Tijding, najaar 2011

16
DREMPELS VOOR MISSIONAIR WERK LEZERSDAG OVER ‘MARGINAAL EN MISSIONAIR’ NIEUWE WEBSHOP IZB-ARKBOEKHANDEL IMAGO VAN DORPSKERKEN Ledenblad van de IZB • 73 e jaargang, nr. 3 najaar 2011 tijding

description

Ledenblad IZB, vereniging voor zending in Nederland.

Transcript of Tijding, najaar 2011

Page 1: Tijding, najaar 2011

• Drempels voor missionair werk

• lezersDag over

‘marginaal en missionair’

• nieuwe webshop izb-arkboekhanDel

• imago van Dorpskerken

Ledenblad van de IZB • 73e jaargang, nr. 3 najaar 2011

tijding

Page 2: Tijding, najaar 2011

v o o r a f

het meerdere

Geslachten komen, geslachten gaan. Met enige weemoed

schrijf ik die woorden, nadat op 1 augustus jl. dr. albert

Noordegraaf is heengegaan. Hij heeft veel voor de IZB bete-

kend, niet alleen als bestuurslid en voorzitter, maar in al

zijn werk.

Ik geef hier in dankbare herinnering een citaat uit een radio-

toespraak in de rubriek ‘Moment’, uitgesproken op 17 april

1980 ter gelegenheid van de ingebruikneming van de geres-

taureerde Nieuwe Kerk in amsterdam. Het kerkgebouw zal

nauwelijks nog een liturgische functie hebben. Daarom

spreekt hij zijn zorg erover uit dat de cultuur de plaats van

de cultus gaat innemen. De samenleving heeft meer nodig

dan cultuur. Hij zegt:

‘Dat meerdere is het Evangelie van Jezus Christus, redder en

Bevrijder van ons totale leven. Dat meerdere is het geloof in

Hem. Die boodschap mag de kerk in die ontmoeting (tussen

gemeente en wereld, LW) doorgeven. Wellicht in kleine groe-

pen, in een minderheidspositie.

Laten we ons niet blindstaren op de grote aantallen, op

macht of invloed naar werelds model. De geschiedenis laat

zien: als de kerk zich breed kan maken in de samenleving,

als ze gaat steunen op de macht van het getal, het geld, de

volksinvloed, verliest ze aan zeggingskracht en geloofwaar-

digheid. De kracht van de kerk is de kracht van het ons toe-

vertrouwde Evangelie.

Ik denk aan de kerk in de eerste eeuwen. ook toen een

kleine kerk in een heidense wereld. Maar wat een werf-

kracht! omdat die gemeente leefde bij het Woord en zich de

belijdenis van Jezus Christus niet schaamde. Is dat niet in

elke eeuw het geheim van een levende gemeente? Zo, levend

bij en uit het Woord, is de kerk zout in de samenleving en

draagt de ontmoeting vrucht.’

Louis Wüllschleger,

directeur

v o o r a f

Drempels voor missionair werk

2 Tijding • nr. 3 najaar 2011

Page 3: Tijding, najaar 2011

Terwijl de avond vorderde, merkte ik dat ik

het niet durfde te geven. Maar toen ik hem

even alleen tegenkwam, in de gang, greep

ik m’n kans. Razendsnel haalde ik het

boekje uit mijn zak, mompelde iets van:

‘Voor jou’ en stak het hem toe. Een tikje

verbouwereerd keek hij me aan. Op dat

moment kwam er net iemand anders de

gang binnen, die zag wat er gebeurde en

zei: ‘Wat ben jij nou aan het doen? Je bent

toch niet stiekem aan het evangeliseren, of

zo?’ Ik kon wel door de grond gaan. Het

zweet brak me uit en ik wist niet meer wat

ik moest zeggen. Ik voelde me vreselijk. Het

boekje verdween ongelezen bij hem op een

plank. En ik dacht: dit nooit meer.

VerlangenVanuit missionair oogpunt is er veel over

dit voorval te zeggen. Misschien roept het

wel herkenning op, hebt u iets soortgelijks

meegemaakt. Om te beginnen stel ik vast

dat deze gebeurtenis voortkwam uit een

positief verlangen om anderen het evange-

lie bekend te maken. Dat verlangen delen

we met elkaar, toch? Ik hoop tenminste

dat we niet louter plichtmatig, uit gehoor-

Drempels voor missionair werk

zaamheid, betrokken zijn op het missio-

naire werk. We doen het toch ook omdat

we zelf weten en ervaren dat het evangelie

ons rijk maakt? Nu al, in dit leven, en in

het leven dat nog komt. Paulus legt op een

prachtige manier de verbinding tussen

beide elementen: de opdracht van Gods-

wege om het evangelie te verkondigen en

de rijkdom van datzelfde evangelie. Hij

schrijft (in 2 Kor. 5: 14-21) dat wanneer je

één bent met Jezus Christus, je een nieuwe

schepping bent. Je oude mens is met

Christus gestorven, je wordt nieuw

gemaakt. Je leeft niet langer meer voor

jezelf, maar voor Jezus Christus. Dat is

toch een rijke boodschap? Leven voor

jezelf lijkt misschien leuk, maar is ook wel

erg zwaar. Wat nu wanneer het niet lukt

om een leuk en succesvol leven te leiden?

Waar haal je dan je vreugde uit? Je zou er

maar depressief van worden. Leven voor

Christus betekent dat je probeert te leven

met Hem voor ogen, dat je Hem navolgt.

Net zoals de discipelen. Dan kan het mee

of tegen zitten in het leven, maar dan vind

je vreugde in het dienen van Hem. Dat is

een boodschap die heilzaam is voor ieder

Een aantal jaar geleden ging ik met wat vrienden op vakantie.

Eén van hen was niet gelovig. Ik peinigde er mijn hoofd over hoe ik

toch iets met hem kon delen van het christelijk geloof. Ervaring met

evangelisatie had ik helemaal niet. Toen hij later dat jaar zijn

verjaardag vierde, zag ik mijn kans schoon: ik besloot een boekje

van ‘Waarom Jezus?’ voor hem mee te nemen, waarin de basis van

het christelijk geloof wordt uitgelegd.

3Tijding • nr. 3 najaar 2011

Page 4: Tijding, najaar 2011

mens! Verder schrijft Paulus dat wij recht-

vaardig voor God kunnen worden, omdat

Hij Jezus Christus één heeft gemaakt met

de zonde. Dat wij rechtvaardig zijn voor

God geeft ons toch hoop op een toekomst

bij Hem?

BelemmeringenHet verlangen om het evangelie te delen

kan door mistroostige ervaringen onder-

sneeuwen. Na bovengenoemde gebeurte-

nis heb ik een hele poos gedacht: het

evangelie verspreiden? Laat maar, mij

niet gezien. Ik wil nooit meer in zo’n

nare situatie terechtkomen. Laat het

maar aan anderen over die er beter in

zijn. Er zijn veel redenen waardoor het

verlangen om het evangelie te delen bij

ons kan uitdoven en we hebben er alle-

maal last van. Het zijn drempels om mis-

sionair aan de slag te gaan.

Ontmoedigende ervaringen spelen daarbij

een rol. We kunnen ervan gaan twijfelen

aan ons geloof. Is het allemaal wel waar?

Wanneer we om ons heen kijken zien we

alleen maar terugloop in de kerk. De

gemeente vergrijst, kerkgebouwen wor-

den gesloten. Er zijn maar weinig men-

sen die toetreden tot de kerk.

Familieleden haken af en schijnen geloof

en kerk niet te missen. Misschien gaan

uw (klein)kinderen ook wel niet meer. Ze

beschouwen het geloof als achterhaald,

niet meer van deze tijd. Dat doet toch

iets met je? Dan moet je verdraaid sterk

in je schoenen staan wil de twijfel niet

toeslaan of we het nog wel bij het rechte

eind hebben. Het is ontmoedigend en

kan je verlangen om het evangelie te

delen langzaam laten uitdoven.

