Theoderic en zijn koninkrijk
-
Upload
nguyenduong -
Category
Documents
-
view
215 -
download
1
Transcript of Theoderic en zijn koninkrijk
RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN
Theoderic en zijn koninkrijk
De oorzaken van het verval aan het einde van zijn heerschappij
JG van Lunteren
S1536087 Masterscriptie GLTC
Begeleider Dr JW Drijvers
16-01-2015
2
Inhoud
1 Inleiding 3
2 Antieke bronnen 9
21 Cassiodorus (ca 485-580) 9
22 Ennodius (ca 473-521) 11
23 Jordanes (rond 550) 12
24 Procopius (ca 500-560) 13
25 Anonymus Valesianus 14
3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml 15
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische koninkrijk 22
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk 22
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk 30
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk 33
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische koninkrijk 37
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken 38
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk 47
6 Conclusie 51
Literatuurlijst 54
3
1 Inleiding
Nadat de Ostrogoten onder leiding van Theoderic (454-526) in het jaar 488 Italieuml waren
binnengevallen en in 493 definitief hun gezag hadden gevestigd ten koste van de Germaanse
krijgsheer Odoacer (433-493) heersten ze over een rijk in het middelpunt van de mediterrane
wereld dat in de post-Romeinse wereld lange tijd zeer succesvol was1 Omdat Theoderic
koning was over een rijk waar de Goten slechts een kleine minderheid vormden tegenover een
veel grotere Romeinse bevolking speelden de Romeinen een zeer grote rol in de cultuur en
het bestuur van het rijk2 Theoderic creeumlerde een koninkrijk met een dubbele etniciteit waar
de Goten vooral de militaire slagkracht vormden en de Romeinen de al bestaande bureaucratie
onderhielden en belastingen betaalden3 Theoderic zelf presenteerde zich gedurende zijn
heerschappij bovendien steeds meer alsof hij een nieuwe West-Romeinse keizer was4
Niet alleen binnen Italieuml is het succes van de heerschappij van Theoderic duidelijk De
Visigotische Vandaalse Frankische en Bourgondische koninkrijken die zijn ontstaan in het
voormalige West-Romeinse Rijk waren alle door middel van huwelijksallianties aan
Theoderic gebonden Het Visigotische koninkrijk in Spanje en Zuid-Gallieuml werd uiteindelijk
zelfs een soort vazalstaat van Theoderic toen hij vanaf 510 als regent namens zijn
minderjarige kleinzoon en koning van de Visigoten Amalaric (dagger 531) optrad Theoderic liet
zijn dochter Amalasuintha (ca 495-535) in 515 trouwen met de Visigotische edelman
Eutharic (ca 480-5223) en wees hem als zijn opvolger aan Met Eutharic als koning zouden
de twee Gotische takken definitief in eacuteeacuten koninkrijk verbonden zijn waarna dit nieuwe
koninkrijk tot een waardige opvolger van het West-Romeinse Rijk kon uitgroeien
Het Romeinse karakter van het Ostrogotische koninkrijk wordt goed geiumlllustreerd door
twee brieven die Cassiodorus (ca 485-580) een Romeinse functionaris en schrijver aan het
hof in Ravenna heeft geschreven voor Theoderic Beide brieven zijn waarschijnlijk opgesteld
in 5065 In de eerste van de brieven vraagt Theoderic via Cassiodorus aan de Romeinse
staatsman en filosoof Boeumlthius (ca 480-525) een waterklok en een zonnewijzer als
geschenken voor de Bourgondische koning Gundobad (ca 452-516) In de brief spreekt hij
zeer lovende woorden over de kennis en ontwikkeling van Boeumlthius in de lijn van de Grieks-
Romeinse cultuur
1 Peter Heather The Goths (Cornwall 1996) 216
2 John Moorhead Theoderic in Italy (Avon 1992) 111
3 Guy Halsall Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008) 332
4 Heather Goths 223
5 SJB Barnish Cassiodorus Variae (Liverpool 1992) 20
4
lsquoDoor mij is ontdekt dat jij enorm verrijkt door geleerdheid de kunsten die mensen
over het algemeen onwetend uitvoeren zelf hebt gedronken van de bron van kennis
Want zo ben je de ver verwijderde scholen van Athene binnengegaan zo heb je je in
toga gemengd in samenkomsten in Griekse mantels zo heb je Griekse theorieeumln
omgevormd tot Romeinse kennis Want jij hebt geleerd hoeveel diepte de speculatieve
filosofie heeft in alle delen en hoe de praktische redenering in al zijn verdelingen
wordt geleerd terwijl je aan de Romeinse senatoren iedere unieke zaak die de
Cecropiden (Atheners) hebben gemaakt voor de wereld hebt overgebrachtrsquo6
In de volgende brief van Cassiodorus worden de waterklok en de zonnewijzer als belangrijke
resultaten van de Romeinse wetenschap aan de Bourgondische koning Gundobad
gepresenteerd
lsquoLaat Bourgondieuml onder uw heerschappij leren de nauwkeurigste zaken te begrijpen en
de antieke uitvindingen te bewonderen door u legt het zijn primitieve levenswijze af
en doordat het het voorbeeld van zijn koning ziet verlangt het op de correcte manier
naar de prestaties van de wijzen Laat het de delen van de dag onderscheiden door hun
daden en laat het het verloop van de uren zeer precies vaststellenrsquo7
In deze twee citaten is duidelijk te zien hoe Romeins de cultuur van Italieuml onder de
heerschappij van Theoderic nog was Moderne historici beschouwen de Ostrogotische periode
dan ook als onderdeel van de oudheid Het begin van de middeleeuwen wordt pas bereikt na
het einde van de Ostrogotische dominantie in Italieuml8 Van alle volken die gedurende de zesde
eeuw over Italieuml geheerst hebben worden de Ostrogoten beschouwd als de beste beheerders
van de klassieke cultuur9 Zeker de in het eerste citaat genoemde filosoof Boeumlthius is eacuteeacuten van
de grootheden van de klassieke cultuur en zijn werken zijn gedurende de gehele
middeleeuwen maar ook daarna uitgebreid bestudeerd De beroemde Engelse historicus
6 Cass Var 1 45 8-12 deze en latere vertalingen zijn van eigen hand
Hoc te multa eruditione saginatum ita nosse didicimus ut artes quas exercent vulgariter nescientes in ipso
disciplinarum fonte potaveris sic enim Atheniensium scholas longe positus introisti sic palliatorum choris
miscuisti togam ut Graecorum dogmata doctrinam feceris esse Romanam didicisti enim qua profunditate cum
suis partibus speculativa cogitetur qua ratione activa cum sua divisione discatur deducens ad Romuleos
senatores quicquid Cecropidae mundo fecerant singulare 7 Cass Var 1 46 7-9
discat sub vobis Burgundia res subtilissimas inspicere et antiquorum inventa laudare per vos propositum
gentile deponit et dum prudentiam regis sui respicit iure facta sapientium concupiscit distinguat spatia diei
actibus suis horarum aptissime momenta constituat 8 John Moorhead lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history (NCMH) I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161 aldaar 159 9 Ibidem
5
Edward Gibbon (1737-1794) noemt Boeumlthius in zijn History of the decline and fall of the
Roman Empire lsquoThe last of the Romans whom Cato or Tully (Cicero) could have
acknowledged for their countrymanrsquo10
Deze situatie bleef echter niet voortduren In 522 of 523 stierf Eutharic (ca 480-
5223) de schoonzoon en beoogd opvolger van Theoderic11
Hierna volgde een periode van
wantrouwen en politieke instabiliteit Het dieptepunt van deze periode was waarschijnlijk de
executie van Boeumlthius in 525 samen met enkele andere voorname Romeinen zoals zijn
schoonvader Symmachus (dagger 526) Volgens de Byzantijnse historicus Procopius (ca 500-560)
werd hij door Theoderic verdacht van het aanzetten tot een revolutie12
Mogelijk wordt
hiermee een samenzwering bedoeld om een Byzantijnse interventie in Italieuml te
bewerkstelligen13
Een andere mogelijkheid is dat Boeumlthius zich aan de verkeerde kant van de
opvolgingsstrijd bevond na de dood van Eutharic14
Ook de katholieke paus Johannes I (dagger
526) werd in deze periode door Theoderic gevangen gezet waarna hij korte tijd later
overleed Het lijkt erop dat de aanvankelijke harmonieuze samenwerking tussen Goten en
Romeinen ten einde was gekomen en er steeds meer spanningen ontstonden tussen beide
bevolkingsgroepen
Na de dood van Theoderic in 526 verslechterde de politieke stabiliteit nog verder
Uiteindelijk gaf dit de gelegenheid aan de Byzantijnse generaal Belisarius (ca 500-565)
namens zijn keizer Justinianus I (r 527-565) in 535 Sicilieuml binnen te vallen en een jaar later
Italieuml waarmee hij de langdurige Gotische oorlog begon Aanvankelijk verliep deze invasie
voorspoedig voor de Byzantijnen maar na verloop van tijd werd deze oorlog steeds
kostbaarder en bloediger voor alle partijen en zeker voor de Romeinse bevolking van Italieuml15
Pas in 554 werd de verovering van het Ostrogotische koninkrijk afgerond De lange
duur van de oorlog en de invasie van Italieuml door de Longobarden kort daarna in 568 zorgden
er niet alleen voor dat er een einde kwam aan de Gotische invloed in Italieuml maar ook dat
Italieuml dat voorheen het centrum van de mediterrane wereld was in de Byzantijnse periode
veel minder belangrijk werd16
10
Edward Gibbon The history of the decline and fall of the Roman Empire IV (Londen 1911) 197-198 11
Heather Goths 250 12
Procop BG 1 134 13
Moorhead Theoderic in Italy 221 14
Heather Goths 252 15
AD Lee lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New
York 2005) 113-133 aldaar 126-127 16
Mark Humphries lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en Michael Whitby ed The
Cambridge ancient history (CAH) XIV Late antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000)
525-551 aldaar 525
6
Dit aanvankelijke succes van het Ostrogotische koninkrijk gevolgd door een scherpe
neergang is opmerkelijk Ondanks de grote verschillen tussen de Goten en de Romeinen
wisten ze onder de heerschappij van Theoderic te komen tot een harmonieuze samenwerking
en groeide het Ostrogotische koninkrijk uit tot het meest succesvolle Germaanse koninkrijk
op het grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk De snelle neergang vanaf het
einde van het leven van Theoderic is daarom des te opvallender
De dood van de kroonprins Eutharic in 522 of 523 toen Theoderic zelf ongeveer
zeventig was is ook de directe oorzaak van het uiteindelijke falen van het Ostrogotische
koninkrijk die door moderne historici wordt aangewezen In het moderne debat over de
Ostrogoten zijn de publicaties van de Engelse historicus Peter Heather de Oostenrijkse
historicus Herwig Wolfram en de Australische historicus John Moorhead toonaangevend
Hieronder zet ik hun visies op het uiteindelijke falen van het koninkrijk van Theoderic uiteen
Peter Heather stelt in zijn werk The Goths dat Theoderic de basis heeft gelegd voor
een succesvolle integratie van Goten en Romeinen in zijn koninkrijk17
De opvolgingscrisis na
de dood van Eutharic zorgde voor de enorme problemen in de laatste jaren van Theoderic
niet onderliggende wrijving tussen de Goten en Romeinen18
Bovendien vergrootte de dood
van Eutharic ook de spanningen met het Byzantijnse Rijk aangezien keizer Justinus I (r 518-
527) weigerde de nieuwe kroonprins en zoon van Eutharic Athalaric (516-534) als opvolger
van Theoderic te erkennen19
Na de dood van Theoderic verslechterde de politieke situatie nog verder omdat veel
Gotische edelen niet zomaar de heerschappij van Athalaric en zijn moeder Amalasuintha die
als regentes optrad accepteerden20
Er werd vooral strijd gevoerd over invloed op de
minderjarige koning21
Amalasuintha hechtte veel belang aan een Romeinse scholing voor
haar zoon maar een groep Gotische edelen die haar invloed wilde verminderen protesteerde
hiertegen Volgens Heather moet dit echter niet gezien worden als een afwijzing van de
Romeinse cultuur door de Gotische elite De scholing van Athalaric werd volgens hem slechts
als een excuus gebruikt in een strijd over politieke invloed aan het hof in Ravenna22
Ook Herwig Wolfram wijst in zijn werk History of the Goths op het overlijden van
Eutharic dat voor een opvolgingscrisis zorgde23
Daarnaast wijst Wolfram op de invloed van
17
Heather Goths 258 18
Ibidem 19
Ibidem 255 20
Ibidem 260 21
Ibidem 22
Ibidem 23
Herwig Wolfram History of the Goths (Berkeley 1988) 329
7
het overlijden van enkele andere steunpilaren van Theoderic in dezelfde periode24
Zo stierf
paus Johannes in 526 nadat hij door Theoderic gevangen was gezet Voorheen was de paus
echter altijd een belangrijke bondgenoot geweest van het Ostrogotische hof omdat hij
streefde naar zoveel mogelijk onafhankelijkheid van de geestelijkheid in Italieuml tegenover de
Byzantijnse keizers Theoderic was vanwege dit streven een natuurlijke bondgenoot van de
paus geweest
Maar vooral de betrekkingen met andere Germaanse koninkrijken stonden onder grote
druk Theoderic had altijd geprobeerd goede relaties met de andere Germaanse vorsten te
onderhouden maar in korte tijd overleed de Vandaalse koning Thrasamund (450-523) en
werd de Bourgondische kroonprins en kleinzoon van Theoderic Segaric (495-517) door zijn
eigen vader Sigismund (dagger 524) vermoord25
Beide volken gingen daarna een veel agressievere
koers varen tegenover de Ostrogoten terwijl ze de betrekkingen met het Byzantijnse Rijk
waarmee Theoderic altijd een gespannen verhouding had gehad juist probeerden te
verbeteren
John Moorhead legt in zijn artikel lsquoThe last years of Theodericrsquo en in zijn later
verschenen monografie Theoderic in Italy de nadruk op het belang van de dood van
Thrasamund De Vandalen speelden een belangrijke rol in de mediterrane
machtsverhoudingen vanwege hun omvangrijke vloot Zij waren het enige Germaanse volk
met een zeemacht van enige betekenis ten opzichte van de Byzantijnse vloot De pro-
Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic (ca 460-533) maakte Theoderic bang voor een
Vandaals-Byzantijns bondgenootschap tegen hem De Ostrogoten zouden zwak hebben
gestaan tegenover zorsquon bondgenootschap omdat ze zelf niet over een vloot beschikten
Daardoor waren ze kwetsbaar voor aanvallen vanuit zee terwijl ze zelf niet de mogelijkheid
hadden aan te vallen26
Bovendien maakte deze bedreigende verandering in de mediterrane
machtsbalans Theoderic wantrouwend tegenover zijn Romeinse onderdanen die in zijn ogen
teveel sympathie hadden voor de Byzantijnen27
In het kort zijn de drie auteurs het erover eens dat de oorzaak van het verval van het
Ostrogotische koninkrijk ligt in toenemende politieke instabiliteit als gevolg van de dood van
Eutharic en enkele andere steunpilaren van Theoderic Dit werd nog verergerd omdat
Theoderic al oud was en kort daarna zelf overleed In deze scriptie wil ik echter verder kijken
24
Wolfram History of the Goths 329 25
Ibidem 26
John Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte Geschichte 32 (1983) 106-120 27
Moorhead Theoderic in Italy 246-247
8
dan deze min of meer toevallige gebeurtenissen die de ineenstorting van het machtigste
barbaarse koninkrijk van de post-Romeinse wereld tot gevolg hadden en juist de nadruk
leggen op de complexe onderliggende structuur waaruit dit verval voortkwam zowel intern in
de verhouding tussen Goten en Romeinen in het koninkrijk zelf als extern in de verhoudingen
tussen de verschillende staten in de mediterrane wereld
Intern waren de verhoudingen tussen de Romeinen en Goten op politiek en sociaal
gebied zeer complex Niet alleen etniciteit speelde hierin een rol maar ook het religieuze
verschil tussen de katholieke Romeinen en de ariaanse Goten Op buitenlands gebied was er
een ingewikkeld web van huwelijksallianties tussen Theoderic en de andere Germaanse
vorsten in het voormalige West-Romeinse Rijk Bovendien was Theoderic formeel slechts een
bestuurder van Italieuml onder gezag van de Byzantijnse keizers in Constantinopel
Hoe de Ostrogoten deze problemen aanvankelijk leken aan te pakken en hoe er vanaf
ongeveer 520 problemen ontstonden zowel binnenlands als buitenlands is het onderwerp van
deze scriptie De hoofdvraag van de scriptie luidt lsquoWelke onderliggende oorzaken zowel
intern als extern zijn er aan te wijzen voor het snelle verval van het Ostrogotische koninkrijk
aan het einde van het leven van Theodericrsquo
Om tot een antwoord op deze vraag te komen zullen zowel de interne structuur van het
Ostrogotische koninkrijk als de externe verhoudingen met de andere staten in het
Middellandse Zeegebied behandeld worden Intern worden de politieke organisatie de
religieuze verhoudingen en de sociale structuur tussen Goten en Romeinen in het
Ostrogotische koninkrijk uitgebreid belicht Op deze drie terreinen waren de verschillen
tussen zijn onderdanen groot en moest Theoderic een balans zien te vinden Extern worden de
relaties behandeld die Theoderic onderhield met de belangrijkste Germaanse volken op het
grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk en de ingewikkelde relatie met het
Byzantijnse Rijk waaraan hij officieel verantwoording schuldig was
In deze scriptie maak ik gebruik van diverse contemporaine Romeinse bronnen die
veel inzicht verschaffen niet alleen in de historische gebeurtenissen maar vooral ook in het
beeld dat Romeinse tijdgenoten hadden van de heerschappij van de Ostrogoot Theoderic
Deze bronnen vereisen echter wel een kritische houding ten opzichte van de leefwereld en
motivaties van de verschillende auteurs Daarom behandel ik in het eerste hoofdstuk het leven
van de aangehaalde antieke auteurs en de noodzakelijke bedenkingen bij het gebruik van hun
teksten
Vervolgens is er een hoofdstuk waarin de voorgeschiedenis van de Ostrogotische
vestiging in Italieuml behandeld wordt In dit hoofdstuk ligt de nadruk op de vraag wat de
9
politieke verhoudingen waren in de post-Romeinse mediterrane wereld en wat complexe
begrippen als Goten Visigoten en Ostrogoten die veelvuldig in deze scriptie gebruikt
worden inhouden Deze hoofdstukken met de noodzakelijke achtergronden worden gevolgd
door twee hoofdstukken waarin de interne en externe oorzaken van het verval van het
Ostrogotische koninkrijk behandeld worden Tot slot is er een conclusie
2 Antieke bronnen
Onderzoek naar veel delen van Europa na de ondergang van het West-Romeinse Rijk wordt
bemoeilijkt door een gebrek aan geschreven bronnen Dit geldt echter niet voor Italieuml en de
Ostrogoten waarover diverse literaire bronnen zijn overgeleverd Bovendien waren enkele van
deze auteurs direct bij de gebeurtenissen betrokken Hieronder worden de in deze scriptie
gebruikte antieke auteurs besproken
21 Cassiodorus (ca 485-580)
Het is niet duidelijk wanneer Cassiodorus precies is geboren maar uit zijn overgeleverde
teksten blijkt dat hij rond 485 geboren moet zijn en ouder dan negentig is geworden28
Hij is
geboren in Scylletium in zuid-Italieuml Hij kwam uit een familie die in de vijfde eeuw al diverse
generaties deel had uitgemaakt van het bestuurlijk apparaat van het West-Romeinse Rijk29
De
vader van Cassiodorus Cassiodorus de oudere bekleedde enkele belangrijke functies aan het
hof van Odoacer Als gouverneur van Sicilieuml liep Cassiodorus de oudere echter over van
Odoacer naar Theoderic toen deze de overhand leek te krijgen in hun onderlinge strijd30
Namens Theoderic moest hij ondermeer de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml mede
organiseren31
Cassiodorus zelf maakte al op jonge leeftijd naam als kenner van het recht Hij begon
zijn publieke carriegravere als juridisch adviseur en secretaris van zijn vader32
Deze positie gaf
hem rond 505 de gelegenheid een lofrede voor Theoderic te schrijven waardoor zijn literaire
talent opgemerkt werd aan het hof in Ravenna33
Hij maakte vervolgens snel carriegravere in het
28
Arne Soslashby Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies in a migration myth
(Kopenhagen 2002) 54 29
Ibidem 55 30
Ibidem 31
Barnish Cassiodorus xxxix 32
Ibidem 33
James J OrsquoDonnell Cassiodorus (Berkeley 1979) 21
10
bestuur Als quaestor was hij verantwoordelijk voor de diplomatieke berichten van
Theoderic34
Het hoogtepunt van zijn invloed bereikte hij toen hij in 523 na de val van zijn
voorganger Boeumlthius benoemd werd tot magister officiorum een soort eerste minister aan het
hof Ook na de dood van Theoderic bleef Cassiodorus werkzaam in het bestuur van het
koninkrijk Hij diende onder de opvolger van Theoderic Athalaric en diens moeder
Amalasuintha Na de vroegtijdige dood van de jonge koning en de moord op diens moeder
diende hij ook de daaropvolgende Ostrogotische koningen Theodahad (ca 480-536) en
Vitiges (dagger 540) tot 53735
Zelfs na de Byzantijnse invasie van Italieuml in 536 bleef hij korte tijd
werkzaam aan het Gotische hof in Ravenna36
Na zijn publieke carriegravere maakte hij een reis
naar Constantinopel waar hij lange tijd verbleef Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn
geboortestreek in zuid-Italieuml waar hij een monastische gemeenschap vestigde
Cassiodorus heeft een uitgebreid oeuvre nagelaten over zowel seculiere als religieuze
onderwerpen Zo heeft hij onder meer op verzoek van Theoderic een geschiedenis van de
Goten geschreven dat niet is overgeleverd maar dat wel een belangrijke bron vormde voor de
Getica van Jordanes Voor deze scriptie zijn de Variae het belangrijkst Dit is een selectie van
zijn brieven die hij namens Theoderic en diens opvolgers heeft geschreven toen hij diende in
het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk Waarschijnlijk heeft hij de Variae samengesteld
aan het einde van zijn publieke carriegravere in 537 of 53837
Hierna heeft Cassiodorus nog enkele
religieuze werken geschreven Het gaat hier om de Expositio Psalmorum De Anima en de
Institutiones Divinarum et Saecularium Litterarum
Als functionaris aan het hof in Ravenna geeft het werk van Cassiodorus een inkijk in
het functioneren ervan en is daardoor onmisbaar bij bestudering van de politieke structuur van
