Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

36
Renovatiesysteem Minitec VERWARMEN/KOELEN TECHNISCHE INFORMATIE

description

https://www.uponor.de/~/media/countryspecific/central-europe/downloadcenter-ce/ti_technical-information/nl-nl-be-nl/ti_uponor-renovatiesysteem-minitec_1022948_03_2007_nl.pdf?version=1

Transcript of Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

Page 1: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

Renovatiesysteem Minitec

V E R W A R M E N / KO E L E N

T E C H N I S C H E I N F O R M AT I E

Page 2: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 72

Uponor biedt oplossingen die op doordachte producten zijn gebaseerd, wat de reden is dat wij momenteel wereldwijd tot de belangrijkste leveranciers behoren op het gebied van woning, milieu- en gemeentelijke techniek. Met het samenbrengen tot een sterk, globaal merk, stroomlijnen wij arbeidsprocessen, werken nog effi ciënter en vereenvoudigen ons aanbod. Dat wil zeggen: alleen uitstekende producten verlaten ons bedrijf. Producten die reeds nu voldoen aan de eisen van morgen, gecombineerd met een voortreffelijke service voor onze klanten uit de sectoren verwarmen/koelen, installatie- en leidingsystemen.

Eén merk – één belofte

Wij voelen ons verplicht ten opzichte van onze klanten en partners. Met verantwoordelijk-heidsgevoel, betrouwbaarheid en duidelijkheid maken wij iedere belofte waar. Samen met de vakmensen in de markt staan wij voor levenslange behaaglijkheid, zodat u met ons aan de toekomst bouwt. Vandaag en in de toekomst.

Technische wijzigingen, druk- en zetfouten voorbehouden. Meer informatie onder www.uponor.nl

De onderneming Uponor staat voor kwaliteit en knowhow, voor een groot scala aan individuele oplossingen in combinatie met een service van topklasse.

Voor de toekomst bundelen wij onze deskundigheid in de drie bedrijfssectoren verwarmen/koelen, installatiesystemen en infrastructuur.

Ieder toepassingsgebied vraagt naar zijn eigen, individuele uitgangspunten voor pro-bleemoplossingen. Wij leveren deze!

Ten minste twee componenten verbinden zich tot een systeem. Wij bieden zorgvuldig uitgewerkte en aan de praktijk beproefde oplossingen voor onze klanten en partners.

De basis van onze systemen vormen afzonder-lijke op elkaar afgestemde componenten, die in onze prijslijsten eenvoudig te vinden zijn.

Uponor maakt het verschil

Componenten

Onderneming

Bedrijfssectoren

Toepassingsgebied

Systemen

Uponor – de doordachte keuze

Page 3: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

Inhoudsopgave:

1 Systeembeschrijving/uitgangspunten ••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 4

2 Toepassingsgebied ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 8

2.1 Algemeen ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 8

2.2 Gebouwrenovatie ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 8

2.3 Lastverdeellagen ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 8

2.4 Egaliseerlagen ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 8

3 Montage •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 9

3.1 Algemeen ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 9

3.2 Overzicht van de montagestappen •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 9

4 Ontwerpaanwijzingen voor de verwarmingsinstallatie •••••••••••••••••••••• 11

4.1 Wetten, bepalingen, richtlijnen, normen en VOB

(Duitsland: toewijzing en contractregeling voor bouwprojecten) •••••••••••••••• 11

4.2 Uponor vloerverwarmingverdelers van kunststof •••••••••••••••••••••••••••• 11

4.2.1 Uponor Compact verdelers •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 12

4.2.2 Uponor Provario •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 13

4.2.3 Uponor verdelertoebehoren ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 14

4.3 Selectie/maattabellen verdelerkasten ••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 15

4.4 Regeling ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 17

5 Ontwerpaanwijzingen voor de vloeropbouw ••••••••••••••••••••••••••••••• 18

5.1 Algemeen •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 18

5.2 Inbouwvoorwaarden •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 18

5.3 Voegen •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 18

5.4 Isolatie-eisen/Energiebesparingsbesluit ••••••••••••••••••••••••••••••••••• 19

5.4.1 Isolatie-eisen bij gebouwenrenovatie •••••••••••••••••••••••••••••••••••• 19

5.4.2 Energiebesparingsbesluit: voorschriften/uitzonderingsregelingen •••••••••••••• 20

5.5 Lastverdeling/toepassingsgebied •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 21

6 Ontwerp ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 22

6.1 Temperaturen ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 22

6.2 Belastingsfactor Vz ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 23

6.3 Berekeningsgrondslag •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 23

6.4 Ontwerptabellen voor egaliseerlaag 15 mm (Δp max. = 250 mbar) ••••••••••••••• 26

6.5 Ontwerptabellen voor egaliseerlaag 15 mm (Δp max. = 100 mbar)

met het temperatuurregelstation voor de individuele ruimte RS 2 ••••••••••••••• 27

6.6 Ontwerpdiagram ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 28

6.6 Drukverliesdiagrammen ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 29

7 Technische gegevens ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 34

3

Page 4: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

4 T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

1 Systeembeschrijving/uitgangspunten

Lage elementhoogte, snelle regeling

Snelle installatie, korte opwarmtij-den: het Uponor renovatiesysteem Minitec biedt veel voordelen. Het Uponor Minitec folie-element kan voor de bevestiging van de PE-Xa leidingen in de afmeting 9,9 x 1,1 mm eenvoudig op de reeds aanwezige dekvloer, hout of tegelvloer worden aangebracht. Door de geringe ele-menthoogte van slechts ongeveer “één centimeter” is het systeem bij uitstek geschikt voor renovatie.

Op regelmatige afstanden bevinden zich in de fabriek ingestanste gaten in de noppen en in de tussen-

Geringe element-hoogte van slechts

een centimeter

ruimtes, die er na het installeren van de leiding voor zorgen dat de aangebrachte egalisatiemassa goed kan inlopen en zich direct met de ondergrond kan verbinden. Bovendien bevindt zich aan de achterzijde van het element een lijmlaag, een vaste verbinding tus-sen ondergrond en systeem is ook tijdens de montage aanwezig. Voor een veilige afdichting aan de wand zorgt de zelfklevende randisolatie-strook met L-profi el.

De egaliseerlaag wordt tot net bo-ven de noppen aangebracht zodat

Uponor randisolatiestroken

Uponor folie-element Uponor Velta PE-Xa leiding 9,9 x 1,1 mm

Bestaande dekvloer met daaronder liggende warmte- en contactgeluidisolatie

Met tegelbekleding

Houten ondervloer-constructie

Gronden van de voor-bereide ondergrond

Zelfnivillerende egalisatie-massa

Extra nivelleringslaag bij een houten ondervloerconstructie

Parket met parketlijm

Tegelvloer met tegellijm en voegmortel

Vloerbekleding met tapijtlijm

er een montagehoogte van slechts 15 mm ontstaat. Na een korte droogperiode kan de gewenste vloer-bedekking direct daarop worden aangebracht. Door de onmiddellijke nabijheid van de vloerbedekking ten opzichte van de leiding worden korte opwarmtijden en daardoor een snelle regeling bij lage cv-watertemperaturen bereikt.

1

2

3

A

A1

A2

B

C

C1

D

D1

D2

D2

D1

D

C

C1

BA

2 A1

A

3

2 1

Page 5: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

5T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

Minimale hoogte – maximaal comfort

Minimale hoogte van het folie-element

PE-Xa leiding 90° installatie PE-Xa leiding 45° installatie

Eenvoudige installatie van het Uponor folie-element

Korte opwarmtijden door lage egaliseerlaag

Praktische eenmansmontage van de Uponor Velta PE-Xa leidingen

De fl exibele PE-Xa leidingen in de af-metingen 9,9 x 1,1 zijn geschikt voor 90° en 45° installatie. Deze zijn snel en montagevriendelijk in het Uponor Minitec folie-element bevestigd.

De geforceerde noppenstructuur van de leiding in de noppen garandeert een installatie conform de normen. De 45° installatie vindt direct in de speciaal gevormde noppen plaats.

De egaliseerlaag wordt bij de folie-elementen tot net boven de noppen aangebracht zodat er een montage-hoogte van slechts 15 mm ontstaat. Door de aangebrachte gaten is een vaste verbinding met de voorbe-handelde ondergrond gewaarborgd. De beste basis voor de aansluitende bekleding met tegels, parket of laminaat.

Snel geïnstalleerd, snel begaanbaar

Uponor Minitec overtuigt door lage montagekosten en enorm veel wooncomfort.

De stabiele Uponor folie-elementen zijn goed begaanbaar en waarborgen een snelle en kostenbesparende in-stallatie van de PE-Xa leidingen door eenmansmontage. Zij zijn bruikbaar voor alle ruimtegeometrieën en moeten niet meer precies tegen de rand worden gelegd. Deurovergan-gen met uitvlak elementen zijn niet noodzakelijk.

Wanneer Uponor Minitec op oude houten vloeren wordt gelegd, dan dient vooraf een nivelleringslaag van tenminste 5 mm te worden aange-bracht. Installatie is ook mogelijk op gietasfalt. Vervolgens wordt het folie-element aangebracht.

Uw voordeel

Ideaal voor de latere inbouw bij renovaties Direct op dekvloer of tegel- vloer aan te brengen

Lage elementhoogte van slechts ongeveer één centi- meter

Minimale montagekosten met folie-element en leiding

Begaanbare folie-elementen

Korte opwarmtijden

Lage CV-watertemperaturen

Directe aansluiting op be-staande systemen mogelijk

Page 6: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

6 T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

Uponor Minitec: heel mooi fl exibel

Eenvoudig uit te breiden, een-voudig te vervangen

Met of zonder radiatorensysteem, de vloerverwarming Uponor Minitec is de ideale oplossing bij renovatie van zowel eengezinswoningen als appartementen. Ter verhoging van het comfort kan Uponor Minitec bovendien worden toegepast bij een bestaand radiatorsysteem. Het oude radiatorsysteem kan echter ook volledig worden vervangen. Bij een complete vervanging zijn met name in oude gebouwen de eisen ten aanzien van de isolatie inge-volge het Energiebesparingsbesluit fundamenteel. De maximale vermo-gensgebieden van Uponor Minitec dienen eveneens in acht genomen te worden, want alleen zo is een vol-doende dekking van de warmtevraag veiliggesteld.

