Theoderic en zijn koninkrijk

57
RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN Theoderic en zijn koninkrijk De oorzaken van het verval aan het einde van zijn heerschappij J.G. van Lunteren S1536087 Masterscriptie GLTC Begeleider: Dr. J.W. Drijvers 16-01-2015

Transcript of Theoderic en zijn koninkrijk

Page 1: Theoderic en zijn koninkrijk

RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN

Theoderic en zijn koninkrijk

De oorzaken van het verval aan het einde van zijn heerschappij

JG van Lunteren

S1536087 Masterscriptie GLTC

Begeleider Dr JW Drijvers

16-01-2015

2

Inhoud

1 Inleiding 3

2 Antieke bronnen 9

21 Cassiodorus (ca 485-580) 9

22 Ennodius (ca 473-521) 11

23 Jordanes (rond 550) 12

24 Procopius (ca 500-560) 13

25 Anonymus Valesianus 14

3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml 15

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische koninkrijk 22

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk 22

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk 30

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk 33

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische koninkrijk 37

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken 38

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk 47

6 Conclusie 51

Literatuurlijst 54

3

1 Inleiding

Nadat de Ostrogoten onder leiding van Theoderic (454-526) in het jaar 488 Italieuml waren

binnengevallen en in 493 definitief hun gezag hadden gevestigd ten koste van de Germaanse

krijgsheer Odoacer (433-493) heersten ze over een rijk in het middelpunt van de mediterrane

wereld dat in de post-Romeinse wereld lange tijd zeer succesvol was1 Omdat Theoderic

koning was over een rijk waar de Goten slechts een kleine minderheid vormden tegenover een

veel grotere Romeinse bevolking speelden de Romeinen een zeer grote rol in de cultuur en

het bestuur van het rijk2 Theoderic creeumlerde een koninkrijk met een dubbele etniciteit waar

de Goten vooral de militaire slagkracht vormden en de Romeinen de al bestaande bureaucratie

onderhielden en belastingen betaalden3 Theoderic zelf presenteerde zich gedurende zijn

heerschappij bovendien steeds meer alsof hij een nieuwe West-Romeinse keizer was4

Niet alleen binnen Italieuml is het succes van de heerschappij van Theoderic duidelijk De

Visigotische Vandaalse Frankische en Bourgondische koninkrijken die zijn ontstaan in het

voormalige West-Romeinse Rijk waren alle door middel van huwelijksallianties aan

Theoderic gebonden Het Visigotische koninkrijk in Spanje en Zuid-Gallieuml werd uiteindelijk

zelfs een soort vazalstaat van Theoderic toen hij vanaf 510 als regent namens zijn

minderjarige kleinzoon en koning van de Visigoten Amalaric (dagger 531) optrad Theoderic liet

zijn dochter Amalasuintha (ca 495-535) in 515 trouwen met de Visigotische edelman

Eutharic (ca 480-5223) en wees hem als zijn opvolger aan Met Eutharic als koning zouden

de twee Gotische takken definitief in eacuteeacuten koninkrijk verbonden zijn waarna dit nieuwe

koninkrijk tot een waardige opvolger van het West-Romeinse Rijk kon uitgroeien

Het Romeinse karakter van het Ostrogotische koninkrijk wordt goed geiumlllustreerd door

twee brieven die Cassiodorus (ca 485-580) een Romeinse functionaris en schrijver aan het

hof in Ravenna heeft geschreven voor Theoderic Beide brieven zijn waarschijnlijk opgesteld

in 5065 In de eerste van de brieven vraagt Theoderic via Cassiodorus aan de Romeinse

staatsman en filosoof Boeumlthius (ca 480-525) een waterklok en een zonnewijzer als

geschenken voor de Bourgondische koning Gundobad (ca 452-516) In de brief spreekt hij

zeer lovende woorden over de kennis en ontwikkeling van Boeumlthius in de lijn van de Grieks-

Romeinse cultuur

1 Peter Heather The Goths (Cornwall 1996) 216

2 John Moorhead Theoderic in Italy (Avon 1992) 111

3 Guy Halsall Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008) 332

4 Heather Goths 223

5 SJB Barnish Cassiodorus Variae (Liverpool 1992) 20

4

lsquoDoor mij is ontdekt dat jij enorm verrijkt door geleerdheid de kunsten die mensen

over het algemeen onwetend uitvoeren zelf hebt gedronken van de bron van kennis

Want zo ben je de ver verwijderde scholen van Athene binnengegaan zo heb je je in

toga gemengd in samenkomsten in Griekse mantels zo heb je Griekse theorieeumln

omgevormd tot Romeinse kennis Want jij hebt geleerd hoeveel diepte de speculatieve

filosofie heeft in alle delen en hoe de praktische redenering in al zijn verdelingen

wordt geleerd terwijl je aan de Romeinse senatoren iedere unieke zaak die de

Cecropiden (Atheners) hebben gemaakt voor de wereld hebt overgebrachtrsquo6

In de volgende brief van Cassiodorus worden de waterklok en de zonnewijzer als belangrijke

resultaten van de Romeinse wetenschap aan de Bourgondische koning Gundobad

gepresenteerd

lsquoLaat Bourgondieuml onder uw heerschappij leren de nauwkeurigste zaken te begrijpen en

de antieke uitvindingen te bewonderen door u legt het zijn primitieve levenswijze af

en doordat het het voorbeeld van zijn koning ziet verlangt het op de correcte manier

naar de prestaties van de wijzen Laat het de delen van de dag onderscheiden door hun

daden en laat het het verloop van de uren zeer precies vaststellenrsquo7

In deze twee citaten is duidelijk te zien hoe Romeins de cultuur van Italieuml onder de

heerschappij van Theoderic nog was Moderne historici beschouwen de Ostrogotische periode

dan ook als onderdeel van de oudheid Het begin van de middeleeuwen wordt pas bereikt na

het einde van de Ostrogotische dominantie in Italieuml8 Van alle volken die gedurende de zesde

eeuw over Italieuml geheerst hebben worden de Ostrogoten beschouwd als de beste beheerders

van de klassieke cultuur9 Zeker de in het eerste citaat genoemde filosoof Boeumlthius is eacuteeacuten van

de grootheden van de klassieke cultuur en zijn werken zijn gedurende de gehele

middeleeuwen maar ook daarna uitgebreid bestudeerd De beroemde Engelse historicus

6 Cass Var 1 45 8-12 deze en latere vertalingen zijn van eigen hand

Hoc te multa eruditione saginatum ita nosse didicimus ut artes quas exercent vulgariter nescientes in ipso

disciplinarum fonte potaveris sic enim Atheniensium scholas longe positus introisti sic palliatorum choris

miscuisti togam ut Graecorum dogmata doctrinam feceris esse Romanam didicisti enim qua profunditate cum

suis partibus speculativa cogitetur qua ratione activa cum sua divisione discatur deducens ad Romuleos

senatores quicquid Cecropidae mundo fecerant singulare 7 Cass Var 1 46 7-9

discat sub vobis Burgundia res subtilissimas inspicere et antiquorum inventa laudare per vos propositum

gentile deponit et dum prudentiam regis sui respicit iure facta sapientium concupiscit distinguat spatia diei

actibus suis horarum aptissime momenta constituat 8 John Moorhead lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history (NCMH) I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161 aldaar 159 9 Ibidem

5

Edward Gibbon (1737-1794) noemt Boeumlthius in zijn History of the decline and fall of the

Roman Empire lsquoThe last of the Romans whom Cato or Tully (Cicero) could have

acknowledged for their countrymanrsquo10

Deze situatie bleef echter niet voortduren In 522 of 523 stierf Eutharic (ca 480-

5223) de schoonzoon en beoogd opvolger van Theoderic11

Hierna volgde een periode van

wantrouwen en politieke instabiliteit Het dieptepunt van deze periode was waarschijnlijk de

executie van Boeumlthius in 525 samen met enkele andere voorname Romeinen zoals zijn

schoonvader Symmachus (dagger 526) Volgens de Byzantijnse historicus Procopius (ca 500-560)

werd hij door Theoderic verdacht van het aanzetten tot een revolutie12

Mogelijk wordt

hiermee een samenzwering bedoeld om een Byzantijnse interventie in Italieuml te

bewerkstelligen13

Een andere mogelijkheid is dat Boeumlthius zich aan de verkeerde kant van de

opvolgingsstrijd bevond na de dood van Eutharic14

Ook de katholieke paus Johannes I (dagger

526) werd in deze periode door Theoderic gevangen gezet waarna hij korte tijd later

overleed Het lijkt erop dat de aanvankelijke harmonieuze samenwerking tussen Goten en

Romeinen ten einde was gekomen en er steeds meer spanningen ontstonden tussen beide

bevolkingsgroepen

Na de dood van Theoderic in 526 verslechterde de politieke stabiliteit nog verder

Uiteindelijk gaf dit de gelegenheid aan de Byzantijnse generaal Belisarius (ca 500-565)

namens zijn keizer Justinianus I (r 527-565) in 535 Sicilieuml binnen te vallen en een jaar later

Italieuml waarmee hij de langdurige Gotische oorlog begon Aanvankelijk verliep deze invasie

voorspoedig voor de Byzantijnen maar na verloop van tijd werd deze oorlog steeds

kostbaarder en bloediger voor alle partijen en zeker voor de Romeinse bevolking van Italieuml15

Pas in 554 werd de verovering van het Ostrogotische koninkrijk afgerond De lange

duur van de oorlog en de invasie van Italieuml door de Longobarden kort daarna in 568 zorgden

er niet alleen voor dat er een einde kwam aan de Gotische invloed in Italieuml maar ook dat

Italieuml dat voorheen het centrum van de mediterrane wereld was in de Byzantijnse periode

veel minder belangrijk werd16

10

Edward Gibbon The history of the decline and fall of the Roman Empire IV (Londen 1911) 197-198 11

Heather Goths 250 12

Procop BG 1 134 13

Moorhead Theoderic in Italy 221 14

Heather Goths 252 15

AD Lee lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New

York 2005) 113-133 aldaar 126-127 16

Mark Humphries lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en Michael Whitby ed The

Cambridge ancient history (CAH) XIV Late antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000)

525-551 aldaar 525

6

Dit aanvankelijke succes van het Ostrogotische koninkrijk gevolgd door een scherpe

neergang is opmerkelijk Ondanks de grote verschillen tussen de Goten en de Romeinen

wisten ze onder de heerschappij van Theoderic te komen tot een harmonieuze samenwerking

en groeide het Ostrogotische koninkrijk uit tot het meest succesvolle Germaanse koninkrijk

op het grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk De snelle neergang vanaf het

einde van het leven van Theoderic is daarom des te opvallender

De dood van de kroonprins Eutharic in 522 of 523 toen Theoderic zelf ongeveer

zeventig was is ook de directe oorzaak van het uiteindelijke falen van het Ostrogotische

koninkrijk die door moderne historici wordt aangewezen In het moderne debat over de

Ostrogoten zijn de publicaties van de Engelse historicus Peter Heather de Oostenrijkse

historicus Herwig Wolfram en de Australische historicus John Moorhead toonaangevend

Hieronder zet ik hun visies op het uiteindelijke falen van het koninkrijk van Theoderic uiteen

Peter Heather stelt in zijn werk The Goths dat Theoderic de basis heeft gelegd voor

een succesvolle integratie van Goten en Romeinen in zijn koninkrijk17

De opvolgingscrisis na

de dood van Eutharic zorgde voor de enorme problemen in de laatste jaren van Theoderic

niet onderliggende wrijving tussen de Goten en Romeinen18

Bovendien vergrootte de dood

van Eutharic ook de spanningen met het Byzantijnse Rijk aangezien keizer Justinus I (r 518-

527) weigerde de nieuwe kroonprins en zoon van Eutharic Athalaric (516-534) als opvolger

van Theoderic te erkennen19

Na de dood van Theoderic verslechterde de politieke situatie nog verder omdat veel

Gotische edelen niet zomaar de heerschappij van Athalaric en zijn moeder Amalasuintha die

als regentes optrad accepteerden20

Er werd vooral strijd gevoerd over invloed op de

minderjarige koning21

Amalasuintha hechtte veel belang aan een Romeinse scholing voor

haar zoon maar een groep Gotische edelen die haar invloed wilde verminderen protesteerde

hiertegen Volgens Heather moet dit echter niet gezien worden als een afwijzing van de

Romeinse cultuur door de Gotische elite De scholing van Athalaric werd volgens hem slechts

als een excuus gebruikt in een strijd over politieke invloed aan het hof in Ravenna22

Ook Herwig Wolfram wijst in zijn werk History of the Goths op het overlijden van

Eutharic dat voor een opvolgingscrisis zorgde23

Daarnaast wijst Wolfram op de invloed van

17

Heather Goths 258 18

Ibidem 19

Ibidem 255 20

Ibidem 260 21

Ibidem 22

Ibidem 23

Herwig Wolfram History of the Goths (Berkeley 1988) 329

7

het overlijden van enkele andere steunpilaren van Theoderic in dezelfde periode24

Zo stierf

paus Johannes in 526 nadat hij door Theoderic gevangen was gezet Voorheen was de paus

echter altijd een belangrijke bondgenoot geweest van het Ostrogotische hof omdat hij

streefde naar zoveel mogelijk onafhankelijkheid van de geestelijkheid in Italieuml tegenover de

Byzantijnse keizers Theoderic was vanwege dit streven een natuurlijke bondgenoot van de

paus geweest

Maar vooral de betrekkingen met andere Germaanse koninkrijken stonden onder grote

druk Theoderic had altijd geprobeerd goede relaties met de andere Germaanse vorsten te

onderhouden maar in korte tijd overleed de Vandaalse koning Thrasamund (450-523) en

werd de Bourgondische kroonprins en kleinzoon van Theoderic Segaric (495-517) door zijn

eigen vader Sigismund (dagger 524) vermoord25

Beide volken gingen daarna een veel agressievere

koers varen tegenover de Ostrogoten terwijl ze de betrekkingen met het Byzantijnse Rijk

waarmee Theoderic altijd een gespannen verhouding had gehad juist probeerden te

verbeteren

John Moorhead legt in zijn artikel lsquoThe last years of Theodericrsquo en in zijn later

verschenen monografie Theoderic in Italy de nadruk op het belang van de dood van

Thrasamund De Vandalen speelden een belangrijke rol in de mediterrane

machtsverhoudingen vanwege hun omvangrijke vloot Zij waren het enige Germaanse volk

met een zeemacht van enige betekenis ten opzichte van de Byzantijnse vloot De pro-

Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic (ca 460-533) maakte Theoderic bang voor een

Vandaals-Byzantijns bondgenootschap tegen hem De Ostrogoten zouden zwak hebben

gestaan tegenover zorsquon bondgenootschap omdat ze zelf niet over een vloot beschikten

Daardoor waren ze kwetsbaar voor aanvallen vanuit zee terwijl ze zelf niet de mogelijkheid

hadden aan te vallen26

Bovendien maakte deze bedreigende verandering in de mediterrane

machtsbalans Theoderic wantrouwend tegenover zijn Romeinse onderdanen die in zijn ogen

teveel sympathie hadden voor de Byzantijnen27

In het kort zijn de drie auteurs het erover eens dat de oorzaak van het verval van het

Ostrogotische koninkrijk ligt in toenemende politieke instabiliteit als gevolg van de dood van

Eutharic en enkele andere steunpilaren van Theoderic Dit werd nog verergerd omdat

Theoderic al oud was en kort daarna zelf overleed In deze scriptie wil ik echter verder kijken

24

Wolfram History of the Goths 329 25

Ibidem 26

John Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte Geschichte 32 (1983) 106-120 27

Moorhead Theoderic in Italy 246-247

8

dan deze min of meer toevallige gebeurtenissen die de ineenstorting van het machtigste

barbaarse koninkrijk van de post-Romeinse wereld tot gevolg hadden en juist de nadruk

leggen op de complexe onderliggende structuur waaruit dit verval voortkwam zowel intern in

de verhouding tussen Goten en Romeinen in het koninkrijk zelf als extern in de verhoudingen

tussen de verschillende staten in de mediterrane wereld

Intern waren de verhoudingen tussen de Romeinen en Goten op politiek en sociaal

gebied zeer complex Niet alleen etniciteit speelde hierin een rol maar ook het religieuze

verschil tussen de katholieke Romeinen en de ariaanse Goten Op buitenlands gebied was er

een ingewikkeld web van huwelijksallianties tussen Theoderic en de andere Germaanse

vorsten in het voormalige West-Romeinse Rijk Bovendien was Theoderic formeel slechts een

bestuurder van Italieuml onder gezag van de Byzantijnse keizers in Constantinopel

Hoe de Ostrogoten deze problemen aanvankelijk leken aan te pakken en hoe er vanaf

ongeveer 520 problemen ontstonden zowel binnenlands als buitenlands is het onderwerp van

deze scriptie De hoofdvraag van de scriptie luidt lsquoWelke onderliggende oorzaken zowel

intern als extern zijn er aan te wijzen voor het snelle verval van het Ostrogotische koninkrijk

aan het einde van het leven van Theodericrsquo

Om tot een antwoord op deze vraag te komen zullen zowel de interne structuur van het

Ostrogotische koninkrijk als de externe verhoudingen met de andere staten in het

Middellandse Zeegebied behandeld worden Intern worden de politieke organisatie de

religieuze verhoudingen en de sociale structuur tussen Goten en Romeinen in het

Ostrogotische koninkrijk uitgebreid belicht Op deze drie terreinen waren de verschillen

tussen zijn onderdanen groot en moest Theoderic een balans zien te vinden Extern worden de

relaties behandeld die Theoderic onderhield met de belangrijkste Germaanse volken op het

grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk en de ingewikkelde relatie met het

Byzantijnse Rijk waaraan hij officieel verantwoording schuldig was

In deze scriptie maak ik gebruik van diverse contemporaine Romeinse bronnen die

veel inzicht verschaffen niet alleen in de historische gebeurtenissen maar vooral ook in het

beeld dat Romeinse tijdgenoten hadden van de heerschappij van de Ostrogoot Theoderic

Deze bronnen vereisen echter wel een kritische houding ten opzichte van de leefwereld en

motivaties van de verschillende auteurs Daarom behandel ik in het eerste hoofdstuk het leven

van de aangehaalde antieke auteurs en de noodzakelijke bedenkingen bij het gebruik van hun

teksten

Vervolgens is er een hoofdstuk waarin de voorgeschiedenis van de Ostrogotische

vestiging in Italieuml behandeld wordt In dit hoofdstuk ligt de nadruk op de vraag wat de

9

politieke verhoudingen waren in de post-Romeinse mediterrane wereld en wat complexe

begrippen als Goten Visigoten en Ostrogoten die veelvuldig in deze scriptie gebruikt

worden inhouden Deze hoofdstukken met de noodzakelijke achtergronden worden gevolgd

door twee hoofdstukken waarin de interne en externe oorzaken van het verval van het

Ostrogotische koninkrijk behandeld worden Tot slot is er een conclusie

2 Antieke bronnen

Onderzoek naar veel delen van Europa na de ondergang van het West-Romeinse Rijk wordt

bemoeilijkt door een gebrek aan geschreven bronnen Dit geldt echter niet voor Italieuml en de

Ostrogoten waarover diverse literaire bronnen zijn overgeleverd Bovendien waren enkele van

deze auteurs direct bij de gebeurtenissen betrokken Hieronder worden de in deze scriptie

gebruikte antieke auteurs besproken

21 Cassiodorus (ca 485-580)

Het is niet duidelijk wanneer Cassiodorus precies is geboren maar uit zijn overgeleverde

teksten blijkt dat hij rond 485 geboren moet zijn en ouder dan negentig is geworden28

Hij is

geboren in Scylletium in zuid-Italieuml Hij kwam uit een familie die in de vijfde eeuw al diverse

generaties deel had uitgemaakt van het bestuurlijk apparaat van het West-Romeinse Rijk29

De

vader van Cassiodorus Cassiodorus de oudere bekleedde enkele belangrijke functies aan het

hof van Odoacer Als gouverneur van Sicilieuml liep Cassiodorus de oudere echter over van

Odoacer naar Theoderic toen deze de overhand leek te krijgen in hun onderlinge strijd30

Namens Theoderic moest hij ondermeer de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml mede

organiseren31

Cassiodorus zelf maakte al op jonge leeftijd naam als kenner van het recht Hij begon

zijn publieke carriegravere als juridisch adviseur en secretaris van zijn vader32

Deze positie gaf

hem rond 505 de gelegenheid een lofrede voor Theoderic te schrijven waardoor zijn literaire

talent opgemerkt werd aan het hof in Ravenna33

Hij maakte vervolgens snel carriegravere in het

28

Arne Soslashby Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies in a migration myth

(Kopenhagen 2002) 54 29

Ibidem 55 30

Ibidem 31

Barnish Cassiodorus xxxix 32

Ibidem 33

James J OrsquoDonnell Cassiodorus (Berkeley 1979) 21

10

bestuur Als quaestor was hij verantwoordelijk voor de diplomatieke berichten van

Theoderic34

Het hoogtepunt van zijn invloed bereikte hij toen hij in 523 na de val van zijn

voorganger Boeumlthius benoemd werd tot magister officiorum een soort eerste minister aan het

hof Ook na de dood van Theoderic bleef Cassiodorus werkzaam in het bestuur van het

koninkrijk Hij diende onder de opvolger van Theoderic Athalaric en diens moeder

Amalasuintha Na de vroegtijdige dood van de jonge koning en de moord op diens moeder

diende hij ook de daaropvolgende Ostrogotische koningen Theodahad (ca 480-536) en

Vitiges (dagger 540) tot 53735

Zelfs na de Byzantijnse invasie van Italieuml in 536 bleef hij korte tijd

werkzaam aan het Gotische hof in Ravenna36

Na zijn publieke carriegravere maakte hij een reis

naar Constantinopel waar hij lange tijd verbleef Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn

geboortestreek in zuid-Italieuml waar hij een monastische gemeenschap vestigde

Cassiodorus heeft een uitgebreid oeuvre nagelaten over zowel seculiere als religieuze

onderwerpen Zo heeft hij onder meer op verzoek van Theoderic een geschiedenis van de

Goten geschreven dat niet is overgeleverd maar dat wel een belangrijke bron vormde voor de

Getica van Jordanes Voor deze scriptie zijn de Variae het belangrijkst Dit is een selectie van

zijn brieven die hij namens Theoderic en diens opvolgers heeft geschreven toen hij diende in

het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk Waarschijnlijk heeft hij de Variae samengesteld

aan het einde van zijn publieke carriegravere in 537 of 53837

Hierna heeft Cassiodorus nog enkele

religieuze werken geschreven Het gaat hier om de Expositio Psalmorum De Anima en de

Institutiones Divinarum et Saecularium Litterarum

Als functionaris aan het hof in Ravenna geeft het werk van Cassiodorus een inkijk in

het functioneren ervan en is daardoor onmisbaar bij bestudering van de politieke structuur van

het hof van Theoderic Toch moet daarbij in het achterhoofd gehouden worden dat het de taak

van Cassiodorus was het beleid van Theoderic te verdedigen Hoewel er geen overduidelijke

propaganda ontdekt kan worden moet de Variae als historische bron voorzichtig gebruikt

worden38

Wel geeft het een goed beeld van de verhouding tussen de Romeinse en Gotische

bestuurlijke elite en vooral van het beeld dat Theoderic van zichzelf via Cassiodorus aan de

Romeinse elite probeerde uit te dragen

34

Barnish Cassiodorus xxxix 35

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 56 36

John Moorhead acuteBoeumlthius and Romans in Ostrogothic serviceacute Historia Zeitschrift fugraver Alte Geschichte 27

(1978) 604-612 aldaar 605 37

Barnish Cassiodorus xiv 38

Ibidem xxxiii

11

22 Ennodius (ca 473-521)

Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk

voorname familie39

Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius

opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed

trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40

Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41

De vrouw trok zich uiteindelijk terug in

een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel

op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42

Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste

was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan

de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt

het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste

plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze

periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel

aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer

die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had

In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen

de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden

Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij

was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze

zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het

langdurige Acaciaanse schisma

In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens

worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande

partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van

deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier

absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die

bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in

deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de

strijdende partijen te intervenieumlren43

Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten

39

Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40

Ibidem 3 41

Ibidem 42

Ibidem 4 43

Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735

12

koste van Laurentius die kort daarna overleed

Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44

Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding

ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor

Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is

het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke

Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45

23 Jordanes (rond 550)

Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond

het midden van de zesde eeuw46

Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd

de secretaris van een Ostrogotische generaal47

Later maakte Jordanes volgens zijn eigen

woorden een religieuze conversio door48

Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee

bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49

Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes

heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de

geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste

mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid

en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551

behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het

mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met

de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de

Byzantijnse generaal Belisarius

De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes

Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane

werk van Cassiodorus50

De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica

vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het

eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de

44

Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45

Ibidem 53 46

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47

Ibidem 102 48

Jord Get 50 265-266 49

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50

Ibidem 114

13

heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51

In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit

Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52

Deze verhalen

hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne

geschiedschrijving53

Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar

de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die

de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-

Romeinse wereld54

In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische

verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de

migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid

gebruikt worden als historische bron

24 Procopius (ca 500-560)

De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de

provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55

Als jongeman kwam hij naar

Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal

Belisarius56

Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens

zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in

een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-

Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar

Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van

Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57

Onduidelijk is wanneer Procopius precies

is overleden

Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte

Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk

Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij

achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk

bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd

51

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52

Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53

Ibidem 54

Ibidem 52 55

HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56

Ibidem 57

Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)

22

14

waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft

beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch

bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke

verhoudingen in het koninkrijk

Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een

lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de

Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58

Dit werk is een bijzonder giftig

smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en

Antonina (ca 484-570)

25 Anonymus Valesianus

De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in

Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar

heeft gevoegd en uitgegeven59

Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij

van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van

Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60

Het is waarschijnlijk

geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661

In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic

behandeld terwijl het midden is weggelaten62

In de bron worden zijn goede daden aan het

begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63

Zijn slechte daden

worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die

vier slangen baarde en enkele aardbevingen64

Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron

gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke

onderdanen zou vervolgen

Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het

eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel

gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het

58

van Dolen Procopius 22 59

Moorhead Theoderic in Italy 3 60

Ibidem 61

Ibidem 4 62

Ibidem 63

Ibidem 3-4 64

SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue

drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573

15

tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65

Toch is het qua

schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke

biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later

zijn slechtheid extra de nadruk te geven66

De Anonymus Valesianus is de enige enigszins

gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67

Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet

benaderen68

3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml

Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane

wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn

die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van

Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch

verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een

Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69

Het zoeken

naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een

politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving

van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie

in Oost-Europa70

De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van

de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het

Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de

lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van

handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71

Door het uitvechten van

kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied

onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de

Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72

De Goten genoten de

65

Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66

Ibidem 573-575 67

Ibidem 572 68

Ibidem 596 69

Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70

Ibidem 71

Ibidem 35-36 72

Ibidem 37

16

steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het

belangrijkste volk aan de Donaugrens73

Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve

contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom

Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten

gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden

Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld

in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74

Bovendien leefden er diverse

andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75

De twee

belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk

en oostelijk deel van de Gotische wereld76

Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de

Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins

grondgebied begeven77

Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en

de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen

te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun

woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)

trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van

keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de

Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag

bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer

Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met

als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten

zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-

423) in het zuidwesten van Gallieuml78

Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten

De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk

weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de

Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens

zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79

De

Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen

73

Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74

Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75

Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76

Halsall Barbarian migration 134 77

Wolfram History of the Goths 23-24 78

Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515 aldaar 491 79

Amm 3132

17

tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de

eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80

Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij

kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag

tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een

bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de

gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81

Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd

onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de

Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82

Met name onder

de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten

die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd

Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een

coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de

Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in

453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten

sterke leider83

In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de

verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden

De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de

Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming

zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84

Een andere grote groep Ostrogoten

had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse

afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85

De Ostrogoten waren in

deze periode zeker geen verenigde groep86

Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r

457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic

Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de

keizer tot concessies te dwingen87

Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee

concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te

80

Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81

Heather Fall of the Roman empire 164 82

EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83

Heather Goths 124 84

Burns History of the Ostrogoths 52 85

AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86

Ibidem 87

Ibidem

18

zorgen88

In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno

kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus

af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en

de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89

Bovendien kreeg de Amaalse

Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil

daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90

Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een

verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun

leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden

verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een

halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met

Theoderic Strabo weer aan91

In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een

coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund

wat hem definitief van Zeno vervreemdde92

In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de

Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten

trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop

liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de

terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93

Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven

Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de

strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94

In ruil voor zijn hulp werd Theoderic

benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic

ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het

grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan

bij de Pannonische Goten95

De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic

een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96

De totale Ostrogotische

bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan

88

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89

Ibidem 90

Heather Goths and Romans 278 91

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92

Ibidem 51 93

Heather Goths and Romans 298 94

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95

Heather Goths and Romans 302 96

Ibidem

19

100000 mensen97

De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een

gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon

beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet

langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand

kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad

afsneed98

Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er

werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten

het machtsgebied van keizer Zeno bevond

Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-

476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer

Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort

daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die

zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was

afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn

macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia

Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius

Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen

maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door

zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen

tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99

Door op een confrontatie aan te sturen

tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om

lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100

Bovendien zou wanneer Theoderic zou

slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de

grenzen van zijn rijk bevinden101

In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan

naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de

Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102

Pas in de zomer van

489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten

tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort

97

Heather Goths and Romans 302 98

Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99

Heather Goths and Romans 307 100

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101

Heather Goths and Romans 308 102

Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127

20

daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna

Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar

het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over

naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103

Theoderic kreeg echter hulp van Alaric

II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat

Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug

in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd

omgeven door moerassen in te nemen104

Deze patstelling duurde voort tot 493

Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en

Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te

delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan

zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn

aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105

Het Ostrogotische leger riep

Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106

Dit was echter tegen de zin

van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door

Constantinopel107

Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de

rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze

positie bekleden

Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies

Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108

Ook in het westen

breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de

vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de

fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109

Maar de Visigotische koning Alaric II werd

vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van

Gallieuml110

Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de

Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij

een onbekende vrouw

Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de

Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke

103

Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105

Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106

Ibidem 107

Wolfram History of the Goths 284 108

Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109

Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114

21

aanval op de Visigoten in 507111

In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen

waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml

werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112

De Ostrogoten intervenieerden echter

in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113

Daarnaast

slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de

Provence te behouden voor de Visigoten

De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het

Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd

hadden114

Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen

van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige

zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de

zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte

De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van

Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over

het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had

aangesteld115

Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was

Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric

zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116

111

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112

Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114

A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I

162-192 aldaar 167-168 115

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116

Ibidem 123

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 2: Theoderic en zijn koninkrijk

2

Inhoud

1 Inleiding 3

2 Antieke bronnen 9

21 Cassiodorus (ca 485-580) 9

22 Ennodius (ca 473-521) 11

23 Jordanes (rond 550) 12

24 Procopius (ca 500-560) 13

25 Anonymus Valesianus 14

3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml 15

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische koninkrijk 22

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk 22

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk 30

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk 33

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische koninkrijk 37

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken 38

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk 47

6 Conclusie 51

Literatuurlijst 54

3

1 Inleiding

Nadat de Ostrogoten onder leiding van Theoderic (454-526) in het jaar 488 Italieuml waren

binnengevallen en in 493 definitief hun gezag hadden gevestigd ten koste van de Germaanse

krijgsheer Odoacer (433-493) heersten ze over een rijk in het middelpunt van de mediterrane

wereld dat in de post-Romeinse wereld lange tijd zeer succesvol was1 Omdat Theoderic

koning was over een rijk waar de Goten slechts een kleine minderheid vormden tegenover een

veel grotere Romeinse bevolking speelden de Romeinen een zeer grote rol in de cultuur en

het bestuur van het rijk2 Theoderic creeumlerde een koninkrijk met een dubbele etniciteit waar

de Goten vooral de militaire slagkracht vormden en de Romeinen de al bestaande bureaucratie

onderhielden en belastingen betaalden3 Theoderic zelf presenteerde zich gedurende zijn

heerschappij bovendien steeds meer alsof hij een nieuwe West-Romeinse keizer was4

Niet alleen binnen Italieuml is het succes van de heerschappij van Theoderic duidelijk De

Visigotische Vandaalse Frankische en Bourgondische koninkrijken die zijn ontstaan in het

voormalige West-Romeinse Rijk waren alle door middel van huwelijksallianties aan

Theoderic gebonden Het Visigotische koninkrijk in Spanje en Zuid-Gallieuml werd uiteindelijk

zelfs een soort vazalstaat van Theoderic toen hij vanaf 510 als regent namens zijn

minderjarige kleinzoon en koning van de Visigoten Amalaric (dagger 531) optrad Theoderic liet

zijn dochter Amalasuintha (ca 495-535) in 515 trouwen met de Visigotische edelman

Eutharic (ca 480-5223) en wees hem als zijn opvolger aan Met Eutharic als koning zouden

de twee Gotische takken definitief in eacuteeacuten koninkrijk verbonden zijn waarna dit nieuwe

koninkrijk tot een waardige opvolger van het West-Romeinse Rijk kon uitgroeien

Het Romeinse karakter van het Ostrogotische koninkrijk wordt goed geiumlllustreerd door

twee brieven die Cassiodorus (ca 485-580) een Romeinse functionaris en schrijver aan het

hof in Ravenna heeft geschreven voor Theoderic Beide brieven zijn waarschijnlijk opgesteld

in 5065 In de eerste van de brieven vraagt Theoderic via Cassiodorus aan de Romeinse

staatsman en filosoof Boeumlthius (ca 480-525) een waterklok en een zonnewijzer als

geschenken voor de Bourgondische koning Gundobad (ca 452-516) In de brief spreekt hij

zeer lovende woorden over de kennis en ontwikkeling van Boeumlthius in de lijn van de Grieks-

