deuren open zetten kan betekenen dat het
ons als gemeente iets kost, dat het de gang van zaken in
onze gemeente verstoort. Willen we ons laten storen? Zijn
we bereid iets op te geven om anderen voor het evange-
lie te winnen? Wat is voor ons de onopgeefbare kern van
Willenweons ‘Als ik mijn gemeenteleden vraag: wat is onze identiteit? - dan blijft het stil. We blijken in onze
dorpskerk nogal doeners te zijn, geen praters. Het laten zien van je geloof, je houding en je daden
blijken in een dorp van cruciaal belang. Vooral omdat men zoveel van elkaar ziet. Om over het
geloof te praten, daar moet je schroom voor overwinnen.’
‘Je had de deuren moeten open zetten!’
Tijding • zomer 201210
het geloof? Welke andere zaken moeten we bereid zijn op
te geven, ook al zijn we er erg aan gehecht?
Veel dorpsgemeenten veranderen door bezuiniging en
herstructurering in streekgemeenten. Die schaalvergroting
wordt niet toegejuicht. Probeer zo lang als maar enigszins
mogelijk is om kerk in het dorp te blijven, hoe klein de
gemeenschap ook wordt. Mensen die nu aan de rand van
de kerk zitten en weinig betrokken zijn, zullen zeker niet naar
een ander dorp gaan. De kerk in het dorp is van hen, hoe
weinig ze er misschien komen. En er blijft altijd een kans om
in contact te komen. ‘We zijn geen monumentenzorg’, merk-
te een van de predikanten terecht op. Een grote kerk kan ook
een lastpost worden. Primair gaat het niet om het gebouw,
maar om de verkondiging. Desnoods in een huiskamer.
Aanhaken?
Ondersteuning van het missionaire werk in dorpsge-
meenten, is een nieuwe activiteit van de IZB. Na de eerste
reeks avonden, wordt het contact tussen de dorpsge-
meenten verder uitgebouwd, om ervaringen uit te wisse-
len en elkaar te stimuleren om missionaire initiatieven te
ontwikkelen. Hebt u de avonden gemist? U kunt zich nog
aanmelden voor het vervolg. Wilt u een soortgelijke toe-
rustingsavond voor dorpsgemeenten in uw regio? Neem
gerust contact op, via [email protected] of tel. 033-4611949.
latenstoren?
Ondersteuningvanhetmissionaire
werkindorps-gemeenten,iseennieuweactiviteit
vandeIZB
‘Noaberschap’
Een onderdeel van de toerustingsbijeenkomsten
voor dorpsgemeenten is het uitwisselen van erva-
ringen en het bespreken van drempels en kansen
voor missionair werk. Veel gemeenten benutten de
dorpsschool om contact te leggen met buitenkerke-
lijken, via bijzondere diensten (feestdagen) of door
middel van rondleidingen voor schoolkinderen in
het kerkgebouw. De ene gemeente organiseert
samen met leerkrachten een activiteit rond Sint
Maarten; een andere gemeente kiest ervoor om
tijdens het bloemencorso present te zijn. De avond
voorafgaand aan de parade gaan gemeenteleden
de locaties langs waar de laatste hand wordt ge-
legd aan de wagens. Ze delen koffie uit en maken
een praatje. Ook in de kerkdienst wordt aandacht
besteed aan het evenement. Eén van de drempels
voor missionair werk in het dorp is dat nare gebeur-
tenissen in het verleden vaak lang nasudderen. Als
er ooit iets fout is gegaan in het contact met de kerk
kan dat juist in een dorp generaties later nog een
rol spelen. Een andere drempel kan zijn dat mensen
zich bekeken voelen in een dorpskerk. Daar kent ie-
dereen je, en als je er een keer naar toe gaat wordt
er snel over je gepraat. De sociale controle kan een
drempel zijn, maar ook een kans. Je kent elkaars
wel en wee, in aandacht en burenhulp kun
je iets van het geloof laten zien.
‘Noaberschap’, zoals ze in
Overijssel zeggen.
Henri
Wijnne
zomer 2012 • Tijding 11
René van Loon
Oriëntatiecursuschristelijkgeloof
René van Loon geeft een over-
zicht van de belangrijkste thema’s
van het christendom. Wat gelo-
ven christenen met betrekking tot
God? Wat is de Bijbel voor een
boek? Wie was Jezus Christus
en wat was Zijn boodschap? Wat
betekent het in het leven van
alledag om christen te zijn? In 4 of 5 bijeenkomsten leren
deelnemers van de cursus de belangrijkste grondlijnen van
het christendom kennen.