Uponor ruimteregelstation RS 2

Het is de combinatie die het hem doet: wanneer u gebruik maakt van een bestaande warmteverdeling, dan is het aan te bevelen om het Uponor ruimteregelstation RS 2 te gebruiken.

30292827262524232221

201918171615141312

ti = 20 °C, t

Hm = 30 °C q = 70,4 W/m2

Doorsnede van een vloerconstructie met Minitec

Temperatuurverloop bij de vloerconstructie met Minitec

Tijdgedrag bij Minitec: snelle regeling door lage opbouw Aansluiting van de vloerverwarming

Radiatoren-systeem

Page 7: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

Hier profi teren ontwerpers, architecten en opdrachtgevers

Comfortabeler wonen

Uponor Minitec kan het bestaande verwarmingssysteem completeren of geheel vervangen en op die ma-nier het volledige comfort van een vloerverwarming binnen de eigen vier wanden brengen.

De mogelijkheid om Uponor Mi-nitec direct op de reeds aanwezige dekvloer aan te brengen, betekent een aanzienlijke verlaging van de montagekosten. Bovendien worden door de lage egaliseerlaag korte opwarmingstijden bereikt. Dat maakt een snelle regeling bij lage CV-watertemperaturen mogelijk. Zo spaart iedere opdrachtgever tijd en geld.

Voor het creatieve ontwerp

De geringe elementhoogte van slechts ongeveer een centimeter met inzetbaarheid voor de vloer en de mogelijke gebruikmaking van het bestaande verwarmings-systeem geven alle ontwerpers en architecten de maximale creatieve vrijheid. Met deze eigenschappen is Uponor Minitec bij uitstek geschikt voor de renovatie van apparte-menten en ééngezinswoningen. Zelfs tot een gebruiksbelasting van 5,0 kN/m2*.

Meer montagecomfort

Niet alleen de elementhoogte, ook de egaliseerlaag is zeer laag, waar-door korte droogtijden kunnen wor-den bereikt. Verdere overtuigende voordelen: de snelle en keurige installatie, de goede begaanbaar-heid van het folie-element en de fl exibele leidinginstallatie in 45° en 90° met de hoge druk vernette PE-Xa leiding volgens procédé Engel. Ook de toepasbaarheid bij alle ruimtegeometrieën en de eenvou-dige opslag zijn voor iedere vakman onontbeerlijk.

* De ondergrond (dekvloer, isolatie, vloer) moet voor deze gebruiksbelasting geschikt zijn.

7

Page 8: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

8 T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

2 Toepassingsgebied

2.1 Algemeen

Uponor Minitec is een lagetempera-tuur warmteverdeelsysteem voor de verwarming van gebouwen bestemd voor bewoning en voor gebouwen die niet voor bewoning zijn bestemd. De inbouw vindt plaats in de vloer-constructie op de bestaande dekvloer en wordt met een zelfni-vellerende egaliseerlaag van goede kwaliteit bedekt. De warmtever-zorging kan door iedere warmwater-verwarmingsinstallatie plaatsvinden.

2.2 Gebouwrenovatie

Met name voor de modernisering van bestaande bouw is Uponor Mi-nitec als universeel systeem ontwik-keld, omdat het hier vooral aan-komt op de constructiehoogte en het geringe gewicht. Alle voordelen van de vloerverwarming – thermisch comfort, optimale hygiëne, lage wa-tertemperaturen, kunnen met dit supervlak systeem worden benut. Het aanbrengen op houten onder-vloerconstructies vereist een spe-ciaal voorbereide ondergrond. Over-eenstemming met de fabrikanten van de egaliseerlagen dient vooral met het oog op de voorbereiding van de ondergrond te worden be-reikt. Met de gestelde eisen aan de noodzakelijke warmte- en contact-geluidisolatie moet bij de vloercon-structie rekening worden gehouden.

2.3 Lastverdeellagen

De lastverdeellaag wordt doorgaans gevormd door de bestaande dek-vloer. De dekvloer moet door de vloerlegger worden gecontroleerd op geschiktheid en correcte functie. Voor inbouwvoorwaarden, zie para-graaf 5.2.

2.4 Egaliseerlagen

Er bestaat reeds een grote keuze aan egaliseerlagen van de meest uiteenlopende fabrikanten, die vol-gens de informatie van de fabri-kanten door dezen zijn gecontro-leerd en in principe geschikt zijn voor toepassing met Uponor Mini-tec.

Voor het gesprek met de vloerleg-ger kan snel en eenvoudig online in de Uponor Minitec adviseur een voorselectie worden gemaakt, die de verschillende ondergronden en verschillende vloerafwerkingen be-handelt. Hier is een meervoudige keuze mogelijk. Naar gelang van

de relevante opbouwhoogte en to-tale tijd tot aan het aanbrengen van de vloerafwerking verschijnt een overzichtsbladzijde, die uw keuze overzichtelijk documenteert en als resultaat de mogelijke fabri-kanten van egaliseerlagen met hun afzonderlijke componenten voor de vloerlegger duidelijk laat zien. Deze productadviseur bevindt zich in het Uponor Profi gebied onder www.myuponor.de

Bovendien staat een algemeen overzicht van de diverse egali-seerlagen bij verschillende vloeraf-werkingen als pdf-document in het Uponor Profi bereik ter beschik-king om te downloaden.

De Uponor Minitec productadviseur onder www.myuponor.de

Page 9: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

9T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

3 Montage

3.1 Algemeen

De brochure “Minitec montage-handleiding” geeft de geïnteres-seerde verwarmingstechnicus en

3.2 Overzicht van de montagestappen

de ontwerper omvangrijke infor-matie over de montageproce-dures. Het volgende paragraaf 3.2 geeft de Minitec montagehandlei-ding slechts gedeeltelijk weer.

161616

171717

181818

111222333

444555666

777888999

101010111111121212

131313141414151515

Randisolatiestrook monteren Folie-element monteren

Installatieoverzicht folie-elementen

1 2

3

222

111

Page 10: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

10 T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

Aansluiting PE-Xa leidingen

Installatie van leidingen in de folie-elementen

TTT

rrr2 x T2 x T2 x T

4

5

12

3

Uponor Genius

r ≥ 50 mm

Page 11: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

11T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

4.2 Uponor vloerverwarming- verdelers van kunststof

Voor de aansluiting van het verwar-mingcircuit biedt Uponor doordachte verdeleroplossingen afhankelijk van de gestelde eis. Uponor Compact ver-deler in compacte verdeler/verzame-laareenheid (3-10 verwarmingcircuits) en Uponor Provario verdeler (2-12 verwarmingcircuits) met gescheiden verdeler en verzamelaar. De verdelers worden vervaardigd van zwart, glas-versterkt polyamide en de volgende voordelen gelden voor beide:

snelle montage corrosieveilige uitvoering hydraulische afstelling door

inregelafsluiters passend voor de Uponor Velta

PE-Xa leidingafmetingen (met Euroconus G ¾)

Uponor Compact verdelers

4 Ontwerpaanwijzingen voor de verwarmingsinstallatie

Normen, richtlijnen en VOB

DIN 1055 Deel 3 Ontwerpbelas-ting voor bouwwerken

DIN EN 1264 T 1-4 Vloerverwar-mingssystemen en componenten

DIN 1961 VOB Deel B DIN EN 1991-1-1 Inwerkingen

op draagconstructies DIN 4102 Brandbeveiliging DIN 4108 Warmte-isolatie DIN 4109 Geluidsisolatie DIN EN 12831 Regels voor de

berekening van de verwarmings-belasting van gebouwen

DIN 4726 Leidingen van kunststof voor warmwatervloer-verwarmingen

DIN 4751 Waterverwarmings-installaties

DIN 4807 Expansievaten DIN EN ISO 15875 Kunststofl ei-

dingsystemen voor de warm- en koudwaterinstallatie – vernet polyethyleen (PE-X)

DIN 18202 Toleranties in de bouwtechniek

DIN 18336 Afdichtingswerk-zaamheden

DIN 18352 Tegels en plaatwerk-zaamheden

DIN 18353 Dekvloer werkzaam-heden

DIN 18356 Parketwerkzaamheden DIN 18365 Vloerbedekkings-

werkzaamheden

DIN 18380 Verwarmingsinstalla-ties en centrale waterverwar-mingsinstallaties

VDI 2035 Deel 2 Voorkoming van schade in warmwaterverwar-mingsinstallaties, corrosie aan de waterzijde

Technisch informatieblad aansluitingencoördinatie bij verwarmde vloerconstructies februari 2005

directe instelling van de Uponor temperatuurregeling voor indivi-duele ruimten door ingebouwde retourafsluiters

compatibel met de Uponor af-sluiters ten behoeve van verdeler

variabele aansluiting eenvoudige verwarmingcir-

cuitaanduiding door Uponor aanduidingsplaten

eenvoudige ventilatie

Bij behoefte aan meerdere verdelers moet erop worden gelet dat deze zo-veel mogelijk ruimtelijk gescheiden worden gerangschikt. Op die manier worden te lange en te sterk gebun-delde aansluitleidingen voorkomen. Wanneer een vloerverwarmingverde-ler onder het verwarmingsniveau op de kop wordt ingebouwd, moet in de aanvoerleiding een luchtcollector met ontluchting worden geplaatst.