Romeinse cultuur

1 Peter Heather The Goths (Cornwall 1996) 216

2 John Moorhead Theoderic in Italy (Avon 1992) 111

3 Guy Halsall Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008) 332

4 Heather Goths 223

5 SJB Barnish Cassiodorus Variae (Liverpool 1992) 20

4

lsquoDoor mij is ontdekt dat jij enorm verrijkt door geleerdheid de kunsten die mensen

over het algemeen onwetend uitvoeren zelf hebt gedronken van de bron van kennis

Want zo ben je de ver verwijderde scholen van Athene binnengegaan zo heb je je in

toga gemengd in samenkomsten in Griekse mantels zo heb je Griekse theorieeumln

omgevormd tot Romeinse kennis Want jij hebt geleerd hoeveel diepte de speculatieve

filosofie heeft in alle delen en hoe de praktische redenering in al zijn verdelingen

wordt geleerd terwijl je aan de Romeinse senatoren iedere unieke zaak die de

Cecropiden (Atheners) hebben gemaakt voor de wereld hebt overgebrachtrsquo6

In de volgende brief van Cassiodorus worden de waterklok en de zonnewijzer als belangrijke

resultaten van de Romeinse wetenschap aan de Bourgondische koning Gundobad

gepresenteerd

lsquoLaat Bourgondieuml onder uw heerschappij leren de nauwkeurigste zaken te begrijpen en

de antieke uitvindingen te bewonderen door u legt het zijn primitieve levenswijze af

en doordat het het voorbeeld van zijn koning ziet verlangt het op de correcte manier

naar de prestaties van de wijzen Laat het de delen van de dag onderscheiden door hun

daden en laat het het verloop van de uren zeer precies vaststellenrsquo7

In deze twee citaten is duidelijk te zien hoe Romeins de cultuur van Italieuml onder de

heerschappij van Theoderic nog was Moderne historici beschouwen de Ostrogotische periode

dan ook als onderdeel van de oudheid Het begin van de middeleeuwen wordt pas bereikt na

het einde van de Ostrogotische dominantie in Italieuml8 Van alle volken die gedurende de zesde

eeuw over Italieuml geheerst hebben worden de Ostrogoten beschouwd als de beste beheerders

van de klassieke cultuur9 Zeker de in het eerste citaat genoemde filosoof Boeumlthius is eacuteeacuten van

de grootheden van de klassieke cultuur en zijn werken zijn gedurende de gehele

middeleeuwen maar ook daarna uitgebreid bestudeerd De beroemde Engelse historicus

6 Cass Var 1 45 8-12 deze en latere vertalingen zijn van eigen hand

Hoc te multa eruditione saginatum ita nosse didicimus ut artes quas exercent vulgariter nescientes in ipso

disciplinarum fonte potaveris sic enim Atheniensium scholas longe positus introisti sic palliatorum choris

miscuisti togam ut Graecorum dogmata doctrinam feceris esse Romanam didicisti enim qua profunditate cum

suis partibus speculativa cogitetur qua ratione activa cum sua divisione discatur deducens ad Romuleos

senatores quicquid Cecropidae mundo fecerant singulare 7 Cass Var 1 46 7-9

discat sub vobis Burgundia res subtilissimas inspicere et antiquorum inventa laudare per vos propositum

gentile deponit et dum prudentiam regis sui respicit iure facta sapientium concupiscit distinguat spatia diei

actibus suis horarum aptissime momenta constituat 8 John Moorhead lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history (NCMH) I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161 aldaar 159 9 Ibidem

5

Edward Gibbon (1737-1794) noemt Boeumlthius in zijn History of the decline and fall of the

Roman Empire lsquoThe last of the Romans whom Cato or Tully (Cicero) could have

acknowledged for their countrymanrsquo10

Deze situatie bleef echter niet voortduren In 522 of 523 stierf Eutharic (ca 480-

5223) de schoonzoon en beoogd opvolger van Theoderic11

Hierna volgde een periode van

wantrouwen en politieke instabiliteit Het dieptepunt van deze periode was waarschijnlijk de

executie van Boeumlthius in 525 samen met enkele andere voorname Romeinen zoals zijn

schoonvader Symmachus (dagger 526) Volgens de Byzantijnse historicus Procopius (ca 500-560)

werd hij door Theoderic verdacht van het aanzetten tot een revolutie12

Mogelijk wordt

hiermee een samenzwering bedoeld om een Byzantijnse interventie in Italieuml te

bewerkstelligen13

Een andere mogelijkheid is dat Boeumlthius zich aan de verkeerde kant van de

opvolgingsstrijd bevond na de dood van Eutharic14

Ook de katholieke paus Johannes I (dagger

526) werd in deze periode door Theoderic gevangen gezet waarna hij korte tijd later

overleed Het lijkt erop dat de aanvankelijke harmonieuze samenwerking tussen Goten en

Romeinen ten einde was gekomen en er steeds meer spanningen ontstonden tussen beide

bevolkingsgroepen

Na de dood van Theoderic in 526 verslechterde de politieke stabiliteit nog verder

Uiteindelijk gaf dit de gelegenheid aan de Byzantijnse generaal Belisarius (ca 500-565)

namens zijn keizer Justinianus I (r 527-565) in 535 Sicilieuml binnen te vallen en een jaar later

Italieuml waarmee hij de langdurige Gotische oorlog begon Aanvankelijk verliep deze invasie

voorspoedig voor de Byzantijnen maar na verloop van tijd werd deze oorlog steeds

kostbaarder en bloediger voor alle partijen en zeker voor de Romeinse bevolking van Italieuml15

Pas in 554 werd de verovering van het Ostrogotische koninkrijk afgerond De lange

duur van de oorlog en de invasie van Italieuml door de Longobarden kort daarna in 568 zorgden

er niet alleen voor dat er een einde kwam aan de Gotische invloed in Italieuml maar ook dat

Italieuml dat voorheen het centrum van de mediterrane wereld was in de Byzantijnse periode

veel minder belangrijk werd16

10

Edward Gibbon The history of the decline and fall of the Roman Empire IV (Londen 1911) 197-198 11

Heather Goths 250 12

Procop BG 1 134 13

Moorhead Theoderic in Italy 221 14

Heather Goths 252 15

AD Lee lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New

York 2005) 113-133 aldaar 126-127 16

Mark Humphries lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en Michael Whitby ed The

Cambridge ancient history (CAH) XIV Late antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000)

525-551 aldaar 525

6

Dit aanvankelijke succes van het Ostrogotische koninkrijk gevolgd door een scherpe

neergang is opmerkelijk Ondanks de grote verschillen tussen de Goten en de Romeinen

wisten ze onder de heerschappij van Theoderic te komen tot een harmonieuze samenwerking

en groeide het Ostrogotische koninkrijk uit tot het meest succesvolle Germaanse koninkrijk

op het grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk De snelle neergang vanaf het

einde van het leven van Theoderic is daarom des te opvallender

De dood van de kroonprins Eutharic in 522 of 523 toen Theoderic zelf ongeveer

zeventig was is ook de directe oorzaak van het uiteindelijke falen van het Ostrogotische

koninkrijk die door moderne historici wordt aangewezen In het moderne debat over de

Ostrogoten zijn de publicaties van de Engelse historicus Peter Heather de Oostenrijkse

historicus Herwig Wolfram en de Australische historicus John Moorhead toonaangevend

Hieronder zet ik hun visies op het uiteindelijke falen van het koninkrijk van Theoderic uiteen

Peter Heather stelt in zijn werk The Goths dat Theoderic de basis heeft gelegd voor

een succesvolle integratie van Goten en Romeinen in zijn koninkrijk17

De opvolgingscrisis na

de dood van Eutharic zorgde voor de enorme problemen in de laatste jaren van Theoderic

niet onderliggende wrijving tussen de Goten en Romeinen18

Bovendien vergrootte de dood

van Eutharic ook de spanningen met het Byzantijnse Rijk aangezien keizer Justinus I (r 518-

527) weigerde de nieuwe kroonprins en zoon van Eutharic Athalaric (516-534) als opvolger

van Theoderic te erkennen19

Na de dood van Theoderic verslechterde de politieke situatie nog verder omdat veel

Gotische edelen niet zomaar de heerschappij van Athalaric en zijn moeder Amalasuintha die

als regentes optrad accepteerden20

Er werd vooral strijd gevoerd over invloed op de

minderjarige koning21

Amalasuintha hechtte veel belang aan een Romeinse scholing voor

haar zoon maar een groep Gotische edelen die haar invloed wilde verminderen protesteerde

hiertegen Volgens Heather moet dit echter niet gezien worden als een afwijzing van de

Romeinse cultuur door de Gotische elite De scholing van Athalaric werd volgens hem slechts

als een excuus gebruikt in een strijd over politieke invloed aan het hof in Ravenna22

Ook Herwig Wolfram wijst in zijn werk History of the Goths op het overlijden van

Eutharic dat voor een opvolgingscrisis zorgde23

Daarnaast wijst Wolfram op de invloed van

17

Heather Goths 258 18

Ibidem 19

Ibidem 255 20

Ibidem 260 21

Ibidem 22

Ibidem 23

Herwig Wolfram History of the Goths (Berkeley 1988) 329

7

het overlijden van enkele andere steunpilaren van Theoderic in dezelfde periode24

Zo stierf

paus Johannes in 526 nadat hij door Theoderic gevangen was gezet Voorheen was de paus

echter altijd een belangrijke bondgenoot geweest van het Ostrogotische hof omdat hij

streefde naar zoveel mogelijk onafhankelijkheid van de geestelijkheid in Italieuml tegenover de

Byzantijnse keizers Theoderic was vanwege dit streven een natuurlijke bondgenoot van de

paus geweest

Maar vooral de betrekkingen met andere Germaanse koninkrijken stonden onder grote

druk Theoderic had altijd geprobeerd goede relaties met de andere Germaanse vorsten te

onderhouden maar in korte tijd overleed de Vandaalse koning Thrasamund (450-523) en

werd de Bourgondische kroonprins en kleinzoon van Theoderic Segaric (495-517) door zijn

eigen vader Sigismund (dagger 524) vermoord25

Beide volken gingen daarna een veel agressievere

koers varen tegenover de Ostrogoten terwijl ze de betrekkingen met het Byzantijnse Rijk

waarmee Theoderic altijd een gespannen verhouding had gehad juist probeerden te

verbeteren

John Moorhead legt in zijn artikel lsquoThe last years of Theodericrsquo en in zijn later

verschenen monografie Theoderic in Italy de nadruk op het belang van de dood van

Thrasamund De Vandalen speelden een belangrijke rol in de mediterrane

machtsverhoudingen vanwege hun omvangrijke vloot Zij waren het enige Germaanse volk

met een zeemacht van enige betekenis ten opzichte van de Byzantijnse vloot De pro-

Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic (ca 460-533) maakte Theoderic bang voor een

Vandaals-Byzantijns bondgenootschap tegen hem De Ostrogoten zouden zwak hebben

gestaan tegenover zorsquon bondgenootschap omdat ze zelf niet over een vloot beschikten

Daardoor waren ze kwetsbaar voor aanvallen vanuit zee terwijl ze zelf niet de mogelijkheid

hadden aan te vallen26

Bovendien maakte deze bedreigende verandering in de mediterrane

machtsbalans Theoderic wantrouwend tegenover zijn Romeinse onderdanen die in zijn ogen

teveel sympathie hadden voor de Byzantijnen27

In het kort zijn de drie auteurs het erover eens dat de oorzaak van het verval van het

Ostrogotische koninkrijk ligt in toenemende politieke instabiliteit als gevolg van de dood van

Eutharic en enkele andere steunpilaren van Theoderic Dit werd nog verergerd omdat

Theoderic al oud was en kort daarna zelf overleed In deze scriptie wil ik echter verder kijken

24

Wolfram History of the Goths 329 25

Ibidem 26

John Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte Geschichte 32 (1983) 106-120 27

Moorhead Theoderic in Italy 246-247

8

dan deze min of meer toevallige gebeurtenissen die de ineenstorting van het machtigste

barbaarse koninkrijk van de post-Romeinse wereld tot gevolg hadden en juist de nadruk

leggen op de complexe onderliggende structuur waaruit dit verval voortkwam zowel intern in

de verhouding tussen Goten en Romeinen in het koninkrijk zelf als extern in de verhoudingen

tussen de verschillende staten in de mediterrane wereld

Intern waren de verhoudingen tussen de Romeinen en Goten op politiek en sociaal

gebied zeer complex Niet alleen etniciteit speelde hierin een rol maar ook het religieuze

verschil tussen de katholieke Romeinen en de ariaanse Goten Op buitenlands gebied was er

een ingewikkeld web van huwelijksallianties tussen Theoderic en de andere Germaanse

vorsten in het voormalige West-Romeinse Rijk Bovendien was Theoderic formeel slechts een

bestuurder van Italieuml onder gezag van de Byzantijnse keizers in Constantinopel

Hoe de Ostrogoten deze problemen aanvankelijk leken aan te pakken en hoe er vanaf

ongeveer 520 problemen ontstonden zowel binnenlands als buitenlands is het onderwerp van

deze scriptie De hoofdvraag van de scriptie luidt lsquoWelke onderliggende oorzaken zowel

intern als extern zijn er aan te wijzen voor het snelle verval van het Ostrogotische koninkrijk

aan het einde van het leven van Theodericrsquo

Om tot een antwoord op deze vraag te komen zullen zowel de interne structuur van het

Ostrogotische koninkrijk als de externe verhoudingen met de andere staten in het

Middellandse Zeegebied behandeld worden Intern worden de politieke organisatie de

religieuze verhoudingen en de sociale structuur tussen Goten en Romeinen in het

Ostrogotische koninkrijk uitgebreid belicht Op deze drie terreinen waren de verschillen

tussen zijn onderdanen groot en moest Theoderic een balans zien te vinden Extern worden de

relaties behandeld die Theoderic onderhield met de belangrijkste Germaanse volken op het

grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk en de ingewikkelde relatie met het

Byzantijnse Rijk waaraan hij officieel verantwoording schuldig was

In deze scriptie maak ik gebruik van diverse contemporaine Romeinse bronnen die

veel inzicht verschaffen niet alleen in de historische gebeurtenissen maar vooral ook in het

beeld dat Romeinse tijdgenoten hadden van de heerschappij van de Ostrogoot Theoderic

Deze bronnen vereisen echter wel een kritische houding ten opzichte van de leefwereld en

motivaties van de verschillende auteurs Daarom behandel ik in het eerste hoofdstuk het leven

van de aangehaalde antieke auteurs en de noodzakelijke bedenkingen bij het gebruik van hun

teksten

Vervolgens is er een hoofdstuk waarin de voorgeschiedenis van de Ostrogotische

vestiging in Italieuml behandeld wordt In dit hoofdstuk ligt de nadruk op de vraag wat de

9

politieke verhoudingen waren in de post-Romeinse mediterrane wereld en wat complexe

begrippen als Goten Visigoten en Ostrogoten die veelvuldig in deze scriptie gebruikt

worden inhouden Deze hoofdstukken met de noodzakelijke achtergronden worden gevolgd

door twee hoofdstukken waarin de interne en externe oorzaken van het verval van het

Ostrogotische koninkrijk behandeld worden Tot slot is er een conclusie

2 Antieke bronnen

Onderzoek naar veel delen van Europa na de ondergang van het West-Romeinse Rijk wordt

bemoeilijkt door een gebrek aan geschreven bronnen Dit geldt echter niet voor Italieuml en de

Ostrogoten waarover diverse literaire bronnen zijn overgeleverd Bovendien waren enkele van

deze auteurs direct bij de gebeurtenissen betrokken Hieronder worden de in deze scriptie

gebruikte antieke auteurs besproken

21 Cassiodorus (ca 485-580)

Het is niet duidelijk wanneer Cassiodorus precies is geboren maar uit zijn overgeleverde

teksten blijkt dat hij rond 485 geboren moet zijn en ouder dan negentig is geworden28

Hij is

geboren in Scylletium in zuid-Italieuml Hij kwam uit een familie die in de vijfde eeuw al diverse

generaties deel had uitgemaakt van het bestuurlijk apparaat van het West-Romeinse Rijk29

De

vader van Cassiodorus Cassiodorus de oudere bekleedde enkele belangrijke functies aan het

hof van Odoacer Als gouverneur van Sicilieuml liep Cassiodorus de oudere echter over van

Odoacer naar Theoderic toen deze de overhand leek te krijgen in hun onderlinge strijd30

Namens Theoderic moest hij ondermeer de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml mede

organiseren31

Cassiodorus zelf maakte al op jonge leeftijd naam als kenner van het recht Hij begon

zijn publieke carriegravere als juridisch adviseur en secretaris van zijn vader32

Deze positie gaf

hem rond 505 de gelegenheid een lofrede voor Theoderic te schrijven waardoor zijn literaire

talent opgemerkt werd aan het hof in Ravenna33

Hij maakte vervolgens snel carriegravere in het

28

Arne Soslashby Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies in a migration myth

(Kopenhagen 2002) 54 29

Ibidem 55 30

Ibidem 31

Barnish Cassiodorus xxxix 32

Ibidem 33

James J OrsquoDonnell Cassiodorus (Berkeley 1979) 21

10

bestuur Als quaestor was hij verantwoordelijk voor de diplomatieke berichten van

Theoderic34

Het hoogtepunt van zijn invloed bereikte hij toen hij in 523 na de val van zijn

voorganger Boeumlthius benoemd werd tot magister officiorum een soort eerste minister aan het

hof Ook na de dood van Theoderic bleef Cassiodorus werkzaam in het bestuur van het

koninkrijk Hij diende onder de opvolger van Theoderic Athalaric en diens moeder

Amalasuintha Na de vroegtijdige dood van de jonge koning en de moord op diens moeder

diende hij ook de daaropvolgende Ostrogotische koningen Theodahad (ca 480-536) en

Vitiges (dagger 540) tot 53735

Zelfs na de Byzantijnse invasie van Italieuml in 536 bleef hij korte tijd

werkzaam aan het Gotische hof in Ravenna36

Na zijn publieke carriegravere maakte hij een reis

naar Constantinopel waar hij lange tijd verbleef Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn

geboortestreek in zuid-Italieuml waar hij een monastische gemeenschap vestigde

Cassiodorus heeft een uitgebreid oeuvre nagelaten over zowel seculiere als religieuze

onderwerpen Zo heeft hij onder meer op verzoek van Theoderic een geschiedenis van de

Goten geschreven dat niet is overgeleverd maar dat wel een belangrijke bron vormde voor de

Getica van Jordanes Voor deze scriptie zijn de Variae het belangrijkst Dit is een selectie van

zijn brieven die hij namens Theoderic en diens opvolgers heeft geschreven toen hij diende in

het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk Waarschijnlijk heeft hij de Variae samengesteld

aan het einde van zijn publieke carriegravere in 537 of 53837

Hierna heeft Cassiodorus nog enkele

religieuze werken geschreven Het gaat hier om de Expositio Psalmorum De Anima en de

Institutiones Divinarum et Saecularium Litterarum

Als functionaris aan het hof in Ravenna geeft het werk van Cassiodorus een inkijk in

het functioneren ervan en is daardoor onmisbaar bij bestudering van de politieke structuur van

het hof van Theoderic Toch moet daarbij in het achterhoofd gehouden worden dat het de taak

van Cassiodorus was het beleid van Theoderic te verdedigen Hoewel er geen overduidelijke

propaganda ontdekt kan worden moet de Variae als historische bron voorzichtig gebruikt

worden38

Wel geeft het een goed beeld van de verhouding tussen de Romeinse en Gotische

bestuurlijke elite en vooral van het beeld dat Theoderic van zichzelf via Cassiodorus aan de

Romeinse elite probeerde uit te dragen

34

Barnish Cassiodorus xxxix 35

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 56 36

John Moorhead acuteBoeumlthius and Romans in Ostrogothic serviceacute Historia Zeitschrift fugraver Alte Geschichte 27

(1978) 604-612 aldaar 605 37

Barnish Cassiodorus xiv 38

Ibidem xxxiii

11

22 Ennodius (ca 473-521)

Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk

voorname familie39

Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius

opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed

trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40

Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41

De vrouw trok zich uiteindelijk terug in

een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel

op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42

Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste

was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan

de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt

het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste

plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze

periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel

aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer

die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had

In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen

de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden

Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij

was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze

zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het

langdurige Acaciaanse schisma

In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens

worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande

partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van

deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier

absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die

bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in

deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de

strijdende partijen te intervenieumlren43

Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten

39

Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40

Ibidem 3 41

Ibidem 42

Ibidem 4 43

Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735

12

koste van Laurentius die kort daarna overleed

Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44

Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding

ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor

Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is

het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke

Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45

23 Jordanes (rond 550)

Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond

het midden van de zesde eeuw46

Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd

de secretaris van een Ostrogotische generaal47

Later maakte Jordanes volgens zijn eigen

woorden een religieuze conversio door48

Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee

bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49

Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes

heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de

geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste

mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid

en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551

behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het

mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met

de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de

Byzantijnse generaal Belisarius

De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes

Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane

werk van Cassiodorus50

De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica

vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het

eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de

44

Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45

Ibidem 53 46

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47

Ibidem 102 48

Jord Get 50 265-266 49

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50

Ibidem 114

13

heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51

In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit

Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52

Deze verhalen

hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne

geschiedschrijving53

Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar

de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die

de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-

Romeinse wereld54

In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische

verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de

migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid

gebruikt worden als historische bron

24 Procopius (ca 500-560)

De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de

provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55

Als jongeman kwam hij naar

Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal

Belisarius56

Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens

zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in

een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-

Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar

Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van

Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57

Onduidelijk is wanneer Procopius precies

is overleden

Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte

Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk

Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij

achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk

bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd

51

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52

Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53

Ibidem 54

Ibidem 52 55

HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56

Ibidem 57

Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)

22

14

waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft

beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch

bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke

verhoudingen in het koninkrijk

Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een

lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de

Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58

Dit werk is een bijzonder giftig

smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en

Antonina (ca 484-570)

25 Anonymus Valesianus

De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in

Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar

heeft gevoegd en uitgegeven59

Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij

van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van

Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60

Het is waarschijnlijk

geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661

In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic

behandeld terwijl het midden is weggelaten62

In de bron worden zijn goede daden aan het

begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63

Zijn slechte daden

worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die

vier slangen baarde en enkele aardbevingen64

Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron

gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke

onderdanen zou vervolgen

Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het

eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel

gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het

58

van Dolen Procopius 22 59

Moorhead Theoderic in Italy 3 60

Ibidem 61

Ibidem 4 62

Ibidem 63

Ibidem 3-4 64

SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue

drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573

15

tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65

Toch is het qua

schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke

biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later

zijn slechtheid extra de nadruk te geven66

De Anonymus Valesianus is de enige enigszins

gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67

Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet

benaderen68

3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml

Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane

wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn

die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van

Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch

verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een

Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69

Het zoeken

naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een

politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving

van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie

in Oost-Europa70

De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van

de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het

Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de

lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van

handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71

Door het uitvechten van

kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied

onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de

Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72

De Goten genoten de

65

Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66

Ibidem 573-575 67

Ibidem 572 68

Ibidem 596 69

Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70

Ibidem 71

Ibidem 35-36 72

Ibidem 37

16

steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het

belangrijkste volk aan de Donaugrens73

Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve

contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom

Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten

gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden

Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld

in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74

Bovendien leefden er diverse

andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75

De twee

belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk

en oostelijk deel van de Gotische wereld76

Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de

Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins

grondgebied begeven77

Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en

de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen

te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun

woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)

trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van

keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de

Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag

bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer

Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met

als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten

zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-

423) in het zuidwesten van Gallieuml78

Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten

De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk

weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de

Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens

zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79

De

Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen

73

Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74

Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75

Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76

Halsall Barbarian migration 134 77

Wolfram History of the Goths 23-24 78

Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515 aldaar 491 79

Amm 3132

17

tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de

eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80

Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij

kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag

tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een

bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de

gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81

Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd

onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de

Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82

Met name onder

de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten

die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd

Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een

coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de

Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in

453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten

sterke leider83

In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de

verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden

De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de

Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming

zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84

Een andere grote groep Ostrogoten

had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse

afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85

De Ostrogoten waren in

deze periode zeker geen verenigde groep86

Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r

457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic

Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de

keizer tot concessies te dwingen87

Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee

concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te

80

Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81

Heather Fall of the Roman empire 164 82

EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83

Heather Goths 124 84

Burns History of the Ostrogoths 52 85

AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86

Ibidem 87

Ibidem

18

zorgen88

In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno

kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus

af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en

de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89

Bovendien kreeg de Amaalse

Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil

daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90

Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een

verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun

leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden

verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een

halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met

Theoderic Strabo weer aan91

In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een

coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund

wat hem definitief van Zeno vervreemdde92

In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de

Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten

trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop

liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de

terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93

Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven

Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de

strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94

In ruil voor zijn hulp werd Theoderic

benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic

ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het

grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan

bij de Pannonische Goten95

De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic

een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96

De totale Ostrogotische

bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan

88

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89

Ibidem 90

Heather Goths and Romans 278 91

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92

Ibidem 51 93

Heather Goths and Romans 298 94

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95

Heather Goths and Romans 302 96

Ibidem

19

100000 mensen97

De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een

gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon

beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet

langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand

kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad

afsneed98

Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er

werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten

het machtsgebied van keizer Zeno bevond

Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-

476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer

Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort

daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die

zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was

afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn

macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia

Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius

Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen

maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door

zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen

tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99

Door op een confrontatie aan te sturen

tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om

lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100

Bovendien zou wanneer Theoderic zou

slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de

grenzen van zijn rijk bevinden101

In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan

naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de

Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102

Pas in de zomer van

489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten

tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort

97

Heather Goths and Romans 302 98

Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99

Heather Goths and Romans 307 100

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101

Heather Goths and Romans 308 102

Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127

20

daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna

Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar

het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over

naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103

Theoderic kreeg echter hulp van Alaric

II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat

Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug

in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd

omgeven door moerassen in te nemen104

Deze patstelling duurde voort tot 493

Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en

Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te

delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan

zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn

aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105

Het Ostrogotische leger riep

Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106

Dit was echter tegen de zin

van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door

Constantinopel107

Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de

rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze

positie bekleden

Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies

Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108

Ook in het westen

breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de

vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de

fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109

Maar de Visigotische koning Alaric II werd

vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van

Gallieuml110

Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de

Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij

een onbekende vrouw

Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de

Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke

103

Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105

Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106

Ibidem 107

Wolfram History of the Goths 284 108

Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109

Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114

21

aanval op de Visigoten in 507111

In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen

waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml

werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112

De Ostrogoten intervenieerden echter

in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113

Daarnaast

slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de

Provence te behouden voor de Visigoten

De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het

Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd

hadden114

Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen

van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige

zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de

zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte

De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van

Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over

het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had

aangesteld115

Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was

Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric

zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116

111

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112

Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114

A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I

162-192 aldaar 167-168 115

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116

Ibidem 123

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 3: Theoderic en zijn koninkrijk

3

1 Inleiding

Nadat de Ostrogoten onder leiding van Theoderic (454-526) in het jaar 488 Italieuml waren

binnengevallen en in 493 definitief hun gezag hadden gevestigd ten koste van de Germaanse

krijgsheer Odoacer (433-493) heersten ze over een rijk in het middelpunt van de mediterrane

wereld dat in de post-Romeinse wereld lange tijd zeer succesvol was1 Omdat Theoderic

koning was over een rijk waar de Goten slechts een kleine minderheid vormden tegenover een

veel grotere Romeinse bevolking speelden de Romeinen een zeer grote rol in de cultuur en

het bestuur van het rijk2 Theoderic creeumlerde een koninkrijk met een dubbele etniciteit waar

de Goten vooral de militaire slagkracht vormden en de Romeinen de al bestaande bureaucratie

onderhielden en belastingen betaalden3 Theoderic zelf presenteerde zich gedurende zijn

heerschappij bovendien steeds meer alsof hij een nieuwe West-Romeinse keizer was4

Niet alleen binnen Italieuml is het succes van de heerschappij van Theoderic duidelijk De

Visigotische Vandaalse Frankische en Bourgondische koninkrijken die zijn ontstaan in het

voormalige West-Romeinse Rijk waren alle door middel van huwelijksallianties aan

Theoderic gebonden Het Visigotische koninkrijk in Spanje en Zuid-Gallieuml werd uiteindelijk

zelfs een soort vazalstaat van Theoderic toen hij vanaf 510 als regent namens zijn

minderjarige kleinzoon en koning van de Visigoten Amalaric (dagger 531) optrad Theoderic liet

zijn dochter Amalasuintha (ca 495-535) in 515 trouwen met de Visigotische edelman

Eutharic (ca 480-5223) en wees hem als zijn opvolger aan Met Eutharic als koning zouden

de twee Gotische takken definitief in eacuteeacuten koninkrijk verbonden zijn waarna dit nieuwe

koninkrijk tot een waardige opvolger van het West-Romeinse Rijk kon uitgroeien

Het Romeinse karakter van het Ostrogotische koninkrijk wordt goed geiumlllustreerd door

twee brieven die Cassiodorus (ca 485-580) een Romeinse functionaris en schrijver aan het

hof in Ravenna heeft geschreven voor Theoderic Beide brieven zijn waarschijnlijk opgesteld

in 5065 In de eerste van de brieven vraagt Theoderic via Cassiodorus aan de Romeinse

staatsman en filosoof Boeumlthius (ca 480-525) een waterklok en een zonnewijzer als

geschenken voor de Bourgondische koning Gundobad (ca 452-516) In de brief spreekt hij

zeer lovende woorden over de kennis en ontwikkeling van Boeumlthius in de lijn van de Grieks-

Romeinse cultuur

1 Peter Heather The Goths (Cornwall 1996) 216

2 John Moorhead Theoderic in Italy (Avon 1992) 111

3 Guy Halsall Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008) 332

4 Heather Goths 223

5 SJB Barnish Cassiodorus Variae (Liverpool 1992) 20

4

lsquoDoor mij is ontdekt dat jij enorm verrijkt door geleerdheid de kunsten die mensen

over het algemeen onwetend uitvoeren zelf hebt gedronken van de bron van kennis

Want zo ben je de ver verwijderde scholen van Athene binnengegaan zo heb je je in

toga gemengd in samenkomsten in Griekse mantels zo heb je Griekse theorieeumln

omgevormd tot Romeinse kennis Want jij hebt geleerd hoeveel diepte de speculatieve

filosofie heeft in alle delen en hoe de praktische redenering in al zijn verdelingen

wordt geleerd terwijl je aan de Romeinse senatoren iedere unieke zaak die de

Cecropiden (Atheners) hebben gemaakt voor de wereld hebt overgebrachtrsquo6

In de volgende brief van Cassiodorus worden de waterklok en de zonnewijzer als belangrijke

resultaten van de Romeinse wetenschap aan de Bourgondische koning Gundobad

gepresenteerd

lsquoLaat Bourgondieuml onder uw heerschappij leren de nauwkeurigste zaken te begrijpen en

de antieke uitvindingen te bewonderen door u legt het zijn primitieve levenswijze af

en doordat het het voorbeeld van zijn koning ziet verlangt het op de correcte manier

naar de prestaties van de wijzen Laat het de delen van de dag onderscheiden door hun

daden en laat het het verloop van de uren zeer precies vaststellenrsquo7

In deze twee citaten is duidelijk te zien hoe Romeins de cultuur van Italieuml onder de

heerschappij van Theoderic nog was Moderne historici beschouwen de Ostrogotische periode

dan ook als onderdeel van de oudheid Het begin van de middeleeuwen wordt pas bereikt na

het einde van de Ostrogotische dominantie in Italieuml8 Van alle volken die gedurende de zesde

eeuw over Italieuml geheerst hebben worden de Ostrogoten beschouwd als de beste beheerders

van de klassieke cultuur9 Zeker de in het eerste citaat genoemde filosoof Boeumlthius is eacuteeacuten van

de grootheden van de klassieke cultuur en zijn werken zijn gedurende de gehele

middeleeuwen maar ook daarna uitgebreid bestudeerd De beroemde Engelse historicus

6 Cass Var 1 45 8-12 deze en latere vertalingen zijn van eigen hand

Hoc te multa eruditione saginatum ita nosse didicimus ut artes quas exercent vulgariter nescientes in ipso

disciplinarum fonte potaveris sic enim Atheniensium scholas longe positus introisti sic palliatorum choris

miscuisti togam ut Graecorum dogmata doctrinam feceris esse Romanam didicisti enim qua profunditate cum

suis partibus speculativa cogitetur qua ratione activa cum sua divisione discatur deducens ad Romuleos

senatores quicquid Cecropidae mundo fecerant singulare 7 Cass Var 1 46 7-9

discat sub vobis Burgundia res subtilissimas inspicere et antiquorum inventa laudare per vos propositum

gentile deponit et dum prudentiam regis sui respicit iure facta sapientium concupiscit distinguat spatia diei

actibus suis horarum aptissime momenta constituat 8 John Moorhead lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history (NCMH) I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161 aldaar 159 9 Ibidem

5

Edward Gibbon (1737-1794) noemt Boeumlthius in zijn History of the decline and fall of the

Roman Empire lsquoThe last of the Romans whom Cato or Tully (Cicero) could have

acknowledged for their countrymanrsquo10

Deze situatie bleef echter niet voortduren In 522 of 523 stierf Eutharic (ca 480-

5223) de schoonzoon en beoogd opvolger van Theoderic11

Hierna volgde een periode van

wantrouwen en politieke instabiliteit Het dieptepunt van deze periode was waarschijnlijk de

executie van Boeumlthius in 525 samen met enkele andere voorname Romeinen zoals zijn

schoonvader Symmachus (dagger 526) Volgens de Byzantijnse historicus Procopius (ca 500-560)

werd hij door Theoderic verdacht van het aanzetten tot een revolutie12

Mogelijk wordt

hiermee een samenzwering bedoeld om een Byzantijnse interventie in Italieuml te

bewerkstelligen13

Een andere mogelijkheid is dat Boeumlthius zich aan de verkeerde kant van de

opvolgingsstrijd bevond na de dood van Eutharic14

Ook de katholieke paus Johannes I (dagger

526) werd in deze periode door Theoderic gevangen gezet waarna hij korte tijd later

overleed Het lijkt erop dat de aanvankelijke harmonieuze samenwerking tussen Goten en

Romeinen ten einde was gekomen en er steeds meer spanningen ontstonden tussen beide

bevolkingsgroepen

Na de dood van Theoderic in 526 verslechterde de politieke stabiliteit nog verder

Uiteindelijk gaf dit de gelegenheid aan de Byzantijnse generaal Belisarius (ca 500-565)

namens zijn keizer Justinianus I (r 527-565) in 535 Sicilieuml binnen te vallen en een jaar later

Italieuml waarmee hij de langdurige Gotische oorlog begon Aanvankelijk verliep deze invasie

voorspoedig voor de Byzantijnen maar na verloop van tijd werd deze oorlog steeds

kostbaarder en bloediger voor alle partijen en zeker voor de Romeinse bevolking van Italieuml15

Pas in 554 werd de verovering van het Ostrogotische koninkrijk afgerond De lange

duur van de oorlog en de invasie van Italieuml door de Longobarden kort daarna in 568 zorgden

er niet alleen voor dat er een einde kwam aan de Gotische invloed in Italieuml maar ook dat

Italieuml dat voorheen het centrum van de mediterrane wereld was in de Byzantijnse periode

veel minder belangrijk werd16

10

Edward Gibbon The history of the decline and fall of the Roman Empire IV (Londen 1911) 197-198 11

