Tijding zomer 2012

16
tijding Ledenblad van de IZB, jaargang 74, nr. 2 IZB partner in missie Onderzoek onder kerktoetreders Toerusting aan dorpsgemeenten

description

Ledenblad IZB

Transcript of Tijding zomer 2012

Page 1: Tijding zomer 2012

tijdingLedenblad van de IZB, jaargang 74, nr. 2

IZB partner in missie

• Onderzoekonderkerktoetreders

• Toerustingaandorpsgemeenten

Page 2: Tijding zomer 2012

Discipel van de vijgenboomc o l u m n

De wederkomst van Christus: kan de kerk die straffeloos verwaarlozen? In het

Nieuwe Testament hoort de verwachting van de grote dag van Christus bij het

hart van het christelijke getuigenis. Voor de kerk in de Westerse wereld lijkt die

verwachting echter een minimale rol te spelen. Triest genoeg, want het is een illusie om

te denken dat de verwaarlozing van een zo wezenlijk geloofsgoed geen gevolgen zou

hebben. Lauwheid en wereldgelijkvormigheid zijn er een regelrecht gevolg van.

De grote Engelse zendingsman John Stott (1921-2011) benadrukte in toenemende mate

het onopgeefbare belang van de verwachting van de terugkomende Christus. In zijn

laatste boek (Radicaal discipelschap) laat hij zien dat die verwachting niets te maken

heeft met een vlucht uit de wereld. Integendeel: hij benadrukt hoe de verwachting van

de grote dag invloed heeft op onze concrete levenswandel. In het omgaan met ons

bezit en onze welvaart. Door een eenvoudige levensstijl te praktiseren met ruimte om

te kunnen weggeven. Door zelf gestalte te geven aan de gelijkwaardigheid van alle

mensen en nooit toe te geven aan vooroordelen en discriminatie. Door zorg te hebben

voor Gods schepping (duurzaamheid was voor vogelliefhebber John Stott al in een

vroeg stadium een thema).

In de ‘rede over de laatste dingen’ spreekt Christus indringend over de verwachting

van zijn komst en gebruikt Hij het beeld van de vijgenboom. Als de takken teer worden

en de bladeren uitlopen weet je dat de zomer in aantocht is, zegt Hij. Leer die les van

de vijgenboom, is de boodschap (Mattheüs 24 : 32). Je zou het heel letterlijk kunnen

vertalen als: wees een discipel van de vijgenboom! Het Griekse woord voor ‘leren’ is

hetzelfde woord dat gebruikt wordt voor ‘discipel zijn’. Verwachting van de wederkomst

hoort bij de kern van discipel zijn. Een werkelijk missionaire levenshouding is onaf-

scheidelijk verbonden met die verwachting. Overal lopen de bladeren uit. Laten wij

discipelen van de vijgenboom zijn! •

Louïs Wüllschleger,

directeur

“Overal lopen

de bladeren uit”

Kerkenradenopexcursie

De IZB organiseert samen met Missionair Werk en

Kerkgroei (PKN) een excursiedag voor kerkenraden.

Op meer dan 20 plaatsen in het land, van Groningen

tot Zierikzee, zijn kerkenraden welkom bij missionaire

gemeenten en/of projecten voor een leerzame en

inspirerende ontmoeting. Het aanbod is veelzijdig: een

missionair-diaconaal project in een oude stadswijk,

een pioniersplek in een Vinexlocatie, een dorpsge-

meente met veel missionair elan, een stadsgemeente

met veel twintigers- en dertigers, een muzikale ge-

meente, een gastvrije gemeente, en nog veel meer. De

leidinggevenden van de gemeente of het missionaire

project bij wie u die dag te gast bent, verzorgen een

afwisselend programma. Er is niet alleen wat te horen,

maar ook wat te zien en te doen. In elk geval is er één

vast onderdeel: u krijgt als kerkenraad na de lunch

ruim de tijd voor intern beraad: Wat leren we hier? Wat

kunnen we meenemen naar onze situatie? Ook daar-

om is het natuurlijk het beste als u zo mogelijk met

de voltallige kerkenraad aanwezig bent. Gemeente-

adviseurs en missionaire werkers/predikanten zullen

aanwezig zijn om het bezinningsproces te begeleiden.

Elke locatie kan maximaal een aantal kerkenraden

ontvangen, dus wees er snel bij met de aanmelding.

Het programma is gratis toegankelijk; wel wordt een

bijdrage per persoon gevraagd voor de lunch (€ 7,50).

Op www.izb.nl staat een overzicht van alle gemeen-

ten/projecten waar u met uw kerkenraad terecht kunt.

Meld u tijdig aan!

Tijding • zomer 201202

Page 3: Tijding zomer 2012

op Palmzondag dit jaar deden 27 catechisanten

belijdenis in de Pelgrimvaderskerk in Delfshaven. In

twee diensten, omdat de kerk de gemeente en de

meegekomen gasten anders niet zou kunnen ber-

gen. Sommigen hadden een kerkelijke achtergrond,

een behoorlijk aantal dopelingen had via de Alpha-

cursus de weg tot het geloof gevonden. ‘ook in deze

seculiere tijd zijn ze er dus’, zegt Rik Zwalua, student

Religie en levensbeschouwing aan de universiteit

utrecht, ‘mensen die na jaren van afwezigheid of

zelfs zonder enige christelijke opvoeding tot beke-

ring komen en zich voegen bij een gemeente.’ In het

kader van zijn afstudeerscriptie deed Rik voor de IZB

onderzoek naar deze kerktoetreders. Hij sprak met

diverse bekeerlingen in uiteenlopende leeftijdsgroe-

pen. In het kielzog van de onderzoeker noteerden

we enkele levensverhalen voor Tijding. Twee uit de

oude Kerk in Rotterdam-Delfshaven, twee uit de

noorderkerk in Amsterdam.

Onderzoekonder

kerktoetreders

03zomer 2012 • Tijding

Page 4: Tijding zomer 2012

‘Dertien jaar was ik en toen al rebels. op een zondagmorgen

maakte ik op de drempel van de kerk rechtsomkeert om er

never meer terug te keren. mijn vader was woest. Zes maanden

heeft hij niets tegen me gezegd. Ik voelde me niet op m’n ge-

mak in de kerk. De preken over de ‘dag des oordeels’ voedden

een onbestemde angst, die ik later pas goed onder woorden

leerde brengen. niet dat ik het bestaan van God en Jezus ont-

kende, maar geloof zat nu eenmaal niet in mijn bagage.

Ik heb nogal een onconventioneel leven geleid. Tijdens

mijn eerste huwelijk, met een Finse, woonde ik een tijd-

lang in Finland. De internationale rederij waar ik eigenaar

van was, bracht me over de hele wereld. Er zijn jaren

geweest waarin ik 120 dagen doorbracht in een vliegtuig.

Mijn huidige vrouw is een Cubaanse van origine. Uit

beide huwelijken heb ik kinderen, die het gelukkig goed

met elkaar kunnen vinden. Om een lang verhaal sterk in

te korten: na twee hartoperaties heb ik het bedrijf ver-

kocht en ben ik teruggekeerd naar de omgeving van mijn

ouderlijk huis, Rotterdam-Delfshaven.

