THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE...

45
THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling slecht gekozen. Evergem heeft weinig van de Grote oorlog meegemaakt. Het zwaartepunt la g op Rieme, (Kuhlmann fabriek), Ertvelde (Een van de belangrijkste Kommandantur’s) en Sleidinge. In Evergem zijn enkel Duitse soldaten ingekwartierd. Ja, er was voedselschaarste, smokkel en dies meer. Tevens heeft men nogal veel ruimte voorzien voor de bende “Van Hoe en Verstuyft” Deze bende was pas heel wat later actief in onze contreien en heeft op zich niets direct met de oorlog te maken ! Evergem heeft enkel een vervolgverhaal omtrent “Het Klasken van 14” doch dit zijn brieven van Evergemse soldaten die aan de IJzer zaten.

Transcript of THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE...

Page 1: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM

TIJDENS WO 1

Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling slecht gekozen. Evergem heeft weinig van de Grote

oorlog meegemaakt. Het zwaartepunt la g op Rieme, (Kuhlmann fabriek), Ertvelde (Een van de

belangrijkste Kommandantur’s) en Sleidinge. In Evergem zijn enkel Duitse soldaten ingekwartierd. Ja,

er was voedselschaarste, smokkel en dies meer.

Tevens heeft men nogal veel ruimte voorzien voor de bende “Van Hoe en Verstuyft” Deze bende was

pas heel wat later actief in onze contreien en heeft op zich niets direct met de oorlog te maken !

Evergem heeft enkel een vervolgverhaal omtrent “Het Klasken van 14” doch dit zijn brieven van

Evergemse soldaten die aan de IJzer zaten.

Page 2: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

BEKENDMAKING VAN DE OORLOG

THUISFRONT

Het Duitse leger viel op 4 augustus 1914 België binnen. Het onwrikbare optreden van Koning Albert I

en het verzet van het Belgische leger verijdelde de verhoopte korte doortocht naar Frankrijk. En zo

mondde het conflict uit tot een aanslepende loopgravenoorlog die 4 jaar zou duren. De westhoek

was het grote strijdtoneel, maar ook de rest van bezet België werd niet gespaard.

Het land werd opgedeeld in verschillende gebieden. Het grootste deel van Oost – Vlaanderen werd

“Etappengebiet” Dergelijk was een plek waar Duitse troepen kwamen uitrusten, gewonden werden

er verzorgd en de bevoorrading werd opgehaald. Het “Ettappengebiet” werd onderverdeeld in

“Kommandaturen”. Ook in Ertvelde werd een “Kommandantur” geïnstalleerd. Naast Ertvelde,

Evergem, Kluizen en Sleidinge behoorden ook Assenede, Boekhoute, Desteldonk, Mendonk,

Oostakker, Oosteeklo, Sint – Kruis – Winkel , Wachtebeke, Zaffelare en Zelzate tot deze

“Kommandantur”.

Het betekende een hele ommezwaai in het dagelijkse leven van de plaatselijke bevolking. Via talloze

reglementen en verorderingenprobeerde de bezetter greep te krijgen op België en zijn inwoners.

Men kon het zo gek niet bedenken , of de Duitsers hadden er wel een “regeltje” voor. Maar de

inwoners lieten zich niet zo maar klein krijgen. Elk op hun eigen manier probeerden ze de oorlog het

hoofd te bieden. Door smokkelen en te verkopen op de zwarte markt, door een bijverdienste te

zoeken, door de censuur te slim af te zijn en dies meer.

Page 3: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

FOTO VAN ERTVELDSE NOTABELEN SAMEN MET DE DUITSERS

ONZE STEEK WAS VOORAL EEN “ ETAPPEN” GEBIED

Page 4: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

VERVOLG ETAPPEN GEBIED MET POSTRESTRICTIES

COMMUNICATIE EN CENSUUR

Op bevel van de Duitse bezetter moesten alle fotografietoestellen en fotomateriaal ingeleverd

worden. Enkel beroepsfotografen, met een legimitatiebewijs, mochten fotografiemateriaal bezitten.

De Duitsers wilden het beeld dat de Belgen van Duitsland en van de oorlog hadden, controleren. Om

onafhankelijk nieuws vanuit het buitenland, nieuws over de geallieerden en negatieve informatie

over de Duitsers tegen te houden, was censuur noodzakelijk. Geen enkel communicatiemiddel

ontsnapte aan de Duitse censuur, tot doodsprentjes toe. Ook theater- en filmvoorstellingen en

voordrachten moesten aan de “zensurstelle” voorgelegd worden.

De bevolking leed het meest onder de censuur op de brieven. Het postverkeer was aan strenge

regels onderworpen en verliep erg stroef. Informatie uitwisselen met familie elders in het land was

moeilijk. Alle binnenlandse post en post naar Duitsland moest in een open omslag afgeleverd worden

op de “Kommandantur”. De inhoud ervan werd gecontroleerd door de “postüberwachtungsstelle”.

Brieven mochten geen politieke en militaire berichten bevatten. Ook werden er dikwijls passages in

een brief onleesbaar gemaakt.

Vanaf januari 1916 was er zelfs alleen nog briefwisseling toegelaten voor de handel en de nijverheid

en dringende familiezaken. Er kwamen ook regels over hoe lang een brief maximaal mocht zijn.

Dwangarbeiders in Duitsland mochten wekelijks één postkaart versturen en ontvangen.

Page 5: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

Nieuws van en naar het front versturen kon bijna enkel langs clandestiene weg. Gespecialiseerde

organisaties smokkelden post tussen bezet België en het front. Koeriers brachten de brieven naar de

Nederlandse grens. Vanuit Nederland werd de post naar Groot-Brittanniê verscheept, om vervolgens

via Frankrijk het front te bereiken. Post van de frontsoldaten naar huis legde de omgekeerde weg af.

Brieven smokkelen was gevaarlijk. Brieven, postkaarten en andere gedrukte of schriftelijke

mededelingen mochten de Belgisch – Nederlandse grens niet over.

Zelfs het roepen van boodschappen over de grens was verboden. De Evergemnaar August Vlaemynck

werd betrapt op postsmokkel en belande in de gevangenis.

Doch heel wat briefwisseling werd (tegen betaling) door “passanten” toch de grens met Nederland

binnengesmokkeld, omgekeerd ging het veelal op dezelfde wijze.