Uponor Provario met debietmeter

4.1 Wetten, bepalingen, richt- lijnen, normen en VOB (Duits- land: toewijzing en contract- regeling voor bouwprojecten)

Bij de planning en vervaardiging van een verwarmingsinstallatie moeten

de volgende wetten, bepalingen, richtlijnen, normen en VOB (Duits-land: toewijzing en contractregeling voor bouwprojecten) in acht geno-men worden: Wet op de Energiebesparing

(EnEG)

Energiebesparingsbesluit (EnEV) Verwarmingskostenbesluit

(Heiz kostenV) Wet op de bouwproducten De afzonderlijke overheidsaanwijzin-

gen van de deelstaten met betrek-king tot de EnEG

Page 12: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

12 T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

4.2.1 Uponor Compact verdeler

De Uponor Compact verdeler voor 3-10 verwarmingcircuitaansluitingen omvat alle componenten, waardoor een afgestemde eenheid ontstaat. Thermometer per verwarmingcircuit, mantelbuiscompensatoren en ge-luidsisolatiestrips behoren tot de le-veringsomvang. De fi jninregelafslui-ters maken een exacte hydraulische inregeling mogelijk. Door de zij-waartse aansluitmogelijkheden kan het Uponor etageregelstation ERS ook direct worden aangesloten.

Standaardaansluiting

Eenzijdige of beurtelings verplaatsteaansluiting van links of rechts

Eenzijdige aansluiting van links of rechts

Aansluitvarianten voor de praktijk

Uponor aansluitset KV / verloopstuk KVDe Uponor Compact verdeler wordt standaard van onderen aangesloten. Voor de aansluiting aan de zijkant moet de Uponor aansluitset R1 ¼ x

R1 worden gebruikt. Ten behoeve van het vullen en afpersen staan verloopstukken ter beschikking voor de aansluiting van onderen met R1 en aan de zijkant met R1 ¼. Hier-door ontstaat een veilig verloop.

Uponor dubbele aansluit-koppeling De Uponor dubbele aansluitkoppe-ling dient voor de uitbreiding van het ruimteregelstation RS 2 op 2 verwarmingcircuits en is een moge-lijkheid tot uitbreiding van de

Uponor Compact verdeler. Met de dubbele aansluitkoppeling kunnen twee verwarmingcircuits van een ruimte met nagenoeg dezelfde lengte op een Euroconus aanslui-ting worden aangebracht.

Page 13: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

13T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

Wanneer van de standaardaansluiting wordt afgeweken, moeten de nismaten dienovereenkomstig worden gewijzigd. Nismaten bij de Uponor verdelerkast in paragraaf 4.3

B = l + 100 112

OK FFB

75

Aantalgroepen

3

4

5

6

7

8

9

10

Lengte verdelerl [mm]

420

520

620

720

820

920

1020

1120110/130

270

580

135

320/

340

4.2.2 Uponor Provario

De Uponor Provario biedt variabele toepassingsmogelijkheden door het eenvoudig inklikken van de verde-lerelementen met de hand alsmede door het ombouwen op verschil-lende aansluitsituaties door speciale schroefdraad.

Vanaf de fabriek met of zonder debietmeter (indicatiebereik 0 – 4 l/min) verkrijgbaar. De geringe af-metingen, vooral in de diepte, zijn voor de inbouw in verdelerkasten zoals voor de Uponor Combi T75 met 75 mm inbouwdiepte geschikt voor staanderwanden.

De instelling zonder gereedschap en mogelijkheid tot controle van de afsluitervoorinstelling vergemakke-lijken de hydraulische inregeling.

Met de ERS-aansluitset (4108241) kan het Uponor regelstation worden aangesloten. Wanneer een kast te zien is, dan wordt de inbouw- of opbouwversie Uponor Combi ge-bruikt. De afzonderlijke segmenten maken de ombouw van de verdeler op de plaatselijke omstandigheden (bijvoorbeeld verwarmingcircuit van boven) mogelijk.

Uponor Provario zonder thermometer met 68 mm inbouwdiepte

Instelring met cijferschaal

Page 14: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

14 T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

AZonder debietmeter

BMet debietmeter

4108240

4108231

4108238

4108239

4110219

4108237

4101145

4108234

4108242

4240013

4240012

4101040

4900528

Overzicht van deUponor Provario verdeler

Aantalverwar-ming-circuit

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

Artikel-nr.

A

4108220

4108221

4108222

4108223

4108224

4108225

4108226

4108227

4108228

4108229

4108230

Artikel-nr.

B

4108250

4108251

4108252

4108253

4108254

4108255

4108256

4108257

4108258

4108259

4108260

L

[mm]

245

295

345

395

445

495

545

595

645

695

745

4108241

4.2.3 Uponor verdelertoebehoren

Zoals reeds te zien is op de over-zichtsbladzijde van de Uponor Pro-

vario verdeler, kunnen direct uit de Uponor systeemcomponenten ver-dere verdelertoebehoren worden geselecteerd.

Uponor Minitec koppelingVoor de aansluiting aan de Uponor verdeler dient de koppeling met

Uponor Minitec koppelingstech-niek.

Uponor afsluiters ten behoeve van verdelerAls verder toebehoren staan de afsluiters ten behoeve van verde-ler G1-RP1 ter beschikking. De aanvoerinregelafsluiter voor de hydraulische afstelling en voor de onafhankelijke afsluiting van de verdeler/verzamelaar, incl. hand-

regelknop en indicatie van voorin-stelling/afsluiting. De retouraf-sluiter voor de afsluiting van de verdeler/verzamelaar, inclusief handregelknop, indicatie en in-stelbaarheid van de thermische aandrijvingen TA 230, TA24 , TR-D 12 en DDC. Toepassing voor de zoneregeling is mogelijk.

Page 15: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

15T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

4.3 Selectie/maattabellen verdelerkasten

Uponor Combi inbouwverdelerkast KV/PV / Combi inbouwverdelerkast T75 PV, geschikt voor:

*KV/PV 2/T75-2 = max. 1 KR-D basis-eenheid bij 5 ver-warmingcircuits

KV/PV 3/T75-3 = max. 2 KR-D basis-eenheid bij 10 ver-warmingcircuits

KV/PV 4/T75-4 = max. 1 KR-D basis-eenheid bij etagere-gelstation

T

H

e

dc

OK FFB

702

102 f

T751 – 4

combi1 – 5

b2

b1

b

Kastmaten Uponor Combi Uponor Combi T75

Type KV/PV 1 KV/PV 2 KV/PV 3 KV/PV 4 KV/PV 5 T75-1 T75-2 T75-3 T75-4

Aansluitsituatie inclusief afsluiter ten behoeve van verdeler – geschikt voor aantal verwarmingcircuits

Compact verdeler

onder zonder WM 3 – 4 5 – 6* 7 – 8 9 – 10 – – – – –

onder zonder WM met drukverschilregelaar 3 4 – 5 6 – 7 8 – 9 10 – – – –

onder met warmtemeter 3 4 – 5 6 – 7 8 – 9 10 – – – –

aan de zijkant zonder warmtemeter – 3 – 4 5 – 6 7 – 8 9 – 10 – – – –

aan de zijkant zonder WM met drukverschilregelaar – – 3 – 4 5 – 6 7 – 10 – – – –

aan de zijkant met WM – – 3 – 4 5 – 6 7 – 10 – – – –

aan de zijkant met WM met druk-verschilregelaar – – – 3 – 5 6 – 8 – – – –

met etageregelstation ERS – – 3 – 4 5 – 6* 7 – 10 – – – –

Provario

onder met/zonder WM, aan de zijkant zonder WM 2 – 5 6 – 9* 10 – 12* – – 2 – 5 6 – 9 10 – 12 –

aan de zijkant zonder WM met druk-verschilregelaar – 2 – 6* 7 – 9 10 – 12 – – 2 – 6 7 – 9 10 – 12

aan de zijkant met WM – 2 – 6* 7 – 9 10 – 12 – – 2 – 6 7 – 9 10 – 12

aan de zijkant met WM met drukverschil-regelaar – 2 3 – 6 7 – 9 10 – 12 – 2 3 – 6 7 – 9

met etageregelstation ERS – 2 – 3 4 – 7 8 – 11 12 – – – –

met regelset voor constante temperatuur KRS-6 – 2 – 6 7 – 10 11 – 12 – – – – – WM = Warmtemeter

Uponor Pollux

Uponor draadloze ruimtetemperatuurregeling

Uponor compacte ruimte-temperatuurregeling KR-D

Uponor ruimtetemperatuurrege-ling 230/Uponor ruimtetempera-tuurregeling 24

velta genius

Page 16: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

16 T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

Kastmaten Uponor Combi Uponor Combi T75

Type KV/PV 1 KV/PV 2 KV/PV 3 KV/PV 4 KV/PV 5 T75-1 T75-2 T75-3 T75-4

Aansluitsituatie inclusief afsluiter ten behoeve van verdeler – geschikt voor aantal verwarmingcircuits

Maten [mm]

Nisbreedte 590 790 990 1190 1590 590 790 990 1190

Nishoogte 840 – 1030

T 115–160 115–160 115–160 115–160 115–160 75–115 75–115 75–115 75–115

b (breedte van de kastachterwand) 550 750 950 1150 1550 550 750 950 1150

b1 605 805 1005 1205 1600 605 805 1005 1205

b2 (breedte van de deur) 543 743 943 1143 1543 543 743 943 1143

c 0 – 12 0 – 12 0 – 12 0 – 12 0 – 12 – – – –

d 40 – 230 40 – 230 40 – 230 40 – 230 40 – 230 – – – –

e 642 642 642 642 642 – – – –

f 96–108 96–108 96–108 96–108 96–108 96–108 102 102 102

H 825 – 1015

Page 17: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

17T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

4.4 Regeling

De speciale Technische Informatie „Uponor regelingen“ informeert de geïnteresseerde ontwerper en ver-warmingstechnicus omvangrijk over het thema regeling. Daartoe beho-ren de algemene voorschriften, de regelingsschema’s met betrekking tot de verschillende warmte-opwek-kers, de centrale regeling met de re-

gelstations. De componenten voor de ruimtetemperatuurregeling en hun toepassing, zoals Uponor draadloze ruimtetemperatuurrege-laar of de Uponor ruimtetempera-tuurregeling 230 worden uitvoerig gedocumenteerd. Ook het thema vloer- en wandkoeling en de rege-ling daarvan evenals de toepassings-mogelijkheden van de Uponor pro-ducten worden uitvoerig behandeld.