Heather Goths 250 12

Procop BG 1 134 13

Moorhead Theoderic in Italy 221 14

Heather Goths 252 15

AD Lee lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New

York 2005) 113-133 aldaar 126-127 16

Mark Humphries lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en Michael Whitby ed The

Cambridge ancient history (CAH) XIV Late antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000)

525-551 aldaar 525

6

Dit aanvankelijke succes van het Ostrogotische koninkrijk gevolgd door een scherpe

neergang is opmerkelijk Ondanks de grote verschillen tussen de Goten en de Romeinen

wisten ze onder de heerschappij van Theoderic te komen tot een harmonieuze samenwerking

en groeide het Ostrogotische koninkrijk uit tot het meest succesvolle Germaanse koninkrijk

op het grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk De snelle neergang vanaf het

einde van het leven van Theoderic is daarom des te opvallender

De dood van de kroonprins Eutharic in 522 of 523 toen Theoderic zelf ongeveer

zeventig was is ook de directe oorzaak van het uiteindelijke falen van het Ostrogotische

koninkrijk die door moderne historici wordt aangewezen In het moderne debat over de

Ostrogoten zijn de publicaties van de Engelse historicus Peter Heather de Oostenrijkse

historicus Herwig Wolfram en de Australische historicus John Moorhead toonaangevend

Hieronder zet ik hun visies op het uiteindelijke falen van het koninkrijk van Theoderic uiteen

Peter Heather stelt in zijn werk The Goths dat Theoderic de basis heeft gelegd voor

een succesvolle integratie van Goten en Romeinen in zijn koninkrijk17

De opvolgingscrisis na

de dood van Eutharic zorgde voor de enorme problemen in de laatste jaren van Theoderic

niet onderliggende wrijving tussen de Goten en Romeinen18

Bovendien vergrootte de dood

van Eutharic ook de spanningen met het Byzantijnse Rijk aangezien keizer Justinus I (r 518-

527) weigerde de nieuwe kroonprins en zoon van Eutharic Athalaric (516-534) als opvolger

van Theoderic te erkennen19

Na de dood van Theoderic verslechterde de politieke situatie nog verder omdat veel

Gotische edelen niet zomaar de heerschappij van Athalaric en zijn moeder Amalasuintha die

als regentes optrad accepteerden20

Er werd vooral strijd gevoerd over invloed op de

minderjarige koning21

Amalasuintha hechtte veel belang aan een Romeinse scholing voor

haar zoon maar een groep Gotische edelen die haar invloed wilde verminderen protesteerde

hiertegen Volgens Heather moet dit echter niet gezien worden als een afwijzing van de

Romeinse cultuur door de Gotische elite De scholing van Athalaric werd volgens hem slechts

als een excuus gebruikt in een strijd over politieke invloed aan het hof in Ravenna22

Ook Herwig Wolfram wijst in zijn werk History of the Goths op het overlijden van

Eutharic dat voor een opvolgingscrisis zorgde23

Daarnaast wijst Wolfram op de invloed van

17

Heather Goths 258 18

Ibidem 19

Ibidem 255 20

Ibidem 260 21

Ibidem 22

Ibidem 23

Herwig Wolfram History of the Goths (Berkeley 1988) 329

7

het overlijden van enkele andere steunpilaren van Theoderic in dezelfde periode24

Zo stierf

paus Johannes in 526 nadat hij door Theoderic gevangen was gezet Voorheen was de paus

echter altijd een belangrijke bondgenoot geweest van het Ostrogotische hof omdat hij

streefde naar zoveel mogelijk onafhankelijkheid van de geestelijkheid in Italieuml tegenover de

Byzantijnse keizers Theoderic was vanwege dit streven een natuurlijke bondgenoot van de

paus geweest

Maar vooral de betrekkingen met andere Germaanse koninkrijken stonden onder grote

druk Theoderic had altijd geprobeerd goede relaties met de andere Germaanse vorsten te

onderhouden maar in korte tijd overleed de Vandaalse koning Thrasamund (450-523) en

werd de Bourgondische kroonprins en kleinzoon van Theoderic Segaric (495-517) door zijn

eigen vader Sigismund (dagger 524) vermoord25

Beide volken gingen daarna een veel agressievere

koers varen tegenover de Ostrogoten terwijl ze de betrekkingen met het Byzantijnse Rijk

waarmee Theoderic altijd een gespannen verhouding had gehad juist probeerden te

verbeteren

John Moorhead legt in zijn artikel lsquoThe last years of Theodericrsquo en in zijn later

verschenen monografie Theoderic in Italy de nadruk op het belang van de dood van

Thrasamund De Vandalen speelden een belangrijke rol in de mediterrane

machtsverhoudingen vanwege hun omvangrijke vloot Zij waren het enige Germaanse volk

met een zeemacht van enige betekenis ten opzichte van de Byzantijnse vloot De pro-

Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic (ca 460-533) maakte Theoderic bang voor een

Vandaals-Byzantijns bondgenootschap tegen hem De Ostrogoten zouden zwak hebben

gestaan tegenover zorsquon bondgenootschap omdat ze zelf niet over een vloot beschikten

Daardoor waren ze kwetsbaar voor aanvallen vanuit zee terwijl ze zelf niet de mogelijkheid

hadden aan te vallen26

Bovendien maakte deze bedreigende verandering in de mediterrane

machtsbalans Theoderic wantrouwend tegenover zijn Romeinse onderdanen die in zijn ogen

teveel sympathie hadden voor de Byzantijnen27

In het kort zijn de drie auteurs het erover eens dat de oorzaak van het verval van het

Ostrogotische koninkrijk ligt in toenemende politieke instabiliteit als gevolg van de dood van

Eutharic en enkele andere steunpilaren van Theoderic Dit werd nog verergerd omdat

Theoderic al oud was en kort daarna zelf overleed In deze scriptie wil ik echter verder kijken

24

Wolfram History of the Goths 329 25

Ibidem 26

John Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte Geschichte 32 (1983) 106-120 27

Moorhead Theoderic in Italy 246-247

8

dan deze min of meer toevallige gebeurtenissen die de ineenstorting van het machtigste

barbaarse koninkrijk van de post-Romeinse wereld tot gevolg hadden en juist de nadruk

leggen op de complexe onderliggende structuur waaruit dit verval voortkwam zowel intern in

de verhouding tussen Goten en Romeinen in het koninkrijk zelf als extern in de verhoudingen

tussen de verschillende staten in de mediterrane wereld

Intern waren de verhoudingen tussen de Romeinen en Goten op politiek en sociaal

gebied zeer complex Niet alleen etniciteit speelde hierin een rol maar ook het religieuze

verschil tussen de katholieke Romeinen en de ariaanse Goten Op buitenlands gebied was er

een ingewikkeld web van huwelijksallianties tussen Theoderic en de andere Germaanse

vorsten in het voormalige West-Romeinse Rijk Bovendien was Theoderic formeel slechts een

bestuurder van Italieuml onder gezag van de Byzantijnse keizers in Constantinopel

Hoe de Ostrogoten deze problemen aanvankelijk leken aan te pakken en hoe er vanaf

ongeveer 520 problemen ontstonden zowel binnenlands als buitenlands is het onderwerp van

deze scriptie De hoofdvraag van de scriptie luidt lsquoWelke onderliggende oorzaken zowel

intern als extern zijn er aan te wijzen voor het snelle verval van het Ostrogotische koninkrijk

aan het einde van het leven van Theodericrsquo

Om tot een antwoord op deze vraag te komen zullen zowel de interne structuur van het

Ostrogotische koninkrijk als de externe verhoudingen met de andere staten in het

Middellandse Zeegebied behandeld worden Intern worden de politieke organisatie de

religieuze verhoudingen en de sociale structuur tussen Goten en Romeinen in het

Ostrogotische koninkrijk uitgebreid belicht Op deze drie terreinen waren de verschillen

tussen zijn onderdanen groot en moest Theoderic een balans zien te vinden Extern worden de

relaties behandeld die Theoderic onderhield met de belangrijkste Germaanse volken op het

grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk en de ingewikkelde relatie met het

Byzantijnse Rijk waaraan hij officieel verantwoording schuldig was

In deze scriptie maak ik gebruik van diverse contemporaine Romeinse bronnen die

veel inzicht verschaffen niet alleen in de historische gebeurtenissen maar vooral ook in het

beeld dat Romeinse tijdgenoten hadden van de heerschappij van de Ostrogoot Theoderic

Deze bronnen vereisen echter wel een kritische houding ten opzichte van de leefwereld en

motivaties van de verschillende auteurs Daarom behandel ik in het eerste hoofdstuk het leven

van de aangehaalde antieke auteurs en de noodzakelijke bedenkingen bij het gebruik van hun

teksten

Vervolgens is er een hoofdstuk waarin de voorgeschiedenis van de Ostrogotische

vestiging in Italieuml behandeld wordt In dit hoofdstuk ligt de nadruk op de vraag wat de

9

politieke verhoudingen waren in de post-Romeinse mediterrane wereld en wat complexe

begrippen als Goten Visigoten en Ostrogoten die veelvuldig in deze scriptie gebruikt

worden inhouden Deze hoofdstukken met de noodzakelijke achtergronden worden gevolgd

door twee hoofdstukken waarin de interne en externe oorzaken van het verval van het

Ostrogotische koninkrijk behandeld worden Tot slot is er een conclusie

2 Antieke bronnen

Onderzoek naar veel delen van Europa na de ondergang van het West-Romeinse Rijk wordt

bemoeilijkt door een gebrek aan geschreven bronnen Dit geldt echter niet voor Italieuml en de

Ostrogoten waarover diverse literaire bronnen zijn overgeleverd Bovendien waren enkele van

deze auteurs direct bij de gebeurtenissen betrokken Hieronder worden de in deze scriptie

gebruikte antieke auteurs besproken

21 Cassiodorus (ca 485-580)

Het is niet duidelijk wanneer Cassiodorus precies is geboren maar uit zijn overgeleverde

teksten blijkt dat hij rond 485 geboren moet zijn en ouder dan negentig is geworden28

Hij is

geboren in Scylletium in zuid-Italieuml Hij kwam uit een familie die in de vijfde eeuw al diverse

generaties deel had uitgemaakt van het bestuurlijk apparaat van het West-Romeinse Rijk29

De

vader van Cassiodorus Cassiodorus de oudere bekleedde enkele belangrijke functies aan het

hof van Odoacer Als gouverneur van Sicilieuml liep Cassiodorus de oudere echter over van

Odoacer naar Theoderic toen deze de overhand leek te krijgen in hun onderlinge strijd30

Namens Theoderic moest hij ondermeer de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml mede

organiseren31

Cassiodorus zelf maakte al op jonge leeftijd naam als kenner van het recht Hij begon

zijn publieke carriegravere als juridisch adviseur en secretaris van zijn vader32

Deze positie gaf

hem rond 505 de gelegenheid een lofrede voor Theoderic te schrijven waardoor zijn literaire

talent opgemerkt werd aan het hof in Ravenna33

Hij maakte vervolgens snel carriegravere in het

28

Arne Soslashby Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies in a migration myth

(Kopenhagen 2002) 54 29

Ibidem 55 30

Ibidem 31

Barnish Cassiodorus xxxix 32

Ibidem 33

James J OrsquoDonnell Cassiodorus (Berkeley 1979) 21

10

bestuur Als quaestor was hij verantwoordelijk voor de diplomatieke berichten van

Theoderic34

Het hoogtepunt van zijn invloed bereikte hij toen hij in 523 na de val van zijn

voorganger Boeumlthius benoemd werd tot magister officiorum een soort eerste minister aan het

hof Ook na de dood van Theoderic bleef Cassiodorus werkzaam in het bestuur van het

koninkrijk Hij diende onder de opvolger van Theoderic Athalaric en diens moeder

Amalasuintha Na de vroegtijdige dood van de jonge koning en de moord op diens moeder

diende hij ook de daaropvolgende Ostrogotische koningen Theodahad (ca 480-536) en

Vitiges (dagger 540) tot 53735

Zelfs na de Byzantijnse invasie van Italieuml in 536 bleef hij korte tijd

werkzaam aan het Gotische hof in Ravenna36

Na zijn publieke carriegravere maakte hij een reis

naar Constantinopel waar hij lange tijd verbleef Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn

geboortestreek in zuid-Italieuml waar hij een monastische gemeenschap vestigde

Cassiodorus heeft een uitgebreid oeuvre nagelaten over zowel seculiere als religieuze

onderwerpen Zo heeft hij onder meer op verzoek van Theoderic een geschiedenis van de

Goten geschreven dat niet is overgeleverd maar dat wel een belangrijke bron vormde voor de

Getica van Jordanes Voor deze scriptie zijn de Variae het belangrijkst Dit is een selectie van

zijn brieven die hij namens Theoderic en diens opvolgers heeft geschreven toen hij diende in

het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk Waarschijnlijk heeft hij de Variae samengesteld

aan het einde van zijn publieke carriegravere in 537 of 53837

Hierna heeft Cassiodorus nog enkele

religieuze werken geschreven Het gaat hier om de Expositio Psalmorum De Anima en de

Institutiones Divinarum et Saecularium Litterarum

Als functionaris aan het hof in Ravenna geeft het werk van Cassiodorus een inkijk in

het functioneren ervan en is daardoor onmisbaar bij bestudering van de politieke structuur van

het hof van Theoderic Toch moet daarbij in het achterhoofd gehouden worden dat het de taak

van Cassiodorus was het beleid van Theoderic te verdedigen Hoewel er geen overduidelijke

propaganda ontdekt kan worden moet de Variae als historische bron voorzichtig gebruikt

worden38

Wel geeft het een goed beeld van de verhouding tussen de Romeinse en Gotische

bestuurlijke elite en vooral van het beeld dat Theoderic van zichzelf via Cassiodorus aan de

Romeinse elite probeerde uit te dragen

34

Barnish Cassiodorus xxxix 35

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 56 36

John Moorhead acuteBoeumlthius and Romans in Ostrogothic serviceacute Historia Zeitschrift fugraver Alte Geschichte 27

(1978) 604-612 aldaar 605 37

Barnish Cassiodorus xiv 38

Ibidem xxxiii

11

22 Ennodius (ca 473-521)

Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk

voorname familie39

Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius

opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed

trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40

Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41

De vrouw trok zich uiteindelijk terug in

een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel

op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42

Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste

was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan

de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt

het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste

plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze

periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel

aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer

die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had

In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen

de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden

Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij

was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze

zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het

langdurige Acaciaanse schisma

In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens

worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande

partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van

deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier

absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die

bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in

deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de

strijdende partijen te intervenieumlren43

Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten

39

Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40

Ibidem 3 41

Ibidem 42

Ibidem 4 43

Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735

12

koste van Laurentius die kort daarna overleed

Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44

Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding

ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor

Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is

het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke

Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45

23 Jordanes (rond 550)

Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond

het midden van de zesde eeuw46

Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd

de secretaris van een Ostrogotische generaal47

Later maakte Jordanes volgens zijn eigen

woorden een religieuze conversio door48

Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee

bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49

Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes

heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de

geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste

mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid

en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551

behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het

mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met

de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de

Byzantijnse generaal Belisarius

De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes

Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane

werk van Cassiodorus50

De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica

vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het

eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de

44

Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45

Ibidem 53 46

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47

Ibidem 102 48

Jord Get 50 265-266 49

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50

Ibidem 114

13

heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51

In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit

Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52

Deze verhalen

hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne

geschiedschrijving53

Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar

de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die

de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-

Romeinse wereld54

In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische

verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de

migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid

gebruikt worden als historische bron

24 Procopius (ca 500-560)

De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de

provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55

Als jongeman kwam hij naar

Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal

Belisarius56

Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens

zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in

een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-

Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar

Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van

Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57

Onduidelijk is wanneer Procopius precies

is overleden

Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte

Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk

Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij

achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk

bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd

51

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52

Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53

Ibidem 54

Ibidem 52 55

HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56

Ibidem 57

Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)

22

14

waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft

beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch

bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke

verhoudingen in het koninkrijk

Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een

lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de

Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58

Dit werk is een bijzonder giftig

smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en

Antonina (ca 484-570)

25 Anonymus Valesianus

De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in

Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar

heeft gevoegd en uitgegeven59

Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij

van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van

Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60

Het is waarschijnlijk

geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661

In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic

behandeld terwijl het midden is weggelaten62

In de bron worden zijn goede daden aan het

begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63

Zijn slechte daden

worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die

vier slangen baarde en enkele aardbevingen64

Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron

gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke

onderdanen zou vervolgen

Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het

eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel

gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het

58

van Dolen Procopius 22 59

Moorhead Theoderic in Italy 3 60

Ibidem 61

Ibidem 4 62

Ibidem 63

Ibidem 3-4 64

SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue

drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573

15

tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65

Toch is het qua

schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke

biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later

zijn slechtheid extra de nadruk te geven66

De Anonymus Valesianus is de enige enigszins

gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67

Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet

benaderen68

3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml

Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane

wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn

die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van

Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch

verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een

Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69

Het zoeken

naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een

politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving

van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie

in Oost-Europa70

De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van

de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het

Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de

lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van

handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71

Door het uitvechten van

kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied

onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de

Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72

De Goten genoten de

65

Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66

Ibidem 573-575 67

Ibidem 572 68

Ibidem 596 69

Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70

Ibidem 71

Ibidem 35-36 72

Ibidem 37

16

steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het

belangrijkste volk aan de Donaugrens73

Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve

contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom

Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten

gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden

Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld

in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74

Bovendien leefden er diverse

andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75

De twee

belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk

en oostelijk deel van de Gotische wereld76

Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de

Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins

grondgebied begeven77

Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en

de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen

te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun

woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)

trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van

keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de

Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag

bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer

Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met

als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten

zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-

423) in het zuidwesten van Gallieuml78

Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten

De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk

weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de

Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens

zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79

De

Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen

73

Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74

Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75

Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76

Halsall Barbarian migration 134 77

Wolfram History of the Goths 23-24 78

Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515 aldaar 491 79

Amm 3132

17

tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de

eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80

Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij

kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag

tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een

bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de

gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81

Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd

onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de

Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82

Met name onder

de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten

die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd

Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een

coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de

Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in

453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten

sterke leider83

In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de

verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden

De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de

Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming

zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84

Een andere grote groep Ostrogoten

had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse

afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85

De Ostrogoten waren in

deze periode zeker geen verenigde groep86

Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r

457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic

Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de

keizer tot concessies te dwingen87

Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee

concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te

80

Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81

Heather Fall of the Roman empire 164 82

EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83

Heather Goths 124 84

Burns History of the Ostrogoths 52 85

AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86

Ibidem 87

Ibidem

18

zorgen88

In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno

kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus

af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en

de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89

Bovendien kreeg de Amaalse

Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil

daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90

Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een

verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun

leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden

verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een

halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met

Theoderic Strabo weer aan91

In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een

coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund

wat hem definitief van Zeno vervreemdde92

In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de

Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten

trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop

liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de

terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93

Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven

Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de

strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94

In ruil voor zijn hulp werd Theoderic

benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic

ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het

grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan

bij de Pannonische Goten95

De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic

een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96

De totale Ostrogotische

bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan

88

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89

Ibidem 90

Heather Goths and Romans 278 91

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92

Ibidem 51 93

Heather Goths and Romans 298 94

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95

Heather Goths and Romans 302 96

Ibidem

19

100000 mensen97

De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een

gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon

beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet

langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand

kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad

afsneed98

Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er

werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten

het machtsgebied van keizer Zeno bevond

Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-

476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer

Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort

daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die

zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was

afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn

macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia

Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius

Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen

maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door

zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen

tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99

Door op een confrontatie aan te sturen

tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om

lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100

Bovendien zou wanneer Theoderic zou

slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de

grenzen van zijn rijk bevinden101

In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan

naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de

Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102

Pas in de zomer van

489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten

tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort

97

Heather Goths and Romans 302 98

Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99

Heather Goths and Romans 307 100

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101

Heather Goths and Romans 308 102

Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127

20

daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna

Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar

het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over

naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103

Theoderic kreeg echter hulp van Alaric

II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat

Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug

in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd

omgeven door moerassen in te nemen104

Deze patstelling duurde voort tot 493

Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en

Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te

delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan

zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn

aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105

Het Ostrogotische leger riep

Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106

Dit was echter tegen de zin

van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door

Constantinopel107

Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de

rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze

positie bekleden

Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies

Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108

Ook in het westen

breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de

vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de

fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109

Maar de Visigotische koning Alaric II werd

vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van

Gallieuml110

Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de

Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij

een onbekende vrouw

Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de

Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke

103

Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105

Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106

Ibidem 107

Wolfram History of the Goths 284 108

Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109

Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114

21

aanval op de Visigoten in 507111

In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen

waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml

werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112

De Ostrogoten intervenieerden echter

in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113

Daarnaast

slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de

Provence te behouden voor de Visigoten

De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het

Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd

hadden114

Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen

van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige

zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de

zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte

De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van

Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over

het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had

aangesteld115

Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was

Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric

zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116

111

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112

Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114

A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I

162-192 aldaar 167-168 115

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116

Ibidem 123

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 4: Theoderic en zijn koninkrijk

4

lsquoDoor mij is ontdekt dat jij enorm verrijkt door geleerdheid de kunsten die mensen

over het algemeen onwetend uitvoeren zelf hebt gedronken van de bron van kennis

Want zo ben je de ver verwijderde scholen van Athene binnengegaan zo heb je je in

toga gemengd in samenkomsten in Griekse mantels zo heb je Griekse theorieeumln

omgevormd tot Romeinse kennis Want jij hebt geleerd hoeveel diepte de speculatieve

filosofie heeft in alle delen en hoe de praktische redenering in al zijn verdelingen

wordt geleerd terwijl je aan de Romeinse senatoren iedere unieke zaak die de

Cecropiden (Atheners) hebben gemaakt voor de wereld hebt overgebrachtrsquo6

In de volgende brief van Cassiodorus worden de waterklok en de zonnewijzer als belangrijke

resultaten van de Romeinse wetenschap aan de Bourgondische koning Gundobad

gepresenteerd

lsquoLaat Bourgondieuml onder uw heerschappij leren de nauwkeurigste zaken te begrijpen en

de antieke uitvindingen te bewonderen door u legt het zijn primitieve levenswijze af

en doordat het het voorbeeld van zijn koning ziet verlangt het op de correcte manier

naar de prestaties van de wijzen Laat het de delen van de dag onderscheiden door hun

daden en laat het het verloop van de uren zeer precies vaststellenrsquo7

In deze twee citaten is duidelijk te zien hoe Romeins de cultuur van Italieuml onder de

heerschappij van Theoderic nog was Moderne historici beschouwen de Ostrogotische periode

dan ook als onderdeel van de oudheid Het begin van de middeleeuwen wordt pas bereikt na

het einde van de Ostrogotische dominantie in Italieuml8 Van alle volken die gedurende de zesde

eeuw over Italieuml geheerst hebben worden de Ostrogoten beschouwd als de beste beheerders

van de klassieke cultuur9 Zeker de in het eerste citaat genoemde filosoof Boeumlthius is eacuteeacuten van

de grootheden van de klassieke cultuur en zijn werken zijn gedurende de gehele

middeleeuwen maar ook daarna uitgebreid bestudeerd De beroemde Engelse historicus

6 Cass Var 1 45 8-12 deze en latere vertalingen zijn van eigen hand

Hoc te multa eruditione saginatum ita nosse didicimus ut artes quas exercent vulgariter nescientes in ipso

disciplinarum fonte potaveris sic enim Atheniensium scholas longe positus introisti sic palliatorum choris

miscuisti togam ut Graecorum dogmata doctrinam feceris esse Romanam didicisti enim qua profunditate cum

suis partibus speculativa cogitetur qua ratione activa cum sua divisione discatur deducens ad Romuleos

senatores quicquid Cecropidae mundo fecerant singulare 7 Cass Var 1 46 7-9

discat sub vobis Burgundia res subtilissimas inspicere et antiquorum inventa laudare per vos propositum

gentile deponit et dum prudentiam regis sui respicit iure facta sapientium concupiscit distinguat spatia diei

actibus suis horarum aptissime momenta constituat 8 John Moorhead lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history (NCMH) I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161 aldaar 159 9 Ibidem

5

Edward Gibbon (1737-1794) noemt Boeumlthius in zijn History of the decline and fall of the

Roman Empire lsquoThe last of the Romans whom Cato or Tully (Cicero) could have

acknowledged for their countrymanrsquo10

Deze situatie bleef echter niet voortduren In 522 of 523 stierf Eutharic (ca 480-

5223) de schoonzoon en beoogd opvolger van Theoderic11

Hierna volgde een periode van

wantrouwen en politieke instabiliteit Het dieptepunt van deze periode was waarschijnlijk de

executie van Boeumlthius in 525 samen met enkele andere voorname Romeinen zoals zijn

schoonvader Symmachus (dagger 526) Volgens de Byzantijnse historicus Procopius (ca 500-560)

werd hij door Theoderic verdacht van het aanzetten tot een revolutie12

Mogelijk wordt

hiermee een samenzwering bedoeld om een Byzantijnse interventie in Italieuml te

bewerkstelligen13

Een andere mogelijkheid is dat Boeumlthius zich aan de verkeerde kant van de

opvolgingsstrijd bevond na de dood van Eutharic14

Ook de katholieke paus Johannes I (dagger

526) werd in deze periode door Theoderic gevangen gezet waarna hij korte tijd later

overleed Het lijkt erop dat de aanvankelijke harmonieuze samenwerking tussen Goten en

Romeinen ten einde was gekomen en er steeds meer spanningen ontstonden tussen beide

bevolkingsgroepen

Na de dood van Theoderic in 526 verslechterde de politieke stabiliteit nog verder

Uiteindelijk gaf dit de gelegenheid aan de Byzantijnse generaal Belisarius (ca 500-565)

namens zijn keizer Justinianus I (r 527-565) in 535 Sicilieuml binnen te vallen en een jaar later

Italieuml waarmee hij de langdurige Gotische oorlog begon Aanvankelijk verliep deze invasie

voorspoedig voor de Byzantijnen maar na verloop van tijd werd deze oorlog steeds

kostbaarder en bloediger voor alle partijen en zeker voor de Romeinse bevolking van Italieuml15

Pas in 554 werd de verovering van het Ostrogotische koninkrijk afgerond De lange

duur van de oorlog en de invasie van Italieuml door de Longobarden kort daarna in 568 zorgden

er niet alleen voor dat er een einde kwam aan de Gotische invloed in Italieuml maar ook dat

Italieuml dat voorheen het centrum van de mediterrane wereld was in de Byzantijnse periode

veel minder belangrijk werd16

10

Edward Gibbon The history of the decline and fall of the Roman Empire IV (Londen 1911) 197-198 11

Heather Goths 250 12

Procop BG 1 134 13

Moorhead Theoderic in Italy 221 14

Heather Goths 252 15

AD Lee lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New

York 2005) 113-133 aldaar 126-127 16

Mark Humphries lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en Michael Whitby ed The

Cambridge ancient history (CAH) XIV Late antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000)

525-551 aldaar 525

6

Dit aanvankelijke succes van het Ostrogotische koninkrijk gevolgd door een scherpe

neergang is opmerkelijk Ondanks de grote verschillen tussen de Goten en de Romeinen

wisten ze onder de heerschappij van Theoderic te komen tot een harmonieuze samenwerking

en groeide het Ostrogotische koninkrijk uit tot het meest succesvolle Germaanse koninkrijk

op het grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk De snelle neergang vanaf het

einde van het leven van Theoderic is daarom des te opvallender

De dood van de kroonprins Eutharic in 522 of 523 toen Theoderic zelf ongeveer

zeventig was is ook de directe oorzaak van het uiteindelijke falen van het Ostrogotische

koninkrijk die door moderne historici wordt aangewezen In het moderne debat over de

Ostrogoten zijn de publicaties van de Engelse historicus Peter Heather de Oostenrijkse

historicus Herwig Wolfram en de Australische historicus John Moorhead toonaangevend

Hieronder zet ik hun visies op het uiteindelijke falen van het koninkrijk van Theoderic uiteen

Peter Heather stelt in zijn werk The Goths dat Theoderic de basis heeft gelegd voor

een succesvolle integratie van Goten en Romeinen in zijn koninkrijk17

De opvolgingscrisis na

de dood van Eutharic zorgde voor de enorme problemen in de laatste jaren van Theoderic

niet onderliggende wrijving tussen de Goten en Romeinen18

Bovendien vergrootte de dood

van Eutharic ook de spanningen met het Byzantijnse Rijk aangezien keizer Justinus I (r 518-

527) weigerde de nieuwe kroonprins en zoon van Eutharic Athalaric (516-534) als opvolger

van Theoderic te erkennen19

Na de dood van Theoderic verslechterde de politieke situatie nog verder omdat veel

Gotische edelen niet zomaar de heerschappij van Athalaric en zijn moeder Amalasuintha die

als regentes optrad accepteerden20

Er werd vooral strijd gevoerd over invloed op de

minderjarige koning21

Amalasuintha hechtte veel belang aan een Romeinse scholing voor

haar zoon maar een groep Gotische edelen die haar invloed wilde verminderen protesteerde

hiertegen Volgens Heather moet dit echter niet gezien worden als een afwijzing van de

Romeinse cultuur door de Gotische elite De scholing van Athalaric werd volgens hem slechts

als een excuus gebruikt in een strijd over politieke invloed aan het hof in Ravenna22

Ook Herwig Wolfram wijst in zijn werk History of the Goths op het overlijden van

Eutharic dat voor een opvolgingscrisis zorgde23

Daarnaast wijst Wolfram op de invloed van

17

Heather Goths 258 18

Ibidem 19

Ibidem 255 20

Ibidem 260 21

Ibidem 22

Ibidem 23

Herwig Wolfram History of the Goths (Berkeley 1988) 329

7

het overlijden van enkele andere steunpilaren van Theoderic in dezelfde periode24

Zo stierf

paus Johannes in 526 nadat hij door Theoderic gevangen was gezet Voorheen was de paus

echter altijd een belangrijke bondgenoot geweest van het Ostrogotische hof omdat hij

streefde naar zoveel mogelijk onafhankelijkheid van de geestelijkheid in Italieuml tegenover de

Byzantijnse keizers Theoderic was vanwege dit streven een natuurlijke bondgenoot van de

paus geweest

Maar vooral de betrekkingen met andere Germaanse koninkrijken stonden onder grote

druk Theoderic had altijd geprobeerd goede relaties met de andere Germaanse vorsten te

onderhouden maar in korte tijd overleed de Vandaalse koning Thrasamund (450-523) en

werd de Bourgondische kroonprins en kleinzoon van Theoderic Segaric (495-517) door zijn

eigen vader Sigismund (dagger 524) vermoord25

Beide volken gingen daarna een veel agressievere

koers varen tegenover de Ostrogoten terwijl ze de betrekkingen met het Byzantijnse Rijk

waarmee Theoderic altijd een gespannen verhouding had gehad juist probeerden te

verbeteren

John Moorhead legt in zijn artikel lsquoThe last years of Theodericrsquo en in zijn later

verschenen monografie Theoderic in Italy de nadruk op het belang van de dood van

Thrasamund De Vandalen speelden een belangrijke rol in de mediterrane

machtsverhoudingen vanwege hun omvangrijke vloot Zij waren het enige Germaanse volk

met een zeemacht van enige betekenis ten opzichte van de Byzantijnse vloot De pro-

Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic (ca 460-533) maakte Theoderic bang voor een

Vandaals-Byzantijns bondgenootschap tegen hem De Ostrogoten zouden zwak hebben

gestaan tegenover zorsquon bondgenootschap omdat ze zelf niet over een vloot beschikten

Daardoor waren ze kwetsbaar voor aanvallen vanuit zee terwijl ze zelf niet de mogelijkheid

hadden aan te vallen26

Bovendien maakte deze bedreigende verandering in de mediterrane

machtsbalans Theoderic wantrouwend tegenover zijn Romeinse onderdanen die in zijn ogen

teveel sympathie hadden voor de Byzantijnen27

In het kort zijn de drie auteurs het erover eens dat de oorzaak van het verval van het

Ostrogotische koninkrijk ligt in toenemende politieke instabiliteit als gevolg van de dood van

Eutharic en enkele andere steunpilaren van Theoderic Dit werd nog verergerd omdat

Theoderic al oud was en kort daarna zelf overleed In deze scriptie wil ik echter verder kijken

24

Wolfram History of the Goths 329 25

Ibidem 26

John Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte Geschichte 32 (1983) 106-120 27

Moorhead Theoderic in Italy 246-247

8

dan deze min of meer toevallige gebeurtenissen die de ineenstorting van het machtigste

barbaarse koninkrijk van de post-Romeinse wereld tot gevolg hadden en juist de nadruk

leggen op de complexe onderliggende structuur waaruit dit verval voortkwam zowel intern in

de verhouding tussen Goten en Romeinen in het koninkrijk zelf als extern in de verhoudingen

tussen de verschillende staten in de mediterrane wereld

Intern waren de verhoudingen tussen de Romeinen en Goten op politiek en sociaal

gebied zeer complex Niet alleen etniciteit speelde hierin een rol maar ook het religieuze

verschil tussen de katholieke Romeinen en de ariaanse Goten Op buitenlands gebied was er

een ingewikkeld web van huwelijksallianties tussen Theoderic en de andere Germaanse

vorsten in het voormalige West-Romeinse Rijk Bovendien was Theoderic formeel slechts een

bestuurder van Italieuml onder gezag van de Byzantijnse keizers in Constantinopel

Hoe de Ostrogoten deze problemen aanvankelijk leken aan te pakken en hoe er vanaf

ongeveer 520 problemen ontstonden zowel binnenlands als buitenlands is het onderwerp van

deze scriptie De hoofdvraag van de scriptie luidt lsquoWelke onderliggende oorzaken zowel

intern als extern zijn er aan te wijzen voor het snelle verval van het Ostrogotische koninkrijk

aan het einde van het leven van Theodericrsquo

Om tot een antwoord op deze vraag te komen zullen zowel de interne structuur van het

Ostrogotische koninkrijk als de externe verhoudingen met de andere staten in het

Middellandse Zeegebied behandeld worden Intern worden de politieke organisatie de

religieuze verhoudingen en de sociale structuur tussen Goten en Romeinen in het

Ostrogotische koninkrijk uitgebreid belicht Op deze drie terreinen waren de verschillen

tussen zijn onderdanen groot en moest Theoderic een balans zien te vinden Extern worden de

relaties behandeld die Theoderic onderhield met de belangrijkste Germaanse volken op het

grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk en de ingewikkelde relatie met het

Byzantijnse Rijk waaraan hij officieel verantwoording schuldig was

In deze scriptie maak ik gebruik van diverse contemporaine Romeinse bronnen die

veel inzicht verschaffen niet alleen in de historische gebeurtenissen maar vooral ook in het

beeld dat Romeinse tijdgenoten hadden van de heerschappij van de Ostrogoot Theoderic

