Tijding, najaar 2011
-
Upload
izb-passie-voor-missie -
Category
Documents
-
view
217 -
download
0
description
Transcript of Tijding, najaar 2011
• Drempels voor missionair werk
• lezersDag over
‘marginaal en missionair’
• nieuwe webshop izb-arkboekhanDel
• imago van Dorpskerken
Ledenblad van de IZB • 73e jaargang, nr. 3 najaar 2011
tijding
v o o r a f
het meerdere
Geslachten komen, geslachten gaan. Met enige weemoed
schrijf ik die woorden, nadat op 1 augustus jl. dr. albert
Noordegraaf is heengegaan. Hij heeft veel voor de IZB bete-
kend, niet alleen als bestuurslid en voorzitter, maar in al
zijn werk.
Ik geef hier in dankbare herinnering een citaat uit een radio-
toespraak in de rubriek ‘Moment’, uitgesproken op 17 april
1980 ter gelegenheid van de ingebruikneming van de geres-
taureerde Nieuwe Kerk in amsterdam. Het kerkgebouw zal
nauwelijks nog een liturgische functie hebben. Daarom
spreekt hij zijn zorg erover uit dat de cultuur de plaats van
de cultus gaat innemen. De samenleving heeft meer nodig
dan cultuur. Hij zegt:
‘Dat meerdere is het Evangelie van Jezus Christus, redder en
Bevrijder van ons totale leven. Dat meerdere is het geloof in
Hem. Die boodschap mag de kerk in die ontmoeting (tussen
gemeente en wereld, LW) doorgeven. Wellicht in kleine groe-
pen, in een minderheidspositie.
Laten we ons niet blindstaren op de grote aantallen, op
macht of invloed naar werelds model. De geschiedenis laat
zien: als de kerk zich breed kan maken in de samenleving,
als ze gaat steunen op de macht van het getal, het geld, de
volksinvloed, verliest ze aan zeggingskracht en geloofwaar-
digheid. De kracht van de kerk is de kracht van het ons toe-
vertrouwde Evangelie.
Ik denk aan de kerk in de eerste eeuwen. ook toen een
kleine kerk in een heidense wereld. Maar wat een werf-
kracht! omdat die gemeente leefde bij het Woord en zich de
belijdenis van Jezus Christus niet schaamde. Is dat niet in
elke eeuw het geheim van een levende gemeente? Zo, levend
bij en uit het Woord, is de kerk zout in de samenleving en
draagt de ontmoeting vrucht.’
Louis Wüllschleger,
directeur
v o o r a f
Drempels voor missionair werk
2 Tijding • nr. 3 najaar 2011
Terwijl de avond vorderde, merkte ik dat ik
het niet durfde te geven. Maar toen ik hem
even alleen tegenkwam, in de gang, greep
ik m’n kans. Razendsnel haalde ik het
boekje uit mijn zak, mompelde iets van:
‘Voor jou’ en stak het hem toe. Een tikje
verbouwereerd keek hij me aan. Op dat
moment kwam er net iemand anders de
gang binnen, die zag wat er gebeurde en
zei: ‘Wat ben jij nou aan het doen? Je bent
toch niet stiekem aan het evangeliseren, of
zo?’ Ik kon wel door de grond gaan. Het
zweet brak me uit en ik wist niet meer wat
ik moest zeggen. Ik voelde me vreselijk. Het
boekje verdween ongelezen bij hem op een
plank. En ik dacht: dit nooit meer.
VerlangenVanuit missionair oogpunt is er veel over
dit voorval te zeggen. Misschien roept het
wel herkenning op, hebt u iets soortgelijks
meegemaakt. Om te beginnen stel ik vast
dat deze gebeurtenis voortkwam uit een
positief verlangen om anderen het evange-
lie bekend te maken. Dat verlangen delen
we met elkaar, toch? Ik hoop tenminste
dat we niet louter plichtmatig, uit gehoor-
Drempels voor missionair werk
zaamheid, betrokken zijn op het missio-
naire werk. We doen het toch ook omdat
we zelf weten en ervaren dat het evangelie
ons rijk maakt? Nu al, in dit leven, en in
het leven dat nog komt. Paulus legt op een
prachtige manier de verbinding tussen
beide elementen: de opdracht van Gods-
wege om het evangelie te verkondigen en
de rijkdom van datzelfde evangelie. Hij
schrijft (in 2 Kor. 5: 14-21) dat wanneer je
één bent met Jezus Christus, je een nieuwe
schepping bent. Je oude mens is met
Christus gestorven, je wordt nieuw
gemaakt. Je leeft niet langer meer voor
jezelf, maar voor Jezus Christus. Dat is
toch een rijke boodschap? Leven voor
jezelf lijkt misschien leuk, maar is ook wel
erg zwaar. Wat nu wanneer het niet lukt
om een leuk en succesvol leven te leiden?
Waar haal je dan je vreugde uit? Je zou er
maar depressief van worden. Leven voor
Christus betekent dat je probeert te leven
met Hem voor ogen, dat je Hem navolgt.
Net zoals de discipelen. Dan kan het mee
of tegen zitten in het leven, maar dan vind
je vreugde in het dienen van Hem. Dat is
een boodschap die heilzaam is voor ieder
Een aantal jaar geleden ging ik met wat vrienden op vakantie.
Eén van hen was niet gelovig. Ik peinigde er mijn hoofd over hoe ik
toch iets met hem kon delen van het christelijk geloof. Ervaring met
evangelisatie had ik helemaal niet. Toen hij later dat jaar zijn
verjaardag vierde, zag ik mijn kans schoon: ik besloot een boekje
van ‘Waarom Jezus?’ voor hem mee te nemen, waarin de basis van
het christelijk geloof wordt uitgelegd.
3Tijding • nr. 3 najaar 2011
mens! Verder schrijft Paulus dat wij recht-
vaardig voor God kunnen worden, omdat
Hij Jezus Christus één heeft gemaakt met
de zonde. Dat wij rechtvaardig zijn voor
God geeft ons toch hoop op een toekomst
bij Hem?
BelemmeringenHet verlangen om het evangelie te delen
kan door mistroostige ervaringen onder-
sneeuwen. Na bovengenoemde gebeurte-
nis heb ik een hele poos gedacht: het
evangelie verspreiden? Laat maar, mij
niet gezien. Ik wil nooit meer in zo’n
nare situatie terechtkomen. Laat het
maar aan anderen over die er beter in
zijn. Er zijn veel redenen waardoor het
verlangen om het evangelie te delen bij
ons kan uitdoven en we hebben er alle-
maal last van. Het zijn drempels om mis-
sionair aan de slag te gaan.
Ontmoedigende ervaringen spelen daarbij
een rol. We kunnen ervan gaan twijfelen
aan ons geloof. Is het allemaal wel waar?
Wanneer we om ons heen kijken zien we
alleen maar terugloop in de kerk. De
gemeente vergrijst, kerkgebouwen wor-
den gesloten. Er zijn maar weinig men-
sen die toetreden tot de kerk.
Familieleden haken af en schijnen geloof
en kerk niet te missen. Misschien gaan
uw (klein)kinderen ook wel niet meer. Ze
beschouwen het geloof als achterhaald,
niet meer van deze tijd. Dat doet toch
iets met je? Dan moet je verdraaid sterk
in je schoenen staan wil de twijfel niet
toeslaan of we het nog wel bij het rechte
eind hebben. Het is ontmoedigend en
kan je verlangen om het evangelie te
delen langzaam laten uitdoven.
ComplexHet kan ook zijn dat we het geloof wel
willen delen, maar dat we onszelf niet
vaardig genoeg vinden om dit te doen. We
hebben moeite om de juiste woorden te
vinden om ons geloof mee te verwoorden.