ComplexHet kan ook zijn dat we het geloof wel

willen delen, maar dat we onszelf niet

vaardig genoeg vinden om dit te doen. We

hebben moeite om de juiste woorden te

vinden om ons geloof mee te verwoorden.

Het is ook niet zo makkelijk. Het zijn soms

oude woorden die veel voor ons zelf bete-

kenen, maar die door een ander niet meer

begrepen worden. Hoe kom je dan aan

nieuwe taal om een ander uit kunnen leg-

gen wat je bedoelt? Daarnaast is de inhoud

van ons geloof niet altijd even consistent.

Ons geloof is een complex geheel waarvan

we zelf niet precies begrijpen hoe het in

elkaar zit. Soms geloven we dingen die

moeilijk met elkaar te verenigen zijn. Pro-

beer dat maar eens aan een ander uit te

leggen! En dan heb je ook nog die lastige

vragen die altijd aan ons gesteld worden:

hoe komt het dat een goede God zoveel

lijden toelaat in de wereld? Hoe zit het

met schepping en evolutie? Hoe kan Jezus

tegelijkertijd God en mens zijn? Gebrek

aan (ant)woorden zorgen ervoor dat we

dan liever maar helemaal niet meer probe-

ren om ons geloof met een ander te delen.

Een andere factor van betekenis vormt de

ons omringende cultuur. Veel mensen hul-

digen een meervoudige waarheidsopvat-

ting: verschillende waarheden kunnen naast

elkaar bestaan. Dan kun je uitleggen dat

Jezus de Weg, de Waarheid en het Leven is,

maar onverschillige reacties zijn dan je deel:

‘Dat is fijn voor jou maar niet voor mij’. Of:

‘Ieder zijn waarheid’. En zie dan nog maar

eens een vruchtbaar gesprek te krijgen.

Daarnaast heeft de secularisatie een grote

invloed op ons denken. Daar krijgen we ook

iets van mee. Geloof wordt steeds meer

beperkt tot de privé-sfeer. Geloven is iets

voor op de zondag en voor thuis, maar niet

iets dat je laat zien aan anderen in de

publieke ruimte. Maar wanneer christenen

niet meer zichtbaar zijn in de publieke

ruimte, hoe gaat er dan nog wervende

kracht uit van ons geloof? Dan vrees ik dat

ons licht verdwijnt onder de korenmaat. We

zijn juist geroepen om als licht te schijnen

voor de mensen zodat heel deze aarde eer

geeft aan onze Vader in de hemel.

Binnen de IZB hebben we het tijdens een

vergadering uitgebreid over bovenge-

noemde punten gehad. We bleken alle-

maal last te hebben van drempels die er

voor kunnen zorgen dat het missionaire

verlangen dooft. Vandaar dat we nu ook

bezig zijn met een nieuw missionair aan-

bod voor de gemeente, dat kan helpen om

die drempels te verlagen of er overheen te

stappen. Een hulpmiddel dat het verlangen

wil versterken om missionair actief te wor-

den. Zodat we de moed er in houden om

te blijven zoeken naar manieren om het

evangelie met anderen te delen.

VeelvormigEn gelukkig kennen we bij tijd en wijle de

ervaring dat een vrijwel uitgedoofd verlan-

gen weer kan gaan gloeien, ontvlammen.

Wat mij indertijd de drempel over hielp

was dat iemand zei dat missionair werk

niet alleen met boekjes uitdelen te maken

heeft, maar dat het op veel meer manieren

gestalte kan krijgen. Bijvoorbeeld door in

het dagelijks leven heel bewust te proberen

een navolger van Christus te zijn. Door het

geloof handen en voeten te geven op het

werk, op je sportclub, bij je andersgelovige

Je bent toch niet stiekem aan het evangeliseren, of zo?’

4 Tijding • nr. 3 najaar 2011

Page 5: Tijding, najaar 2011

vrienden. Dat je probeert om juist daar

gestalte te geven aan wat je gelooft. Zodat

mensen kunnen zien dat het geloof in

Jezus Christus verschil maakt in je leven.

Dat betekent bijvoorbeeld dat je niet alleen

leeft van genade, maar ook genadig naar

anderen bent. Dat je niet alleen weet dat je

zelf zeven maal zeventig maal wordt ver-

geven, maar dat je uit dankbaarheid een

ander ook even zoveel keren vergeeft. En

dan merk je dat zo’n levensstijl vragen

oproept en ruimte biedt voor een gesprek.

Wanneer mensen dan geïnteresseerd zijn

in het christelijk geloof ontstaat er ook

ruimte voor een boekje over ‘Waarom

Jezus?’ Misschien is het een goed idee om

over het verlangen om het evangelie te

delen eens met elkaar in gesprek te gaan.

Bijvoorbeeld tijdens een Bijbelkring of een

gemeenteavond. U zou de volgende vra-

gen als uitgangspunt kunnen nemen:

• Wat is voor u de rijkdom van het geloof?

• Waarom verlangt u er naar om het evan-

gelie te delen? Zijn er momenten ge-

weest dat dit verlangen een nieuwe

impuls kreeg?

• Ervaart u drempels om het evangelie met

anderen te delen? Welke zijn dat?

• Vertel elkaar eens bemoedigende erva-

ringen die u heeft opgedaan in het delen

van het evangelie.

Soms lopen de dingen anders dan je

denkt. De vriend die ik het boekje gaf,

kreeg een jaar later een vriendin. Zij wilde

wel eens weten wat het christelijk geloof

inhield. Hij zocht voor haar het boekje

over ‘Waarom Jezus?’ op. Dit boekje

leidde er uiteindelijk toe dat dit meisje

christen geworden is…

Wia MarinusWia Marinus-Zijlstra, gaat per 1

oktober aan de slag in de protes-

tantse gemeente van Leeuwarden-

Huizum. Ze heeft jarenlang in de

zorg gewerkt, voordat ze theologie

ging studeren. Sinds een jaar is ze

parttime jongerenwerker (JOP) in

de Protestantse gemeente in Gou-

tum. Dat werk gaat ze nu combi-

neren met missionair werk in

Leeuwarden-Huizum. Wia zal in

de komende drie jaar worden

belast met de uitwerking van een

missionair plan, waar de IZB nauw

bij betrokken is. Na een moeilijke

periode, als gevolg van de bezui-

nigingen, is de gemeente er aan

toe om het missionaire werk een

nieuwe impuls te geven.

p E r s o N a L I a

op 1 augustus is annet van Triest in dienst getreden

als receptioniste/telefoniste. Ze werkt vier dagen per

week (ma, di, do, vr). annet is 49 jaar, ze woont in Nun-

speet, en heeft twee volwassen kinderen. Hiervoor

werkte ze drie dagen per week in dezelfde functie bij

het Evangelisch Begeleidingscentrum in ’t Harde.

Gerda van de Beek heeft de overstap gemaakt naar de functie van secretarieel

medewerker van de afdeling Communicatie/fondsenwerving (1,5 dag per

week). De rest van haar dienstverband blijft Gerda werken als secretarieel

medewerker van de afdeling toerusting. ook de afdeling Dienstverlening

Gemeenten) krijgt secretariële ondersteuning. alineke Lindhoud, nu werk-

zaam bij IZB-ark-boekhandel, is na een interne sollicatieprocedure

benoemd in een parttime dienstverband (0,4 fte).

Margreet pleizier is met zwangerschapsverlof. Haar functie wordt de

komende maanden waargenomen door Marja Wessels-Monster. Ze

werkt 1 dag in de week, op woensdag. ook Marja is afkomstig uit Nun-

speet, ze is getrouwd en heeft twee jongens, van 3,5 en 1,5 jaar.

