THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD

16
THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD

description

THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD. COMMUNICATIE. Volgens het communicatiemodel. BOODSCHAP. ONTVANGER. ZENDER. Wat de schrijver met zijn boodschap bij de lezer wil bereiken = het schrijfdoel. DE LEZER. DE SCHRIJVER. Schrijfdoelen. Wij onderscheiden de volgende schrijfdoelen: - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD

Page 1: THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD

THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD

Page 2: THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD

COMMUNICATIE

ZENDER

BOODSCHAP

ONTVANGER

Volgens het communicatiemodel

DE SCHRIJVER DE LEZERWat de schrijver met zijn boodschap bij de lezer wil bereiken = het schrijfdoel

Page 3: THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD

Schrijfdoelen• Wij onderscheiden de volgende schrijfdoelen:

- Amuseren (bij niet-zakelijke teksten)Je wilt met jouw tekst een lezer vermaken.- InformerenJe wilt met jouw tekst een lezer meer informatie geven over een bepaald onderwerp, zodat

de lezer wat leert over dit onderwerp.

- OpiniërenJe wilt met jouw tekst een lezer de kans geven zelf een mening te vormen over een bepaald

onderwerp. Dit doe je door meningen van andere tegenover elkaar te zetten en de lezer verder te informeren over een bepaald onderwerp.

- OvertuigenJe wilt met jouw tekst een lezer overtuigen van het standpunt dat jij in jouw tekst inneemt en

met argumenten ondersteunt.

- Activeren Je wilt met jouw tekst een lezer aanzetten tot handelen.

Page 4: THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD

Meest voorkomende tekstsoortenAan de hand van de verschillende schrijfdoelen onderscheiden we ook verschillende

tekstsoorten. Hieronder de meest voorkomende tekstsoorten:

Informerende tekst-InstructieEen reeks aanwijzingen; legt uit hoe de lezer iets moet doen.

-NieuwsberichtOver een actuele gebeurtenis; geeft objectieve en betrouwbare informatie.

Opiniërende tekst-RecensieEen tekst waarin een recensent zijn oordeel geeft en je informeert over een onderwerp, zodat de lezer zijn mening kan vormen.-VerslagEen beschrijving van een gebeurtenis (evenement of wedstrijd). Bevat ook de mening van de schrijver over de gebeurtenis.

Overtuigende tekst-BetoogEen tekst waarin een schrijver een standpunt in neemt t.o.v. een onderwerp en dit standpunt beargumenteert.-Ingezonden briefSchrijvers reageren op een gebeurtenis of tekst en geven hun beargumenteerde mening.

Page 5: THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD

DE INDELING VAN EEN TEKST

INLEIDING (EERSTE TWEE/DRIE ALINEA’S)FUNCTIES VAN DE INLEIDING:

-Introduceren van het onderwerp/ aangeven wat het onderwerp is- De aandacht van de lezer trekken

- Eventueel de opbouw van de tekst aangeven

MIDDENSTUK/KERNHET MIDDENSTUK WORDT GESTRUCTUREERD DOOR:

- Structurerende zinnen: aankondigende en afsluitende zinnen van alinea’s- verbanden tussen alinea’s/signaalwoorden

- typografische aanwijzingen: witregels, tussenkopjes etc.

SLOT- Bevat vaak de hoofdgedachte

- bevat soms een samenvatting, aansporing, afweging of toekomstverwachting

Page 6: THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD

VASTE TEKSTSTRUCTURENVraag/antwoordstructuur

aspectenstructuur

Verleden/heden/toekomst

verklaringsstructuur

Probleem/oplossing

Voor- en nadelen

Argumentatiestructuur

Page 7: THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD

DE ALINEAOPBOUW VAN EEN ALINEA:

1* KERNZIN (de belangrijkste zin; de zin die de hoofdgedachte van een alinea bevat)Of: een structurerende zin die het verband met een vorige alinea aangeeft2* KERNZIN (de belangrijkste zin; de zin die de hoofdgedachte van een alinea bevat)Of: voorbeeld/ uitleg bij kernzin