Deze bronnen vereisen echter wel een kritische houding ten opzichte van de leefwereld en

motivaties van de verschillende auteurs Daarom behandel ik in het eerste hoofdstuk het leven

van de aangehaalde antieke auteurs en de noodzakelijke bedenkingen bij het gebruik van hun

teksten

Vervolgens is er een hoofdstuk waarin de voorgeschiedenis van de Ostrogotische

vestiging in Italieuml behandeld wordt In dit hoofdstuk ligt de nadruk op de vraag wat de

9

politieke verhoudingen waren in de post-Romeinse mediterrane wereld en wat complexe

begrippen als Goten Visigoten en Ostrogoten die veelvuldig in deze scriptie gebruikt

worden inhouden Deze hoofdstukken met de noodzakelijke achtergronden worden gevolgd

door twee hoofdstukken waarin de interne en externe oorzaken van het verval van het

Ostrogotische koninkrijk behandeld worden Tot slot is er een conclusie

2 Antieke bronnen

Onderzoek naar veel delen van Europa na de ondergang van het West-Romeinse Rijk wordt

bemoeilijkt door een gebrek aan geschreven bronnen Dit geldt echter niet voor Italieuml en de

Ostrogoten waarover diverse literaire bronnen zijn overgeleverd Bovendien waren enkele van

deze auteurs direct bij de gebeurtenissen betrokken Hieronder worden de in deze scriptie

gebruikte antieke auteurs besproken

21 Cassiodorus (ca 485-580)

Het is niet duidelijk wanneer Cassiodorus precies is geboren maar uit zijn overgeleverde

teksten blijkt dat hij rond 485 geboren moet zijn en ouder dan negentig is geworden28

Hij is

geboren in Scylletium in zuid-Italieuml Hij kwam uit een familie die in de vijfde eeuw al diverse

generaties deel had uitgemaakt van het bestuurlijk apparaat van het West-Romeinse Rijk29

De

vader van Cassiodorus Cassiodorus de oudere bekleedde enkele belangrijke functies aan het

hof van Odoacer Als gouverneur van Sicilieuml liep Cassiodorus de oudere echter over van

Odoacer naar Theoderic toen deze de overhand leek te krijgen in hun onderlinge strijd30

Namens Theoderic moest hij ondermeer de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml mede

organiseren31

Cassiodorus zelf maakte al op jonge leeftijd naam als kenner van het recht Hij begon

zijn publieke carriegravere als juridisch adviseur en secretaris van zijn vader32

Deze positie gaf

hem rond 505 de gelegenheid een lofrede voor Theoderic te schrijven waardoor zijn literaire

talent opgemerkt werd aan het hof in Ravenna33

Hij maakte vervolgens snel carriegravere in het

28

Arne Soslashby Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies in a migration myth

(Kopenhagen 2002) 54 29

Ibidem 55 30

Ibidem 31

Barnish Cassiodorus xxxix 32

Ibidem 33

James J OrsquoDonnell Cassiodorus (Berkeley 1979) 21

10

bestuur Als quaestor was hij verantwoordelijk voor de diplomatieke berichten van

Theoderic34

Het hoogtepunt van zijn invloed bereikte hij toen hij in 523 na de val van zijn

voorganger Boeumlthius benoemd werd tot magister officiorum een soort eerste minister aan het

hof Ook na de dood van Theoderic bleef Cassiodorus werkzaam in het bestuur van het

koninkrijk Hij diende onder de opvolger van Theoderic Athalaric en diens moeder

Amalasuintha Na de vroegtijdige dood van de jonge koning en de moord op diens moeder

diende hij ook de daaropvolgende Ostrogotische koningen Theodahad (ca 480-536) en

Vitiges (dagger 540) tot 53735

Zelfs na de Byzantijnse invasie van Italieuml in 536 bleef hij korte tijd

werkzaam aan het Gotische hof in Ravenna36

Na zijn publieke carriegravere maakte hij een reis

naar Constantinopel waar hij lange tijd verbleef Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn

geboortestreek in zuid-Italieuml waar hij een monastische gemeenschap vestigde

Cassiodorus heeft een uitgebreid oeuvre nagelaten over zowel seculiere als religieuze

onderwerpen Zo heeft hij onder meer op verzoek van Theoderic een geschiedenis van de

Goten geschreven dat niet is overgeleverd maar dat wel een belangrijke bron vormde voor de

Getica van Jordanes Voor deze scriptie zijn de Variae het belangrijkst Dit is een selectie van

zijn brieven die hij namens Theoderic en diens opvolgers heeft geschreven toen hij diende in

het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk Waarschijnlijk heeft hij de Variae samengesteld

aan het einde van zijn publieke carriegravere in 537 of 53837

Hierna heeft Cassiodorus nog enkele

religieuze werken geschreven Het gaat hier om de Expositio Psalmorum De Anima en de

Institutiones Divinarum et Saecularium Litterarum

Als functionaris aan het hof in Ravenna geeft het werk van Cassiodorus een inkijk in

het functioneren ervan en is daardoor onmisbaar bij bestudering van de politieke structuur van

het hof van Theoderic Toch moet daarbij in het achterhoofd gehouden worden dat het de taak

van Cassiodorus was het beleid van Theoderic te verdedigen Hoewel er geen overduidelijke

propaganda ontdekt kan worden moet de Variae als historische bron voorzichtig gebruikt

worden38

Wel geeft het een goed beeld van de verhouding tussen de Romeinse en Gotische

bestuurlijke elite en vooral van het beeld dat Theoderic van zichzelf via Cassiodorus aan de

Romeinse elite probeerde uit te dragen

34

Barnish Cassiodorus xxxix 35

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 56 36

John Moorhead acuteBoeumlthius and Romans in Ostrogothic serviceacute Historia Zeitschrift fugraver Alte Geschichte 27

(1978) 604-612 aldaar 605 37

Barnish Cassiodorus xiv 38

Ibidem xxxiii

11

22 Ennodius (ca 473-521)

Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk

voorname familie39

Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius

opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed

trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40

Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41

De vrouw trok zich uiteindelijk terug in

een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel

op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42

Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste

was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan

de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt

het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste

plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze

periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel

aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer

die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had

In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen

de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden

Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij

was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze

zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het

langdurige Acaciaanse schisma

In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens

worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande

partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van

deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier

absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die

bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in

deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de

strijdende partijen te intervenieumlren43

Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten

39

Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40

Ibidem 3 41

Ibidem 42

Ibidem 4 43

Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735

12

koste van Laurentius die kort daarna overleed

Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44

Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding

ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor

Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is

het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke

Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45

23 Jordanes (rond 550)

Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond

het midden van de zesde eeuw46

Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd

de secretaris van een Ostrogotische generaal47

Later maakte Jordanes volgens zijn eigen

woorden een religieuze conversio door48

Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee

bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49

Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes

heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de

geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste

mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid

en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551

behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het

mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met

de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de

Byzantijnse generaal Belisarius

De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes

Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane

werk van Cassiodorus50

De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica

vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het

eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de

44

Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45

Ibidem 53 46

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47

Ibidem 102 48

Jord Get 50 265-266 49

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50

Ibidem 114

13

heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51

In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit

Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52

Deze verhalen

hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne

geschiedschrijving53

Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar

de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die

de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-

Romeinse wereld54

In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische

verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de

migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid

gebruikt worden als historische bron

24 Procopius (ca 500-560)

De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de

provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55

Als jongeman kwam hij naar

Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal

Belisarius56

Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens

zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in

een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-

Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar

Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van

Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57

Onduidelijk is wanneer Procopius precies

is overleden

Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte

Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk

Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij

achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk

bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd

51

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52

Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53

Ibidem 54

Ibidem 52 55

HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56

Ibidem 57

Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)

22

14

waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft

beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch

bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke

verhoudingen in het koninkrijk

Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een

lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de

Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58

Dit werk is een bijzonder giftig

smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en

Antonina (ca 484-570)

25 Anonymus Valesianus

De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in

Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar

heeft gevoegd en uitgegeven59

Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij

van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van

Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60

Het is waarschijnlijk

geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661

In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic

behandeld terwijl het midden is weggelaten62

In de bron worden zijn goede daden aan het

begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63

Zijn slechte daden

worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die

vier slangen baarde en enkele aardbevingen64

Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron

gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke

onderdanen zou vervolgen

Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het

eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel

gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het

58

van Dolen Procopius 22 59

Moorhead Theoderic in Italy 3 60

Ibidem 61

Ibidem 4 62

Ibidem 63

Ibidem 3-4 64

SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue

drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573

15

tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65

Toch is het qua

schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke

biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later

zijn slechtheid extra de nadruk te geven66

De Anonymus Valesianus is de enige enigszins

gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67

Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet

benaderen68

3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml

Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane

wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn

die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van

Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch

verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een

Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69

Het zoeken

naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een

politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving

van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie

in Oost-Europa70

De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van

de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het

Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de

lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van

handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71

Door het uitvechten van

kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied

onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de

Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72

De Goten genoten de

65

Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66

Ibidem 573-575 67

Ibidem 572 68

Ibidem 596 69

Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70

Ibidem 71

Ibidem 35-36 72

Ibidem 37

16

steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het

belangrijkste volk aan de Donaugrens73

Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve

contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom

Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten

gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden

Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld

in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74

Bovendien leefden er diverse

andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75

De twee

belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk

en oostelijk deel van de Gotische wereld76

Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de

Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins

grondgebied begeven77

Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en

de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen

te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun

woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)

trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van

keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de

Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag

bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer

Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met

als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten

zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-

423) in het zuidwesten van Gallieuml78

Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten

De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk

weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de

Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens

zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79

De

Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen

73

Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74

Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75

Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76

Halsall Barbarian migration 134 77

Wolfram History of the Goths 23-24 78

Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515 aldaar 491 79

Amm 3132

17

tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de

eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80

Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij

kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag

tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een

bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de

gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81

Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd

onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de

Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82

Met name onder

de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten

die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd

Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een

coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de

Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in

453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten

sterke leider83

In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de

verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden

De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de

Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming

zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84

Een andere grote groep Ostrogoten

had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse

afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85

De Ostrogoten waren in

deze periode zeker geen verenigde groep86

Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r

457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic

Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de

keizer tot concessies te dwingen87

Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee

concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te

80

Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81

Heather Fall of the Roman empire 164 82

EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83

Heather Goths 124 84

Burns History of the Ostrogoths 52 85

AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86

Ibidem 87

Ibidem

18

zorgen88

In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno

kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus

af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en

de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89

Bovendien kreeg de Amaalse

Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil

daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90

Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een

verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun

leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden

verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een

halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met

Theoderic Strabo weer aan91

In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een

coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund

wat hem definitief van Zeno vervreemdde92

In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de

Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten

trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop

liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de

terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93

Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven

Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de

strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94

In ruil voor zijn hulp werd Theoderic

benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic

ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het

grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan

bij de Pannonische Goten95

De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic

een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96

De totale Ostrogotische

bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan

88

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89

Ibidem 90

Heather Goths and Romans 278 91

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92

Ibidem 51 93

Heather Goths and Romans 298 94

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95

Heather Goths and Romans 302 96

Ibidem

19

100000 mensen97

De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een

gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon

beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet

langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand

kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad

afsneed98

Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er

werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten

het machtsgebied van keizer Zeno bevond

Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-

476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer

Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort

daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die

zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was

afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn

macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia

Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius

Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen

maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door

zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen

tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99

Door op een confrontatie aan te sturen

tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om

lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100

Bovendien zou wanneer Theoderic zou

slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de

grenzen van zijn rijk bevinden101

In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan

naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de

Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102

Pas in de zomer van

489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten

tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort

97

Heather Goths and Romans 302 98

Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99

Heather Goths and Romans 307 100

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101

Heather Goths and Romans 308 102

Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127

20

daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna

Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar

het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over

naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103

Theoderic kreeg echter hulp van Alaric

II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat

Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug

in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd

omgeven door moerassen in te nemen104

Deze patstelling duurde voort tot 493

Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en

Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te

delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan

zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn

aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105

Het Ostrogotische leger riep

Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106

Dit was echter tegen de zin

van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door

Constantinopel107

Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de

rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze

positie bekleden

Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies

Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108

Ook in het westen

breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de

vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de

fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109

Maar de Visigotische koning Alaric II werd

vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van

Gallieuml110

Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de

Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij

een onbekende vrouw

Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de

Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke

103

Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105

Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106

Ibidem 107

Wolfram History of the Goths 284 108

Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109

Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114

21

aanval op de Visigoten in 507111

In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen

waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml

werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112

De Ostrogoten intervenieerden echter

in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113

Daarnaast

slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de

Provence te behouden voor de Visigoten

De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het

Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd

hadden114

Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen

van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige

zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de

zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte

De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van

Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over

het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had

aangesteld115

Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was

Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric

zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116

111

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112

Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114

A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I

162-192 aldaar 167-168 115

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116

Ibidem 123

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 5: Theoderic en zijn koninkrijk

5

Edward Gibbon (1737-1794) noemt Boeumlthius in zijn History of the decline and fall of the

Roman Empire lsquoThe last of the Romans whom Cato or Tully (Cicero) could have

acknowledged for their countrymanrsquo10

Deze situatie bleef echter niet voortduren In 522 of 523 stierf Eutharic (ca 480-

5223) de schoonzoon en beoogd opvolger van Theoderic11

Hierna volgde een periode van

wantrouwen en politieke instabiliteit Het dieptepunt van deze periode was waarschijnlijk de

executie van Boeumlthius in 525 samen met enkele andere voorname Romeinen zoals zijn

schoonvader Symmachus (dagger 526) Volgens de Byzantijnse historicus Procopius (ca 500-560)

werd hij door Theoderic verdacht van het aanzetten tot een revolutie12

Mogelijk wordt

hiermee een samenzwering bedoeld om een Byzantijnse interventie in Italieuml te

bewerkstelligen13

Een andere mogelijkheid is dat Boeumlthius zich aan de verkeerde kant van de

opvolgingsstrijd bevond na de dood van Eutharic14

Ook de katholieke paus Johannes I (dagger

526) werd in deze periode door Theoderic gevangen gezet waarna hij korte tijd later

overleed Het lijkt erop dat de aanvankelijke harmonieuze samenwerking tussen Goten en

Romeinen ten einde was gekomen en er steeds meer spanningen ontstonden tussen beide

bevolkingsgroepen

Na de dood van Theoderic in 526 verslechterde de politieke stabiliteit nog verder

Uiteindelijk gaf dit de gelegenheid aan de Byzantijnse generaal Belisarius (ca 500-565)

namens zijn keizer Justinianus I (r 527-565) in 535 Sicilieuml binnen te vallen en een jaar later

Italieuml waarmee hij de langdurige Gotische oorlog begon Aanvankelijk verliep deze invasie

voorspoedig voor de Byzantijnen maar na verloop van tijd werd deze oorlog steeds

kostbaarder en bloediger voor alle partijen en zeker voor de Romeinse bevolking van Italieuml15

Pas in 554 werd de verovering van het Ostrogotische koninkrijk afgerond De lange

duur van de oorlog en de invasie van Italieuml door de Longobarden kort daarna in 568 zorgden

er niet alleen voor dat er een einde kwam aan de Gotische invloed in Italieuml maar ook dat

Italieuml dat voorheen het centrum van de mediterrane wereld was in de Byzantijnse periode

veel minder belangrijk werd16

10

Edward Gibbon The history of the decline and fall of the Roman Empire IV (Londen 1911) 197-198 11

Heather Goths 250 12

Procop BG 1 134 13

Moorhead Theoderic in Italy 221 14

Heather Goths 252 15

AD Lee lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New

York 2005) 113-133 aldaar 126-127 16

Mark Humphries lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en Michael Whitby ed The

Cambridge ancient history (CAH) XIV Late antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000)

525-551 aldaar 525

6

Dit aanvankelijke succes van het Ostrogotische koninkrijk gevolgd door een scherpe

neergang is opmerkelijk Ondanks de grote verschillen tussen de Goten en de Romeinen

wisten ze onder de heerschappij van Theoderic te komen tot een harmonieuze samenwerking

en groeide het Ostrogotische koninkrijk uit tot het meest succesvolle Germaanse koninkrijk

op het grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk De snelle neergang vanaf het

einde van het leven van Theoderic is daarom des te opvallender

De dood van de kroonprins Eutharic in 522 of 523 toen Theoderic zelf ongeveer

zeventig was is ook de directe oorzaak van het uiteindelijke falen van het Ostrogotische

koninkrijk die door moderne historici wordt aangewezen In het moderne debat over de

Ostrogoten zijn de publicaties van de Engelse historicus Peter Heather de Oostenrijkse

historicus Herwig Wolfram en de Australische historicus John Moorhead toonaangevend

Hieronder zet ik hun visies op het uiteindelijke falen van het koninkrijk van Theoderic uiteen

Peter Heather stelt in zijn werk The Goths dat Theoderic de basis heeft gelegd voor

een succesvolle integratie van Goten en Romeinen in zijn koninkrijk17

De opvolgingscrisis na

de dood van Eutharic zorgde voor de enorme problemen in de laatste jaren van Theoderic

niet onderliggende wrijving tussen de Goten en Romeinen18

Bovendien vergrootte de dood

van Eutharic ook de spanningen met het Byzantijnse Rijk aangezien keizer Justinus I (r 518-

527) weigerde de nieuwe kroonprins en zoon van Eutharic Athalaric (516-534) als opvolger

van Theoderic te erkennen19

Na de dood van Theoderic verslechterde de politieke situatie nog verder omdat veel

Gotische edelen niet zomaar de heerschappij van Athalaric en zijn moeder Amalasuintha die

als regentes optrad accepteerden20

Er werd vooral strijd gevoerd over invloed op de

minderjarige koning21

Amalasuintha hechtte veel belang aan een Romeinse scholing voor

haar zoon maar een groep Gotische edelen die haar invloed wilde verminderen protesteerde

hiertegen Volgens Heather moet dit echter niet gezien worden als een afwijzing van de

Romeinse cultuur door de Gotische elite De scholing van Athalaric werd volgens hem slechts

als een excuus gebruikt in een strijd over politieke invloed aan het hof in Ravenna22

Ook Herwig Wolfram wijst in zijn werk History of the Goths op het overlijden van

Eutharic dat voor een opvolgingscrisis zorgde23

Daarnaast wijst Wolfram op de invloed van

17

Heather Goths 258 18

Ibidem 19

Ibidem 255 20

Ibidem 260 21

Ibidem 22

Ibidem 23

Herwig Wolfram History of the Goths (Berkeley 1988) 329

7

het overlijden van enkele andere steunpilaren van Theoderic in dezelfde periode24

Zo stierf

paus Johannes in 526 nadat hij door Theoderic gevangen was gezet Voorheen was de paus

echter altijd een belangrijke bondgenoot geweest van het Ostrogotische hof omdat hij

streefde naar zoveel mogelijk onafhankelijkheid van de geestelijkheid in Italieuml tegenover de

Byzantijnse keizers Theoderic was vanwege dit streven een natuurlijke bondgenoot van de

paus geweest

Maar vooral de betrekkingen met andere Germaanse koninkrijken stonden onder grote

druk Theoderic had altijd geprobeerd goede relaties met de andere Germaanse vorsten te

onderhouden maar in korte tijd overleed de Vandaalse koning Thrasamund (450-523) en

werd de Bourgondische kroonprins en kleinzoon van Theoderic Segaric (495-517) door zijn

eigen vader Sigismund (dagger 524) vermoord25

Beide volken gingen daarna een veel agressievere

koers varen tegenover de Ostrogoten terwijl ze de betrekkingen met het Byzantijnse Rijk

waarmee Theoderic altijd een gespannen verhouding had gehad juist probeerden te

verbeteren

John Moorhead legt in zijn artikel lsquoThe last years of Theodericrsquo en in zijn later

verschenen monografie Theoderic in Italy de nadruk op het belang van de dood van

Thrasamund De Vandalen speelden een belangrijke rol in de mediterrane

machtsverhoudingen vanwege hun omvangrijke vloot Zij waren het enige Germaanse volk

met een zeemacht van enige betekenis ten opzichte van de Byzantijnse vloot De pro-

Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic (ca 460-533) maakte Theoderic bang voor een

Vandaals-Byzantijns bondgenootschap tegen hem De Ostrogoten zouden zwak hebben

gestaan tegenover zorsquon bondgenootschap omdat ze zelf niet over een vloot beschikten

Daardoor waren ze kwetsbaar voor aanvallen vanuit zee terwijl ze zelf niet de mogelijkheid

hadden aan te vallen26

Bovendien maakte deze bedreigende verandering in de mediterrane

machtsbalans Theoderic wantrouwend tegenover zijn Romeinse onderdanen die in zijn ogen

teveel sympathie hadden voor de Byzantijnen27

In het kort zijn de drie auteurs het erover eens dat de oorzaak van het verval van het

Ostrogotische koninkrijk ligt in toenemende politieke instabiliteit als gevolg van de dood van

Eutharic en enkele andere steunpilaren van Theoderic Dit werd nog verergerd omdat

Theoderic al oud was en kort daarna zelf overleed In deze scriptie wil ik echter verder kijken

24

Wolfram History of the Goths 329 25

Ibidem 26

John Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte Geschichte 32 (1983) 106-120 27

Moorhead Theoderic in Italy 246-247

8

dan deze min of meer toevallige gebeurtenissen die de ineenstorting van het machtigste

barbaarse koninkrijk van de post-Romeinse wereld tot gevolg hadden en juist de nadruk

leggen op de complexe onderliggende structuur waaruit dit verval voortkwam zowel intern in

de verhouding tussen Goten en Romeinen in het koninkrijk zelf als extern in de verhoudingen

tussen de verschillende staten in de mediterrane wereld

Intern waren de verhoudingen tussen de Romeinen en Goten op politiek en sociaal

gebied zeer complex Niet alleen etniciteit speelde hierin een rol maar ook het religieuze

verschil tussen de katholieke Romeinen en de ariaanse Goten Op buitenlands gebied was er

een ingewikkeld web van huwelijksallianties tussen Theoderic en de andere Germaanse

vorsten in het voormalige West-Romeinse Rijk Bovendien was Theoderic formeel slechts een

bestuurder van Italieuml onder gezag van de Byzantijnse keizers in Constantinopel

Hoe de Ostrogoten deze problemen aanvankelijk leken aan te pakken en hoe er vanaf

ongeveer 520 problemen ontstonden zowel binnenlands als buitenlands is het onderwerp van

deze scriptie De hoofdvraag van de scriptie luidt lsquoWelke onderliggende oorzaken zowel

intern als extern zijn er aan te wijzen voor het snelle verval van het Ostrogotische koninkrijk

aan het einde van het leven van Theodericrsquo

Om tot een antwoord op deze vraag te komen zullen zowel de interne structuur van het

Ostrogotische koninkrijk als de externe verhoudingen met de andere staten in het

Middellandse Zeegebied behandeld worden Intern worden de politieke organisatie de

religieuze verhoudingen en de sociale structuur tussen Goten en Romeinen in het

Ostrogotische koninkrijk uitgebreid belicht Op deze drie terreinen waren de verschillen

tussen zijn onderdanen groot en moest Theoderic een balans zien te vinden Extern worden de

relaties behandeld die Theoderic onderhield met de belangrijkste Germaanse volken op het

grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk en de ingewikkelde relatie met het

Byzantijnse Rijk waaraan hij officieel verantwoording schuldig was

In deze scriptie maak ik gebruik van diverse contemporaine Romeinse bronnen die

veel inzicht verschaffen niet alleen in de historische gebeurtenissen maar vooral ook in het

beeld dat Romeinse tijdgenoten hadden van de heerschappij van de Ostrogoot Theoderic

Deze bronnen vereisen echter wel een kritische houding ten opzichte van de leefwereld en

motivaties van de verschillende auteurs Daarom behandel ik in het eerste hoofdstuk het leven

van de aangehaalde antieke auteurs en de noodzakelijke bedenkingen bij het gebruik van hun

teksten

Vervolgens is er een hoofdstuk waarin de voorgeschiedenis van de Ostrogotische

vestiging in Italieuml behandeld wordt In dit hoofdstuk ligt de nadruk op de vraag wat de

9

politieke verhoudingen waren in de post-Romeinse mediterrane wereld en wat complexe

begrippen als Goten Visigoten en Ostrogoten die veelvuldig in deze scriptie gebruikt

worden inhouden Deze hoofdstukken met de noodzakelijke achtergronden worden gevolgd

door twee hoofdstukken waarin de interne en externe oorzaken van het verval van het

Ostrogotische koninkrijk behandeld worden Tot slot is er een conclusie

2 Antieke bronnen

Onderzoek naar veel delen van Europa na de ondergang van het West-Romeinse Rijk wordt

bemoeilijkt door een gebrek aan geschreven bronnen Dit geldt echter niet voor Italieuml en de

Ostrogoten waarover diverse literaire bronnen zijn overgeleverd Bovendien waren enkele van

deze auteurs direct bij de gebeurtenissen betrokken Hieronder worden de in deze scriptie

gebruikte antieke auteurs besproken

21 Cassiodorus (ca 485-580)

Het is niet duidelijk wanneer Cassiodorus precies is geboren maar uit zijn overgeleverde

teksten blijkt dat hij rond 485 geboren moet zijn en ouder dan negentig is geworden28

Hij is

geboren in Scylletium in zuid-Italieuml Hij kwam uit een familie die in de vijfde eeuw al diverse

generaties deel had uitgemaakt van het bestuurlijk apparaat van het West-Romeinse Rijk29

De

vader van Cassiodorus Cassiodorus de oudere bekleedde enkele belangrijke functies aan het

hof van Odoacer Als gouverneur van Sicilieuml liep Cassiodorus de oudere echter over van

Odoacer naar Theoderic toen deze de overhand leek te krijgen in hun onderlinge strijd30

Namens Theoderic moest hij ondermeer de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml mede

organiseren31

Cassiodorus zelf maakte al op jonge leeftijd naam als kenner van het recht Hij begon

zijn publieke carriegravere als juridisch adviseur en secretaris van zijn vader32

Deze positie gaf

hem rond 505 de gelegenheid een lofrede voor Theoderic te schrijven waardoor zijn literaire

talent opgemerkt werd aan het hof in Ravenna33

Hij maakte vervolgens snel carriegravere in het

28

Arne Soslashby Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies in a migration myth

(Kopenhagen 2002) 54 29

Ibidem 55 30

Ibidem 31

Barnish Cassiodorus xxxix 32

Ibidem 33

James J OrsquoDonnell Cassiodorus (Berkeley 1979) 21

10

bestuur Als quaestor was hij verantwoordelijk voor de diplomatieke berichten van

Theoderic34

Het hoogtepunt van zijn invloed bereikte hij toen hij in 523 na de val van zijn

voorganger Boeumlthius benoemd werd tot magister officiorum een soort eerste minister aan het

hof Ook na de dood van Theoderic bleef Cassiodorus werkzaam in het bestuur van het

koninkrijk Hij diende onder de opvolger van Theoderic Athalaric en diens moeder

Amalasuintha Na de vroegtijdige dood van de jonge koning en de moord op diens moeder

diende hij ook de daaropvolgende Ostrogotische koningen Theodahad (ca 480-536) en

Vitiges (dagger 540) tot 53735

Zelfs na de Byzantijnse invasie van Italieuml in 536 bleef hij korte tijd

werkzaam aan het Gotische hof in Ravenna36

Na zijn publieke carriegravere maakte hij een reis

naar Constantinopel waar hij lange tijd verbleef Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn

geboortestreek in zuid-Italieuml waar hij een monastische gemeenschap vestigde

Cassiodorus heeft een uitgebreid oeuvre nagelaten over zowel seculiere als religieuze

onderwerpen Zo heeft hij onder meer op verzoek van Theoderic een geschiedenis van de

Goten geschreven dat niet is overgeleverd maar dat wel een belangrijke bron vormde voor de

Getica van Jordanes Voor deze scriptie zijn de Variae het belangrijkst Dit is een selectie van

zijn brieven die hij namens Theoderic en diens opvolgers heeft geschreven toen hij diende in

het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk Waarschijnlijk heeft hij de Variae samengesteld

aan het einde van zijn publieke carriegravere in 537 of 53837

Hierna heeft Cassiodorus nog enkele

religieuze werken geschreven Het gaat hier om de Expositio Psalmorum De Anima en de

Institutiones Divinarum et Saecularium Litterarum

Als functionaris aan het hof in Ravenna geeft het werk van Cassiodorus een inkijk in

het functioneren ervan en is daardoor onmisbaar bij bestudering van de politieke structuur van

het hof van Theoderic Toch moet daarbij in het achterhoofd gehouden worden dat het de taak

van Cassiodorus was het beleid van Theoderic te verdedigen Hoewel er geen overduidelijke

propaganda ontdekt kan worden moet de Variae als historische bron voorzichtig gebruikt

worden38

Wel geeft het een goed beeld van de verhouding tussen de Romeinse en Gotische

bestuurlijke elite en vooral van het beeld dat Theoderic van zichzelf via Cassiodorus aan de

Romeinse elite probeerde uit te dragen

34

Barnish Cassiodorus xxxix 35

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 56 36

John Moorhead acuteBoeumlthius and Romans in Ostrogothic serviceacute Historia Zeitschrift fugraver Alte Geschichte 27

(1978) 604-612 aldaar 605 37

Barnish Cassiodorus xiv 38

Ibidem xxxiii

11

22 Ennodius (ca 473-521)

Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk

voorname familie39

Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius

opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed

trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40

Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41

De vrouw trok zich uiteindelijk terug in

een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel

op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42

Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste

was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan

de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt

het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste

plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze

periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel

aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer

die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had

In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen

de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden

Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij

was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze

zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het

langdurige Acaciaanse schisma

In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens

worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande

partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van

deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier

absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die

bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in

deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de

strijdende partijen te intervenieumlren43

Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten

39

Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40

Ibidem 3 41

Ibidem 42

Ibidem 4 43

Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735

12

koste van Laurentius die kort daarna overleed

Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44

Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding

ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor

Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is

het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke

Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45

23 Jordanes (rond 550)

Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond

het midden van de zesde eeuw46

Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd

de secretaris van een Ostrogotische generaal47

Later maakte Jordanes volgens zijn eigen

woorden een religieuze conversio door48

Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee

bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49

Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes

heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de

geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste

mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid

en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551

behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het

mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met

de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de

Byzantijnse generaal Belisarius

De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes

Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane

werk van Cassiodorus50

De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica

vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het

eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de

44

Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45

Ibidem 53 46

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47

Ibidem 102 48

Jord Get 50 265-266 49

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50

Ibidem 114

13

heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51

In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit

Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52

Deze verhalen

hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne

geschiedschrijving53

Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar

de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die

de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-

Romeinse wereld54

In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische

verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de

migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid

gebruikt worden als historische bron

24 Procopius (ca 500-560)

De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de

provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55

Als jongeman kwam hij naar

Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal

Belisarius56

Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens

zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in

een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-

Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar

Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van

Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57

Onduidelijk is wanneer Procopius precies

is overleden

Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte

Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk

Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij

achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk

bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd

51

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52

Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53

Ibidem 54

Ibidem 52 55

HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56

Ibidem 57

Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)

22

14

waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft

beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch

bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke

verhoudingen in het koninkrijk

Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een

lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de

Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58

Dit werk is een bijzonder giftig

smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en

Antonina (ca 484-570)

25 Anonymus Valesianus

De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in

Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar

heeft gevoegd en uitgegeven59

Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij

van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van

Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60

Het is waarschijnlijk

geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661

In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic

behandeld terwijl het midden is weggelaten62

In de bron worden zijn goede daden aan het

begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63

Zijn slechte daden

worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die

vier slangen baarde en enkele aardbevingen64

Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron

gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke

onderdanen zou vervolgen

Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het

eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel

gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het

58

van Dolen Procopius 22 59

Moorhead Theoderic in Italy 3 60

Ibidem 61

Ibidem 4 62

Ibidem 63

Ibidem 3-4 64

SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue

drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573

15

tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65

Toch is het qua

schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke

biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later

zijn slechtheid extra de nadruk te geven66

De Anonymus Valesianus is de enige enigszins

gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67

Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet

benaderen68

3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml

Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane

wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn

die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van

Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch

verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een

Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69

Het zoeken

naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een

politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving

van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie

in Oost-Europa70

De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van

de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het

Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de

lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van

handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71

Door het uitvechten van

kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied

onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de

Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72

De Goten genoten de

65

Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66

Ibidem 573-575 67

Ibidem 572 68

Ibidem 596 69

Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70

Ibidem 71

Ibidem 35-36 72

Ibidem 37

16

steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het

belangrijkste volk aan de Donaugrens73

Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve

contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom

Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten

gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden

Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld

in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74

Bovendien leefden er diverse

andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75

De twee

belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk

en oostelijk deel van de Gotische wereld76

Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de

Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins

grondgebied begeven77

Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en

de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen

te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun

woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)

trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van

keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de

Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag

bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer

Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met

als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten

zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-

423) in het zuidwesten van Gallieuml78

Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten

De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk

weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de

Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens

zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79

De

Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen

73

Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74

Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75

Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76

Halsall Barbarian migration 134 77

Wolfram History of the Goths 23-24 78

Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515 aldaar 491 79

Amm 3132

17

tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de

eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80

Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij

kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag

tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een

bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de

gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81

Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd

onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de

Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82

Met name onder

de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten

die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd

Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een

coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de

Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in

453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten

sterke leider83

In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de

verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden

De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de

Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming

zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84

Een andere grote groep Ostrogoten

had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse

afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85

De Ostrogoten waren in

deze periode zeker geen verenigde groep86

Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r

457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic

Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de

keizer tot concessies te dwingen87

Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee

concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te

80

Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81

Heather Fall of the Roman empire 164 82

EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83

Heather Goths 124 84

Burns History of the Ostrogoths 52 85

AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86

Ibidem 87

Ibidem

18

zorgen88

In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno

kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus

af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en

de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89

Bovendien kreeg de Amaalse

Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil

daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90

Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een

verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun

leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden

verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een

halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met

Theoderic Strabo weer aan91

In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een

coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund

wat hem definitief van Zeno vervreemdde92

In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de

Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten

trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop

liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de

terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93

Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven

Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de

strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94

In ruil voor zijn hulp werd Theoderic

benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic

ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het

grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan

bij de Pannonische Goten95

De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic

een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96

De totale Ostrogotische

bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan

88

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89

Ibidem 90

Heather Goths and Romans 278 91

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92

Ibidem 51 93

Heather Goths and Romans 298 94

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95

Heather Goths and Romans 302 96

Ibidem

19

100000 mensen97

De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een

gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon

beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet

langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand

kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad

afsneed98

Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er

werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten

het machtsgebied van keizer Zeno bevond

Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-

476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer

Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort

daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die

zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was

afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn

macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia

Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius

Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen

maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door

zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen

tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99

Door op een confrontatie aan te sturen

tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om

lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100

Bovendien zou wanneer Theoderic zou

slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de

grenzen van zijn rijk bevinden101

In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan

naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de

Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102

Pas in de zomer van

489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten

tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort

97

Heather Goths and Romans 302 98

Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99

Heather Goths and Romans 307 100

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101

Heather Goths and Romans 308 102

Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127

20

daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna

Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar

het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over

naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103

Theoderic kreeg echter hulp van Alaric

II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat

Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug

in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd

omgeven door moerassen in te nemen104

Deze patstelling duurde voort tot 493

Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en

Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te

delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan

zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn

aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105

Het Ostrogotische leger riep

Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106

Dit was echter tegen de zin

van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door

Constantinopel107

Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de

rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze

positie bekleden

Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies

Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108

Ook in het westen

breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de

vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de

fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109

Maar de Visigotische koning Alaric II werd

vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van

Gallieuml110

Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de

Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij

een onbekende vrouw

Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de

Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke

103

Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105

Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106

Ibidem 107

Wolfram History of the Goths 284 108

Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109

Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114

21

aanval op de Visigoten in 507111

In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen

waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml

werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112

De Ostrogoten intervenieerden echter

in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113

Daarnaast

slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de

Provence te behouden voor de Visigoten

De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het

Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd

hadden114

Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen

van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige

zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de

zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte

De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van

Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over

het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had

aangesteld115

Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was

Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric

zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116

111

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112

Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114

A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I

162-192 aldaar 167-168 115

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116

Ibidem 123

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 6: Theoderic en zijn koninkrijk