Hette DomburgHette Domburg (foto) is 4 september

bevestigd in zijn bediening als missionair

werker in Den Haag. Hij gaat daar werken

voor MarcusConnect, een gezamenlijk

project van de IZB en de Protestantse

Kerk in Nederland. MarcusConnect is ver-

bonden met de Marcuskerk in de wijk

Moerwijk in Den Haag, een ‘gekleurde’

wijk waar nauwelijks binding is tussen

mensen. De kerk heeft gekozen voor een

gemeentemodel dat bestaat uit drie

gemeentekernen: de gemeente die op

zondagmorgen samenkomt, de Kinder-

winkel voor kinderen en tieners in de wijk,

en MarcusConnect, de nieuw te starten

kerkplek voor en met jongvolwassenen in

de wijk. Hette, getrouwd, vader van 4 kin-

deren, werkte de laatste jaren als docent

aan een Bijbelschool in Mozambique.

D o o r : C H r I s T I a a N C E va a L

5Tijding • nr. 3 najaar 2011

Page 6: Tijding, najaar 2011

‘Van lieverlee gingen we minder frequent. We geloven nog wel, we

bidden, lezen nog wel uit de Bijbel en hebben het er met elkaar

over. Het speelt in ons leven een rol. En ik merk dat de kinderen

ook nu ze zelfstandig zijn, niet onverschillig zijn. We hebben wel

de basis gelegd. Geloven doen we nu op een andere manier.’ ‘Mijn

kinderen wilden niet meer naar de kerk. Het sprak hen niet meer

aan, het ging nooit over hen, ze vonden geloof op dat moment

niet zo belangrijk. En toen zijn mijn vrouw en ik ook weggeble-

ven. Niet van de een op de andere zondag, maar gaandeweg, zo

nu en dan. We wilden op zondagmorgen samen ontbijten en niet

in de kerk zitten als ze uit bed kwamen. Van lieverlee gingen we

minder frequent. We geloven nog wel, we bidden, lezen nog wel

uit de Bijbel en hebben het er met elkaar over. Het speelt in ons

leven een rol. En ik merk dat de kinderen ook nu ze zelfstandig

zijn, niet onverschillig zijn. We hebben wel de basis gelegd. Gelo-

ven doen we nu op een andere manier.’

Bovenstaand relaas zal u niet onbekend voorkomen. In veel

gemeenten kom ik zulke verhalen tegen. Het gaat dan over broers

Ex-kerkelijk, maar niet ongelovig

‘Mijn kinderen wilden niet meer naar de kerk. Het sprak hen niet meer aan, het ging nooit over

hen, ze vonden geloof op dat moment niet zo belangrijk. En toen zijn mijn vrouw en ik ook

zachtjes weggebleven. Niet van de een op de andere zondag, maar gaandeweg, zo nu en dan.

We wilden op zondagmorgen samen ontbijten en niet in de kerk zitten als ze uit bed kwamen.

en zussen, neven en nichten die uit de kerk verdwenen zijn. Niet

met slaande deuren, maar op kousenvoeten. Hun kinderen eerst.

Vaak zijn de betrokkenen vóór die tijd actieve gemeenteleden

geweest. Maar toen kwam de klad erin. Soms zie je ze na jaren

weer terugkeren. Soms. Maar hun kinderen zelden. Ja, tijdens een

rouwdienst en op hoogtijdagen.

OorzakenUit onderzoek is gebleken dat kinderen sterke veranderingen in hun

geloof meemaken als ze de basisschool verlaten. Er gaat een nieuwe

wereld voor ze open en die vraagt hun totale aandacht. Er zijn glo-

baal drie oorzaken waarom kinderen kunnen afhaken op die leeftijd.

• Er dient zich een ander wereldbeeld aan. De natuurwetenschap-

pen zijn in staat heel veel zaken te verklaren waarvan God in

hun kindertijd de verklaring voor was. Het ontstaan van de

wereld, maar ook het voorkomen van natuurrampen en tot dan

toe onverklaarbare wonderen. De wereld wordt ontmythologi-

seerd. God verdwijnt naar de marge van het bestaan. Hij is over-

bodig geworden.

• God en geloof zijn menselijke verzinsels. Want er blijkt niet één

godsdienst te zijn, er zijn er veel meer. En ze spreken elkaar

tegen. Pubers wijzen de waarheidsclaim af. En ze prikken feil-

loos door schijnzekerheden in. Ouders hebben het moeilijk met

hun scherpe vragen. Het zijn wel echte vragen.

• God stelt teleur. Hij voorkomt het kwaad niet dat ook goede mensen

treft. Zijn macht blijkt ineens erg weinig voor te stellen. Hij is niet de

wonderdoener uit hun kinderjaren. God is door de mand gevallen.

GevolgenEr heerst een taboe over kerkverlatende kinderen. Meelevende

ouders dragen vaak een groot verdriet. Ze schamen zich. Ze heb-

ben voor hun gevoel gefaald in de geloofsopvoeding. Het is geen

God en geloof zijn menselijke

verzinsels

6 Tijding • nr. 3 najaar 2011

Page 7: Tijding, najaar 2011

gespreksonderwerp voor hen. En blijkbaar ook niet voor de

gemeente, de kerkenraad en de predikant. Niet in de laatste

plaats omdat het hen ook treft. De gevolgen laten zich op ver-

schillende plekken voelen. Soms brengt de keuze van kinderen

verwijdering binnen het gezin teweeg. Ouders zijn niet in staat

te accepteren dat hun kinderen een eigen koers varen. Bij elke

ontmoeting komt het verwijt aan de orde. Soms veroorzaakt ver-

bittering bij de ouders een breuk met de kerk. ‘We hebben geen

enkel begrip ontvangen, de gemeente gaf niet thuis en heeft

niet geholpen onze kinderen op het rechte spoor te houden.’

Soms brengt de keuze van de kinderen ook de ouders tot een

andere, kritischer houding ten opzichte van de kerk. Ze hekelen

de achterhaalde vormen, de gesloten gemeenschap en de predi-

king die niet meer aansluit bij het dagelijks leven. De gemeente

merkt het ook: er zit een gat in de kerk. De groep van 20- tot

40-jarigen ontbreekt in veel gemeenten. Daardoor slinkt de aan-

was van kinderen ook. Ouderen maken sowieso de dienst uit in

de kerk. Het ‘gat van de kerk’ versterkt dat effect alleen maar,

met het risico dat jongeren, jongvolwassenen en gezinnen ver-

trekken naar gemeenten die kind- en jeugdvriendelijker zijn. Uit

onderzoek is gebleken dat vooral oudere gemeenteleden zich

(fel) verzetten tegen veranderingen om de ontvolking een halt

toe te roepen. Alles moet bij het oude blijven. Een ongunstig

klimaat voor ouders met kerkverlatende kinderen.

OngevaarlijkTot nu toe heb ik een somber beeld geschetst. Is er nog een

lichtpuntje? Het is wel eerlijk om eerst de werkelijkheid maar

eens goed onder ogen te zien. In het verleden is al te vaak

gepoogd het lek snel te dichten, terwijl er onder de waterlijn

nog een ander lek bleek te zitten. Jaren geleden hoorde ik de

theoloog Klaus Eickhoff spreken. De protestantse kerk in zijn

land, Oostenrijk, is klein en niet erg vitaal. Eickhoff was dan ook

niet optimistisch. In zijn analyse van de oorzaken van de krimp

en kerkverlating blikte hij terug op de periode die voorafging aan

de Tweede Wereldoorlog. Hij moest constateren dat de jongeren

die onder bekoring waren gekomen van het nationaal-socialisme,

gedoopt waren en een christelijke opvoeding hadden genoten.