Anderhalf jaar geleden zat ik compleet aan de grond door

een huwelijkscrisis. Ik voelde me geslagen, verslagen. Ik,

die altijd alles wist, zag geen oplossing. Radeloos liep ik

zondagochtend door de stad, toen ik achter me een stem

‘Toenhoordeikachtermeeenstem’

hoorde: ‘Ga met me mee’. Zonder ook maar te vragen

‘Waarheen?’ ben ik gevolgd. Vierenveertig jaar na mijn

vertrek was ik weer in de kerk. Ik was totaal overmand

door emoties. Niet van verdriet, maar van vertroosting.

Het voelde als een thuiskomst; ik ontmoette er mensen die

ik nog kende uit de kerk van mijn jeugd.

Ik ging vanaf dat moment iedere zondag. Na de tweede

keer sprak dominee De Jong me aan. ‘Ik ken je niet… of

toch…’ Dat kon kloppen, want als voorzitter van de stads-

deelraadfractie van Leefbaar Rotterdam sta ik weleens

in de lokale krant. We maakten een afspraak; hij heeft

met me gebeden. Dat is een van de meest indringende

momenten in mijn leven geweest. Ik weet zeker dat de

heilige Geest daarbij was. Ik volgde een Alphacursus,

daarna belijdeniscatechisatie. Palmzondag dit jaar, op mijn

verjaardag, deed ik belijdenis.

Die gebeurtenissen hebben mijn leven veranderd. Ik ben

rustiger geworden, dat zeggen ook mensen die me kennen

in de politiek. Dagelijks lees ik de Bijbel en bid ik. En als ik

iets in gebed vraag, ben ik gespitst op verhoring. Ik probeer

attent te zijn op signalen van God. Ik ga graag naar de kerk,

ook naar de vesper op woensdagavond. Op vrijdag denk ik

soms: nog twee nachtjes slapen, dan is het weer kerk. Een

grote wens van me is dat ook mijn vrouw door God wordt

aangeraakt. Daar bid ik om.’

Rudi

‘Ik ken je niet... of toch...’

‘Dat kind heeft altijd iets bijzonders’

‘op een dag kreeg ik een mailtje van een vriendje van de

mulo, de middelbare school. Daar keek ik van op, want

ik dacht eens gehoord te hebben dat hij met een motor

verongelukt was. Kun je nagaan, dat was 60 jaar geleden!

Hij had me opgespoord via schoolbank.nl. Zo is het contact

ontstaan. op een gegeven moment vroeg hij: Doe je nog wel

wat met het geloof?

Dat is een heel verhaal. Ik ben christelijk opgevoed. Tot

m’n 16e ging ik wekelijks naar de kerk, toen vond ik het

welletjes. Ik ging aan sport doen. Ik trouwde een onge-

lovige man. Mijn schoonmoeder was fel anti. Als er zelfs

maar orgelmuziek op de radio was, moest-ie meteen uit.

Met Kerst ging ik wel naar de kerk. Uit nostalgie. We

scheidden in 1968, ik bleef achter met twee kinderen van

5 en 7 jaar. Ik moest hard werken voor de kost. Pas later

ben ik me weer voor spiritualiteit gaan interesseren.

Indiase goeroes, Babaji, Bhagwan, ik heb veel gezocht in

spirituele ervaringen en toestanden…

Die ouwe schoolvriend van me was zelf heel gelovig en

betrokken bij de kerk. Ik zag hoe hij in het leven stond,

hoe hij met de dingen omging. In het begin snapte ik er

weinig van, maar werd wel steeds nieuwsgieriger. Ik ging

al meer aan hem vragen. Hij antwoordde daar steeds heel

‘Ikwildeweleensmethemknokkenoverdathelegedoe’

Tijding • zomer 201204

Page 5: Tijding zomer 2012

Gelukkigerdanooit

‘Eigenlijk heb ik wel een wonderlijk jaar achter de rug. In

een emotioneel moeilijke periode, ben ik dichter bij God

gekomen. Dat klinkt gek, maar zo ervaar ik het wel. Sinds ik

me heb laten dopen, ben ik gelukkiger dan ooit. niet dat ik

zo’n ‘Halleluja-type’ ben, verre van dat, maar de zekerheid

van het geloof geeft een onvoorstelbare vrede.

Mijn vader keek er wel van op, toen ik zei dat ik van plan

was me te laten dopen. Zelfs hij had dat niet meer verwacht.

Ik ben christelijk opgevoed, maar niet kerkelijk. Geloof was

niet vaak een gespreksonderwerp thuis. Mijn ouders waren

een tijdje bij een Pinkstergemeente betrokken, maar na een

reeks teleurstellende ervaringen zijn ze eruit gestapt. Ze

ergerden zich aan de ongezonde groepsdruk.

Ik was er nooit toe gekomen om eens naar een kerk te

gaan. We werden op dat punt vrij gelaten. In de puberteit

leefde ik als de meeste van mijn leeftijdgenoten. Voor het

bier en het plezier. Ergens in m’n achterhoofd sluimerde

altijd wel de gedachte: dat geloof, daar moet ik nog eens

wat mee. Maar van de kerk ging geen enkele aantrek-

kingskracht op me uit. Een bepaald soort mensen, zelfde

types, zelfde kleding en gebruiken. Het stond me tegen.

Mijn jeugd werd gekenmerkt door verschillende perioden

van ziekte en crisis. Toen mijn moeder in 2010 overleed

‘Niet dat ik zo’n Halleluja-type ben,

verre van dat’

aan de gevolgen van kanker,

was dat voor mij aanleiding

om me serieuzer met het

geloof bezig te gaan houden.

Ruim een jaar geleden be-

sloot ik toch maar eens een kerk

binnen te stappen. Dat is heel wat,

want als je in je eentje een kerkdienst

wilt bezoeken is de drempel erg hoog.

Toch heb ik doorgezet. Na een paar zondagen bezocht

ik de kerk in Delfshaven. Daar wordt, voor zover ik het

zie, compromisloos uit de Bijbel gepreekt; geen slappe

boodschap.

Ik ben niet iemand die spectaculaire, radicale beslissin-

gen neemt. Lange tijd heb ik op een rationele manier met

de overtuiging geleefd dat het geloof in God de enige

hoop in mijn leven is; alleen wat Jezus Christus, zijn dood

en opstanding, daarmee te maken had, dat heb ik me pas

in het afgelopen jaar eigen gemaakt. Door de wekelijkse

catechisatie kwam ik stap voor stap dichter bij het besluit

om me te laten dopen. Het is pure genade van God, dat

Hij me van mijn dwaalwegen heeft afgebracht. Een paar

crisesperioden in mijn leven waren daar blijkbaar voor

nodig. Want als het je heel goed gaat, ben je niet geneigd

veel aan Hem te denken.’

Maurits (23)

eerlijk op, niet om mij te overtuigen of zo, maar gewoon,

het was zijn levenswijze. Er staat toch wel veel in, in die

Bijbel, dacht ik na enige tijd. En wilde er meer van weten.

En beetje eh… knokken met hem, over dat hele gedoe.

Op zijn advies luisterde ik via internet naar kerkdiensten

van de Bethlehemkerk in Den Haag. Dat sprak mij

wel aan. De dominee van Den Haag verhuisde

op een gegeven moment naar de Noorder-

kerk in Amsterdam; dat is tien minuten

bij mijn huis vandaan. Sindsdien ben ik

wekelijks naar de kerk gegaan. Ik heb

een cursus Christianity Explored gedaan;

veel dingen die ik van vroeger nog wist,

kwamen daarin terug. Nu heb ik belijdenis

gedaan, want ik wilde hardop ja zeggen om te laten weten

dat ik in God geloof en op Hem vertrouw. Tot mijn ver-

rassing waren mijn zoon en schoondochter zelfs naar de

kerk gekomen. Om me helemaal aan God over te geven,

dat vond ik het moeilijkste, het zwaarste. Maar het is toch

gelukt, anders was ik niet voorin de kerk gaan staan.