Het is ook niet zo makkelijk. Het zijn soms
oude woorden die veel voor ons zelf bete-
kenen, maar die door een ander niet meer
begrepen worden. Hoe kom je dan aan
nieuwe taal om een ander uit kunnen leg-
gen wat je bedoelt? Daarnaast is de inhoud
van ons geloof niet altijd even consistent.
Ons geloof is een complex geheel waarvan
we zelf niet precies begrijpen hoe het in
elkaar zit. Soms geloven we dingen die
moeilijk met elkaar te verenigen zijn. Pro-
beer dat maar eens aan een ander uit te
leggen! En dan heb je ook nog die lastige
vragen die altijd aan ons gesteld worden:
hoe komt het dat een goede God zoveel
lijden toelaat in de wereld? Hoe zit het
met schepping en evolutie? Hoe kan Jezus
tegelijkertijd God en mens zijn? Gebrek
aan (ant)woorden zorgen ervoor dat we
dan liever maar helemaal niet meer probe-
ren om ons geloof met een ander te delen.
Een andere factor van betekenis vormt de
ons omringende cultuur. Veel mensen hul-
digen een meervoudige waarheidsopvat-
ting: verschillende waarheden kunnen naast
elkaar bestaan. Dan kun je uitleggen dat
Jezus de Weg, de Waarheid en het Leven is,
maar onverschillige reacties zijn dan je deel:
‘Dat is fijn voor jou maar niet voor mij’. Of:
‘Ieder zijn waarheid’. En zie dan nog maar
eens een vruchtbaar gesprek te krijgen.
Daarnaast heeft de secularisatie een grote
invloed op ons denken. Daar krijgen we ook
iets van mee. Geloof wordt steeds meer
beperkt tot de privé-sfeer. Geloven is iets
voor op de zondag en voor thuis, maar niet
iets dat je laat zien aan anderen in de
publieke ruimte. Maar wanneer christenen
niet meer zichtbaar zijn in de publieke
ruimte, hoe gaat er dan nog wervende
kracht uit van ons geloof? Dan vrees ik dat
ons licht verdwijnt onder de korenmaat. We
zijn juist geroepen om als licht te schijnen
voor de mensen zodat heel deze aarde eer
geeft aan onze Vader in de hemel.
Binnen de IZB hebben we het tijdens een
vergadering uitgebreid over bovenge-
noemde punten gehad. We bleken alle-
maal last te hebben van drempels die er
voor kunnen zorgen dat het missionaire
verlangen dooft. Vandaar dat we nu ook
bezig zijn met een nieuw missionair aan-
bod voor de gemeente, dat kan helpen om
die drempels te verlagen of er overheen te
stappen. Een hulpmiddel dat het verlangen
wil versterken om missionair actief te wor-
den. Zodat we de moed er in houden om
te blijven zoeken naar manieren om het
evangelie met anderen te delen.
VeelvormigEn gelukkig kennen we bij tijd en wijle de
ervaring dat een vrijwel uitgedoofd verlan-
gen weer kan gaan gloeien, ontvlammen.
Wat mij indertijd de drempel over hielp
was dat iemand zei dat missionair werk
niet alleen met boekjes uitdelen te maken
heeft, maar dat het op veel meer manieren
gestalte kan krijgen. Bijvoorbeeld door in
het dagelijks leven heel bewust te proberen
een navolger van Christus te zijn. Door het
geloof handen en voeten te geven op het
werk, op je sportclub, bij je andersgelovige
Je bent toch niet stiekem aan het evangeliseren, of zo?’
4 Tijding • nr. 3 najaar 2011
vrienden. Dat je probeert om juist daar
gestalte te geven aan wat je gelooft. Zodat
mensen kunnen zien dat het geloof in
Jezus Christus verschil maakt in je leven.
Dat betekent bijvoorbeeld dat je niet alleen
leeft van genade, maar ook genadig naar
anderen bent. Dat je niet alleen weet dat je
zelf zeven maal zeventig maal wordt ver-
geven, maar dat je uit dankbaarheid een
ander ook even zoveel keren vergeeft. En
dan merk je dat zo’n levensstijl vragen
oproept en ruimte biedt voor een gesprek.
Wanneer mensen dan geïnteresseerd zijn
in het christelijk geloof ontstaat er ook
ruimte voor een boekje over ‘Waarom
Jezus?’ Misschien is het een goed idee om
over het verlangen om het evangelie te
delen eens met elkaar in gesprek te gaan.
Bijvoorbeeld tijdens een Bijbelkring of een
gemeenteavond. U zou de volgende vra-
gen als uitgangspunt kunnen nemen:
• Wat is voor u de rijkdom van het geloof?
• Waarom verlangt u er naar om het evan-
gelie te delen? Zijn er momenten ge-
weest dat dit verlangen een nieuwe
impuls kreeg?
• Ervaart u drempels om het evangelie met
anderen te delen? Welke zijn dat?
• Vertel elkaar eens bemoedigende erva-
ringen die u heeft opgedaan in het delen
van het evangelie.
Soms lopen de dingen anders dan je
denkt. De vriend die ik het boekje gaf,
kreeg een jaar later een vriendin. Zij wilde
wel eens weten wat het christelijk geloof
inhield. Hij zocht voor haar het boekje
over ‘Waarom Jezus?’ op. Dit boekje
leidde er uiteindelijk toe dat dit meisje
christen geworden is…
Wia MarinusWia Marinus-Zijlstra, gaat per 1
oktober aan de slag in de protes-
tantse gemeente van Leeuwarden-
Huizum. Ze heeft jarenlang in de
zorg gewerkt, voordat ze theologie
ging studeren. Sinds een jaar is ze
parttime jongerenwerker (JOP) in
de Protestantse gemeente in Gou-
tum. Dat werk gaat ze nu combi-
neren met missionair werk in
Leeuwarden-Huizum. Wia zal in
de komende drie jaar worden
belast met de uitwerking van een
missionair plan, waar de IZB nauw
bij betrokken is. Na een moeilijke
periode, als gevolg van de bezui-
nigingen, is de gemeente er aan
toe om het missionaire werk een
nieuwe impuls te geven.
p E r s o N a L I a
op 1 augustus is annet van Triest in dienst getreden
als receptioniste/telefoniste. Ze werkt vier dagen per
week (ma, di, do, vr). annet is 49 jaar, ze woont in Nun-
speet, en heeft twee volwassen kinderen. Hiervoor
werkte ze drie dagen per week in dezelfde functie bij
het Evangelisch Begeleidingscentrum in ’t Harde.
Gerda van de Beek heeft de overstap gemaakt naar de functie van secretarieel
medewerker van de afdeling Communicatie/fondsenwerving (1,5 dag per
week). De rest van haar dienstverband blijft Gerda werken als secretarieel
medewerker van de afdeling toerusting. ook de afdeling Dienstverlening
Gemeenten) krijgt secretariële ondersteuning. alineke Lindhoud, nu werk-
zaam bij IZB-ark-boekhandel, is na een interne sollicatieprocedure
benoemd in een parttime dienstverband (0,4 fte).
Margreet pleizier is met zwangerschapsverlof. Haar functie wordt de
komende maanden waargenomen door Marja Wessels-Monster. Ze
werkt 1 dag in de week, op woensdag. ook Marja is afkomstig uit Nun-
speet, ze is getrouwd en heeft twee jongens, van 3,5 en 1,5 jaar.