Blijkbaar had de kerk hen niet duidelijk kunnen maken wat de

consequenties waren van de navolging van Jezus Christus. Eick-

hoff noemde het ‘de ketterij van de ongevaarlijkheid’. Hoe kwam

het dat de boodschap van het Evangelie zo nietszeggend en

krachteloos was? Ik wil maar zeggen: de eerste stap moet bij de

wortel beginnen, radicaal. Te veel cosmetische ingrepen hebben

ons cynisch gemaakt. Het Evangelie zelf, de navolging door de

opvoeders, en de communicatie van geloof en leven, die zijn fun-

damenteel. Kinderen en jongeren nemen niet voetstoots aan wat

ouderen beweren. Dat hoeft ook niet: Ze zijn zelf in staat om na

te denken en concepten te maken die passen bij de tijd waarin zij

opgroeien. Kenmerkend voor het geloof van een kind is de kwets-

baarheid, de afhankelijkheid en de verwachting dat de ander er

voor je is. Voor kinderen is dat hun manier van leven, het kan niet

anders. Volwassenen zijn het kwijt, maar kunnen het opnieuw

leren, van kinderen!

LevensveranderingHet gaat natuurlijk niet alleen over het overdragen van het geloof en

de traditie aan kinderen. Het christendom is een missionaire gods-

dienst, al zouden we dat in het Westen bijna vergeten. We willen dat

anderen delen in het heil in Jezus Christus. Dat is des te spannender

als zelfs gelovigen af gaan haken. Daarmee houdt de missie echter

niet op. Ik ben er van overtuigd dat als we als geloofsgemeenschap de

vragen van afhakende kinderen en jongeren echt aanhoren en op

zoek gaan naar antwoorden, samen met hen, met hun opvoeders, we

B E Z I N N I N G

En toen zijn mijn vrouw en ik ook weggebleven

7Tijding • nr. 3 najaar 2011

Page 8: Tijding, najaar 2011

D o o r : J o H a N T I M M E r

ook ontdekkingen doen waarmee we anders-

denkenden kunnen interesseren voor de rijk-

dom van het Evangelie. Het zal niet buiten

een levensverandering van onszelf omgaan.

Want we zijn blijkbaar zo immuun geworden

voor de impact van het Evangelie dat ande-

ren teleurgesteld zijn in wat ze in ons zien.

Geloofsoverdracht is geen spel van woorden

alleen, het is voorleven en samen oplopen.

Valt er wat te beleven? Is God zichtbaar?

Leeft Hij en doet Hij er toe in ons bestaan?

Valt er wat over te dragen?

OpdrachtAls je als gezin, als opvoeders geen rugdek-

king hebt van een gemeente, dan is het

zwaar, vandaag de dag. Uit gêne alleen

rondtobben is ‘uit den boze’. Als opvoeder

doe je jezelf en je kinderen te kort als je

geen dwarsverbanden legt in de geloofsge-

meenschap. De kerk heeft natuurlijk ook een

opdracht. Naast de aandacht voor jeugd en

jongeren dient er aandacht te zijn voor de

ouders van hen. Geloven gaat niet vanzelf.

En de school? Durven we nog eisen te stel-

len aan christelijke scholen? Ik zie een ken-

tering: scholen zijn op zoek naar hun

identiteit. Maar het is lastig, veel leerkrach-

ten zijn zelf niet of nauwelijks betrokken op

een kerk en weten niet goed hoe ze het

godsdienstonderwijs op een effectieve wijze

vorm moeten geven. Ouders en geloofsge-

meenschappen kunnen er een rol bij spelen.

Ik ken scholen die langzamerhand weer hun

christelijk karakter herontdekken en invul-

len. De leerkrachten komen uit voor hun

overtuiging en laten dat met respect voor

andersdenkenden ook in de klas zien. Er

wordt gezocht naar een wijze van gods-

dienstonderwijs die kinderen zonder bagage

het avontuur van de ontdekking laat bele-

ven. Hoe dat gekomen is? Jarenlang heeft

een kleine groep ouders voor de school

gebeden. Van tijd tot tijd spraken ze directie

en personeel op vriendelijke maar indrin-

gende wijze aan op hun identiteit. En het

wonder gebeurde.

Omdat de crisis zo diep is moeten we

waken voor allereerst een beleidsmatige

aanpak. Als de verkondiging van het

Evangelie centraal staat, als we geloven

dat het Woord het begin is van een leven

met Jezus Christus als Verlosser en Mees-

ter van ons leven, dan wordt dat merk-

baar in de mentaliteit van gelovigen, als

ouder en opvoeder, als lid van de

gemeente, maar ook als buur, collega,

familielid. Dan wandelen we als ‘kinderen

van het Licht’.

In MemoriamDr. A. Noordegraaf overleden

Op 1 augustus jl. overleed in Ede dr. A. Noordegraaf (78), gemeentepredi-

kant, theoloog, docent, auteur. Hij heeft veel voor de IZB betekend, o.a. als

voorzitter van het bestuur. In een ‘In Memoriam’ schreef Wim Dekker,

hoofd vorming en educatie: ‘Zijn kracht lag daarin, dat hij een zeer grote

kennis van zaken en een diepe liefde voor de kerk en het evangelie wist te

verbinden met nuchterheid en bestuurlijke slagvaardigheid. In moeilijke

kwesties hield hij het hoofd koel en het hart warm. Altijd zocht hij naar

datgene wat samenbond en probeerde hij tegenstellingen te overbruggen

met een groepoverstijgende visie. Als zodanig heeft hij niet alleen voor de

IZB, maar voor de hele kerk grote verdiensten gehad.

We danken God, dat hij ons zoveel schonk in deze broeder en vriend. Hij is in

vrede gestorven in het geloof, dat hij anderen heeft gepredikt. Dat mag tot

troost zijn voor zijn vrouw en kinderen en al degenen, die van hem hielden.’

Uit gêne alleen rondtobben is ‘uit den boze’

D o o r : J o H a N T I M M E r

8 Tijding • nr. 3 najaar 2011

Page 9: Tijding, najaar 2011

C o L u M N

Michelle ken ik via haar vriend, die ik weer ken via het uitdeelpunt

van de voedselbank. Ze is een slimme rotterdamse; ze heeft een

strikt atheïstische achtergrond en komt uit een redelijk goed

milieu. Ze volgde een secretaresseopleiding.

Toch deed ze iets doms. Met een vriend ging ze op vakantie naar

suriname. op de terugweg namen ze 2 kilo ‘poederachtig snoep-

goed’ mee. De douane op schiphol vond dat echter niet zo’n goed

idee en zo werd hun vakantie plotseling onaangenaam verlengd in

een verblijf waar je alles hebt behalve vrijheid. De vriend van

Michelle nam de schuld op zich, zodat zij na twee weken naar huis

kon terugkeren. Ze kreeg haar vrijheid terug. Dat dan weer wel.

Ergens in die enerverende reis was ze een keer in gesprek geraakt

met een chauffeur. Die verbaasde zich erover dat ze zonder geloof

in God door het leven ging. ‘Dat lijkt me afschuwelijk om zo alleen

door het leven te gaan’, was zijn reactie.

Een paar maanden later zat Michelle op mijn werkkamer. Normaal

gesproken hoef ik niet zo nodig vakantieverhalen terug te horen,

maar dit relaas had mijn volledige aandacht. Ze vertelde wat deze

zin met haar gedaan had. ‘Die opmerking kwam zo uit de grond van

zijn hart. Ik besefte ook meteen dat hij gelijk had. Het is ook afschu-

welijk eigenlijk. Daar was ik tien jaar geleden eigenlijk al achter

gekomen toen mijn moeder overleed. Toen begon ik al langzaam

open te staan voor het idee dat er misschien toch een God zou zijn.