het hof van Theoderic Toch moet daarbij in het achterhoofd gehouden worden dat het de taak
van Cassiodorus was het beleid van Theoderic te verdedigen Hoewel er geen overduidelijke
propaganda ontdekt kan worden moet de Variae als historische bron voorzichtig gebruikt
worden38
Wel geeft het een goed beeld van de verhouding tussen de Romeinse en Gotische
bestuurlijke elite en vooral van het beeld dat Theoderic van zichzelf via Cassiodorus aan de
Romeinse elite probeerde uit te dragen
34
Barnish Cassiodorus xxxix 35
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 56 36
John Moorhead acuteBoeumlthius and Romans in Ostrogothic serviceacute Historia Zeitschrift fugraver Alte Geschichte 27
(1978) 604-612 aldaar 605 37
Barnish Cassiodorus xiv 38
Ibidem xxxiii
11
22 Ennodius (ca 473-521)
Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk
voorname familie39
Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius
opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed
trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40
Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41
De vrouw trok zich uiteindelijk terug in
een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel
op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42
Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste
was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan
de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt
het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste
plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze
periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel
aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer
die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had
In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen
de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden
Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij
was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze
zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het
langdurige Acaciaanse schisma
In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens
worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande
partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van
deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier
absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die
bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in
deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de
strijdende partijen te intervenieumlren43
Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten
39
Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40
Ibidem 3 41
Ibidem 42
Ibidem 4 43
Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735
12
koste van Laurentius die kort daarna overleed
Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44
Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding
ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor
Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is
het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke
Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45
23 Jordanes (rond 550)
Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond
het midden van de zesde eeuw46
Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd
de secretaris van een Ostrogotische generaal47
Later maakte Jordanes volgens zijn eigen
woorden een religieuze conversio door48
Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee
bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49
Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes
heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de
geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste
mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid
en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551
behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het
mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met
de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de
Byzantijnse generaal Belisarius
De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes
Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane
werk van Cassiodorus50
De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica
vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het
eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de
44
Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45
Ibidem 53 46
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47
Ibidem 102 48
Jord Get 50 265-266 49
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50
Ibidem 114
13
heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51
In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit
Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52
Deze verhalen
hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne
geschiedschrijving53
Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar
de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die
de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-
Romeinse wereld54
In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische
verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de
migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid
gebruikt worden als historische bron
24 Procopius (ca 500-560)
De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de
provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55
Als jongeman kwam hij naar
Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal
Belisarius56
Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens
zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in
een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-
Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar
Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van
Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57
Onduidelijk is wanneer Procopius precies
is overleden
Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte
Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk
Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij
achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk
bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd
51
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52
Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53
Ibidem 54
Ibidem 52 55
HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56
Ibidem 57
Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)
22
14
waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft
beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch
bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke
verhoudingen in het koninkrijk
Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een
lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de
Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58
Dit werk is een bijzonder giftig
smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en
Antonina (ca 484-570)
25 Anonymus Valesianus
De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in
Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar
heeft gevoegd en uitgegeven59
Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij
van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van
Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60
Het is waarschijnlijk
geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661
In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic
behandeld terwijl het midden is weggelaten62
In de bron worden zijn goede daden aan het
begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63
Zijn slechte daden
worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die
vier slangen baarde en enkele aardbevingen64
Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron
gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke
onderdanen zou vervolgen
Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het
eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel
gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het
58
van Dolen Procopius 22 59
Moorhead Theoderic in Italy 3 60
Ibidem 61
Ibidem 4 62
Ibidem 63
Ibidem 3-4 64
SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue
drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573
15
tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65
Toch is het qua
schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke
biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later
zijn slechtheid extra de nadruk te geven66
De Anonymus Valesianus is de enige enigszins
gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67
Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet
benaderen68
3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml
Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane
wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn
die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van
Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch
verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een
Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69
Het zoeken
naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een
politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving
van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie
in Oost-Europa70
De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van
de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het
Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de
lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van
handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71
Door het uitvechten van
kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied
onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de
Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72
De Goten genoten de
65
Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66
Ibidem 573-575 67
Ibidem 572 68
Ibidem 596 69
Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70
Ibidem 71
Ibidem 35-36 72
Ibidem 37
16
steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het
belangrijkste volk aan de Donaugrens73
Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve
contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom
Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten
gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden
Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld
in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74
Bovendien leefden er diverse
andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75
De twee
belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk
en oostelijk deel van de Gotische wereld76
Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de
Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins
grondgebied begeven77
Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en
de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen
te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun
woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)
trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van
keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de
Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag
bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer
Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met
als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten
zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-
423) in het zuidwesten van Gallieuml78
Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten
De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk
weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de
Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens
zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79
De
Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen
73
Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74
Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75
Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76
Halsall Barbarian migration 134 77
Wolfram History of the Goths 23-24 78
Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515 aldaar 491 79
Amm 3132
17
tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de
eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80
Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij
kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag
tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een
bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de
gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81
Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd
onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de
Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82
Met name onder
de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten
die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd
Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een
coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de
Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in
453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten
sterke leider83
In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de
verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden
De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de
Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming
zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84
Een andere grote groep Ostrogoten
had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse
afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85
De Ostrogoten waren in
deze periode zeker geen verenigde groep86
Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r
457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic
Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de
keizer tot concessies te dwingen87
Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee
concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te
80
Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81
Heather Fall of the Roman empire 164 82
EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83
Heather Goths 124 84
Burns History of the Ostrogoths 52 85
AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86
Ibidem 87
Ibidem
18
zorgen88
In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno
kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus
af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en
de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89
Bovendien kreeg de Amaalse
Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil
daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90
Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een
verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun
leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden
verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een
halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met
Theoderic Strabo weer aan91
In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een
coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund
wat hem definitief van Zeno vervreemdde92
In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de
Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten
trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop
liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de
terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93
Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven
Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de
strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94
In ruil voor zijn hulp werd Theoderic
benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic
ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het
grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan
bij de Pannonische Goten95
De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic
een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96
De totale Ostrogotische
bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan
88
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89
Ibidem 90
Heather Goths and Romans 278 91
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92
Ibidem 51 93
Heather Goths and Romans 298 94
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95
Heather Goths and Romans 302 96
Ibidem
19
100000 mensen97
De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een
gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon
beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet
langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand
kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad
afsneed98
Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er
werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten
het machtsgebied van keizer Zeno bevond
Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-
476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer
Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort
daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die
zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was
afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn
macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia
Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius
Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen
maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door
zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen
tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99
Door op een confrontatie aan te sturen
tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om
lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100
Bovendien zou wanneer Theoderic zou
slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de
grenzen van zijn rijk bevinden101
In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan
naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de
Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102
Pas in de zomer van
489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten
tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort
97
Heather Goths and Romans 302 98
Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99
Heather Goths and Romans 307 100
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101
Heather Goths and Romans 308 102
Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127
20
daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna
Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar
het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over
naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103
Theoderic kreeg echter hulp van Alaric
II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat
Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug
in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd
omgeven door moerassen in te nemen104
Deze patstelling duurde voort tot 493
Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en
Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te
delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan
zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn
aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105
Het Ostrogotische leger riep
Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106
Dit was echter tegen de zin
van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door
Constantinopel107
Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de
rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze
positie bekleden
Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies
Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108
Ook in het westen
breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de
vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de
fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109
Maar de Visigotische koning Alaric II werd
vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van
Gallieuml110
Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de
Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij
een onbekende vrouw
Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de
Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke
103
Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105
Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106
Ibidem 107
Wolfram History of the Goths 284 108
Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109
Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114
21
aanval op de Visigoten in 507111
In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen
waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml
werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112
De Ostrogoten intervenieerden echter
in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113
Daarnaast
slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de
Provence te behouden voor de Visigoten
De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het
Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd
hadden114
Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen
van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige
zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de
zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte
De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van
Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over
het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had
aangesteld115
Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was
Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric
zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116
111
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112
Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114
A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I
162-192 aldaar 167-168 115
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116
