Thomas Arts · Web viewSamenvatting vakken blok 2 Bedrijfseconomie Model/theorie Boek:...

32
Samenvatting vakken blok 2 Bedrijfseconomie Model/theorie Boek: bedrijfseconomie voor het besturen van organisaties Auteur: A. Heezen Theorie: Eigen vermogen Persoonlijke ondernemingsvormen 1. Inbreng prive vermogen 2. Deel van winst Maatschappelijk aandeelkapitaal Maximaal aantal aandelen volgens de statuten Als aandeelhouder ben je mede-eigenaar van een nv Emitteren Het plaatsen van aandelen Waarom aandelen? Voor een NV een financieringsfunctie aantrekken van eigen vermogen Meestal ziet aandeelhouder zichzelf als belegger in plaats van eigenaar. Aandeelhouder heeft recht op winstuitkering (= dividenduitkering) 1. Gewone aandelen (zeggenschap en dividend) 2. Preferente aandelen (bijzondere rechten) vóór alle overige aandelen recht op een vast dividend bij ontbinding van het bedrijf vóór de andere terugbetaald 3. Prioriteitsaandelen (meer zeggenschap) =>type preferent aandeel de houders van deze aandelen kunnen bijvoorbeeld een nieuw bestuurslid benoemen

Transcript of Thomas Arts · Web viewSamenvatting vakken blok 2 Bedrijfseconomie Model/theorie Boek:...

Samenvatting vakken blok 2

BedrijfseconomieModel/theorie

Boek: bedrijfseconomie voor het besturen van organisaties

Auteur: A. Heezen

Theorie:

Eigen vermogen

Persoonlijke ondernemingsvormen

1. Inbreng prive vermogen

2. Deel van winst

Maatschappelijk aandeelkapitaal

Maximaal aantal aandelen volgens de statuten

Als aandeelhouder ben je mede-eigenaar van een nv

Emitteren

Het plaatsen van aandelen

Waarom aandelen?

Voor een NV een financieringsfunctie aantrekken van eigen vermogen

Meestal ziet aandeelhouder zichzelf als belegger in plaats van eigenaar. Aandeelhouder heeft recht op winstuitkering (= dividenduitkering)

1. Gewone aandelen(zeggenschap en dividend)

2. Preferente aandelen(bijzondere rechten)

· vóór alle overige aandelen recht op een vast dividend

· bij ontbinding van het bedrijf vóór de andere terugbetaald

3. Prioriteitsaandelen(meer zeggenschap) =>type preferent aandeel

· de houders van deze aandelen kunnen bijvoorbeeld een nieuw bestuurslid benoemen

Maatschappelijk aandeel kapitaal

Alle aandelen die ooit gemaakt zijn (maximaal uit te geven)

Reserves

· Indeling volgens ontstaanswijze

· Agioreserve

· Winstreserve

· herwaarderingsreserve

· Indeling volgens afleiding uit de balans

· Open reserve (Zie boven)

· Stille reserve (een gebouw staat op de balans voor 50.000 euro maar je ziet dat het veel meer waard is)

· Geheime reserve (We weten niet wat het is)

Loonverdeling

Dividend uitkering

· Vormen van dividend

· Cash dividend (geld)

· Stock dividend (aandelen)

· Primair dividend en secundair dividend (Het gaat goed, ik geef wat meer)

· Interim dividend (er wordt al een klein beetje gegeven voor de jaarrekening, als het goed gaat) slotdividend

· Dividend belasting (15%)

1. Wat krijgt de aandeelhouder?

2. Geef de balans na winstverdeling rekening houdend met dividendbelasting en voor uitkering van het dividend.

3. Kan het dividend volledig in stockdividend worden uitgekeerd?

· Dividendpercentage

Dividend bereken je altijd over de nominale waarde van het geplaatste aandeel

Rentabiliteit

· Winstgevendheid van een onderneming

· T.o.v. het gemiddelde in de onderneming geïnvesteerde vermogen.