Maar deze opmerking heeft tot gevolg gehad dat ik nu echt in God

geloof.’ Ik heb Michelle uitgenodigd voor de alpha-cursus en dat

leek haar wel goed.

Eén zin betekende een grote verandering in het leven van Michelle

op het gebied van geloof. Eén zin was genoeg. Dat bleef me bij. Ik

praat me soms suf om mensen tot het geloof te brengen. Maar God

kan met één zin, in één ontmoeting, tot zijn doel komen.

Eén zin van u, jou of mij kan een wereld van verschil uitmaken.

Met het gebed dat God je wil gebruiken – ook tijdens ‘toevallige’

ontmoetingen gedurende een willekeurige dag – hebben we elke

dag de kans de koers van iemands leven te wijzigen. Met één zin

kan er zoveel gebeuren. of je nu een prater bent of niet, af en toe

één zin over God, de Bijbel of het christelijk geloof – dat moet

toch wel lukken?

Niels de Jong

Missionair predikant in rotterdam (De samaritaan)

eén zin kan het verschil maken

9Tijding • nr. 3 najaar 2011 9

Page 10: Tijding, najaar 2011

Een krimpende kerk en toch missionair?

Met grote dankbaar-

heid kan ik constate-

ren, dat het boek

Marginaal en missio-nair; Kleine theologie voor een krimpende kerk, veel reactie

heeft opgeroepen en

nog steeds oproept.

Daarom ben ik blij, dat de IZB op 8 oktober

een bijeenkomst belegt, waarop we er verder

over door kunnen spreken. Toch had ik aan-

vankelijk ook mijn aarzelingen bij zo’n dag.

Het is duidelijk, dat door dit boek een proces

van bezinning op gang is gebracht en het is

de vraag of ik als schrijver me dan weer uit-

drukkelijk met dat proces moet gaan

bemoeien. Ik moet in ieder geval niet in de

valkuil stappen iedereen te willen overtuigen.

Wat helemaal niet moet gebeuren is, dat door

alle discussies er twee kampen ontstaan:

voorstanders en tegenstanders van Dekker en

dan natuurlijk ook nog een derde groep van

mensen, die een brug probeert te slaan. Zulke

mechanismen gaan vanzelf werken, daar

hoeft men in de regel niets voor te doen. Veel

moeilijker is het zulke mechanismen uit te

schakelen en tot een langduriger en vrucht-

baarder gesprek te komen, waarin samen

geluisterd wordt naar wat de Geest vandaag

tot de gemeenten te zeggen heeft. Dan moet

ik mij in ieder geval ook steeds opnieuw als

luisteraar opstellen en moeten anderen steeds

opnieuw bereid zijn zonder vooroordelen zich

open te stellen. Wie meent, dat dit vanzelf wel

gebeurt, vergist zich. Ik moet er zelf in ieder

geval wel om bidden, dat het goed afloopt.

BasishoudingEen van de dingen die me in de afgelopen tijd

bij de vele reacties sterk is opgevallen, is het

feit dat mensen heel vaak reageren vanuit de

eigen context en daar dan hun oordeel over

de thematiek en het boek van af laten han-

gen. Behoort men tot een gemeente, waar er

in de samenkomst elke zondag stoelen bij

gezet moeten worden, dan vindt men mijn

boek veel te somber. Is men predikant in een

gemeente, waar sprake is van gestage achter-

uitgang ondanks een zeer grote inzet en veel

gebed, dan vindt men mijn boek nog te opti-

mistisch. Nu is dat wel begrijpelijk, maar tege-

lijk legt het een rookgordijn over wat mijn

punt is. Ik ga zelf elke zondag voor en de ene

keer is het een gemeente, waar veertig men-

sen boven de zestig jaar zitten en de volgende

keer een gemeente, waar duizend mensen zit-

ten met stoelen tot achter de preekstoel. Toch

schrijf ik niet elke week een ander boek, maar

heb ik mijn boek geschreven zoals ik het

geschreven heb. We hebben vandaag te

maken met een krimpende kerk en we dienen

ons vooral ervan bewust te zijn, dat geloven

als minderheid een geheel nieuwe geestelijke basishouding vraagt. In ieder geval een basis-

houding die ons niet door de traditie van de

afgelopen eeuwen is aangereikt. Komt het

niet tot zo’n nieuw bewustzijn en zo’n nieuwe

basishouding, dan is de kans groot, dat de

afkalving snel verdergaat, ook in de vanouds

kerkelijke gemeenschappen op het platteland.

Missionaire programma’s zouden dit proces

nog wel eens kunnen verhaasten in plaats van

tegenhouden. Daarmee bedoel ik niets

kwaads te zeggen over missionaire program-

ma’s, maar deze zullen alleen vruchtbaar zijn,

wanneer ze gepaard gaan met het besef, dat

het grootste gevaar vandaag de uitholling van

het eigen geloof is.

Ondankbaar?Sommigen hebben gereageerd met de opmer-

king, dat ik door deze accenten te leggen

voorbij ga aan het wonder, dat er in zoveel

gemeenten sprake is van missionair elan en

dat ook de PKN ontwaakt is en tot een nieuw

missionair bewustzijn is gekomen. Iemand zei

mij zelfs, dat hij er iets tragisch in vond zitten.

Juist nu de PKN meer dan de afzonderlijke

kerken in het verleden, ons allen wijst op onze

missionaire roeping, wordt er vanuit de IZB

gevraagd, of we met missionair werk niet het

paard achter de wagen spannen. Ik kan me

deze reacties wel voorstellen, vooral wanneer

men oppervlakkig van de discussies kennis

neemt. In mijn boek ben ik echter zeer genu-

anceerd over de verhouding tussen het missi-

onair naar buiten treden en de noodzakelijke

verdieping naar binnen. Op deze plaats wil ik

ook heel graag zeggen, dat ik altijd weer

onder de indruk ben van jonge mensen, die in

de steden van ons land en in andere landen

zich inzetten, in de naam van Jezus dienend

en getuigend willen bezig zijn. In één woord:

geweldig. Praise the Lord! Laten zij zich vooral

niet ontmoedigd voelen door een dominee,

die een boek schrijft over de krimp.

RealismeOok deze jonge mensen zullen toch echter

hun vragen hebben over kerk en geloof in

Nederland. Heel concreet. Pas sprak ik zo

iemand, die voor de zending naar een ander

land ging. Hij vertelde me, dat hij uit een

gezin van zes kinderen kwam, die met veel

liefde en gebed bij kerk en geloof werden

opgevoed in een milde orthodoxe traditie.

Drie uit het gezin gingen echter niet meer

naar de kerk, één nog af en toe. Hij zelf en

een zus van hem waren echt van binnen

geraakt en kerkelijk actief. Zijn moeder kwam

uit een gezin van acht. Zes deden indertijd

belijdenis, twee gaan er nu nog naar de kerk,

waarvan één in een evangelische gemeente en

nog één in de kerk waarin ze werd opgevoed.

Wanneer ik zelf terugdenk aan al de mensen,

Page 11: Tijding, najaar 2011

Dekker in gesprek met lezers van ‘marginaal en missionair’

M a r G I N a a L E N M I s s o N a I r

De IZB belegt zaterdag 8 oktober in amersfoort een bijeenkomst

waarin lezers met Wim Dekker van gedachten kunnen wisselen

over zijn boek ‘Marginaal en missionair’. De discussie staat onder

leiding van Eo-presentator Tijs van den Brink.

Om het gesprek op gang te brengen geven enkele theologen een korte

impressie van hun leeservaring: dr. Klaas-Willem de Jong (Leidsche Rijn), dr.

Dirk Griffioen (GKV, Vrouwenpolder), drs. Diederik Wienen (RK, Utrecht), ds.