6

Dit aanvankelijke succes van het Ostrogotische koninkrijk gevolgd door een scherpe

neergang is opmerkelijk Ondanks de grote verschillen tussen de Goten en de Romeinen

wisten ze onder de heerschappij van Theoderic te komen tot een harmonieuze samenwerking

en groeide het Ostrogotische koninkrijk uit tot het meest succesvolle Germaanse koninkrijk

op het grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk De snelle neergang vanaf het

einde van het leven van Theoderic is daarom des te opvallender

De dood van de kroonprins Eutharic in 522 of 523 toen Theoderic zelf ongeveer

zeventig was is ook de directe oorzaak van het uiteindelijke falen van het Ostrogotische

koninkrijk die door moderne historici wordt aangewezen In het moderne debat over de

Ostrogoten zijn de publicaties van de Engelse historicus Peter Heather de Oostenrijkse

historicus Herwig Wolfram en de Australische historicus John Moorhead toonaangevend

Hieronder zet ik hun visies op het uiteindelijke falen van het koninkrijk van Theoderic uiteen

Peter Heather stelt in zijn werk The Goths dat Theoderic de basis heeft gelegd voor

een succesvolle integratie van Goten en Romeinen in zijn koninkrijk17

De opvolgingscrisis na

de dood van Eutharic zorgde voor de enorme problemen in de laatste jaren van Theoderic

niet onderliggende wrijving tussen de Goten en Romeinen18

Bovendien vergrootte de dood

van Eutharic ook de spanningen met het Byzantijnse Rijk aangezien keizer Justinus I (r 518-

527) weigerde de nieuwe kroonprins en zoon van Eutharic Athalaric (516-534) als opvolger

van Theoderic te erkennen19

Na de dood van Theoderic verslechterde de politieke situatie nog verder omdat veel

Gotische edelen niet zomaar de heerschappij van Athalaric en zijn moeder Amalasuintha die

als regentes optrad accepteerden20

Er werd vooral strijd gevoerd over invloed op de

minderjarige koning21

Amalasuintha hechtte veel belang aan een Romeinse scholing voor

haar zoon maar een groep Gotische edelen die haar invloed wilde verminderen protesteerde

hiertegen Volgens Heather moet dit echter niet gezien worden als een afwijzing van de

Romeinse cultuur door de Gotische elite De scholing van Athalaric werd volgens hem slechts

als een excuus gebruikt in een strijd over politieke invloed aan het hof in Ravenna22

Ook Herwig Wolfram wijst in zijn werk History of the Goths op het overlijden van

Eutharic dat voor een opvolgingscrisis zorgde23

Daarnaast wijst Wolfram op de invloed van

17

Heather Goths 258 18

Ibidem 19

Ibidem 255 20

Ibidem 260 21

Ibidem 22

Ibidem 23

Herwig Wolfram History of the Goths (Berkeley 1988) 329

7

het overlijden van enkele andere steunpilaren van Theoderic in dezelfde periode24

Zo stierf

paus Johannes in 526 nadat hij door Theoderic gevangen was gezet Voorheen was de paus

echter altijd een belangrijke bondgenoot geweest van het Ostrogotische hof omdat hij

streefde naar zoveel mogelijk onafhankelijkheid van de geestelijkheid in Italieuml tegenover de

Byzantijnse keizers Theoderic was vanwege dit streven een natuurlijke bondgenoot van de

paus geweest

Maar vooral de betrekkingen met andere Germaanse koninkrijken stonden onder grote

druk Theoderic had altijd geprobeerd goede relaties met de andere Germaanse vorsten te

onderhouden maar in korte tijd overleed de Vandaalse koning Thrasamund (450-523) en

werd de Bourgondische kroonprins en kleinzoon van Theoderic Segaric (495-517) door zijn

eigen vader Sigismund (dagger 524) vermoord25

Beide volken gingen daarna een veel agressievere

koers varen tegenover de Ostrogoten terwijl ze de betrekkingen met het Byzantijnse Rijk

waarmee Theoderic altijd een gespannen verhouding had gehad juist probeerden te

verbeteren

John Moorhead legt in zijn artikel lsquoThe last years of Theodericrsquo en in zijn later

verschenen monografie Theoderic in Italy de nadruk op het belang van de dood van

Thrasamund De Vandalen speelden een belangrijke rol in de mediterrane

machtsverhoudingen vanwege hun omvangrijke vloot Zij waren het enige Germaanse volk

met een zeemacht van enige betekenis ten opzichte van de Byzantijnse vloot De pro-

Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic (ca 460-533) maakte Theoderic bang voor een

Vandaals-Byzantijns bondgenootschap tegen hem De Ostrogoten zouden zwak hebben

gestaan tegenover zorsquon bondgenootschap omdat ze zelf niet over een vloot beschikten

Daardoor waren ze kwetsbaar voor aanvallen vanuit zee terwijl ze zelf niet de mogelijkheid

hadden aan te vallen26

Bovendien maakte deze bedreigende verandering in de mediterrane

machtsbalans Theoderic wantrouwend tegenover zijn Romeinse onderdanen die in zijn ogen

teveel sympathie hadden voor de Byzantijnen27

In het kort zijn de drie auteurs het erover eens dat de oorzaak van het verval van het

Ostrogotische koninkrijk ligt in toenemende politieke instabiliteit als gevolg van de dood van

Eutharic en enkele andere steunpilaren van Theoderic Dit werd nog verergerd omdat

Theoderic al oud was en kort daarna zelf overleed In deze scriptie wil ik echter verder kijken

24

Wolfram History of the Goths 329 25

Ibidem 26

John Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte Geschichte 32 (1983) 106-120 27

Moorhead Theoderic in Italy 246-247

8

dan deze min of meer toevallige gebeurtenissen die de ineenstorting van het machtigste

barbaarse koninkrijk van de post-Romeinse wereld tot gevolg hadden en juist de nadruk

leggen op de complexe onderliggende structuur waaruit dit verval voortkwam zowel intern in

de verhouding tussen Goten en Romeinen in het koninkrijk zelf als extern in de verhoudingen

tussen de verschillende staten in de mediterrane wereld

Intern waren de verhoudingen tussen de Romeinen en Goten op politiek en sociaal

gebied zeer complex Niet alleen etniciteit speelde hierin een rol maar ook het religieuze

verschil tussen de katholieke Romeinen en de ariaanse Goten Op buitenlands gebied was er

een ingewikkeld web van huwelijksallianties tussen Theoderic en de andere Germaanse

vorsten in het voormalige West-Romeinse Rijk Bovendien was Theoderic formeel slechts een

bestuurder van Italieuml onder gezag van de Byzantijnse keizers in Constantinopel

Hoe de Ostrogoten deze problemen aanvankelijk leken aan te pakken en hoe er vanaf

ongeveer 520 problemen ontstonden zowel binnenlands als buitenlands is het onderwerp van

deze scriptie De hoofdvraag van de scriptie luidt lsquoWelke onderliggende oorzaken zowel

intern als extern zijn er aan te wijzen voor het snelle verval van het Ostrogotische koninkrijk

aan het einde van het leven van Theodericrsquo

Om tot een antwoord op deze vraag te komen zullen zowel de interne structuur van het

Ostrogotische koninkrijk als de externe verhoudingen met de andere staten in het

Middellandse Zeegebied behandeld worden Intern worden de politieke organisatie de

religieuze verhoudingen en de sociale structuur tussen Goten en Romeinen in het

Ostrogotische koninkrijk uitgebreid belicht Op deze drie terreinen waren de verschillen

tussen zijn onderdanen groot en moest Theoderic een balans zien te vinden Extern worden de

relaties behandeld die Theoderic onderhield met de belangrijkste Germaanse volken op het

grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk en de ingewikkelde relatie met het

Byzantijnse Rijk waaraan hij officieel verantwoording schuldig was

In deze scriptie maak ik gebruik van diverse contemporaine Romeinse bronnen die

veel inzicht verschaffen niet alleen in de historische gebeurtenissen maar vooral ook in het

beeld dat Romeinse tijdgenoten hadden van de heerschappij van de Ostrogoot Theoderic

Deze bronnen vereisen echter wel een kritische houding ten opzichte van de leefwereld en

motivaties van de verschillende auteurs Daarom behandel ik in het eerste hoofdstuk het leven

van de aangehaalde antieke auteurs en de noodzakelijke bedenkingen bij het gebruik van hun

teksten

Vervolgens is er een hoofdstuk waarin de voorgeschiedenis van de Ostrogotische

vestiging in Italieuml behandeld wordt In dit hoofdstuk ligt de nadruk op de vraag wat de

9

politieke verhoudingen waren in de post-Romeinse mediterrane wereld en wat complexe

begrippen als Goten Visigoten en Ostrogoten die veelvuldig in deze scriptie gebruikt

worden inhouden Deze hoofdstukken met de noodzakelijke achtergronden worden gevolgd

door twee hoofdstukken waarin de interne en externe oorzaken van het verval van het

Ostrogotische koninkrijk behandeld worden Tot slot is er een conclusie

2 Antieke bronnen

Onderzoek naar veel delen van Europa na de ondergang van het West-Romeinse Rijk wordt

bemoeilijkt door een gebrek aan geschreven bronnen Dit geldt echter niet voor Italieuml en de

Ostrogoten waarover diverse literaire bronnen zijn overgeleverd Bovendien waren enkele van

deze auteurs direct bij de gebeurtenissen betrokken Hieronder worden de in deze scriptie

gebruikte antieke auteurs besproken

21 Cassiodorus (ca 485-580)

Het is niet duidelijk wanneer Cassiodorus precies is geboren maar uit zijn overgeleverde

teksten blijkt dat hij rond 485 geboren moet zijn en ouder dan negentig is geworden28

Hij is

geboren in Scylletium in zuid-Italieuml Hij kwam uit een familie die in de vijfde eeuw al diverse

generaties deel had uitgemaakt van het bestuurlijk apparaat van het West-Romeinse Rijk29

De

vader van Cassiodorus Cassiodorus de oudere bekleedde enkele belangrijke functies aan het

hof van Odoacer Als gouverneur van Sicilieuml liep Cassiodorus de oudere echter over van

Odoacer naar Theoderic toen deze de overhand leek te krijgen in hun onderlinge strijd30

Namens Theoderic moest hij ondermeer de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml mede

organiseren31

Cassiodorus zelf maakte al op jonge leeftijd naam als kenner van het recht Hij begon

zijn publieke carriegravere als juridisch adviseur en secretaris van zijn vader32

Deze positie gaf

hem rond 505 de gelegenheid een lofrede voor Theoderic te schrijven waardoor zijn literaire

talent opgemerkt werd aan het hof in Ravenna33

Hij maakte vervolgens snel carriegravere in het

28

Arne Soslashby Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies in a migration myth

(Kopenhagen 2002) 54 29

Ibidem 55 30

Ibidem 31

Barnish Cassiodorus xxxix 32

Ibidem 33

James J OrsquoDonnell Cassiodorus (Berkeley 1979) 21

10

bestuur Als quaestor was hij verantwoordelijk voor de diplomatieke berichten van

Theoderic34

Het hoogtepunt van zijn invloed bereikte hij toen hij in 523 na de val van zijn

voorganger Boeumlthius benoemd werd tot magister officiorum een soort eerste minister aan het

hof Ook na de dood van Theoderic bleef Cassiodorus werkzaam in het bestuur van het

koninkrijk Hij diende onder de opvolger van Theoderic Athalaric en diens moeder

Amalasuintha Na de vroegtijdige dood van de jonge koning en de moord op diens moeder

diende hij ook de daaropvolgende Ostrogotische koningen Theodahad (ca 480-536) en

Vitiges (dagger 540) tot 53735

Zelfs na de Byzantijnse invasie van Italieuml in 536 bleef hij korte tijd

werkzaam aan het Gotische hof in Ravenna36

Na zijn publieke carriegravere maakte hij een reis

naar Constantinopel waar hij lange tijd verbleef Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn

geboortestreek in zuid-Italieuml waar hij een monastische gemeenschap vestigde

Cassiodorus heeft een uitgebreid oeuvre nagelaten over zowel seculiere als religieuze

onderwerpen Zo heeft hij onder meer op verzoek van Theoderic een geschiedenis van de

Goten geschreven dat niet is overgeleverd maar dat wel een belangrijke bron vormde voor de

Getica van Jordanes Voor deze scriptie zijn de Variae het belangrijkst Dit is een selectie van

zijn brieven die hij namens Theoderic en diens opvolgers heeft geschreven toen hij diende in

het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk Waarschijnlijk heeft hij de Variae samengesteld

aan het einde van zijn publieke carriegravere in 537 of 53837

Hierna heeft Cassiodorus nog enkele

religieuze werken geschreven Het gaat hier om de Expositio Psalmorum De Anima en de

Institutiones Divinarum et Saecularium Litterarum

Als functionaris aan het hof in Ravenna geeft het werk van Cassiodorus een inkijk in

het functioneren ervan en is daardoor onmisbaar bij bestudering van de politieke structuur van

het hof van Theoderic Toch moet daarbij in het achterhoofd gehouden worden dat het de taak

van Cassiodorus was het beleid van Theoderic te verdedigen Hoewel er geen overduidelijke

propaganda ontdekt kan worden moet de Variae als historische bron voorzichtig gebruikt

worden38

Wel geeft het een goed beeld van de verhouding tussen de Romeinse en Gotische

bestuurlijke elite en vooral van het beeld dat Theoderic van zichzelf via Cassiodorus aan de

Romeinse elite probeerde uit te dragen

34

Barnish Cassiodorus xxxix 35

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 56 36

John Moorhead acuteBoeumlthius and Romans in Ostrogothic serviceacute Historia Zeitschrift fugraver Alte Geschichte 27

(1978) 604-612 aldaar 605 37

Barnish Cassiodorus xiv 38

Ibidem xxxiii

11

22 Ennodius (ca 473-521)

Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk

voorname familie39

Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius

opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed

trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40

Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41

De vrouw trok zich uiteindelijk terug in

een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel

op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42

Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste

was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan

de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt

het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste

plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze

periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel

aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer

die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had

In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen

de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden

Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij

was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze

zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het

langdurige Acaciaanse schisma

In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens

worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande

partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van

deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier

absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die

bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in

deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de

strijdende partijen te intervenieumlren43

Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten

39

Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40

Ibidem 3 41

Ibidem 42

Ibidem 4 43

Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735

12

koste van Laurentius die kort daarna overleed

Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44

Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding

ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor

Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is

het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke

Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45

23 Jordanes (rond 550)

Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond

het midden van de zesde eeuw46

Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd

de secretaris van een Ostrogotische generaal47

Later maakte Jordanes volgens zijn eigen

woorden een religieuze conversio door48

Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee

bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49

Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes

heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de

geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste

mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid

en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551

behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het

mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met

de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de

Byzantijnse generaal Belisarius

De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes

Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane

werk van Cassiodorus50

De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica

vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het

eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de

44

Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45

Ibidem 53 46

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47

Ibidem 102 48

Jord Get 50 265-266 49

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50

Ibidem 114

13

heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51

In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit

Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52

Deze verhalen

hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne

geschiedschrijving53

Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar

de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die

de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-

Romeinse wereld54

In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische

verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de

migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid

gebruikt worden als historische bron

24 Procopius (ca 500-560)

De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de

provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55

Als jongeman kwam hij naar

Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal

Belisarius56

Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens

zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in

een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-

Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar

Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van

Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57

Onduidelijk is wanneer Procopius precies

is overleden

Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte

Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk

Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij

achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk

bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd

51

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52

Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53

Ibidem 54

Ibidem 52 55

HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56

Ibidem 57

Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)

22

14

waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft

beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch

bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke

verhoudingen in het koninkrijk

Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een

lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de

Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58

Dit werk is een bijzonder giftig

smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en

Antonina (ca 484-570)

25 Anonymus Valesianus

De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in

Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar

heeft gevoegd en uitgegeven59

Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij

van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van

Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60

Het is waarschijnlijk

geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661

In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic

behandeld terwijl het midden is weggelaten62

In de bron worden zijn goede daden aan het

begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63

Zijn slechte daden

worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die

vier slangen baarde en enkele aardbevingen64

Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron

gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke

onderdanen zou vervolgen

Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het

eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel

gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het

58

van Dolen Procopius 22 59

Moorhead Theoderic in Italy 3 60

Ibidem 61

Ibidem 4 62

Ibidem 63

Ibidem 3-4 64

SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue

drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573

15

tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65

Toch is het qua

schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke

biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later

zijn slechtheid extra de nadruk te geven66

De Anonymus Valesianus is de enige enigszins

gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67

Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet

benaderen68

3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml

Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane

wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn

die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van

Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch

verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een

Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69

Het zoeken

naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een

politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving

van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie

in Oost-Europa70

De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van

de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het

Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de

lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van

handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71

Door het uitvechten van

kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied

onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de

Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72

De Goten genoten de

65

Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66

Ibidem 573-575 67

Ibidem 572 68

Ibidem 596 69

Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70

Ibidem 71

Ibidem 35-36 72

Ibidem 37

16

steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het

belangrijkste volk aan de Donaugrens73

Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve

contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom

Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten

gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden

Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld

in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74

Bovendien leefden er diverse

andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75

De twee

belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk

en oostelijk deel van de Gotische wereld76

Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de

Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins

grondgebied begeven77

Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en

de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen

te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun

woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)

trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van

keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de

Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag

bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer

Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met

als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten

zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-

423) in het zuidwesten van Gallieuml78

Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten

De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk

weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de

Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens

zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79

De

Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen

73

Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74

Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75

Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76

Halsall Barbarian migration 134 77

Wolfram History of the Goths 23-24 78

Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515 aldaar 491 79

Amm 3132

17

tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de

eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80

Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij

kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag

tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een

bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de

gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81

Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd

onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de

Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82

Met name onder

de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten

die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd

Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een

coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de

Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in

453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten

sterke leider83

In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de

verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden

De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de

Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming

zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84

Een andere grote groep Ostrogoten

had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse

afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85

De Ostrogoten waren in

deze periode zeker geen verenigde groep86

Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r

457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic

Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de

keizer tot concessies te dwingen87

Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee

concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te

80

Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81

Heather Fall of the Roman empire 164 82

EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83

Heather Goths 124 84

Burns History of the Ostrogoths 52 85

AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86

Ibidem 87

Ibidem

18

zorgen88

In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno

kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus

af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en

de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89

Bovendien kreeg de Amaalse

Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil

daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90

Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een

verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun

leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden

verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een

halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met

Theoderic Strabo weer aan91

In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een

coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund

wat hem definitief van Zeno vervreemdde92

In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de

Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten

trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop

liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de

terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93

Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven

Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de

strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94

In ruil voor zijn hulp werd Theoderic

benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic

ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het

grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan

bij de Pannonische Goten95

De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic

een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96

De totale Ostrogotische

bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan

88

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89

Ibidem 90

Heather Goths and Romans 278 91

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92

Ibidem 51 93

Heather Goths and Romans 298 94

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95

Heather Goths and Romans 302 96

Ibidem

19

100000 mensen97

De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een

gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon

beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet

langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand

kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad

afsneed98

Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er

werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten

het machtsgebied van keizer Zeno bevond

Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-

476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer

Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort

daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die

zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was

afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn

macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia

Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius

Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen

maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door

zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen

tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99

Door op een confrontatie aan te sturen

tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om

lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100

Bovendien zou wanneer Theoderic zou

slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de

grenzen van zijn rijk bevinden101

In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan

naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de

Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102

Pas in de zomer van

489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten

tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort

97

Heather Goths and Romans 302 98

Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99

Heather Goths and Romans 307 100

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101

Heather Goths and Romans 308 102

Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127

20

daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna

Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar

het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over

naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103

Theoderic kreeg echter hulp van Alaric

II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat

Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug

in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd

omgeven door moerassen in te nemen104

Deze patstelling duurde voort tot 493

Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en

Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te

delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan

zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn

aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105

Het Ostrogotische leger riep

Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106

Dit was echter tegen de zin

van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door

Constantinopel107

Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de

rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze

positie bekleden

Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies

Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108

Ook in het westen

breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de

vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de

fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109

Maar de Visigotische koning Alaric II werd

vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van

Gallieuml110

Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de

Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij

een onbekende vrouw

Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de

Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke

103

Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105

Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106

Ibidem 107

Wolfram History of the Goths 284 108

Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109

Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114

21

aanval op de Visigoten in 507111

In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen

waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml

werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112

De Ostrogoten intervenieerden echter

in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113

Daarnaast

slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de

Provence te behouden voor de Visigoten

De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het

Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd

hadden114

Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen

van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige

zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de

zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte

De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van

Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over

het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had

aangesteld115

Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was

Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric

zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116

111

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112

Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114

A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I

162-192 aldaar 167-168 115

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116

Ibidem 123

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 7: Theoderic en zijn koninkrijk

7

het overlijden van enkele andere steunpilaren van Theoderic in dezelfde periode24

Zo stierf

paus Johannes in 526 nadat hij door Theoderic gevangen was gezet Voorheen was de paus

echter altijd een belangrijke bondgenoot geweest van het Ostrogotische hof omdat hij

streefde naar zoveel mogelijk onafhankelijkheid van de geestelijkheid in Italieuml tegenover de

Byzantijnse keizers Theoderic was vanwege dit streven een natuurlijke bondgenoot van de

paus geweest

Maar vooral de betrekkingen met andere Germaanse koninkrijken stonden onder grote

druk Theoderic had altijd geprobeerd goede relaties met de andere Germaanse vorsten te

onderhouden maar in korte tijd overleed de Vandaalse koning Thrasamund (450-523) en

werd de Bourgondische kroonprins en kleinzoon van Theoderic Segaric (495-517) door zijn

eigen vader Sigismund (dagger 524) vermoord25

Beide volken gingen daarna een veel agressievere

koers varen tegenover de Ostrogoten terwijl ze de betrekkingen met het Byzantijnse Rijk

waarmee Theoderic altijd een gespannen verhouding had gehad juist probeerden te

verbeteren

John Moorhead legt in zijn artikel lsquoThe last years of Theodericrsquo en in zijn later

verschenen monografie Theoderic in Italy de nadruk op het belang van de dood van

Thrasamund De Vandalen speelden een belangrijke rol in de mediterrane

machtsverhoudingen vanwege hun omvangrijke vloot Zij waren het enige Germaanse volk

met een zeemacht van enige betekenis ten opzichte van de Byzantijnse vloot De pro-

Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic (ca 460-533) maakte Theoderic bang voor een

Vandaals-Byzantijns bondgenootschap tegen hem De Ostrogoten zouden zwak hebben

gestaan tegenover zorsquon bondgenootschap omdat ze zelf niet over een vloot beschikten

Daardoor waren ze kwetsbaar voor aanvallen vanuit zee terwijl ze zelf niet de mogelijkheid

hadden aan te vallen26

Bovendien maakte deze bedreigende verandering in de mediterrane

machtsbalans Theoderic wantrouwend tegenover zijn Romeinse onderdanen die in zijn ogen

teveel sympathie hadden voor de Byzantijnen27

In het kort zijn de drie auteurs het erover eens dat de oorzaak van het verval van het

Ostrogotische koninkrijk ligt in toenemende politieke instabiliteit als gevolg van de dood van

Eutharic en enkele andere steunpilaren van Theoderic Dit werd nog verergerd omdat

Theoderic al oud was en kort daarna zelf overleed In deze scriptie wil ik echter verder kijken

24

Wolfram History of the Goths 329 25

Ibidem 26

John Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte Geschichte 32 (1983) 106-120 27

Moorhead Theoderic in Italy 246-247

8

dan deze min of meer toevallige gebeurtenissen die de ineenstorting van het machtigste

barbaarse koninkrijk van de post-Romeinse wereld tot gevolg hadden en juist de nadruk

leggen op de complexe onderliggende structuur waaruit dit verval voortkwam zowel intern in

de verhouding tussen Goten en Romeinen in het koninkrijk zelf als extern in de verhoudingen

tussen de verschillende staten in de mediterrane wereld

Intern waren de verhoudingen tussen de Romeinen en Goten op politiek en sociaal

gebied zeer complex Niet alleen etniciteit speelde hierin een rol maar ook het religieuze

verschil tussen de katholieke Romeinen en de ariaanse Goten Op buitenlands gebied was er

een ingewikkeld web van huwelijksallianties tussen Theoderic en de andere Germaanse

vorsten in het voormalige West-Romeinse Rijk Bovendien was Theoderic formeel slechts een

bestuurder van Italieuml onder gezag van de Byzantijnse keizers in Constantinopel

Hoe de Ostrogoten deze problemen aanvankelijk leken aan te pakken en hoe er vanaf

ongeveer 520 problemen ontstonden zowel binnenlands als buitenlands is het onderwerp van

deze scriptie De hoofdvraag van de scriptie luidt lsquoWelke onderliggende oorzaken zowel

intern als extern zijn er aan te wijzen voor het snelle verval van het Ostrogotische koninkrijk

aan het einde van het leven van Theodericrsquo

Om tot een antwoord op deze vraag te komen zullen zowel de interne structuur van het

Ostrogotische koninkrijk als de externe verhoudingen met de andere staten in het

Middellandse Zeegebied behandeld worden Intern worden de politieke organisatie de

religieuze verhoudingen en de sociale structuur tussen Goten en Romeinen in het

Ostrogotische koninkrijk uitgebreid belicht Op deze drie terreinen waren de verschillen

tussen zijn onderdanen groot en moest Theoderic een balans zien te vinden Extern worden de

relaties behandeld die Theoderic onderhield met de belangrijkste Germaanse volken op het

grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk en de ingewikkelde relatie met het

Byzantijnse Rijk waaraan hij officieel verantwoording schuldig was

In deze scriptie maak ik gebruik van diverse contemporaine Romeinse bronnen die

veel inzicht verschaffen niet alleen in de historische gebeurtenissen maar vooral ook in het

beeld dat Romeinse tijdgenoten hadden van de heerschappij van de Ostrogoot Theoderic

Deze bronnen vereisen echter wel een kritische houding ten opzichte van de leefwereld en

motivaties van de verschillende auteurs Daarom behandel ik in het eerste hoofdstuk het leven

van de aangehaalde antieke auteurs en de noodzakelijke bedenkingen bij het gebruik van hun

teksten

Vervolgens is er een hoofdstuk waarin de voorgeschiedenis van de Ostrogotische

vestiging in Italieuml behandeld wordt In dit hoofdstuk ligt de nadruk op de vraag wat de

9

politieke verhoudingen waren in de post-Romeinse mediterrane wereld en wat complexe

begrippen als Goten Visigoten en Ostrogoten die veelvuldig in deze scriptie gebruikt

worden inhouden Deze hoofdstukken met de noodzakelijke achtergronden worden gevolgd

door twee hoofdstukken waarin de interne en externe oorzaken van het verval van het

Ostrogotische koninkrijk behandeld worden Tot slot is er een conclusie

2 Antieke bronnen

Onderzoek naar veel delen van Europa na de ondergang van het West-Romeinse Rijk wordt

bemoeilijkt door een gebrek aan geschreven bronnen Dit geldt echter niet voor Italieuml en de

Ostrogoten waarover diverse literaire bronnen zijn overgeleverd Bovendien waren enkele van

deze auteurs direct bij de gebeurtenissen betrokken Hieronder worden de in deze scriptie

gebruikte antieke auteurs besproken

21 Cassiodorus (ca 485-580)

Het is niet duidelijk wanneer Cassiodorus precies is geboren maar uit zijn overgeleverde

teksten blijkt dat hij rond 485 geboren moet zijn en ouder dan negentig is geworden28

Hij is

geboren in Scylletium in zuid-Italieuml Hij kwam uit een familie die in de vijfde eeuw al diverse

generaties deel had uitgemaakt van het bestuurlijk apparaat van het West-Romeinse Rijk29

De

vader van Cassiodorus Cassiodorus de oudere bekleedde enkele belangrijke functies aan het

hof van Odoacer Als gouverneur van Sicilieuml liep Cassiodorus de oudere echter over van

Odoacer naar Theoderic toen deze de overhand leek te krijgen in hun onderlinge strijd30

Namens Theoderic moest hij ondermeer de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml mede

organiseren31

Cassiodorus zelf maakte al op jonge leeftijd naam als kenner van het recht Hij begon

zijn publieke carriegravere als juridisch adviseur en secretaris van zijn vader32

Deze positie gaf

hem rond 505 de gelegenheid een lofrede voor Theoderic te schrijven waardoor zijn literaire

talent opgemerkt werd aan het hof in Ravenna33

Hij maakte vervolgens snel carriegravere in het

28

Arne Soslashby Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies in a migration myth

(Kopenhagen 2002) 54 29

Ibidem 55 30

Ibidem 31

Barnish Cassiodorus xxxix 32

Ibidem 33

James J OrsquoDonnell Cassiodorus (Berkeley 1979) 21

10

bestuur Als quaestor was hij verantwoordelijk voor de diplomatieke berichten van

Theoderic34

Het hoogtepunt van zijn invloed bereikte hij toen hij in 523 na de val van zijn

voorganger Boeumlthius benoemd werd tot magister officiorum een soort eerste minister aan het

hof Ook na de dood van Theoderic bleef Cassiodorus werkzaam in het bestuur van het

koninkrijk Hij diende onder de opvolger van Theoderic Athalaric en diens moeder

Amalasuintha Na de vroegtijdige dood van de jonge koning en de moord op diens moeder

diende hij ook de daaropvolgende Ostrogotische koningen Theodahad (ca 480-536) en

Vitiges (dagger 540) tot 53735

Zelfs na de Byzantijnse invasie van Italieuml in 536 bleef hij korte tijd

werkzaam aan het Gotische hof in Ravenna36

Na zijn publieke carriegravere maakte hij een reis

naar Constantinopel waar hij lange tijd verbleef Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn

geboortestreek in zuid-Italieuml waar hij een monastische gemeenschap vestigde

Cassiodorus heeft een uitgebreid oeuvre nagelaten over zowel seculiere als religieuze

onderwerpen Zo heeft hij onder meer op verzoek van Theoderic een geschiedenis van de

Goten geschreven dat niet is overgeleverd maar dat wel een belangrijke bron vormde voor de

Getica van Jordanes Voor deze scriptie zijn de Variae het belangrijkst Dit is een selectie van

zijn brieven die hij namens Theoderic en diens opvolgers heeft geschreven toen hij diende in

het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk Waarschijnlijk heeft hij de Variae samengesteld

aan het einde van zijn publieke carriegravere in 537 of 53837

Hierna heeft Cassiodorus nog enkele

religieuze werken geschreven Het gaat hier om de Expositio Psalmorum De Anima en de

Institutiones Divinarum et Saecularium Litterarum

Als functionaris aan het hof in Ravenna geeft het werk van Cassiodorus een inkijk in

het functioneren ervan en is daardoor onmisbaar bij bestudering van de politieke structuur van

het hof van Theoderic Toch moet daarbij in het achterhoofd gehouden worden dat het de taak

van Cassiodorus was het beleid van Theoderic te verdedigen Hoewel er geen overduidelijke

propaganda ontdekt kan worden moet de Variae als historische bron voorzichtig gebruikt

worden38

Wel geeft het een goed beeld van de verhouding tussen de Romeinse en Gotische

bestuurlijke elite en vooral van het beeld dat Theoderic van zichzelf via Cassiodorus aan de

Romeinse elite probeerde uit te dragen

34

Barnish Cassiodorus xxxix 35

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 56 36

John Moorhead acuteBoeumlthius and Romans in Ostrogothic serviceacute Historia Zeitschrift fugraver Alte Geschichte 27

(1978) 604-612 aldaar 605 37

Barnish Cassiodorus xiv 38

Ibidem xxxiii

11

22 Ennodius (ca 473-521)

Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk

voorname familie39

Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius

opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed

trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40

Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41

De vrouw trok zich uiteindelijk terug in

een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel

op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42

Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste

was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan

de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt

het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste

plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze

periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel

aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer

die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had

In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen

de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden

Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij

was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze

zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het

langdurige Acaciaanse schisma

In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens

worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande

partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van

deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier

absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die

bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in

deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de

strijdende partijen te intervenieumlren43

Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten

39

Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40

Ibidem 3 41

Ibidem 42

Ibidem 4 43

Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735

12

koste van Laurentius die kort daarna overleed

Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44

Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding

ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor

Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is

het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke

Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45

23 Jordanes (rond 550)

Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond

het midden van de zesde eeuw46

Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd

de secretaris van een Ostrogotische generaal47

Later maakte Jordanes volgens zijn eigen

woorden een religieuze conversio door48

Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee

bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49

Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes

heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de

geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste

mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid

en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551

behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het

mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met

de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de

Byzantijnse generaal Belisarius

De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes

Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane

werk van Cassiodorus50

De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica

vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het

eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de

44

Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45

Ibidem 53 46

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47

Ibidem 102 48

Jord Get 50 265-266 49

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50

Ibidem 114

13

heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51

In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit

Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52

Deze verhalen

hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne

geschiedschrijving53

Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar

de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die

de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-

Romeinse wereld54

In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische

verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de

migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid

gebruikt worden als historische bron

24 Procopius (ca 500-560)

De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de

provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55

Als jongeman kwam hij naar

Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal

Belisarius56

Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens

zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in

een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-

Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar

Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van

Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57

Onduidelijk is wanneer Procopius precies

is overleden

Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte

Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk

Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij

achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk

bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd

51

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52

Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53

Ibidem 54

Ibidem 52 55

HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56

Ibidem 57

Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)