Wat hebben we nodig :

Winst en bedrijfsresultaat (EBIT) resultatenrekening

· Gemiddeld geïnvesteerd vermogen balans(en)

Winst is een stroomgrootheid, het komt gedurende dag binnen (RR)

Totale vermogen Balans Voorraadgrootheid (momentopname)

Winst vergelijk je dus met het gemiddelde vermorgen

Gem TV. = Gem EV en Gem VV

Winst + interest / gem Totaal vermorgen (Gem EV en Gem VV interest)

=EBIT (Earnings before interest and taxes) EBIT = Winst + rentekosten

· Brutowinstmarge = EBIT / omzet (excl.BTW)

· RTV = EBIT / gemiddelde totale vermogen

· RVV = rentekosten (interest)/ gemiddelde vreemd vermogen (Rente die je dokt over leningen) VREEM VERMOGEN VERSCHAFFERS KRIJGEN DE RENTE

· REV = winst voor belasting / gemiddelde eigen vermogen (Renta vreemd vermogen)

Winst + interest = EBIT

HEFBOOMWERKING

· REVvb = RTV + (RTV – KVV) x VV/EV

· REVnb = (1-f) x (RTV + (RTV – KVV) x VV/EV)

Als RTV hoger is als RVV is het een positieve hefboomwerking

· Current ratio = VLA (vlottende activa) / VVK

· Quick ratio = (VLA – voorraden) / VVK (Deze bereken je als je twijfels hebt over de waarde van de voorraad)

· Liquiditeitsoverzicht

Je hebt een statische en dynamische liquiditeit

· Werkkapitaal (VLA – VVK)

· Normen ?? (Current ratio is afhankelijk van de branche, voorbeeld modezaak)

Solvabiliteit

· Solvabiliteitspercentage = EV / TV * 100% (Verhouding tussen eigen vermogen en totale vermogen) (Voorbeeld bank)

· Debt (schuld) ratio = VV / TV * 100% (verhouding tussen schuld en totale vermogen)

HRMModel/theorie

Boek: Operationeel personeelsmanagement

Auteur: Irene Schoenmakers en Fons Koopmans

Theorie:

Fases HRM

Instroom medewerkers

Doorstroom medewerkers

Uitstroom medewerkers

· Werving

· Selectie

· Introductie

· Aanstelling en bepaling arbeidsvoorwaarden

· Beloning

· Beoordeling

· Loopbaan planning

· Opleiding en training

· Kennis management

· Pensioen

· Afgelopen tijdelijk contract

· Beëindigen uitzendcontract

· Ontslag

· Exitgesprekken

· Outplacement

FORFBUM Model

Visie Missie Doelen Strategie Competenties

Competenties

De combinatie van kennis, vaardigheden, persoonskenmerken en motivatie

Een competentie uit zich in gedrag

Functiebeschrijving

· Taken

· Bevoegdheden

· Verantwoordelijkheden

+

Competenties

Arbeidsmarkt communicatie

Is continu communiceren met je arbeidsmarkt, niet alleen als je vacatures hebt.

Om de juiste medewerkers aan te trekken en in dienst te hebben:

· Goede personeelsplanning

· Rekening houden met ontwikkelingen arbeidsmarkt houden

· Goed werkgeversmerk

Werving

Alle activiteiten die je doet voor intern en extern te laten solliciteren

Je werft op basis van:

· Functie-en competentie profiel

· Kernwaardes

Wervingskanalen

· Internet

· Dag- , week- en vakbladen

· Face-to-face

· Netwerk: zakelijk en privé

· Radio en TV

· Intermediairs (tussenpersonen)

Wervingsmiddelen

Facebook, monsterboard, volkskrant, randstad enz.

1. Begeleiden

· Loopbaanbegeleiding: wat wil je? (par. 13.3)

· Functioneringsgesprek: hoe gaat het?

2. Beoordelen

· Beoordelingsgesprek: hoe ging het?

Waarom beoordelen?

1. Loopbaanmanagement

2. Competentiemanagement

3. Bijsturen

4. Belonen

5. Motiveren

3.Kennismanagement

4.Competentiemanagement

Richt zich op:

· De ontwikkeling van de mensen in de organisatie: IN-, DOOR- en UITSTROOM

· In lijn met de kerncompetenties van de organisatie

· Uitgaande van competenties én ambities

Hoe doe je dat?