Ibidem 123
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
2
Inhoud
1 Inleiding 3
2 Antieke bronnen 9
21 Cassiodorus (ca 485-580) 9
22 Ennodius (ca 473-521) 11
23 Jordanes (rond 550) 12
24 Procopius (ca 500-560) 13
25 Anonymus Valesianus 14
3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml 15
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische koninkrijk 22
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk 22
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk 30
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk 33
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische koninkrijk 37
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken 38
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk 47
6 Conclusie 51
Literatuurlijst 54
3
1 Inleiding
Nadat de Ostrogoten onder leiding van Theoderic (454-526) in het jaar 488 Italieuml waren
binnengevallen en in 493 definitief hun gezag hadden gevestigd ten koste van de Germaanse
krijgsheer Odoacer (433-493) heersten ze over een rijk in het middelpunt van de mediterrane
wereld dat in de post-Romeinse wereld lange tijd zeer succesvol was1 Omdat Theoderic
koning was over een rijk waar de Goten slechts een kleine minderheid vormden tegenover een
veel grotere Romeinse bevolking speelden de Romeinen een zeer grote rol in de cultuur en
het bestuur van het rijk2 Theoderic creeumlerde een koninkrijk met een dubbele etniciteit waar
de Goten vooral de militaire slagkracht vormden en de Romeinen de al bestaande bureaucratie
onderhielden en belastingen betaalden3 Theoderic zelf presenteerde zich gedurende zijn
heerschappij bovendien steeds meer alsof hij een nieuwe West-Romeinse keizer was4
Niet alleen binnen Italieuml is het succes van de heerschappij van Theoderic duidelijk De
Visigotische Vandaalse Frankische en Bourgondische koninkrijken die zijn ontstaan in het
voormalige West-Romeinse Rijk waren alle door middel van huwelijksallianties aan
Theoderic gebonden Het Visigotische koninkrijk in Spanje en Zuid-Gallieuml werd uiteindelijk
zelfs een soort vazalstaat van Theoderic toen hij vanaf 510 als regent namens zijn
minderjarige kleinzoon en koning van de Visigoten Amalaric (dagger 531) optrad Theoderic liet
zijn dochter Amalasuintha (ca 495-535) in 515 trouwen met de Visigotische edelman
Eutharic (ca 480-5223) en wees hem als zijn opvolger aan Met Eutharic als koning zouden
de twee Gotische takken definitief in eacuteeacuten koninkrijk verbonden zijn waarna dit nieuwe
koninkrijk tot een waardige opvolger van het West-Romeinse Rijk kon uitgroeien
Het Romeinse karakter van het Ostrogotische koninkrijk wordt goed geiumlllustreerd door
twee brieven die Cassiodorus (ca 485-580) een Romeinse functionaris en schrijver aan het
hof in Ravenna heeft geschreven voor Theoderic Beide brieven zijn waarschijnlijk opgesteld
in 5065 In de eerste van de brieven vraagt Theoderic via Cassiodorus aan de Romeinse
staatsman en filosoof Boeumlthius (ca 480-525) een waterklok en een zonnewijzer als
geschenken voor de Bourgondische koning Gundobad (ca 452-516) In de brief spreekt hij
zeer lovende woorden over de kennis en ontwikkeling van Boeumlthius in de lijn van de Grieks-
Romeinse cultuur
1 Peter Heather The Goths (Cornwall 1996) 216
2 John Moorhead Theoderic in Italy (Avon 1992) 111
3 Guy Halsall Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008) 332
4 Heather Goths 223
5 SJB Barnish Cassiodorus Variae (Liverpool 1992) 20
4
lsquoDoor mij is ontdekt dat jij enorm verrijkt door geleerdheid de kunsten die mensen
over het algemeen onwetend uitvoeren zelf hebt gedronken van de bron van kennis
Want zo ben je de ver verwijderde scholen van Athene binnengegaan zo heb je je in
toga gemengd in samenkomsten in Griekse mantels zo heb je Griekse theorieeumln
omgevormd tot Romeinse kennis Want jij hebt geleerd hoeveel diepte de speculatieve
filosofie heeft in alle delen en hoe de praktische redenering in al zijn verdelingen
wordt geleerd terwijl je aan de Romeinse senatoren iedere unieke zaak die de
Cecropiden (Atheners) hebben gemaakt voor de wereld hebt overgebrachtrsquo6
In de volgende brief van Cassiodorus worden de waterklok en de zonnewijzer als belangrijke
resultaten van de Romeinse wetenschap aan de Bourgondische koning Gundobad
gepresenteerd
lsquoLaat Bourgondieuml onder uw heerschappij leren de nauwkeurigste zaken te begrijpen en
de antieke uitvindingen te bewonderen door u legt het zijn primitieve levenswijze af
en doordat het het voorbeeld van zijn koning ziet verlangt het op de correcte manier
naar de prestaties van de wijzen Laat het de delen van de dag onderscheiden door hun
daden en laat het het verloop van de uren zeer precies vaststellenrsquo7
In deze twee citaten is duidelijk te zien hoe Romeins de cultuur van Italieuml onder de
heerschappij van Theoderic nog was Moderne historici beschouwen de Ostrogotische periode
dan ook als onderdeel van de oudheid Het begin van de middeleeuwen wordt pas bereikt na
het einde van de Ostrogotische dominantie in Italieuml8 Van alle volken die gedurende de zesde
eeuw over Italieuml geheerst hebben worden de Ostrogoten beschouwd als de beste beheerders
van de klassieke cultuur9 Zeker de in het eerste citaat genoemde filosoof Boeumlthius is eacuteeacuten van
de grootheden van de klassieke cultuur en zijn werken zijn gedurende de gehele
middeleeuwen maar ook daarna uitgebreid bestudeerd De beroemde Engelse historicus
6 Cass Var 1 45 8-12 deze en latere vertalingen zijn van eigen hand
Hoc te multa eruditione saginatum ita nosse didicimus ut artes quas exercent vulgariter nescientes in ipso
disciplinarum fonte potaveris sic enim Atheniensium scholas longe positus introisti sic palliatorum choris
miscuisti togam ut Graecorum dogmata doctrinam feceris esse Romanam didicisti enim qua profunditate cum
suis partibus speculativa cogitetur qua ratione activa cum sua divisione discatur deducens ad Romuleos
senatores quicquid Cecropidae mundo fecerant singulare 7 Cass Var 1 46 7-9
discat sub vobis Burgundia res subtilissimas inspicere et antiquorum inventa laudare per vos propositum
gentile deponit et dum prudentiam regis sui respicit iure facta sapientium concupiscit distinguat spatia diei
actibus suis horarum aptissime momenta constituat 8 John Moorhead lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history (NCMH) I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161 aldaar 159 9 Ibidem
5
Edward Gibbon (1737-1794) noemt Boeumlthius in zijn History of the decline and fall of the
Roman Empire lsquoThe last of the Romans whom Cato or Tully (Cicero) could have
acknowledged for their countrymanrsquo10
Deze situatie bleef echter niet voortduren In 522 of 523 stierf Eutharic (ca 480-
5223) de schoonzoon en beoogd opvolger van Theoderic11
Hierna volgde een periode van
wantrouwen en politieke instabiliteit Het dieptepunt van deze periode was waarschijnlijk de
executie van Boeumlthius in 525 samen met enkele andere voorname Romeinen zoals zijn
schoonvader Symmachus (dagger 526) Volgens de Byzantijnse historicus Procopius (ca 500-560)
werd hij door Theoderic verdacht van het aanzetten tot een revolutie12
Mogelijk wordt
hiermee een samenzwering bedoeld om een Byzantijnse interventie in Italieuml te
bewerkstelligen13
Een andere mogelijkheid is dat Boeumlthius zich aan de verkeerde kant van de
opvolgingsstrijd bevond na de dood van Eutharic14
Ook de katholieke paus Johannes I (dagger
526) werd in deze periode door Theoderic gevangen gezet waarna hij korte tijd later
overleed Het lijkt erop dat de aanvankelijke harmonieuze samenwerking tussen Goten en
Romeinen ten einde was gekomen en er steeds meer spanningen ontstonden tussen beide
bevolkingsgroepen
Na de dood van Theoderic in 526 verslechterde de politieke stabiliteit nog verder
Uiteindelijk gaf dit de gelegenheid aan de Byzantijnse generaal Belisarius (ca 500-565)
namens zijn keizer Justinianus I (r 527-565) in 535 Sicilieuml binnen te vallen en een jaar later
Italieuml waarmee hij de langdurige Gotische oorlog begon Aanvankelijk verliep deze invasie
voorspoedig voor de Byzantijnen maar na verloop van tijd werd deze oorlog steeds
kostbaarder en bloediger voor alle partijen en zeker voor de Romeinse bevolking van Italieuml15
Pas in 554 werd de verovering van het Ostrogotische koninkrijk afgerond De lange
duur van de oorlog en de invasie van Italieuml door de Longobarden kort daarna in 568 zorgden
er niet alleen voor dat er een einde kwam aan de Gotische invloed in Italieuml maar ook dat
Italieuml dat voorheen het centrum van de mediterrane wereld was in de Byzantijnse periode
veel minder belangrijk werd16
10
Edward Gibbon The history of the decline and fall of the Roman Empire IV (Londen 1911) 197-198 11
Heather Goths 250 12
Procop BG 1 134 13
Moorhead Theoderic in Italy 221 14
Heather Goths 252 15
AD Lee lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New
York 2005) 113-133 aldaar 126-127 16
Mark Humphries lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en Michael Whitby ed The
Cambridge ancient history (CAH) XIV Late antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000)
525-551 aldaar 525
6
Dit aanvankelijke succes van het Ostrogotische koninkrijk gevolgd door een scherpe
neergang is opmerkelijk Ondanks de grote verschillen tussen de Goten en de Romeinen
wisten ze onder de heerschappij van Theoderic te komen tot een harmonieuze samenwerking
en groeide het Ostrogotische koninkrijk uit tot het meest succesvolle Germaanse koninkrijk
op het grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk De snelle neergang vanaf het
einde van het leven van Theoderic is daarom des te opvallender
De dood van de kroonprins Eutharic in 522 of 523 toen Theoderic zelf ongeveer
zeventig was is ook de directe oorzaak van het uiteindelijke falen van het Ostrogotische
koninkrijk die door moderne historici wordt aangewezen In het moderne debat over de
Ostrogoten zijn de publicaties van de Engelse historicus Peter Heather de Oostenrijkse
historicus Herwig Wolfram en de Australische historicus John Moorhead toonaangevend
Hieronder zet ik hun visies op het uiteindelijke falen van het koninkrijk van Theoderic uiteen
Peter Heather stelt in zijn werk The Goths dat Theoderic de basis heeft gelegd voor
een succesvolle integratie van Goten en Romeinen in zijn koninkrijk17
De opvolgingscrisis na
de dood van Eutharic zorgde voor de enorme problemen in de laatste jaren van Theoderic
niet onderliggende wrijving tussen de Goten en Romeinen18
Bovendien vergrootte de dood
van Eutharic ook de spanningen met het Byzantijnse Rijk aangezien keizer Justinus I (r 518-
527) weigerde de nieuwe kroonprins en zoon van Eutharic Athalaric (516-534) als opvolger
van Theoderic te erkennen19
Na de dood van Theoderic verslechterde de politieke situatie nog verder omdat veel
Gotische edelen niet zomaar de heerschappij van Athalaric en zijn moeder Amalasuintha die
als regentes optrad accepteerden20
Er werd vooral strijd gevoerd over invloed op de
minderjarige koning21
Amalasuintha hechtte veel belang aan een Romeinse scholing voor
haar zoon maar een groep Gotische edelen die haar invloed wilde verminderen protesteerde
hiertegen Volgens Heather moet dit echter niet gezien worden als een afwijzing van de
Romeinse cultuur door de Gotische elite De scholing van Athalaric werd volgens hem slechts
als een excuus gebruikt in een strijd over politieke invloed aan het hof in Ravenna22
Ook Herwig Wolfram wijst in zijn werk History of the Goths op het overlijden van
Eutharic dat voor een opvolgingscrisis zorgde23
Daarnaast wijst Wolfram op de invloed van
17
Heather Goths 258 18
Ibidem 19
Ibidem 255 20
Ibidem 260 21
Ibidem 22
Ibidem 23
Herwig Wolfram History of the Goths (Berkeley 1988) 329
7
het overlijden van enkele andere steunpilaren van Theoderic in dezelfde periode24
Zo stierf
paus Johannes in 526 nadat hij door Theoderic gevangen was gezet Voorheen was de paus
echter altijd een belangrijke bondgenoot geweest van het Ostrogotische hof omdat hij
streefde naar zoveel mogelijk onafhankelijkheid van de geestelijkheid in Italieuml tegenover de
Byzantijnse keizers Theoderic was vanwege dit streven een natuurlijke bondgenoot van de
paus geweest
Maar vooral de betrekkingen met andere Germaanse koninkrijken stonden onder grote
druk Theoderic had altijd geprobeerd goede relaties met de andere Germaanse vorsten te
onderhouden maar in korte tijd overleed de Vandaalse koning Thrasamund (450-523) en
werd de Bourgondische kroonprins en kleinzoon van Theoderic Segaric (495-517) door zijn
eigen vader Sigismund (dagger 524) vermoord25
Beide volken gingen daarna een veel agressievere
koers varen tegenover de Ostrogoten terwijl ze de betrekkingen met het Byzantijnse Rijk
waarmee Theoderic altijd een gespannen verhouding had gehad juist probeerden te
verbeteren
John Moorhead legt in zijn artikel lsquoThe last years of Theodericrsquo en in zijn later
verschenen monografie Theoderic in Italy de nadruk op het belang van de dood van
Thrasamund De Vandalen speelden een belangrijke rol in de mediterrane
machtsverhoudingen vanwege hun omvangrijke vloot Zij waren het enige Germaanse volk
met een zeemacht van enige betekenis ten opzichte van de Byzantijnse vloot De pro-
Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic (ca 460-533) maakte Theoderic bang voor een
Vandaals-Byzantijns bondgenootschap tegen hem De Ostrogoten zouden zwak hebben
gestaan tegenover zorsquon bondgenootschap omdat ze zelf niet over een vloot beschikten
Daardoor waren ze kwetsbaar voor aanvallen vanuit zee terwijl ze zelf niet de mogelijkheid
hadden aan te vallen26
Bovendien maakte deze bedreigende verandering in de mediterrane
machtsbalans Theoderic wantrouwend tegenover zijn Romeinse onderdanen die in zijn ogen
teveel sympathie hadden voor de Byzantijnen27
In het kort zijn de drie auteurs het erover eens dat de oorzaak van het verval van het
Ostrogotische koninkrijk ligt in toenemende politieke instabiliteit als gevolg van de dood van
Eutharic en enkele andere steunpilaren van Theoderic Dit werd nog verergerd omdat
Theoderic al oud was en kort daarna zelf overleed In deze scriptie wil ik echter verder kijken
24
Wolfram History of the Goths 329 25
Ibidem 26
John Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte Geschichte 32 (1983) 106-120 27
Moorhead Theoderic in Italy 246-247
8
dan deze min of meer toevallige gebeurtenissen die de ineenstorting van het machtigste
barbaarse koninkrijk van de post-Romeinse wereld tot gevolg hadden en juist de nadruk
leggen op de complexe onderliggende structuur waaruit dit verval voortkwam zowel intern in
de verhouding tussen Goten en Romeinen in het koninkrijk zelf als extern in de verhoudingen
tussen de verschillende staten in de mediterrane wereld
Intern waren de verhoudingen tussen de Romeinen en Goten op politiek en sociaal
gebied zeer complex Niet alleen etniciteit speelde hierin een rol maar ook het religieuze
verschil tussen de katholieke Romeinen en de ariaanse Goten Op buitenlands gebied was er
een ingewikkeld web van huwelijksallianties tussen Theoderic en de andere Germaanse
vorsten in het voormalige West-Romeinse Rijk Bovendien was Theoderic formeel slechts een
bestuurder van Italieuml onder gezag van de Byzantijnse keizers in Constantinopel
Hoe de Ostrogoten deze problemen aanvankelijk leken aan te pakken en hoe er vanaf
ongeveer 520 problemen ontstonden zowel binnenlands als buitenlands is het onderwerp van
deze scriptie De hoofdvraag van de scriptie luidt lsquoWelke onderliggende oorzaken zowel
intern als extern zijn er aan te wijzen voor het snelle verval van het Ostrogotische koninkrijk
aan het einde van het leven van Theodericrsquo
Om tot een antwoord op deze vraag te komen zullen zowel de interne structuur van het
Ostrogotische koninkrijk als de externe verhoudingen met de andere staten in het
Middellandse Zeegebied behandeld worden Intern worden de politieke organisatie de
religieuze verhoudingen en de sociale structuur tussen Goten en Romeinen in het
Ostrogotische koninkrijk uitgebreid belicht Op deze drie terreinen waren de verschillen
tussen zijn onderdanen groot en moest Theoderic een balans zien te vinden Extern worden de
relaties behandeld die Theoderic onderhield met de belangrijkste Germaanse volken op het
grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk en de ingewikkelde relatie met het
Byzantijnse Rijk waaraan hij officieel verantwoording schuldig was
In deze scriptie maak ik gebruik van diverse contemporaine Romeinse bronnen die
veel inzicht verschaffen niet alleen in de historische gebeurtenissen maar vooral ook in het
beeld dat Romeinse tijdgenoten hadden van de heerschappij van de Ostrogoot Theoderic
Deze bronnen vereisen echter wel een kritische houding ten opzichte van de leefwereld en
motivaties van de verschillende auteurs Daarom behandel ik in het eerste hoofdstuk het leven
van de aangehaalde antieke auteurs en de noodzakelijke bedenkingen bij het gebruik van hun
teksten
Vervolgens is er een hoofdstuk waarin de voorgeschiedenis van de Ostrogotische
vestiging in Italieuml behandeld wordt In dit hoofdstuk ligt de nadruk op de vraag wat de
9
politieke verhoudingen waren in de post-Romeinse mediterrane wereld en wat complexe
begrippen als Goten Visigoten en Ostrogoten die veelvuldig in deze scriptie gebruikt
worden inhouden Deze hoofdstukken met de noodzakelijke achtergronden worden gevolgd
door twee hoofdstukken waarin de interne en externe oorzaken van het verval van het
Ostrogotische koninkrijk behandeld worden Tot slot is er een conclusie
2 Antieke bronnen
Onderzoek naar veel delen van Europa na de ondergang van het West-Romeinse Rijk wordt
bemoeilijkt door een gebrek aan geschreven bronnen Dit geldt echter niet voor Italieuml en de
Ostrogoten waarover diverse literaire bronnen zijn overgeleverd Bovendien waren enkele van
deze auteurs direct bij de gebeurtenissen betrokken Hieronder worden de in deze scriptie
gebruikte antieke auteurs besproken
21 Cassiodorus (ca 485-580)
Het is niet duidelijk wanneer Cassiodorus precies is geboren maar uit zijn overgeleverde
teksten blijkt dat hij rond 485 geboren moet zijn en ouder dan negentig is geworden28
Hij is
geboren in Scylletium in zuid-Italieuml Hij kwam uit een familie die in de vijfde eeuw al diverse
generaties deel had uitgemaakt van het bestuurlijk apparaat van het West-Romeinse Rijk29
De
vader van Cassiodorus Cassiodorus de oudere bekleedde enkele belangrijke functies aan het
hof van Odoacer Als gouverneur van Sicilieuml liep Cassiodorus de oudere echter over van
Odoacer naar Theoderic toen deze de overhand leek te krijgen in hun onderlinge strijd30
Namens Theoderic moest hij ondermeer de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml mede
organiseren31
Cassiodorus zelf maakte al op jonge leeftijd naam als kenner van het recht Hij begon
zijn publieke carriegravere als juridisch adviseur en secretaris van zijn vader32
Deze positie gaf
hem rond 505 de gelegenheid een lofrede voor Theoderic te schrijven waardoor zijn literaire
talent opgemerkt werd aan het hof in Ravenna33
Hij maakte vervolgens snel carriegravere in het
28
Arne Soslashby Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies in a migration myth
(Kopenhagen 2002) 54 29
Ibidem 55 30
Ibidem 31
Barnish Cassiodorus xxxix 32
Ibidem 33
James J OrsquoDonnell Cassiodorus (Berkeley 1979) 21
10
bestuur Als quaestor was hij verantwoordelijk voor de diplomatieke berichten van
Theoderic34
Het hoogtepunt van zijn invloed bereikte hij toen hij in 523 na de val van zijn
voorganger Boeumlthius benoemd werd tot magister officiorum een soort eerste minister aan het
hof Ook na de dood van Theoderic bleef Cassiodorus werkzaam in het bestuur van het
koninkrijk Hij diende onder de opvolger van Theoderic Athalaric en diens moeder
Amalasuintha Na de vroegtijdige dood van de jonge koning en de moord op diens moeder
diende hij ook de daaropvolgende Ostrogotische koningen Theodahad (ca 480-536) en
Vitiges (dagger 540) tot 53735
Zelfs na de Byzantijnse invasie van Italieuml in 536 bleef hij korte tijd
werkzaam aan het Gotische hof in Ravenna36
Na zijn publieke carriegravere maakte hij een reis
naar Constantinopel waar hij lange tijd verbleef Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn
geboortestreek in zuid-Italieuml waar hij een monastische gemeenschap vestigde
Cassiodorus heeft een uitgebreid oeuvre nagelaten over zowel seculiere als religieuze
onderwerpen Zo heeft hij onder meer op verzoek van Theoderic een geschiedenis van de
Goten geschreven dat niet is overgeleverd maar dat wel een belangrijke bron vormde voor de
Getica van Jordanes Voor deze scriptie zijn de Variae het belangrijkst Dit is een selectie van
zijn brieven die hij namens Theoderic en diens opvolgers heeft geschreven toen hij diende in
het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk Waarschijnlijk heeft hij de Variae samengesteld
aan het einde van zijn publieke carriegravere in 537 of 53837
Hierna heeft Cassiodorus nog enkele
religieuze werken geschreven Het gaat hier om de Expositio Psalmorum De Anima en de
Institutiones Divinarum et Saecularium Litterarum
Als functionaris aan het hof in Ravenna geeft het werk van Cassiodorus een inkijk in
het functioneren ervan en is daardoor onmisbaar bij bestudering van de politieke structuur van
het hof van Theoderic Toch moet daarbij in het achterhoofd gehouden worden dat het de taak
van Cassiodorus was het beleid van Theoderic te verdedigen Hoewel er geen overduidelijke
propaganda ontdekt kan worden moet de Variae als historische bron voorzichtig gebruikt
worden38
Wel geeft het een goed beeld van de verhouding tussen de Romeinse en Gotische