22

14

waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft

beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch

bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke

verhoudingen in het koninkrijk

Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een

lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de

Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58

Dit werk is een bijzonder giftig

smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en

Antonina (ca 484-570)

25 Anonymus Valesianus

De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in

Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar

heeft gevoegd en uitgegeven59

Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij

van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van

Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60

Het is waarschijnlijk

geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661

In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic

behandeld terwijl het midden is weggelaten62

In de bron worden zijn goede daden aan het

begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63

Zijn slechte daden

worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die

vier slangen baarde en enkele aardbevingen64

Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron

gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke

onderdanen zou vervolgen

Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het

eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel

gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het

58

van Dolen Procopius 22 59

Moorhead Theoderic in Italy 3 60

Ibidem 61

Ibidem 4 62

Ibidem 63

Ibidem 3-4 64

SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue

drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573

15

tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65

Toch is het qua

schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke

biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later

zijn slechtheid extra de nadruk te geven66

De Anonymus Valesianus is de enige enigszins

gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67

Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet

benaderen68

3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml

Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane

wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn

die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van

Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch

verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een

Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69

Het zoeken

naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een

politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving

van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie

in Oost-Europa70

De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van

de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het

Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de

lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van

handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71

Door het uitvechten van

kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied

onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de

Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72

De Goten genoten de

65

Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66

Ibidem 573-575 67

Ibidem 572 68

Ibidem 596 69

Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70

Ibidem 71

Ibidem 35-36 72

Ibidem 37

16

steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het

belangrijkste volk aan de Donaugrens73

Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve

contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom

Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten

gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden

Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld

in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74

Bovendien leefden er diverse

andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75

De twee

belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk

en oostelijk deel van de Gotische wereld76

Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de

Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins

grondgebied begeven77

Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en

de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen

te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun

woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)

trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van

keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de

Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag

bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer

Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met

als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten

zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-

423) in het zuidwesten van Gallieuml78

Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten

De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk

weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de

Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens

zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79

De

Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen

73

Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74

Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75

Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76

Halsall Barbarian migration 134 77

Wolfram History of the Goths 23-24 78

Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515 aldaar 491 79

Amm 3132

17

tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de

eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80

Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij

kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag

tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een

bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de

gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81

Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd

onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de

Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82

Met name onder

de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten

die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd

Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een

coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de

Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in

453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten

sterke leider83

In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de

verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden

De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de

Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming

zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84

Een andere grote groep Ostrogoten

had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse

afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85

De Ostrogoten waren in

deze periode zeker geen verenigde groep86

Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r

457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic

Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de

keizer tot concessies te dwingen87

Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee

concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te

80

Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81

Heather Fall of the Roman empire 164 82

EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83

Heather Goths 124 84

Burns History of the Ostrogoths 52 85

AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86

Ibidem 87

Ibidem

18

zorgen88

In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno

kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus

af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en

de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89

Bovendien kreeg de Amaalse

Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil

daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90

Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een

verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun

leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden

verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een

halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met

Theoderic Strabo weer aan91

In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een

coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund

wat hem definitief van Zeno vervreemdde92

In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de

Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten

trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop

liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de

terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93

Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven

Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de

strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94

In ruil voor zijn hulp werd Theoderic

benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic

ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het

grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan

bij de Pannonische Goten95

De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic

een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96

De totale Ostrogotische

bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan

88

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89

Ibidem 90

Heather Goths and Romans 278 91

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92

Ibidem 51 93

Heather Goths and Romans 298 94

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95

Heather Goths and Romans 302 96

Ibidem

19

100000 mensen97

De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een

gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon

beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet

langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand

kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad

afsneed98

Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er

werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten

het machtsgebied van keizer Zeno bevond

Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-

476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer

Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort

daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die

zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was

afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn

macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia

Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius

Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen

maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door

zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen

tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99

Door op een confrontatie aan te sturen

tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om

lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100

Bovendien zou wanneer Theoderic zou

slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de

grenzen van zijn rijk bevinden101

In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan

naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de

Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102

Pas in de zomer van

489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten

tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort

97

Heather Goths and Romans 302 98

Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99

Heather Goths and Romans 307 100

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101

Heather Goths and Romans 308 102

Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127

20

daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna

Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar

het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over

naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103

Theoderic kreeg echter hulp van Alaric

II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat

Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug

in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd

omgeven door moerassen in te nemen104

Deze patstelling duurde voort tot 493

Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en

Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te

delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan

zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn

aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105

Het Ostrogotische leger riep

Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106

Dit was echter tegen de zin

van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door

Constantinopel107

Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de

rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze

positie bekleden

Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies

Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108

Ook in het westen

breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de

vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de

fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109

Maar de Visigotische koning Alaric II werd

vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van

Gallieuml110

Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de

Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij

een onbekende vrouw

Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de

Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke

103

Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105

Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106

Ibidem 107

Wolfram History of the Goths 284 108

Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109

Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114

21

aanval op de Visigoten in 507111

In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen

waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml

werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112

De Ostrogoten intervenieerden echter

in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113

Daarnaast

slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de

Provence te behouden voor de Visigoten

De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het

Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd

hadden114

Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen

van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige

zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de

zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte

De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van

Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over

het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had

aangesteld115

Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was

Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric

zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116

111

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112

Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114

A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I

162-192 aldaar 167-168 115

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116

Ibidem 123

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 8: Theoderic en zijn koninkrijk

8

dan deze min of meer toevallige gebeurtenissen die de ineenstorting van het machtigste

barbaarse koninkrijk van de post-Romeinse wereld tot gevolg hadden en juist de nadruk

leggen op de complexe onderliggende structuur waaruit dit verval voortkwam zowel intern in

de verhouding tussen Goten en Romeinen in het koninkrijk zelf als extern in de verhoudingen

tussen de verschillende staten in de mediterrane wereld

Intern waren de verhoudingen tussen de Romeinen en Goten op politiek en sociaal

gebied zeer complex Niet alleen etniciteit speelde hierin een rol maar ook het religieuze

verschil tussen de katholieke Romeinen en de ariaanse Goten Op buitenlands gebied was er

een ingewikkeld web van huwelijksallianties tussen Theoderic en de andere Germaanse

vorsten in het voormalige West-Romeinse Rijk Bovendien was Theoderic formeel slechts een

bestuurder van Italieuml onder gezag van de Byzantijnse keizers in Constantinopel

Hoe de Ostrogoten deze problemen aanvankelijk leken aan te pakken en hoe er vanaf

ongeveer 520 problemen ontstonden zowel binnenlands als buitenlands is het onderwerp van

deze scriptie De hoofdvraag van de scriptie luidt lsquoWelke onderliggende oorzaken zowel

intern als extern zijn er aan te wijzen voor het snelle verval van het Ostrogotische koninkrijk

aan het einde van het leven van Theodericrsquo

Om tot een antwoord op deze vraag te komen zullen zowel de interne structuur van het

Ostrogotische koninkrijk als de externe verhoudingen met de andere staten in het

Middellandse Zeegebied behandeld worden Intern worden de politieke organisatie de

religieuze verhoudingen en de sociale structuur tussen Goten en Romeinen in het

Ostrogotische koninkrijk uitgebreid belicht Op deze drie terreinen waren de verschillen

tussen zijn onderdanen groot en moest Theoderic een balans zien te vinden Extern worden de

relaties behandeld die Theoderic onderhield met de belangrijkste Germaanse volken op het

grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk en de ingewikkelde relatie met het

Byzantijnse Rijk waaraan hij officieel verantwoording schuldig was

In deze scriptie maak ik gebruik van diverse contemporaine Romeinse bronnen die

veel inzicht verschaffen niet alleen in de historische gebeurtenissen maar vooral ook in het

beeld dat Romeinse tijdgenoten hadden van de heerschappij van de Ostrogoot Theoderic

Deze bronnen vereisen echter wel een kritische houding ten opzichte van de leefwereld en

motivaties van de verschillende auteurs Daarom behandel ik in het eerste hoofdstuk het leven

van de aangehaalde antieke auteurs en de noodzakelijke bedenkingen bij het gebruik van hun

teksten

Vervolgens is er een hoofdstuk waarin de voorgeschiedenis van de Ostrogotische

vestiging in Italieuml behandeld wordt In dit hoofdstuk ligt de nadruk op de vraag wat de

9

politieke verhoudingen waren in de post-Romeinse mediterrane wereld en wat complexe

begrippen als Goten Visigoten en Ostrogoten die veelvuldig in deze scriptie gebruikt

worden inhouden Deze hoofdstukken met de noodzakelijke achtergronden worden gevolgd

door twee hoofdstukken waarin de interne en externe oorzaken van het verval van het

Ostrogotische koninkrijk behandeld worden Tot slot is er een conclusie

2 Antieke bronnen

Onderzoek naar veel delen van Europa na de ondergang van het West-Romeinse Rijk wordt

bemoeilijkt door een gebrek aan geschreven bronnen Dit geldt echter niet voor Italieuml en de

Ostrogoten waarover diverse literaire bronnen zijn overgeleverd Bovendien waren enkele van

deze auteurs direct bij de gebeurtenissen betrokken Hieronder worden de in deze scriptie

gebruikte antieke auteurs besproken

21 Cassiodorus (ca 485-580)

Het is niet duidelijk wanneer Cassiodorus precies is geboren maar uit zijn overgeleverde

teksten blijkt dat hij rond 485 geboren moet zijn en ouder dan negentig is geworden28

Hij is

geboren in Scylletium in zuid-Italieuml Hij kwam uit een familie die in de vijfde eeuw al diverse

generaties deel had uitgemaakt van het bestuurlijk apparaat van het West-Romeinse Rijk29

De

vader van Cassiodorus Cassiodorus de oudere bekleedde enkele belangrijke functies aan het

hof van Odoacer Als gouverneur van Sicilieuml liep Cassiodorus de oudere echter over van

Odoacer naar Theoderic toen deze de overhand leek te krijgen in hun onderlinge strijd30

Namens Theoderic moest hij ondermeer de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml mede

organiseren31

Cassiodorus zelf maakte al op jonge leeftijd naam als kenner van het recht Hij begon

zijn publieke carriegravere als juridisch adviseur en secretaris van zijn vader32

Deze positie gaf

hem rond 505 de gelegenheid een lofrede voor Theoderic te schrijven waardoor zijn literaire

talent opgemerkt werd aan het hof in Ravenna33

Hij maakte vervolgens snel carriegravere in het

28

Arne Soslashby Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies in a migration myth

(Kopenhagen 2002) 54 29

Ibidem 55 30

Ibidem 31

Barnish Cassiodorus xxxix 32

Ibidem 33

James J OrsquoDonnell Cassiodorus (Berkeley 1979) 21

10

bestuur Als quaestor was hij verantwoordelijk voor de diplomatieke berichten van

Theoderic34

Het hoogtepunt van zijn invloed bereikte hij toen hij in 523 na de val van zijn

voorganger Boeumlthius benoemd werd tot magister officiorum een soort eerste minister aan het

hof Ook na de dood van Theoderic bleef Cassiodorus werkzaam in het bestuur van het

koninkrijk Hij diende onder de opvolger van Theoderic Athalaric en diens moeder

Amalasuintha Na de vroegtijdige dood van de jonge koning en de moord op diens moeder

diende hij ook de daaropvolgende Ostrogotische koningen Theodahad (ca 480-536) en

Vitiges (dagger 540) tot 53735

Zelfs na de Byzantijnse invasie van Italieuml in 536 bleef hij korte tijd

werkzaam aan het Gotische hof in Ravenna36

Na zijn publieke carriegravere maakte hij een reis

naar Constantinopel waar hij lange tijd verbleef Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn

geboortestreek in zuid-Italieuml waar hij een monastische gemeenschap vestigde

Cassiodorus heeft een uitgebreid oeuvre nagelaten over zowel seculiere als religieuze

onderwerpen Zo heeft hij onder meer op verzoek van Theoderic een geschiedenis van de

Goten geschreven dat niet is overgeleverd maar dat wel een belangrijke bron vormde voor de

Getica van Jordanes Voor deze scriptie zijn de Variae het belangrijkst Dit is een selectie van

zijn brieven die hij namens Theoderic en diens opvolgers heeft geschreven toen hij diende in

het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk Waarschijnlijk heeft hij de Variae samengesteld

aan het einde van zijn publieke carriegravere in 537 of 53837

Hierna heeft Cassiodorus nog enkele

religieuze werken geschreven Het gaat hier om de Expositio Psalmorum De Anima en de

Institutiones Divinarum et Saecularium Litterarum

Als functionaris aan het hof in Ravenna geeft het werk van Cassiodorus een inkijk in

het functioneren ervan en is daardoor onmisbaar bij bestudering van de politieke structuur van

het hof van Theoderic Toch moet daarbij in het achterhoofd gehouden worden dat het de taak

van Cassiodorus was het beleid van Theoderic te verdedigen Hoewel er geen overduidelijke

propaganda ontdekt kan worden moet de Variae als historische bron voorzichtig gebruikt

worden38

Wel geeft het een goed beeld van de verhouding tussen de Romeinse en Gotische

bestuurlijke elite en vooral van het beeld dat Theoderic van zichzelf via Cassiodorus aan de

Romeinse elite probeerde uit te dragen

34

Barnish Cassiodorus xxxix 35

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 56 36

John Moorhead acuteBoeumlthius and Romans in Ostrogothic serviceacute Historia Zeitschrift fugraver Alte Geschichte 27

(1978) 604-612 aldaar 605 37

Barnish Cassiodorus xiv 38

Ibidem xxxiii

11

22 Ennodius (ca 473-521)

Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk

voorname familie39

Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius

opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed

trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40

Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41

De vrouw trok zich uiteindelijk terug in

een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel

op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42

Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste

was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan

de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt

het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste

plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze

periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel

aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer

die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had

In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen

de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden

Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij

was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze

zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het

langdurige Acaciaanse schisma

In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens

worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande

partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van

deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier

absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die

bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in

deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de

strijdende partijen te intervenieumlren43

Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten

39

Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40

Ibidem 3 41

Ibidem 42

Ibidem 4 43

Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735

12

koste van Laurentius die kort daarna overleed

Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44

Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding

ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor

Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is

het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke

Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45

23 Jordanes (rond 550)

Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond

het midden van de zesde eeuw46

Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd

de secretaris van een Ostrogotische generaal47

Later maakte Jordanes volgens zijn eigen

woorden een religieuze conversio door48

Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee

bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49

Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes

heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de

geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste

mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid

en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551

behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het

mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met

de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de

Byzantijnse generaal Belisarius

De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes

Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane

werk van Cassiodorus50

De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica

vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het

eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de

44

Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45

Ibidem 53 46

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47

Ibidem 102 48

Jord Get 50 265-266 49

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50

Ibidem 114

13

heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51

In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit

Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52

Deze verhalen

hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne

geschiedschrijving53

Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar

de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die

de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-

Romeinse wereld54

In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische

verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de

migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid

gebruikt worden als historische bron

24 Procopius (ca 500-560)

De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de

provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55

Als jongeman kwam hij naar

Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal

Belisarius56

Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens

zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in

een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-

Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar

Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van

Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57

Onduidelijk is wanneer Procopius precies

is overleden

Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte

Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk

Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij

achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk

bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd

51

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52

Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53

Ibidem 54

Ibidem 52 55

HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56

Ibidem 57

Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)

22

14

waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft

beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch

bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke

verhoudingen in het koninkrijk

Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een

lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de

Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58

Dit werk is een bijzonder giftig

smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en

Antonina (ca 484-570)

25 Anonymus Valesianus

De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in

Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar

heeft gevoegd en uitgegeven59

Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij

van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van

Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60

Het is waarschijnlijk

geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661

In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic

behandeld terwijl het midden is weggelaten62

In de bron worden zijn goede daden aan het

begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63

Zijn slechte daden

worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die

vier slangen baarde en enkele aardbevingen64

Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron

gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke

onderdanen zou vervolgen

Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het

eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel

gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het

58

van Dolen Procopius 22 59

Moorhead Theoderic in Italy 3 60

Ibidem 61

Ibidem 4 62

Ibidem 63

Ibidem 3-4 64

SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue

drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573

15

tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65

Toch is het qua

schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke

biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later

zijn slechtheid extra de nadruk te geven66

De Anonymus Valesianus is de enige enigszins

gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67

Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet

benaderen68

3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml

Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane

wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn

die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van

Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch

verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een

Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69

Het zoeken

naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een

politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving

van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie

in Oost-Europa70

De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van

de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het

Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de

lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van

handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71

Door het uitvechten van

kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied

onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de

Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72

De Goten genoten de

65

Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66

Ibidem 573-575 67

Ibidem 572 68

Ibidem 596 69

Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70

Ibidem 71

Ibidem 35-36 72

Ibidem 37

16

steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het

belangrijkste volk aan de Donaugrens73

Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve

contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom

Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten

gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden

Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld

in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74

Bovendien leefden er diverse

andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75

De twee

belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk

en oostelijk deel van de Gotische wereld76

Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de

Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins

grondgebied begeven77

Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en

de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen

te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun

woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)

trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van

keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de

Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag

bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer

Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met

als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten

zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-

423) in het zuidwesten van Gallieuml78

Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten

De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk

weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de

Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens

zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79

De

Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen

73

Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74

Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75

Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76

Halsall Barbarian migration 134 77

Wolfram History of the Goths 23-24 78

Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515 aldaar 491 79

Amm 3132

17

tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de

eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80

Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij

kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag

tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een

bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de

gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81

Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd

onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de

Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82

Met name onder

de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten

die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd

Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een

coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de

Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in

453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten

sterke leider83

In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de

verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden

De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de

Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming

zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84

Een andere grote groep Ostrogoten

had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse

afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85

De Ostrogoten waren in

deze periode zeker geen verenigde groep86

Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r

457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic

Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de

keizer tot concessies te dwingen87

Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee

concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te

80

Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81

Heather Fall of the Roman empire 164 82

EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83

Heather Goths 124 84

Burns History of the Ostrogoths 52 85

AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86

Ibidem 87

Ibidem

18

zorgen88

In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno

kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus

af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en

de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89

Bovendien kreeg de Amaalse

Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil

daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90

Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een

verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun

leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden

verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een

halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met

Theoderic Strabo weer aan91

In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een

coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund

wat hem definitief van Zeno vervreemdde92

In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de

Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten

trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop

liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de

terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93

Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven

Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de

strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94

In ruil voor zijn hulp werd Theoderic

benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic

ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het

grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan

bij de Pannonische Goten95

De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic

een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96

De totale Ostrogotische

bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan

88

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89

Ibidem 90

Heather Goths and Romans 278 91

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92

Ibidem 51 93

Heather Goths and Romans 298 94

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95

Heather Goths and Romans 302 96

Ibidem

19

100000 mensen97

De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een

gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon

beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet

langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand

kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad

afsneed98

Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er

werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten

het machtsgebied van keizer Zeno bevond

Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-

476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer

Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort

daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die

zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was

afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn

macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia

Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius

Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen

maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door

zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen

tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99

Door op een confrontatie aan te sturen

tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om

lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100

Bovendien zou wanneer Theoderic zou

slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de

grenzen van zijn rijk bevinden101

In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan

naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de

Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102

Pas in de zomer van

489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten

tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort

97

Heather Goths and Romans 302 98

Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99

Heather Goths and Romans 307 100

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101

Heather Goths and Romans 308 102

Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127

20

daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna

Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar

het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over

naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103

Theoderic kreeg echter hulp van Alaric

II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat

Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug

in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd

omgeven door moerassen in te nemen104

Deze patstelling duurde voort tot 493

Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en

Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te

delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan

zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn

aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105

Het Ostrogotische leger riep

Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106

Dit was echter tegen de zin

van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door

Constantinopel107

Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de

rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze

positie bekleden

Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies

Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108

Ook in het westen

breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de

vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de

fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109

Maar de Visigotische koning Alaric II werd

vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van

Gallieuml110

Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de

Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij

een onbekende vrouw

Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de

Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke

103

Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105

Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106

Ibidem 107

Wolfram History of the Goths 284 108

Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109

Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114

21

aanval op de Visigoten in 507111

In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen

waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml

werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112

De Ostrogoten intervenieerden echter

in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113

Daarnaast

slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de

Provence te behouden voor de Visigoten

De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het

Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd

hadden114

Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen

van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige

zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de

zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte

De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van

Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over

het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had

aangesteld115

Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was

Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric

zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116

111

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112

Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114

A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I

162-192 aldaar 167-168 115

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116

Ibidem 123

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 9: Theoderic en zijn koninkrijk

9

politieke verhoudingen waren in de post-Romeinse mediterrane wereld en wat complexe

begrippen als Goten Visigoten en Ostrogoten die veelvuldig in deze scriptie gebruikt

worden inhouden Deze hoofdstukken met de noodzakelijke achtergronden worden gevolgd

door twee hoofdstukken waarin de interne en externe oorzaken van het verval van het

Ostrogotische koninkrijk behandeld worden Tot slot is er een conclusie

2 Antieke bronnen

Onderzoek naar veel delen van Europa na de ondergang van het West-Romeinse Rijk wordt

bemoeilijkt door een gebrek aan geschreven bronnen Dit geldt echter niet voor Italieuml en de

Ostrogoten waarover diverse literaire bronnen zijn overgeleverd Bovendien waren enkele van

deze auteurs direct bij de gebeurtenissen betrokken Hieronder worden de in deze scriptie

gebruikte antieke auteurs besproken

21 Cassiodorus (ca 485-580)

Het is niet duidelijk wanneer Cassiodorus precies is geboren maar uit zijn overgeleverde

teksten blijkt dat hij rond 485 geboren moet zijn en ouder dan negentig is geworden28

Hij is

geboren in Scylletium in zuid-Italieuml Hij kwam uit een familie die in de vijfde eeuw al diverse

generaties deel had uitgemaakt van het bestuurlijk apparaat van het West-Romeinse Rijk29

De

vader van Cassiodorus Cassiodorus de oudere bekleedde enkele belangrijke functies aan het

hof van Odoacer Als gouverneur van Sicilieuml liep Cassiodorus de oudere echter over van

Odoacer naar Theoderic toen deze de overhand leek te krijgen in hun onderlinge strijd30

Namens Theoderic moest hij ondermeer de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml mede

organiseren31

Cassiodorus zelf maakte al op jonge leeftijd naam als kenner van het recht Hij begon

zijn publieke carriegravere als juridisch adviseur en secretaris van zijn vader32

Deze positie gaf

hem rond 505 de gelegenheid een lofrede voor Theoderic te schrijven waardoor zijn literaire

talent opgemerkt werd aan het hof in Ravenna33

Hij maakte vervolgens snel carriegravere in het

28

Arne Soslashby Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies in a migration myth

(Kopenhagen 2002) 54 29

Ibidem 55 30

Ibidem 31

Barnish Cassiodorus xxxix 32

Ibidem 33

James J OrsquoDonnell Cassiodorus (Berkeley 1979) 21

10

bestuur Als quaestor was hij verantwoordelijk voor de diplomatieke berichten van

Theoderic34

Het hoogtepunt van zijn invloed bereikte hij toen hij in 523 na de val van zijn

voorganger Boeumlthius benoemd werd tot magister officiorum een soort eerste minister aan het

hof Ook na de dood van Theoderic bleef Cassiodorus werkzaam in het bestuur van het

koninkrijk Hij diende onder de opvolger van Theoderic Athalaric en diens moeder

Amalasuintha Na de vroegtijdige dood van de jonge koning en de moord op diens moeder

diende hij ook de daaropvolgende Ostrogotische koningen Theodahad (ca 480-536) en

Vitiges (dagger 540) tot 53735

Zelfs na de Byzantijnse invasie van Italieuml in 536 bleef hij korte tijd

werkzaam aan het Gotische hof in Ravenna36

Na zijn publieke carriegravere maakte hij een reis

naar Constantinopel waar hij lange tijd verbleef Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn

geboortestreek in zuid-Italieuml waar hij een monastische gemeenschap vestigde

Cassiodorus heeft een uitgebreid oeuvre nagelaten over zowel seculiere als religieuze

onderwerpen Zo heeft hij onder meer op verzoek van Theoderic een geschiedenis van de

Goten geschreven dat niet is overgeleverd maar dat wel een belangrijke bron vormde voor de

Getica van Jordanes Voor deze scriptie zijn de Variae het belangrijkst Dit is een selectie van

zijn brieven die hij namens Theoderic en diens opvolgers heeft geschreven toen hij diende in

het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk Waarschijnlijk heeft hij de Variae samengesteld

aan het einde van zijn publieke carriegravere in 537 of 53837

Hierna heeft Cassiodorus nog enkele

religieuze werken geschreven Het gaat hier om de Expositio Psalmorum De Anima en de

Institutiones Divinarum et Saecularium Litterarum

Als functionaris aan het hof in Ravenna geeft het werk van Cassiodorus een inkijk in

het functioneren ervan en is daardoor onmisbaar bij bestudering van de politieke structuur van

het hof van Theoderic Toch moet daarbij in het achterhoofd gehouden worden dat het de taak

van Cassiodorus was het beleid van Theoderic te verdedigen Hoewel er geen overduidelijke

propaganda ontdekt kan worden moet de Variae als historische bron voorzichtig gebruikt

worden38

Wel geeft het een goed beeld van de verhouding tussen de Romeinse en Gotische

bestuurlijke elite en vooral van het beeld dat Theoderic van zichzelf via Cassiodorus aan de

Romeinse elite probeerde uit te dragen

34

Barnish Cassiodorus xxxix 35

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 56 36

John Moorhead acuteBoeumlthius and Romans in Ostrogothic serviceacute Historia Zeitschrift fugraver Alte Geschichte 27

(1978) 604-612 aldaar 605 37

Barnish Cassiodorus xiv 38

Ibidem xxxiii

11

22 Ennodius (ca 473-521)

Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk

voorname familie39

Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius

opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed

trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40

Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41

De vrouw trok zich uiteindelijk terug in

een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel

op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42

Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste

was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan

de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt

het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste

plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze

periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel

aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer

die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had

In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen

de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden

Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij

was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze

zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het

langdurige Acaciaanse schisma

In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens

worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande

partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van

deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier

absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die

bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in

deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de

strijdende partijen te intervenieumlren43

Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten

39

Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40

Ibidem 3 41

Ibidem 42

Ibidem 4 43

Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735

12

koste van Laurentius die kort daarna overleed

Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44

Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding

ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor

Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is

het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke

Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45

23 Jordanes (rond 550)

Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond

het midden van de zesde eeuw46

Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd

de secretaris van een Ostrogotische generaal47

Later maakte Jordanes volgens zijn eigen

woorden een religieuze conversio door48

Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee

bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49

Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes

heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de

geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste

mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid

en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551

behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het

mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met

de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de

Byzantijnse generaal Belisarius

De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes

Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane

werk van Cassiodorus50

De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica

vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het

eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de

44

Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45

Ibidem 53 46

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47

Ibidem 102 48

Jord Get 50 265-266 49

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50

Ibidem 114

13

heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51

In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit

Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52

Deze verhalen

hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne

geschiedschrijving53

Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar

de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die

de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-

Romeinse wereld54

In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische

verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de

migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid

gebruikt worden als historische bron

24 Procopius (ca 500-560)

De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de

provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55

Als jongeman kwam hij naar

Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal

Belisarius56

Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens

zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in

een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-

Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar

Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van

Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57

Onduidelijk is wanneer Procopius precies

is overleden

Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte

Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk

Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij

achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk

bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd

51

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52

Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53

Ibidem 54

Ibidem 52 55

HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56

Ibidem 57

Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)

22

14

waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft

beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch

bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke

verhoudingen in het koninkrijk

Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een

lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de

Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58

Dit werk is een bijzonder giftig

smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en

Antonina (ca 484-570)

25 Anonymus Valesianus

De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in

Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar

heeft gevoegd en uitgegeven59

Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij

van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van

Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60

Het is waarschijnlijk

geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661

In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic

behandeld terwijl het midden is weggelaten62

In de bron worden zijn goede daden aan het

begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63

Zijn slechte daden

worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die

vier slangen baarde en enkele aardbevingen64

Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron

gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke

onderdanen zou vervolgen

Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het

eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel

gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het

58

van Dolen Procopius 22 59

Moorhead Theoderic in Italy 3 60

Ibidem 61

Ibidem 4 62

Ibidem 63

Ibidem 3-4 64

SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue

drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573

15

tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65

Toch is het qua

schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke

biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later

zijn slechtheid extra de nadruk te geven66

De Anonymus Valesianus is de enige enigszins

gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67

Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet

benaderen68

3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml

Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane

wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn

die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van

Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch

verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een

Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69

Het zoeken

naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een

politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving

van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie

in Oost-Europa70

De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van

de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het

Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de

lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van

handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71

Door het uitvechten van

kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied

onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de

Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72

De Goten genoten de

65

Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66

Ibidem 573-575 67

Ibidem 572 68

Ibidem 596 69

Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70

Ibidem 71

Ibidem 35-36 72

Ibidem 37

16

steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het

belangrijkste volk aan de Donaugrens73

Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve

contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom

Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten

gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden

Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld

in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74

Bovendien leefden er diverse

andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75

De twee

belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk

en oostelijk deel van de Gotische wereld76

Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de

Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins

grondgebied begeven77

Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en

de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen

te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun

woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)

trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van

keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de

Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag

bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer

Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met

als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten

zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-

423) in het zuidwesten van Gallieuml78

Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten

De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk

weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de

Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens

zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79

De

Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen

73

Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74

Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75

Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76

Halsall Barbarian migration 134 77

Wolfram History of the Goths 23-24 78

Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515 aldaar 491 79

Amm 3132

17

tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de

eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80

Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij

kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag

tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een

bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de

gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81

Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd

onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de

Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82

Met name onder

de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten

die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd

Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een

coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de

Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in

453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten

sterke leider83

In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de

verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden

De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de

Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming

zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84

Een andere grote groep Ostrogoten

had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse

afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85

De Ostrogoten waren in

deze periode zeker geen verenigde groep86

Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r

457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic

Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de

keizer tot concessies te dwingen87

Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee

concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te

80

Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81

Heather Fall of the Roman empire 164 82

EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83

Heather Goths 124 84

Burns History of the Ostrogoths 52 85

AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86

Ibidem 87

Ibidem

18

zorgen88

In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno

kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus

af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en

de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89

Bovendien kreeg de Amaalse

Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil

daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90

Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een

verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun

leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden

verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een

halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met

Theoderic Strabo weer aan91

In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een

coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund

wat hem definitief van Zeno vervreemdde92

In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de

Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten

trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop

liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de

terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93

Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven

Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de

strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94

In ruil voor zijn hulp werd Theoderic

benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic

ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het

grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan

bij de Pannonische Goten95

De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic

een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96

De totale Ostrogotische

bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan

88

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89

Ibidem 90

Heather Goths and Romans 278 91

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92

Ibidem 51 93

Heather Goths and Romans 298 94

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95

Heather Goths and Romans 302 96

Ibidem

19

100000 mensen97

De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een

gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon

beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet

langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand

kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad

afsneed98

Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er

werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten

het machtsgebied van keizer Zeno bevond

Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-

476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer

Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort

daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die

zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was

afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn

macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia

Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius

Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen

maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door

zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen

tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99

Door op een confrontatie aan te sturen

tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om

lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100

Bovendien zou wanneer Theoderic zou

slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de

grenzen van zijn rijk bevinden101

In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan

naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de

Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102

Pas in de zomer van

489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten

tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort

97

Heather Goths and Romans 302 98

Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99

Heather Goths and Romans 307 100

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101

Heather Goths and Romans 308 102

Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127

20

daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna

Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar

het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over

naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103

Theoderic kreeg echter hulp van Alaric

II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat

Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug

in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd

omgeven door moerassen in te nemen104

Deze patstelling duurde voort tot 493

Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en

Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te

delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan

zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn

aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105

Het Ostrogotische leger riep

Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106

Dit was echter tegen de zin

van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door

Constantinopel107

Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de

rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze

positie bekleden

Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies

Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108

Ook in het westen

breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de

vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de

fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109

Maar de Visigotische koning Alaric II werd

vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van

Gallieuml110

Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de

Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij

een onbekende vrouw

Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de

Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke

103

Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105

Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106

Ibidem 107

Wolfram History of the Goths 284 108

Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109

Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114

21

aanval op de Visigoten in 507111

In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen

waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml

werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112

De Ostrogoten intervenieerden echter

in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113

Daarnaast

slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de

Provence te behouden voor de Visigoten

De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het

Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd

hadden114

Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen

van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige

zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de

zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte

De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van

Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over

het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had

aangesteld115

Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was

Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric

zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116

111

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112

Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114

A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I

162-192 aldaar 167-168 115

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116

Ibidem 123

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 10: Theoderic en zijn koninkrijk

10

bestuur Als quaestor was hij verantwoordelijk voor de diplomatieke berichten van

Theoderic34

Het hoogtepunt van zijn invloed bereikte hij toen hij in 523 na de val van zijn

voorganger Boeumlthius benoemd werd tot magister officiorum een soort eerste minister aan het

hof Ook na de dood van Theoderic bleef Cassiodorus werkzaam in het bestuur van het

koninkrijk Hij diende onder de opvolger van Theoderic Athalaric en diens moeder

Amalasuintha Na de vroegtijdige dood van de jonge koning en de moord op diens moeder

diende hij ook de daaropvolgende Ostrogotische koningen Theodahad (ca 480-536) en

Vitiges (dagger 540) tot 53735

Zelfs na de Byzantijnse invasie van Italieuml in 536 bleef hij korte tijd

werkzaam aan het Gotische hof in Ravenna36

Na zijn publieke carriegravere maakte hij een reis

naar Constantinopel waar hij lange tijd verbleef Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn

geboortestreek in zuid-Italieuml waar hij een monastische gemeenschap vestigde

Cassiodorus heeft een uitgebreid oeuvre nagelaten over zowel seculiere als religieuze

onderwerpen Zo heeft hij onder meer op verzoek van Theoderic een geschiedenis van de

Goten geschreven dat niet is overgeleverd maar dat wel een belangrijke bron vormde voor de