Vijf fasen:

1. Kerncompetenties

2. Functie-en competentieprofielen

3. Individuele competenties

4. POP (persoonlijk ontwikkelingsplan)

5. Werken met competenties

1. Verloop (de werknemer gaat zelf) (PUSH – PULL)

· Natuurlijk (Dood, pensioen)

· Vrijwillig (Tijd verloopt, of hij wil weg)

· Functioneel (gewenst) (“hij is er wel klaar mee, hij kan verder”) – Disfunctioneel (niet blij, het werkt niet) (ongewenst)

Push factoren:

· Beloning

· Arbeidsinhoud

· Tevredenheid

· Grootte organisatie

· Aansluiting opleiding

Pull factoren:

· Situatie branche

· Arbeidsmarkt

· Reputatie

2. Ontslag

· Persoonlijke gronden

· Bedrijfseconomische redenen

· Onderbouwing ontslagaanvraag!

Vormen ontslag

· Ontslag via UWV

· Ontslag via de kantonrechter

· Collectief ontslag (> 20)

· Ontslag op staande voet

MarketingModel/Theorie

Boek: Marketing de essentie

Auteur: Philip Kotler, Gary Armstrong, Ton Borchert en Paul van der Hoek

Theorie:

Abell-diagram

Grafiek met weergave van WAT de klantbehoeften is, voor WIE het is bedoeld en HOE de klantbehoeften voor de doelgroepen wordt vervuld (dmv wat/wat is het product/dienst waarmee behoefte wordt vervuld)

Het vierkant is jouw markt/business domain, hier binnen beweeg je je.

4 P’s van marketing

Product

Promotie

Prijs

Plaats

De marketingomgeving (micro, meso, macro)

Micro: altijd intern (binnen het bedrijf) (Volledige invloed)

Interne analyse (Overzicht sterktes en zwaktes)

· Gericht op Micro omgeving

· Onderzoekt de situatie binnen het eigen bedrijf

· Brengt sterkten en zwakten van een bedrijf

Analyseren is meer dan beschrijven!!

Beoordeel de interne omgeving altijd in relatie tot

· Eigen missie en visie

· Concurrenten

Inhoud van een interne analyse

· Organisatie

1. Meso heb je invloed op (Partijen) (Veel invloed)

2. Macro heb je geen invloed op (DESTEP) (Geen invloed)

Externe analyse (SWOT) (Kansen en bedreigingen)

· Gericht op Meso en Macro omgeving

Herkennen/beschrijven is niet voldoende!!

Strategie

Hoe??

Waar kom je strategie tegen?

1. Missie en visie

Verschillende niveau's en plekken in de organisatie:

management (bedrijfs) strategie, marketing strategie,

communicatie strategie, groei strategie, concurrentie 
strategie

2. Waarde

Waar voeg je als bedrijf de meeste waarde toe?

Groeistrategie van Ansoff

ManagementModel/theorie

Boek: Organiseren & managen

Auteur: André Weber, Albert Doelen

7s model: een model wat je gebruikt als je meer over een organisatie wil weten, als je alle 7 gebieden beschrijft heb je een doorlichting van de organisatie.

Strategie

Missie (waar een bedrijf voor staat)

· Waarom bestaan we? (Bestaansrecht)

· Voor wie bestaan we? (Doelgroep)

· Wat is onze identiteit? (Wie zijn wij)

· Wat is onze primaire functie? (Bakker: bakken)

· Welke behoeften vervullen we ? (Bakker: honger stillen)

Visie (waar een bedrijf voor gaat) (directie)

Voorbeeld visionair (Steve jobs, Bill gates)

1. Hoe ziet de omgeving eruit in de toekomst?

2. Waar willen we staan over x jaar?

3. Wat willen dan bereikt hebben?

4. Hoe bereiken we dat?

Doelstellingen

Een doelstelling is een direct of indirect uit de missie afgeleide gewenste en duidelijk omschreven situatie, die op een vooraf aangegeven tijdstrip bereikt moet zijn.