Hette DomburgHette Domburg (foto) is 4 september
bevestigd in zijn bediening als missionair
werker in Den Haag. Hij gaat daar werken
voor MarcusConnect, een gezamenlijk
project van de IZB en de Protestantse
Kerk in Nederland. MarcusConnect is ver-
bonden met de Marcuskerk in de wijk
Moerwijk in Den Haag, een ‘gekleurde’
wijk waar nauwelijks binding is tussen
mensen. De kerk heeft gekozen voor een
gemeentemodel dat bestaat uit drie
gemeentekernen: de gemeente die op
zondagmorgen samenkomt, de Kinder-
winkel voor kinderen en tieners in de wijk,
en MarcusConnect, de nieuw te starten
kerkplek voor en met jongvolwassenen in
de wijk. Hette, getrouwd, vader van 4 kin-
deren, werkte de laatste jaren als docent
aan een Bijbelschool in Mozambique.
D o o r : C H r I s T I a a N C E va a L
5Tijding • nr. 3 najaar 2011
‘Van lieverlee gingen we minder frequent. We geloven nog wel, we
bidden, lezen nog wel uit de Bijbel en hebben het er met elkaar
over. Het speelt in ons leven een rol. En ik merk dat de kinderen
ook nu ze zelfstandig zijn, niet onverschillig zijn. We hebben wel
de basis gelegd. Geloven doen we nu op een andere manier.’ ‘Mijn
kinderen wilden niet meer naar de kerk. Het sprak hen niet meer
aan, het ging nooit over hen, ze vonden geloof op dat moment
niet zo belangrijk. En toen zijn mijn vrouw en ik ook weggeble-
ven. Niet van de een op de andere zondag, maar gaandeweg, zo
nu en dan. We wilden op zondagmorgen samen ontbijten en niet
in de kerk zitten als ze uit bed kwamen. Van lieverlee gingen we
minder frequent. We geloven nog wel, we bidden, lezen nog wel
uit de Bijbel en hebben het er met elkaar over. Het speelt in ons
leven een rol. En ik merk dat de kinderen ook nu ze zelfstandig
zijn, niet onverschillig zijn. We hebben wel de basis gelegd. Gelo-
ven doen we nu op een andere manier.’
Bovenstaand relaas zal u niet onbekend voorkomen. In veel
gemeenten kom ik zulke verhalen tegen. Het gaat dan over broers
Ex-kerkelijk, maar niet ongelovig
‘Mijn kinderen wilden niet meer naar de kerk. Het sprak hen niet meer aan, het ging nooit over
hen, ze vonden geloof op dat moment niet zo belangrijk. En toen zijn mijn vrouw en ik ook
zachtjes weggebleven. Niet van de een op de andere zondag, maar gaandeweg, zo nu en dan.
We wilden op zondagmorgen samen ontbijten en niet in de kerk zitten als ze uit bed kwamen.
en zussen, neven en nichten die uit de kerk verdwenen zijn. Niet
met slaande deuren, maar op kousenvoeten. Hun kinderen eerst.
Vaak zijn de betrokkenen vóór die tijd actieve gemeenteleden
geweest. Maar toen kwam de klad erin. Soms zie je ze na jaren
weer terugkeren. Soms. Maar hun kinderen zelden. Ja, tijdens een
rouwdienst en op hoogtijdagen.
OorzakenUit onderzoek is gebleken dat kinderen sterke veranderingen in hun
geloof meemaken als ze de basisschool verlaten. Er gaat een nieuwe
wereld voor ze open en die vraagt hun totale aandacht. Er zijn glo-
baal drie oorzaken waarom kinderen kunnen afhaken op die leeftijd.
• Er dient zich een ander wereldbeeld aan. De natuurwetenschap-
pen zijn in staat heel veel zaken te verklaren waarvan God in
hun kindertijd de verklaring voor was. Het ontstaan van de
wereld, maar ook het voorkomen van natuurrampen en tot dan
toe onverklaarbare wonderen. De wereld wordt ontmythologi-
seerd. God verdwijnt naar de marge van het bestaan. Hij is over-
bodig geworden.
• God en geloof zijn menselijke verzinsels. Want er blijkt niet één
godsdienst te zijn, er zijn er veel meer. En ze spreken elkaar
tegen. Pubers wijzen de waarheidsclaim af. En ze prikken feil-
loos door schijnzekerheden in. Ouders hebben het moeilijk met
hun scherpe vragen. Het zijn wel echte vragen.
• God stelt teleur. Hij voorkomt het kwaad niet dat ook goede mensen
treft. Zijn macht blijkt ineens erg weinig voor te stellen. Hij is niet de
wonderdoener uit hun kinderjaren. God is door de mand gevallen.
GevolgenEr heerst een taboe over kerkverlatende kinderen. Meelevende
ouders dragen vaak een groot verdriet. Ze schamen zich. Ze heb-
ben voor hun gevoel gefaald in de geloofsopvoeding. Het is geen
God en geloof zijn menselijke
verzinsels
6 Tijding • nr. 3 najaar 2011
gespreksonderwerp voor hen. En blijkbaar ook niet voor de
gemeente, de kerkenraad en de predikant. Niet in de laatste
plaats omdat het hen ook treft. De gevolgen laten zich op ver-
schillende plekken voelen. Soms brengt de keuze van kinderen
verwijdering binnen het gezin teweeg. Ouders zijn niet in staat
te accepteren dat hun kinderen een eigen koers varen. Bij elke
ontmoeting komt het verwijt aan de orde. Soms veroorzaakt ver-
bittering bij de ouders een breuk met de kerk. ‘We hebben geen
enkel begrip ontvangen, de gemeente gaf niet thuis en heeft
niet geholpen onze kinderen op het rechte spoor te houden.’
Soms brengt de keuze van de kinderen ook de ouders tot een
andere, kritischer houding ten opzichte van de kerk. Ze hekelen
de achterhaalde vormen, de gesloten gemeenschap en de predi-
king die niet meer aansluit bij het dagelijks leven. De gemeente
merkt het ook: er zit een gat in de kerk. De groep van 20- tot
40-jarigen ontbreekt in veel gemeenten. Daardoor slinkt de aan-
was van kinderen ook. Ouderen maken sowieso de dienst uit in
de kerk. Het ‘gat van de kerk’ versterkt dat effect alleen maar,
met het risico dat jongeren, jongvolwassenen en gezinnen ver-
trekken naar gemeenten die kind- en jeugdvriendelijker zijn. Uit
onderzoek is gebleken dat vooral oudere gemeenteleden zich
(fel) verzetten tegen veranderingen om de ontvolking een halt
toe te roepen. Alles moet bij het oude blijven. Een ongunstig
klimaat voor ouders met kerkverlatende kinderen.
OngevaarlijkTot nu toe heb ik een somber beeld geschetst. Is er nog een
lichtpuntje? Het is wel eerlijk om eerst de werkelijkheid maar
eens goed onder ogen te zien. In het verleden is al te vaak
gepoogd het lek snel te dichten, terwijl er onder de waterlijn
nog een ander lek bleek te zitten. Jaren geleden hoorde ik de
theoloog Klaus Eickhoff spreken. De protestantse kerk in zijn
land, Oostenrijk, is klein en niet erg vitaal. Eickhoff was dan ook
niet optimistisch. In zijn analyse van de oorzaken van de krimp
en kerkverlating blikte hij terug op de periode die voorafging aan
de Tweede Wereldoorlog. Hij moest constateren dat de jongeren
die onder bekoring waren gekomen van het nationaal-socialisme,
gedoopt waren en een christelijke opvoeding hadden genoten.