bestuurlijke elite en vooral van het beeld dat Theoderic van zichzelf via Cassiodorus aan de
Romeinse elite probeerde uit te dragen
34
Barnish Cassiodorus xxxix 35
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 56 36
John Moorhead acuteBoeumlthius and Romans in Ostrogothic serviceacute Historia Zeitschrift fugraver Alte Geschichte 27
(1978) 604-612 aldaar 605 37
Barnish Cassiodorus xiv 38
Ibidem xxxiii
11
22 Ennodius (ca 473-521)
Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk
voorname familie39
Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius
opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed
trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40
Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41
De vrouw trok zich uiteindelijk terug in
een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel
op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42
Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste
was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan
de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt
het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste
plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze
periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel
aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer
die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had
In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen
de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden
Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij
was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze
zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het
langdurige Acaciaanse schisma
In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens
worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande
partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van
deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier
absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die
bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in
deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de
strijdende partijen te intervenieumlren43
Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten
39
Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40
Ibidem 3 41
Ibidem 42
Ibidem 4 43
Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735
12
koste van Laurentius die kort daarna overleed
Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44
Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding
ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor
Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is
het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke
Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45
23 Jordanes (rond 550)
Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond
het midden van de zesde eeuw46
Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd
de secretaris van een Ostrogotische generaal47
Later maakte Jordanes volgens zijn eigen
woorden een religieuze conversio door48
Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee
bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49
Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes
heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de
geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste
mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid
en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551
behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het
mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met
de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de
Byzantijnse generaal Belisarius
De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes
Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane
werk van Cassiodorus50
De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica
vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het
eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de
44
Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45
Ibidem 53 46
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47
Ibidem 102 48
Jord Get 50 265-266 49
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50
Ibidem 114
13
heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51
In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit
Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52
Deze verhalen
hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne
geschiedschrijving53
Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar
de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die
de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-
Romeinse wereld54
In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische
verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de
migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid
gebruikt worden als historische bron
24 Procopius (ca 500-560)
De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de
provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55
Als jongeman kwam hij naar
Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal
Belisarius56
Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens
zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in
een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-
Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar
Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van
Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57
Onduidelijk is wanneer Procopius precies
is overleden
Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte
Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk
Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij
achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk
bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd
51
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52
Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53
Ibidem 54
Ibidem 52 55
HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56
Ibidem 57
Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)
22
14
waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft
beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch
bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke
verhoudingen in het koninkrijk
Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een
lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de
Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58
Dit werk is een bijzonder giftig
smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en
Antonina (ca 484-570)
25 Anonymus Valesianus
De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in
Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar
heeft gevoegd en uitgegeven59
Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij
van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van
Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60
Het is waarschijnlijk
geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661
In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic
behandeld terwijl het midden is weggelaten62
In de bron worden zijn goede daden aan het
begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63
Zijn slechte daden
worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die
vier slangen baarde en enkele aardbevingen64
Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron
gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke
onderdanen zou vervolgen
Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het
eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel
gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het
58
van Dolen Procopius 22 59
Moorhead Theoderic in Italy 3 60
Ibidem 61
Ibidem 4 62
Ibidem 63
Ibidem 3-4 64
SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue
drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573
15
tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65
Toch is het qua
schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke
biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later
zijn slechtheid extra de nadruk te geven66
De Anonymus Valesianus is de enige enigszins
gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67
Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet
benaderen68
3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml
Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane
wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn
die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van
Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch
verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een
Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69
Het zoeken
naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een
politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving
van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie
in Oost-Europa70
De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van
de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het
Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de
lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van
handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71
Door het uitvechten van
kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied
onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de
Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72
De Goten genoten de
65
Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66
Ibidem 573-575 67
Ibidem 572 68
Ibidem 596 69
Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70
Ibidem 71
Ibidem 35-36 72
Ibidem 37
16
steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het
belangrijkste volk aan de Donaugrens73
Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve
contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom
Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten
gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden
Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld
in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74
Bovendien leefden er diverse
andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75
De twee
belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk
en oostelijk deel van de Gotische wereld76
Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de
Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins
grondgebied begeven77
Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en
de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen
te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun
woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)
trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van
keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de
Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag
bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer
Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met
als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten
zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-
423) in het zuidwesten van Gallieuml78
Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten
De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk
weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de
Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens
zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79
De
Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen
73
Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74
Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75
Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76
Halsall Barbarian migration 134 77
Wolfram History of the Goths 23-24 78
Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515 aldaar 491 79
Amm 3132
17
tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de
eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80
Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij
kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag
tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een
bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de
gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81
Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd
onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de
Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82
Met name onder
de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten
die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd
Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een
coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de
Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in
453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten
sterke leider83
In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de
verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden
De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de
Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming
zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84
Een andere grote groep Ostrogoten
had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse
afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85
De Ostrogoten waren in
deze periode zeker geen verenigde groep86
Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r
457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic
Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de
keizer tot concessies te dwingen87
Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee
concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te
80
Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81
Heather Fall of the Roman empire 164 82
EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83
Heather Goths 124 84
Burns History of the Ostrogoths 52 85
AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86
Ibidem 87
Ibidem
18
zorgen88
In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno
kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus
af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en
de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89
Bovendien kreeg de Amaalse
Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil
daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90
Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een
verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun
leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden
verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een
halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met
Theoderic Strabo weer aan91
In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een
coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund
wat hem definitief van Zeno vervreemdde92
In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de
Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten
trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop
liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de
terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93
Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven
Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de
strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94
In ruil voor zijn hulp werd Theoderic
benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic
ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het
grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan
bij de Pannonische Goten95
De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic
een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96
De totale Ostrogotische
bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan
88
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89
Ibidem 90
Heather Goths and Romans 278 91
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92
Ibidem 51 93
Heather Goths and Romans 298 94
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95
Heather Goths and Romans 302 96
Ibidem
19
100000 mensen97
De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een
gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon
beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet
langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand
kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad
afsneed98
Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er
werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten
het machtsgebied van keizer Zeno bevond
Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-
476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer
Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort
daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die
zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was
afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn
macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia
Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius
Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen
maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door
zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen
tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99
Door op een confrontatie aan te sturen
tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om
lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100
Bovendien zou wanneer Theoderic zou
slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de
grenzen van zijn rijk bevinden101
In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan
naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de
Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102
Pas in de zomer van
489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten
tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort
97
Heather Goths and Romans 302 98
Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99
Heather Goths and Romans 307 100
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101
Heather Goths and Romans 308 102
Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127
20
daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna
Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar
het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over
naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103
Theoderic kreeg echter hulp van Alaric
II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat
Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug
in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd
omgeven door moerassen in te nemen104
Deze patstelling duurde voort tot 493
Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en
Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te
delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan
zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn
aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105
Het Ostrogotische leger riep
Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106
Dit was echter tegen de zin
van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door
Constantinopel107
Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de
rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze
positie bekleden
Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies
Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108
Ook in het westen
breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de
vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de
fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109
Maar de Visigotische koning Alaric II werd
vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van
Gallieuml110
Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de
Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij
een onbekende vrouw
Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de
Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke
103
Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105
Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106
Ibidem 107
Wolfram History of the Goths 284 108
Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109
Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114
21
aanval op de Visigoten in 507111
In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen
waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml
werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112
De Ostrogoten intervenieerden echter
in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113
Daarnaast
slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de
Provence te behouden voor de Visigoten
De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het
Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd
hadden114
Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen
van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige
zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de
zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte
De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van
Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over
het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had
aangesteld115
Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was
Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric
zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116
111
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112
Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114
A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I
162-192 aldaar 167-168 115
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116
Ibidem 123
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
3
1 Inleiding
Nadat de Ostrogoten onder leiding van Theoderic (454-526) in het jaar 488 Italieuml waren
binnengevallen en in 493 definitief hun gezag hadden gevestigd ten koste van de Germaanse