Nou, dat is het hele verhaal. Mijn moeder zou

zeggen: ‘Dat kind heeft altijd iets bijzon-

ders…’

Maaike (77)

zomer 2012 • Tijding 05

Page 6: Tijding zomer 2012

‘Het klinkt misschien een beetje vreemd, maar als je

vraagt wie beslissend zijn geweest op mijn weg naar het

christelijk geloof, dan zijn dat Plato en Aristoteles. Door

het lezen van hun werken kwam ik tot de ontdekking dat

de christelijke levens- en wereldbeschouwing voor mij

klopt. Aan het eind van de middelbare schoolperiode en

tijdens mijn studie heb ik veel filosofie gelezen en ook

wel theologie: Augustinus, Thomas van Aquino. Dat zijn

denkers die als het ware direct tot mij spraken. Ook al

leefden ze eeuwen geleden, voor mijn gevoel stonden

hun opvattingen helemaal niet zo ver van me af. Ik

las ze met een houding van ‘overtuig me eens,

laat ’s zien hoe jullie denken, dan wil ik zien

hoe jullie ideeën passen in mijn kijk op

de wereld.’ Stap voor stap brachten ze

me verder.

Ik kan niet zeggen dat ik een

christelijke opvoeding heb

gehad. Mijn vader was

militant antichriste-

lijk, anti-kerkelijk

vooral. Mijn

moeder is

op zich

wel

christelijk, maar niet

praktiserend. Ik ging

naar een protestants-

christelijke school, dus

ik kende van jongs af de

Bijbelse verhalen. Maar

daar werd thuis niet over

gesproken.

Mijn ouders gingen uit elkaar toen

ik nog jong was; het liep uit op een behoorlijke vecht-

scheiding. In die tijd ben ik, op mijn eigen verzoek, alsnog

gedoopt. Dertien jaar was ik. Ik heb altijd een antenne

gehad voor geloof, zij het dat ik er geen concrete denk-

beelden bij had. Het was een vorm van ietsisme dat zich

gaandeweg ontwikkelde in de richting van een doe-het-

zelf-christendom. Alleen de kerk, die kende ik nog niet.

Dat veranderde toen ik mijn vrouw leerde kennen. Zij

heeft wel een kerkelijke achtergrond. Samen zijn we een

cursus gaan volgen, waarbij alle puzzelstukjes die ik in de

loop van de tijd bij elkaar had gesprokkeld op hun plek

vielen. Het heeft me verrijkt. Lange tijd was het een intel-

lectuele, abstracte oefening, maar sinds de catechisatie is

het meer gaan leven.

Mijn vader kwam er pas een jaar geleden achter dat

ik mezelf ook echt als christen afficheerde. Toen is

er wel een bom gebarsten, kan ik je zeggen. Dat

ik ‘m’n verstand had uitgeschakeld en mezelf in

een hokje had geplaatst’, zoals hij het noemde,

dat had-ie niet zien aankomen.

Mijn belijdenis een bevestiging van de

doop. Voor mij is het ook belangrijk om

aan te geven dat ik over een punt heen

ben: nu ik ervan overtuigd ben, wil ik

het ook in het openbaar erkennen.

Het is een moment onderweg. Want

de weg gaat gewoon verder, dat

hoop ik in ieder geval wel.’

Edmond Taree

ViaPlatoenAristotelesnaarChristus

‘Dat ik m’n verstand had

uitgeschakeld en mezelf in

een hokje had geplaatst’

Ukunteenexemplaarvandescriptiebestellen.

[email protected].

Tijding • zomer 201206

Page 7: Tijding zomer 2012

we schouder aan schouder staan met kerkenraden en

gemeenten. De verantwoordelijkheid voor de missionaire

roeping ligt bij de lokale gemeenten. Wij ondersteunen

daarbij, als gelijkwaardige partner. Wat we elders hebben

geleerd, brengen we in, zodat we onze ervaringen vrucht-

baar maken. Maar we zoeken zelf ook weer te leren van

het missionaire werk om de ervaring daarvan vruchtbaar

te maken voor gemeenten elders.’

Wat betekent dat voor de projecten?

‘Laten we beginnen met een betere term te zoeken voor

dat woord ‘projecten’. Als iemand een goed idee heeft:

we houden ons zeer aanbevolen! Waar het inhoudelijk

om gaat, is dit: de missionaire roeping is een zaak van de

lokale gemeente. Als IZB vormen we graag een verbin-

dende schakel tussen verschillende gemeenten. Zo raken

gemeenten inhoudelijk op elkaar betrokken en niet alleen

als ‘sponsor’ voor een project Op die manier willen we

bijvoorbeeld graag een brug slaan tussen gemeenten in

de grote stad en op het platteland, ook tussen ‘projecten’

en onze afdeling toerusting.

De projecten zijn meer dan ooit leer- en ervaringsplekken.

Want in ons werk ontdekken we dat de vragen in Rot-

terdam en Amsterdam niet wezenlijk verschillen van de

vragen op de Veluwe. En de opmerkingen die je twintig

jaar geleden nog wel eens hoorde, dat ‘wij het wel weten’

en dat zending vooral iets is voor de seculariserende

Randstad, die geluiden zijn wel verstomd. De grote wor-

steling met de secularisatie wordt breed herkend. Ook

in de meer behoudende gemeenten in de achterban van

de IZB merken we de verlegenheid over de geloofsover-

dracht aan opgroeiende generaties.’

Partner in missie – vanwaar die term?

‘We hebben ons in de afgelopen tijd bij de bezinning op

onze opdracht steeds gerealiseerd dat zending in Neder-

land niet los kan staan van internationale ontwikkelingen.

Daarom hebben we geprobeerd te luisteren naar stem-

men uit de wereldzending. Een internationaal vermaard

missiologe, Dana L. Robert, verbonden aan de universiteit

van Boston, heeft onderzoek gedaan naar de zendings-

geschiedenis in de afgelopen eeuw. Bij het afscheid van

Wout van Laar heeft ze daarover een lezing verzorgd

voor de Nederlandse Zendingsraad. Zij constateerde dat

vriendschappelijke relaties en persoonlijke contacten

tussen christenen en andersgelovigen, moslims, hindoes,

etc. aan het begin van de twintigste eeuw van grote

betekenis waren voor de eerste impulsen tot zending.

Na de Tweede Wereldoorlog is zending ‘verzakelijkt’; de

projectvorm werd de meest gebruikelijke relatie tussen

hier en daar. Die vorm bedoelde natuurlijk gelijkwaardig-

heid, maar de werkelijkheid was helaas vaak anders: de

Westerse wereld dicteerde de agenda. Nu, aan het begin

van de 21e eeuw, zegt Robert, moeten we terug naar die

oorsprong: persoonlijke relaties, op basis van gelijkwaar-

digheid en met de bereidheid om over en weer van elkaar

te leren, zijn fundamenteel voor zending.

Als we ons vanuit de IZB spiegelen aan die ontwikkeling

in de zendingsgeschiedenis, herkennen we daar wel iets

van. Ook wij werken met projecten en onbedoeld kan dat

zomaar een verzakelijking in de hand werken, of de in-

druk wekken dat alles vanuit Amersfoort wordt geregeld.