· Specifiek

· Meetbaar

· Acceptabel

· Realistisch

· Tijdsgebonden

Strategie

· Strategie is het vaststellen van doelen en de manier waarop die doelen worden bereikt.

· Strategie is een plan. Hoe ga je dingen in praktijk brengen

· Strategie gaat dus over het HOE!

Structuur

Lijn/lijn-staf/lijn functionele organisatie

Interne differentiatie/specialisatie

Systeem

Het geheel van formele en informele procedures en werkinstructies die een bepaald resultaat moeten opleveren

Bestuurlijk proces (aansturen)

Secundair proces (ondersteunen)

Primair proces (broodjes maken)

Staf

HRM personeel

Stijl

Autoritair/Autocratisch

Consulterend

Participatief

Sleutelvaardigheden

Dat waar het bedrijf in uitblinkt

Kerncompetenties die jij wel hebt en de concurrent niet

Gemeenschappelijke waarden

Cultuur is een patroon van denken en doen van mensen, gebaseerd op overtuigingen wat goed en fout is.

Verdieping strategie

Welke keuze maken we als basis voor onze organisatie?

Volgens Treacy en Wiersema bestaan er 3 waarde disciplines

· Operational Excellence/kostenleiderschap

· Alles tegen de laagste kosten

· Groot klantenbestand

· Volume

· Schaalvoordelen

Product Innovation

· De nieuwste producten aanbieden

· Veel slimme mensen in dienst hebben

· Niet gericht op lage kosten

Customer Intimicay

· Precies weten wat de behoefte van de klant is

· Naast de klant staan

· Langdurige relaties

Twee speciale organisatiestructuren

1. De Matrixstructuur

Voordelen matrixorganisatie:

· Multidisciplinaire projecten uit kunnen voeren

· Alle expertise is direct bij de hand in het project

Nadelen matrixorganisatie:

· Medewerker heeft minimaal 2 bazen (= meerhoofdige zeggenschap!) Welke zijn dat dan?

· Balans afdeling- en projectwerkzaamheden kan scheef komen te liggen

· Verstrengelde belangen

2. De Projectstructuur

In dit soort gevallen is er in een organisatie sprake van

projecten (veelal voor externe klanten)

Het kenmerk van een project is dat een project eindig is

Is een project klaar dan valt de projectgroep uit elkaar.

De multidisciplinaire leden van de projectgroep wachten

op een nieuw project

Vaak hoogopgeleide medewerkers afkomstig uit

verschillende functionele gebieden (afdelingen) die

in multidisciplinaire teams in productgroepen of

in projecten samenwerken

De medewerkers hebben wel een eigen afdeling maar

ze zijn daar zelden, ze werken meestal in teams/projecten

buiten de eigen afdeling onder leiding van een projectleider

People

Bij People gaat het om het welzijn van de medewerkers van het bedrijf, maar ook van de maatschappij als geheel. Denk daarbij aan issues zoals diversiteit, medezeggen-schap, gedragscodes, maar ook om mensenrechten, waar internationale ondernemers mee te maken kunnen krijgen

Planet = Ecologie

Planet betekent dat de bedrijfsactiviteiten binnen ecologische randvoorwaarden plaatsvinden. Er wordt bijvoorbeeld op energieverbruik gelet, afval wordt gescheiden ingezameld en productieprocessen zijn zo zuinig mogelijk.

Cradle-to-cradle

· Tijdens een recyclingproces neemt de kwaliteit van de grondstoffen af. Uiteindelijk is de grondstof niet meer te bewerken. (cradle-to-grave)

· Cradle-to-cradle (van wieg tot wieg) betekent dat tijdens het recyclingproces de kwaliteit van de grondstoffen behouden worden.