krijgsheer Odoacer (433-493) heersten ze over een rijk in het middelpunt van de mediterrane
wereld dat in de post-Romeinse wereld lange tijd zeer succesvol was1 Omdat Theoderic
koning was over een rijk waar de Goten slechts een kleine minderheid vormden tegenover een
veel grotere Romeinse bevolking speelden de Romeinen een zeer grote rol in de cultuur en
het bestuur van het rijk2 Theoderic creeumlerde een koninkrijk met een dubbele etniciteit waar
de Goten vooral de militaire slagkracht vormden en de Romeinen de al bestaande bureaucratie
onderhielden en belastingen betaalden3 Theoderic zelf presenteerde zich gedurende zijn
heerschappij bovendien steeds meer alsof hij een nieuwe West-Romeinse keizer was4
Niet alleen binnen Italieuml is het succes van de heerschappij van Theoderic duidelijk De
Visigotische Vandaalse Frankische en Bourgondische koninkrijken die zijn ontstaan in het
voormalige West-Romeinse Rijk waren alle door middel van huwelijksallianties aan
Theoderic gebonden Het Visigotische koninkrijk in Spanje en Zuid-Gallieuml werd uiteindelijk
zelfs een soort vazalstaat van Theoderic toen hij vanaf 510 als regent namens zijn
minderjarige kleinzoon en koning van de Visigoten Amalaric (dagger 531) optrad Theoderic liet
zijn dochter Amalasuintha (ca 495-535) in 515 trouwen met de Visigotische edelman
Eutharic (ca 480-5223) en wees hem als zijn opvolger aan Met Eutharic als koning zouden
de twee Gotische takken definitief in eacuteeacuten koninkrijk verbonden zijn waarna dit nieuwe
koninkrijk tot een waardige opvolger van het West-Romeinse Rijk kon uitgroeien
Het Romeinse karakter van het Ostrogotische koninkrijk wordt goed geiumlllustreerd door
twee brieven die Cassiodorus (ca 485-580) een Romeinse functionaris en schrijver aan het
hof in Ravenna heeft geschreven voor Theoderic Beide brieven zijn waarschijnlijk opgesteld
in 5065 In de eerste van de brieven vraagt Theoderic via Cassiodorus aan de Romeinse
staatsman en filosoof Boeumlthius (ca 480-525) een waterklok en een zonnewijzer als
geschenken voor de Bourgondische koning Gundobad (ca 452-516) In de brief spreekt hij
zeer lovende woorden over de kennis en ontwikkeling van Boeumlthius in de lijn van de Grieks-
Romeinse cultuur
1 Peter Heather The Goths (Cornwall 1996) 216
2 John Moorhead Theoderic in Italy (Avon 1992) 111
3 Guy Halsall Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008) 332
4 Heather Goths 223
5 SJB Barnish Cassiodorus Variae (Liverpool 1992) 20
4
lsquoDoor mij is ontdekt dat jij enorm verrijkt door geleerdheid de kunsten die mensen
over het algemeen onwetend uitvoeren zelf hebt gedronken van de bron van kennis
Want zo ben je de ver verwijderde scholen van Athene binnengegaan zo heb je je in
toga gemengd in samenkomsten in Griekse mantels zo heb je Griekse theorieeumln
omgevormd tot Romeinse kennis Want jij hebt geleerd hoeveel diepte de speculatieve
filosofie heeft in alle delen en hoe de praktische redenering in al zijn verdelingen
wordt geleerd terwijl je aan de Romeinse senatoren iedere unieke zaak die de
Cecropiden (Atheners) hebben gemaakt voor de wereld hebt overgebrachtrsquo6
In de volgende brief van Cassiodorus worden de waterklok en de zonnewijzer als belangrijke
resultaten van de Romeinse wetenschap aan de Bourgondische koning Gundobad
gepresenteerd
lsquoLaat Bourgondieuml onder uw heerschappij leren de nauwkeurigste zaken te begrijpen en
de antieke uitvindingen te bewonderen door u legt het zijn primitieve levenswijze af
en doordat het het voorbeeld van zijn koning ziet verlangt het op de correcte manier
naar de prestaties van de wijzen Laat het de delen van de dag onderscheiden door hun
daden en laat het het verloop van de uren zeer precies vaststellenrsquo7
In deze twee citaten is duidelijk te zien hoe Romeins de cultuur van Italieuml onder de
heerschappij van Theoderic nog was Moderne historici beschouwen de Ostrogotische periode
dan ook als onderdeel van de oudheid Het begin van de middeleeuwen wordt pas bereikt na
het einde van de Ostrogotische dominantie in Italieuml8 Van alle volken die gedurende de zesde
eeuw over Italieuml geheerst hebben worden de Ostrogoten beschouwd als de beste beheerders
van de klassieke cultuur9 Zeker de in het eerste citaat genoemde filosoof Boeumlthius is eacuteeacuten van
de grootheden van de klassieke cultuur en zijn werken zijn gedurende de gehele
middeleeuwen maar ook daarna uitgebreid bestudeerd De beroemde Engelse historicus
6 Cass Var 1 45 8-12 deze en latere vertalingen zijn van eigen hand
Hoc te multa eruditione saginatum ita nosse didicimus ut artes quas exercent vulgariter nescientes in ipso
disciplinarum fonte potaveris sic enim Atheniensium scholas longe positus introisti sic palliatorum choris
miscuisti togam ut Graecorum dogmata doctrinam feceris esse Romanam didicisti enim qua profunditate cum
suis partibus speculativa cogitetur qua ratione activa cum sua divisione discatur deducens ad Romuleos
senatores quicquid Cecropidae mundo fecerant singulare 7 Cass Var 1 46 7-9
discat sub vobis Burgundia res subtilissimas inspicere et antiquorum inventa laudare per vos propositum
gentile deponit et dum prudentiam regis sui respicit iure facta sapientium concupiscit distinguat spatia diei
actibus suis horarum aptissime momenta constituat 8 John Moorhead lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history (NCMH) I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161 aldaar 159 9 Ibidem
5
Edward Gibbon (1737-1794) noemt Boeumlthius in zijn History of the decline and fall of the
Roman Empire lsquoThe last of the Romans whom Cato or Tully (Cicero) could have
acknowledged for their countrymanrsquo10
Deze situatie bleef echter niet voortduren In 522 of 523 stierf Eutharic (ca 480-
5223) de schoonzoon en beoogd opvolger van Theoderic11
Hierna volgde een periode van
wantrouwen en politieke instabiliteit Het dieptepunt van deze periode was waarschijnlijk de
executie van Boeumlthius in 525 samen met enkele andere voorname Romeinen zoals zijn
schoonvader Symmachus (dagger 526) Volgens de Byzantijnse historicus Procopius (ca 500-560)
werd hij door Theoderic verdacht van het aanzetten tot een revolutie12
Mogelijk wordt
hiermee een samenzwering bedoeld om een Byzantijnse interventie in Italieuml te
bewerkstelligen13
Een andere mogelijkheid is dat Boeumlthius zich aan de verkeerde kant van de
opvolgingsstrijd bevond na de dood van Eutharic14
Ook de katholieke paus Johannes I (dagger
526) werd in deze periode door Theoderic gevangen gezet waarna hij korte tijd later
overleed Het lijkt erop dat de aanvankelijke harmonieuze samenwerking tussen Goten en
Romeinen ten einde was gekomen en er steeds meer spanningen ontstonden tussen beide
bevolkingsgroepen
Na de dood van Theoderic in 526 verslechterde de politieke stabiliteit nog verder
Uiteindelijk gaf dit de gelegenheid aan de Byzantijnse generaal Belisarius (ca 500-565)
namens zijn keizer Justinianus I (r 527-565) in 535 Sicilieuml binnen te vallen en een jaar later
Italieuml waarmee hij de langdurige Gotische oorlog begon Aanvankelijk verliep deze invasie
voorspoedig voor de Byzantijnen maar na verloop van tijd werd deze oorlog steeds
kostbaarder en bloediger voor alle partijen en zeker voor de Romeinse bevolking van Italieuml15
Pas in 554 werd de verovering van het Ostrogotische koninkrijk afgerond De lange
duur van de oorlog en de invasie van Italieuml door de Longobarden kort daarna in 568 zorgden
er niet alleen voor dat er een einde kwam aan de Gotische invloed in Italieuml maar ook dat
Italieuml dat voorheen het centrum van de mediterrane wereld was in de Byzantijnse periode
veel minder belangrijk werd16
10
Edward Gibbon The history of the decline and fall of the Roman Empire IV (Londen 1911) 197-198 11
Heather Goths 250 12
Procop BG 1 134 13
Moorhead Theoderic in Italy 221 14
Heather Goths 252 15
AD Lee lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New
York 2005) 113-133 aldaar 126-127 16
Mark Humphries lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en Michael Whitby ed The
Cambridge ancient history (CAH) XIV Late antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000)
525-551 aldaar 525
6
Dit aanvankelijke succes van het Ostrogotische koninkrijk gevolgd door een scherpe
neergang is opmerkelijk Ondanks de grote verschillen tussen de Goten en de Romeinen
wisten ze onder de heerschappij van Theoderic te komen tot een harmonieuze samenwerking
en groeide het Ostrogotische koninkrijk uit tot het meest succesvolle Germaanse koninkrijk
op het grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk De snelle neergang vanaf het
einde van het leven van Theoderic is daarom des te opvallender
De dood van de kroonprins Eutharic in 522 of 523 toen Theoderic zelf ongeveer
zeventig was is ook de directe oorzaak van het uiteindelijke falen van het Ostrogotische
koninkrijk die door moderne historici wordt aangewezen In het moderne debat over de
Ostrogoten zijn de publicaties van de Engelse historicus Peter Heather de Oostenrijkse
historicus Herwig Wolfram en de Australische historicus John Moorhead toonaangevend
Hieronder zet ik hun visies op het uiteindelijke falen van het koninkrijk van Theoderic uiteen
Peter Heather stelt in zijn werk The Goths dat Theoderic de basis heeft gelegd voor
een succesvolle integratie van Goten en Romeinen in zijn koninkrijk17
De opvolgingscrisis na
de dood van Eutharic zorgde voor de enorme problemen in de laatste jaren van Theoderic
niet onderliggende wrijving tussen de Goten en Romeinen18
Bovendien vergrootte de dood
van Eutharic ook de spanningen met het Byzantijnse Rijk aangezien keizer Justinus I (r 518-
527) weigerde de nieuwe kroonprins en zoon van Eutharic Athalaric (516-534) als opvolger
van Theoderic te erkennen19
Na de dood van Theoderic verslechterde de politieke situatie nog verder omdat veel
Gotische edelen niet zomaar de heerschappij van Athalaric en zijn moeder Amalasuintha die
als regentes optrad accepteerden20
Er werd vooral strijd gevoerd over invloed op de
minderjarige koning21
Amalasuintha hechtte veel belang aan een Romeinse scholing voor
haar zoon maar een groep Gotische edelen die haar invloed wilde verminderen protesteerde
hiertegen Volgens Heather moet dit echter niet gezien worden als een afwijzing van de
Romeinse cultuur door de Gotische elite De scholing van Athalaric werd volgens hem slechts
als een excuus gebruikt in een strijd over politieke invloed aan het hof in Ravenna22
Ook Herwig Wolfram wijst in zijn werk History of the Goths op het overlijden van
Eutharic dat voor een opvolgingscrisis zorgde23
Daarnaast wijst Wolfram op de invloed van
17
Heather Goths 258 18
Ibidem 19
Ibidem 255 20
Ibidem 260 21
Ibidem 22
Ibidem 23
Herwig Wolfram History of the Goths (Berkeley 1988) 329
7
het overlijden van enkele andere steunpilaren van Theoderic in dezelfde periode24
Zo stierf
paus Johannes in 526 nadat hij door Theoderic gevangen was gezet Voorheen was de paus
echter altijd een belangrijke bondgenoot geweest van het Ostrogotische hof omdat hij
streefde naar zoveel mogelijk onafhankelijkheid van de geestelijkheid in Italieuml tegenover de
Byzantijnse keizers Theoderic was vanwege dit streven een natuurlijke bondgenoot van de
paus geweest
Maar vooral de betrekkingen met andere Germaanse koninkrijken stonden onder grote
druk Theoderic had altijd geprobeerd goede relaties met de andere Germaanse vorsten te
onderhouden maar in korte tijd overleed de Vandaalse koning Thrasamund (450-523) en
werd de Bourgondische kroonprins en kleinzoon van Theoderic Segaric (495-517) door zijn
eigen vader Sigismund (dagger 524) vermoord25
Beide volken gingen daarna een veel agressievere
koers varen tegenover de Ostrogoten terwijl ze de betrekkingen met het Byzantijnse Rijk
waarmee Theoderic altijd een gespannen verhouding had gehad juist probeerden te
verbeteren
John Moorhead legt in zijn artikel lsquoThe last years of Theodericrsquo en in zijn later
verschenen monografie Theoderic in Italy de nadruk op het belang van de dood van
Thrasamund De Vandalen speelden een belangrijke rol in de mediterrane
machtsverhoudingen vanwege hun omvangrijke vloot Zij waren het enige Germaanse volk
met een zeemacht van enige betekenis ten opzichte van de Byzantijnse vloot De pro-
Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic (ca 460-533) maakte Theoderic bang voor een
Vandaals-Byzantijns bondgenootschap tegen hem De Ostrogoten zouden zwak hebben
gestaan tegenover zorsquon bondgenootschap omdat ze zelf niet over een vloot beschikten
Daardoor waren ze kwetsbaar voor aanvallen vanuit zee terwijl ze zelf niet de mogelijkheid
hadden aan te vallen26
Bovendien maakte deze bedreigende verandering in de mediterrane
machtsbalans Theoderic wantrouwend tegenover zijn Romeinse onderdanen die in zijn ogen
teveel sympathie hadden voor de Byzantijnen27
In het kort zijn de drie auteurs het erover eens dat de oorzaak van het verval van het
Ostrogotische koninkrijk ligt in toenemende politieke instabiliteit als gevolg van de dood van
Eutharic en enkele andere steunpilaren van Theoderic Dit werd nog verergerd omdat
Theoderic al oud was en kort daarna zelf overleed In deze scriptie wil ik echter verder kijken
24
Wolfram History of the Goths 329 25
Ibidem 26
John Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte Geschichte 32 (1983) 106-120 27
Moorhead Theoderic in Italy 246-247
8
dan deze min of meer toevallige gebeurtenissen die de ineenstorting van het machtigste
barbaarse koninkrijk van de post-Romeinse wereld tot gevolg hadden en juist de nadruk
leggen op de complexe onderliggende structuur waaruit dit verval voortkwam zowel intern in
de verhouding tussen Goten en Romeinen in het koninkrijk zelf als extern in de verhoudingen
tussen de verschillende staten in de mediterrane wereld
Intern waren de verhoudingen tussen de Romeinen en Goten op politiek en sociaal
gebied zeer complex Niet alleen etniciteit speelde hierin een rol maar ook het religieuze
verschil tussen de katholieke Romeinen en de ariaanse Goten Op buitenlands gebied was er
een ingewikkeld web van huwelijksallianties tussen Theoderic en de andere Germaanse
vorsten in het voormalige West-Romeinse Rijk Bovendien was Theoderic formeel slechts een
bestuurder van Italieuml onder gezag van de Byzantijnse keizers in Constantinopel
Hoe de Ostrogoten deze problemen aanvankelijk leken aan te pakken en hoe er vanaf
ongeveer 520 problemen ontstonden zowel binnenlands als buitenlands is het onderwerp van
deze scriptie De hoofdvraag van de scriptie luidt lsquoWelke onderliggende oorzaken zowel
intern als extern zijn er aan te wijzen voor het snelle verval van het Ostrogotische koninkrijk
aan het einde van het leven van Theodericrsquo
Om tot een antwoord op deze vraag te komen zullen zowel de interne structuur van het
Ostrogotische koninkrijk als de externe verhoudingen met de andere staten in het
Middellandse Zeegebied behandeld worden Intern worden de politieke organisatie de
religieuze verhoudingen en de sociale structuur tussen Goten en Romeinen in het
Ostrogotische koninkrijk uitgebreid belicht Op deze drie terreinen waren de verschillen
tussen zijn onderdanen groot en moest Theoderic een balans zien te vinden Extern worden de
relaties behandeld die Theoderic onderhield met de belangrijkste Germaanse volken op het
grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk en de ingewikkelde relatie met het
Byzantijnse Rijk waaraan hij officieel verantwoording schuldig was
In deze scriptie maak ik gebruik van diverse contemporaine Romeinse bronnen die
veel inzicht verschaffen niet alleen in de historische gebeurtenissen maar vooral ook in het
beeld dat Romeinse tijdgenoten hadden van de heerschappij van de Ostrogoot Theoderic
Deze bronnen vereisen echter wel een kritische houding ten opzichte van de leefwereld en
motivaties van de verschillende auteurs Daarom behandel ik in het eerste hoofdstuk het leven
van de aangehaalde antieke auteurs en de noodzakelijke bedenkingen bij het gebruik van hun
teksten
Vervolgens is er een hoofdstuk waarin de voorgeschiedenis van de Ostrogotische
vestiging in Italieuml behandeld wordt In dit hoofdstuk ligt de nadruk op de vraag wat de
9
politieke verhoudingen waren in de post-Romeinse mediterrane wereld en wat complexe
begrippen als Goten Visigoten en Ostrogoten die veelvuldig in deze scriptie gebruikt
worden inhouden Deze hoofdstukken met de noodzakelijke achtergronden worden gevolgd
door twee hoofdstukken waarin de interne en externe oorzaken van het verval van het
Ostrogotische koninkrijk behandeld worden Tot slot is er een conclusie
2 Antieke bronnen
Onderzoek naar veel delen van Europa na de ondergang van het West-Romeinse Rijk wordt
bemoeilijkt door een gebrek aan geschreven bronnen Dit geldt echter niet voor Italieuml en de
Ostrogoten waarover diverse literaire bronnen zijn overgeleverd Bovendien waren enkele van
deze auteurs direct bij de gebeurtenissen betrokken Hieronder worden de in deze scriptie
gebruikte antieke auteurs besproken
21 Cassiodorus (ca 485-580)
Het is niet duidelijk wanneer Cassiodorus precies is geboren maar uit zijn overgeleverde
teksten blijkt dat hij rond 485 geboren moet zijn en ouder dan negentig is geworden28
Hij is
geboren in Scylletium in zuid-Italieuml Hij kwam uit een familie die in de vijfde eeuw al diverse
generaties deel had uitgemaakt van het bestuurlijk apparaat van het West-Romeinse Rijk29
De
vader van Cassiodorus Cassiodorus de oudere bekleedde enkele belangrijke functies aan het
hof van Odoacer Als gouverneur van Sicilieuml liep Cassiodorus de oudere echter over van
Odoacer naar Theoderic toen deze de overhand leek te krijgen in hun onderlinge strijd30
Namens Theoderic moest hij ondermeer de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml mede
organiseren31
Cassiodorus zelf maakte al op jonge leeftijd naam als kenner van het recht Hij begon
zijn publieke carriegravere als juridisch adviseur en secretaris van zijn vader32
Deze positie gaf
hem rond 505 de gelegenheid een lofrede voor Theoderic te schrijven waardoor zijn literaire
talent opgemerkt werd aan het hof in Ravenna33
Hij maakte vervolgens snel carriegravere in het
28
Arne Soslashby Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies in a migration myth
(Kopenhagen 2002) 54 29
Ibidem 55 30
Ibidem 31
Barnish Cassiodorus xxxix 32
Ibidem 33
James J OrsquoDonnell Cassiodorus (Berkeley 1979) 21
10
bestuur Als quaestor was hij verantwoordelijk voor de diplomatieke berichten van
Theoderic34
Het hoogtepunt van zijn invloed bereikte hij toen hij in 523 na de val van zijn
voorganger Boeumlthius benoemd werd tot magister officiorum een soort eerste minister aan het
hof Ook na de dood van Theoderic bleef Cassiodorus werkzaam in het bestuur van het
koninkrijk Hij diende onder de opvolger van Theoderic Athalaric en diens moeder
Amalasuintha Na de vroegtijdige dood van de jonge koning en de moord op diens moeder
diende hij ook de daaropvolgende Ostrogotische koningen Theodahad (ca 480-536) en
Vitiges (dagger 540) tot 53735
Zelfs na de Byzantijnse invasie van Italieuml in 536 bleef hij korte tijd
werkzaam aan het Gotische hof in Ravenna36
Na zijn publieke carriegravere maakte hij een reis
naar Constantinopel waar hij lange tijd verbleef Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn
geboortestreek in zuid-Italieuml waar hij een monastische gemeenschap vestigde
Cassiodorus heeft een uitgebreid oeuvre nagelaten over zowel seculiere als religieuze
onderwerpen Zo heeft hij onder meer op verzoek van Theoderic een geschiedenis van de
Goten geschreven dat niet is overgeleverd maar dat wel een belangrijke bron vormde voor de
Getica van Jordanes Voor deze scriptie zijn de Variae het belangrijkst Dit is een selectie van
zijn brieven die hij namens Theoderic en diens opvolgers heeft geschreven toen hij diende in
het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk Waarschijnlijk heeft hij de Variae samengesteld
aan het einde van zijn publieke carriegravere in 537 of 53837
Hierna heeft Cassiodorus nog enkele
religieuze werken geschreven Het gaat hier om de Expositio Psalmorum De Anima en de
Institutiones Divinarum et Saecularium Litterarum
Als functionaris aan het hof in Ravenna geeft het werk van Cassiodorus een inkijk in
het functioneren ervan en is daardoor onmisbaar bij bestudering van de politieke structuur van
het hof van Theoderic Toch moet daarbij in het achterhoofd gehouden worden dat het de taak
van Cassiodorus was het beleid van Theoderic te verdedigen Hoewel er geen overduidelijke
propaganda ontdekt kan worden moet de Variae als historische bron voorzichtig gebruikt
worden38
Wel geeft het een goed beeld van de verhouding tussen de Romeinse en Gotische
bestuurlijke elite en vooral van het beeld dat Theoderic van zichzelf via Cassiodorus aan de
Romeinse elite probeerde uit te dragen
34
Barnish Cassiodorus xxxix 35
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 56 36
John Moorhead acuteBoeumlthius and Romans in Ostrogothic serviceacute Historia Zeitschrift fugraver Alte Geschichte 27
(1978) 604-612 aldaar 605 37
Barnish Cassiodorus xiv 38
Ibidem xxxiii
11
22 Ennodius (ca 473-521)
Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk
voorname familie39
Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius
opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed
trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40
Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41
De vrouw trok zich uiteindelijk terug in
een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel
op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42
Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste
was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan
de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt
het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste
plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze
periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel
aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer
die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had
In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen
de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden
Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij
was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze
zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het
langdurige Acaciaanse schisma
In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens
worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande
partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van
deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier
absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die
bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in
deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de
strijdende partijen te intervenieumlren43
Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten
39
Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40
Ibidem 3 41
Ibidem 42
Ibidem 4 43
Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735
12
koste van Laurentius die kort daarna overleed
Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44
Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding
ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor
Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is
het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke
Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45
23 Jordanes (rond 550)
Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond
het midden van de zesde eeuw46
Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd
de secretaris van een Ostrogotische generaal47
Later maakte Jordanes volgens zijn eigen
woorden een religieuze conversio door48
Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee
bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49
Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes
heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de
geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste
mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid
en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551
behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het
mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met
de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de
Byzantijnse generaal Belisarius
De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes
Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane
werk van Cassiodorus50
De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica
vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het
eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de
44
Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45
Ibidem 53 46
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47
Ibidem 102 48
Jord Get 50 265-266 49
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50
Ibidem 114
13
heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51
In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit
Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52
Deze verhalen
hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne
geschiedschrijving53
Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar
de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die
de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-
Romeinse wereld54
In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische
verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de
migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid
gebruikt worden als historische bron
24 Procopius (ca 500-560)
De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de
provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55
Als jongeman kwam hij naar
Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal
Belisarius56
Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens
zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in
een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-
Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar
Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van
Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57
Onduidelijk is wanneer Procopius precies
is overleden
Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte
Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk
Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij
achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk
bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd
51
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52
Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53
Ibidem 54
Ibidem 52 55
HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56
Ibidem 57
Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)
22
14
waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft
beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch
bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke
verhoudingen in het koninkrijk
Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een
lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de
Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58
Dit werk is een bijzonder giftig
smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en
Antonina (ca 484-570)
25 Anonymus Valesianus
De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in
Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar
heeft gevoegd en uitgegeven59
Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij
van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van
Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60
Het is waarschijnlijk
geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661
In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic
behandeld terwijl het midden is weggelaten62
In de bron worden zijn goede daden aan het
begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63
Zijn slechte daden
worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die
vier slangen baarde en enkele aardbevingen64
Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron
gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke
onderdanen zou vervolgen
Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het
eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel
gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het
58
van Dolen Procopius 22 59
Moorhead Theoderic in Italy 3 60
Ibidem 61
Ibidem 4 62
Ibidem 63
Ibidem 3-4 64
SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue
drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573
15
tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65
Toch is het qua
schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke
biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later
zijn slechtheid extra de nadruk te geven66
De Anonymus Valesianus is de enige enigszins
gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67
Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet
benaderen68
3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml
Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane
wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn
die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van
Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch
verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een
Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69
Het zoeken
naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een
politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving
van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie
in Oost-Europa70
De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van
de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het
Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de
lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van
handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71
Door het uitvechten van
kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied
onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de
Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72
De Goten genoten de
65
Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66
Ibidem 573-575 67
Ibidem 572 68
Ibidem 596 69
Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70
Ibidem 71
Ibidem 35-36 72
Ibidem 37
16
steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het
belangrijkste volk aan de Donaugrens73
Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve
contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom
Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten
gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden
Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld
in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74
Bovendien leefden er diverse
andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75
De twee
belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk
en oostelijk deel van de Gotische wereld76
Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de
Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins
grondgebied begeven77
Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en
de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen
te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun
woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)
trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van
keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de
Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag
bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer
Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met
als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten
zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-
423) in het zuidwesten van Gallieuml78
Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten
De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk
weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de
Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens
zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79
De
Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen
73
Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74
Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75
Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76
Halsall Barbarian migration 134 77
Wolfram History of the Goths 23-24 78
Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515 aldaar 491 79
Amm 3132
17
tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de
eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80
Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij
kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag
tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een
bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de
gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81
Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd
onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de
Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82
Met name onder
de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten
die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd
Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een
coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de
Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in
453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten
sterke leider83
In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de
verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden
De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de
Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming
zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84
Een andere grote groep Ostrogoten
had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse
afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85
De Ostrogoten waren in
deze periode zeker geen verenigde groep86
Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r
457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic
Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de
keizer tot concessies te dwingen87
Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee
concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te
80
Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81
Heather Fall of the Roman empire 164 82
EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83
Heather Goths 124 84
Burns History of the Ostrogoths 52 85
AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86
Ibidem 87
Ibidem
18
zorgen88
In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno
kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus
af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en
de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89
Bovendien kreeg de Amaalse
Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil
daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90
Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een
verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun
leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden
verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een
halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met
Theoderic Strabo weer aan91
In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een
coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund
wat hem definitief van Zeno vervreemdde92
In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de
Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten
trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop
liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de
terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93
Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven
Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de
strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94
In ruil voor zijn hulp werd Theoderic
benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic
ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het
grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan
bij de Pannonische Goten95
De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic
een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96
De totale Ostrogotische
bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan
88
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89
Ibidem 90
Heather Goths and Romans 278 91
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92
Ibidem 51 93
Heather Goths and Romans 298 94
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95
Heather Goths and Romans 302 96
Ibidem
19
100000 mensen97
De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een
gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon
beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet
langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand
kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad
afsneed98
Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er
werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten
het machtsgebied van keizer Zeno bevond
Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-
476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer
Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort
daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die
zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was
afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn
macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia
Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius
Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen
maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door
zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen
tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99
Door op een confrontatie aan te sturen
tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om
lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100
Bovendien zou wanneer Theoderic zou
slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de
grenzen van zijn rijk bevinden101
In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan
naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de
Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102
Pas in de zomer van
489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten
tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort
97
Heather Goths and Romans 302 98
Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99
Heather Goths and Romans 307 100
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101
Heather Goths and Romans 308 102
Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127
20
daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna
Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar
het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over
naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103
Theoderic kreeg echter hulp van Alaric
II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat
Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug
in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd
omgeven door moerassen in te nemen104
Deze patstelling duurde voort tot 493
Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en
Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te
delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan
zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn
aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105
Het Ostrogotische leger riep
Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106
Dit was echter tegen de zin
van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door
Constantinopel107
Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de
rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze
positie bekleden
Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies
Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108
Ook in het westen
breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de
vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de
fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109
Maar de Visigotische koning Alaric II werd
vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van
Gallieuml110
Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de
Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij
een onbekende vrouw
Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de
Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke
103
Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105
Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106
Ibidem 107
Wolfram History of the Goths 284 108
Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109
Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114
21
aanval op de Visigoten in 507111
In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen
waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml
werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112
De Ostrogoten intervenieerden echter
in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113
Daarnaast
slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de
Provence te behouden voor de Visigoten
De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het
Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd
hadden114
Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen
van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige
zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de
zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte
De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van
Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over
het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had
aangesteld115
Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was
Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric
zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116
111
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112
Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114
A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I
162-192 aldaar 167-168 115
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116
Ibidem 123
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
4
lsquoDoor mij is ontdekt dat jij enorm verrijkt door geleerdheid de kunsten die mensen
over het algemeen onwetend uitvoeren zelf hebt gedronken van de bron van kennis
Want zo ben je de ver verwijderde scholen van Athene binnengegaan zo heb je je in
toga gemengd in samenkomsten in Griekse mantels zo heb je Griekse theorieeumln
omgevormd tot Romeinse kennis Want jij hebt geleerd hoeveel diepte de speculatieve
filosofie heeft in alle delen en hoe de praktische redenering in al zijn verdelingen
wordt geleerd terwijl je aan de Romeinse senatoren iedere unieke zaak die de
Cecropiden (Atheners) hebben gemaakt voor de wereld hebt overgebrachtrsquo6
In de volgende brief van Cassiodorus worden de waterklok en de zonnewijzer als belangrijke
resultaten van de Romeinse wetenschap aan de Bourgondische koning Gundobad
gepresenteerd
lsquoLaat Bourgondieuml onder uw heerschappij leren de nauwkeurigste zaken te begrijpen en
de antieke uitvindingen te bewonderen door u legt het zijn primitieve levenswijze af
en doordat het het voorbeeld van zijn koning ziet verlangt het op de correcte manier
naar de prestaties van de wijzen Laat het de delen van de dag onderscheiden door hun
daden en laat het het verloop van de uren zeer precies vaststellenrsquo7