Met de term ‘partner in missie’ onderstrepen we dat

Schouderaanschoudermet kerkenradenIn de afgelopen maanden hebben bestuursleden en mede-

werkers van de IZB zich intensief beziggehouden met de

beleidsontwikkeling voor de komende jaren. Wat vraagt

deze tijd? Met welk aanbod kunnen we gemeenten het beste

dienen? Welke accenten leggen we? Het resultaat van de

bezinning is een beleidsvisie, onder de titel ‘Partner in missie’.

Directeur Louis Wüllschleger geeft een toelichting.

‘De projecten zijn meer dan ooit

leer- en ervaringsplekken’

zomer 2012 • Tijding 07

Page 8: Tijding zomer 2012

Over 20 jaar geleden gesproken – toen was je als bestuursvoor-

zitter bij de IZB betrokken. Is er veel verschil?

‘Vergeleken met die tijd vind ik het heftiger geworden.

De dreiging van de secularisatie is meer doorgedrongen.

Ik herinner me gesprekken in de aanloop naar het eerste

beleidsplan van de IZB halverwege de jaren negentig. In

de conceptversie stond in een zinnetje dat ‘het evangelie

door de eeuwen heen onstuitbaar zijn weg gaat’. Daar

hebben we veel over gepraat; we voelden het ook toen

al als te triomfantelijk. Het was niet zo vanzelfsprekend

dat het allemaal wel verder zou gaan. Dat besef is alleen

maar veel sterker geworden. De voortgang van de evan-

gelieverkondiging in ons land is allerminst vanzelfspre-

kend of maakbaar. Binnen de kerk zelf merk je trouwens

wel dat we door dit crisisbesef veel meer urgentie voelen

om ons bezig te houden met het hart van het evangelie.

Tijd voor bijzaken is er niet meer. Aan het front ben je met

andere dingen bezig dan in een makkelijke stoel.’

Eén van de speerpunten in het meerjarenbeleid is discipelschap.

‘Het evangelie is een zaak van ons hele leven. Hoe kunnen

we het christelijk geloof uitleggen, wanneer onze woorden

niet corresponderen met ons leven in de werkelijkheid

van alledag? Te vaak is missionair werk geassocieerd met

beargumenteren, mensen rationeel overtuigen. Discipel-

schap is mensen uitnodigen, niet om de degens te krui-

sen, maar hen uitnodigen in je hele leven. In de gerefor-

meerde traditie wordt gesproken over levensheiliging, een

begrip dat eigenlijk bijna synoniem is met navolging en

discipelschap; alleen werd de term ‘levensheiliging’ nogal

eens uitsluitend geassocieerd met praktisch handelen.

We kozen voor discipelschap, omdat dat meer wijst op

het totale mens-zijn: getuigenis en dienst, woord en daad,

innerlijke vroomheid en praktisch handelen. De term disci-

pelschap verbindt ons met de internationale zendingsbe-

weging, maar ook met de grote traditie van de kerk. Neem

in ons eigen land bijvoorbeeld de Moderne Devotie. Die

beweging ontstond in een tijd van diepe crisis in kerk en

samenleving. Het was één grote oproep tot concentratie

op het hart van het evangelie, op de persoon van Christus

zelf en op concreet discipelschap in Zijn spoor, geken-

merkt door een sobere levenswandel en door daden van

barmhartigheid. Het boekje van Thomas a Kempis over de

Navolging van Christus heeft ook nu veel te zeggen.

Behalve voor discipelschap vragen we ook aandacht voor

healing, heling van het geschonden bestaan. In de zen-

dingsgeschiedenis is de verkondiging van het evangelie

onlosmakelijk verbonden met heling. Dat spoort helemaal

met bijvoorbeeld de slotverzen van het Marcus-evange-

lie. De opdracht om met het evangelie de wereld in te

gaan wordt verbonden met heling. We hebben in de loop

van de eeuwen een beduchtheid voor dat begrip ‘heling’

ontwikkeld, omdat we de uitwassen ervan gezien hebben

in extreme vormen van gebedsgenezing, etc. Maar de

gereformeerde traditie heeft altijd aandacht gehad voor

de heilzame, helende werking van het evangelie: voor de

samenleving die ontwricht is door zonde en kwaad; voor

relaties en huwelijken, voor gezinnen en families, voor

de enkele persoon en voor het hart. Niet voor niets zijn

de ‘huistafels’ wezenlijk onderdeel van de brieven van

Paulus. In de confrontatie van de gereformeerde tradi-

tie met de moderne tijd kunnen zulke noties heel goed

weergeven wat wezenlijk gereformeerd is. Het komt er

op aan deze termen concreet te vertalen naar het werk

van de IZB, bijvoorbeeld met het oog op kerk-zijn voor de

buurt en het werken aan gemeenschapsvorming. Ik hoop

dat we dat vooral doen vanuit de houding van Thomas a

Kempis. Hij zei: ‘Als je wat wilt betekenen, doe dan je best

om onbekend te blijven en niet mee te tellen’. En nota

bene: ruim 600 jaar na dato is juist zijn boek na de Bijbel

het meest gedrukte boek ter wereld. Over 100 jaar mag

de IZB gerust vergeten zijn. Het enige dat ertoe doet, is

dat ons werk ervoor gediend heeft dat mensen Christus

hebben leren kennen.’

Dat brengt ons vanzelf op de kernwaarden van de IZB: oot-

moed, oprechtheid en eenvoud.

‘Ja, eigenlijk nogal ongebruikelijke en tegendraadse kern-

waarden voor een organisatie. De Britse theoloog Chris

Wright - opvolger van John Stott - sprak tijdens de confe-

rentie van de Lausanne beweging in 2010 in Kaapstad. De

grootste bedreiging voor de kerk in de Westerse wereld,

zei hij, is dat we horig geworden zijn aan de goden van

macht, invloed, populariteit en hebzucht. De fundamentele

opdracht voor de Westerse kerk in de komende decennia

is dat we weer leren om ‘HIS people’ te zijn, een volk dat

Christus volgt in ‘Humility, Integrity en Simplicity’, oot-

moed, oprechtheid en eenvoud. Dat zijn woorden die we

als IZB ter harte willen nemen. We beseffen dat we zulke

kernwaarden nooit in onze vingers zullen krijgen en

dat we ze altijd tegenover ons zullen vinden,

maar we willen er toch aanspreekbaar

op zijn.’

Een brochure over de

beleidsvisie 2013-

2017 is kosteloos

verkrijgbaar via

[email protected] of tel. 033-4611949.

‘Als je wat wilt betekenen,

doe dan je best om onbekend te

blijven en niet mee te tellen’

IZBpartnerinmissie

Tijding • zomer 201208

Page 9: Tijding zomer 2012

Waarvoor ben jij gered?c o l u m n

Een van mijn teamleden zei: ‘Ik ben niet gered voor een groot huis en een dikke

auto’. Zo. Die uitspraak kwam wel even binnen. De vraag was: Wat heb jij op-

gegeven, waar heb jij van afgezien, om tijd en energie te kunnen zetten voor

missionair werk?

Hij wil zijn goedbetaalde baan (deels) opgeven om zich nog meer in te zetten voor

het Koninkrijk. Met het oog daarop is hij alvast verhuisd naar het centrum van

Rotterdam. Samen met vrouwlief en kind wil hij betrokken raken bij een nieuw mis-

sionair initiatief in Rotterdam (zie www.noorderlichtrotterdam.nl).