BRIEF VAN DE ERTVELDSE “KOMMANDANTUR”

Page 6: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

DUIVEN HOUDEN TIJDENS DE EESTE WERELDOORLOG

Aan het front zorgen de bombardementen er geregeld voor dat de telefoon en de telegraaf buiten

gebruik raakten. Om toch informatie te kunnen uitwisselen tussen de loopgraven en het

hoofdkwartier in de achterhoede, werden daarom honden en duiven ingezet. Duiven, die een

kokertje of buideltje aangebonden kregen, waren dankzij hun snelheid , oriëntatievaardigheden en

uithoudingsvermogen geschikte boodschappers.

VOORBEELD VAN EEN KOKERTJE VOOR DUIVEN (AL OF NIET VERZEGELD) Eigen verzameling

Ook in bezet België was de postduif een mogelijk- en door de Duitsers gevreesd-

communicatiemiddel. Reeds in het begin van de oorlog werden de duivenmelkers verplicht om hun

dieren aan te geven.

In 1915 werden het vervoer van duiven en duivenwedstrijden streng verboden. Geen enkele duif

mocht nog uitvliegen. ( Noot: Sommige duivenmelkers hielden toch nog een paar duiven, meestal

nazaten van hun oorspronkelijk hok. De oudere (wedstrijdduiven) hadden veelal een stempel aan

de onderzijde van hun vleugels, met de naam en adres van de eigenaar. Op de duivenjongen werd

geen stempel meer aangebracht. Tevens was het zo, dat men angstvallig duivers van duivinnen

gescheiden hield, op die wijze voorkwam de duivenmelker het “kirren” van de duivers !)

Op 2 mei 1915 gaven de Duitsers het bevel om alle duiven in Oost- en West- Vlaanderen te doden.

Een dag eerder was er immers een duif onderschept met een bericht over Duitse troepenbewe -

gingen. In het “operationsgebied”, net achter het front, startte hierop een ware klopjacht op duiven.

In het “etappengebied” werd het bevel versoepeld? De helft van de duiven mocht blijven leven, maar

hun vlerken moesten afgeknipt worden, zodat ze niet meer konden vliegen.

Page 7: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

Uiteindelijk verboden de Duitsers het houden van Duiven volledig. Ze moesten in een centrale

hangaar worden verzameld, onder bewaking van de Duitsers. De Evergemse duivenmelkers moesten

van de “kommandantur” overgebracht worden naar de duivenkooi van Ertvelde. De gemeente moest

daarvoor een wagen voor ca. 500 duiven voorzien en drie mannen om de duiven te vangen. Het

gevangenzetten liep echter niet zo vlot. De duivenmelkers mochten daarom ook hun eigen dieren

doden. Wie betrapt werd met duiven, riskeerde een gevangenisstraf.

Na de oorlog werd de rol van de duif vereeuwigd in verschillende monumenten, zoals het monument

van de oorlogsduif te Brussel.

HET EVERGEMS “YZERBLAD”

De frontsoldaten snakten naar nieuws over hun geboortestreek en contact met lotgenoten uit

hetzelfde dorp. Om aan die behoeften tegemoet te komen ontstonden vanaf het einde van 1914 de

frontkrantjes. De blaadjes spraken de soldaten moed in, verzamelden nieuws van het thuisfront en

Page 8: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

riepen op tot zedelijkheid en het vervullen van de christelijke plichten. De krantjes wierpen zich ook

op als verdediger van de Vlaamse taal en gewoonten.

Een frontkrant oprichten en in stand houden was een moeilijke onderneming. Veel redacties

verbleven aan het front, in de loopgraven of in een dorp in de buurt. Naast het tekort aan papier,

was een van de moeilijkste zaken het financieren van het blad. Sommige blaadjes kregen steun van

een weldoener of van verenigingen uit de eigen streek. Anderen waren op abonnementsgelden en

giften aangewezen. Via de frontblaadjes werden omhalingen gedaan voor liefdadigheidswerken,

zoals het aankopen van zerken, het drukken van doodsprentjes en het zenden van pakketjes naar

krijgsgevangen dorpsgenoten.

De Belgische burgerlijke en militaire overheid achter het front was in het begin niet gekant tegen

loopgravenpers, omdat die het moreel van de soldaten opkrikte. Uit schrik voor het (ongewild)

bezorgen van informatie aan de vijand, moesteen de frontblaadjes vanaf 1916 hun artikels wel aan

een censuurdienst voorleggen. Militaire informatie, kritiek op de regering en het leger, pacifistische

of defaitistische uitlatingen en té Vlaamsgezinde thema’s (zoals zelfbestuur) werden geweerd.

(Noot: Ook kritiek op de eenzijdige Franse bevelen van heel wat sergeanten, officieren leidde tot

heel wat wrevel.)

Het Evergems Yzerblad verscheen zes keer tussen Pasen 1917 en juni 1918. Bezielers waren de

broers Jozef en Emiel Steyaert en Richard Geirnaert. Drukkerij Alexis de Carne uit Stavele drukte één

nummer, de andere edities werden handgeschreven en “gepolykopieerd. Het Evergemse blaadje

werd evenwel goed in het oog gehouden. Omwille van het flamingantisme beschouwde de Belgische

legeroverheid de krant als potentieel gevaarlijk.

Page 9: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

OORLOGSCORESPONDENTIE

(L.B) Postkaart van Camiel De Smet

Camiel De Smet uit Sleidinge was 27 bij het uitbreken van de oorlog. Zijn eenheid werd in augustus

en september 1914 ingezet in de gevechten bij Tienen, Leuven, Mechelen en Antwerpen. In zijn

brieven en postkaarten, gericht aan zijn geliefde Zulma, hoopte hij op een snelle terugkeer naar huis.

Hij sneuvelde op 2 oktober 1914 bij Duffel. Hij liet niet alleen Zulma maar ook een zoontje Robert

achter.

“Wetteren, donderdagmorgen 10 september 1914

Zulma,

Ik ben hier in Wetteren tegen Gent sedert gisteravond, ik weet niet voor hoelang. Misschien

kunnen wij nog naar Gent en dan naar de Weegsche zulle, met mij is alles goed tot nu toe, wat

zwart stof en ’t is alles. De complimenten aan allen. De beste groeten van uwen moedigen

oorlogsman”

Page 10: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

Brief van Prosper Joseph Buysse

Prosper Joseph Buysse uit Kluizen verbleef de hele oorlog aan het front. In zijn nieuwjaarsbrieven

probeerde hij positief te blijven en wenste hij zijn familie het allerbeste toe. In zijn brief van 27 juni

1916 sloeg de schrik hem echter om het hart. Het werd een afscheidsbrief “Vergeet mij niet”.