Bestelnummer: 9789033819902
B o E K
H A n D E l
Aantal
Ja, ik ontvang graag de GRATIS digitale nieuwsbrief van de IZB-Ark Boekhandel
Naam
Straat en huisnummer
Postcode
Woonplaats
Telefoonnummer
E-mailadres
X
X
X
9789023921950 Mijngelijkenonsgeluk, Piet Schelling (e 12,90)
9789033831768 MetdeBijbelaandeslag, Jelle Nutma (e 13,95)
9789033819902 Oriëntatiecursuschristelijkgeloof,
René van Loon (e 14,95)
Bestelbon
Bon opsturen in envelop
(postzegel is niet nodig) naar:
IZB-Ark Boekhandel
Antwoordnummer 70,
3800 WB Amersfoort
Of per e-mail naar:
Tijding • zomer 2012
Zaterdag 9 juni: ‘Actief in de kerk’Kom informatie halen en inspiratie opdoen!
Op zaterdag 9 juni organiseert IZB-Ark (i.s.m. IZB, Ark
Media en Boekencentrum) de eerste actief in de kerk -
ochtend. Een inspirerend programma met workshops,
een uitgebreide informatiemarkt en volop mogelijkheden
voor advies en toerusting. Meer informatie of aanmel-
den: www.actiefindekerk.nl. Tijdens deze ochtend
worden drie nieuwe boeken gepresenteerd.
Piet Schelling
Mijngelijkenonsgeluk
Dit praktische boek helpt kerken-
raden en predikanten om te gaan
met de verscheidenheid in kerke-
lijke gemeenten. Veelkleurigheid
is mooi, maar kan ook moeilijk
zijn als mensen tegenover elkaar
komen te staan.
Bestelnummer: 9789023921950
Jelle Nutma
MetdeBijbelaandeslag25 lessen over het
Oude Testament
Met deze nieuwe methode
gaan de tieners weer echt aan
het werk. Elk Bijbelboek wordt behandeld aan de hand van
tekstinformatie, verwerkingsvragen, spelelementen en huis-
werkopdrachten. Zo wordt de basiskennis van alle Bijbel-
boeken uit het Oude Testament op een aantrekkelijke manier
overgebracht.
Bestelnummer: 9789033831768
12,90
13,95
14,95
ToervoorhetgoededoelIZB en IZB-Ark organiseren op zaterdag 15 sept-
ember een sponsor-wielertocht voor Het Pand, het
missionair centrum in Groningen. Fiets zaterdag
15 september aanstaande mee en laat u sponsoren.
Of sponsor iemand die op de pedalen staat voor
Het Pand. Kijk voor alle informatie op
www.toervoorhetgoededoel.nl.
IZBzetinopproject-financiering
Met dankbaarheid overziet Jan Westland, hoofd financiën en bedrijfsvoering van
de IZB, de jaarrekening van 2011, die tijdens de ledenvergadering is gepresenteerd.
‘Er is sprake van een stabiele inkomstenstroom van gemeenten en particulieren.
Daaruit blijkt de trouw van onze achterban. Daar zijn we erg blij mee.’
Er was voor 2011 een tekort begroot
van een ton; in werkelijkheid bleef de
schade beperkt tot € 49.000, vanwege
het feit dat we € 50.000 aan vooruit
ontvangen giften inboekten. In de be-
groting was een groeidoelstelling op-
genomen voor collecten en giften die
we van gemeenten ontvangen. Die is niet gerealiseerd.
We ontvingen nagenoeg hetzelfde bedrag als in 2010 –
wat gezien de economische crisis al een mooi resultaat
is. De verwachte groei (twee maal 5 % ten opzichte van
het niveau van 2009) bleek te ambitieus. Het tekort is ge-
lukkig niet verder opgelopen. Dat komt enerzijds doordat
we in verband met vacatures in missionaire projecten
en bij toerusting minder hebben uitgegeven, anderzijds
doordat de boekhandel 2011 met een mooi resultaat wist
af te sluiten. Volgens de regels van het Centraal Bureau
voor de Fondsenwerving (CBF) mogen onze reserves
maximaal € 2,6 miljoen bedragen. Met € 0,9 miljoen
blijven we daar zeer ruim onder. In de afgelopen jaren
hebben we een actief beleid gevoerd om de reserves af
te bouwen. Op dit moment zijn we bijna aangeland op
het minimumniveau dat we willen aanhouden voor het
opvangen van calamiteiten.