Die stoere uitspraak prikkelde mij wel. Meer mensen zouden zich dat moeten afvra-

gen, dacht ik. Waarvoor ben ik gered? Dat is toch niet alleen een vraag voor zendelin-

gen en evangelisten? Stel je voor dat iedere christen zich dat eens zou afvragen…

Ik denk niet dat iedereen dan onmiddellijk naar Rotterdam zou gaan verhuizen. Al

kunnen we bij ‘Noorderlicht Rotterdam’ nog best meer mensen gebruiken. Het is

ook geen straf om naar Rotterdam te verhuizen; naar Amsterdam – dat is pas erg! :-).

Ik denk evenmin dat het de bedoeling is dat iedere christen die een beetje te groot

woont of te overdreven rijdt, zijn auto of huis te koop zet. Al zou ik het wel een mis-

sionaire stunt vinden, als allerlei christenen dat zouden doen!

Ik denk wel dat de christenheid in Nederland enorm zou veranderen. Veel meer

mensen zouden zich dan inzetten om hun naasten te bereiken met het evangelie.

Ze zouden dan meer offers brengen voor het Koninkrijk. Ze zouden zich een andere

levensstijl aanmeten; minder voor zichzelf, meer voor anderen. Ze zouden meer lef

tonen om anderen iets te laten zien of horen van het evangelie van Jezus Christus.

Hoe dan ook – je bent niet alleen maar gered om een plekje in de hemel of op de

nieuwe aarde te krijgen. En om de periode tussen nu en de dag van je heengaan zo

comfortabel mogelijk door het leven te gaan. Dat lijkt me niet Gods bedoeling voor

het leven. Je bent ook gered om hier en nu iets te betekenen. Voor mensen die leven

zonder God, voor mensen in problemen, etc. En ook al hebben de makelaars en de

autohandelaren het vandaag de dag ook moeilijk – ik denk niet dat we gered zijn om

hun markten te redden.

Daarom heb ik een mooie uitdaging voor je. Schrijf eens op waarvoor je gered bent

(voor welke doelgroep bijvoorbeeld). Bid er een tijdje voor, waar God je hebben wil.

Schrijf het antwoord op (echt doen! Dat helpt). En probeer dan te bedenken wat er

anders moet. Bespreek wat je hebt opgeschreven met iemand in je omgeving. Dat

vergroot de kans dat je het gaat realiseren.

Als je er niet uitkomt, kun je altijd nog verhuizen naar Rotterdam. •

Niels de Jong,

missionair predikant

van de IZB, Rotterdam-

Centrum/Blijdorp

‘Die stoere

uitspraak

prikkelde mij

wel’

zomer 2012 • Tijding 09

Page 10: Tijding zomer 2012

Een ontboezeming van een predikant, tijdens een van de

bijeenkomsten over ‘missionair kerk-zijn in een dorp’. In

drie regio’s – Utrecht, Overijssel en Drenthe – zijn we met

vertegenwoordigers van ca. twintig gemeenten in ge-

sprek geweest: predikanten, kerkenraadsleden, gemeen-

teleden en leden van evangelisatiecommissies.

In een openhartige sfeer wisselen de aanwezigen ervarin-

gen uit. ‘We moeten ook binnen de kerkelijke gemeente

weer leren om ons geloof met elkaar te delen’, zegt één

van de deelnemers. ‘De kerk is een oefenplaats om het

geloofsgesprek op gang te brengen. Juist in het dorp lijkt

het alsof de mensen een extra inspanning moeten doen

om over het geloof te praten.’

Vooral in de drie noordelijke provincies hebben veel ge-

meenten moeite om het hoofd boven water te houden, zo

blijkt. Maar ook elders worden de kerken kleiner en vergt

het kerkenwerk volharding. Kan dat eigenlijk wel, in zo’n

situatie missionair-zijn en naar buiten treden?

We beginnen een van de avonden met een Bijbelgedeelte,

Markus 6. Jezus komt in zijn eigen stadje Nazareth, op het

Galilese platteland. Hij kan er geen krachten doen van-

wege het ongeloof van de mensen. ‘Wie denk je wel dat

je bent?’ zeggen de inwoners tegen Jezus. ‘De Zoon van

God? Jij? Kom nou, we weten wie je bent. We kennen je

komaf. Je moeder is Maria en je broers en zussen wonen

bij ons in de straat, dus heb maar niet zoveel praatjes.’ In

de omgeving van zijn ouderlijk huis geloven de mensen

Jezus niet, omdat ze denken dat ze Hem goed kennen.

Het is herkenbaar voor dorpsbewoners. Het gemeen-

schapsgevoel drukt een stempel op de bevolking. Je laat

in een dorp vaak niet het achterste van je tong zien. En je

kunt ook maar beter je hoofd niet boven het maaiveld uit-

steken. Deze mechanismen zijn er (mede) aan debet dat in

dorpen vaak weinig over het geloof wordt gesproken. De

bewoners kennen elkaar soms al decennia lang, van haver

tot gort. Er is veelvuldig onderling contact, maar praten

over het geloof – dat doe je niet. Zéker niet met mensen

die niet bij de kerk zijn aangesloten. Je laat je niet op je

geloof voorstaan. Ze weten wie je bent en/of van wie je

er één bent. Een van de aanwezigen vertelt dat hij vroe-

ger als jongere meedeed met Dabarwerk; op de camping

sprak hij vrijmoedig met iedereen over het geloof. Maar

eenmaal terug in zijn eigen dorp kwam daar niet meer zo

veel van. Het bleek moeilijk, juist onder de eigen mensen.

Vaak wordt gezegd: in het dorp lijken de kaarten geschud,

je weet van elkaar wie er wel en niet naar de kerk gaan.

Is daar nog beweging in te krijgen? Kijk naar de cijfers,

er is allerminst sprake van een status quo: in veel dorpen

slaat de ontkerkelijking hard toe. Lees het studieverslag

‘Leve de dorpskerk’ van ds. Wim Beekman, als ‘Hoe

God verdween uit Jorwerd’ van Geert Mak al niet tot de

conclusie heeft geleid dat de kerk naar de marge van de

samenleving is verschoven. Is de omgekeerde beweging

ook (weer) mogelijk, dat mensen toetreden tot de ge-

meente? Bidden we daarom, in de gemeente en in ons

persoonlijk gebed?

Storen

Het is belangrijk om als kerkelijke gemeente contact

te houden met de dorpsbevolking. ‘De kerk moet naar

buiten’, zegt een predikant, ‘Het evangelie moet eruit.’ Hij

vertelt dat hij eens voorging in een oude monumentale

dorpskerk. Op zondagmiddag waren er veel toeristen, die

tijdens de dienst in de hal van de kerk door een kier naar

binnen gluurden. ‘Je had de deuren moeten open zetten!’,

zei hij na afloop tegen de koster. ‘ Ja maar’, had die geant-

woord, ‘dan komen ze nog naar binnen ook…’

Misschien moet dat dan maar – alle goede bedoelingen

ten spijt. De deuren open zetten kan betekenen dat het

ons als gemeente iets kost, dat het de gang van zaken in

onze gemeente verstoort. Willen we ons laten storen? Zijn

we bereid iets op te geven om anderen voor het evange-

lie te winnen? Wat is voor ons de onopgeefbare kern van

Willenweons ‘Als ik mijn gemeenteleden vraag: wat is onze identiteit? - dan blijft het stil. We blijken in onze

dorpskerk nogal doeners te zijn, geen praters. Het laten zien van je geloof, je houding en je daden

blijken in een dorp van cruciaal belang. Vooral omdat men zoveel van elkaar ziet. Om over het

geloof te praten, daar moet je schroom voor overwinnen.’