Blijkbaar had de kerk hen niet duidelijk kunnen maken wat de
consequenties waren van de navolging van Jezus Christus. Eick-
hoff noemde het ‘de ketterij van de ongevaarlijkheid’. Hoe kwam
het dat de boodschap van het Evangelie zo nietszeggend en
krachteloos was? Ik wil maar zeggen: de eerste stap moet bij de
wortel beginnen, radicaal. Te veel cosmetische ingrepen hebben
ons cynisch gemaakt. Het Evangelie zelf, de navolging door de
opvoeders, en de communicatie van geloof en leven, die zijn fun-
damenteel. Kinderen en jongeren nemen niet voetstoots aan wat
ouderen beweren. Dat hoeft ook niet: Ze zijn zelf in staat om na
te denken en concepten te maken die passen bij de tijd waarin zij
opgroeien. Kenmerkend voor het geloof van een kind is de kwets-
baarheid, de afhankelijkheid en de verwachting dat de ander er
voor je is. Voor kinderen is dat hun manier van leven, het kan niet
anders. Volwassenen zijn het kwijt, maar kunnen het opnieuw
leren, van kinderen!
LevensveranderingHet gaat natuurlijk niet alleen over het overdragen van het geloof en
de traditie aan kinderen. Het christendom is een missionaire gods-
dienst, al zouden we dat in het Westen bijna vergeten. We willen dat
anderen delen in het heil in Jezus Christus. Dat is des te spannender
als zelfs gelovigen af gaan haken. Daarmee houdt de missie echter
niet op. Ik ben er van overtuigd dat als we als geloofsgemeenschap de
vragen van afhakende kinderen en jongeren echt aanhoren en op
zoek gaan naar antwoorden, samen met hen, met hun opvoeders, we
B E Z I N N I N G
En toen zijn mijn vrouw en ik ook weggebleven
7Tijding • nr. 3 najaar 2011
D o o r : J o H a N T I M M E r
ook ontdekkingen doen waarmee we anders-
denkenden kunnen interesseren voor de rijk-
dom van het Evangelie. Het zal niet buiten
een levensverandering van onszelf omgaan.
Want we zijn blijkbaar zo immuun geworden
voor de impact van het Evangelie dat ande-
ren teleurgesteld zijn in wat ze in ons zien.
Geloofsoverdracht is geen spel van woorden
alleen, het is voorleven en samen oplopen.
Valt er wat te beleven? Is God zichtbaar?
Leeft Hij en doet Hij er toe in ons bestaan?
Valt er wat over te dragen?
OpdrachtAls je als gezin, als opvoeders geen rugdek-
king hebt van een gemeente, dan is het
zwaar, vandaag de dag. Uit gêne alleen
rondtobben is ‘uit den boze’. Als opvoeder
doe je jezelf en je kinderen te kort als je
geen dwarsverbanden legt in de geloofsge-
meenschap. De kerk heeft natuurlijk ook een
opdracht. Naast de aandacht voor jeugd en
jongeren dient er aandacht te zijn voor de
ouders van hen. Geloven gaat niet vanzelf.
En de school? Durven we nog eisen te stel-
len aan christelijke scholen? Ik zie een ken-
tering: scholen zijn op zoek naar hun
identiteit. Maar het is lastig, veel leerkrach-
ten zijn zelf niet of nauwelijks betrokken op
een kerk en weten niet goed hoe ze het
godsdienstonderwijs op een effectieve wijze
vorm moeten geven. Ouders en geloofsge-
meenschappen kunnen er een rol bij spelen.
Ik ken scholen die langzamerhand weer hun
christelijk karakter herontdekken en invul-
len. De leerkrachten komen uit voor hun
overtuiging en laten dat met respect voor
andersdenkenden ook in de klas zien. Er
wordt gezocht naar een wijze van gods-
dienstonderwijs die kinderen zonder bagage
het avontuur van de ontdekking laat bele-
ven. Hoe dat gekomen is? Jarenlang heeft
een kleine groep ouders voor de school
gebeden. Van tijd tot tijd spraken ze directie
en personeel op vriendelijke maar indrin-
gende wijze aan op hun identiteit. En het
wonder gebeurde.
Omdat de crisis zo diep is moeten we
waken voor allereerst een beleidsmatige
aanpak. Als de verkondiging van het
Evangelie centraal staat, als we geloven
dat het Woord het begin is van een leven
met Jezus Christus als Verlosser en Mees-
ter van ons leven, dan wordt dat merk-
baar in de mentaliteit van gelovigen, als
ouder en opvoeder, als lid van de
gemeente, maar ook als buur, collega,
familielid. Dan wandelen we als ‘kinderen
van het Licht’.
In MemoriamDr. A. Noordegraaf overleden
Op 1 augustus jl. overleed in Ede dr. A. Noordegraaf (78), gemeentepredi-
kant, theoloog, docent, auteur. Hij heeft veel voor de IZB betekend, o.a. als
voorzitter van het bestuur. In een ‘In Memoriam’ schreef Wim Dekker,
hoofd vorming en educatie: ‘Zijn kracht lag daarin, dat hij een zeer grote
kennis van zaken en een diepe liefde voor de kerk en het evangelie wist te
verbinden met nuchterheid en bestuurlijke slagvaardigheid. In moeilijke
kwesties hield hij het hoofd koel en het hart warm. Altijd zocht hij naar
datgene wat samenbond en probeerde hij tegenstellingen te overbruggen
met een groepoverstijgende visie. Als zodanig heeft hij niet alleen voor de
IZB, maar voor de hele kerk grote verdiensten gehad.
We danken God, dat hij ons zoveel schonk in deze broeder en vriend. Hij is in
vrede gestorven in het geloof, dat hij anderen heeft gepredikt. Dat mag tot
troost zijn voor zijn vrouw en kinderen en al degenen, die van hem hielden.’
Uit gêne alleen rondtobben is ‘uit den boze’
D o o r : J o H a N T I M M E r
8 Tijding • nr. 3 najaar 2011
C o L u M N
Michelle ken ik via haar vriend, die ik weer ken via het uitdeelpunt
van de voedselbank. Ze is een slimme rotterdamse; ze heeft een
strikt atheïstische achtergrond en komt uit een redelijk goed
milieu. Ze volgde een secretaresseopleiding.
Toch deed ze iets doms. Met een vriend ging ze op vakantie naar
suriname. op de terugweg namen ze 2 kilo ‘poederachtig snoep-
goed’ mee. De douane op schiphol vond dat echter niet zo’n goed
idee en zo werd hun vakantie plotseling onaangenaam verlengd in
een verblijf waar je alles hebt behalve vrijheid. De vriend van
Michelle nam de schuld op zich, zodat zij na twee weken naar huis
kon terugkeren. Ze kreeg haar vrijheid terug. Dat dan weer wel.
Ergens in die enerverende reis was ze een keer in gesprek geraakt
met een chauffeur. Die verbaasde zich erover dat ze zonder geloof
in God door het leven ging. ‘Dat lijkt me afschuwelijk om zo alleen
door het leven te gaan’, was zijn reactie.
Een paar maanden later zat Michelle op mijn werkkamer. Normaal
gesproken hoef ik niet zo nodig vakantieverhalen terug te horen,
maar dit relaas had mijn volledige aandacht. Ze vertelde wat deze
zin met haar gedaan had. ‘Die opmerking kwam zo uit de grond van
zijn hart. Ik besefte ook meteen dat hij gelijk had. Het is ook afschu-
welijk eigenlijk. Daar was ik tien jaar geleden eigenlijk al achter
gekomen toen mijn moeder overleed. Toen begon ik al langzaam
open te staan voor het idee dat er misschien toch een God zou zijn.
Maar deze opmerking heeft tot gevolg gehad dat ik nu echt in God
geloof.’ Ik heb Michelle uitgenodigd voor de alpha-cursus en dat
leek haar wel goed.