Combi opbouwverde-lerkast geschikt voor:

* Combi opbouw 2 = max. 1 KR-D basiseenheid bij 5 verwarmingcircuits

Combi opbouw 3 = max. 2 KR-D basiseenheid bij 10 verwarmingcircuits

Combi opbouw 4 = max. 1 KR-D basiseenheid bij etageregelstation

156b

83564

2

b2

771

b1

WM = Warmtemeter Uponor Pollux

Uponor draadloze ruimtetemperatuurregeling

Uponor compacte ruimte-temperatuurregeling KR-D

Uponor ruimtetemperatuurrege-ling 230/Uponor ruimtetempera-tuurregeling 24

velta genius

Kastmaten Uponor Combi opbouw KV/PV

Typ 1 2 3 4 5

Aansluitsituatie inclusief afsluiters ten behoeve van verdeler – geschikt voor aantal verwarmingcircuits Compact verdeler

Compact verdeler

onder zonder WM 3 – 4 5 – 6* 7 – 8 9 – 10 –

onder zonder WM met drukverschilregelaar 3 4 – 5 6 – 7 8 – 9 10

onder met WM 3 4 – 5 6 – 7 8 – 9 10

met etageregelstation ERS – – 3 – 4 5 – 6* 7 – 10

Provario

onder met/zonder WM 2 – 5 6 – 9* 10 – 12* – –

met etageregelstation ERS – 2 – 3 4 – 7 8 – 11 12

met regelset voor constante temperatuur KRS6 – 2 – 6 7 – 10 11 – 12 –

Maten [mm]

b 600 800 1000 1200 1600

b1 532 732 932 1132 1532

b2 543 743 943 1143 1543

Page 18: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

18 T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

5 Ontwerpaanwijzingen voor de vloeropbouw

5.1 Algemeen

Bij het ontwerp van de vloeropbouw van vloerverwarmingsinstallaties moe-ten de daarop betrekking hebbende wetten, besluiten, richtlijnen, VOB en normen in acht worden genomen.

5.2 Inbouwvoorwaarden

BouwsituatieVóór het inbouwen van de vloer-constructie moeten vensters en bui-tendeuren zijn ingebouwd, pleister-werken montagewerkzaamheden van woningtechnische installaties evenals de inbouw van deurkozijnen en de bepleistering van leidingsleu-ven zijn afgesloten. Alle aan de vloer aangrenzende bouwdelen moeten aanwezig zijn. Met de eisen van de DIN 18560, Deel 2 hoofd-stuk 4 “Bouwkundige eisen” moet rekening worden gehouden. Ten aanzien van de egaliseerlagen moet de documentatie van de fabrikant in acht worden genomen.

Desgewenst de montagehandlei-ding Uponor Minitec bestellen.

Dragende ondergrondDe dragende ondergrond moet voor de opname van de egaliseerlaag voldoende droog zijn en een egaal oppervlak vertonen. De ondergrond mag geen puntvormige verhogin-gen, leidingen, kabels en dergelijke vertonen. De maattoleranties van de dekvloer moeten voldoen aan de DIN 18202, tabel 3. Wanneer scheuren in de ondergrond worden geconstateerd, moeten deze vak-kundig in orde worden gebracht.

EgaliseerlagenWanneer de dragende ondergrond niet aan de vereiste vlakheidstoleranties vol-doet, dan is egalisatie van het niveau door middel van een geschikte egali-seerlaag noodzakelijk. Deze eis geldt voor dekvloeren en houten vloeren.

Zo zijn bijvoorbeeld beschadigde plan-kenvloeren in de bestaande bouw geen zeldzaamheid en moeten afhankelijk van de toestand worden vernieuwd. Voorwaarde voor alle maatregelen is dat de vloerdelen „gezond“ zijn, vast-liggen en in staat zijn om te dragen. Door de schroeven van de planken aan te draaien, kan een deel van de onef-fenheden al worden verholpen.

De ondergrond moet droog, vast, in staat zijn om te dra-gen, stroef en vrij van bekis-tingsolie zijn. Vloerdelen moeten goed op de balken-laag zijn bevestigd en met messing en groef met elkaar gekoppeld zijn. Zij mogen niet onderling bewegen, niet ve-ren en de schroeven moeten indien nodig worden nage-trokken. Deugdelijke plamuur gebruiken (neem de fabrikan-teninformatie in acht!)

5.3 Voegen

Randvoegen/randisolatiestroken Randisolatiestroken vervullen een belangrijke functie tussen de last-verdeellaag en de omhooggaande bouwdelen voor de vorming van de randvoeg.

De bestaande randvoeg moet over het algemeen worden gecontroleerd en dient door middel van Minitec randisolatiestroken op de hoogte van de komende egaliseerlaag en de nieu-we vloerbedekking worden overge-bracht.

Uponor Minitec randisolatiestrook monteren

De randisolatie-strook moet vanaf de dragende onder-grond tot aan het oppervlak van de bedekking reiken

De randisolatiestrook moet vanaf de dragende ondergrond tot aan het oppervlak van de bedekking reiken. Uitstekende resten van de randiso-latiestrook mogen pas na het instal-leren van de vloerbedekkingen wor-den verwijderd. Hierbij gaat het om en “bijzondere verrichting” volgens VOB, Deel C DIN 18200, punt 0.4.2 en moet in het programma van ei-sen worden vermeld.

DilatatievoegenDilatatievoegen zijn voegen in de dekvloer die deze helemaal tot aan de isolatielaag scheiden. Deze voe-gen moeten evenals de randvoegen met een overeenkomstig voegpro-fi el op de hoogte van de komende egaliseerlaag en de nieuwe vloerbe-dekking worden overgebracht.

De lastverdeellaag moet door de vloerlegger worden gecontroleerd, scheuren moeten vakkundig in orde worden gebracht.

Scheuren en knoestgaten in de plan-kenvloer moeten worden gedicht. Als egaliseerlaag komt een egalisatiepla-muur in aanmerking. Vóór verwerking van de egalisatieplamuur moet door-gaans de in orde gemaakte planken-vloer worden geschuurd en met een grondverf worden behandeld. Egaliseer-diktes van 3 - 15 mm zijn mogelijk. Om de houten vloer in de eerder genoemde gevallen te laten “werken”, moet erop worden toegezien dat onderventilatie plaatsvindt bijvoorbeeld door lucht-spleten in het gebied van de plinten.

„Doorzakken“ van de houten vloer kan door egaliseerlagen dan wel droge lastverdeella-gen niet worden opgeheven.

Page 19: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

19T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

5.4 Isolatie-eisen/Energie- besparingsbesluit

De vloeropbouwconstructies in de gebouwrenovatie zijn onderworpen aan de eisen van het Energiebespa-ringsbesluit (EnEV). In deze para-graaf zijn de verschillende gevallen kort beschreven en de vereiste maatregelen vermeld.

5.4.1 Isolatie-eisen bij gebouwrenovatie

WoningscheidingsvloerenWoningscheidingsvloeren hebben geen isolatie-eisen op grond van de EnEV. De isolatie-eis uit de DIN EN 1264-4 voor woningscheidings-vloeren bedraagt R

λ,ins ≥ 0,75m2 K/W.

De DIN EN 1264-4 kan niet als maatgevend worden beschouwd, omdat hier slechts vloerverwamin-gen in/onder dekvloeren (type A, B en C) zijn gedefi nieerd en de norm uitsluitend betrekking heeft op de nieuwe (dekvloer-) constructies.

Meldingsplecht voor de vervulling van EnEV

Vloeren tegen onverwarmde ruimtenEr moet worden gecontroleerd of in de bestaande vloeropbouw een isolatie WLG 040 aanwezig is (bijvoorbeeld aan de hand van de bouwdocumenten).

Zo JA, dan is de EnEV volgens bijlage 3 hoofdstuk 5 vervuld. Bij NEE moet onder de keldervloer een isolatie van minimaal 65 mm WLG400

worden ingepland, voor zover de vloerhoogte voor de kelder voldoende blijft.Indien de minimale vloerhoogte wordt onderschreden, kan de EnEV eis niet wor-den vervuld en dient een uitzonderingsverzoek volgens EnEV §17 tot ontheffi ng te worden ingediend.

Vloeren tegen de aardbodemGecontroleerd moet worden of in de bestaande vloeropbouw een isolatie WLG 040 aanwezig is (bijvoorbeeld aan de hand van de bouwdocumentatie).

Zo JA, dan is de EnEV volgens bijlage 3 hoofdstuk 5 vervuld. Bij NEE moet een uitzonderingsverzoek volgens EnEV §17 tot ontheffi ng worden

ingediend, omdat er geen sprake is van haalbaarheid volgens EnEV §5 hoofdstuk 1.

Vloeren tegen onverwarmde ruimten en tegen de aardbodem:

Voor vloeren tegen onverwarmde ruimten en tegen de aardbodem be-staan geen isolatie-eisen volgens EnEV, §8 hoofdstuk 1 punt 2, wan-neer het te renoveren bouwopper-vlak kleiner is dan 20% van het to-tale bouwoppervlak. Daarboven geldt de isolatieverplichting volgens EnEV bijlage 3 hoofdstuk 5 punt d). Bij de opbouw op of bij de vernieu-wing van de gehele vloeropbouw (isolatie, dekvloer, vloerbedekking etc.) dient een U-waarde van 0,50 W/m² van het gehele bouwdeel te worden aangehouden.

Wanneer dit niet realiseer-baar is, moet een verzoek tot ontheffi ng volgens §17 EnEV worden ingediend.

Voorbeelden:a) vloeren tegen onverwarmde

ruimten en tegen de aardbo-dem – te renoveren bouwop-pervlak is kleiner dan 20 % van het gehele bouwoppervlak

Het grondoppervlak van de begane grond bedraagt 75 m² - maximaal 15 m² worden gerenoveerd en mogen met Uponor Minitec worden bedekt zonder dat een EnEV isolatie-eis bestaat.

b) vloeren tegen aardbodem – ongunstig geval:

bestaande vloerconstructie zonder isolatie, betonvloer 13 cm, afsmeerlaag 4 cm, deur-kozijnen kunnen niet worden verzet, volgens EnEV is een extra isolatie EPS DEO 65 mm of PUR 40 mm noodzakelijk – de isolatie is echter constructief niet te realiseren, derhalve is er geen sprake van een haalbaar-heidseis en dient een verzoek tot ontheffi ng volgens §17 EnEV te worden ingediend.