‘Je had de deuren moeten open zetten!’

Tijding • zomer 201210

Page 11: Tijding zomer 2012

het geloof? Welke andere zaken moeten we bereid zijn op

te geven, ook al zijn we er erg aan gehecht?

Veel dorpsgemeenten veranderen door bezuiniging en

herstructurering in streekgemeenten. Die schaalvergroting

wordt niet toegejuicht. Probeer zo lang als maar enigszins

mogelijk is om kerk in het dorp te blijven, hoe klein de

gemeenschap ook wordt. Mensen die nu aan de rand van

de kerk zitten en weinig betrokken zijn, zullen zeker niet naar

een ander dorp gaan. De kerk in het dorp is van hen, hoe

weinig ze er misschien komen. En er blijft altijd een kans om

in contact te komen. ‘We zijn geen monumentenzorg’, merk-

te een van de predikanten terecht op. Een grote kerk kan ook

een lastpost worden. Primair gaat het niet om het gebouw,

maar om de verkondiging. Desnoods in een huiskamer.

Aanhaken?

Ondersteuning van het missionaire werk in dorpsge-

meenten, is een nieuwe activiteit van de IZB. Na de eerste

reeks avonden, wordt het contact tussen de dorpsge-

meenten verder uitgebouwd, om ervaringen uit te wisse-

len en elkaar te stimuleren om missionaire initiatieven te

ontwikkelen. Hebt u de avonden gemist? U kunt zich nog

aanmelden voor het vervolg. Wilt u een soortgelijke toe-

rustingsavond voor dorpsgemeenten in uw regio? Neem

gerust contact op, via [email protected] of tel. 033-4611949.

latenstoren?

Ondersteuningvanhetmissionaire

werkindorps-gemeenten,iseennieuweactiviteit

vandeIZB

‘Noaberschap’

Een onderdeel van de toerustingsbijeenkomsten

voor dorpsgemeenten is het uitwisselen van erva-

ringen en het bespreken van drempels en kansen

voor missionair werk. Veel gemeenten benutten de

dorpsschool om contact te leggen met buitenkerke-

lijken, via bijzondere diensten (feestdagen) of door

middel van rondleidingen voor schoolkinderen in

het kerkgebouw. De ene gemeente organiseert

samen met leerkrachten een activiteit rond Sint

Maarten; een andere gemeente kiest ervoor om

tijdens het bloemencorso present te zijn. De avond

voorafgaand aan de parade gaan gemeenteleden

de locaties langs waar de laatste hand wordt ge-

legd aan de wagens. Ze delen koffie uit en maken

een praatje. Ook in de kerkdienst wordt aandacht

besteed aan het evenement. Eén van de drempels

voor missionair werk in het dorp is dat nare gebeur-

tenissen in het verleden vaak lang nasudderen. Als

er ooit iets fout is gegaan in het contact met de kerk

kan dat juist in een dorp generaties later nog een

rol spelen. Een andere drempel kan zijn dat mensen

zich bekeken voelen in een dorpskerk. Daar kent ie-

dereen je, en als je er een keer naar toe gaat wordt

er snel over je gepraat. De sociale controle kan een

drempel zijn, maar ook een kans. Je kent elkaars

wel en wee, in aandacht en burenhulp kun

je iets van het geloof laten zien.

‘Noaberschap’, zoals ze in

Overijssel zeggen.

Henri

Wijnne

zomer 2012 • Tijding 11

Page 12: Tijding zomer 2012

René van Loon

Oriëntatiecursuschristelijkgeloof

René van Loon geeft een over-

zicht van de belangrijkste thema’s

van het christendom. Wat gelo-

ven christenen met betrekking tot

God? Wat is de Bijbel voor een

boek? Wie was Jezus Christus

en wat was Zijn boodschap? Wat

betekent het in het leven van

alledag om christen te zijn? In 4 of 5 bijeenkomsten leren

deelnemers van de cursus de belangrijkste grondlijnen van

het christendom kennen.

Bestelnummer: 9789033819902

B o E K

H A n D E l

Aantal

Ja, ik ontvang graag de GRATIS digitale nieuwsbrief van de IZB-Ark Boekhandel

Naam

Straat en huisnummer

Postcode

Woonplaats

Telefoonnummer

E-mailadres

X

X

X

9789023921950 Mijngelijkenonsgeluk, Piet Schelling (e 12,90)

9789033831768 MetdeBijbelaandeslag, Jelle Nutma (e 13,95)

9789033819902 Oriëntatiecursuschristelijkgeloof,

René van Loon (e 14,95)

Bestelbon

Bon opsturen in envelop

(postzegel is niet nodig) naar:

IZB-Ark Boekhandel

Antwoordnummer 70,

3800 WB Amersfoort

Of per e-mail naar:

[email protected]

Tijding • zomer 2012

Zaterdag 9 juni: ‘Actief in de kerk’Kom informatie halen en inspiratie opdoen!

Op zaterdag 9 juni organiseert IZB-Ark (i.s.m. IZB, Ark

Media en Boekencentrum) de eerste actief in de kerk -

ochtend. Een inspirerend programma met workshops,

een uitgebreide informatiemarkt en volop mogelijkheden

voor advies en toerusting. Meer informatie of aanmel-

den: www.actiefindekerk.nl. Tijdens deze ochtend

worden drie nieuwe boeken gepresenteerd.

Piet Schelling

Mijngelijkenonsgeluk

Dit praktische boek helpt kerken-

raden en predikanten om te gaan

met de verscheidenheid in kerke-

lijke gemeenten. Veelkleurigheid

is mooi, maar kan ook moeilijk

zijn als mensen tegenover elkaar

komen te staan.

Bestelnummer: 9789023921950

Jelle Nutma

MetdeBijbelaandeslag25 lessen over het

Oude Testament

Met deze nieuwe methode

gaan de tieners weer echt aan

het werk. Elk Bijbelboek wordt behandeld aan de hand van

tekstinformatie, verwerkingsvragen, spelelementen en huis-

werkopdrachten. Zo wordt de basiskennis van alle Bijbel-

boeken uit het Oude Testament op een aantrekkelijke manier

overgebracht.

Bestelnummer: 9789033831768

12,90

13,95

14,95

ToervoorhetgoededoelIZB en IZB-Ark organiseren op zaterdag 15 sept-

ember een sponsor-wielertocht voor Het Pand, het

missionair centrum in Groningen. Fiets zaterdag

15 september aanstaande mee en laat u sponsoren.

Of sponsor iemand die op de pedalen staat voor

Het Pand. Kijk voor alle informatie op

www.toervoorhetgoededoel.nl.

Page 13: Tijding zomer 2012

IZBzetinopproject-financiering

Met dankbaarheid overziet Jan Westland, hoofd financiën en bedrijfsvoering van

de IZB, de jaarrekening van 2011, die tijdens de ledenvergadering is gepresenteerd.

‘Er is sprake van een stabiele inkomstenstroom van gemeenten en particulieren.

Daaruit blijkt de trouw van onze achterban. Daar zijn we erg blij mee.’