Gelukkig was Joseph al weer thuis, toen deze brief na de oorlog werd afgeleverd.

(Bron: collectie fam. Buysse)

Page 11: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling
Page 12: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling
Page 13: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

(Noot: Nog meer info omtrent Leopold Vereecke kan u terugvinden op mijn oorlogspagina’s onder

Ertvelde – Rieme; Het groot oorlogsarchief van de familie Martens Vereecke (Deel 1 WO 1)

POLYKOPIEREN

Sommige frontbladen werden gedrukt, maar de meeste blaadjes werden aan het front

gepolykopieerd. In een bakje van 33 bij 26 Cm goot men speciale gelatine, waarop men een blad

legde, beschreven met kalkeerinkt. Hierna kon men een groot aantal afdrukken maken. De gelatine

kon nadien hergebruikt worden.

Het was een tijdrovend procedé, maar vaak de enige mogelijkheid. In de meeste eenheden was dan

ook een polykopieermachine te vinden.

Page 14: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

KUHLMANN: DE MARMELADE FABRIEK VOOR DE DUITSERS

De Kuhlmann fabriek werd bij het begin van de oorlog opgeëist om dienst te doen als opslagplaats

voor goederen en als marmelade fabriek (Bron: collectie Luc Markey)

De Kuhlmannfabriek in Rieme produceerde sinds 1912 chemische meststoffen. Meteen aan het begin

van de oorlog sloot de bezetter de fabriek. Door de gunstige ligging aan het kanaal, het uitgebreide

spoorwegnet op het terrein en het 3,8 hectare grote opbouw was het immers een heel aantrekkelijke

site. De Duitsers brachten er een opslagplaats voor opgeëiste goederen en een marmeladefabriek in

onder.

In de fabriek werd confituur gemaakt. Stephania (Steefke) werd net als andere vrouwen uit Rieme

opgevorderd om het fruit te sorteren en schoon te maken. Na het sorteren en kuisen werd het fruit

gekookt tot marmelade. Dit gebeurde door marmeladestokers zoals Jan en Henri , twee broers.

Page 15: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

Zij schepten kolen op het vuur om de ketels warm te houden. Hierna werd de marmelade in vaatjes

gegoten (Noot: Zie ook mijn aanvullingen bij het bedrijf Kuhlmann) die bestemd waren voor de

Duitse soldaten aan het front en in bezet België.

Ondanks de strenge controle, slaagden de kokers en stokers erin om regelmatig suiker te verdonker -

manen. Die verkochten ze voor veel geld op de zwarkte markt, waardoor ze de bijnaam “suikerbaron-

nen” kregen. Ze konden zich immers schaarse en dure goederen permitteren, zoals sigaren of dure

kledij. Soms ging het ook mis. Jan Bollen werd na een geschil met de Duitse leiding naar een straf -

kamp in Sedan (Frankrijk) gestuurd.

Tijdens het eindoffencief werd de fabriek zwaar getroffen. Bij de aftocht op 2- en 3 november 1918

vernietigden de Duitsers alle voorraadmagazijnen, spoorwegen en laadbruggen. Na de oorlog en de

nodige herstellingswerken werd er opnieuw zwavelzuur en superfosfaat geproduceerd.

INBESLAGNAME VAN ALLE KOPERWERK

Page 16: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

OPEISINGEN VAN GOEDEREN

De Duitsers gebruikten het “Etappengebied” om hun eigen leger zo veel mogelijk te bevoorraden. De

inwoners werden daardoor voortdurend slachtoffer van opeisingen.

In een eerste fase moesten de gemeenten de gevraagde goederen inventariseren, vervolgens moest

de opeising door de gemeente bekend gemaakt worden en moesten de goederen opgeleverd wor -

den. Wie zijn goederen binnenbracht, kreeg hiervoor een door de Duitsers vastgestelde prijs. Wie

niet gehoorzaamde, liep het risico gestraft te worden. Wanneer de Duitsers de goederen zelf

moesten opsporen, werden ze zonder vergoeding in beslag genomen.

Naast luxegoederen, zoals wijn, werd ook basisvoedsel in beslag genomen. Landbouwers waren

verplicht een groot deel van hun oogst te verkopen aan de Duitsers: gerst, rogge, tarwe,… Van de

aardappeloogsten mochten ze enkel houden wat ze met hun gezin consumeerden. De rest werd

herverdeeld onder de inwoners en de Duitsers. Ook de veestapel en de zuivelproductie werd gecon -

troleerd. Op het achterhouden van dieren en het slachten zonder toestemming stonden zware

straffen. De gemeente Evergem leverde tijdens de bezettingsperiode in totaal 3699 runderen, 1507

zwijnen en 2070 kippen aan de Kommandantur.

Vanaf januari moesten de landbouwers dagelijks 7 liter melk per koe aan de gemeentelijke melkerij

leveren.

Ook wol, schoenen, vlas, veldvruchten, rubber, lastdieren, lavabo’s, fietsen, motorrijwielen en

koetsen stonden op het Duitse verlanglijstje. Net zoals koper, nikkel en tin en alle kabels en elektri-

sche leidingen. Brouwerijen moesten hun ketels en andere koperen en metalen opgeven, zoals

kranen, waterbakken, buizen en emmers. In Sleidinge werden in september 1917 alle brandweerhel -

men in beslag genomen. Op 10 augustus 1918 moest Evergem melden hoeveel grote klokken er in de

gemeente aanwezig waren, zoals die van de scholen en pastorijen.

De opeisingen werden niet altijd even goed nageleefd. De inwoners probeerden immers goederen

achter te houden. Zo Kreeg “Steefken” Bollen voor haar achttiende verjaardag van Jozef Bollen een

zilveren ketting, een voor die tijd heel duur geschenk dat Jozef zich kon permitteren door het ver-

kopen van suiker (uit de marmeladefabriek) op de zwarte markt.

TOEVOEGING DOOR PATRICK RYCKAERT; NIET IN DE TENTOONSTELLING TERUG TE VINDEN.

‘De voorgaande teksten zijn weergegeven zoals ze in de archieven terug te vinden zijn. Doch in

werkelijkheid werd er nogal wat gesjoemeld . Regelmatig hield men, en dan nog liefst bij nacht en

ontij zogenaamde “noodslachtingen” Een paar hoeves in de Pachtgoederen waren door hun

afgelegen ligging hier zeer bekend door insiders. De dieren werden in het bos geslacht en het vlees

werd reeds dezelfde nacht nog naar Gent gebracht om daaraan woekerprijzen verkocht te worden.