Van elke bestede euro werd vorig jaar 77 cent recht-
streeks aangewend voor het realiseren van de doelstel-
ling van de IZB. In 2010 was dat 76 cent. De rest gaven we
uit aan kosten om inkomsten te verwerven (11 cent) en
kosten van beheer en administratie (12 cent).
Voor de komende jaren heeft de IZB een ambitieuze meer-
jarenbegroting opgesteld. ‘We willen gemeenten maxi-
maal van dienst zijn. Daar zijn veel middelen voor nodig.
Met ingang van 2012 zetten we in op groei van de baten
door de invoer van specifieke projectfinanciering’, legt
Jan Westland uit. ‘Voordat we een nieuw project starten,
zorgen we dat het geld rond is. Dat schept helderheid voor
alle betrokken partijen. Hoe meer financiering we vinden,
hoe meer projecten er kunnen draaien. Ook bouwen we
met deze aanpak een waarborg in: als de financiering
onverhoopt niet rond komt, kan het project niet gestart (of
verlengd) worden. We zetten zo de tering naar de nering.’
Naast deze projectfinanciering blijven we rekenen op de
stabiele inkomstenstroom van collecten, contributies en
giften uit gemeenten en van particulieren. Die inkomsten-
stroom is ten slotte ons financiële fundament. Wilt u uw
steentje blijven bijdragen?
Meer informatie over de financiën van de IZB staat in
het jaarverslag en de jaarrekening. Exemplaren daarvan
zijn kosteloos op te vragen via [email protected] of tel. 033-4611949.
Ambitieuzemeerjaren- raming
zomer 2012 • Tijding 13
Inwijdenin heilgeheimenZaterdag 8 september 2012 organiseert Areopagus met uitgeverij Boekencentrum een studiedag voor predi-
kanten én hoorders: ouders, kinder- en jeugdwerkers, kerkenraadsleden, kortom: voor iedereen die hart heeft
voor de opgroeiende generatie in de kerk.
Centrale vraag tijdens deze dag is: hoe kunnen kinderen
en jongeren worden ingewijd in het heil dat centraal staat
in de kerkdienst, in het bijzonder tijdens de prediking.
Hoe kunnen we daar - voor zover dat in ons vermogen
ligt - aan bijdragen? Hoe kunnen we werken aan een
duidelijke, begrijpelijke verkondiging, zonder dat we in de
valkuil trappen van ‘verkleutering' of het plat praten van
het heilgeheim? Die vragen gelden niet exclusief voor
predikanten, ook ouders, kinder- en jeugdwerkers zien
zich daarvoor gesteld.
Areopagus is een onderdeel van de IZB, gericht op con-
textuele en missionaire verkondiging. De term
‘Missionair’ heeft betrekking op hen die ‘buiten'
staan, maar zij bevinden zich niet altijd buiten de
muren van het kerkgebouw. Ook ‘binnen' zitten
nieuwkomers, jongeren die ingewijd mogen
worden. Juist in een tijd van afval, waarin ook
veel jongeren afhaken, is aandacht hiervoor
van levensbelang. Dit vraagt een contextuele
verkondiging.
Ds. Kees van den Berg (Nieuw Vennep) zegt
in een gesprek naar aanleiding van deze dag:
‘Het lijkt me van belang dat kinderen tijdens
de liturgie, ook tijdens de preek, merken dat
het belangrijk is dat ze er zijn; dat er dingen
ter sprake komen die van belang zijn voor hun
leven. Zodat er bij hen het besef kan ontstaan:
hier is God aanwezig. We worden door Hem
uitgenodigd om te delen in heilgeheimen, om
Christus te volgen. Als predikant ben je een
gids, die rondleidt in de ruimte van het geloof.
Gun kinderen de tijd om rond te kijken, din-
gen te ontdekken.’
Programma
’s Morgens zijn er twee lezingen: ds. Bert
Karel Foppen spreekt over Kinderen, jonge-
ren en de kerkdienst, prof. dr. Evert Jonker
over ‘Het geloof van een kind’. ’s Middags is
er keus uit 8 workshops, met titels als ‘Van
orgelpijpenteller naar betrokken deelnemer’,
‘Preekvoorbereiding met het oog op kinde-
ren en jongeren’, ‘Als kind discipel zijn’, ‘De kracht van het
verhaal’, ‘Ervaringsgerichte werkvormen’ en ‘De zondag
vieren als gezin’.