Profit = winstbedsteding

Profit kijkt niet alleen naar de financiële prestaties van het bedrijf zelf, maar ook naar de economische effecten van de bedrijfsactiviteiten op de omgeving. Hierbij kun je denken aan werkgelegenheid, investeringen in infrastructuur, uitbesteding en sponsoring

MVO

MVO is geen einddoel, maar een proces. Idealiter is maatschappelijk verantwoord ondernemen verankerd in alle bedrijfsprocessen en wordt er bij iedere beslissing een afweging gemaakt tussen de belangen van alle verschillende stakeholders.

Overeenkomsten- en RechtspersonenrechtModel/Theorie:

Boek: Nederlands recht begrepen

Auteur: MR. Lydia Janssen

Theorie:

Ondernemingsvormen

Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid (staan in boek 7A)

· Eenmanszaak

· Maatschap

· Vennootschap onder firma

· (CV)

Ondernemingsvormen met een rechtspersoonlijkheid (staan in boek 2)

· Besloten vennootschap

· Naamloze vennootschap

· (vereniging, coöperatie, owm, stichting)

Verwante wetsartikelen

Art. 5 Boek 2, gelijkstelling natuurlijk persoon

Rechtspersoon

· Leidt zelfstandig leven (eigen rechten en plichten)

· Afgeleid vermogen (eigen vermogen)

· Eigen doel

Verplichtingen van een ondernemer

Publicatieplicht:

· Inschrijving in het handelsregister (Hrgw)

· Mededeling Staatscourant (KvK)

Administratieplicht

· Boekhouding

Instellen OR (ondernemingsraad)

· (indien aan de voorwaarden is voldaan; Wet op Ondernemingsraden = WOR)

· Niet publiekrechtelijke rechtspersoon met ten minste 50 werkzame personen.

Eenmanszaak

Een onderneming die toebehoort aan een natuurlijk persoon

Winst/verlies regeling

· Geen scheiding tussen zakelijk en privé vermogen

Bevoegdheid tot handelen

· Volledige bevoegdheid tot handelen

Externe aansprakelijkheid

· Volledig aansprakelijk

Maatschap (art. 7A:1655 BW)

· Overeenkomst (vormvrij, geen regels)

De afspraken kunnen zelf bepaald worden, mondeling of schriftelijk. Er kunnen bijvoorbeeld geld of spullen worden ingebracht.

· Twee of meer personen

· Verbinden om iets in gemeenschap te brengen

· Oogmerk: winstdeling

Fysiotherapeuten, advocaten

Winst/verlies verdeling

· Art. 7A 1670 lid 1 BW : als je niets afspreekt, evenredig naar inbreng (1 ton inbrengen = 1 ton krijgen)

· Afwijken mag, maar let op art 7A:1672 BW

Bevoegdheid tot handelen

Wie mag beslissingen nemen die de maatschap bind?

Beheersdaden

Behoren tot de normale gang van zaken binnen de onderneming (voor een advocaat een zaak oplossen)

· Hangt af van het doel van de maatschap

Beschikkingsdaden Handelingen die geen beheersdaden zijn (voor een advocaat een pand huren)

Beheer

· Ieder der maten afzonderlijk bevoegd, maat kan andere maten binden (art. 7A: 1676 lid 1)

· Tenzij anders overeengekomen in maatschapsovereenkomst

Beschikken (art 7A:1679 BW en 7A:1681 BW)

· Alle maten gezamenlijk; een maat kan de ander niet binden

· Wel binding bij:

Volmacht (anderen geven vooraf toestemming)

Bekrachtiging (anderen zeggen achteraf dat het goed is)

Bij voordeel voor de maatschap

· De maat die de maatschap onbevoegd vertegenwoordigt, bindt niet de vennootschap, maar wel zichzelf (art. 7A 1681 BW)

Externe aansprakelijkheid

· Met externe aansprakelijkheid wordt bedoeld: wie moet de vennootschapsschuld aan de schuldeiseres betalen

· Aansprakelijkheid voor gelijke delen (art 7A: 1680 BW); dus ook indien winst/verliesdeling intern anders is geregeld. (maten moeten dokken, evenredig verdeeld)

VOF (Vennootschap onder firma)