In deze twee citaten is duidelijk te zien hoe Romeins de cultuur van Italieuml onder de
heerschappij van Theoderic nog was Moderne historici beschouwen de Ostrogotische periode
dan ook als onderdeel van de oudheid Het begin van de middeleeuwen wordt pas bereikt na
het einde van de Ostrogotische dominantie in Italieuml8 Van alle volken die gedurende de zesde
eeuw over Italieuml geheerst hebben worden de Ostrogoten beschouwd als de beste beheerders
van de klassieke cultuur9 Zeker de in het eerste citaat genoemde filosoof Boeumlthius is eacuteeacuten van
de grootheden van de klassieke cultuur en zijn werken zijn gedurende de gehele
middeleeuwen maar ook daarna uitgebreid bestudeerd De beroemde Engelse historicus
6 Cass Var 1 45 8-12 deze en latere vertalingen zijn van eigen hand
Hoc te multa eruditione saginatum ita nosse didicimus ut artes quas exercent vulgariter nescientes in ipso
disciplinarum fonte potaveris sic enim Atheniensium scholas longe positus introisti sic palliatorum choris
miscuisti togam ut Graecorum dogmata doctrinam feceris esse Romanam didicisti enim qua profunditate cum
suis partibus speculativa cogitetur qua ratione activa cum sua divisione discatur deducens ad Romuleos
senatores quicquid Cecropidae mundo fecerant singulare 7 Cass Var 1 46 7-9
discat sub vobis Burgundia res subtilissimas inspicere et antiquorum inventa laudare per vos propositum
gentile deponit et dum prudentiam regis sui respicit iure facta sapientium concupiscit distinguat spatia diei
actibus suis horarum aptissime momenta constituat 8 John Moorhead lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history (NCMH) I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161 aldaar 159 9 Ibidem
5
Edward Gibbon (1737-1794) noemt Boeumlthius in zijn History of the decline and fall of the
Roman Empire lsquoThe last of the Romans whom Cato or Tully (Cicero) could have
acknowledged for their countrymanrsquo10
Deze situatie bleef echter niet voortduren In 522 of 523 stierf Eutharic (ca 480-
5223) de schoonzoon en beoogd opvolger van Theoderic11
Hierna volgde een periode van
wantrouwen en politieke instabiliteit Het dieptepunt van deze periode was waarschijnlijk de
executie van Boeumlthius in 525 samen met enkele andere voorname Romeinen zoals zijn
schoonvader Symmachus (dagger 526) Volgens de Byzantijnse historicus Procopius (ca 500-560)
werd hij door Theoderic verdacht van het aanzetten tot een revolutie12
Mogelijk wordt
hiermee een samenzwering bedoeld om een Byzantijnse interventie in Italieuml te
bewerkstelligen13
Een andere mogelijkheid is dat Boeumlthius zich aan de verkeerde kant van de
opvolgingsstrijd bevond na de dood van Eutharic14
Ook de katholieke paus Johannes I (dagger
526) werd in deze periode door Theoderic gevangen gezet waarna hij korte tijd later
overleed Het lijkt erop dat de aanvankelijke harmonieuze samenwerking tussen Goten en
Romeinen ten einde was gekomen en er steeds meer spanningen ontstonden tussen beide
bevolkingsgroepen
Na de dood van Theoderic in 526 verslechterde de politieke stabiliteit nog verder
Uiteindelijk gaf dit de gelegenheid aan de Byzantijnse generaal Belisarius (ca 500-565)
namens zijn keizer Justinianus I (r 527-565) in 535 Sicilieuml binnen te vallen en een jaar later
Italieuml waarmee hij de langdurige Gotische oorlog begon Aanvankelijk verliep deze invasie
voorspoedig voor de Byzantijnen maar na verloop van tijd werd deze oorlog steeds
kostbaarder en bloediger voor alle partijen en zeker voor de Romeinse bevolking van Italieuml15
Pas in 554 werd de verovering van het Ostrogotische koninkrijk afgerond De lange
duur van de oorlog en de invasie van Italieuml door de Longobarden kort daarna in 568 zorgden
er niet alleen voor dat er een einde kwam aan de Gotische invloed in Italieuml maar ook dat
Italieuml dat voorheen het centrum van de mediterrane wereld was in de Byzantijnse periode
veel minder belangrijk werd16
10
Edward Gibbon The history of the decline and fall of the Roman Empire IV (Londen 1911) 197-198 11
Heather Goths 250 12
Procop BG 1 134 13
Moorhead Theoderic in Italy 221 14
Heather Goths 252 15
AD Lee lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New
York 2005) 113-133 aldaar 126-127 16
Mark Humphries lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en Michael Whitby ed The
Cambridge ancient history (CAH) XIV Late antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000)
525-551 aldaar 525
6
Dit aanvankelijke succes van het Ostrogotische koninkrijk gevolgd door een scherpe
neergang is opmerkelijk Ondanks de grote verschillen tussen de Goten en de Romeinen
wisten ze onder de heerschappij van Theoderic te komen tot een harmonieuze samenwerking
en groeide het Ostrogotische koninkrijk uit tot het meest succesvolle Germaanse koninkrijk
op het grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk De snelle neergang vanaf het
einde van het leven van Theoderic is daarom des te opvallender
De dood van de kroonprins Eutharic in 522 of 523 toen Theoderic zelf ongeveer
zeventig was is ook de directe oorzaak van het uiteindelijke falen van het Ostrogotische
koninkrijk die door moderne historici wordt aangewezen In het moderne debat over de
Ostrogoten zijn de publicaties van de Engelse historicus Peter Heather de Oostenrijkse
historicus Herwig Wolfram en de Australische historicus John Moorhead toonaangevend
Hieronder zet ik hun visies op het uiteindelijke falen van het koninkrijk van Theoderic uiteen
Peter Heather stelt in zijn werk The Goths dat Theoderic de basis heeft gelegd voor
een succesvolle integratie van Goten en Romeinen in zijn koninkrijk17
De opvolgingscrisis na
de dood van Eutharic zorgde voor de enorme problemen in de laatste jaren van Theoderic
niet onderliggende wrijving tussen de Goten en Romeinen18
Bovendien vergrootte de dood
van Eutharic ook de spanningen met het Byzantijnse Rijk aangezien keizer Justinus I (r 518-
527) weigerde de nieuwe kroonprins en zoon van Eutharic Athalaric (516-534) als opvolger
van Theoderic te erkennen19
Na de dood van Theoderic verslechterde de politieke situatie nog verder omdat veel
Gotische edelen niet zomaar de heerschappij van Athalaric en zijn moeder Amalasuintha die
als regentes optrad accepteerden20
Er werd vooral strijd gevoerd over invloed op de
minderjarige koning21
Amalasuintha hechtte veel belang aan een Romeinse scholing voor
haar zoon maar een groep Gotische edelen die haar invloed wilde verminderen protesteerde
hiertegen Volgens Heather moet dit echter niet gezien worden als een afwijzing van de
Romeinse cultuur door de Gotische elite De scholing van Athalaric werd volgens hem slechts
als een excuus gebruikt in een strijd over politieke invloed aan het hof in Ravenna22
Ook Herwig Wolfram wijst in zijn werk History of the Goths op het overlijden van
Eutharic dat voor een opvolgingscrisis zorgde23
Daarnaast wijst Wolfram op de invloed van
17
Heather Goths 258 18
Ibidem 19
Ibidem 255 20
Ibidem 260 21
Ibidem 22
Ibidem 23
Herwig Wolfram History of the Goths (Berkeley 1988) 329
7
het overlijden van enkele andere steunpilaren van Theoderic in dezelfde periode24
Zo stierf
paus Johannes in 526 nadat hij door Theoderic gevangen was gezet Voorheen was de paus
echter altijd een belangrijke bondgenoot geweest van het Ostrogotische hof omdat hij
streefde naar zoveel mogelijk onafhankelijkheid van de geestelijkheid in Italieuml tegenover de
Byzantijnse keizers Theoderic was vanwege dit streven een natuurlijke bondgenoot van de
paus geweest
Maar vooral de betrekkingen met andere Germaanse koninkrijken stonden onder grote
druk Theoderic had altijd geprobeerd goede relaties met de andere Germaanse vorsten te
onderhouden maar in korte tijd overleed de Vandaalse koning Thrasamund (450-523) en
werd de Bourgondische kroonprins en kleinzoon van Theoderic Segaric (495-517) door zijn
eigen vader Sigismund (dagger 524) vermoord25
Beide volken gingen daarna een veel agressievere
koers varen tegenover de Ostrogoten terwijl ze de betrekkingen met het Byzantijnse Rijk
waarmee Theoderic altijd een gespannen verhouding had gehad juist probeerden te
verbeteren
John Moorhead legt in zijn artikel lsquoThe last years of Theodericrsquo en in zijn later
verschenen monografie Theoderic in Italy de nadruk op het belang van de dood van
Thrasamund De Vandalen speelden een belangrijke rol in de mediterrane
machtsverhoudingen vanwege hun omvangrijke vloot Zij waren het enige Germaanse volk
met een zeemacht van enige betekenis ten opzichte van de Byzantijnse vloot De pro-
Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic (ca 460-533) maakte Theoderic bang voor een
Vandaals-Byzantijns bondgenootschap tegen hem De Ostrogoten zouden zwak hebben
gestaan tegenover zorsquon bondgenootschap omdat ze zelf niet over een vloot beschikten
Daardoor waren ze kwetsbaar voor aanvallen vanuit zee terwijl ze zelf niet de mogelijkheid
hadden aan te vallen26
Bovendien maakte deze bedreigende verandering in de mediterrane
machtsbalans Theoderic wantrouwend tegenover zijn Romeinse onderdanen die in zijn ogen
teveel sympathie hadden voor de Byzantijnen27
In het kort zijn de drie auteurs het erover eens dat de oorzaak van het verval van het
Ostrogotische koninkrijk ligt in toenemende politieke instabiliteit als gevolg van de dood van
Eutharic en enkele andere steunpilaren van Theoderic Dit werd nog verergerd omdat
Theoderic al oud was en kort daarna zelf overleed In deze scriptie wil ik echter verder kijken
24
Wolfram History of the Goths 329 25
Ibidem 26
John Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte Geschichte 32 (1983) 106-120 27
Moorhead Theoderic in Italy 246-247
8
dan deze min of meer toevallige gebeurtenissen die de ineenstorting van het machtigste
barbaarse koninkrijk van de post-Romeinse wereld tot gevolg hadden en juist de nadruk
leggen op de complexe onderliggende structuur waaruit dit verval voortkwam zowel intern in
de verhouding tussen Goten en Romeinen in het koninkrijk zelf als extern in de verhoudingen
tussen de verschillende staten in de mediterrane wereld
Intern waren de verhoudingen tussen de Romeinen en Goten op politiek en sociaal
gebied zeer complex Niet alleen etniciteit speelde hierin een rol maar ook het religieuze
verschil tussen de katholieke Romeinen en de ariaanse Goten Op buitenlands gebied was er
een ingewikkeld web van huwelijksallianties tussen Theoderic en de andere Germaanse
vorsten in het voormalige West-Romeinse Rijk Bovendien was Theoderic formeel slechts een
bestuurder van Italieuml onder gezag van de Byzantijnse keizers in Constantinopel
Hoe de Ostrogoten deze problemen aanvankelijk leken aan te pakken en hoe er vanaf
ongeveer 520 problemen ontstonden zowel binnenlands als buitenlands is het onderwerp van
deze scriptie De hoofdvraag van de scriptie luidt lsquoWelke onderliggende oorzaken zowel
intern als extern zijn er aan te wijzen voor het snelle verval van het Ostrogotische koninkrijk
aan het einde van het leven van Theodericrsquo
Om tot een antwoord op deze vraag te komen zullen zowel de interne structuur van het
Ostrogotische koninkrijk als de externe verhoudingen met de andere staten in het
Middellandse Zeegebied behandeld worden Intern worden de politieke organisatie de
religieuze verhoudingen en de sociale structuur tussen Goten en Romeinen in het
Ostrogotische koninkrijk uitgebreid belicht Op deze drie terreinen waren de verschillen
tussen zijn onderdanen groot en moest Theoderic een balans zien te vinden Extern worden de
relaties behandeld die Theoderic onderhield met de belangrijkste Germaanse volken op het
grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk en de ingewikkelde relatie met het
Byzantijnse Rijk waaraan hij officieel verantwoording schuldig was
In deze scriptie maak ik gebruik van diverse contemporaine Romeinse bronnen die
veel inzicht verschaffen niet alleen in de historische gebeurtenissen maar vooral ook in het
beeld dat Romeinse tijdgenoten hadden van de heerschappij van de Ostrogoot Theoderic
Deze bronnen vereisen echter wel een kritische houding ten opzichte van de leefwereld en
motivaties van de verschillende auteurs Daarom behandel ik in het eerste hoofdstuk het leven
van de aangehaalde antieke auteurs en de noodzakelijke bedenkingen bij het gebruik van hun
teksten
Vervolgens is er een hoofdstuk waarin de voorgeschiedenis van de Ostrogotische
vestiging in Italieuml behandeld wordt In dit hoofdstuk ligt de nadruk op de vraag wat de
9
politieke verhoudingen waren in de post-Romeinse mediterrane wereld en wat complexe
begrippen als Goten Visigoten en Ostrogoten die veelvuldig in deze scriptie gebruikt
worden inhouden Deze hoofdstukken met de noodzakelijke achtergronden worden gevolgd
door twee hoofdstukken waarin de interne en externe oorzaken van het verval van het
Ostrogotische koninkrijk behandeld worden Tot slot is er een conclusie
2 Antieke bronnen
Onderzoek naar veel delen van Europa na de ondergang van het West-Romeinse Rijk wordt
bemoeilijkt door een gebrek aan geschreven bronnen Dit geldt echter niet voor Italieuml en de
Ostrogoten waarover diverse literaire bronnen zijn overgeleverd Bovendien waren enkele van
deze auteurs direct bij de gebeurtenissen betrokken Hieronder worden de in deze scriptie
gebruikte antieke auteurs besproken
21 Cassiodorus (ca 485-580)
Het is niet duidelijk wanneer Cassiodorus precies is geboren maar uit zijn overgeleverde
teksten blijkt dat hij rond 485 geboren moet zijn en ouder dan negentig is geworden28
Hij is
geboren in Scylletium in zuid-Italieuml Hij kwam uit een familie die in de vijfde eeuw al diverse
generaties deel had uitgemaakt van het bestuurlijk apparaat van het West-Romeinse Rijk29
De
vader van Cassiodorus Cassiodorus de oudere bekleedde enkele belangrijke functies aan het
hof van Odoacer Als gouverneur van Sicilieuml liep Cassiodorus de oudere echter over van
Odoacer naar Theoderic toen deze de overhand leek te krijgen in hun onderlinge strijd30
Namens Theoderic moest hij ondermeer de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml mede
organiseren31
Cassiodorus zelf maakte al op jonge leeftijd naam als kenner van het recht Hij begon
zijn publieke carriegravere als juridisch adviseur en secretaris van zijn vader32
Deze positie gaf
hem rond 505 de gelegenheid een lofrede voor Theoderic te schrijven waardoor zijn literaire
talent opgemerkt werd aan het hof in Ravenna33
Hij maakte vervolgens snel carriegravere in het
28
Arne Soslashby Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies in a migration myth
(Kopenhagen 2002) 54 29
Ibidem 55 30
Ibidem 31
Barnish Cassiodorus xxxix 32
Ibidem 33
James J OrsquoDonnell Cassiodorus (Berkeley 1979) 21
10
bestuur Als quaestor was hij verantwoordelijk voor de diplomatieke berichten van
Theoderic34
Het hoogtepunt van zijn invloed bereikte hij toen hij in 523 na de val van zijn
voorganger Boeumlthius benoemd werd tot magister officiorum een soort eerste minister aan het
hof Ook na de dood van Theoderic bleef Cassiodorus werkzaam in het bestuur van het
koninkrijk Hij diende onder de opvolger van Theoderic Athalaric en diens moeder
Amalasuintha Na de vroegtijdige dood van de jonge koning en de moord op diens moeder
diende hij ook de daaropvolgende Ostrogotische koningen Theodahad (ca 480-536) en
Vitiges (dagger 540) tot 53735
Zelfs na de Byzantijnse invasie van Italieuml in 536 bleef hij korte tijd
werkzaam aan het Gotische hof in Ravenna36
Na zijn publieke carriegravere maakte hij een reis
naar Constantinopel waar hij lange tijd verbleef Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn
geboortestreek in zuid-Italieuml waar hij een monastische gemeenschap vestigde
Cassiodorus heeft een uitgebreid oeuvre nagelaten over zowel seculiere als religieuze
onderwerpen Zo heeft hij onder meer op verzoek van Theoderic een geschiedenis van de
Goten geschreven dat niet is overgeleverd maar dat wel een belangrijke bron vormde voor de
Getica van Jordanes Voor deze scriptie zijn de Variae het belangrijkst Dit is een selectie van
zijn brieven die hij namens Theoderic en diens opvolgers heeft geschreven toen hij diende in
het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk Waarschijnlijk heeft hij de Variae samengesteld
aan het einde van zijn publieke carriegravere in 537 of 53837
Hierna heeft Cassiodorus nog enkele
religieuze werken geschreven Het gaat hier om de Expositio Psalmorum De Anima en de
Institutiones Divinarum et Saecularium Litterarum
Als functionaris aan het hof in Ravenna geeft het werk van Cassiodorus een inkijk in
het functioneren ervan en is daardoor onmisbaar bij bestudering van de politieke structuur van
het hof van Theoderic Toch moet daarbij in het achterhoofd gehouden worden dat het de taak
van Cassiodorus was het beleid van Theoderic te verdedigen Hoewel er geen overduidelijke
propaganda ontdekt kan worden moet de Variae als historische bron voorzichtig gebruikt
worden38
Wel geeft het een goed beeld van de verhouding tussen de Romeinse en Gotische
bestuurlijke elite en vooral van het beeld dat Theoderic van zichzelf via Cassiodorus aan de
Romeinse elite probeerde uit te dragen
34
Barnish Cassiodorus xxxix 35
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 56 36
John Moorhead acuteBoeumlthius and Romans in Ostrogothic serviceacute Historia Zeitschrift fugraver Alte Geschichte 27
(1978) 604-612 aldaar 605 37
Barnish Cassiodorus xiv 38
Ibidem xxxiii
11
22 Ennodius (ca 473-521)
Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk
voorname familie39
Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius
opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed
trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40
Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41
De vrouw trok zich uiteindelijk terug in
een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel
op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42
Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste
was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan
de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt
het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste
plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze
periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel
aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer
die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had
In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen
de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden
Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij
was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze
zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het
langdurige Acaciaanse schisma
In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens
worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande
partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van
deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier
absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die
bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in
deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de
strijdende partijen te intervenieumlren43
Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten
39
Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40
Ibidem 3 41
Ibidem 42
Ibidem 4 43
Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735
12
koste van Laurentius die kort daarna overleed
Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44
Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding
ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor
Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is
het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke
Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45
23 Jordanes (rond 550)
Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond
het midden van de zesde eeuw46
Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd
de secretaris van een Ostrogotische generaal47
Later maakte Jordanes volgens zijn eigen
woorden een religieuze conversio door48
Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee
bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49
Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes
heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de
geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste
mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid
en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551
behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het
mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met
de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de
Byzantijnse generaal Belisarius
De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes
Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane
werk van Cassiodorus50
De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica
vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het
eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de
44
Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45
Ibidem 53 46
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47
Ibidem 102 48
Jord Get 50 265-266 49
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50
Ibidem 114
13
heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51
In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit
Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52
Deze verhalen
hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne
geschiedschrijving53
Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar
de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die
de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-
Romeinse wereld54