Locatie ‘De Brug’, Schuilenburgerweg 2, 3816 TB Amers-
foort. Kosten: € 10 (incl. lunch). Kijk voor uitvoerige
informatie over alle keuzeprogramma’s en voor aanmel-
ding op www.izb.nl of bel 033-4611949. Informeer
kinder- en jeugdwerkers in uw gemeente op deze dag, via
de digitale flyer, te downloaden op de site.
Inwijden in heilgeheimen over kinderen, jongeren en de kerkdienstStudiedag Areopagus in samenwerking met uitgeverij Boekencentrum voor predikanten én hoorders: ouders, kinder- en jeugdwerkers, kerkenraadsleden en andere betrokkenen
De Brug, Amersfoort,
zaterdag 8 september
2012
Studiedagoverkinderen,jongerenende
kerkdienst
Tijding • zomer 201214
74e jaargang nr. 2 – Zomer 2012 Tijding is een gratis kwartaal-uitgave van de IZB – vereniging voor zending in Nederland en wordt toegezonden aan de leden. IZB-lidmaatschap: aanmelden bij de IZB. De contributie is e 10,- per jaar. Opzegging lidmaatschap voor 1 november. De IZB is een missionaire organisatie binnen de Protestantse Kerk in Nederland en stimuleert, adviseert en ondersteunt gemeenten en gemeenteleden in het evangelisatiewerk door middel van toerusting, materialen en missionaire werkers. Bestuurds. M.J. Tekelenburg, voorzitterds. H.J. van der Veen, tweede voorzitterds. R.F. de Wit, secretarisA.P. van der Kooy, penningmeesterds. M.C. Batenburgprof.dr.ir. J.H. van Bemmelmw. drs. Z.A. Jansen-Smitdr. H. de Leedemw. J.E. van Velzen-Vermaasds. J. van Walsum Directieds. L. Wüllschleger. IZBJohan van Oldenbarneveltlaan 103818 HB Amersfoorttel.: 033-4611949e-mail: [email protected]: www.izb.nlING: 980 980Rabobank: 30 22 06 191IBAN: NL26 RABO 0302 2061 91BIC: RABONL2U Uw steunSteun de zending in Nederland door uw gebed, uw IZB-lidmaatschap, uw gift en door al uw boeken te bestellen bij de IZB-boekhandel: www.izb-ark.nl, tel. 033-4613225. RedactieAnja van Maanen-Hoekman en Koos van Noppen Overname artikelenOvername van artikelen is toegestaan met bronvermelding. Foto’sFoto cover: Leden van de kinder-club in ‘Het Pand’ tonen trots hun zelfgemaakte vliegers.
Colofon
Ds. Sjaak van den Berg,
missionair predikant in
Groningen (Martinikerk).
Een bericht begin mei over de kerktorens van de Schanskerk
in Uithoorn trok mijn aandacht. De kerktorens staan op in-
storten en de situatie is dreigend. Bewoners moeten wor-
den geëvacueerd uit de omgeving. Het bericht trok mijn aandacht
omdat ik in mijn studietijd wekelijks een busritje maakte van Wil-
nis naar Amsterdam voor een bezoek aan het Del Ferro-instituut
waar ik enige maanden gewerkt heb aan mijn stotterprobleem.
En dan passeer je Uithoorn, met aan zijn ‘skyline’ de beeldbepa-
lende torens. Allerlei gedachten gingen door me heen toen ik het
bericht las: ‘Blijkbaar is het nu zover met het christelijk erfgoed
dat het zomaar kan instorten. Nog even en we zijn ook de torens
kwijt, die als stille getuigen ons oog naar boven trokken.’
Een nuancering is natuurlijk op zijn plaats. Uithoorn ligt in een
gebied waar de bodem niet al te stevig is. In Wilnis, waar ik
lange tijd gewoond heb, is de kerktoren van de Hervormde Kerk
vanaf de 17de eeuw drie keer ingestort en onlangs is het funda-
ment van de toren nog weer vernieuwd om herhaling van dit
euvel te voorkomen. In Vinkeveen, een stukje verderop, dreigde
zeven jaar geleden de toren van de Hervormde kerk op de pas-
torie te vallen. De fundering was door een zandplaat gezakt en
daardoor raakte het bouwwerk gevaarlijk instabiel. De situatie
in Vinkeveen maakt bovendien duidelijk dat het duiden van val-
lende torens niet eenvoudig is. In de situatie van Vinkeveen werd
namelijk de gedachte geopperd dat de dreigende val van de
toren een oordeel van God was vanwege het feit dat Vinkeveen
niet Hersteld was geworden. Inmiddels is ook die toren weer
gestabiliseerd omdat haar fundament is hersteld.