Eén zin betekende een grote verandering in het leven van Michelle
op het gebied van geloof. Eén zin was genoeg. Dat bleef me bij. Ik
praat me soms suf om mensen tot het geloof te brengen. Maar God
kan met één zin, in één ontmoeting, tot zijn doel komen.
Eén zin van u, jou of mij kan een wereld van verschil uitmaken.
Met het gebed dat God je wil gebruiken – ook tijdens ‘toevallige’
ontmoetingen gedurende een willekeurige dag – hebben we elke
dag de kans de koers van iemands leven te wijzigen. Met één zin
kan er zoveel gebeuren. of je nu een prater bent of niet, af en toe
één zin over God, de Bijbel of het christelijk geloof – dat moet
toch wel lukken?
Niels de Jong
Missionair predikant in rotterdam (De samaritaan)
eén zin kan het verschil maken
9Tijding • nr. 3 najaar 2011 9
Een krimpende kerk en toch missionair?
Met grote dankbaar-
heid kan ik constate-
ren, dat het boek
Marginaal en missio-nair; Kleine theologie voor een krimpende kerk, veel reactie
heeft opgeroepen en
nog steeds oproept.
Daarom ben ik blij, dat de IZB op 8 oktober
een bijeenkomst belegt, waarop we er verder
over door kunnen spreken. Toch had ik aan-
vankelijk ook mijn aarzelingen bij zo’n dag.
Het is duidelijk, dat door dit boek een proces
van bezinning op gang is gebracht en het is
de vraag of ik als schrijver me dan weer uit-
drukkelijk met dat proces moet gaan
bemoeien. Ik moet in ieder geval niet in de
valkuil stappen iedereen te willen overtuigen.
Wat helemaal niet moet gebeuren is, dat door
alle discussies er twee kampen ontstaan:
voorstanders en tegenstanders van Dekker en
dan natuurlijk ook nog een derde groep van
mensen, die een brug probeert te slaan. Zulke
mechanismen gaan vanzelf werken, daar
hoeft men in de regel niets voor te doen. Veel
moeilijker is het zulke mechanismen uit te
schakelen en tot een langduriger en vrucht-
baarder gesprek te komen, waarin samen
geluisterd wordt naar wat de Geest vandaag
tot de gemeenten te zeggen heeft. Dan moet
ik mij in ieder geval ook steeds opnieuw als
luisteraar opstellen en moeten anderen steeds
opnieuw bereid zijn zonder vooroordelen zich
open te stellen. Wie meent, dat dit vanzelf wel
gebeurt, vergist zich. Ik moet er zelf in ieder
geval wel om bidden, dat het goed afloopt.
BasishoudingEen van de dingen die me in de afgelopen tijd
bij de vele reacties sterk is opgevallen, is het
feit dat mensen heel vaak reageren vanuit de
eigen context en daar dan hun oordeel over
de thematiek en het boek van af laten han-
gen. Behoort men tot een gemeente, waar er
in de samenkomst elke zondag stoelen bij
gezet moeten worden, dan vindt men mijn
boek veel te somber. Is men predikant in een
gemeente, waar sprake is van gestage achter-
uitgang ondanks een zeer grote inzet en veel
gebed, dan vindt men mijn boek nog te opti-
mistisch. Nu is dat wel begrijpelijk, maar tege-
lijk legt het een rookgordijn over wat mijn
punt is. Ik ga zelf elke zondag voor en de ene
keer is het een gemeente, waar veertig men-
sen boven de zestig jaar zitten en de volgende
keer een gemeente, waar duizend mensen zit-
ten met stoelen tot achter de preekstoel. Toch
schrijf ik niet elke week een ander boek, maar
heb ik mijn boek geschreven zoals ik het
geschreven heb. We hebben vandaag te
maken met een krimpende kerk en we dienen
ons vooral ervan bewust te zijn, dat geloven
als minderheid een geheel nieuwe geestelijke basishouding vraagt. In ieder geval een basis-
houding die ons niet door de traditie van de
afgelopen eeuwen is aangereikt. Komt het
niet tot zo’n nieuw bewustzijn en zo’n nieuwe
basishouding, dan is de kans groot, dat de
afkalving snel verdergaat, ook in de vanouds
kerkelijke gemeenschappen op het platteland.
Missionaire programma’s zouden dit proces
nog wel eens kunnen verhaasten in plaats van
tegenhouden. Daarmee bedoel ik niets
kwaads te zeggen over missionaire program-
ma’s, maar deze zullen alleen vruchtbaar zijn,
wanneer ze gepaard gaan met het besef, dat
het grootste gevaar vandaag de uitholling van
het eigen geloof is.
Ondankbaar?Sommigen hebben gereageerd met de opmer-
king, dat ik door deze accenten te leggen
voorbij ga aan het wonder, dat er in zoveel
gemeenten sprake is van missionair elan en
dat ook de PKN ontwaakt is en tot een nieuw
missionair bewustzijn is gekomen. Iemand zei
mij zelfs, dat hij er iets tragisch in vond zitten.
Juist nu de PKN meer dan de afzonderlijke
kerken in het verleden, ons allen wijst op onze
missionaire roeping, wordt er vanuit de IZB
gevraagd, of we met missionair werk niet het
paard achter de wagen spannen. Ik kan me
deze reacties wel voorstellen, vooral wanneer
men oppervlakkig van de discussies kennis
neemt. In mijn boek ben ik echter zeer genu-
anceerd over de verhouding tussen het missi-
onair naar buiten treden en de noodzakelijke
verdieping naar binnen. Op deze plaats wil ik
ook heel graag zeggen, dat ik altijd weer
onder de indruk ben van jonge mensen, die in
de steden van ons land en in andere landen
zich inzetten, in de naam van Jezus dienend
en getuigend willen bezig zijn. In één woord:
geweldig. Praise the Lord! Laten zij zich vooral
niet ontmoedigd voelen door een dominee,
die een boek schrijft over de krimp.
RealismeOok deze jonge mensen zullen toch echter
hun vragen hebben over kerk en geloof in
Nederland. Heel concreet. Pas sprak ik zo
iemand, die voor de zending naar een ander
land ging. Hij vertelde me, dat hij uit een
gezin van zes kinderen kwam, die met veel
liefde en gebed bij kerk en geloof werden
opgevoed in een milde orthodoxe traditie.
Drie uit het gezin gingen echter niet meer
naar de kerk, één nog af en toe. Hij zelf en
een zus van hem waren echt van binnen
geraakt en kerkelijk actief. Zijn moeder kwam
uit een gezin van acht. Zes deden indertijd
belijdenis, twee gaan er nu nog naar de kerk,
waarvan één in een evangelische gemeente en
nog één in de kerk waarin ze werd opgevoed.
Wanneer ik zelf terugdenk aan al de mensen,
Dekker in gesprek met lezers van ‘marginaal en missionair’
M a r G I N a a L E N M I s s o N a I r
De IZB belegt zaterdag 8 oktober in amersfoort een bijeenkomst
waarin lezers met Wim Dekker van gedachten kunnen wisselen
over zijn boek ‘Marginaal en missionair’. De discussie staat onder
leiding van Eo-presentator Tijs van den Brink.
Om het gesprek op gang te brengen geven enkele theologen een korte
impressie van hun leeservaring: dr. Klaas-Willem de Jong (Leidsche Rijn), dr.
Dirk Griffioen (GKV, Vrouwenpolder), drs. Diederik Wienen (RK, Utrecht), ds.