Ongewoon was dit niet, want in de steden was praktisch niets te vinden !

Ook de firma LLN De Meyer (Louis, Leopold en Napoleon De Meyer) beschikte over een niet gering

machinepark. Zij hadden er niets beters op gevonden dan zoveel mogelijk machines om

Page 17: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

wegenwerken e.d uit te voeren, in te graven onder de grond. Vandaar dat zij na de oorlog, en de

nodige herstellingen aan het machinepark, bij de eerste waren, die aangezocht werden om mee te

helpen aan de heropbouw. (Ze hebben daar een niet onaardige “cent” aan verdiend.)

Tevens werd langs de spoorlijn “55” op regelmatige tijdstippen dieren in convooi gesmokkeld. Een

paar man ging voorop, sommigen kropen in de toen nog hoge seinmasten, om met vooraf

afgesproken, gedempte lichtsignalen de groep te verwittigen wanneer “de kust” veilig was. Aan de

achterzijde van het station van Rieme (dat verkeerdelijk de naam Ertvelde draagt) hing aan de

spoorzijde een noodbel, die gebruikt werd door machinisten, wanneer er ’s nachts een onverwachte

trein de lijn 55 diende te gebruiken, aldus de stationschef konden wakker maken om zowel de

slagbomen, de nodige wissels te trekken en de seinen te bedienen. Deze bel werd ook door de

smokkelaars even kort gebruikt om de chef ervan te verwittigen in zijn bed te blijven en zich niet met

het “speciale transport “ te bemoeien. Wie het station wat beter kent weet dat de slaapkamer van de

stationschef langs de spoorzijde gelegen was. Tevens sprongen de vensters van de slaapkamer iet

wat naar buiten toe, zodat de chef bijna de treinen enerzijds tot aan het begin van de Pachtgoe-

deren- en anderzijds tot aan Klein Rusland kon volgen. De chef heeft menigmaal in alle stilte naar de

goed georganiseerde smokkelaars kunnen kijken, zonder enig risico. (Neergeschreven a.d.h.v. de

overleveringen van de stationschef (Heronimus Claeys, zijn dochter Arlette en schoonzoon Roelof

“Rolf” Meuleman) . Einde toevoeging. ‘

Op 16 maart 1916 was de gemeente Evergem verplicht om 50 runderen te leveren in het depot te

Rieme. Dergelijke opeisingen waren dagelijkse kost. (Bron: gemeentearchief Evergem )

Page 18: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling
Page 19: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

Niet enkel de Kuhlmann fabriek werd opgeëist omwille van zijn goede ligging en uitgebreid spoor-

wegnet. Het houtbedrijf Usine d’Evergem was hetzelfde lot beschoren ook daar werden alle spoor-

wegen en wagens in beslag genomen door de Duitsers (Bron: gemeentearchief Evergem)

Page 20: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

Oorlogsdocument, uitgevaardigd door de Kommandantur

ARBEID EN WERKLOOSHEID

De oorlog legde een groot deel van de industriële productie stil. De Usines d’Evergem werd in ge-

bruik genomen door het Duitse leger. Het bedrijf Van Acker en Braun lag volledig stil. De Centrales

Electriques de Flandres (De oude Ebes in Langerbrugge) moest de helft van haar personeel op straat

zetten.

In Sleidinge sloot de weverij Calcutta net als meerdere schrijnwerkerijen, smidsen en wagenmakers.

Vanaf februari 1917 mochten grote industrieën alleen nog met Duitse toestemming produceren. Wie

weigerde, werd gesloten. De fabrieken werden ontmanteld of onder Duits gezag geplaatst.

De gemeenten probeerden via openbare werken werkgelegenheid te verschaffen (cfr. Uitgebreide

werken aan de Averije vaart.) Ook kwamen er werkloosheidsuitkeringen en voedselbedelingen,

tevens werden volkstuintjes ingericht. Plaatselijke notabelen bepaalden (Noot: samen met de niet te

on-derschatten invloed van de Clerus) wie er in aanmerking kwam voor een uitkering of voor voed-

sel- kleding-, of kolenbonnen. Ze hielden rekening met het arbeidsverleden van de aanvrager, de

gezinslast en de financiële reserves van het gezin (Noot: en of er al of niet regelmatig naar de kerk

werd gegaan.)

Page 21: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

De Duitsers probeerden Belgische werklozen ertoe te brengen om vrijwillig arbeid in de oorlogsindu-

strie in Duitsland te aanvaarden. Inwoners uit het gebied van de Kommandatur Ertvelde konden zich

hiervoor melden op het gemeentehuis van Zelzate.

De Duitsers beloofden een mooi loon en steun voor de achterblijvende families, maar de sociale druk

om niet te gaan was groot. Slechts 8 van de gehoopte 170 vrijwilligers in Kommandantur Ertvelde

hapten toe. In 1916 gingen de Duitsers over tot het opeisen van arbeiders. De jacht op de werklozen

was geopend.

Gemeenten en comités probeerden de wegvoering van hun burgers te vermijden en weigerden om

lijsten met werklozen door te geven. Maar ze konden de opeisingen niet voorkomen. Op 1 december

1916 zag Sleidinge 30 jongemannen vertrekken !

De dwangarbeiders werden naar kampen in Duitsland of naar de frontstreek gebracht. Ook voor

werken in België konden mannen opgeëist worden. Evergem moest bijvoorbeeld arbeidskrachten

leveren voor werken aan het Kanaal Gent – Terneuzen.

Abeidskaart van Jozef Bollen

Het volgende staat erop vermeld: Werkzaam in de Marmeladefabriek.

(Bron: collectie Gerard Bauwens)

Page 22: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

Lijst van bedrijven uit Sleidinge die vanaf 12 juli 1917 door de Duitse bezetter werden gesloten.

(Bron: gemeentearchief Evergem)

SLUITING VAN HERBERGEN

Herbergen, cafés en drankhuizen speelden een belangrijke rol in het sociale leven in het begin van de

twintigste eeuw. In Ertvelde, een dorp met ongeveer 3500 inwoners, waren er in 1914 ca. 160

herbergen (Rieme telde er 24) De uitbating hiervan was vaak een bijverdienste. (Om nog maar te

zwijgen over de talrijke huizen, waar achter “gesloten deuren” drank werd geschonken.)