Een instortende toren spreekt dus op zichzelf geen eenduidige
taal over de staat van het geloof in Nederland. De bodemge-
steldheid in de regio Uithoorn maakt het funderen lastig, waar-
door veel onderhoud noodzakelijk is. Maar het kan allemaal, als
je maar genoeg mensen hebt die kunnen en willen bijdragen.
En daar zit hem de kneep. De Rooms-Katholieke parochie van
Uithoorn heeft dat geld niet. Daar is blijkbaar behalve de tast-
bare ondergrond ook de draagkracht (of het draagvlak?) van de
geloofsgemeenschap die aan het gebouw ten grondslag ligt ern-
stig verzwakt. Op veel plaatsen is dat een probleem. In mei was
bijvoorbeeld de Eusebiuskerk in Arnhem weer in het nieuws.
Ook een gebouw dat geen geloofsgemeenschap meer heeft die
haar kan onderhouden en waar het stadsbestuur nu geen raad
mee weet. Overal in ons land zijn kerken van functie veranderd
of worden ze gesloopt. De drassige grond onder de torens
van Uithoorn, Wilnis en Vinkeveen is misschien wel een goede
metafoor voor de menselijke natuur en de gebouwen voor de
geloofsgemeenschappen waar mensen deel van uitmaken.
Gemeenschappen blijven niet zomaar bestaan. Zonder een goed
onderhouden fundament zakt het in. Nu dit gebeurt, is het be-
hoorlijk schrikken af en toe. Maar de kerkgebouwen van Wilnis
en Vinkeveen zijn op hun beurt ook weer getuigen van het feit
dat het mogelijk is om, als de apostel eens in Korinte, opnieuw
een stevig fundament te leggen en daarop te bouwen. •
De torens van Uithoornc o l u m n
‘Blijkbaar is het
nu zover met
het christelijk
erfgoed dat het
zomaar kan
instorten...’
zomer 2012 • Tijding 15
I Z B I Z B P A R T N E R P A
R T N E R I N M I S S I E M I
S S I E I N P A R T N E R I Z
B M M I S S I E E I Z B I N M
I S S I E I N E I Z B R P A R
T N E R P A R T N E R J I Z B
I Z B I N I N A I N R M I S S
I E I Z B P A R T N E R I N M
I S S I E E N M I S S I E I Z
B I Z B M I S S I E B P A R T
N E R I N I N E P A R T N E R
L I N I N M I S S I E I N E I
Z B I Z B I Z B I Z B I I Z B
M I S S I E M I S S I E D I N
I N I N I N I N I N I N I N I
N P P A R T N E R P A R T N E
R P A R T N E R P A R T N E R
L M I S S I E M I S S I E A I
Z B I Z B I Z B I Z M I S S I
E N P A R T N E R M I S S I E
Bij deze weer de nieuwe puzzel. Hopelijk vinden jullie hem niet zo moeilijk als de vorige keer. We hoorden dat heel wat kinderen toen een tijd bezig geweest zijn en sommigen kregen hem niet goed opgelost. Dat is jammer en natuurlijk niet de bedoeling!
Deze keer een vak vol woorden en
lettertjes. Hieronder staan de opdrachten.
Als je die volgt, kom je vanzelf bij de
oplossing.
1 Geef de onderstaande woorden in de
puzzel de volgende kleur:
IZB - lichtblauw
Partner - donkerblauw
in - lichtrood
Missie - donkerrood
2 Hoe vaak tel je de woorden
IZB -
Partner -
in -
Missie -
3 Er blijven een aantal losse letters
over. Die vormen samen een woord.
Welk woord is dat?
4 Op welke bladzijde van deze Tijding
gaat het over dat woord, dat je ge-
vonden hebt?
Mail de antwoorden op de vragen 2, 3 en 4 naar de IZB en je maakt kans op een prijs! Succes!
En dit zijn de winnaars...
Compliment voor iedereen die de puzzel de vorige keer goed had.
De juiste oplossing was: zending in Nederland. Hier komen de namen
van de prijswinnaars: Finn van de Beek uit Nijkerk, Fennine van de Bunt uit Nieuwer ter Aa, Celia Meijer uit Oude Tonge, Sander Molenaar uit Streefkerk, Dianne Stip uit Elspeet, Carola Stout uit Daarle. Van harte gefeliciteerd! Jullie hebben de
prijs die eraan komt verdiend. Veel puzzelplezier gewenst met de
nieuwe puzzel.