Bert Karel Foppen (Katwijk) en ds. Kees van Ekris (Breukelen), de laatste twee
zijn ook lid van de visiegroep Areopagus. Daarna is er uitvoerig tijd ingeruimd
om met Dekker in gesprek te gaan. De bijeenkomst wordt gehouden in ker-
kelijk centrum ‘De Brug’, Schuilenburgerweg 2, te Amersfoort, van 10.00 tot
15.30 uur. Aanmelden: [email protected].
Promotie Wim DekkerWim Dekker verdedigt maandag 19
december, om 13.45 uur in de aula
van de Vrije Universiteit te Amster-
dam het proefschrift ‘Afwezigheid van God’. De studie kan worden
beschouwd als een theologische ver-
dieping van de thematiek die in Mar-
ginaal en missionair aan de orde is.
In zijn nieuwe boek voert Wim het
gesprek met theologen, die uitvoerig
en diepgaand met de marginalisering
van het geloof zijn bezig geweest:
Pannenberg, Miskotte, Houtepen.
Wat levert hun theologie uiteindelijk
op voor het gesprek dat nu gevoerd
moet worden over de geloofwaardig-
heid van de christelijke boodschap in
een agnostische cultuur? In de laat-
ste twee hoofdstukken neemt Wim
stelling in het debat.
Het proefschrift, dat ook voor niet-
theologen toegankelijk is, wordt uit-
gegeven door de IZB en Boekencen-
trum en verschijnt in december, na
de promotie.
die bij mij belijdenis deden, weet ik van een
behoorlijk aantal, dat ze nu òf van de kerk
zijn afgehaakt òf van het geloof òf van beide.
Ik denk aan hen terug, heb nog flarden in
mijn hoofd van de goede en vaak zeer exi-
stentiële gesprekken, die we voerden. In een
aantal gevallen zijn juist degenen, die ik als de
‘besten’ beschouwde (gericht op beleving en
diepgang) afgehaakt. Uiteindelijk sloeg de
wissel bij hen door naar iets van ‘eerlijkheid’,
zoals ze het nu noemen: de boodschap van
het christelijk geloof is eenvoudigweg niet
meer geloofwaardig voor hen. Mijn conclusie
is dus, dat we binnenshuis een groot probleem
hebben. De niet-gelovigen, die we willen
bereiken zitten niet alleen buiten de kerk, ze
zitten in de kerkbanken, op de rand. Nog ster-
ker, de niet gelovige, de agnostische mens, dat
is de mens die het gewoon niet weet of het
wel waar is wat over God wordt verteld, zit op
de bodem van ons eigen hart te wachten,tot
hij eindelijk volop aan het woord mag komen.
Wij zijn allen kinderen van een agnostische-
humanistische cultuur. Dat zit in ons collec-
tieve bewuste en onbewuste vandaag. Deze
cultuur is in Europa al minstens een paar eeu-
wen zich aan het ontwikkelen. Vandaag heeft
deze ontwikkeling ook de meest orthodoxe
gebieden van Nederland bereikt.
Bidden en zoeken naar taalDaarover gaat mijn boek. Hoe duiden wij dit
gebeuren in het licht van God, die eenmaal
met zijn Evangelie Europa bezocht? Hoe
komen wij tot een nieuwe spiritualiteit, waarin
we deze ontwikkeling een plaats hebben
gegeven; strijdbaar, waakzaam, maar mis-
schien ook juist lijdzaam wachtend? Immers
wanneer één ding duidelijk geworden is na
alle kerkelijke acties in de vorige eeuw vanaf
de Doleantie van Abraham Kuyper tot en met
de apostolaattheologie van de Hervormde
Kerk en de oprichting van de EO: met onze
kracht is het niets gedaan. Tegelijk meen ik
echter ook, dat we ons in ons denken moeten
blijven bezinnen op de vragen van de vertol-
king van het christelijk geloof in onze agnosti-
sche context, zodat het christelijk geloof als
een passende boodschap, een aansprekende
boodschap gecommuniceerd kan worden.
Daarover gaat vooral het laatste hoofdstuk van
mijn boek, waarop nog bijna niemand heeft
gereageerd. Daarover gaat mijn hele
volgende boek, dat in december uit-
komt, getiteld: Afwezigheid van God.
In ieder geval, het missionaire verlan-
gen in mij is nooit gedoofd. Maar
kennen we onze tijd wel? Kennen we
ons eigen hart wel? Snappen we wel
waarom mensen afhaken? Proeven we
wel de geestelijke weerstanden? Maar
begrijpen we ook de vele culturele
botsingen tussen de wereld van de Bij-
bel en onze wereld? Zien we welke
grote vragen dat oproept ten aan zien
van de vertaalslag, die we moeten
maken om het Evangelie echt aan de
orde te stellen zoals het bedoeld is?
Zien we wel, dat we die vertaalslag zelf
vaak nog niet gemaakt hebben en dat
we daarom een orthodoxe gelovige
bovenbouw in ons leven tamelijk
onverbonden met de onderbouw van
het dagelijkse leven laten bestaan?
Laten we alles op alles zetten om dit
soort vragen samen te beantwoorden.
Daarmee zouden we wel eens de
grootste dienst aan missionair kerk-
zijn vandaag kunnen bewijzen, die
denkbaar is.
Ds. W. Dekker
11Tijding • nr. 3 najaar 2011
vervolgvragen bij die constatering. Wat vin-
den de niet-kerkelijke dorpsbewoners eigen-
lijk van de kerk? Speelt de kerk in hun ogen
een belangrijke rol in het dorp of beschouwen
ze het niet als een verlies, als ze verdwijnt?
Voor het onderzoek ter afronding van zijn
theologische studie aan de VU, koos Henri
twee dorpen, in sterk uiteenlopende situaties:
het Veluwse Hulshorst, waar bijna de helft van
de inwoners staat ingeschreven als kerklid, en
het Randstedelijke Nootdorp, dat door de ver-
stedelijking in de afgelopen decennia het
dorpskarakter voor een deel verloren heeft.
Nog geen tien procent van de bevolking is
daar geregistreerd bij de protestantse
gemeente. ‘In ons dorpsleven neemt de Her-
vormde gemeente een grote plaats in’, schrijft
de kerkenraad van de gemeente in Hulshorst
in het beleidsplan. Maar de helft van niet-
kerkelijke dorpsbewoners die Henri een straat-
interview afnam blijkt geen enkel beeld te
hebben van de gemeente. Ze kunnen geen
activiteiten noemen van de kerk en veel res-
pondenten blijken ook geen enkel gemeente-
lid te kennen. ‘Een vrij schokkende uitkomst’,
stelt Henri. ‘Vanuit missionair oogpunt geeft
dit veel te denken.’ In het Veluwse dorp
komen niet-kerkelijke bewoners vooral in
contact met de kerk via de kinderen. De
Een paar jaar geleden uitte godsdienstsocio-
loog Hijme Stoffels de verwachting dat de
PKN in de toekomst voor de lastige keuze
komt per regio één kerkgebouw aan te wijzen
dat mag openblijven. De overige (dorps)ker-
ken moeten vanwege bezuinigingen sluiten.
‘Er zullen allerlei dorpen zonder zichtbaar
kerkelijk leven komen’, aldus Stoffels. Henri
Wijnne stelt in zijn onderzoek interessante
dorpskerk heeft er daarom voor gekozen om
missionaire activiteiten onder andere via de
school te beleggen.
In Nootdorp ligt het percentage nog hoger:
ongeveer driekwart van de ondervraagden gaf
aan de kerk niet te kennen, de wekelijkse uit-
zendingen van kerkdiensten via de lokale
radio ten spijt. De plaatselijke predikant, ds.