Page 20: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

20 T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

5.4.2 Energiebesparingsbesluit: voorschriften/uitzonde-ringsregelingen

VoorschriftenVanaf 02-12-2004 geldt in Duitsland de EnEV. Hoofdstuk 3 beschrijft be-staande gebouwen en inrichtingen. §8 Wijziging van gebouwen verwijst naar bijlage 3 tabel 1. Dit geldt niet voor wijzigingen die betrekking heb-ben op minder dan 20% van het be-treffende bouwoppervlak.

Tabel 1 van bijlage 3 van de EnEV eist voor vloeren en wanden tegen onverwarmde ruimten of tegen de aardbodem een maximale warmte-doorgangscoëffi ciënt van0,5 W/(m2·K).De gestelde eis geldt als vervuld, wanneer bij een vloeropbouw met of zonder aanpassing van de deur-hoogten de maximaal mogelijke dikte van de isolatielaag (bij een nominale waarde van de warmtege-leidbaarheid λ=0,04 W/(m2·K)) wordt uitgevoerd. Kan onder de vloer zonder hoogtenadeel (toelaat-bare doorgangshoogte) worden geï-soleerd, moet de U-waarde van ≤ 0,50 W/m2K voor het bouwdeel worden gerealiseerd. Is een isolatie echter constructief niet te realise-ren, geldt de haalbaarheidseis, een uitzonderingsvergunning moet wor-den verkregen.

§ 5 Wet op de Energiebespa-ring

(1) ... economisch verant-woord zijn. Gestelde eisen gelden als economisch ver-antwoord wanneer over het algemeen de vereiste in-spanningen binnen de nor-male gebruiksperiode door de ontstane besparingen verdiend kunnen worden. ...

UitzonderingsregelsHet toepassingsgebied van de EnEV is beperkt. Bovendien moeten de gestelde eisen en ontheffi ngen vol-gens § 17 van de Wet op de Ener-giebesparing economisch binnen de normale gebruiksduur verantwoord zijn.

Ontheffi ngen volgens § 17§17 Ontheffi ngen is gebaseerd op de Wet op de Energiebesparing (EnEG) §5 en beschrijft de moge-lijkheid bij buitenproportionele kos-ten of bij onbillijke hardheid een ontheffi ng te bewerkstelligen.

Het informele verzoek op het afzien van isolaties wordt ingediend bij de bevoegde instantie (bijvoorbeeld bouwbureau of stadsbestuur).

§ 17 EnEV Ontheffi ngen

De volgens de landswet be-voegde instanties kunnen op verzoek ontheffi ng verlenen van de eisen van dit besluit, voor zover de eisen in het afzonderlijke geval wegens bijzondere omstandigheden door buitenproportionele kosten of op enige andere wijze tot een onbillijke hard-heid leiden. ...

c) Vloeren tegen onverwarmde ruimten – ongunstig geval:

bestaande vloerconstructie zonder isolatie, betonvloer 13 cm, afsmeerlaag 4 cm, deur-kozijnen moeten/kunnen niet worden verplaatst, volgens EnEV is bijvoorbeeld een extra isolatie EPS DEO 65 mm of PUE 40 mm vereist.- Kan onder de keldervloer zon-

der hoogtenadeel (toelaatbare doorgangshoogte) worden geïsoleerd, moet de U-waarde van ≤ 0,50 W/m2K voor het bouwdeel worden gerealiseerd.

- Is de isolatie echter construc-tief niet te realiseren, geldt eveneens de haalbaarheidseis, een verzoek tot ontheffi ng volgens §17 EnEV moet wor-den ingediend.

In principe geldt bij vloeren te-gen onverwarmde ruimten en tegen de aardbodem:de technische haalbaarheid moet vanuit economische gezichtspunten aanwezig zijn. VolgensEnEV bijlage 3 hoofdstuk 5 wordt onder andere bij de opbouw de hoogteverstelling bij de bestaande constructie van deurkozijnen niet afgedwongen, omdat dit tot een onbillijke hardheid leidt.

Uitzonderingsregeling vol-gens EnEV bijlage 3 hoofd-stuk 5:

de gestelde eis geldt als ver-vuld, wanneer bij een vloer-opbouw met of zonder aan-passing van de deurhoogten de maximaal mogelijke dikte van de isolatielaag (bij een nominale waarde van de warmtegeleidbaarheid λ = 0,04 W/(m · K)) wordt uitge-voerd.

Page 21: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

21T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

Wet op de Energiebesparing (EnEG)

§ 5 – Gemeenschappelijke voorwaarden voor wetsbesluiten

(1) De in de wetsbesluiten conform de §§ 1 tot 4 geformuleerde eisen moeten volgens de stand van de techniek uitvoerbaar en voor gebouwen van dezelfde aard en exploitatie economisch verantwoord zijn. Gestelde eisen gelden als economisch verantwoord wanneer over het algemeen de vereiste inspanningen binnen de nor-male gebruiksperiode door de ontstane besparingen verdiend kunnen worden. Bij bestaande gebouwen moet rekening wor-den gehouden met de nog te verwachte gebruiksperiode.

(2) In de rechtsbesluiten is voorzien dat op verzoek ontheffi ng kan worden verleend van de eisen van dit besluit, voor zover de eisen in het afzonderlijke geval wegens bijzondere omstandigheden door buiten-proportionele kosten of op enige ander wijze tot een onbillijke hardheid leiden.

Verloopschema voor de ontheffi ng volgens § 17 Ontheffi ngen

1. Informeel verzoek voor “Ontheffi ng van de warmte-isolatieverplichting” opstellen

2. Verzoek bij de bevoegde instantie in-dienen

3. Beoordeling door de instantie met ant-woordbrief

5.5 Lastverdeling/toepassings-gebied

Uponor Minitec is in een speciale test met een geselecteerde egali-seerlaag op lastverdeellagen vol-gens DIN 1055-3 gecontroleerd. Het testrapport bevestigt het toe-passingsgebied tot een gebruiksbe-lasting van 5,0 kN/m2.

De ondergrond moet voor de vereiste gebruiksbelasting geschikt zijn.

De controle vindt plaats door de vloerlegger.

Voorwaarden voor de toepas-sing van Uponor Minitec

Ondergronden: dekvloer voorbereiden, egali-

seerlagen op hout afstemming tussen verwarmings-

installateur en vloerafwerkings-bekleder (nivelleringslaag + vloerbedekking)

Isolatie-eis volgens EnEV? bestaande randstroken minimaal

5 mm dik? Minitec opbouwhoogte ≥ 15 mm

geschikt voor lastverdelende vloerbedekkingen van bijvoor-beeld tegels, zwevend parket/laminaat evenals tapijt, PVC en parket

* Egaliseerlagen zijn in de regel niet geschikt voor tegels met papierrug, omdat laag/bubbel-vorming ontstaat!

Page 22: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

22 T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

6 Ontwerp

6.1 Temperaturen

VloeroppervlaktemperatuurBijzondere aandacht moet worden besteed aan de temperatuur van het vloeroppervlak, waarbij rekening moet worden gehouden met de grenzen van de medisch en fysiolo-gisch verantwoorde vloeroppervlak-temperatuur.

Het verschil tussen de gemiddelde oppervlaktemperatuur van de vloer en de standaard binnentemperatuur vormt samen met de basiskarakte-ristiek de grondslag voor de vermo-gensgrootte van het verwarmende vloeroppervlak. De maximale op-pervlaktemperaturen worden be-paald door de in de DIN EN 1264 vastgelegde „Grenswarmtestroom-dichtheid“, die als theoretische ont-werpgrens in de ontwerptabellen en -diagrammen in aanmerking is ge-nomen.

Maximale oppervlaktempera-turen volgens DIN EN 1264:

29 °C in de verblijfszone 35 °C in de randzone 33 °C in badkamers

Ruimtetemperatuur, gevoels-temperatuur en gemiddelde stralingstemperatuur

Bij een stralingsverwarming zoals de Uponor vloer- en wandverwarming kan ten opzichte van andere meer ongunstige verwarmingssystemen een aanzienlijke energiebesparing worden aangenomen.

Het energiebesparingseffect ligt in feite in de gunstigere ruimtelucht-temperatuur en het verticale tem-peratuurprofi el. Voor de mensen is behalve de ruimteluchttemperatuur θ

L ook de gemiddelde stralingstem-

peratuur θS van de ruimte omrin-

gende oppervlakken van belang. Hieruit vloeien zeer positieve ge-voelstemperaturen voort.

De “gevoelstemperatuur” moet worden gelijkgesteld aan de norma-le binnentemperatuu θ

i uit de DIN

EN 12831 en ontstaat uit de gemid-delde stralingstemperatuur en de ruimteluchttemperatuur.

Vergelijking (1)

volgens DIN EN 1264 Deel 3:

ΔθH =

θV – θ

R

θV – θ

i

θR – θ

i

ln

Verwarmingsmiddelovertempe-ratuurDe verwarmingsmiddelovertempera-tuur Δθ

H wordt als logaritmische ge-

middelde waarde uit de aanvoer-temperatuur, de retourtemperatuur en de standaard binnentemperatuur volgens DIN EN 1264 berekend. Deze bepaalt bij constante opbouw de warmtestroomdichtheid.

Page 23: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

23T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

6.2 Belastingsfactor Vz

De grootte van het verwarmingcircuit bij normale of gecombineerde ver-warmingcircuits is begrensd door het totale drukverlies, dat ontstaat uit de

Voorbeeld belastingsfactor Vz 10 voor verblijfszonesn

Voorbeeld belastingsfactor Vz 5 bij grote vensteroppervlakken. Randzone Vz 5 en verblijfszone met Vz 15

RL

VL

RL

VL

RLVL

warmtestroomdichtheid dan wel massastroom en de leidinglengte.

Naar gelang van de ontwerpsitua-tie zijn daarom verschillende be-lastingsfactoren noodzakelijk.