Er was voor 2011 een tekort begroot

van een ton; in werkelijkheid bleef de

schade beperkt tot € 49.000, vanwege

het feit dat we € 50.000 aan vooruit

ontvangen giften inboekten. In de be-

groting was een groeidoelstelling op-

genomen voor collecten en giften die

we van gemeenten ontvangen. Die is niet gerealiseerd.

We ontvingen nagenoeg hetzelfde bedrag als in 2010 –

wat gezien de economische crisis al een mooi resultaat

is. De verwachte groei (twee maal 5 % ten opzichte van

het niveau van 2009) bleek te ambitieus. Het tekort is ge-

lukkig niet verder opgelopen. Dat komt enerzijds doordat

we in verband met vacatures in missionaire projecten

en bij toerusting minder hebben uitgegeven, anderzijds

doordat de boekhandel 2011 met een mooi resultaat wist

af te sluiten. Volgens de regels van het Centraal Bureau

voor de Fondsenwerving (CBF) mogen onze reserves

maximaal € 2,6 miljoen bedragen. Met € 0,9 miljoen

blijven we daar zeer ruim onder. In de afgelopen jaren

hebben we een actief beleid gevoerd om de reserves af

te bouwen. Op dit moment zijn we bijna aangeland op

het minimumniveau dat we willen aanhouden voor het

opvangen van calamiteiten.

Van elke bestede euro werd vorig jaar 77 cent recht-

streeks aangewend voor het realiseren van de doelstel-

ling van de IZB. In 2010 was dat 76 cent. De rest gaven we

uit aan kosten om inkomsten te verwerven (11 cent) en

kosten van beheer en administratie (12 cent).

Voor de komende jaren heeft de IZB een ambitieuze meer-

jarenbegroting opgesteld. ‘We willen gemeenten maxi-

maal van dienst zijn. Daar zijn veel middelen voor nodig.

Met ingang van 2012 zetten we in op groei van de baten

door de invoer van specifieke projectfinanciering’, legt

Jan Westland uit. ‘Voordat we een nieuw project starten,

zorgen we dat het geld rond is. Dat schept helderheid voor

alle betrokken partijen. Hoe meer financiering we vinden,

hoe meer projecten er kunnen draaien. Ook bouwen we

met deze aanpak een waarborg in: als de financiering

onverhoopt niet rond komt, kan het project niet gestart (of

verlengd) worden. We zetten zo de tering naar de nering.’

Naast deze projectfinanciering blijven we rekenen op de

stabiele inkomstenstroom van collecten, contributies en

giften uit gemeenten en van particulieren. Die inkomsten-

stroom is ten slotte ons financiële fundament. Wilt u uw

steentje blijven bijdragen?

Meer informatie over de financiën van de IZB staat in

het jaarverslag en de jaarrekening. Exemplaren daarvan

zijn kosteloos op te vragen via [email protected] of tel. 033-4611949.

Ambitieuzemeerjaren- raming

zomer 2012 • Tijding 13

Page 14: Tijding zomer 2012

Inwijdenin heilgeheimenZaterdag 8 september 2012 organiseert Areopagus met uitgeverij Boekencentrum een studiedag voor predi-

kanten én hoorders: ouders, kinder- en jeugdwerkers, kerkenraadsleden, kortom: voor iedereen die hart heeft

voor de opgroeiende generatie in de kerk.

Centrale vraag tijdens deze dag is: hoe kunnen kinderen

en jongeren worden ingewijd in het heil dat centraal staat

in de kerkdienst, in het bijzonder tijdens de prediking.

Hoe kunnen we daar - voor zover dat in ons vermogen

ligt - aan bijdragen? Hoe kunnen we werken aan een

duidelijke, begrijpelijke verkondiging, zonder dat we in de

valkuil trappen van ‘verkleutering' of het plat praten van

het heilgeheim? Die vragen gelden niet exclusief voor

predikanten, ook ouders, kinder- en jeugdwerkers zien

zich daarvoor gesteld.

Areopagus is een onderdeel van de IZB, gericht op con-

textuele en missionaire verkondiging. De term

‘Missionair’ heeft betrekking op hen die ‘buiten'

staan, maar zij bevinden zich niet altijd buiten de

muren van het kerkgebouw. Ook ‘binnen' zitten

nieuwkomers, jongeren die ingewijd mogen

worden. Juist in een tijd van afval, waarin ook

veel jongeren afhaken, is aandacht hiervoor

van levensbelang. Dit vraagt een contextuele

verkondiging.

Ds. Kees van den Berg (Nieuw Vennep) zegt

in een gesprek naar aanleiding van deze dag:

‘Het lijkt me van belang dat kinderen tijdens

de liturgie, ook tijdens de preek, merken dat

het belangrijk is dat ze er zijn; dat er dingen

ter sprake komen die van belang zijn voor hun

leven. Zodat er bij hen het besef kan ontstaan:

hier is God aanwezig. We worden door Hem

uitgenodigd om te delen in heilgeheimen, om

Christus te volgen. Als predikant ben je een

gids, die rondleidt in de ruimte van het geloof.

Gun kinderen de tijd om rond te kijken, din-

gen te ontdekken.’

Programma

’s Morgens zijn er twee lezingen: ds. Bert

Karel Foppen spreekt over Kinderen, jonge-

ren en de kerkdienst, prof. dr. Evert Jonker

over ‘Het geloof van een kind’. ’s Middags is

er keus uit 8 workshops, met titels als ‘Van

orgelpijpenteller naar betrokken deelnemer’,

‘Preekvoorbereiding met het oog op kinde-

ren en jongeren’, ‘Als kind discipel zijn’, ‘De kracht van het

verhaal’, ‘Ervaringsgerichte werkvormen’ en ‘De zondag

vieren als gezin’.

Locatie ‘De Brug’, Schuilenburgerweg 2, 3816 TB Amers-

foort. Kosten: € 10 (incl. lunch). Kijk voor uitvoerige

informatie over alle keuzeprogramma’s en voor aanmel-

ding op www.izb.nl of bel 033-4611949. Informeer

kinder- en jeugdwerkers in uw gemeente op deze dag, via

de digitale flyer, te downloaden op de site.

Inwijden in heilgeheimen over kinderen, jongeren en de kerkdienstStudiedag Areopagus in samenwerking met uitgeverij Boekencentrum voor predikanten én hoorders: ouders, kinder- en jeugdwerkers, kerkenraadsleden en andere betrokkenen

De Brug, Amersfoort,

zaterdag 8 september

2012

Studiedagoverkinderen,jongerenende

kerkdienst

Tijding • zomer 201214

Page 15: Tijding zomer 2012

74e jaargang nr. 2 – Zomer 2012 Tijding is een gratis kwartaal-uitgave van de IZB – vereniging voor zending in Nederland en wordt toegezonden aan de leden. IZB-lidmaatschap: aanmelden bij de IZB. De contributie is e 10,- per jaar. Opzegging lidmaatschap voor 1 november. De IZB is een missionaire organisatie binnen de Protestantse Kerk in Nederland en stimuleert, adviseert en ondersteunt gemeenten en gemeenteleden in het evangelisatiewerk door middel van toerusting, materialen en missionaire werkers. Bestuurds. M.J. Tekelenburg, voorzitterds. H.J. van der Veen, tweede voorzitterds. R.F. de Wit, secretarisA.P. van der Kooy, penningmeesterds. M.C. Batenburgprof.dr.ir. J.H. van Bemmelmw. drs. Z.A. Jansen-Smitdr. H. de Leedemw. J.E. van Velzen-Vermaasds. J. van Walsum Directieds. L. Wüllschleger. IZBJohan van Oldenbarneveltlaan 103818 HB Amersfoorttel.: 033-4611949e-mail: [email protected]: www.izb.nlING: 980 980Rabobank: 30 22 06 191IBAN: NL26 RABO 0302 2061 91BIC: RABONL2U Uw steunSteun de zending in Nederland door uw gebed, uw IZB-lidmaatschap, uw gift en door al uw boeken te bestellen bij de IZB-boekhandel: www.izb-ark.nl, tel. 033-4613225. RedactieAnja van Maanen-Hoekman en Koos van Noppen Overname artikelenOvername van artikelen is toegestaan met bronvermelding. Foto’sFoto cover: Leden van de kinder-club in ‘Het Pand’ tonen trots hun zelfgemaakte vliegers.