Getica van Jordanes Voor deze scriptie zijn de Variae het belangrijkst Dit is een selectie van

zijn brieven die hij namens Theoderic en diens opvolgers heeft geschreven toen hij diende in

het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk Waarschijnlijk heeft hij de Variae samengesteld

aan het einde van zijn publieke carriegravere in 537 of 53837

Hierna heeft Cassiodorus nog enkele

religieuze werken geschreven Het gaat hier om de Expositio Psalmorum De Anima en de

Institutiones Divinarum et Saecularium Litterarum

Als functionaris aan het hof in Ravenna geeft het werk van Cassiodorus een inkijk in

het functioneren ervan en is daardoor onmisbaar bij bestudering van de politieke structuur van

het hof van Theoderic Toch moet daarbij in het achterhoofd gehouden worden dat het de taak

van Cassiodorus was het beleid van Theoderic te verdedigen Hoewel er geen overduidelijke

propaganda ontdekt kan worden moet de Variae als historische bron voorzichtig gebruikt

worden38

Wel geeft het een goed beeld van de verhouding tussen de Romeinse en Gotische

bestuurlijke elite en vooral van het beeld dat Theoderic van zichzelf via Cassiodorus aan de

Romeinse elite probeerde uit te dragen

34

Barnish Cassiodorus xxxix 35

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 56 36

John Moorhead acuteBoeumlthius and Romans in Ostrogothic serviceacute Historia Zeitschrift fugraver Alte Geschichte 27

(1978) 604-612 aldaar 605 37

Barnish Cassiodorus xiv 38

Ibidem xxxiii

11

22 Ennodius (ca 473-521)

Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk

voorname familie39

Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius

opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed

trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40

Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41

De vrouw trok zich uiteindelijk terug in

een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel

op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42

Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste

was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan

de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt

het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste

plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze

periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel

aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer

die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had

In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen

de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden

Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij

was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze

zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het

langdurige Acaciaanse schisma

In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens

worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande

partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van

deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier

absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die

bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in

deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de

strijdende partijen te intervenieumlren43

Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten

39

Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40

Ibidem 3 41

Ibidem 42

Ibidem 4 43

Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735

12

koste van Laurentius die kort daarna overleed

Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44

Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding

ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor

Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is

het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke

Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45

23 Jordanes (rond 550)

Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond

het midden van de zesde eeuw46

Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd

de secretaris van een Ostrogotische generaal47

Later maakte Jordanes volgens zijn eigen

woorden een religieuze conversio door48

Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee

bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49

Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes

heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de

geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste

mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid

en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551

behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het

mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met

de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de

Byzantijnse generaal Belisarius

De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes

Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane

werk van Cassiodorus50

De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica

vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het

eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de

44

Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45

Ibidem 53 46

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47

Ibidem 102 48

Jord Get 50 265-266 49

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50

Ibidem 114

13

heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51

In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit

Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52

Deze verhalen

hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne

geschiedschrijving53

Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar

de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die

de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-

Romeinse wereld54

In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische

verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de

migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid

gebruikt worden als historische bron

24 Procopius (ca 500-560)

De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de

provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55

Als jongeman kwam hij naar

Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal

Belisarius56

Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens

zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in

een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-

Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar

Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van

Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57

Onduidelijk is wanneer Procopius precies

is overleden

Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte

Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk

Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij

achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk

bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd

51

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52

Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53

Ibidem 54

Ibidem 52 55

HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56

Ibidem 57

Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)

22

14

waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft

beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch

bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke

verhoudingen in het koninkrijk

Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een

lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de

Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58

Dit werk is een bijzonder giftig

smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en

Antonina (ca 484-570)

25 Anonymus Valesianus

De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in

Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar

heeft gevoegd en uitgegeven59

Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij

van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van

Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60

Het is waarschijnlijk

geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661

In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic

behandeld terwijl het midden is weggelaten62

In de bron worden zijn goede daden aan het

begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63

Zijn slechte daden

worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die

vier slangen baarde en enkele aardbevingen64

Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron

gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke

onderdanen zou vervolgen

Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het

eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel

gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het

58

van Dolen Procopius 22 59

Moorhead Theoderic in Italy 3 60

Ibidem 61

Ibidem 4 62

Ibidem 63

Ibidem 3-4 64

SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue

drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573

15

tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65

Toch is het qua

schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke

biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later

zijn slechtheid extra de nadruk te geven66

De Anonymus Valesianus is de enige enigszins

gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67

Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet

benaderen68

3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml

Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane

wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn

die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van

Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch

verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een

Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69

Het zoeken

naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een

politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving

van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie

in Oost-Europa70

De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van

de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het

Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de

lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van

handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71

Door het uitvechten van

kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied

onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de

Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72

De Goten genoten de

65

Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66

Ibidem 573-575 67

Ibidem 572 68

Ibidem 596 69

Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70

Ibidem 71

Ibidem 35-36 72

Ibidem 37

16

steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het

belangrijkste volk aan de Donaugrens73

Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve

contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom

Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten

gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden

Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld

in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74

Bovendien leefden er diverse

andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75

De twee

belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk

en oostelijk deel van de Gotische wereld76

Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de

Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins

grondgebied begeven77

Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en

de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen

te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun

woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)

trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van

keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de

Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag

bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer

Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met

als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten

zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-

423) in het zuidwesten van Gallieuml78

Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten

De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk

weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de

Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens

zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79

De

Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen

73

Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74

Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75

Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76

Halsall Barbarian migration 134 77

Wolfram History of the Goths 23-24 78

Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515 aldaar 491 79

Amm 3132

17

tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de

eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80

Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij

kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag

tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een

bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de

gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81

Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd

onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de

Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82

Met name onder

de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten

die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd

Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een

coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de

Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in

453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten

sterke leider83

In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de

verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden

De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de

Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming

zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84

Een andere grote groep Ostrogoten

had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse

afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85

De Ostrogoten waren in

deze periode zeker geen verenigde groep86

Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r

457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic

Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de

keizer tot concessies te dwingen87

Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee

concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te

80

Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81

Heather Fall of the Roman empire 164 82

EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83

Heather Goths 124 84

Burns History of the Ostrogoths 52 85

AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86

Ibidem 87

Ibidem

18

zorgen88

In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno

kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus

af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en

de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89

Bovendien kreeg de Amaalse

Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil

daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90

Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een

verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun

leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden

verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een

halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met

Theoderic Strabo weer aan91

In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een

coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund

wat hem definitief van Zeno vervreemdde92

In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de

Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten

trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop

liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de

terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93

Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven

Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de

strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94

In ruil voor zijn hulp werd Theoderic

benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic

ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het

grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan

bij de Pannonische Goten95

De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic

een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96

De totale Ostrogotische

bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan

88

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89

Ibidem 90

Heather Goths and Romans 278 91

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92

Ibidem 51 93

Heather Goths and Romans 298 94

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95

Heather Goths and Romans 302 96

Ibidem

19

100000 mensen97

De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een

gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon

beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet

langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand

kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad

afsneed98

Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er

werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten

het machtsgebied van keizer Zeno bevond

Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-

476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer

Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort

daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die

zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was

afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn

macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia

Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius

Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen

maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door

zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen

tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99

Door op een confrontatie aan te sturen

tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om

lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100

Bovendien zou wanneer Theoderic zou

slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de

grenzen van zijn rijk bevinden101

In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan

naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de

Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102

Pas in de zomer van

489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten

tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort

97

Heather Goths and Romans 302 98

Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99

Heather Goths and Romans 307 100

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101

Heather Goths and Romans 308 102

Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127

20

daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna

Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar

het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over

naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103

Theoderic kreeg echter hulp van Alaric

II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat

Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug

in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd

omgeven door moerassen in te nemen104

Deze patstelling duurde voort tot 493

Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en

Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te

delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan

zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn

aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105

Het Ostrogotische leger riep

Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106

Dit was echter tegen de zin

van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door

Constantinopel107

Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de

rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze

positie bekleden

Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies

Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108

Ook in het westen

breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de

vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de

fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109

Maar de Visigotische koning Alaric II werd

vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van

Gallieuml110

Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de

Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij

een onbekende vrouw

Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de

Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke

103

Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105

Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106

Ibidem 107

Wolfram History of the Goths 284 108

Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109

Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114

21

aanval op de Visigoten in 507111

In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen

waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml

werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112

De Ostrogoten intervenieerden echter

in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113

Daarnaast

slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de

Provence te behouden voor de Visigoten

De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het

Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd

hadden114

Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen

van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige

zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de

zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte

De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van

Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over

het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had

aangesteld115

Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was

Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric

zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116

111

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112

Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114

A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I

162-192 aldaar 167-168 115

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116

Ibidem 123

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 11: Theoderic en zijn koninkrijk

11

22 Ennodius (ca 473-521)

Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk

voorname familie39

Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius

opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed

trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40

Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41

De vrouw trok zich uiteindelijk terug in

een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel

op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42

Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste

was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan

de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt

het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste

plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze

periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel

aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer

die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had

In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen

de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden

Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij

was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze

zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het

langdurige Acaciaanse schisma

In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens

worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande

partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van

deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier

absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die

bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in

deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de

strijdende partijen te intervenieumlren43

Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten

39

Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40

Ibidem 3 41

Ibidem 42

Ibidem 4 43

Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735

12

koste van Laurentius die kort daarna overleed

Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44

Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding

ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor

Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is

het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke

Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45

23 Jordanes (rond 550)

Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond

het midden van de zesde eeuw46

Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd

de secretaris van een Ostrogotische generaal47

Later maakte Jordanes volgens zijn eigen

woorden een religieuze conversio door48

Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee

bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49

Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes

heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de

geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste

mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid

en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551

behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het

mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met

de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de

Byzantijnse generaal Belisarius

De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes

Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane

werk van Cassiodorus50

De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica

vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het

eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de

44

Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45

Ibidem 53 46

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47

Ibidem 102 48

Jord Get 50 265-266 49

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50

Ibidem 114

13

heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51

In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit

Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52

Deze verhalen

hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne

geschiedschrijving53

Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar

de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die

de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-

Romeinse wereld54

In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische

verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de

migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid

gebruikt worden als historische bron

24 Procopius (ca 500-560)

De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de

provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55

Als jongeman kwam hij naar

Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal

Belisarius56

Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens

zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in

een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-

Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar

Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van

Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57

Onduidelijk is wanneer Procopius precies

is overleden

Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte

Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk

Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij

achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk

bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd

51

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52

Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53

Ibidem 54

Ibidem 52 55

HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56

Ibidem 57

Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)

22

14

waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft

beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch

bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke

verhoudingen in het koninkrijk

Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een

lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de

Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58

Dit werk is een bijzonder giftig

smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en

Antonina (ca 484-570)

25 Anonymus Valesianus

De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in

Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar

heeft gevoegd en uitgegeven59

Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij

van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van

Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60

Het is waarschijnlijk

geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661

In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic

behandeld terwijl het midden is weggelaten62

In de bron worden zijn goede daden aan het

begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63

Zijn slechte daden

worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die

vier slangen baarde en enkele aardbevingen64

Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron

gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke

onderdanen zou vervolgen

Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het

eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel

gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het

58

van Dolen Procopius 22 59

Moorhead Theoderic in Italy 3 60

Ibidem 61

Ibidem 4 62

Ibidem 63

Ibidem 3-4 64

SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue

drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573

15

tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65

Toch is het qua

schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke

biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later

zijn slechtheid extra de nadruk te geven66

De Anonymus Valesianus is de enige enigszins

gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67

Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet

benaderen68

3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml

Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane

wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn

die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van

Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch

verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een

Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69

Het zoeken

naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een

politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving

van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie

in Oost-Europa70

De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van

de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het

Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de

lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van

handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71

Door het uitvechten van

kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied

onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de

Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72

De Goten genoten de

65

Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66

Ibidem 573-575 67

Ibidem 572 68

Ibidem 596 69

Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70

Ibidem 71

Ibidem 35-36 72

Ibidem 37

16

steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het

belangrijkste volk aan de Donaugrens73

Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve

contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom

Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten

gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden

Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld

in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74

Bovendien leefden er diverse

andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75

De twee

belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk

en oostelijk deel van de Gotische wereld76

Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de

Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins

grondgebied begeven77

Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en

de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen

te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun

woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)

trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van

keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de

Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag

bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer

Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met

als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten

zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-

423) in het zuidwesten van Gallieuml78

Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten

De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk

weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de

Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens

zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79

De

Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen

73

Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74

Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75

Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76

Halsall Barbarian migration 134 77

Wolfram History of the Goths 23-24 78

Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515 aldaar 491 79

Amm 3132

17

tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de

eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80

Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij

kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag

tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een

bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de

gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81

Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd

onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de

Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82

Met name onder

de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten

die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd

Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een

coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de

Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in

453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten

sterke leider83

In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de

verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden

De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de

Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming

zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84

Een andere grote groep Ostrogoten

had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse

afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85

De Ostrogoten waren in

deze periode zeker geen verenigde groep86

Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r

457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic

Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de

keizer tot concessies te dwingen87

Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee

concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te

80

Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81

Heather Fall of the Roman empire 164 82

EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83

Heather Goths 124 84

Burns History of the Ostrogoths 52 85

AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86

Ibidem 87

Ibidem

18

zorgen88

In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno

kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus

af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en

de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89

Bovendien kreeg de Amaalse

Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil

daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90

Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een

verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun

leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden

verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een

halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met

Theoderic Strabo weer aan91

In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een

coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund

wat hem definitief van Zeno vervreemdde92

In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de

Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten

trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop

liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de

terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93

Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven

Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de

strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94

In ruil voor zijn hulp werd Theoderic

benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic

ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het

grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan

bij de Pannonische Goten95

De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic

een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96

De totale Ostrogotische

bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan

88

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89

Ibidem 90

Heather Goths and Romans 278 91

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92

Ibidem 51 93

Heather Goths and Romans 298 94

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95

Heather Goths and Romans 302 96

Ibidem

19

100000 mensen97

De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een

gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon

beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet

langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand

kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad

afsneed98

Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er

werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten

het machtsgebied van keizer Zeno bevond

Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-

476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer

Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort

daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die

zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was

afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn

macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia

Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius

Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen

maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door

zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen

tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99

Door op een confrontatie aan te sturen

tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om

lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100

Bovendien zou wanneer Theoderic zou

slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de

grenzen van zijn rijk bevinden101

In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan

naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de

Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102

Pas in de zomer van

489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten

tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort

97

Heather Goths and Romans 302 98

Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99

Heather Goths and Romans 307 100

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101

Heather Goths and Romans 308 102

Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127

20

daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna

Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar

het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over

naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103

Theoderic kreeg echter hulp van Alaric

II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat

Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug

in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd

omgeven door moerassen in te nemen104

Deze patstelling duurde voort tot 493

Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en

Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te

delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan

zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn

aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105

Het Ostrogotische leger riep

Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106

Dit was echter tegen de zin

van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door

Constantinopel107

Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de

rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze

positie bekleden

Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies

Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108

Ook in het westen

breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de

vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de

fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109

Maar de Visigotische koning Alaric II werd

vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van

Gallieuml110

Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de

Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij

een onbekende vrouw

Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de

Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke

103

Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105

Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106

Ibidem 107

Wolfram History of the Goths 284 108

Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109

Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114

21

aanval op de Visigoten in 507111

In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen

waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml

werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112

De Ostrogoten intervenieerden echter

in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113

Daarnaast

slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de

Provence te behouden voor de Visigoten

De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het

Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd

hadden114

Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen

van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige

zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de

zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte

De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van

Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over

het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had

aangesteld115

Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was

Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric

zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116

111

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112

Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114

A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I

162-192 aldaar 167-168 115

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116

Ibidem 123

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 12: Theoderic en zijn koninkrijk

12

koste van Laurentius die kort daarna overleed

Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44

Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding

ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor

Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is

het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke

Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45

23 Jordanes (rond 550)

Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond

het midden van de zesde eeuw46

Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd

de secretaris van een Ostrogotische generaal47

Later maakte Jordanes volgens zijn eigen

woorden een religieuze conversio door48

Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee

bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49

Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes

heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de

geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste

mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid

en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551

behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het

mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met

de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de

Byzantijnse generaal Belisarius

De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes

Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane

werk van Cassiodorus50

De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica

vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het

eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de

44

Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45

Ibidem 53 46

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47

Ibidem 102 48

Jord Get 50 265-266 49

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50

Ibidem 114

13

heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51

In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit

Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52

Deze verhalen

hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne

geschiedschrijving53

Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar

de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die

de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-

Romeinse wereld54

In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische

verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de

migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid

gebruikt worden als historische bron

24 Procopius (ca 500-560)

De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de

provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55

Als jongeman kwam hij naar

Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal

Belisarius56

Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens

zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in

een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-

Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar

Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van

Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57

Onduidelijk is wanneer Procopius precies

is overleden

Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte

Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk

Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij

achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk

bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd

51

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52

Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53

Ibidem 54

Ibidem 52 55

HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56

Ibidem 57

Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)

22

14

waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft

beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch

bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke

verhoudingen in het koninkrijk

Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een

lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de

Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58

Dit werk is een bijzonder giftig

smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en

Antonina (ca 484-570)

25 Anonymus Valesianus

De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in

Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar

heeft gevoegd en uitgegeven59

Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij

van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van

Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60

Het is waarschijnlijk

geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661

In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic

behandeld terwijl het midden is weggelaten62

In de bron worden zijn goede daden aan het

begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63

Zijn slechte daden

worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die

vier slangen baarde en enkele aardbevingen64

Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron

gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke

onderdanen zou vervolgen

Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het

eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel

gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het

58

van Dolen Procopius 22 59

Moorhead Theoderic in Italy 3 60

Ibidem 61

Ibidem 4 62

Ibidem 63

Ibidem 3-4 64

SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue

drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573

15

tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65

Toch is het qua

schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke

biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later

zijn slechtheid extra de nadruk te geven66

De Anonymus Valesianus is de enige enigszins

gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67

Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet

benaderen68

3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml

Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane

wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn

die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van

Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch

verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een

Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69

Het zoeken

naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een

politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving

van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie

in Oost-Europa70

De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van

de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het

Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de

lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van

handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71

Door het uitvechten van

kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied

onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de

Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72

De Goten genoten de

65

Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66

Ibidem 573-575 67

Ibidem 572 68

Ibidem 596 69

Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70

Ibidem 71

Ibidem 35-36 72

Ibidem 37

16

steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het

belangrijkste volk aan de Donaugrens73

Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve

contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom

Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten

gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden

Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld

in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74

Bovendien leefden er diverse

andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75

De twee

belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk

en oostelijk deel van de Gotische wereld76

Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de

Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins

grondgebied begeven77

Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en

de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen

te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun

woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)

trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van

keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de

Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag

bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer

Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met

als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten

zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-

423) in het zuidwesten van Gallieuml78

Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten

De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk

weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de

Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens

zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79

De

Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen

73

Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74

Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75

Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76

Halsall Barbarian migration 134 77

Wolfram History of the Goths 23-24 78

Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515 aldaar 491 79

Amm 3132

17

tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de

eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80

Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij

kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag

tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een

bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de

gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81

Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd

onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de

Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82

Met name onder

de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten

die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd

Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een

coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de

Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in

453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten

sterke leider83

In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de

verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden

De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de

Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming

zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84

Een andere grote groep Ostrogoten

had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse

afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85

De Ostrogoten waren in

deze periode zeker geen verenigde groep86

Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r

457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic

Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de

keizer tot concessies te dwingen87

Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee

concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te

80

Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81

Heather Fall of the Roman empire 164 82

EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83

Heather Goths 124 84

Burns History of the Ostrogoths 52 85

AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86

Ibidem 87

Ibidem

18

zorgen88

In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno

kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus

af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en

de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89

Bovendien kreeg de Amaalse

Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil

daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90

Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een

verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun

leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden

verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een

halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met

Theoderic Strabo weer aan91

In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een

coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund

wat hem definitief van Zeno vervreemdde92

In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de

Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten

trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop

liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de

terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93

Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven

Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de

strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94

In ruil voor zijn hulp werd Theoderic

benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic

ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het

grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan

bij de Pannonische Goten95

De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic

een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96

De totale Ostrogotische

bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan

88

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89

Ibidem 90

Heather Goths and Romans 278 91

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92

Ibidem 51 93

Heather Goths and Romans 298 94

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95

Heather Goths and Romans 302 96

Ibidem

19

100000 mensen97

De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een

gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon

beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet

langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand

kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad

afsneed98

Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er

werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten

het machtsgebied van keizer Zeno bevond

Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-

476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer

Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort

daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die

zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was

afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn

macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia

Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius

Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen

maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door

zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen

tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99

Door op een confrontatie aan te sturen

tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om

lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100

Bovendien zou wanneer Theoderic zou

slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de

grenzen van zijn rijk bevinden101

In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan

naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de

Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102

Pas in de zomer van

489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten

tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort

97

Heather Goths and Romans 302 98

Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99

Heather Goths and Romans 307 100

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101

Heather Goths and Romans 308 102

Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127

20

daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna

Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar

het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over

naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103

Theoderic kreeg echter hulp van Alaric

II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat

Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug

in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd

omgeven door moerassen in te nemen104

Deze patstelling duurde voort tot 493

Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en

Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te

delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan

zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn

aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105

Het Ostrogotische leger riep

Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106

Dit was echter tegen de zin

van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door

Constantinopel107

Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de

rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze

positie bekleden

Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies

Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108

Ook in het westen

breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de

vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de

fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109

Maar de Visigotische koning Alaric II werd

vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van

Gallieuml110

Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de

Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij

een onbekende vrouw

Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de

Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke

103

Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105

Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106

Ibidem 107

Wolfram History of the Goths 284 108

Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109

Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114

21

aanval op de Visigoten in 507111

In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen

waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml

werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112

De Ostrogoten intervenieerden echter

in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113

Daarnaast

slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de

Provence te behouden voor de Visigoten

De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het

Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd

hadden114

Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen

van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige

zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de

zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte

De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van

Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over

het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had

aangesteld115

Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was

Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric

zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116

111

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112

Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114

A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I

162-192 aldaar 167-168 115

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116

Ibidem 123

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 13: Theoderic en zijn koninkrijk

13

heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51

In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit

Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52

Deze verhalen

hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne

geschiedschrijving53

Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar

de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die

de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-

Romeinse wereld54

In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische

verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de

migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid

gebruikt worden als historische bron

24 Procopius (ca 500-560)

De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de

provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55

Als jongeman kwam hij naar

Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal

Belisarius56

Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens

zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in

een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-

Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar

Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van

Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57

Onduidelijk is wanneer Procopius precies

is overleden

Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte

Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk

Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij

achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk

bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd

51

Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52

Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53

Ibidem 54

Ibidem 52 55

HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56

Ibidem 57

Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)

22

14

waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft

beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch

bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke

verhoudingen in het koninkrijk

Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een

lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de

Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58

Dit werk is een bijzonder giftig

smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en

Antonina (ca 484-570)

25 Anonymus Valesianus

De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in

Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar

heeft gevoegd en uitgegeven59

Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij

van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van

Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60

Het is waarschijnlijk

geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661

In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic

behandeld terwijl het midden is weggelaten62

In de bron worden zijn goede daden aan het

begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63

Zijn slechte daden

worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die

vier slangen baarde en enkele aardbevingen64

Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron

gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke

onderdanen zou vervolgen

Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het

eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel

gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het

58

van Dolen Procopius 22 59

Moorhead Theoderic in Italy 3 60

Ibidem 61

Ibidem 4 62

Ibidem 63

Ibidem 3-4 64

SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue

drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573

15

tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65

Toch is het qua

schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke

biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later

zijn slechtheid extra de nadruk te geven66

De Anonymus Valesianus is de enige enigszins

gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67

Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet

benaderen68

3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml

Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane

wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn

die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van

Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch

verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een

Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69

Het zoeken

naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een

politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving

van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie

in Oost-Europa70

De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van

de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het

Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de

lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van

handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71

Door het uitvechten van

kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied

onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de

Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72

De Goten genoten de

65

Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66

Ibidem 573-575 67

Ibidem 572 68

Ibidem 596 69

Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70

Ibidem 71

Ibidem 35-36 72

Ibidem 37

16

steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het

belangrijkste volk aan de Donaugrens73

Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve

contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom

Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten

gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden

Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld

in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74

Bovendien leefden er diverse

andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75

De twee

belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk

en oostelijk deel van de Gotische wereld76

Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de

Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins

grondgebied begeven77

Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en

de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen

te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun

woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)

trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van

keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de

Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag

bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer

Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met

als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten

zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-

423) in het zuidwesten van Gallieuml78

Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten

De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk

weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de

Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens

zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79

De

Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen

73

Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74

Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75

Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76

Halsall Barbarian migration 134 77

Wolfram History of the Goths 23-24 78

Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515 aldaar 491 79

Amm 3132

17

tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de

eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80

Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij

kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag

tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een

bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de

gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81

Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd

onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de

Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82

Met name onder

de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten

die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd

Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een

coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de

Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in

453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten

sterke leider83

In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de

verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden

De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de

Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming

zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84

Een andere grote groep Ostrogoten

had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse

afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85

De Ostrogoten waren in

deze periode zeker geen verenigde groep86

Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r

457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic

Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de

keizer tot concessies te dwingen87

Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee

concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te

80

Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81

Heather Fall of the Roman empire 164 82

EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83

Heather Goths 124 84

Burns History of the Ostrogoths 52 85

AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86

Ibidem 87

Ibidem

18

zorgen88

In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno

kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus

af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en

de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89

Bovendien kreeg de Amaalse

Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil

daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90

Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een

verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun

leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden

verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een

halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met

Theoderic Strabo weer aan91

In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een

coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund

wat hem definitief van Zeno vervreemdde92

In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de

Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten

trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop

liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de

terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93

Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven

Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de

strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94

In ruil voor zijn hulp werd Theoderic

benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic

ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het

grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan

bij de Pannonische Goten95

De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic

een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96

De totale Ostrogotische

bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan

88

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89

Ibidem 90

Heather Goths and Romans 278 91

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92

Ibidem 51 93

Heather Goths and Romans 298 94

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95

Heather Goths and Romans 302 96

Ibidem

19

100000 mensen97

De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een

gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon

beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet

langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand

kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad

afsneed98

Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er

werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten

het machtsgebied van keizer Zeno bevond

Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-

476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer

Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort

daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die

zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was

afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn

macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia

Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius

Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen

maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door

zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen

tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99

Door op een confrontatie aan te sturen

tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om

lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100

Bovendien zou wanneer Theoderic zou

slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de

grenzen van zijn rijk bevinden101

In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan

naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de

Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102

Pas in de zomer van

489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten

tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort

97

Heather Goths and Romans 302 98

Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99

Heather Goths and Romans 307 100

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101

Heather Goths and Romans 308 102

Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127

20

daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna

Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar

het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over

naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103

Theoderic kreeg echter hulp van Alaric

II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat

Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug

in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd

omgeven door moerassen in te nemen104

Deze patstelling duurde voort tot 493

Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en

Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te

delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan

zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn

aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105

Het Ostrogotische leger riep

Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106

Dit was echter tegen de zin

van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door

Constantinopel107

Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de

rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze

positie bekleden

Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies

Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108

Ook in het westen

breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de

vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de

fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109

Maar de Visigotische koning Alaric II werd

vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van

Gallieuml110

Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de

Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij

een onbekende vrouw

Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de

Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke

103

Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105

Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106

Ibidem 107

Wolfram History of the Goths 284 108

Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109

Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114

21

aanval op de Visigoten in 507111

In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen

waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml

werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112

De Ostrogoten intervenieerden echter

in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113

Daarnaast

slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de

Provence te behouden voor de Visigoten

De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het

Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd

hadden114

Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen

van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige

zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de

zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte

De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van

Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over

het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had

aangesteld115

Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was

Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric

zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116

111

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112

Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114

A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I

162-192 aldaar 167-168 115

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116

Ibidem 123

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 14: Theoderic en zijn koninkrijk

14

waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft

beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch

bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke

verhoudingen in het koninkrijk

Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een

lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de

Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58

Dit werk is een bijzonder giftig

smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en

Antonina (ca 484-570)

25 Anonymus Valesianus

De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in

Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar

heeft gevoegd en uitgegeven59

Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij

van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van

Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60

Het is waarschijnlijk

geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661

In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic

behandeld terwijl het midden is weggelaten62

In de bron worden zijn goede daden aan het

begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63

Zijn slechte daden

worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die

vier slangen baarde en enkele aardbevingen64

Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron

gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke

onderdanen zou vervolgen

Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het

eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel

gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het

58

van Dolen Procopius 22 59

Moorhead Theoderic in Italy 3 60

Ibidem 61

Ibidem 4 62

Ibidem 63

Ibidem 3-4 64

SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue

drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573

15

tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65

Toch is het qua

schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke

biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later

zijn slechtheid extra de nadruk te geven66

De Anonymus Valesianus is de enige enigszins

gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67

Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet

benaderen68

3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml

Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane

wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn

die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van

Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch

verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een

Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69

Het zoeken

naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een

politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving

van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie

in Oost-Europa70

De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van

de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het

Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de

lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van

handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71

Door het uitvechten van

kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied

onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de

Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72

De Goten genoten de

65

Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66

Ibidem 573-575 67

Ibidem 572 68

Ibidem 596 69

Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70

Ibidem 71

Ibidem 35-36 72

Ibidem 37

16

steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het

belangrijkste volk aan de Donaugrens73

Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve

contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom

Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten

gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden

Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld

in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74

Bovendien leefden er diverse

andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75

De twee

belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk

en oostelijk deel van de Gotische wereld76

Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de

Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins

grondgebied begeven77

Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en

de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen

te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun

woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)

trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van

keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de

Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag

bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer

Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met

als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten

zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-

423) in het zuidwesten van Gallieuml78

Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten

De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk

weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de

Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens

zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79

De

Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen

73

Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74

Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75

Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76

Halsall Barbarian migration 134 77

Wolfram History of the Goths 23-24 78

Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515 aldaar 491 79

Amm 3132

17

tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de

eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80

Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij

kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag

tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een

bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de

gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81

Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd

onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de

Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82

Met name onder

de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten

die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd

Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een

coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de

Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in

453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten

sterke leider83

In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de

verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden

De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de

Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming

zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84

Een andere grote groep Ostrogoten

had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse

afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85

De Ostrogoten waren in

deze periode zeker geen verenigde groep86

Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r

457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic

Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de

keizer tot concessies te dwingen87

Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee

concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te

80

Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81

Heather Fall of the Roman empire 164 82

EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83

Heather Goths 124 84

Burns History of the Ostrogoths 52 85

AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86

Ibidem 87

Ibidem

18

zorgen88

In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno

kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus

af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en

de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89

Bovendien kreeg de Amaalse

Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil

daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90

Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een

verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun

leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden

verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een

halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met

Theoderic Strabo weer aan91

In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een

coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund

wat hem definitief van Zeno vervreemdde92

In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de

Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten

trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop

liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de

terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93

Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven

Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de

strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94

In ruil voor zijn hulp werd Theoderic

benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic

ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het

grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan

bij de Pannonische Goten95

De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic

een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96

De totale Ostrogotische

bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan

88

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89

Ibidem 90

Heather Goths and Romans 278 91

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92

Ibidem 51 93

Heather Goths and Romans 298 94

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95

Heather Goths and Romans 302 96

Ibidem

19

100000 mensen97

De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een

gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon

beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet

langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand

kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad

afsneed98

Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er

werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten

het machtsgebied van keizer Zeno bevond

Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-

476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer

Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort

daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die

zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was

afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn

macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia

Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius

Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen

maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door

zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen

tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99

Door op een confrontatie aan te sturen

tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om

lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100

Bovendien zou wanneer Theoderic zou

slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de

grenzen van zijn rijk bevinden101

In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan

naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de

Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102

Pas in de zomer van

489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten

tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort

97

Heather Goths and Romans 302 98

Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99

Heather Goths and Romans 307 100

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101

Heather Goths and Romans 308 102

Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127

20

daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna

Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar

het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over

naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103

Theoderic kreeg echter hulp van Alaric

II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat

Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug

in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd

omgeven door moerassen in te nemen104

Deze patstelling duurde voort tot 493

Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en

Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te

delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan

zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn

aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105

Het Ostrogotische leger riep

Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106

Dit was echter tegen de zin

van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door

Constantinopel107

Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de

rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze

positie bekleden

Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies

Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108

Ook in het westen

breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de

vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de

fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109

Maar de Visigotische koning Alaric II werd

vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van

Gallieuml110

Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de

Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij

een onbekende vrouw

Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de

Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke

103

Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105

Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106

Ibidem 107

Wolfram History of the Goths 284 108

Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109

Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114

21

aanval op de Visigoten in 507111

In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen

waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml

werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112

De Ostrogoten intervenieerden echter

in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113

Daarnaast

slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de

Provence te behouden voor de Visigoten

De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het

Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd

hadden114

Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen

van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige

zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de

zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte

De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van

Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over

het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had

aangesteld115

Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was

Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric

zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116

111

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112

Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114

A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I

162-192 aldaar 167-168 115

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116

Ibidem 123

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 15: Theoderic en zijn koninkrijk