6.3 Berekeningsgrondslag

OntwerpDe berekening van de Uponor vloerverwarming vindt plaats op grond van de basiskarakteristiek van de DIN EN 1264 Deel 2 en de stan-daard warmtevraagberekening vol-gens DIN EN 12831.

Voor het ontwerp dienen de wette-lijke isolatievoorschriften volgens het Energiebesparingsbesluit en EN 1264 in acht te worden genomen.

De Uponor vloerverwarming wordt bij woongebouwen ontworpen voor de meest ongunstige, maar nog toelaatbare vloerafwerkingen. Wij kunnen er niet van uitgaan, dat een ruimte met een stenen vloerafwer-king ook nog na jaren als zodanig wordt benut. Zou dit later plaats moeten maken voor vloertapijt of parket, dan zou een voldoende ver-warming alleen nog kunnen worden bereikt door verhoging van de warmwatertemperatuur, wat qua rendement een ongunstige invloed heeft op de verbrandingswaarde-apparaten en de warmtepompen. Daarom moet het ontwerp met een wamtegeleidingsweerstand van R

λ,B

= 0,15 m2 K/W worden uitgevoerd.

Page 24: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

24 T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

Toepassing van de ontwerpta-bellenDe gegevens in de ontwerptabel bij θ

i = 20 °C gelden voor vloerafwer-

king met een warmtegeleidings-weerstand van maximaal R

λ,B = 0,15

m2K/W.

De ontwerptabellen maken een snelle globale bepaling van de instal-latie afstanden en de maximale ver-warmingcircuitgrootte mogelijk, maar vervangen echter geen ont-werp en berekening. De toepassing van de ontwerptabellen is als volgt:

1. in hoofdstuk 6.4 moet de ontwerptabel voor θ

i = 20 °C

worden geselecteerd2. kies de regel met de opgegeven

maximale ontwerpwarmte-stroomdichtheid q

des van uw

project (geen badkamers!).3. ga in deze regel naar rechts en

kies een ontwerpaanvoertempe-ratuur θ

V,des.

4. vervolgens kan op het snijpunt de benodigde installatie afstand Vz en de maximale verwar-mingcircuitgrootte A

Fmax. direct

worden afgelezen.5. daarna voor badkamers de ont-

werptabel θi = 24 °C gebruiken

Bij andere ontwerpcriteria moeten de ontwerp- en drukverliesdiagram-men in combinatie met de bereke-ningsvergelijkingen of het Uponor softwareprogramma worden ge-bruikt.

Ontwerpcriteria

VloerbekledingR

λ, B = 0,15 m2K/W

Ruimtetemperatuur θ

i = 20 °C

Egaliseerlaag 15 mm

Toepassing van de ontwerpta-bellenHet ontwerpdiagram maakt een compleet overzicht van de volgende invloedsgrootheden en de onder-linge relaties mogelijk:

1. warmtestroomdichtheid van de vloerverwarming q in [W/m2]

2. warmtegeleidingsweerstand van de vloerbedekking R

λ,B in

[m2K/W]3. installatie afstand Vz in [cm]4. verwarmingsmiddelovertempera-

tuur ΔθH = θ

H – θ

i in [K]

5. grenswarmtestroomdichtheid door weergave van de grenscurve

6. vloercontacttemperatuur θ

F,m – θ

i in [K]

Bij opgave van telkens drie invloeds-grootheden kunnen met slechts één diagram alle andere worden vastge-steld. Het gebruik wordt in het ber-ekeningsvoorbeeld weergegeven. Hiermee is ook de snelle vaststelling van warmtestroomdichtheden bij verschillende vloerbedekkingen of overtemperaturen van verwarmings-middelen gegeven.

Ontwerpaanwijzing:

grenscurven inachtnemen maximale temperatuur-

belasting van de lastver-deellaag inachtnemen

RandzonenIn de zelden begane randgebieden kunnen door middel van de Vz be-lastingsfactoren randzones met een dichtere leidingafstand en daardoor hogere vloeroppervlaktemperaturen worden gepland.

Met deze randzones worden met de grotere warmteverliezen in de rand-zone en vooral bij de vensters reke-ning gehouden en daardoor stijgt het comfort.

Het ontwerp van de randzone vindt plaats met Vz 5 maximaal Vz 10. De breedte (diepte van de ruimte) van de randzone mag maximaal 1,0 m bedragen.

Maximale vloeroppervlak-temperatuur in de randzone θ

F,max = 35 °C

VerdeleraansluitbereikVóór de vloerverwarmingverdeler/verzamelaar worden de leidingen in zeer dichte afstanden gelegd. Ook deze aansluitleidingen geven warm-te af! Dit kan leiden tot een te hoge warmte-afgifte of oppervlaktetem-peratuur voor de betreffende ruim-te. Het is beter de leidinginstallatie via de kortste weg in de aangren-zende ruimten te plannen.

Page 25: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

25T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

Wanneer parket, PVC- of stenen vloeren gedeeltelijk worden bedekt met tapijten, dan moet de gemid-delde warmtegeleidingsweerstand Rλ, B

in overeenkomst met de op-pervlaktegedeelten worden be-paald.

Richtwaarden van enkele warmte-geleidingsweerstanden

Tapijt ca. 0,06 - 0,15 m2K/W

Parket ca. 0,04 - 0,11 m2K/W

PVC ca. 0,025 m2K/W

Tegels, marmer ca. 0,01 - 0,02 m2K/W

Leidingafstanden:uit behaaglijkheidsoverwegingen moet de leidingafstand voor woon- en kantoorruimten op maximaal 15 cm worden begrensd. Bij de plan-ning van grotere hallen en derge-lijke projecten dient men steeds ob-jectgerelateerde ruggespraak te houden.

Zwembaden:een direct voetcontact met de vloerafwerking komt in zwembaden en in sanitaire ruimten het meeste voor. Om fysiologische redenen dient daarom in de badkamer- en WC-zone evenals in het omgevings-gebied van zwembaden minimaal Vz 5 te worden ontworpen.

Keuken:bij het ontwerp is het met inbouw-meubelen bedekte oppervlak niet altijd bekend, zodat in het keuken-gebied minimaal Vz 10 moet wor-den gepland.

Uitsparingen van de vloerverwar-ming onder inbouwobjecten moet zoveel mogelijk worden vermeden (behalve onder schoorsteenman-tels) om een constante warmtever-deling te waarborgen.

Conform de EN 1264 T4

moeten de leidingen meer dan 50 mm vanaf verticale bouwconstructies en

200 mm vanaf schoor-stenen en open haarden of gemetselde schachten zoals afvoerkanalen wor-den geïnstalleerd.

Ontwerpaanwijzing:

badkamers Vz 5 keukens min. Vz 10 woon/kantoorruimten

max. Vz 15

Warmtegeleidingsweerstand van de vloerbedekkingDe warmtegeleidingsweerstand van de vloerbedekking is afhankelijk van de aard van het gekozen materiaal en kan worden afgeleid uit de do-cumentatie van de fabrikant.

Rλ,B

= [(AGes

- AB) · R

λ,Ο +

AB · (R

λ,O + R

λ,T)] / A

Ges

Rλ,O

= Warmtegeleidingsweer- stand zonder tapijtRλ,T

= Warmtegeleidingsweer- stand tapijtRλ,B

= Gemiddelde warmtege- leidingsweerstand A

B = Behaaglijkheidsopper-

vlakA

Ges = Totale oppervlak

Voorbeeld:25 m2 tegels R

λ,O = 0,02 m2K/W

tapijt bedekt met 8 m2 Rλ,T

= 0,15 m2K/W.

Rλ,B

= [(25 - 8) · 0,02 + 8 · (0,02 + 0,15)] / 25Rλ,B

= 0,07 m2K/W

Page 26: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

26 T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

6.4 Ontwerptabellen voor egaliseerlaag 15 mm (Δp max. = 250 mbar)

De opgaven in deze ontwerptabellen zijn gebaseerd op de volgende basisgegevens: R

λ,ins = 0,75 m2K/W, θ

u = 20 °C, betonvloer 130 mm, spreiding = 3-30 K, max. verwarmingcircuitlengte = 100 m

max. drukverlies per verwarmingcircuit inclusief 2 x 5 m aansluitleiding Δp max

= 250 mbarBij andere aanvoertemperaturen, warmtegeleidingsweerstanden of basisgegevens dienen de ontwerptabellen op bladzijde 29 te worden gebruikt.1) Bij θ

V,des > 53 °C wordt de grenswarmtestroomdichtheid en daarmee de maximale vloeroppervlaktemperatuur

van 29 °C dan wel voor de ontwerptabel zwembaden 33 °C overschreden.

Ontwerptabel, θi = 20 °C , R

λ,B = 0,15 m2K/W

θV,des

= 53 °C1) θV,des

= 48 °C θV,des

= 43 °C

θF,m

[°C] qdes

[W/m2] Vz [cm] AFmax.

[m2] Vz [cm] AFmax.

[m2] Vz [cm] AFmax.

[m2]

28,7 95,9 5 5,20

28,2 90,0 5 6,25

27,3 80,0 10 8,75 5 5,60

26,9 75,0 10 10,05 5 6,60

26,5 70,0 10 11,70 5 7,60

26,1 65,0 10 12,80 10 9,75

25,7 60,0 10 14,20 10 11,25 5 6,95

25,2 55,0 15 16,90 15 13,25 10 9,10

24,8 50,0 15 18,90 15 15,35 10 10,85

24,4 45,0 15 21,00 15 17,55 15 13,20

23,9 40,0 15 23,35 15 19,90 15 15,70

Ontwerptabel, θi = 24 °C , R

λ,B = 0,02 m2K/W

θV,des

= 53 °C1) θV,des

= 48 °C θV,des

= 43 °C

θF,m

[°C] qdes

[W/m2] Vz [cm] AFmax.

[m2] Vz [cm] AFmax.

[m2] Vz [cm] AFmax.