Tijdens de oorlog wilde de bezetter evenwel het aantal cafés en het cafébezoek beperken. De

combinatie van alcohol en het samenkomen van een groep mensen op één plaats, vormde immers

een bedreiging voor de openbare orde.

Page 23: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

Om het cafébezoek te controleren, werden strenge voorschriften uitgevaardigd: strengere normen

voor de veiligheid, beperkte openingsuren, verplichte logementsboeken …

Op 21 juli 1915 kreeg de gemeente Sleidinge het bericht dat alle herbergen om 10 uur ’s avonds

moesten sluiten. Burgers mochten dan enkel op straat lopen in hun eigen wijk. Vanaf april 1916

werden de regels strikter. Wie een herberg, drankinrichting of koffiehuis wou openhouden, moest

hiervoor uitdrukkelijke toestemming krijgen van de “Kommandantur”. Daarenboven werden de

plaatselijke bevolking en Duitse militairen van elkaar gescheiden: sommige cafés werden voor

Belgen, andere enkel voor de Duitsers toegankelijk.

Lijst van de herbergen in Ertvelde die op bevel van de Duitsers werd opgemaakt goor de gemeente.

Het ontbreken van de vereiste hoogte was een veel voorkomende reden tot sluiting. (Bron:

gemeentearchief Evergem)

Op 10 september 1916 kreeg de gemeente Ertvelde de opdracht een lijst op te stellen van te sluiten

drankhuizen. Cafés waar er mogelijk “ontucht” plaats vond, moesten zeker sluiten. Er waren ook

eisen qua afmeting, inrichting, verluchting, sanitaire voorzieningen en hygiëne. Dit was om de

mensen te viseren die café hielden in hun woonkamer. Van de 161 drankhuizen waren er 70 in regel.

De overige moesten volgens de voorschriften gesloten worden, maar kregen nog de kans de

vastgestelde gebreken aan te pakken. Uiteindelijk werden er 38 effectief gesloten. Dit was

Page 24: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

onvoldoende voor de bezetter, waardoor er bijkomende voorschriften en sluitingen volgden. Al wie

naast café houden ook nog een winkel openhield, moest dicht. Op 20 februari 1917 sloten daarom

nog eens 24 drankhuizen.

Verschillende herbergen moesten deze aanplakbrief op een zichtbare plaats uithangen. Duitse solda-

ten mochten deze herbergen niet binnen.

(Bron: gemeentearchief Evergem)

VOEDING

Niet de militaire gebeurtenissen, maar het dagelijks brood, en hoe eraan te geraken, vormde de

hoofdbekommernis van de meeste mensen.

De eetgewoonten van de bevolking veranderden noodgedwongen drastisch, zelfs bij de burgerij. Het

dieet werd karig en eenzijdig. Voedsel dat voor de oorlog gewoon was, werd een luxeproduct dat

enkel nog tegen exorbitante prijzen te krijgen was. Koffie, boter en vlees werden van het menu

geschrapt.

Page 25: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

De voorraad van gewassen zoals tarwe, rogge en gerst slonk, door het gebrek aan meststoffen,

landbouwwerktuigen en mislukte oogsten. Zelfs aardappelen werden een gegeerd product.

De Belgen aten vooral brood, maïs, erwten, rijst, soep en aardappelen. Wie geluk had, kreeg wat

Amerikaans spek te eten.

Traditionele recepten werden vervangen door oorlogsrecepten. In 1915 werden de Sleidingnaren

verplicht om de grasperken van kastelen en hoven in gebruik te nemen als landbouwgrond.

Ook Doornzele Dries werd bekeken als mogelijk terrein voor het aanplanten van aardappelen en

groenten.

Vanaf de winter van 1917 werd de voedselschaarste nijpend. Het officieel rantsoen dat was

vastgesteld op 1200 Kcal per dag werd zelden of nooit gehaald.

Men moest overleven op de helft, of nog minder, van wat men voor de oorlog kon eten. Mensen

vielen flauw op straat, de bevolking verzwakte en epidemieën kwamen steeds frequenter voor.

In het godshuis in Evergem brak er in februari 1917 difterie uit, in mei de kroep. Op het einde van de

oorlog maakte de Spaanse griep nog vele slachtoffers. (markant feit: ook na de 2de

WO brak de

Spaanse griep weer uit. O.a mijn moeder werd een van de slachtoffers, bijna moest het trouwfeest

uitgesteld worden.)

Mensen deden er alles aan om aan voedsel te geraken. Ze stonden uren in de wachtrij voor een kom

soep, diefstallen kwamen steeds vaker voor en alle producten die nog enigszins konden dienen,

werden verzameld.

Page 26: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

Met de kaart kon de vrouw van Kamiel Braems uit Wippelgem dagelijks een halve liter melk

afhalen in de melkerij van Evergem. Deze kaarten werden gegeven aan zwangere vrouwen, zieken,

… (Bron: gemeentearchief Evergem)

In deze huisjes op de hoek van de huidige Fortune De Kokerlaan en het Hoeksken deelden

vrijwilligers schoolsoep uit aan de verarmde bevolking. (Bron: collectie Achiel De Vos)

Recept voor “oorlogscake

Page 27: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

SOLDATEN IN HUIS

De Belgen kwamen de Duitsers niet alleen op straat tegen, maar ook in hun eigen woning. Wie ervan

verdacht werd opgeëiste goederen achter te houden, riskeerde een huiszoeking .

En waar moesten al die officieren en soldaten slapen ? In het “etappengebied” moest er bovendien

onderdak gevonden worden voor de troepen (en hun paarden) die na hun verblijf aan het front

enkele weken kwamen uitrusten in het achterland. De inkwartiering gebeurde in golven en was

afhankelijk van de gebeurtenissen aan het front en de troepenbewegingen.

Schoolgebouwen, hotels, kloosters en openbare lokalen werden ingericht als “soldatenheim”. De

inrichting van deze lokalen kostte de gemeenten een pak geld. Zo werd in Sleidinge in 1918 de Villa

Rosa in de Weststraat, die met zijn toren een strategisch uitzicht bood op de spoorlijn, als “Soldaten-

heim” in gebruik genomen. De kosten voor het herstellen en bemeubelen van de villa gingen van het

gemeentebudget. De weverij Acker & Braun in Evergem werd in 1918 ingericht als badplaats voor de

Duitsers. In Sleidinge klaagden de Duitsers bij de burgemeester over het gebrek aan stro, planken-

vloer en verlichting in de slaaplokalen in het schoolgebouw.