Gert van Herk is zich daarvan bewust. ‘Uit
gesprekken maak ik op dat onze dorpskerk in
beeld is als gebouw, maar nauwelijks als
geloofsgemeenschap’, schreef hij in een ver-
slag van zijn studieverlof. Veel inwoners van
het dorp zijn eerder katholiek georiënteerd
dan protestants. ‘Hoe dan ook: we hebben als
geloofsgemeenschap geen duidelijke uitstra-
ling naar buiten.’ Het imago van beide onder-
zochte dorpskerken onder de niet-kerkelijke
inwoners die de dorpskerk wél kennen, is over
het algemeen positief. De aanwezigheid wordt
gewaardeerd. Voorzover er negatieve reacties
loskomen, zijn die vooral gericht op de lande-
lijke kerk (PKN) of de kerk in het algemeen.
De resultaten uit het onderzoek van Henri
Wijnne liggen in lijn met eerdere onderzoe-
ken, waarin naar voren komt dat een dorps-
kerk als Hulshorst sterk blijkt in ‘bonding’ (het
bevorderen van saamhorigheid onder actieve
‘Bekendheid dorpskerk wordt vaak overschat’
‘al te gemakkelijk wordt er
vanuit gegaan dat
dorpsbewoners de kerk wel
zullen kennen omdat een groot
deel van de inwoners als lid staat
ingeschreven. In werkelijkheid
zou de positie van de dorpskerk
weleens marginaler kunnen zijn
dan we vaak denken.’ Dat stelt
Henri Wijnne, missionair
adviseur van de IZB, in ‘Kerk
voor het dorp; een onderzoek
naar het imago en missionair
handelen van dorpskerken’.
Henri Wijnne werkte de afgelopen twee jaar als parttime
missionair werker voor de IZB in Nunspeet en part-
time medewerker van de IZB ark boekhandel. Daarnaast
studeerde hij theologie. per 1 september begint
hij als missionair adviseur op de afdeling Toerusting.
In Nunspeet heeft hij ertoe bijgedragen
dan elk van de vijf wijkgemeenten een
missionaire visie heeft ontwikkeld voor de
komende jaren. Het thema ‘wervend
gemeente-zijn’ was een jaarlang ingebed
in prediking, catechese en kringwerk. Voor
12 Tijding • nr. 3 najaar 2011
‘Bekendheid dorpskerk wordt vaak overschat’
leden), maar matig in ‘bridging’ (het con-
tact leggen met andere groepen in de
samenleving). Dat laatste lukt in Nootdorp
weer beter; maar daar is ook minder gele-
genheid om je in eigen kring op te sluiten.
Henri: ‘De belangrijkste conclusie uit het
onderzoek is dat de kerk onder veel niet-
kerkelijke dorpsbewoners niet bekend is.
De bekendheid van de kerk en, als gevolg
daarvan, haar feitelijke rol in het dorp zijn
vermoedelijk kleiner dan wordt beseft.
Ambtsdragers en leden van de dorpskerk
moeten er actief aan bijdragen dat de
geloofsgemeenschap herkenbaar aanwezig
is in het dorp. Op dat terrein ligt nog veel
werk voor missionaire toerusting, om
gemeenteleden aan te sporen eens ‘over
de schutting’ te kijken.’ Als blijkt dat niet-
kerkelijke dorpsbewoners ‘saamhorigheid’
een belangrijke waarde vinden, kan de
kerk daarop inspelen, door bij te dragen
aan gemeenschapszin; ook tussen kerkle-
den en andere dorpsbewoners, door con-
tact te leggen met andere organisaties die
actief zijn in het dorp, door het kerkge-
bouw ook te benutten voor andere activi-
teiten dan de zondagse erediensten. Een
paar jaar geleden schreef een andere IZB-
medewerker een onderzoek over dorpsker-
ken. Martin van Dam, predikant te
Hagestein, belichtte de missionaire kansen
voor de kerk in een dorpssituatie. ‘Twintig
jaar geleden zouden we er misschien niet
over hebben gedacht, maar ook in zo’n
dorp is daarvoor gerichte toerusting nodig.
De IZB doet veel werk in grote steden,
maar ik verwacht dat we in de nabije toe-
komst ook steeds vaker in plattelandsdor-
pen aan de slag zullen gaan.’
T o E r u s T I N G
elke wijk is een activiteitenwaaier ontwik-
keld met een frisse presentatie van missio-
naire activiteiten. ‘Er heeft een omslag
plaatsgevonden. De evangelisatiecommis-
sies die zijn gevormd kunnen functioneren
als broedplaatsen voor nieuwe activiteiten.’
De afronding van het project van Henri zet geen punt achter de relatie tussen de
IZB en Nunspeet. Er wordt een plan geopperd om in de nieuwbouwwijk Molenbeek
een wijkgemeente te vormen. ‘Een goede kans om daar niet een kopie van de
bestaande wijkgemeenten te ontwikkelen, maar een missionaire gemeenschap,
gericht op rand- en buitenkerkelijken’, zegt Henri. Bij uitstek een initiatief waar de
IZB graag bij assisteert.
13Tijding • nr. 3 najaar 2011
sinds 14 september heeft IZB-
ark een fonkelnieuwe webshop!
om dit te vieren, kunt u
profiteren van spectaculaire
aanbiedingen (zolang de
voorraad strekt). surf hiervoor
naar www.izb-ark.nl.
Met de introductie van de nieuwe website
is de klantenservice verbeterd. Ook tussen
de middag kunt u ons voortaan bellen
voor vragen over uw bestellingen. Op uw
e-mail ontvangt u in elk geval binnen een
werkdag een reactie.
Voordelen bestellen via www.izb-ark.nl:
• Meest complete assortiment christelijke
boeken, muziek, films, kaarten en gifts
• Winkelen wanneer het u uitkomt
• Snelle levering en maximaal € 1,95
aan portokosten
• Met uw aankoop steunt u het werk van
IZB en Ark Mission
B o E K H a N D E L
Nieuwe webshop IZB-Ark online
BEsTELBoNBestelbonBon opsturen in
envelop (postzegel
is niet nodig) naar:
IZB-Ark Boekhandel,
Antwoordnummer 70,
3800 WB Amersfoort
Of per e-mail naar:
Aantal bestelnummer titel
. . . . . . . . . . . . . x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Straat en huisnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Postcode en Woonplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tel. nr. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
E-mailadres: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
r Ja, ik ontvang graag de gratis digitale nieuwsbrief van de IZB-Ark Boekhandel
schooleditie van de Herziene staten- vertaling met psal-men en formulierenDe Herziene Statenverta-ling met Psalmen en Gezangen is nu ook als schoolbijbel verschenen! Deze Bijbel is verkrijgbaar in twee uitvoeringen en is uitermate geschikt voor school en catechese. Door de grotere letter ook bruikbaar in kerkdiensten.Schoolbijbel met flexibele coverFormaat: 12 x 18 cmISBN 9789065393647€ 35,-
schoolbijbel met hardcover linnenFormaat: 12 x 18 cmISBN 9789065393678€ 35,-
Bij afname van grotere aantallen gelden er interessante kortingen. Informeer bij onze klantenservice (tel. 033-4613225) naar de voorwaarden.
73e JAARGANG NR. 3 - NAJAAR 2011
Tijding is een gratis kwartaal-uitgave van de IZB - vereniging voor zending in Nederland en wordt toegezonden aan de leden. IZB-lidmaatschap: aanmelden bij de IZB. De contributie is e 10,- per jaar. Opzegging lidmaatschap voor 1 november.
De IZB is een missionaire organisatie binnen de Protestantse Kerk in Nederland en stimuleert, adviseert en ondersteunt gemeenten en gemeenteleden in het evangelisatie-werk door middel van toerusting, materialen en missionaire werkers.