15

tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65

Toch is het qua

schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke

biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later

zijn slechtheid extra de nadruk te geven66

De Anonymus Valesianus is de enige enigszins

gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67

Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet

benaderen68

3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml

Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane

wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn

die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van

Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch

verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een

Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69

Het zoeken

naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een

politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving

van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie

in Oost-Europa70

De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van

de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het

Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de

lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van

handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71

Door het uitvechten van

kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied

onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de

Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72

De Goten genoten de

65

Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66

Ibidem 573-575 67

Ibidem 572 68

Ibidem 596 69

Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70

Ibidem 71

Ibidem 35-36 72

Ibidem 37

16

steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het

belangrijkste volk aan de Donaugrens73

Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve

contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom

Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten

gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden

Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld

in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74

Bovendien leefden er diverse

andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75

De twee

belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk

en oostelijk deel van de Gotische wereld76

Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de

Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins

grondgebied begeven77

Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en

de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen

te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun

woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)

trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van

keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de

Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag

bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer

Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met

als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten

zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-

423) in het zuidwesten van Gallieuml78

Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten

De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk

weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de

Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens

zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79

De

Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen

73

Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74

Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75

Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76

Halsall Barbarian migration 134 77

Wolfram History of the Goths 23-24 78

Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515 aldaar 491 79

Amm 3132

17

tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de

eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80

Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij

kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag

tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een

bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de

gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81

Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd

onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de

Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82

Met name onder

de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten

die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd

Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een

coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de

Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in

453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten

sterke leider83

In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de

verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden

De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de

Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming

zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84

Een andere grote groep Ostrogoten

had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse

afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85

De Ostrogoten waren in

deze periode zeker geen verenigde groep86

Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r

457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic

Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de

keizer tot concessies te dwingen87

Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee

concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te

80

Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81

Heather Fall of the Roman empire 164 82

EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83

Heather Goths 124 84

Burns History of the Ostrogoths 52 85

AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86

Ibidem 87

Ibidem

18

zorgen88

In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno

kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus

af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en

de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89

Bovendien kreeg de Amaalse

Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil

daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90

Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een

verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun

leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden

verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een

halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met

Theoderic Strabo weer aan91

In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een

coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund

wat hem definitief van Zeno vervreemdde92

In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de

Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten

trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop

liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de

terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93

Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven

Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de

strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94

In ruil voor zijn hulp werd Theoderic

benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic

ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het

grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan

bij de Pannonische Goten95

De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic

een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96

De totale Ostrogotische

bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan

88

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89

Ibidem 90

Heather Goths and Romans 278 91

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92

Ibidem 51 93

Heather Goths and Romans 298 94

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95

Heather Goths and Romans 302 96

Ibidem

19

100000 mensen97

De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een

gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon

beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet

langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand

kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad

afsneed98

Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er

werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten

het machtsgebied van keizer Zeno bevond

Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-

476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer

Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort

daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die

zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was

afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn

macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia

Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius

Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen

maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door

zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen

tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99

Door op een confrontatie aan te sturen

tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om

lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100

Bovendien zou wanneer Theoderic zou

slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de

grenzen van zijn rijk bevinden101

In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan

naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de

Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102

Pas in de zomer van

489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten

tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort

97

Heather Goths and Romans 302 98

Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99

Heather Goths and Romans 307 100

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101

Heather Goths and Romans 308 102

Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127

20

daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna

Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar

het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over

naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103

Theoderic kreeg echter hulp van Alaric

II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat

Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug

in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd

omgeven door moerassen in te nemen104

Deze patstelling duurde voort tot 493

Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en

Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te

delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan

zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn

aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105

Het Ostrogotische leger riep

Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106

Dit was echter tegen de zin

van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door

Constantinopel107

Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de

rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze

positie bekleden

Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies

Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108

Ook in het westen

breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de

vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de

fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109

Maar de Visigotische koning Alaric II werd

vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van

Gallieuml110

Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de

Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij

een onbekende vrouw

Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de

Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke

103

Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105

Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106

Ibidem 107

Wolfram History of the Goths 284 108

Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109

Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114

21

aanval op de Visigoten in 507111

In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen

waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml

werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112

De Ostrogoten intervenieerden echter

in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113

Daarnaast

slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de

Provence te behouden voor de Visigoten

De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het

Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd

hadden114

Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen

van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige

zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de

zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte

De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van

Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over

het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had

aangesteld115

Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was

Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric

zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116

111

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112

Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114

A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I

162-192 aldaar 167-168 115

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116

Ibidem 123

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 16: Theoderic en zijn koninkrijk

16

steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het

belangrijkste volk aan de Donaugrens73

Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve

contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom

Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten

gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden

Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld

in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74

Bovendien leefden er diverse

andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75

De twee

belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk

en oostelijk deel van de Gotische wereld76

Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de

Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins

grondgebied begeven77

Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en

de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen

te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun

woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)

trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van

keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de

Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag

bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer

Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met

als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten

zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-

423) in het zuidwesten van Gallieuml78

Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten

De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk

weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de

Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens

zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79

De

Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen

73

Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74

Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75

Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76

Halsall Barbarian migration 134 77

Wolfram History of the Goths 23-24 78

Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515 aldaar 491 79

Amm 3132

17

tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de

eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80

Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij

kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag

tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een

bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de

gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81

Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd

onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de

Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82

Met name onder

de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten

die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd

Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een

coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de

Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in

453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten

sterke leider83

In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de

verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden

De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de

Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming

zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84

Een andere grote groep Ostrogoten

had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse

afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85

De Ostrogoten waren in

deze periode zeker geen verenigde groep86

Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r

457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic

Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de

keizer tot concessies te dwingen87

Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee

concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te

80

Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81

Heather Fall of the Roman empire 164 82

EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83

Heather Goths 124 84

Burns History of the Ostrogoths 52 85

AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86

Ibidem 87

Ibidem

18

zorgen88

In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno

kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus

af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en

de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89

Bovendien kreeg de Amaalse

Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil

daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90

Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een

verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun

leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden

verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een

halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met

Theoderic Strabo weer aan91

In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een

coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund

wat hem definitief van Zeno vervreemdde92

In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de

Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten

trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop

liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de

terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93

Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven

Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de

strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94

In ruil voor zijn hulp werd Theoderic

benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic

ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het

grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan

bij de Pannonische Goten95

De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic

een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96

De totale Ostrogotische

bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan

88

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89

Ibidem 90

Heather Goths and Romans 278 91

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92

Ibidem 51 93

Heather Goths and Romans 298 94

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95

Heather Goths and Romans 302 96

Ibidem

19

100000 mensen97

De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een

gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon

beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet

langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand

kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad

afsneed98

Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er

werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten

het machtsgebied van keizer Zeno bevond

Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-

476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer

Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort

daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die

zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was

afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn

macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia

Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius

Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen

maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door

zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen

tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99

Door op een confrontatie aan te sturen

tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om

lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100

Bovendien zou wanneer Theoderic zou

slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de

grenzen van zijn rijk bevinden101

In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan

naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de

Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102

Pas in de zomer van

489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten

tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort

97

Heather Goths and Romans 302 98

Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99

Heather Goths and Romans 307 100

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101

Heather Goths and Romans 308 102

Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127

20

daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna

Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar

het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over

naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103

Theoderic kreeg echter hulp van Alaric

II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat

Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug

in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd

omgeven door moerassen in te nemen104

Deze patstelling duurde voort tot 493

Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en

Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te

delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan

zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn

aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105

Het Ostrogotische leger riep

Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106

Dit was echter tegen de zin

van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door

Constantinopel107

Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de

rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze

positie bekleden

Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies

Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108

Ook in het westen

breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de

vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de

fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109

Maar de Visigotische koning Alaric II werd

vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van

Gallieuml110

Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de

Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij

een onbekende vrouw

Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de

Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke

103

Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105

Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106

Ibidem 107

Wolfram History of the Goths 284 108

Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109

Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114

21

aanval op de Visigoten in 507111

In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen

waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml

werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112

De Ostrogoten intervenieerden echter

in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113

Daarnaast

slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de

Provence te behouden voor de Visigoten

De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het

Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd

hadden114

Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen

van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige

zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de

zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte

De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van

Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over

het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had

aangesteld115

Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was

Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric

zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116

111

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112

Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114

A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I

162-192 aldaar 167-168 115

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116

Ibidem 123

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 17: Theoderic en zijn koninkrijk

17

tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de

eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80

Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij

kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag

tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een

bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de

gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81

Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd

onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de

Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82

Met name onder

de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten

die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd

Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een

coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de

Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in

453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten

sterke leider83

In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de

verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden

De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de

Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming

zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84

Een andere grote groep Ostrogoten

had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse

afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85

De Ostrogoten waren in

deze periode zeker geen verenigde groep86

Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r

457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic

Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de

keizer tot concessies te dwingen87

Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee

concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te

80

Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81

Heather Fall of the Roman empire 164 82

EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83

Heather Goths 124 84

Burns History of the Ostrogoths 52 85

AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86

Ibidem 87

Ibidem

18

zorgen88

In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno

kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus

af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en

de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89

Bovendien kreeg de Amaalse

Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil

daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90

Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een

verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun

leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden

verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een

halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met

Theoderic Strabo weer aan91

In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een

coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund

wat hem definitief van Zeno vervreemdde92

In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de

Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten

trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop

liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de

terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93

Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven

Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de

strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94

In ruil voor zijn hulp werd Theoderic

benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic

ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het

grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan

bij de Pannonische Goten95

De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic

een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96

De totale Ostrogotische

bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan

88

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89

Ibidem 90

Heather Goths and Romans 278 91

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92

Ibidem 51 93

Heather Goths and Romans 298 94

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95

Heather Goths and Romans 302 96

Ibidem

19

100000 mensen97

De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een

gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon

beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet

langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand

kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad

afsneed98

Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er

werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten

het machtsgebied van keizer Zeno bevond

Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-

476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer

Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort

daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die

zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was

afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn

macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia

Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius

Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen

maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door

zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen

tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99

Door op een confrontatie aan te sturen

tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om

lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100

Bovendien zou wanneer Theoderic zou

slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de

grenzen van zijn rijk bevinden101

In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan

naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de

Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102

Pas in de zomer van

489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten

tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort

97

Heather Goths and Romans 302 98

Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99

Heather Goths and Romans 307 100

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101

Heather Goths and Romans 308 102

Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127

20

daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna

Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar

het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over

naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103

Theoderic kreeg echter hulp van Alaric

II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat

Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug

in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd

omgeven door moerassen in te nemen104

Deze patstelling duurde voort tot 493

Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en

Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te

delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan

zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn

aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105

Het Ostrogotische leger riep

Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106

Dit was echter tegen de zin

van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door

Constantinopel107

Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de

rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze

positie bekleden

Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies

Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108

Ook in het westen

breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de

vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de

fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109

Maar de Visigotische koning Alaric II werd

vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van

Gallieuml110

Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de

Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij

een onbekende vrouw

Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de

Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke

103

Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105

Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106

Ibidem 107

Wolfram History of the Goths 284 108

Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109

Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114

21

aanval op de Visigoten in 507111

In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen

waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml

werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112

De Ostrogoten intervenieerden echter

in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113

Daarnaast

slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de

Provence te behouden voor de Visigoten

De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het

Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd

hadden114

Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen

van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige

zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de

zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte

De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van

Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over

het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had

aangesteld115

Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was

Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric

zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116

111

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112

Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114

A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I

162-192 aldaar 167-168 115

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116

Ibidem 123

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 18: Theoderic en zijn koninkrijk

18

zorgen88

In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno

kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus

af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en

de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89

Bovendien kreeg de Amaalse

Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil

daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90

Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een

verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun

leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden

verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een

halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met

Theoderic Strabo weer aan91

In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een

coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund

wat hem definitief van Zeno vervreemdde92

In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de

Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten

trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop

liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de

terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93

Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven

Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de

strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94

In ruil voor zijn hulp werd Theoderic

benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic

ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het

grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan

bij de Pannonische Goten95

De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic

een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96

De totale Ostrogotische

bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan

88

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89

Ibidem 90

Heather Goths and Romans 278 91

Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92

Ibidem 51 93

Heather Goths and Romans 298 94

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95

Heather Goths and Romans 302 96

Ibidem

19

100000 mensen97

De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een

gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon

beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet

langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand

kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad

afsneed98

Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er

werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten

het machtsgebied van keizer Zeno bevond

Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-

476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer

Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort

daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die

zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was

afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn

macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia

Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius

Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen

maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door

zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen

tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99

Door op een confrontatie aan te sturen

tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om

lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100

Bovendien zou wanneer Theoderic zou

slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de

grenzen van zijn rijk bevinden101

In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan

naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de

Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102

Pas in de zomer van

489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten

tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort

97

Heather Goths and Romans 302 98

Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99

Heather Goths and Romans 307 100

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101

Heather Goths and Romans 308 102

Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127

20

daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna

Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar

het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over

naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103

Theoderic kreeg echter hulp van Alaric

II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat

Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug

in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd

omgeven door moerassen in te nemen104

Deze patstelling duurde voort tot 493

Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en

Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te

delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan

zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn

aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105

Het Ostrogotische leger riep

Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106

Dit was echter tegen de zin

van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door

Constantinopel107

Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de

rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze

positie bekleden

Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies

Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108

Ook in het westen

breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de

vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de

fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109

Maar de Visigotische koning Alaric II werd

vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van

Gallieuml110

Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de

Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij

een onbekende vrouw

Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de

Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke

103

Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105

Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106

Ibidem 107

Wolfram History of the Goths 284 108

Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109

Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114

21

aanval op de Visigoten in 507111

In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen

waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml

werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112

De Ostrogoten intervenieerden echter

in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113

Daarnaast

slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de

Provence te behouden voor de Visigoten

De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het

Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd

hadden114

Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen

van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige

zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de

zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte

De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van

Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over

het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had

aangesteld115

Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was

Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric

zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116

111

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112

Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114

A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I

162-192 aldaar 167-168 115

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116

Ibidem 123

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 19: Theoderic en zijn koninkrijk

19

100000 mensen97

De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een

gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon

beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet

langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand

kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad

afsneed98

Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er

werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten

het machtsgebied van keizer Zeno bevond

Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-

476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer

Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort

daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die

zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was

afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn

macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia

Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius

Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen

maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door

zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen

tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99

Door op een confrontatie aan te sturen

tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om

lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100

Bovendien zou wanneer Theoderic zou

slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de

grenzen van zijn rijk bevinden101

In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan

naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de

Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102

Pas in de zomer van

489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten

tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort

97

Heather Goths and Romans 302 98

Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99

Heather Goths and Romans 307 100

Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101

Heather Goths and Romans 308 102

Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127

20

daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna

Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar

het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over

naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103

Theoderic kreeg echter hulp van Alaric

II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat

Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug

in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd

omgeven door moerassen in te nemen104

Deze patstelling duurde voort tot 493

Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en

Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te

delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan

zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn

aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105

Het Ostrogotische leger riep

Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106

Dit was echter tegen de zin

van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door

Constantinopel107

Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de

rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze

positie bekleden

Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies

Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108

Ook in het westen

breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de

vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de

fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109

Maar de Visigotische koning Alaric II werd

vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van

Gallieuml110

Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de

Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij

een onbekende vrouw

Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de

Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke

103

Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105

Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106

Ibidem 107

Wolfram History of the Goths 284 108

Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109

Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114

21

aanval op de Visigoten in 507111

In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen

waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml

werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112

De Ostrogoten intervenieerden echter

in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113

Daarnaast

slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de

Provence te behouden voor de Visigoten

De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het

Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd

hadden114

Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen

van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige

zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de

zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte

De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van

Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over

het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had

aangesteld115

Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was

Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric

zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116

111

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112

Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114

A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I

162-192 aldaar 167-168 115

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116

Ibidem 123

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 20: Theoderic en zijn koninkrijk

20

daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna

Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar

het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over

naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103

Theoderic kreeg echter hulp van Alaric

II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat

Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug

in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd

omgeven door moerassen in te nemen104

Deze patstelling duurde voort tot 493

Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en

Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te

delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan

zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn

aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105

Het Ostrogotische leger riep

Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106

Dit was echter tegen de zin

van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door

Constantinopel107

Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de

rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze

positie bekleden

Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies

Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108

Ook in het westen

breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de

vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de

fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109

Maar de Visigotische koning Alaric II werd

vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van

Gallieuml110

Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de

Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij

een onbekende vrouw

Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de

Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke

103

Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105

Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106

Ibidem 107

Wolfram History of the Goths 284 108

Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109

Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114

21

aanval op de Visigoten in 507111

In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen

waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml

werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112

De Ostrogoten intervenieerden echter

in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113

Daarnaast

slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de

Provence te behouden voor de Visigoten

De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het

Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd

hadden114

Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen

van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige

zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de

zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte

De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van

Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over

het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had

aangesteld115

Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was

Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric

zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116

111

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112

Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114

A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I

162-192 aldaar 167-168 115

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116

Ibidem 123

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 21: Theoderic en zijn koninkrijk

21

aanval op de Visigoten in 507111

In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen

waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml

werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112

De Ostrogoten intervenieerden echter

in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113

Daarnaast

slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de

Provence te behouden voor de Visigoten

De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het

Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd

hadden114

Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen

van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige

zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de

zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte

De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van

Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over

het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had

aangesteld115

Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was

Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric

zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116

111

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112

Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114

A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I

162-192 aldaar 167-168 115

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116

Ibidem 123

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 22: Theoderic en zijn koninkrijk

22

4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk

is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het

koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande

historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik

de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze

periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen

arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van

elkaar verschilden

41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk

Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als

een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de

lsquodonkerersquo middeleeuwen117

Dit werd echter door sommige historici niet als negatief

beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de

ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente

mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse

samenleving118

Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late

Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119

Beide visies op deze periode

houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de

Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120

Deze kijk wordt dan ook de Germanistische

visie genoemd

Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van

continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen

tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig

tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het

overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie

onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de

vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen

117

Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118

Ibidem 35-36 119

Ibidem 36 120

Ibidem

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 23: Theoderic en zijn koninkrijk

23

plaatsvonden121

Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie

Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn

bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor

als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele

mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van

het Romeinse Rijk122

De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de

klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er

sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123

Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en

Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen

en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was

geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus

was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in

het West-Romeinse Rijk

Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de

problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124

Daarnaast groeiden ook het westen en

het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek

economisch en cultureel gebied125

Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw

afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van

de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol

Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de

bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de

rest van het schiereiland126

De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het

abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde

van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho

(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse

Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een

voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder

121

Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122

Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123

Ibidem 7-8 124

Humphries lsquoItalyrsquo 526 125

Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126

Humphries lsquoItalyrsquo 526-527

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 24: Theoderic en zijn koninkrijk

24

van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127

Bovendien

hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het

West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel

de steun van het Oost-Romeinse Rijk

Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-

474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel

aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht

voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus

Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn

vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan

de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-

Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo

gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte

Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een

situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128

Hij stuurde de keizerlijke insignes

terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van

de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een

onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk

succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de

irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden

over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste

West-Romeinse keizers129

Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie

opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse

keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de

leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon

verwerven130

Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel

mogelijk bestaan131

Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het

rijk132

Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de

127

Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128

Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129

Humphries lsquoItalyrsquo 530 130

Goldsworthy How Rome fell 368 131

Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132

Moorhead Theoderic in Italy 142

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 25: Theoderic en zijn koninkrijk

25

bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133

Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over

de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic

lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid

naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over

recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad

nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de

misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin

overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte

is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover

mijn gunst voor hemrsquo134

Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse

aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens

de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op

Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml

Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius

benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de

laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135

Dit is echter wel het enige

bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische

koninkrijk136

In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel

gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer

Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In

Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550

een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst

zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij

133

Barnish Cassiodorus xi 134

Cass Var 1 4 6-7

His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis

enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus

incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est

elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam

nostram in se non reddidit odiosam 135

Wolfram History of the Goths 309-310 136

James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 26: Theoderic en zijn koninkrijk

26

Liberius137

Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-

Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest

van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138

Theoderic

zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan

Constantinopel139

Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was

deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming

door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn

ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140

Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel

zich leiden door geschreven wetten141

Dit betekende dat de Romeinse samenleving een

geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de

Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een

lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142

Daarom

was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat

de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had

Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke

orde143

In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de

Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde

lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving

onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er

nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming

van een leraarrsquo144

Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein

geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking

tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-

137

OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138

Heather Goths 221 139

Ibidem 222 140

Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)

12-19 141

Heather Goths 222 142

Ibidem 222 143

Ibidem 235 144

Enn Theod 311

Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc

de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 27: Theoderic en zijn koninkrijk

27

Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing

hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan

deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het

tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale

Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers

Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als

succesvolle militaire leiders

lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen

en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke

geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door

de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als

voorbeeld hadrsquo145

Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen

van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had

gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming

tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en

aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146

Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al

deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding

konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147

De koning had waarschijnlijk

geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een

beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter

goedkeuring aan de koning voorgelegd148

Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale

machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de

Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider

houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149

Met name tijdens de

langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten

145

Anon Vales 260

Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem

Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et

amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146

HeatherGoths 237 147

Ibidem 236 148

Ibidem 149

Ibidem 237-238

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 28: Theoderic en zijn koninkrijk

28

duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de

Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en

het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius

die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in

Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas

lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten

die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar

Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten

die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om

de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat

gebied te bewakenrsquo150

Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog

veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het

voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden

Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was

zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan

De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde

enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een

legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door

Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn

positie als succesvol legerleider151

Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen

op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te

veroveren

Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij

zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de

ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de

koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152

De opvolgers van Theoderic

waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders

150

Procop BG 1151-2

Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ

Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ

φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι

ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151

Humphries lsquoItalyrsquo 531 152

Ibidem

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 29: Theoderic en zijn koninkrijk

29

was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen

In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond

hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig

bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij

ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis

steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit

verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn

heerschappij ontstonden er problemen

Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de

Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij

daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van

Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische

belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van

Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad

Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende

invloed vanuit Constantinopel153

Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd

later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse

keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze

oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk

zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van

Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over

het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van

Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te

houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154

Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit

waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd

waren

153

Humphries lsquoItalyrsquo 533 154

Burns History of the Ostrogoths 207

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 30: Theoderic en zijn koninkrijk

30

42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd

gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al

gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho

Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse

Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in

tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een

immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een

behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was

Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe

koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten

simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde

van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden

lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen

en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de

Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn

volgelingen had gegevenrsquo155

In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig

last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit

de weg geruimd156

Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van

Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157

De meeste soldaten

kregen geen eigen grond toebedeeld

Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de

immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote

maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse

grootgrondbezitters158

Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag

werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden

155

Procop BG 1128

καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι

ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς

στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156

Moorhead Theoderic in Italy 33 157

Ibidem 158

Wolfram History of the Goths 296

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 31: Theoderic en zijn koninkrijk

31

van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159

Waarschijnlijk betekende

lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van

Theoderic ging160

Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het

grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het

Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161

De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162

Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele

regiorsquos163

De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd

een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos

Lombardije en Venetia164

Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165

De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse

bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit

incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via

belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was

geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de

Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze

gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van

het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie

van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166

Over het

algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over

Italieuml

Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van

beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk

succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was

ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van

circa twintig tot dertigduizend krijgers was167

Als koning van de Ostrogoten was hij hun

natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou

159

Wolfram History of the Goths 296 160

Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)

73 161

Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the

age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162

Wolfram History of the Goths 297 163

Ibidem 164

Ibidem 165

Ibidem 297-298 166

Humphries lsquoItalyrsquo 532 167

Heather Goths and Romans 302

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 32: Theoderic en zijn koninkrijk

32

hij deze positie verliezen

Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een

Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten

blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de

Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168

Bovendien waren de Goten een kleine

minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun

gebruiken over zouden nemen169

Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus

het volgende over hebben gezegd

lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170

Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van

zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld

Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse

vrouwen171

Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie

door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172

Zo hadden de Visigoten en de

Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer

Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173

Andersom namen de meeste

Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174

Uit het citaat van Theoderic uit de

Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen

voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving

De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee

volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de

belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks

spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was

en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen

Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het

licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse

bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor

hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij

168

Heather Goths 257 169

Moorhead Theoderic in Italy 111 170

Anon Vales 261

Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171

Heather Goths 257 172

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173

Ibidem 174

Ibidem 111

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 33: Theoderic en zijn koninkrijk

33

van Odoacer het geval was geweest175

De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de

Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse

leger176

43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk

Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er

binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door

keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen

geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet

konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet

Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was

het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen

welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het

Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee

stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als

eerste aandacht aan deze vragen besteed

De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het

christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof

Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-

Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft

vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden

zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late

oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse

keizers Constantius II (r 337-361) en Valens

Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I

(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen

en langzaam verdwenen177

Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het

Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de

vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178

De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat

175

Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176

Ibidem 111 177

Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178

Ibidem

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 34: Theoderic en zijn koninkrijk

34

zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over

de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de

Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke

aspecten zijn van eacuteeacuten God179

Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de

discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk

werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien

worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt

werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er

eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer

van Arius volgden180

Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de

katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De

ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181

Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef

het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de

Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182

In de late oudheid hadden de

verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183

In

het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en

katholieken184

Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic

vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185

De katholieken waren

in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee

beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel

Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er

twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de

confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig

tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in

godsdienstige geschillen

179

Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180

Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181

Moorhead Theoderic in Italy 90 182

Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of

Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183

Ibidem 581-582 184

Moorhead Theoderic in Italy 91 185

Ibidem 92

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 35: Theoderic en zijn koninkrijk

35

De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als

neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de

spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden

beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en

aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een

goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic

liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het

conflict

Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de

geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover

Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De

katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun

religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186

In

Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie

tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187

Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde

kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in

518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus

meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In

tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de

nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor

Rome gunstig compromis werd bereikt188

De sterk verbeterde relatie van de katholieke

geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189

Dit leidde tot

een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus

Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de

Anonymus Valesianus

lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een

vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later

overledenrsquo190

186

Moorhead Theoderic in Italy 56 187

Ibidem 141-142 188

Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189

Ibidem 190

Anon Vales 293

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 36: Theoderic en zijn koninkrijk

36

Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in

de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op

tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen

geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn

schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen

zoals in de inleiding is beschreven

Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken

Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden

naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de

Goten zich onderscheidden van de Romeinen191

Ariaanse Goten hadden dus geen

universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken

omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192

Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de

Ostrogotische machtsovername in 493193

Ook wat betreft religie leefden de Goten en

Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar

Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui

post paucos dies defunctus est 191

Moorhead Theoderic in Italy 94 192

Ibidem 95 193

Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish

en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic

perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 37: Theoderic en zijn koninkrijk

37

5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische

koninkrijk

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de

mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het

westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel

verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van

de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in

binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse

koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de

grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500

Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 38: Theoderic en zijn koninkrijk

38

51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken

Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse

volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij

enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere

Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn

heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden

aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken

en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder

worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse

Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld

511 De Visigoten

De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste

plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418

toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate

de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun

machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194

Uiteindelijk besloeg het

territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot

aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch

schiereiland

De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide

Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195

Inderdaad

kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan

verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter

Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig

bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en

Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het

Byzantijnse Rijk196

In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde

gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml

In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan

194

Heather lsquoThe western empirersquo 22 195

Wolfram History of the Goths 309 196

Ibidem

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 39: Theoderic en zijn koninkrijk

39

het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook

was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch

was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een

sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van

Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een

onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric

op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op

de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van

Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen

Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje

ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld

hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197

Tijdens het

leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand

door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te

betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op

Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198

Toen

Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de

Visigoten

Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic

in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het

bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische

takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een

huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben

naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde

hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten

en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame

verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199

197

Wolfram History of the Goths 310 198

Ibidem 199

Ibidem 311

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 40: Theoderic en zijn koninkrijk

40

512 De Vandalen

In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de

bevroren Rijn overgestoken200

Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en

hadden ze zich in Spanje gevestigd201

Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter

genoodzaakt verder te trekken202

In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning

Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439

Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de

verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-

Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun

domein toe weten te voegen203

Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in

het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde

eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook

in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk

aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou

standhouden204

Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht

verloren205

In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen

in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door

hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke

Middellandse Zee206

Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans

schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel

een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk

geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun

jaarlijkse tribuut207

Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en

Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500

zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een

bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op

200

IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201

RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202

Ibidem 203

Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204

Ibidem 553 205

Wolfram History of the Goths 307 206

Ibidem 207

Ibidem 308

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 41: Theoderic en zijn koninkrijk

41

zee208

De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek

kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot

beschikten209

Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een

Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van

Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210

Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er

waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had

namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze

Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund

zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211

Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de

Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika

De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke

geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze

godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk

Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic

stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212

De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten

koste van de Ostrogoten213

Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid

maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee

waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven

lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de

Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden

alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en

Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in

staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede

vriend van Justinianus wasrsquo214

208

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209

Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211

Wolfram History of the Goths 308 212

Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213

Burns History of the Ostrogoths 95 214

Procop BV 193-5

καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ

Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 42: Theoderic en zijn koninkrijk

42

Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse

koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet

tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-

Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou

komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf

voordat deze klaar was215

Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het

Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de

Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan

weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren

later

513 De Franken

De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het

Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de

Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216

De

Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse

volken217

Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere

Germanen218

Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik

van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in

noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219

Childeric (ca 440-481) was

de meest succesvolle van deze Frankische leiders220

Hij heerste over een koninkrijkje rondom

de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij

annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij

breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml

Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-

Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse

koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken

Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ

μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215

Moorhead Theoderic in Italy 248 216

Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217

Ibidem 61 218

Ibidem 219

van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220

Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 43: Theoderic en zijn koninkrijk

43

Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221

De belangen van de

Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen

De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde

zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse

vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222

Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml

binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte

bondgenoten van de Franken223

Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te

vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door

Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict

tussen hen leidde224

Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse

koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van

Theoderic verenigd werden225

Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten

noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon

gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd

Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander

potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich

voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden

vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar

Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn

Bourgondische vrouw226

Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel

betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken

Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk

waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten

Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken

en de Byzantijnen

Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied

waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken

hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de

Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken

221

Burns History of the Ostrogoths 94 222

Wolfram History of the Goths 313 223

Ibidem 224

Ibidem 314 225

Ibidem 226

Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 44: Theoderic en zijn koninkrijk

44

Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml

binnen te vallen227

514 De Bourgondieumlrs

Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in

het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228

In deze periode werd het West-Romeinse

Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius

Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel

van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)

maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het

grensgebied aan de Rijn229

Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)

die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste

legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie

van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230

Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in

de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden

binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van

grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en

doodde koning Gundohar231

Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden

vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in

443 opnieuw de status van foederati232

Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote

rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep

binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de

tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233

De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen

Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen

gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd

227

Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228

Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229

RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230

Todd Early Germans 211 231

Halsall Barbarian migrations 244 232

Todd Early Germans 212 233

Ibidem

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 45: Theoderic en zijn koninkrijk

45

had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234

In

ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische

kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen

Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse

koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de

confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen

toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk

versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235

Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de

Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met

het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236

Toch betekende

deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de

praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237

Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een

bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit

veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon

Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische

koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook

binnen238

In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk

maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk

234

Wolfram History of the Goths 311 235

Ibidem 236

Ibidem 237

Ibidem 238

Ibidem

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 46: Theoderic en zijn koninkrijk

46

515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken

Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in

het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de

Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen

Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op

het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere

volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde

De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de

mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507

abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de

poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige

dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic

was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in

plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden

Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote

gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag

Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging

vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse

gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden

van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239

Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I

naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus

werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en

hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240

In gevangenschap overleed paus Johannes korte

tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de

laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de

buitenlandse politiek

239

Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240

Ibidem 120

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 47: Theoderic en zijn koninkrijk

47

52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk

Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse

keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk

hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten

opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van

verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is

het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de

dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een

lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur

van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241

Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In

een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou

heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242

Zeno had echter vooral

deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar

ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij

vormden243

Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen

Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij

van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en

uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder

toestemming van de Byzantijnse keizer244

Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen

Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk

generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245

De koninklijke titel van

Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in

Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius

enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een

ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel

Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de

eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in

241

Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242

Wolfram History of the Goths 279 243

Lee lsquoEastern empirersquo 51 244

Wolfram History of the Goths 284 245

Heather Goths 218

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 48: Theoderic en zijn koninkrijk

48

het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246

Bij de enorme

rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle

middelen van de westelijke koninkrijken247

Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse

militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de

laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248

Ook tijdens

de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze

Romeinse politieke orde niet af249

Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch

moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn

ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het

harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250

Zo

begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle

communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen

naam251

Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te

noemen252

En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253

Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door

huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de

Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-

Romeinse keizer kunnen worden254

Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook

niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter

geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een

grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255

In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde

het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het

Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256

De

spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel

246

Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247

Ibidem 248

Ibidem 249

Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250

Heather Goths 235 251

Ibidem 252

Ibidem 253

Ibidem 254

Ibidem 234 255

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256

John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the

Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 49: Theoderic en zijn koninkrijk

49

deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische

koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot

de kuststroken aan de Adriatische zee257

Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten

niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken

en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische

rijken zoals hierboven al beschreven

Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse

koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over

een leger van circa 200000 soldaten258

Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle

middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een

groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in

expansieoorlogen

Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo

grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke

grens was gelegerd259

Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges

hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen

een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van

Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het

grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260

Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen

in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk

werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere

Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261

Een nog kleiner Byzantijns leger viel

Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262

Pas later in de oorlog verhardde de

Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel

degelijk een in potentie grote bedreiging

Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies

van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden

257

Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258

JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259

Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge

companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260

Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261

Lee acuteEmpire at waracute 123 262

Moorhead acuteWestern approachesacute 205

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 50: Theoderic en zijn koninkrijk

50

leggen263

Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren

de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid

deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264

Met name voor de Ostrogoten was

de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het

voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee

Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken

kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265

263

Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264

Ibidem 199 265

Ibidem

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 51: Theoderic en zijn koninkrijk

51

6 Conclusie

In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle

verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de

literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en

dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn

schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse

koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric

van belang

Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de

daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het

bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch

koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou

Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het

Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou

dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst

Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit

duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund

met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten

ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning

Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven

gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-

Gotische koers

Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de

Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat

direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen

Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar

ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met

Theoderic maar werd door hem gevangen gezet

De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had

veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-

Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de

Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie

vanwege de moord op Segaric

De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 52: Theoderic en zijn koninkrijk

52

aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe

oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het

geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de

intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen

echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met

andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties

Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging

Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle

voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had

deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de

Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders

Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang

In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe

weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak

presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins

heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en

samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts

lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-

Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse

generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks

leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers

De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten

de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust

van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit

vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee

te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van

vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het

Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen

Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks

Goten woonden

Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog

altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel

Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van

deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 53: Theoderic en zijn koninkrijk

53

Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over

Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de

lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van

Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans

schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter

een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een

veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld

Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit

te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van

het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest

succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht

van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de

bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de

Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer

in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te

staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 54: Theoderic en zijn koninkrijk

54

Literatuurlijst

- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)

- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)

- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in

Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700

(Cambridge 2005) 162-192

- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of

Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596

- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)

- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 111-137

- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed

The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 411-436

- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)

- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from

Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the

migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)

417-441

- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)

- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)

- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85

- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569

- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of

the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge

ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600

- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies

in a migration myth (Kopenhagen 2002)

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 55: Theoderic en zijn koninkrijk

55

- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134

- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul

Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge

2005) 193-231

- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)

- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit

Byzantium (Amsterdam 2005)

- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent

1996)

- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new

Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34

- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV

(Londen 1911)

- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of

accommodation (Princeton 1980)

- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)

- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas

ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509

- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744

- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge

medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55

- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)

- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)

- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)

- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey

ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge

1998) 487-515

- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 56: Theoderic en zijn koninkrijk

56

- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)

- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551

- James Edward The Franks (Oxford 1988)

- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late

Antiquity (Berkeley 1988)

- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New

York 2007)

- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan

Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late

antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62

- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to

the age of Justinian (New York 2005) 113-133

- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The

new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117

- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)

- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)

- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift

fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612

- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte

Geschichte 32 (1983) 106-120

- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)

- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed

The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161

- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The

Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220

- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)

- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72

- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The

Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476

- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524

Page 57: Theoderic en zijn koninkrijk

57

- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed

The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-

155

- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)

- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)

- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en

Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and

successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314

- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000

(Suffolk 2010)

- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)

- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)

- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en

Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-

425 (Cambridge 1998) 516-537

- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-

Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity

empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524