Bert Karel Foppen (Katwijk) en ds. Kees van Ekris (Breukelen), de laatste twee

zijn ook lid van de visiegroep Areopagus. Daarna is er uitvoerig tijd ingeruimd

om met Dekker in gesprek te gaan. De bijeenkomst wordt gehouden in ker-

kelijk centrum ‘De Brug’, Schuilenburgerweg 2, te Amersfoort, van 10.00 tot

15.30 uur. Aanmelden: [email protected].

Promotie Wim DekkerWim Dekker verdedigt maandag 19

december, om 13.45 uur in de aula

van de Vrije Universiteit te Amster-

dam het proefschrift ‘Afwezigheid van God’. De studie kan worden

beschouwd als een theologische ver-

dieping van de thematiek die in Mar-

ginaal en missionair aan de orde is.

In zijn nieuwe boek voert Wim het

gesprek met theologen, die uitvoerig

en diepgaand met de marginalisering

van het geloof zijn bezig geweest:

Pannenberg, Miskotte, Houtepen.

Wat levert hun theologie uiteindelijk

op voor het gesprek dat nu gevoerd

moet worden over de geloofwaardig-

heid van de christelijke boodschap in

een agnostische cultuur? In de laat-

ste twee hoofdstukken neemt Wim

stelling in het debat.

Het proefschrift, dat ook voor niet-

theologen toegankelijk is, wordt uit-

gegeven door de IZB en Boekencen-

trum en verschijnt in december, na

de promotie.

die bij mij belijdenis deden, weet ik van een

behoorlijk aantal, dat ze nu òf van de kerk

zijn afgehaakt òf van het geloof òf van beide.

Ik denk aan hen terug, heb nog flarden in

mijn hoofd van de goede en vaak zeer exi-

stentiële gesprekken, die we voerden. In een

aantal gevallen zijn juist degenen, die ik als de

‘besten’ beschouwde (gericht op beleving en

diepgang) afgehaakt. Uiteindelijk sloeg de

wissel bij hen door naar iets van ‘eerlijkheid’,

zoals ze het nu noemen: de boodschap van

het christelijk geloof is eenvoudigweg niet

meer geloofwaardig voor hen. Mijn conclusie

is dus, dat we binnenshuis een groot probleem

hebben. De niet-gelovigen, die we willen

bereiken zitten niet alleen buiten de kerk, ze

zitten in de kerkbanken, op de rand. Nog ster-

ker, de niet gelovige, de agnostische mens, dat

is de mens die het gewoon niet weet of het

wel waar is wat over God wordt verteld, zit op

de bodem van ons eigen hart te wachten,tot

hij eindelijk volop aan het woord mag komen.

Wij zijn allen kinderen van een agnostische-

humanistische cultuur. Dat zit in ons collec-

tieve bewuste en onbewuste vandaag. Deze

cultuur is in Europa al minstens een paar eeu-

wen zich aan het ontwikkelen. Vandaag heeft

deze ontwikkeling ook de meest orthodoxe

gebieden van Nederland bereikt.

Bidden en zoeken naar taalDaarover gaat mijn boek. Hoe duiden wij dit

gebeuren in het licht van God, die eenmaal

met zijn Evangelie Europa bezocht? Hoe

komen wij tot een nieuwe spiritualiteit, waarin

we deze ontwikkeling een plaats hebben

gegeven; strijdbaar, waakzaam, maar mis-

schien ook juist lijdzaam wachtend? Immers

wanneer één ding duidelijk geworden is na

alle kerkelijke acties in de vorige eeuw vanaf

de Doleantie van Abraham Kuyper tot en met

de apostolaattheologie van de Hervormde

Kerk en de oprichting van de EO: met onze

kracht is het niets gedaan. Tegelijk meen ik

echter ook, dat we ons in ons denken moeten

blijven bezinnen op de vragen van de vertol-

king van het christelijk geloof in onze agnosti-

sche context, zodat het christelijk geloof als

een passende boodschap, een aansprekende

boodschap gecommuniceerd kan worden.

Daarover gaat vooral het laatste hoofdstuk van

mijn boek, waarop nog bijna niemand heeft

gereageerd. Daarover gaat mijn hele

volgende boek, dat in december uit-

komt, getiteld: Afwezigheid van God.

In ieder geval, het missionaire verlan-

gen in mij is nooit gedoofd. Maar

kennen we onze tijd wel? Kennen we

ons eigen hart wel? Snappen we wel

waarom mensen afhaken? Proeven we

wel de geestelijke weerstanden? Maar

begrijpen we ook de vele culturele

botsingen tussen de wereld van de Bij-

bel en onze wereld? Zien we welke

grote vragen dat oproept ten aan zien

van de vertaalslag, die we moeten

maken om het Evangelie echt aan de

orde te stellen zoals het bedoeld is?

Zien we wel, dat we die vertaalslag zelf

vaak nog niet gemaakt hebben en dat

we daarom een orthodoxe gelovige

bovenbouw in ons leven tamelijk

onverbonden met de onderbouw van

het dagelijkse leven laten bestaan?

Laten we alles op alles zetten om dit

soort vragen samen te beantwoorden.

Daarmee zouden we wel eens de

grootste dienst aan missionair kerk-

zijn vandaag kunnen bewijzen, die

denkbaar is.

Ds. W. Dekker

11Tijding • nr. 3 najaar 2011

Page 12: Tijding, najaar 2011

vervolgvragen bij die constatering. Wat vin-

den de niet-kerkelijke dorpsbewoners eigen-

lijk van de kerk? Speelt de kerk in hun ogen

een belangrijke rol in het dorp of beschouwen

ze het niet als een verlies, als ze verdwijnt?

Voor het onderzoek ter afronding van zijn

theologische studie aan de VU, koos Henri

twee dorpen, in sterk uiteenlopende situaties:

het Veluwse Hulshorst, waar bijna de helft van

de inwoners staat ingeschreven als kerklid, en

het Randstedelijke Nootdorp, dat door de ver-

stedelijking in de afgelopen decennia het

dorpskarakter voor een deel verloren heeft.

Nog geen tien procent van de bevolking is

daar geregistreerd bij de protestantse

gemeente. ‘In ons dorpsleven neemt de Her-

vormde gemeente een grote plaats in’, schrijft

de kerkenraad van de gemeente in Hulshorst

in het beleidsplan. Maar de helft van niet-

kerkelijke dorpsbewoners die Henri een straat-

interview afnam blijkt geen enkel beeld te

hebben van de gemeente. Ze kunnen geen

activiteiten noemen van de kerk en veel res-

pondenten blijken ook geen enkel gemeente-

lid te kennen. ‘Een vrij schokkende uitkomst’,

stelt Henri. ‘Vanuit missionair oogpunt geeft

dit veel te denken.’ In het Veluwse dorp

komen niet-kerkelijke bewoners vooral in

contact met de kerk via de kinderen. De

Een paar jaar geleden uitte godsdienstsocio-

loog Hijme Stoffels de verwachting dat de

PKN in de toekomst voor de lastige keuze

komt per regio één kerkgebouw aan te wijzen

dat mag openblijven. De overige (dorps)ker-

ken moeten vanwege bezuinigingen sluiten.

‘Er zullen allerlei dorpen zonder zichtbaar

kerkelijk leven komen’, aldus Stoffels. Henri

Wijnne stelt in zijn onderzoek interessante

dorpskerk heeft er daarom voor gekozen om

missionaire activiteiten onder andere via de

school te beleggen.

In Nootdorp ligt het percentage nog hoger:

ongeveer driekwart van de ondervraagden gaf

aan de kerk niet te kennen, de wekelijkse uit-

zendingen van kerkdiensten via de lokale

radio ten spijt. De plaatselijke predikant, ds.