Art. 16 Wetboek van Koophandel

Een Vennootschap onder firma is de uitoefening van een bedrijf waarbij de maatschap onder dezelfde naam te werk gaan (dus ook een MAATSCHAP)

· Bijzondere maatschap

· Uitoefening van bedrijf

· Onder een gemeenschappelijke naam

Verschillen van een maatschap en VOF:

Bedrijf: beroep waarbij niet de persoonlijke kwaliteiten op de voorgrond staan

Voorbeelden

· Een vrije beroepsbeoefenaar is iemand die wordt gevraagd vanwege zijn individuele, persoonlijke kwaliteiten, die liggen op artistiek of academisch/HBO-niveau

· juristen (jur. adviseur, notaris, advocaat)

· ( register)accountant / belastingadviseur

· alternatieve genezer

· belastingconsulent

· architect

· artsen (dieren-, huis- , tand-, specialisten)

· fysiotherapeut

· tolk

· huisarts

· juridisch adviseur

· kunstenaar

· enz.

Verdeling winst/verlies

Hetzelfde als bij de maatschap: 7A:1670 BW

Afwijken mag, maar beperking van art. 7A:1672 BW

Bevoegdheid tot handelen

Art. 17 lid 1 + 2 WvK

· ieder der vennoten bevoegd tot beheer en beschikken (art. 17,eerste lid, WvK)

· Tenzij (artikel 17, tweede lid, WvK):

· buiten doel vennootschap of,

· afgesproken bevoegheidsbeperking

· Artikel 29 WvK: beperkingen tweede lid gelden alleen naar derden indien ingeschreven in Handelsregister

Externe aansprakelijkheid

T.o.v. derden (schuldeisers)

· vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk (art. 18 WvK)

(d.w.z.: ieder afzonderlijk kan voor 100% worden aangesproken!)

· de vof heeft een afgescheiden vermogen; schuldeisers van de vof hebben voorrang op dit vermogen boven privéschuldeisers

· ook verhaal op privévermogen van vennoten

Besloten vennootschap Artikel 2:175 lid 1 BW

Rechtspersoon

· Drager van rechten en plichten

· Deelnemer aan het rechtsverkeer

· Gelijk gesteld aan natuurlijk persoon

(art. 2:5 BW)

· Privaatrechtelijke rechtspersonen (art. 2:3 BW)

- besloten vennootschap

- naamloze vennootschap

- (…)

Vermogensstructuur BV

· BV is een kapitaalvennootschap

· Aandeelhouders verschaffen onderneming (eigen) vermogen

· Eigen vermogen: de door de aandeelhouders bijeengebrachte risicodragende waarden

· Bij overdracht aandelen geldt aanbiedingsregeling, tenzij anders geregeld in statuten

Aandeelhouders

· Rechten van de aandeelhouder

· Vergaderrecht

· Stemrecht in de AVA (Algemeen vergadering van Aandeelhouders)

· Financiële rechten

·

· Besluitvorming

· In beginsel meerderheid van stemmen

· Gekwalificeerde meerderheid

· Bijeenroeping:

· Minimaal 1 AVA per jaar

Oprichting BV

· Oprichtingshandeling (eenzijdig of meerzijdig)

· Bij notariële akte (2:175 lid 2 BW)

· Ondertekening door de oprichters en door elke aandeelhouder die aandelen bij oprichting neemt

Statuten van een BV

· Statuten zijn grondregels die gelden binnen de BV

· Worden opgenomen in de notariële akte

· De bv zelf (oprichters) maken deze grondregels

· Statuten moeten bevatten:

· de naam, de zetel en het doel van de vennootschap

· het nominale bedrag van de aandelen

· Statuten mogen allerlei andere onderwerpen bevatten

· Verschil aanvullend en dwingend recht van groot belang

Organen binnen een BV

· Algemene vergadering van aandeelhouders (AvA)

· Bestuur

· Raad van Commissarissen (RvC)

· Facultatief (niet verplicht/vrijwillig)

· Tenzij structuurvennootschap: dan verplicht

Bevoegdheden op hoofdlijnen

AvA:

· Vaststellen jaarrekening

· Vermeerderen / verminderen kapitaal

· Benoemen, ontslaan, schorsen van bestuur

· Statutenwijziging

· ‘alles’ wat niet krachtens wet of statuten aan bestuur of anderen toekomt (art. 2:217 BW)

Bestuur:

· Het bestuur ‘bestuurt’ (art.2:239 BW)

· Het bestuur ‘vertegenwoordigt’ (ook wel bevoegd handelen) (art. 2:240 BW) BELANGRIJK

Je mag alleen besturen, je mag helemaal niet besturen en je mag samen besturen.