Er werden ook Duitse soldaten ingekwartierd bij de mensen thuis. Officieren werden gewoonlijk

ondergebracht in de betere huizen. Zowel burgemeester Paul Vermeersch als zijn vader, notaris

Vermeersch, moesten onderdak geven aan Duitse officieren. Ook leraar Rotterman, dokter Schelfaut,

drukker Wauters en schepen Vandevoorde kregen officieren ingekwartierd. In Evergem werd het

kasteel van mevrouw Feyerick op het Vurstje ingericht als “soldatenheim” .

Bij Ursula en haar gezin waren gedurende de hele oorlog soldaten ingekwartierd. Ursula waste soms

tegen betaling hun kleding. Door de inkwartieringen maakte de bevolking op een andere manier

kennis met de Duitsers: gewone mensen, die soms bang, beschaamd of bedroefd waren, met

heimwee en honger.

(Eigen aanvulling, naar de overleveringen van mijn grootmoeder)

“ In het huis van mijn grootmoeder Marie Louise Van speybroeck haar ouders , die in de

Rybroeckstraat in Evergem een huisje met annex winkeltje hadden was een vriendin van mijn

grootmoeder blijven slapen.

’S Nachts kwamen er twee Duitsers aankloppen om ingekwartierd te worden. De vriendin moest in

een andere (kleinere) kamer gaan slapen. ’S Morgens ging mijn grootmoeder (die nergens van af

wist) haar vriendin gaan wekken. Ze sloeg op haar vriendin haar achterwerk, maar schrok enorm toen

ze een vreemde man zich uit het bed oprichtte. Nog groter was haar verwondering toen ook een

tweede man, slaapdronken zich rechtzette. Mijn grootmoeder was binnen de kortste keren beneden

en vertelde haar wedervaren . Moeder, bang voor de reactie van de Duitsers gaf mijn grootmoeder

een flinke uitbrander. Wanneer de Duitsers beneden kwamen moesten ze hartelijk lachen met het

gebeurde voorval.

Indien je het getroffen had met de Duitse soldaten gebeurde het soms dat zij bepaalde goederen en

etenswaren meedeelden met de bewoners waar zij ingekwartierd waren. (Einde aanvulling) “

Page 28: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

Families uit Ertvelde bij wie Duitse soldaten werden ingekwartierd, kregen hiervoor een

vergoeding van 2 frank per dag van de gemeente (Bron: gemeentearchief Evergem)

Page 29: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

Inkwarieringsbevel

VLUCHTELINGEN

In het begin van de oorlog kwam er in België een grote vluchtelingenstroom op gang. Mensen waren

op de vlucht voor de gevechten in eigen streek of in paniek geslagen door de verhalen over moord-

en brandpartijen van de Duitsers.

Eind augustus kwamen er duizenden mensen toe in Gent. Ze werden enkele dagen opgevangen en

daarna verspreid over de omliggende gemeenten, die door het provinciebestuur verplicht werden de

vluchtelingen op te vangen. In september werden er ongeveer 700 mensen verdeeld over Ertvelde,

Evergem en Sleidinge. Waar mogelijk kregen ze onderdak bij mensen thuis. Een deel van hen bleef

niet lang. De volgende maand kwamen er nog enkele honderden mensen toe. Ook later in de oorlog

sloegen er nog mensen om een of andere reden op de vlucht. Op stootkarren, in kinderwagens en op

de fiets verlieten de mensen hun dorp. De meesten keerden na enkele dagen terug naar huis. Het

grootst aantal vluchtelingen dat tegelijkertijd bij Ursula verbleef was 17.

Tijdens het eind-offencief bereikte het aantal vluchtelingen opnieuw een piek. Sleidinge werd

overrompeld door vluchtelingen uit Zomergem, Nevele en landegem, een aantal dagen later zouden

inwoners van Evergem en Kluizen vluchten richting Waarschoot. Het einde van de oorlog loste het

vluchtelingenprobleem nog niet meteen op. Velen bleven berooid en zonder bezittingen achter.

Page 30: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

Lijst van de vluchtelingen in Ertvelde

Page 31: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

HULP- EN VOEDINGSCOMITE

België was in 1914 voor zijn voedselbevoorrading voor een groot deel afhankelijk van import. Het

handelsembargo van de geallieerden tegen Duitsland bracht daarom de voedselvoorziening in

gevaar.

Door de oorlogssituatie daalden bovendien de landbouwopbrengsten en België had ook geen

voedselvoorraden aangelegd.

Om levensmiddelen te bekomen, moest men importeren uit het buitenland.

In Brussel werd eind augustus 1914 het Brusselse Centraal Hulp- en Voedingscomité opgericht, dat

uitgroeide tot het Nationaal Hulp- en Voedingscomité. In samenwerking met de Amerikaanse

Commission for Relief in Belgium zorgde dit comité ervoor dat levensmiddelen het land binnen

kwamen en verdeeld werden.

Page 32: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

Het comité zorgde voor de verdeling van voedsel, maar ook voor financiële steun aan werklozen,

vrouwen van soldaten en vluchtelingen.

De provinciale afdelingen verdeelden het budget en hielden toezicht op de regionale niveaus. De

regionale comités waren distributiecentra waar ca. 4000 lokale comités de voorraad voor hun

gemeente haalden.

De comités van Ertvelde Evergem en Sleidinge behoorden tot het gewest Ertvelde en het Provinciaal

Comité van Oost – Vlaanderen. In de lokale comités hadden de plaatselijke politici en notabelen het

voor het zeggen. Zij beslisten wie er steun kreeg en gingen hierbij moraliserend te werk: Café houden

mocht niet en vrouwen die te familiair met de Duitsers omgingen, werden uitgesloten. (Noot:

Vriendjespolitiek tierde hier welig !)

De gemeenten moesten een deel van de financiële lasten van de steun en voedselbedelingen zelf

dragen en moesten hiervoor meestal geld lenen. Zo leende Ertvelde 227000 frank bij notabelen om

extra kosten tijdens de oorlog te kunnen dragen.

De lokale comités probeerden ook voedsel op te kopen van landbouwers in de eigen gemeente, om

dit te herverdelen. (Noot: de plaatselijke landbouwers waren hier zeker niet rouwig om, velen had -

den reeds heel wat op de zwarte markt verdiend. En nu gold het principe van vraag en aanbod !)