Gert van Herk is zich daarvan bewust. ‘Uit

gesprekken maak ik op dat onze dorpskerk in

beeld is als gebouw, maar nauwelijks als

geloofsgemeenschap’, schreef hij in een ver-

slag van zijn studieverlof. Veel inwoners van

het dorp zijn eerder katholiek georiënteerd

dan protestants. ‘Hoe dan ook: we hebben als

geloofsgemeenschap geen duidelijke uitstra-

ling naar buiten.’ Het imago van beide onder-

zochte dorpskerken onder de niet-kerkelijke

inwoners die de dorpskerk wél kennen, is over

het algemeen positief. De aanwezigheid wordt

gewaardeerd. Voorzover er negatieve reacties

loskomen, zijn die vooral gericht op de lande-

lijke kerk (PKN) of de kerk in het algemeen.

De resultaten uit het onderzoek van Henri

Wijnne liggen in lijn met eerdere onderzoe-

ken, waarin naar voren komt dat een dorps-

kerk als Hulshorst sterk blijkt in ‘bonding’ (het

bevorderen van saamhorigheid onder actieve

‘Bekendheid dorpskerk wordt vaak overschat’

‘al te gemakkelijk wordt er

vanuit gegaan dat

dorpsbewoners de kerk wel

zullen kennen omdat een groot

deel van de inwoners als lid staat

ingeschreven. In werkelijkheid

zou de positie van de dorpskerk

weleens marginaler kunnen zijn

dan we vaak denken.’ Dat stelt

Henri Wijnne, missionair

adviseur van de IZB, in ‘Kerk

voor het dorp; een onderzoek

naar het imago en missionair

handelen van dorpskerken’.

Henri Wijnne werkte de afgelopen twee jaar als parttime

missionair werker voor de IZB in Nunspeet en part-

time medewerker van de IZB ark boekhandel. Daarnaast

studeerde hij theologie. per 1 september begint

hij als missionair adviseur op de afdeling Toerusting.

In Nunspeet heeft hij ertoe bijgedragen

dan elk van de vijf wijkgemeenten een

missionaire visie heeft ontwikkeld voor de

komende jaren. Het thema ‘wervend

gemeente-zijn’ was een jaarlang ingebed

in prediking, catechese en kringwerk. Voor

12 Tijding • nr. 3 najaar 2011

Page 13: Tijding, najaar 2011

‘Bekendheid dorpskerk wordt vaak overschat’

leden), maar matig in ‘bridging’ (het con-

tact leggen met andere groepen in de

samenleving). Dat laatste lukt in Nootdorp

weer beter; maar daar is ook minder gele-

genheid om je in eigen kring op te sluiten.

Henri: ‘De belangrijkste conclusie uit het

onderzoek is dat de kerk onder veel niet-

kerkelijke dorpsbewoners niet bekend is.

De bekendheid van de kerk en, als gevolg

daarvan, haar feitelijke rol in het dorp zijn

vermoedelijk kleiner dan wordt beseft.

Ambtsdragers en leden van de dorpskerk

moeten er actief aan bijdragen dat de

geloofsgemeenschap herkenbaar aanwezig

is in het dorp. Op dat terrein ligt nog veel

werk voor missionaire toerusting, om

gemeenteleden aan te sporen eens ‘over

de schutting’ te kijken.’ Als blijkt dat niet-

kerkelijke dorpsbewoners ‘saamhorigheid’

een belangrijke waarde vinden, kan de

kerk daarop inspelen, door bij te dragen

aan gemeenschapszin; ook tussen kerkle-

den en andere dorpsbewoners, door con-

tact te leggen met andere organisaties die

actief zijn in het dorp, door het kerkge-

bouw ook te benutten voor andere activi-

teiten dan de zondagse erediensten. Een

paar jaar geleden schreef een andere IZB-

medewerker een onderzoek over dorpsker-

ken. Martin van Dam, predikant te

Hagestein, belichtte de missionaire kansen

voor de kerk in een dorpssituatie. ‘Twintig

jaar geleden zouden we er misschien niet

over hebben gedacht, maar ook in zo’n

dorp is daarvoor gerichte toerusting nodig.

De IZB doet veel werk in grote steden,

maar ik verwacht dat we in de nabije toe-

komst ook steeds vaker in plattelandsdor-

pen aan de slag zullen gaan.’

T o E r u s T I N G

elke wijk is een activiteitenwaaier ontwik-

keld met een frisse presentatie van missio-

naire activiteiten. ‘Er heeft een omslag

plaatsgevonden. De evangelisatiecommis-

sies die zijn gevormd kunnen functioneren

als broedplaatsen voor nieuwe activiteiten.’

De afronding van het project van Henri zet geen punt achter de relatie tussen de

IZB en Nunspeet. Er wordt een plan geopperd om in de nieuwbouwwijk Molenbeek

een wijkgemeente te vormen. ‘Een goede kans om daar niet een kopie van de

bestaande wijkgemeenten te ontwikkelen, maar een missionaire gemeenschap,

gericht op rand- en buitenkerkelijken’, zegt Henri. Bij uitstek een initiatief waar de

IZB graag bij assisteert.

13Tijding • nr. 3 najaar 2011

Page 14: Tijding, najaar 2011

sinds 14 september heeft IZB-

ark een fonkelnieuwe webshop!

om dit te vieren, kunt u

profiteren van spectaculaire

aanbiedingen (zolang de

voorraad strekt). surf hiervoor

naar www.izb-ark.nl.

Met de introductie van de nieuwe website

is de klantenservice verbeterd. Ook tussen

de middag kunt u ons voortaan bellen

voor vragen over uw bestellingen. Op uw

e-mail ontvangt u in elk geval binnen een

werkdag een reactie.

Voordelen bestellen via www.izb-ark.nl:

• Meest complete assortiment christelijke

boeken, muziek, films, kaarten en gifts

• Winkelen wanneer het u uitkomt

• Snelle levering en maximaal € 1,95

aan portokosten

• Met uw aankoop steunt u het werk van

IZB en Ark Mission

B o E K H a N D E L

Nieuwe webshop IZB-Ark online

BEsTELBoNBestelbonBon opsturen in

envelop (postzegel

is niet nodig) naar:

IZB-Ark Boekhandel,

Antwoordnummer 70,

3800 WB Amersfoort

Of per e-mail naar:

[email protected]

Aantal bestelnummer titel

. . . . . . . . . . . . . x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Straat en huisnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Postcode en Woonplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Tel. nr. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

E-mailadres: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

r Ja, ik ontvang graag de gratis digitale nieuwsbrief van de IZB-Ark Boekhandel

schooleditie van de Herziene staten- vertaling met psal-men en formulierenDe Herziene Statenverta-ling met Psalmen en Gezangen is nu ook als schoolbijbel verschenen! Deze Bijbel is verkrijgbaar in twee uitvoeringen en is uitermate geschikt voor school en catechese. Door de grotere letter ook bruikbaar in kerkdiensten.Schoolbijbel met flexibele coverFormaat: 12 x 18 cmISBN 9789065393647€ 35,-

schoolbijbel met hardcover linnenFormaat: 12 x 18 cmISBN 9789065393678€ 35,-

Bij afname van grotere aantallen gelden er interessante kortingen. Informeer bij onze klantenservice (tel. 033-4613225) naar de voorwaarden.

Page 15: Tijding, najaar 2011

73e JAARGANG NR. 3 - NAJAAR 2011

Tijding is een gratis kwartaal-uitgave van de IZB - vereniging voor zending in Nederland en wordt toegezonden aan de leden. IZB-lidmaatschap: aanmelden bij de IZB. De contributie is e 10,- per jaar. Opzegging lidmaatschap voor 1 november.

De IZB is een missionaire organisatie binnen de Protestantse Kerk in Nederland en stimuleert, adviseert en ondersteunt gemeenten en gemeenteleden in het evangelisatie-werk door middel van toerusting, materialen en missionaire werkers.