Overeenkomstenrecht

Blootrechtsfeit

Iets waar een mens geen invloed op uit kan oefenen (weer, jarig)

Rechtshandelingen

Een handeling die er op gericht is om rechten en plichten te scheppen (een aankoop) Artikel 3:33 BW

Eenzijdige rechtshandeling

Maar een persoon nodig om dit te doen (erkennen van een kind, opzeggen van een overeenkomst, maken van een testament)

Meerzijdige rechtshandeling

Hier heb je de goedstemming, de wil, van een andere partij nodig (bijvoorbeeld een auto kopen)

Feitelijke handelingen

Een rechtshandeling zonder dat je dat wil

Handelingsbekwaamheid

· Art 3:32 lid 1 BW: ieder natuurlijk persoon mag rechtshandelingen verrichten, tenzij wet anders bepaalt.

· Wie is handelingsonbekwaam?

· Minderjarigen: zie art. 1:233 BW

· Jonger dan achttien

· Dan: art. 1:234 BW

· alleen met toestemming vertegenwoordiger (lid 1)

· of veronderstelde toestemming (lid 3)

· Onder curatele gestelde: zie art 1:378 BW

Een jongeren kan onder curatele

· Artikel 3:32 lid 2 BW: een rechtshandeling van een onbekwame is vernietigbaar

Wat is vernietigbaar? Nietig maken, laten verdwijnen, ongeldig maken

De overeenkomst (definitie, voorwaarden)

· Art. 6:213, eerste lid, BW:

· Meerzijdige rechtshandeling waarbij:

· Partijen

· Verbintenis aangaan (iets tegenover een prestatie, een dulden, een doen, of een niet doen)

·

· Verbintenis: een rechtsverhouding tussen twee partijen, met als onderwerp een prestatie

· Bijv. loon betalen, arbeid verrichten, koopprijs betalen

Totstandkoming overeenkomst

· Art. 6:217 BW:

· Door aanbod

· En aanvaarding

· Zowel het aanbod als de aanvaarding (wilsverklaring) is een rechtshandeling

Art. 3:33 t/m 3:35 BW: wil en verklaring

· Een rechtshandeling vereist een wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard.

· Er kan een aantal dingen misgaan:

· Je verklaart iets anders dan wat je wilt:

· Misverstand, verschrijving (art. 3:35 BW)

· Geestelijke stoornis (art. 3:34 BW en art. 3:35 BW)

· Je verklaring komt ‘gebrekkig’ tot stand (als je t niet betaald, steek ik alles in de fik)

· Misbruik van omstandigheden, bedreiging, bedrog (art. 3:44 BW)

· Dwaling (art. 6:228 BW)

Je verklaart iets wat je eigenlijk niet wil

Dit is een stappenplan______________________

Wil ≠ Verklaring

Misverstand, scherts,geestelijke stoornis

Verschrijving, verspreking

Nietig (art. 3:33 BW)vernietigbaar (art. 3:34 BW)

tenzij (art. 3:35 BW):

toch geldige rechtshandeling, indien:

- gewekte schijn door x (ik wil het huis kopen)

- op vertrouwd door y

- vertrouwen gerechtvaardigd (beargumenteren)

Nakoming van een overeenkomst

· Doen wat is afgesproken

· (Wederkerige) overeenkomst:

· Twee verbintenissen

· Twee partijen moeten nakomen

· Bijv.: de een moet leveren, de ander betalen

· Zie art. 6:27 BW en verder

(boek 6, titel 1, afdeling 6)