3-4-etc.* Uitleg en voorbeelden bij de kernzin

Laatste zin* KERNZIN (als die nog niet genoemd was)

Page 8: THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD

TEKSTVERBANDEN

OPSOMMEND

TEGENSTELLEND

CHRONOLOGISCH

OORZAKELIJK REDENGEVEND

TOELICHTEND

VOORWAARDELIJK DOEL-MIDDEL

TOEGEVEND

SAMENVATTEND

CONCLUDEREND

Bij een oorzakelijk verband is er geen sprake van een keuze, terwijl bij een redengevend verband wel een keuze is.

Bij een voorwaardelijk verband moet je ergens aan voldoen, wil je een doel bereiken, terwijl je bij doel-middel te maken hebt met een manier waarop je iets kunt bereiken.

Page 9: THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD

PUBLIEKINHOUDDe inhoud van een tekst is gericht op een specifiek soort lezer.

PUBLICATIEPLAATSAls je voor een vakblad schrijft, schrijf je anders dan wanneer je voor en jeugdblad schrijft.

TAALGEBRUIKAls je voor jongeren schrijft, schrijf met andere woorden dan voor volwassenen. Ook vakgerelateerde teksten vragen om vakwoorden

LAY-OUTFlitsend en opvallend past bijvoorbeeld niet bij een tekst voor wetenschappers…

TOONVoor jongeren schrijf je populairder (je, jongerenwoorden) dan bijvoorbeeld voor volwassenen (u)

Page 10: THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD

VRAAG/ANTWOORD STRUCTUUR

INLEIDING (EERSTE TWEE/DRIE ALINEA’S)VRAAG

MIDDENSTUK/KERNANTWOORDEN

SLOTSAMENVATTING OF CONCLUSIE

Page 11: THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD

ASPECTENSTRUCTUUR (vooral bij informatieve teksten)

INLEIDING (EERSTE TWEE/DRIE ALINEA’S)AANKONDIGING ONDERWERP

MIDDENSTUK/KERNDIVERSE ASPECTEN (KANTEN) VAN EEN ONDERWERP

SLOTSAMENVATTING

Page 12: THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD

VERLEDEN/HEDEN/TOEKOMSTSTRUCTUUR

INLEIDING (EERSTE TWEE/DRIE ALINEA’S)INTRODUCTIE ONDERWERP

MIDDENSTUK/KERNSITUATIE VROEGER

SITUATIE HEDENSITUATIE TOEKOMST

SLOTCONCLUSIE

Page 13: THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD

VERKLARINGSSTRUCTUUR

INLEIDING (EERSTE TWEE/DRIE ALINEA’S)NOEMEN VAN EEN BEPAALD VERSCHIJNSEL

MIDDENSTUK/KERNKENMERKEN

VOORBEELDENOORZAKEN EN GEVOLGEN

SLOTSAMENVATTING

Page 14: THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD

PROBLEEM/OPLOSSINGSTRUCTUUR

INLEIDING (EERSTE TWEE/DRIE ALINEA’S)PROBLEEM

MIDDENSTUK/KERNGEVOLGENOORZAKEN

OPLOSSINGEN

SLOTDE BESTE OPLOSSING

Page 15: THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD

VOOR- EN NADELENSTRUCTUUR (BIJ BETOOG OF BESCHOUWING)

INLEIDING (EERSTE TWEE/DRIE ALINEA’S)VRAAG OF STELLING

MIDDENSTUK/KERNVOOR- EN NADELEN

SLOTAFWEGING OF CONCLUSIE

Page 16: THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD

ARGUMENTATIESTRUCTUUR (BIJ BETOOG)

INLEIDING (EERSTE TWEE/DRIE ALINEA’S)STELLING EN STANDPUNT

MIDDENSTUK/KERNARGUMENTEN VOOR DE STELLING

TEGENARUMENTEN MET WEERLEGGING

SLOTHERHALING STELLING