Bestuurds. M.J. Tekelenburg, voorzitterds. H.J. van der Veen, tweede voorzitterds. R.F. de Wit, secretarisA.P. van der Kooy, penningmeesterds. M.C. Batenburgprof.dr.ir. J.H. van Bemmelmw. drs. Z.A. Jansen-Smitdr. H. de Leedemw. J.E. van Velzen-Vermaasds. J. van Walsum

Directieds. L. Wüllschleger.

IZBJohan van Oldenbarneveltlaan 103818 HB Amersfoorttel.: 033-4611949e-mail: [email protected]: www.izb.nlING: 980 980Rabobank: 30 22 06 191IBAN: NL26 RABO 0302 2061 91BIC: RABONL2U

Uw steunSteun de zending in Nederland door uw gebed, uw IZB-lidmaatschap, uw gift en door al uw boeken te kopen bij de IZB-boekhandel: www.izbboekhandel.nl, tel. 033-4613225.

RedactieAnja van Maanen-Hoekman en Koos van Noppen.

Overname artikelenOvername van artikelen is toegestaan met bronvermelding.

Foto'sVoorpagina en pagina 2, 3: Jaco Klamer.

Ieder jaar kies ik een boek van een goede schrijver uit om in de

vakantie geestelijke inspiratie op te doen. Dit jaar koos ik voor de

preken van Augustinus. Het was eigenlijk voor het eerst dat de

kerkvader mee mocht op vakantie. Hij was jarenlang te veel inge-

bed in het werken aan mijn dissertatie om mee te nemen op

vakantie. Maar nu ging de prachtige vertaling van Joost de Neer,

Martijn Schrama en Anke Tigchelaar van de sermones (=preken)

51-94 mee naar Duitsland. In deze preken legt Augustinus het

Mattheüs-evangelie uit aan gewone gemeenteleden.

Augustinus’ preken zijn vaak erg beeldend en hebben een hoog

dialogisch gehalte. Ze gaan in op concrete situaties en toch zijn

ze niet gedateerd. Augustinus is soms geestig, maar vooral gees-

telijk. Je zou zeggen dat Augustinus dikwijls op cursus is geweest

bij Areopagus (het centrum voor contextuele en missionaire ver-

kondiging van de IZB). Eigenlijk is hij dat ook, omdat hij docent

retorica was voor hij zijn gaven ging inzetten voor de kerk.

Een preek die ik las, leek al in te gaan op het boek Marginaal en

missionair van Wim Dekker. Hoewel me dit wel terugbracht in

werksferen, vertroostte de inhoud mij toch zo dat ik er geen spijt

van had dat Augustinus was meegegaan. De preek gaat over de

storm op het meer (voor degenen die het willen nazoeken: sermo

75), wanneer Jezus op de berg blijft bidden en de leerlingen voor-

uit worden gestuurd in een boot.

Wat me trof, is de lijn die Augustinus trekt naar het leven van de

kerk. Hij zegt dat wij nu als pelgrims op reis zijn en dat de boot

van de kerk ons gegeven is om naar het vaderland te zeilen. De

reis is erg stormachtig (dat hoort er nu eenmaal bij) en kan alleen

goed aflopen als je aan boord blijft. De vraag is niet of de boot

het houdt, maar of je aan boord blijft en niet door eigen onrust

overboord slaat. Het leven zien als pelgrimage door gevaarlijk

gebied is leerzaam. Het kleurt je verwachtingen voor het (kerke-

lijk) leven anders in dan wij vaak doen. Ook is opvallend dat

Augustinus de kerk vooral ziet als het door God gegeven vaar-

tuig, waar je veilig in zult aankomen ondanks alle onvermijdelijke

stormen; wanneer je maar aan boord blijft. In onze versplinterde

protestantse traditie is de kerk vooral onze organisatie, waar we

dus ook aan kunnen twijfelen. Het zou goed zijn dat we ons

begrip ‘kerk’ in Augustinus’ richting herijken en haar opnieuw

vanuit God leren zien, om met meer vertrouwen verder te reizen

door de stormen die er bij horen.

Vooral bemoedigend is dit: ‘Als je je geen raad meer weet, als de

boot niet meer gehoorzaamt aan het roer, als het voordeel van het

hijsen van de stormfok niet meer opweegt tegen het risico, als

iedereen de moed opgeeft en alle pogingen staakt, dan kun je als

bemanning niet anders meer doen dan je toevlucht nemen tot

gebed en je stem tot God richten. Hij zorgt ervoor dat de opva-

renden van de boot de haven bereiken. Zou Hij dan zijn kerk in de

steek laten en er niet voor zorgen dat zij de rust bereikt?’

Ds. Sjaak van den Bergmissionair predikant (IZB) van de Martinikerk in Groningen.

Rei

zen

met

Aug

ustin

usC o L o f o NC o L u M N

15Tijding • nr. 3 najaar 2011

Page 16: Tijding, najaar 2011

Leven met God, praten over Hem, doen zoals Jezus deed. Dat is wat de mensen van

de IZB graag doen. Daarover gaat het ook in dit nummer van Tijding. We noemen het

met een moeilijk woord wel ‘Missionair bezig zijn’. In deze puzzel staan een aantal

woorden die daarover gaan. Ze komen ook allemaal uit de leesstukjes in dit blad.

Er is één probleem: de computer heeft in plaats van letters tekens gebruikt.

Gelukkig weten we wel welk teken bij welke letter hoort. aan jullie de uitdaging uit

te zoeken wat er staat. als het goed is, vind je 10 woorden van links naar rechts,

eerst de op linker- en dan de rechterpagina van het boek. Maar dan blijven er nog

een aantal letters over en als je die achter elkaar zet, heb je de oplossing gevonden,

die je op mag sturen naar de IZB. Doe dat, voorzien van je naam en adres, naar:

IZB, Johan van oldenbarneveltlaan 10, 3818 HB amersfoort.

Je mag de oplossing ook mailen naar [email protected]. succes!

De vorige puzzelWe hebben deze keer weer veel

oplossingen binnen gekregen. vast

vanwege de vakantietijd. ook heel veel

puzzelaars die voor het eerst meededen.

fijn! De puzzel leek deze keer niet zo

moeilijk, maar let op: lees altijd goed wat

er gevraagd wordt. Bijna iedereen had de

juiste woorden gevonden, maar niet

iedereen heeft ook opgeschreven waar

deze woorden in de Tijding te vinden

waren. De enige juiste oplossing: Brood

voor de buurt. Te vinden in het artikel op

bladzijde 8 en 9. De prijswinnaars zijn:

Elza Baas uit oudewater, sanne Duits uit

Hei- en Boeicop, Joyce de Heer uit

Harmelen, Jurian Korevaar uit Brandwijk,

arjan Luten uit Hasselt en Noa plugge uit

oud alblas. Zij krijgen weer een prijsje

thuisgestuurd. Geniet van jullie boek. En

blijf gezellig met ons mee puzzelen. veel

plezier met de volgende.

Groetjes van Marlies en Leontien

KinderpaginaDe nieuwe puzzel

© § ‡ {

¤ {

« ‡ # ‡ #

& §

Σ Σ « ‡ ¤ « £ { §

Σ «{ ≠

£ • $ ¤ ©

¤ « « ¤ $ { • £ §

# ¤ § ^ ¤

{

‡ ≠ { ‡ ¤

# {

Σ « &• ¤ { {

§ { ≠ { • { ≠ {

« # { • { ‡ {

Geheimtaal

a #B $C %D & E {f }G H ±I ¤J ©K £L •M ≠N o p Q ~

r §s «T ‡

u Σ v

W ≤X *Y ØZ ^

16 Tijding • nr. 3 najaar 2011