[m2]

32,6 94,7 5 8,70 5 7,00

32,2 90,0 5 9,15 5 7,45 5 5,20

31,3 80,0 5 10,15 5 8,45 5 6,30

30,9 70,0 5 11,25 5 9,55 5 7,50

29,7 60,0 5 12,55 5 10,80 5 8,75

29,2 55,0 5 13,25 5 11,50 5 9,45

28,8 50,0 5 14,05 5 12,25 5 10,15

27,9 40,0 5 14,50 5 14,05 5 11,85

Page 27: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

27T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

6.5 Ontwerptabellen voor egaliseerlaag 15 mm (Δp max. = 100 mbar) met het temperatuurregelstation voor de individuele ruimten RS 2

De opgaven in deze ontwerptabellen zijn gebaseerd op de volgende basisgegevens: R

λ,ins = 0,75 m2K/W, θ

u = 20 °C, betonvloer 130 mm, spreiding = 3-30 K, max. verwarmingcircuitlengte = 80 m

max. drukverlies per verwarmingcircuit inclusief 2 x 5 m aansluitleiding Δp max

= 100 mbarBij andere aanvoertemperaturen, warmtegeleidingsweerstanden of basisgegevens dienen de ontwerptabellen op bladzijde 29 te worden gebruikt.1) Bij θ

V,des > 53 °C wordt de grenswarmtestroomdichtheid en daarmee de maximale vloeroppervlaktemperatuur

van 29 °C dan wel voor de ontwerptabel zwembaden 33 °C overschreden.

Ontwerptabel, θi = 20 °C , R

λ,B = 0,15 m2K/W

θV,des

= 53 °C1) θV,des

= 48 °C θV,des

= 43 °C

θF,m

[°C] qdes

[W/m2] Vz [cm] AFmax.

[m2] Vz [cm] AFmax.

[m2] Vz [cm] AFmax.

[m2]

28,7 95,6 5 3,65

28,2 90,0 5 4,35

27,3 80,0 10 6,10 5 3,90

26,9 75,0 10 7,05 5 4,65

26,5 70,0 10 8,05 5 5,40

26,1 65,0 10 9,05 10 6,85

25,7 60,0 10 10,05 10 7,95

25,2 55,0 15 12,00 15 9,35 5 5,80

24,8 50,0 15 13,40 15 10,85 5 6,65

24,4 45,0 15 14,90 15 12,40 10 9,00

23,9 40,0 15 16,60 15 14,10 10 10,40

Ontwerptabel, θi = 24 °C , R

λ,B = 0,02 m2K/W

θV,des

= 53 °C1) θV,des

= 48 °C θV,des

= 43 °C

θF,m

[°C] qdes

[W/m2] Vz [cm] AFmax.

[m2] Vz [cm] AFmax.

[m2] Vz [cm] AFmax.

[m2]

32,6 94,7 5 6,20

32,2 90,0 5 6,50 5 5,30

31,3 80,0 5 7,20 5 6,00 5 4,50

30,5 70,0 5 8,00 5 6,80 5 5,30

29,7 60,0 5 8,95 5 7,70 5 6,20

29,2 55,0 5 9,45 5 8,20 5 6,70

28,8 50,0 5 10,05 5 8,75 5 7,25

27,9 40,0 5 11,40 5 10,00 5 8,45

Page 28: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

28 T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

6.6 Ontwerpdiagram

Ontwerpprogramma voor Uponor Minitec egaliseerlaag 15 mm

0

0,05

0,10

0,15

20

100

180

40

60

80

120

140

160

Vlo

erco

ntac

ttem

pera

tuur

(θ F

, m –

θi)

in [

K]

War

mte

stro

omdi

chth

eid

q̇ i

n [W

/m2 ]

War

mte

gele

idin

gsw

eers

tand

R�

,B in

[m

2 K

/W]

ΔΔΔθHHH = = = θHHH – – – θiii = 5 K = 5 K = 5 K

10 K10 K10 K

15 K15 K15 K

20 K20 K20 K

25 K25 K25 K

30 K

30 K

30 K

35 K

35 K

35 K

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

Vz Vz Vz 555Vz 1

5Vz 1

5Vz 1

5Vz Vz Vz 101010

Grenscurve randzoneGrenscurve randzoneGrenscurve randzone Vz 5 Vz 5 Vz 52)2)2)

Vz Vz Vz 101010

Vz 10Vz 10Vz 10

Vz 15Vz 15Vz 15

Vz q̇ N ΔθN

cm W/m2 K

5 94,4 11,5910 82,6 12,3315 71,8 12,91

Grenscurve verblijfszoneGrenscurve verblijfszoneGrenscurve verblijfszone Vz 5 Vz 5 Vz 51)1)1)

1) Grenscurve geldt voor θ

i 20 °C en

θF, max

29 °C evenals voor θ

i 24 °C en

θF, max

33 °C2) Grenscurve geldt

voor θi 20 °C en

θF, max

35 °C

Aanwijzing: volgens DIN EN 1264 zijn bij de bepaling van de ontwerpaanvoertem-peratuur badkamers, douches, WC en dergelijke uitgeslo-ten. De grenscurven mogen niet worden overschreden.De confi guratie aanvoertemperatuur mag maximaal de waarde:θ

V, des = Δθ

H, g + θ

i +

2,5 K aannemen.Δθ

H, g ontstaat uit de

grenscurve verblijfs-zone tot de kleinste installatie afstand.

Page 29: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

29T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

6.6 Drukverliesdiagrammen

Diagram 6AHet drukverlies in de Uponor ver-warmingsleiding wordt aan de hand van het diagram bepaald.

Diagram 6BBepaling van de afsluitervoorinstel-ling (aantal omwentelingen) voor fi jninregelafsluiters in de Uponor verdeler.

Drukverschil R

Mas

sast

room

m. i

n [k

g/h]

0,30,2 0,50,1 1 2 3 4 5 6 7 8 90,030,02 0,050,01 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5

[mbar/m][kPa/m]

200

10

20

30

40

50

60

80

100

300

400

9,9 x 1,1 mm

9,9 x 1,1 mm

9,9 x 1,1 mm

Medium: waterMedium: waterMedium: water

0,1 m/s

0,1 m/s

0,1 m/s

0,15 m/s

0,15 m/s

0,15 m/s

0,2 m/s

0,2 m/s

0,2 m/s

0,3 m/s

0,3 m/s

0,3 m/s

0,4 m/s

0,4 m/s

0,4 m/s

0,5 m/s

0,5 m/s

0,5 m/s

0,6 m/s

0,6 m/s

0,6 m/s

0,7 m/s

0,7 m/s

0,7 m/s

Massastroom m in [kg/h]

Dru

kver

lies

Δp

in [

mba

r]

5

6

8

10

20

30

40

50

60

80

100

200

Medium: waterMedium: waterMedium: water

5 5 5 O

mw

ente

linge

n

Om

wen

telin

gen

Om

wen

telin

gen

444

333

666

777

[kP

a]

0,5

0,6

0,8

1

2

3

4

5

6

8

10

20

30 40 60 8020 50 100 200 300 400 50010 700 1000

RL

VL

8

9

10

11

8

9

10

11

8

9

10

11

Page 30: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

30 T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

Diagram 6DVoor de hydraulische afstelling en/of voor de afsluiting van de Uponor verdelers worden de Uponor afslui-ters ten behoeve van verdelers ge-bruikt. Met het diagram wordt de afsluitervoorinstelling bepaald en met de indicatiering gemarkeerd.

Diagram 6CBepaling van de afsluitervoorinstel-ling zonder gereedschap (cijferver-melding op de instelring) voor de inregelafsluiters Uponor Provario verdeler.

Massastroom m in [kg/h]

Dru

kver

lies

Δp

in [

mba

r]

Medium: waterMedium: waterMedium: water

[kP

a]

5

6

8

10

20

30

40

50

60

80

100

200

300

30 40 60 8020 50 100 200 300 400 500107654

0,5

0,6

0,8

1

2

3

4

5

6

8

10

20

30

111 222 333 444 555 666 777 888101010

999111111

Massastroom m in [kg/h]

Dru

kver

lies

Δp

in [

mba

r]

10

20

30

40

50

60

80

100

200

Medium: waterMedium: waterMedium: water

333

2,5

2,5

2,5

222

555 666

444

888

[kP

a]

300

400

500

1

2

3

4

5

6

8

10

20

30

40

50

300200 500 1000 2000 3000100

777

Page 31: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

31T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

Type max. drukverschil bo- ven de mengkraan ΔpV

kvs 2,5 1 bar

kvs 4 1 bar

kvs 6,3 1 bar

kvs 8 1 bar

Diagram 6FDe drukverliezen van de Uponor 3-wegmengkranen, die zich in de Uponor regelstations ZRS, ZRS-K en ERS bevinden, worden aan de hand van het diagram vastgesteld. De drukverliezen van de in de regel-stations ZRS, ZRS-K en ERS ge-bruikte leidingen zijn te verwaarlo-zen.

Diagram 6EBepaling van de afsluitervoorinstel-ling (aantal omwentelingen) voor retourkoppeling (inclusief thermos-tatische afsluiter) in de Uponor Minitec aansluitbox.

Massastroom m in [kg/h]

Dru

kver

lies

Δp

in [

mba

r]

5

6

8

10

20

30

40

50

60

80

100

200

Medium: waterMedium: waterMedium: water

[kP

a]

0,5

0,6

0,8

1

2

3

4

5

6

8

10

20

30 40 60 8020 50 100 200 300 400 50010 700 1000

555

222

000

111

444

333

Massastroom m in [kg/h]

Dru

kver

lies

Δp

in [

mba

r]

10

20

30

40

50

60

80

100

200

Medium: waterMedium: waterMedium: water

ERS

7ER

S 7

ERS

7

300

300200 500 1000 2000 3000 5000100 10000

ERS

10/Z

RS 1

0/ZR

S-K

10

ERS

10/Z

RS 1

0/ZR

S-K

10

ERS

10/Z

RS 1

0/ZR

S-K

10

ERS

15/Z

RS 1

5/ZR

S-K

15

ERS

15/Z

RS 1

5/ZR

S-K

15

ERS

15/Z

RS 1

5/ZR

S-K

15

ZRS

25/Z

RS-K

25

ZRS

25/Z

RS-K

25

ZRS

25/Z

RS-K

25

kvs = 2,5 4,0 6,3 8 m3/h

Page 32: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

32 T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

Diagram 6GDrukverlies van de verdelerafsluiter in het ruimteregelstation RS 2. Be-paling van de afsluitervoorinsteling (aantal omwentelingen) voor de verdelerafsluiter.