Bestuurds. M.J. Tekelenburg, voorzitterds. H.J. van der Veen, tweede voorzitterds. R.F. de Wit, secretarisA.P. van der Kooy, penningmeesterds. M.C. Batenburgprof.dr.ir. J.H. van Bemmelmw. drs. Z.A. Jansen-Smitdr. H. de Leedemw. J.E. van Velzen-Vermaasds. J. van Walsum
Directieds. L. Wüllschleger.
IZBJohan van Oldenbarneveltlaan 103818 HB Amersfoorttel.: 033-4611949e-mail: [email protected]: www.izb.nlING: 980 980Rabobank: 30 22 06 191IBAN: NL26 RABO 0302 2061 91BIC: RABONL2U
Uw steunSteun de zending in Nederland door uw gebed, uw IZB-lidmaatschap, uw gift en door al uw boeken te kopen bij de IZB-boekhandel: www.izbboekhandel.nl, tel. 033-4613225.
RedactieAnja van Maanen-Hoekman en Koos van Noppen.
Overname artikelenOvername van artikelen is toegestaan met bronvermelding.
Foto'sVoorpagina en pagina 2, 3: Jaco Klamer.
Ieder jaar kies ik een boek van een goede schrijver uit om in de
vakantie geestelijke inspiratie op te doen. Dit jaar koos ik voor de
preken van Augustinus. Het was eigenlijk voor het eerst dat de
kerkvader mee mocht op vakantie. Hij was jarenlang te veel inge-
bed in het werken aan mijn dissertatie om mee te nemen op
vakantie. Maar nu ging de prachtige vertaling van Joost de Neer,
Martijn Schrama en Anke Tigchelaar van de sermones (=preken)
51-94 mee naar Duitsland. In deze preken legt Augustinus het
Mattheüs-evangelie uit aan gewone gemeenteleden.
Augustinus’ preken zijn vaak erg beeldend en hebben een hoog
dialogisch gehalte. Ze gaan in op concrete situaties en toch zijn
ze niet gedateerd. Augustinus is soms geestig, maar vooral gees-
telijk. Je zou zeggen dat Augustinus dikwijls op cursus is geweest
bij Areopagus (het centrum voor contextuele en missionaire ver-
kondiging van de IZB). Eigenlijk is hij dat ook, omdat hij docent
retorica was voor hij zijn gaven ging inzetten voor de kerk.
Een preek die ik las, leek al in te gaan op het boek Marginaal en
missionair van Wim Dekker. Hoewel me dit wel terugbracht in
werksferen, vertroostte de inhoud mij toch zo dat ik er geen spijt
van had dat Augustinus was meegegaan. De preek gaat over de
storm op het meer (voor degenen die het willen nazoeken: sermo
75), wanneer Jezus op de berg blijft bidden en de leerlingen voor-
uit worden gestuurd in een boot.
Wat me trof, is de lijn die Augustinus trekt naar het leven van de
kerk. Hij zegt dat wij nu als pelgrims op reis zijn en dat de boot
van de kerk ons gegeven is om naar het vaderland te zeilen. De
reis is erg stormachtig (dat hoort er nu eenmaal bij) en kan alleen
goed aflopen als je aan boord blijft. De vraag is niet of de boot
het houdt, maar of je aan boord blijft en niet door eigen onrust
overboord slaat. Het leven zien als pelgrimage door gevaarlijk
gebied is leerzaam. Het kleurt je verwachtingen voor het (kerke-
lijk) leven anders in dan wij vaak doen. Ook is opvallend dat
Augustinus de kerk vooral ziet als het door God gegeven vaar-
tuig, waar je veilig in zult aankomen ondanks alle onvermijdelijke
stormen; wanneer je maar aan boord blijft. In onze versplinterde
protestantse traditie is de kerk vooral onze organisatie, waar we
dus ook aan kunnen twijfelen. Het zou goed zijn dat we ons
begrip ‘kerk’ in Augustinus’ richting herijken en haar opnieuw
vanuit God leren zien, om met meer vertrouwen verder te reizen
door de stormen die er bij horen.
Vooral bemoedigend is dit: ‘Als je je geen raad meer weet, als de
boot niet meer gehoorzaamt aan het roer, als het voordeel van het
hijsen van de stormfok niet meer opweegt tegen het risico, als
iedereen de moed opgeeft en alle pogingen staakt, dan kun je als
bemanning niet anders meer doen dan je toevlucht nemen tot
gebed en je stem tot God richten. Hij zorgt ervoor dat de opva-
renden van de boot de haven bereiken. Zou Hij dan zijn kerk in de
steek laten en er niet voor zorgen dat zij de rust bereikt?’
Ds. Sjaak van den Bergmissionair predikant (IZB) van de Martinikerk in Groningen.
Rei
zen
met
Aug
ustin
usC o L o f o NC o L u M N
15Tijding • nr. 3 najaar 2011
Leven met God, praten over Hem, doen zoals Jezus deed. Dat is wat de mensen van
de IZB graag doen. Daarover gaat het ook in dit nummer van Tijding. We noemen het
met een moeilijk woord wel ‘Missionair bezig zijn’. In deze puzzel staan een aantal
woorden die daarover gaan. Ze komen ook allemaal uit de leesstukjes in dit blad.
Er is één probleem: de computer heeft in plaats van letters tekens gebruikt.
Gelukkig weten we wel welk teken bij welke letter hoort. aan jullie de uitdaging uit
te zoeken wat er staat. als het goed is, vind je 10 woorden van links naar rechts,
eerst de op linker- en dan de rechterpagina van het boek. Maar dan blijven er nog
een aantal letters over en als je die achter elkaar zet, heb je de oplossing gevonden,
die je op mag sturen naar de IZB. Doe dat, voorzien van je naam en adres, naar:
IZB, Johan van oldenbarneveltlaan 10, 3818 HB amersfoort.
Je mag de oplossing ook mailen naar [email protected]. succes!
De vorige puzzelWe hebben deze keer weer veel
oplossingen binnen gekregen. vast
vanwege de vakantietijd. ook heel veel
puzzelaars die voor het eerst meededen.
fijn! De puzzel leek deze keer niet zo
moeilijk, maar let op: lees altijd goed wat
er gevraagd wordt. Bijna iedereen had de
juiste woorden gevonden, maar niet
iedereen heeft ook opgeschreven waar
deze woorden in de Tijding te vinden
waren. De enige juiste oplossing: Brood
voor de buurt. Te vinden in het artikel op
bladzijde 8 en 9. De prijswinnaars zijn:
Elza Baas uit oudewater, sanne Duits uit
Hei- en Boeicop, Joyce de Heer uit
Harmelen, Jurian Korevaar uit Brandwijk,
arjan Luten uit Hasselt en Noa plugge uit
oud alblas. Zij krijgen weer een prijsje
thuisgestuurd. Geniet van jullie boek. En
blijf gezellig met ons mee puzzelen. veel
plezier met de volgende.
Groetjes van Marlies en Leontien
KinderpaginaDe nieuwe puzzel
© § ‡ {
¤ {
« ‡ # ‡ #
& §
Σ Σ « ‡ ¤ « £ { §
Σ «{ ≠
£ • $ ¤ ©
¤ « « ¤ $ { • £ §
# ¤ § ^ ¤
{
‡ ≠ { ‡ ¤
# {
Σ « &• ¤ { {
§ { ≠ { • { ≠ {
« # { • { ‡ {
Geheimtaal
a #B $C %D & E {f }G H ±I ¤J ©K £L •M ≠N o p Q ~
r §s «T ‡
u Σ v
W ≤X *Y ØZ ^
16 Tijding • nr. 3 najaar 2011