Doordat de “Kommandantur Ertvelde “ zo dicht bij de grens lag, kon het ook rekenen op voedsel-

steun uit Nederland (Noot: ook hier stuitte men op het gezegde “Als een Hollander u niet heeft

bedrogen, was hij ofwel doodziek of stervende !)

Page 33: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

Vanaf 1916 zond de Nederlandse dienst “Hollandsch Brood” wekelijks meerdere zendingen brood

naar België. Evergem stond in voor de bedeling van het Hollands brood in de “Kommandantur”

Ertvelde. (Noot: Ook daar kon men spreken van enige vorm van favoritisme !)

Het Voedingscomiteit van Evergem leverde roggemeel aan de bakkers. Ze gaven hierbij instructies

hoe de bakkers dit meel moesten verwerken tot brood. Wie zich hier niet aan hield, riskeerde een

rechterlijke vervolging.

(Noot: Ook de bakkers waren niet vies om een tweede soort brood te bakken voor de gegoede

burgerij, of voor diegenen die zich het betere brood konden permitteren. Dit brood werd dan

“onder de toonbank verkocht”. Bakkers die zich hier niet wilden aan wagen, leverden dan de

ingrediënten aan de betere klasse, die dan thuis ,door hun personeel zelf brood lieten bakken.)

Page 34: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

Verdeellijst van het “Hollands brood”

Page 35: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

Met deze bonnen kon men eetwaren kopen in de magazijnen van het Voedingscomiteit van

Evergem. Deze bonnen werden ook noodgeld genoemd.(Bron: collectie Achiel De Vos)

Vrouwen hielpen bij de voedselbedelingen van het lokale comité van Evergem. Meestal waren dit

vrouwen uit de betere klasse. (bron: collectie Achiel De Vos)

Page 36: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

DE VLAAMSE HOGESCHOOL

Bij het uitbreken van de oorlog besliste de Gentse universiteit om de lessen niet meteen te

hervatten. Ook het jaar daarop bleven de deuren dicht. Vele studenten zaten aan het front. Het

wetenschappelijk onderzoek werd belemmerd door censuur.

Bij heel wat Vlaamsgezinden leefde de wens tot vernederlandsing van de universiteit. Vlak voor de

oorlog waren er al stappen gezet in die richting. Het waarmaken van die wens was een belangrijk

onderdeel van de “Flamenpolitiek”. Hiermee probeerde de bezetter de Vlaamsgezinden voor zich te

winnen en de annexatie van België bij Duitsland voor te bereiden. Gouverneur-generaal von Bissing

begon in 1915 de vernederlandsing voor te bereiden. Een van de moeilijkheden was de samenstelling

van het professorenkorps. In 1915 bleken slechts acht van hen bereid om les te geven aan de

Vlaamse Hogeschool. Ook Paul Vermeersch liet weten dat hij “niet in staat was” om zijn vakken in

het Nederlands te doceren. De professoren Paul Fredericq en Henri Pirenne, die hun collega’s

aanspoorden niet mee te werken, werden in 1916 gedeporteerd. Dit had een averechts effect en

sterkte het korps in zijn weigering.

Paul Vermeersch liet net zoals vele andere profs weten dat hij niet in staat was in het Nederlands

te doceren, 14 februari 1916 (Bron: collectie Universiteitsarchief Gent)

Page 37: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

In oktober 1916 werd de Vlaamse Hogeschool toch geopend, met een alternatief lerarenkops, van

onder andere Nederlandse professoren. In het academiejaar 1916 – 1917 waren er 138 studenten, in

het volgende academiejaar al 402. De stijging in 1917 is te verklaren doordat de “rekwisitiestuden-

ten” zo probeerden een opeising voor arbeid in Duitsland te ontlopen.

Na de oorlog verschenen de professoren (meestal bij verstek) voor de krijgsraad of voor het

assisenhof voor collaboratie. De straffen liepen van de doodstraf tot enkele jaren hechtenis . (Noot:

dit tot heftig ongenoegen van de Nederlandse profs)

Ex-studenten konden zich een tijd lang nergens meer inschrijven.

Brief aan de familie Vermeersch bij het overlijden van Paul Vermeersch in 1953 waarin dank wordt

betuigd voor zijn optreden als burgemeester tijdens de Eerste Wereldoorlog. (Bron: collectie fam.

Vermeersch)

Page 38: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling
Page 39: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

SMOKKEL EN ZWARTE MARKT

De schaarste van levensmiddelen en vele andere producten zorgde voor een bloeiende zwarte

markt. In de “Kommandantur” Ertvelde vierde de smokkel hoogtij. Producten werden vanuit

Nederland over de grens gesmokkeld, voor eigen gebruik of om door te verkopen op de zwarte

markt. Sommige boeren slaagden erin een deel van hun opbrengst verborgen te houden voor de

bezetter en door te verkopen. Enkelen maakten zo grote winsten, anderen konden hiermee net het

hoofd boven water houden. Het nabije Gent, waar de nood aan levensmiddelen nog groter was dan

in de plattelandsgebieden, vormde een ideale afzetmarkt.

Smokkelen en zwarte handel waren verboden en gevaarlijk. De regels voor handel en het vervoer van

goederen waren streng. Heel wat goederen moesten ter beschikking gesteld worden van de “Kom-

mandantur” of verplicht verkocht worden aan aangeduide handelaars. Iedereen die zich verplaatste

liep voortdurend het risico gecontroleerd te worden. De Duitsers stimuleerden verklikkingen via be-

loningen.

Om de smokkelwaar te vervoeren, waren de mensen erg vindingrijk. Ursula uit Sleidinge beschrijft

hoe ze boter bij de boeren van Lembeke en Oosteeklo haalde en naar Gent vervoerde. “We deden de

boter in kleine zakjes, maakten deze vast aan een riem die wij rond het middel bonden, de zwarte

rok erover en weg waren wij.”

Ook informatie werd gesmokkeld. Ernest en zijn zonen namen tijdens hun krantenronde

boodschappen mee. Ze brachten ook eten naar de stad. Uit Gent brachten ze stremsel mee om kaas

te maken, poeders en pillen voor de dokters, knoopjes en lint voor de kleermakers, … Om de Duitse

militairen aan de controleposten te paaien, brachten ze voor hen Duitse kranten mee. Op den duur

was de “zeitungsmann “ goed bekend bij de Duitsers. De soldaten riepen van ver al “Eine Zeitung für

uns ?” waarop het trio zonder controle verder mocht.