Diagram 6HDe opvoerhoogte van de in het ruimteregelstation RS 2 ingebouw-de pomp UP 15-14 B wordt aan de hand van het diagram vastgesteld.

Massastroom m in [kg/h]

Dru

kver

lies

Δp

in [

mba

r]

10

20

30

40

50

60

80

100

200

Medium: waterMedium: waterMedium: water

300

3020 50 100 200 300 50010 1000

Omwentelingen 1 1,5 2 430,5

Opv

oerh

oogt

eH

in [

m]

Medium: waterMedium: waterMedium: waterRegelstation RS 2Regelstation RS 2Regelstation RS 2

0

0,4

0,8

1,2

0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9

Transport-stroomQ in[m3/h]

Page 33: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

33T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

Diagram 6IDe opvoerhoogte van de in de Uponor stations ZRS, ZRS-K 10/15/25 en ERS 7/10/15 inge-bouwde circulatiepomp ALPHA + 25-60 dan wel Magna 25-100 wordt voor de proportionele drukin-stelling aan de hand van het dia-gram bepaald. Voor het ontwerp staat het gehele donker gearceerde karakteristiekenveld ter beschik-king.

Medium: waterMedium: waterMedium: water

0

1

2

3

4

5

6

7

0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,5 4,0 4,5

UPE 25 -60UPE 25 -60UPE 25 -60

max.max.max.

min.min.min.

Proportionele druk

Transport-stroomQ in[m3/h]

Medium: waterMedium: waterMedium: water

0

1

2

3

5

6

7

8

0 2 4 6 8 10 12 14

UPE 25 - 80UPE 25 - 80UPE 25 - 80

max.max.max.

min.min.min.

Proportionele druk

Transport-stroomQ in[m3/h]

9

4

Opv

oerh

oogt

eH

in [

m]

Medium: waterMedium: waterMedium: water

0

1

2

3

4

5

6

0 0,4 0,8 1,2 1,6 2,0 2,4 2,8 3,2 4,0

ALPHA + 25-60ALPHA + 25-60ALPHA + 25-60

Transport-stroomQ in[m3/h]3,6

Opv

oerh

oogt

eH

in [

m]

Opv

oerh

oogt

eH

in [

m]

Medium: waterMedium: waterMedium: water

0123

5678

0 2 4 6 8 10 12 14

MAGNA 25 -100MAGNA 25 -100MAGNA 25 -100

Proportionele druk

Transport-stroomQ in[m3/h]

9

4

Opv

oerh

oogt

eH

in [

m]

1011

max.max.max.

min.min.min.

Page 34: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

34 T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

7 Technische gegevens

Uponor Velta Minitec PE-Xa Uponor Velta PE-Xa leiding

Leidingbenaming Uponor Velta Minitec PE-Xa leiding

Leidingafmeting 9,9 x 1,1 mm

SDR-waarde (Standard Dimension Ratio) 9 (conform DIN EN ISO 15875)

S-waarde (leidingseriewaarde) 4 (conform DIN EN ISO 15875)

Materiaal PE-Xa (volgens DIN 16892)

Kleur natuurkleurig met zwart/rode lengtestrepen

Productie volgens DIN 16892/DIN EN ISO 15875-2

Zuurstofdiffusiedichtheid volgens DIN 4726 hoofdstuk 3.5

Dichtheid 0,94 g/cm3 (nach DIN 16892)

Warmtegeleidbaarheid 0,35 W/mK

Gemiddelde thermische lengte-uitzettingscoëffi ciënt bij 70 °C: 0,15 mm/m K (volgens DIN 16892)

Kristallietsmelttemperatuur 133 °C

Bouwmaterialenklasse B2

Minimale buigradius 50 mm

Leidingruwheid 0,007 mm

Waterinhoud 0,0465 l/m

Leidingaanduiding [lopende metervermelding] m Velta PE-Xa 9,9 x1,1 zuurstofdiffusiedicht volgens DIN 4726 EN ISO 15875 class 4 / 8 bar [DIN-keuringslogo] 3V279 PE-X

Maximale continubedrijfsdruk (water 20 °C) 19,1 bar (bij veiligheidfactor SF = 1,25 (volgens DIN EN ISO 15875 voor 20 °C) en voor 50 bedrijfsjaren)

Maximale continubedrijfsdruk (water 70 °C) 8,8 bar (bij veiligheidsfactor SF = 1,5 (volgens DIN 16893) en voor 50 bedrijfsjaren)

Toepassingsklasse volgens DIN EN ISO 15875 4 (vloerverwarming)

Bij een toegestane bedrijfsdruk 8 bar

DIN CERTCO registernr. 3V 279 PE-Xa

Leidingverbindingen verbindingskoppelingen type Uponor 9,9 x 1,1

Optimale montagetemperatuur ≥ 0 °C

Vrijgegeven watertoevoeging Uponor antivriesmiddel GNF materiaalklasse 3 vol- gens. DIN 1988 Deel 4)

UV-bescherming Lichtondoorlaatbare kartonnen doos (resterende rol moet in de kartonnen doos worden opgeslagen!)

Mechanische en fysische eigenschappen basisleiding PE-Xa

Leidingbenaming Uponor PEX 110

Trekvastheid bij 20 °C 19-26 N/mm2

Breukgrens bij 20 °C 25-30 N/mm2

Breukrek bij 20 °C 350-550 % bij 100 °C 500-700 %

E-module (secans) in trekproef bij bij 0 °C 1000-1400 N/mm2

100 % minimaal en 1 % rek bij 20 °C 800-900 N/mm2

bij 80 °C 300-350 N/mm2

Slagvastheid bij 20 °C zonder breuk bij 100 °C zonder breuk

Bestendigheid tegen spanningsbreuken > 20.000 h zonder breuk

Wateropname 0,01 mg(4d)

Vernettingsgraad ≥ 70 % (volgens DIN 16892)

EAK-afvalsleutel 120105

Page 35: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

35T I R E N OVAT I E SYST E E M M I N I T E C 0 3 / 2 0 0 7

RL

VL

Uponor Minitec folie-element

Materiaal polystyreen

Max. gebruiksbelasting (inclusief egaliseerlaag) 5,0 kN/m2

Installatie afstanden Vz 5, 10, 15

Totale elementhoogte 12 mm

Systeemsoort natsysteem*

Volume aandeel van de egaliseerlaag Vz 5 Vz 10 Vz 15(bij 15 mm laagdikte) ca. 12,4 l/m2 ca. 13,2 l/m2 ca. 13,5 l/m2

DIN registernr. 7F008 natte dekvloer

* op aanwezige lastverdeellaag

Uponor Minitec aansluitbox

Max. bedrijfsdruk 10 bar

Max. bedrijfstemperatuur 60 °C

Max. testdruk 10 bar

Max. volumestroom 0,5 m3/h

Kvs-waarde aanvoer- en retourafsluiters 0,94 m3/h

Thermische aandrijving TA 230 met binnendraad

Uponor Compact verdelers

Materiaal glasvezelversterkt polyamide met messing tussenlagen

Max. bedrijfsdruk 6 bar

Max. bedrijfstemperatuur 60 °C

Max. testdruk 6 bar (10 bar met Uponor steunklemmen voor mantelbuiscompensatoren)

Max. massastroom 3,5 m3/h

Kvs-waarde aanvoer- en retourafsluiters 1,2 m3/h

Instelbare thermische aandrijvingen TA 230 Typ 2, TA 24, TR-D12, DDC

Leverbare grootten 3 – 10 verwarmingcircuitaansluitingen

Uponor Provario verdeler

Materiaal glasvezelversterkt polyamide met messing tussenlagen

Max. bedrijfsdruk 6 bar

Max. bedrijfstemperatuur 60 °C

Max. testdruk (24 h, ≤ 30 °C) 10 bar

Max. waterhoeveelheid per verdeler 3,5 m3/h

Kvs-waarde aanvoer- en retourafsluiters 1,2 m3/h

Instelbare thermische aandrijvingen TA 230, TA 24, TR-D12, DDC

Leverbare grootten 2 – 12 verwarmingcircuitaansluitingen

Page 36: Ti uponor renovatiesysteem minitec 1022948 03 2007 nl

1022

948

– 03

/07

– W

ijzig

inge

n, d

ruk-

en

zetf

oute

n vo

orbe

houd

en.

Uponor - partner, pionier en marktleider

De mogelijkheden van Uponor zijn omvangrijk. Deze reiken van vloerverwarming via drinkwaterinstallaties, radiatoraansluitingen tot aan concepten voor de civiele techniek en de milieu- en gemeentelijke techniek.

Sinds de oprichting in Finland in 1965 heeft Uponor met nieuwe ontwikkelingen maatstaven aangelegd en deze voortdurend verder ontwikkeld.

Ook u kunt in de toekomst op ons prestatievermogen in de drie bedrijfssectoren verwarmen/koelen, installatiesystemen en infra-structuur rekenen. Een nieuwe structurering, die tegelijk een unieke meerwaarde inhoudt – in het voordeel van onze klanten.

Uponor. Simply more.

www.uponor.nl

uw partner in klimaattechniek Nathan Import/Export B.V. Postbus 1008 6920 BA Duiven Nederland T +31 (0)26-445 98 45 F +31 (0)26-445 93 73 E [email protected] W www.nathan.nl

Nathan Import/Export N.V.-S.A. Lozenberg 4 1932 Zaventem België T +32 (0)2 721 15 70 F +32 (0)2 725 35 53 E [email protected] W www.nathan.be

Uponor Central Europe Uponor GmbH Hans-Böckler-Ring 41 22851 Norderstedt Germany T +49 (0)40 30 986-0 F +49 (0)40 30 986-433 W www.uponor.de E [email protected]