Colofon

Ds. Sjaak van den Berg,

missionair predikant in

Groningen (Martinikerk).

Een bericht begin mei over de kerktorens van de Schanskerk

in Uithoorn trok mijn aandacht. De kerktorens staan op in-

storten en de situatie is dreigend. Bewoners moeten wor-

den geëvacueerd uit de omgeving. Het bericht trok mijn aandacht

omdat ik in mijn studietijd wekelijks een busritje maakte van Wil-

nis naar Amsterdam voor een bezoek aan het Del Ferro-instituut

waar ik enige maanden gewerkt heb aan mijn stotterprobleem.

En dan passeer je Uithoorn, met aan zijn ‘skyline’ de beeldbepa-

lende torens. Allerlei gedachten gingen door me heen toen ik het

bericht las: ‘Blijkbaar is het nu zover met het christelijk erfgoed

dat het zomaar kan instorten. Nog even en we zijn ook de torens

kwijt, die als stille getuigen ons oog naar boven trokken.’

Een nuancering is natuurlijk op zijn plaats. Uithoorn ligt in een

gebied waar de bodem niet al te stevig is. In Wilnis, waar ik

lange tijd gewoond heb, is de kerktoren van de Hervormde Kerk

vanaf de 17de eeuw drie keer ingestort en onlangs is het funda-

ment van de toren nog weer vernieuwd om herhaling van dit

euvel te voorkomen. In Vinkeveen, een stukje verderop, dreigde

zeven jaar geleden de toren van de Hervormde kerk op de pas-

torie te vallen. De fundering was door een zandplaat gezakt en

daardoor raakte het bouwwerk gevaarlijk instabiel. De situatie

in Vinkeveen maakt bovendien duidelijk dat het duiden van val-

lende torens niet eenvoudig is. In de situatie van Vinkeveen werd

namelijk de gedachte geopperd dat de dreigende val van de

toren een oordeel van God was vanwege het feit dat Vinkeveen

niet Hersteld was geworden. Inmiddels is ook die toren weer

gestabiliseerd omdat haar fundament is hersteld.

Een instortende toren spreekt dus op zichzelf geen eenduidige

taal over de staat van het geloof in Nederland. De bodemge-

steldheid in de regio Uithoorn maakt het funderen lastig, waar-

door veel onderhoud noodzakelijk is. Maar het kan allemaal, als

je maar genoeg mensen hebt die kunnen en willen bijdragen.

En daar zit hem de kneep. De Rooms-Katholieke parochie van

Uithoorn heeft dat geld niet. Daar is blijkbaar behalve de tast-

bare ondergrond ook de draagkracht (of het draagvlak?) van de

geloofsgemeenschap die aan het gebouw ten grondslag ligt ern-

stig verzwakt. Op veel plaatsen is dat een probleem. In mei was

bijvoorbeeld de Eusebiuskerk in Arnhem weer in het nieuws.

Ook een gebouw dat geen geloofsgemeenschap meer heeft die

haar kan onderhouden en waar het stadsbestuur nu geen raad

mee weet. Overal in ons land zijn kerken van functie veranderd

of worden ze gesloopt. De drassige grond onder de torens

van Uithoorn, Wilnis en Vinkeveen is misschien wel een goede

metafoor voor de menselijke natuur en de gebouwen voor de

geloofsgemeenschappen waar mensen deel van uitmaken.

Gemeenschappen blijven niet zomaar bestaan. Zonder een goed

onderhouden fundament zakt het in. Nu dit gebeurt, is het be-

hoorlijk schrikken af en toe. Maar de kerkgebouwen van Wilnis

en Vinkeveen zijn op hun beurt ook weer getuigen van het feit

dat het mogelijk is om, als de apostel eens in Korinte, opnieuw

een stevig fundament te leggen en daarop te bouwen. •

De torens van Uithoornc o l u m n

‘Blijkbaar is het

nu zover met

het christelijk

erfgoed dat het

zomaar kan

instorten...’

zomer 2012 • Tijding 15

Page 16: Tijding zomer 2012

I Z B I Z B P A R T N E R P A

R T N E R I N M I S S I E M I

S S I E I N P A R T N E R I Z

B M M I S S I E E I Z B I N M

I S S I E I N E I Z B R P A R

T N E R P A R T N E R J I Z B

I Z B I N I N A I N R M I S S

I E I Z B P A R T N E R I N M

I S S I E E N M I S S I E I Z

B I Z B M I S S I E B P A R T

N E R I N I N E P A R T N E R

L I N I N M I S S I E I N E I

Z B I Z B I Z B I Z B I I Z B

M I S S I E M I S S I E D I N

I N I N I N I N I N I N I N I

N P P A R T N E R P A R T N E

R P A R T N E R P A R T N E R

L M I S S I E M I S S I E A I

Z B I Z B I Z B I Z M I S S I

E N P A R T N E R M I S S I E

Bij deze weer de nieuwe puzzel. Hopelijk vinden jullie hem niet zo moeilijk als de vorige keer. We hoorden dat heel wat kinderen toen een tijd bezig geweest zijn en sommigen kregen hem niet goed opgelost. Dat is jammer en natuurlijk niet de bedoeling!

Deze keer een vak vol woorden en

lettertjes. Hieronder staan de opdrachten.

Als je die volgt, kom je vanzelf bij de

oplossing.

1 Geef de onderstaande woorden in de

puzzel de volgende kleur:

IZB - lichtblauw

Partner - donkerblauw

in - lichtrood

Missie - donkerrood

2 Hoe vaak tel je de woorden

IZB -

Partner -

in -

Missie -

3 Er blijven een aantal losse letters

over. Die vormen samen een woord.

Welk woord is dat?

4 Op welke bladzijde van deze Tijding

gaat het over dat woord, dat je ge-

vonden hebt?

Mail de antwoorden op de vragen 2, 3 en 4 naar de IZB en je maakt kans op een prijs! Succes!

En dit zijn de winnaars...

Compliment voor iedereen die de puzzel de vorige keer goed had.

De juiste oplossing was: zending in Nederland. Hier komen de namen

van de prijswinnaars: Finn van de Beek uit Nijkerk, Fennine van de Bunt uit Nieuwer ter Aa, Celia Meijer uit Oude Tonge, Sander Molenaar uit Streefkerk, Dianne Stip uit Elspeet, Carola Stout uit Daarle. Van harte gefeliciteerd! Jullie hebben de

prijs die eraan komt verdiend. Veel puzzelplezier gewenst met de

nieuwe puzzel.