Door de grote schaarste aan aardappelen was het verboden om ze uit te voeren naar andere

gemeenten en ze daar te verhandelen. Zo probeerde men de oogst binnen de gemeente te houden

en te verdelen onder de lokale bevolking. (Bron: gemeentearchief Evergem)

BEPERKT VERKEER VAN PERSONEN

Voor de oorlog was het leven van de inwoners van Evergem, Ertvelde en Sleidinge voor een groot

deel op Gent gericht. Dat werd tijdens de oorlog heel wat moeilijker.

De Duitsers beperkten het verkeer van mensen zo veel mogelijk. Daardoor werd het leven veel

plaatselijker. Als je je buiten de eigen “Kommandantur” wilde begeven, had je een “Passierschein” of

Reispas nodig. Binnen de gemeente moest je altijd je “personalausweis” bij hebben. Wie zich met

paard, fiets of gemotoriseerd voertuig wilde verplaatsen, had hiervoor een extra toestemming nodig.

Uitzonderingen werden gemaakt voor dokters, vroedvrouwen en geestelijken.

Page 40: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

De vader van Maurice Van Lauwe moest een reispas aanvragen om de krant “Het Volk” te kunnen

ronddragen. Wie naar Gent ging, moest zich daar aanmelden bij het “Meldeamt” van de

“Etappenkommandantur” en zijn papieren voorleggen.

Wie zich niet aan de regels hield, liep het risico op een gevangenisstraf, zware geldboetes en zelfs

deportatie. De regels veranderden ook voortdurend. Maria Van der Jeught uit Evergem werd betrapt

op reizen zonder pas en werd vijf dagen opgesloten in de gevangenis van Ertvelde.

De inwoners van de “Kommandantur Ertvelde” moesten hun reispas afhalen in het “Pasbüro” in de

pastorijstraat in Ertvelde. Voor de mensen van Sleidinge, Zelzate, Boekhoute, Evergem, … betekende

dat een lange extra verplaatsing.

Margriet uit Sleidinge vertelt: Mijn vader is op één dag eens te voet naar de “Kommandatur” te

Ertvelde een “passeerbewijs “ gaan halen voor mijn zieke zus. Te voet naar Ertvelde, terug naar

Slenne, ’t kind in een laken en weer te voet naar Evergem, laarzen gekocht van een Duitse soldaat, en

zo naar de kliniek in Gent.

De bezetter ontnam de bevolking haar bewegingsvrijheid ook op andere manieren. Er was een

samenscholingsverbod, en de avondklok en de verplichte verduistering werden ingevoerd.

Page 41: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

Het “Pasbüro” van de “Kommandantur Ertvelde” was gevestigd in de Pastorijstraat. De Duitsers

hadden de woning van de ongehuwde Marie Desmet opgeëist om er het bureau te vestigen. (Bron:

collectie Gerard Bauwens)

Voorbeeld van een “Personalausweis” uitgeschreven te Ertvelde

Page 42: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

DE PERS TIJDENS WO 1

Vanaf 15 oktober 1914 schortte de bezetter de publicatie van alle Belgische dagbladen op. Eind

oktober werd dit verbod ingetrokken en mochten de kranten onder strenge censuur opnieuw

verschijnen. De meeste kranten vonden de opgelegde regels onaanvaardbaar en verschenen niet.

Anderen deden dit wel, met uiteenlopende motieven. Er werden nieuwe, Vlaamsgezinde kranten

opgericht. Die probeerden via de Duitsers Vlaamse eisen te laten inwilligen. De socialistische

“Vooruit” en het katholieke “Het Volk” kozen voor continuïteit. Ze verschenen liever onder censuur,

dan helemaal niet. Ze wilden de bevolking toch een beetje informeren en het moreel van hun lezers

opkrikken.

Alle drukwerk moest voor controle afgeleverd worden aan de “Zensurstelle”. Pas na hun goedkeu-

ring, kon de krant ter perse gaan. Indien de censuur met een artikel niet akkoord ging, werd het uit

de editie geschrapt. In het begin lieten kranten de geschrapte plaatsen open. Zo konden de lezers

zien dat er berichten waren verwijderd. Later werd dit verboden. Soms kon een editie door de stren-

ge censuur helemaal niet verschijnen. Toch had de gecensureerde pers succes. Het was immers een

van de weinige bronnen van informatie en verspreidde officiële inlichtingen over bevoorrading en

nieuwe reglementeringen.

Naast de gecensureerde pers ontwikkelde zich een clandestiene pers, die objectievere informatie

over de oorlog probeerde te verspreiden. Deze blaadjes reproduceerden vooral wat de geallieerde

pers schreef en probeerden de vinger aan de pols te houden van wat in het bezette land leefde. Er

verschenen 77 clandestiene tittels. De meesten waren een kort leven beschoren, door materiële

Page 43: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling

moeilijkheden, repressie en oorlogsmoeheid. Enkelen slaagden er echter in gedurende de hele

oorlogsperiode te verschijnen. Een van de populairste bladen was “La Libre Belgique”. Van de ca.

12000 journalisten die voor de clandestiene pers werkten, werden er 1650 gedeporteerd naar

Duitsland.

Het katholieke dagblad “Het Volk” bracht naast algemene berichten ook plaatselijk nieuws over Gent

en omstreken, waaronder Sleidinge. Na een korte onderbreking, rolde het dagblad, onder censuur,

vanaf 28 oktober 1914 weer van de persen. De krant was antisocialistisch en – tussen de regels door-

vaderlandslievend. Naarmate de oorlog vorderde, werd het blad stoutmoediger: “Het Volk” nam een

Belgicistisch standpunt in over de Vlaamse kwestie en men nam geallieerde berichtgeving over

Duitse verliezen op. Daarnaast stonden in het blad ook heel wat fait-divers, rouwberichten en

plaatselijk nieuws.

De grootste moeilijkheid waarmee het dagblad te kampen had, was papierschaarste.

Overname van de tentoonstelling “Thuisfront” met aanvullingen uit eigen collectie en

overleveringen van vrienden en familieleden. Om te eindigen nog één (retorische) vraag: in de

schepenenzaal van het Ertveldse gemeentehuis, hing tegen de linkerwand de oorkonde en het

zegel van de bevrijding van de gemeente Ertvelde. Noch de oorkonde, noch het zegel zijn daar nog

terug te vinden ! WAAR BEVINDEN ZE ZICH NU ?? (ON4CKZ 20 juli 2014)

Page 44: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling
Page 45: THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 tentoonstelling in... · THUISFRONT: DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS WO 1 Eigenlijk vind ik de tittel van de tentoonstelling