In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische
verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de
migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid
gebruikt worden als historische bron
24 Procopius (ca 500-560)
De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de
provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55
Als jongeman kwam hij naar
Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal
Belisarius56
Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens
zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in
een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-
Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar
Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van
Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57
Onduidelijk is wanneer Procopius precies
is overleden
Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte
Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk
Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij
achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk
bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd
51
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52
Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53
Ibidem 54
Ibidem 52 55
HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56
Ibidem 57
Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)
22
14
waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft
beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch
bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke
verhoudingen in het koninkrijk
Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een
lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de
Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58
Dit werk is een bijzonder giftig
smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en
Antonina (ca 484-570)
25 Anonymus Valesianus
De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in
Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar
heeft gevoegd en uitgegeven59
Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij
van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van
Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60
Het is waarschijnlijk
geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661
In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic
behandeld terwijl het midden is weggelaten62
In de bron worden zijn goede daden aan het
begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63
Zijn slechte daden
worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die
vier slangen baarde en enkele aardbevingen64
Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron
gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke
onderdanen zou vervolgen
Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het
eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel
gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het
58
van Dolen Procopius 22 59
Moorhead Theoderic in Italy 3 60
Ibidem 61
Ibidem 4 62
Ibidem 63
Ibidem 3-4 64
SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue
drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573
15
tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65
Toch is het qua
schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke
biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later
zijn slechtheid extra de nadruk te geven66
De Anonymus Valesianus is de enige enigszins
gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67
Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet
benaderen68
3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml
Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane
wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn
die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van
Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch
verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een
Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69
Het zoeken
naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een
politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving
van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie
in Oost-Europa70
De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van
de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het
Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de
lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van
handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71
Door het uitvechten van
kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied
onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de
Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72
De Goten genoten de
65
Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66
Ibidem 573-575 67
Ibidem 572 68
Ibidem 596 69
Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70
Ibidem 71
Ibidem 35-36 72
Ibidem 37
16
steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het
belangrijkste volk aan de Donaugrens73
Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve
contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom
Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten
gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden
Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld
in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74
Bovendien leefden er diverse
andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75
De twee
belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk
en oostelijk deel van de Gotische wereld76
Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de
Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins
grondgebied begeven77
Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en
de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen
te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun
woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)
trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van
keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de
Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag
bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer
Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met
als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten
zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-
423) in het zuidwesten van Gallieuml78
Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten
De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk
weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de
Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens
zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79
De
Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen
73
Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74
Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75
Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76
Halsall Barbarian migration 134 77
Wolfram History of the Goths 23-24 78
Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515 aldaar 491 79
Amm 3132
17
tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de
eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80
Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij
kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag
tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een
bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de
gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81
Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd
onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de
Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82
Met name onder
de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten
die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd
Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een
coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de
Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in
453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten
sterke leider83
In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de
verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden
De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de
Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming
zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84
Een andere grote groep Ostrogoten
had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse
afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85
De Ostrogoten waren in
deze periode zeker geen verenigde groep86
Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r
457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic
Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de
keizer tot concessies te dwingen87
Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee
concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te
80
Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81
Heather Fall of the Roman empire 164 82
EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83
Heather Goths 124 84
Burns History of the Ostrogoths 52 85
AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86
Ibidem 87
Ibidem
18
zorgen88
In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno
kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus
af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en
de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89
Bovendien kreeg de Amaalse
Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil
daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90
Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een
verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun
leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden
verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een
halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met
Theoderic Strabo weer aan91
In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een
coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund
wat hem definitief van Zeno vervreemdde92
In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de
Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten
trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop
liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de
terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93
Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven
Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de
strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94
In ruil voor zijn hulp werd Theoderic
benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic
ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het
grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan
bij de Pannonische Goten95
De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic
een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96
De totale Ostrogotische
bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan
88
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89
Ibidem 90
Heather Goths and Romans 278 91
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92
Ibidem 51 93
Heather Goths and Romans 298 94
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95
Heather Goths and Romans 302 96
Ibidem
19
100000 mensen97
De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een
gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon
beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet
langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand
kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad
afsneed98
Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er
werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten
het machtsgebied van keizer Zeno bevond
Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-
476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer
Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort
daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die
zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was
afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn
macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia
Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius
Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen
maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door
zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen
tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99
Door op een confrontatie aan te sturen
tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om
lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100
Bovendien zou wanneer Theoderic zou
slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de
grenzen van zijn rijk bevinden101
In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan
naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de
Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102
Pas in de zomer van
489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten
tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort
97
Heather Goths and Romans 302 98
Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99
Heather Goths and Romans 307 100
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101
Heather Goths and Romans 308 102
Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127
20
daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna
Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar
het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over
naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103
Theoderic kreeg echter hulp van Alaric
II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat
Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug
in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd
omgeven door moerassen in te nemen104
Deze patstelling duurde voort tot 493
Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en
Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te
delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan
zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn
aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105
Het Ostrogotische leger riep
Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106
Dit was echter tegen de zin
van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door
Constantinopel107
Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de
rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze
positie bekleden
Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies
Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108
Ook in het westen
breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de
vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de
fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109
Maar de Visigotische koning Alaric II werd
vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van
Gallieuml110
Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de
Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij
een onbekende vrouw
Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de
Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke
103
Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105
Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106
Ibidem 107
Wolfram History of the Goths 284 108
Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109
Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114
21
aanval op de Visigoten in 507111
In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen
waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml
werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112
De Ostrogoten intervenieerden echter
in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113
Daarnaast
slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de
Provence te behouden voor de Visigoten
De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het
Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd
hadden114
Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen
van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige
zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de
zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte
De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van
Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over
het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had
aangesteld115
Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was
Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric
zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116
111
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112
Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114
A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I
162-192 aldaar 167-168 115
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116
Ibidem 123
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
5
Edward Gibbon (1737-1794) noemt Boeumlthius in zijn History of the decline and fall of the
Roman Empire lsquoThe last of the Romans whom Cato or Tully (Cicero) could have
acknowledged for their countrymanrsquo10
Deze situatie bleef echter niet voortduren In 522 of 523 stierf Eutharic (ca 480-
5223) de schoonzoon en beoogd opvolger van Theoderic11
Hierna volgde een periode van
wantrouwen en politieke instabiliteit Het dieptepunt van deze periode was waarschijnlijk de
executie van Boeumlthius in 525 samen met enkele andere voorname Romeinen zoals zijn
schoonvader Symmachus (dagger 526) Volgens de Byzantijnse historicus Procopius (ca 500-560)
werd hij door Theoderic verdacht van het aanzetten tot een revolutie12
Mogelijk wordt
hiermee een samenzwering bedoeld om een Byzantijnse interventie in Italieuml te
bewerkstelligen13
Een andere mogelijkheid is dat Boeumlthius zich aan de verkeerde kant van de
opvolgingsstrijd bevond na de dood van Eutharic14
Ook de katholieke paus Johannes I (dagger
526) werd in deze periode door Theoderic gevangen gezet waarna hij korte tijd later
overleed Het lijkt erop dat de aanvankelijke harmonieuze samenwerking tussen Goten en
Romeinen ten einde was gekomen en er steeds meer spanningen ontstonden tussen beide
bevolkingsgroepen
Na de dood van Theoderic in 526 verslechterde de politieke stabiliteit nog verder
Uiteindelijk gaf dit de gelegenheid aan de Byzantijnse generaal Belisarius (ca 500-565)
namens zijn keizer Justinianus I (r 527-565) in 535 Sicilieuml binnen te vallen en een jaar later
Italieuml waarmee hij de langdurige Gotische oorlog begon Aanvankelijk verliep deze invasie
voorspoedig voor de Byzantijnen maar na verloop van tijd werd deze oorlog steeds
kostbaarder en bloediger voor alle partijen en zeker voor de Romeinse bevolking van Italieuml15
Pas in 554 werd de verovering van het Ostrogotische koninkrijk afgerond De lange
duur van de oorlog en de invasie van Italieuml door de Longobarden kort daarna in 568 zorgden
er niet alleen voor dat er een einde kwam aan de Gotische invloed in Italieuml maar ook dat
Italieuml dat voorheen het centrum van de mediterrane wereld was in de Byzantijnse periode
veel minder belangrijk werd16
10
Edward Gibbon The history of the decline and fall of the Roman Empire IV (Londen 1911) 197-198 11
Heather Goths 250 12
Procop BG 1 134 13
Moorhead Theoderic in Italy 221 14
Heather Goths 252 15
AD Lee lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New
York 2005) 113-133 aldaar 126-127 16
Mark Humphries lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en Michael Whitby ed The
Cambridge ancient history (CAH) XIV Late antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000)
525-551 aldaar 525
6
Dit aanvankelijke succes van het Ostrogotische koninkrijk gevolgd door een scherpe
neergang is opmerkelijk Ondanks de grote verschillen tussen de Goten en de Romeinen
wisten ze onder de heerschappij van Theoderic te komen tot een harmonieuze samenwerking
en groeide het Ostrogotische koninkrijk uit tot het meest succesvolle Germaanse koninkrijk
op het grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk De snelle neergang vanaf het
einde van het leven van Theoderic is daarom des te opvallender
De dood van de kroonprins Eutharic in 522 of 523 toen Theoderic zelf ongeveer
zeventig was is ook de directe oorzaak van het uiteindelijke falen van het Ostrogotische
koninkrijk die door moderne historici wordt aangewezen In het moderne debat over de
Ostrogoten zijn de publicaties van de Engelse historicus Peter Heather de Oostenrijkse
historicus Herwig Wolfram en de Australische historicus John Moorhead toonaangevend
Hieronder zet ik hun visies op het uiteindelijke falen van het koninkrijk van Theoderic uiteen
Peter Heather stelt in zijn werk The Goths dat Theoderic de basis heeft gelegd voor
een succesvolle integratie van Goten en Romeinen in zijn koninkrijk17
De opvolgingscrisis na
de dood van Eutharic zorgde voor de enorme problemen in de laatste jaren van Theoderic
niet onderliggende wrijving tussen de Goten en Romeinen18
Bovendien vergrootte de dood
van Eutharic ook de spanningen met het Byzantijnse Rijk aangezien keizer Justinus I (r 518-
527) weigerde de nieuwe kroonprins en zoon van Eutharic Athalaric (516-534) als opvolger
van Theoderic te erkennen19
Na de dood van Theoderic verslechterde de politieke situatie nog verder omdat veel
Gotische edelen niet zomaar de heerschappij van Athalaric en zijn moeder Amalasuintha die
als regentes optrad accepteerden20
Er werd vooral strijd gevoerd over invloed op de
minderjarige koning21
Amalasuintha hechtte veel belang aan een Romeinse scholing voor
haar zoon maar een groep Gotische edelen die haar invloed wilde verminderen protesteerde
hiertegen Volgens Heather moet dit echter niet gezien worden als een afwijzing van de
Romeinse cultuur door de Gotische elite De scholing van Athalaric werd volgens hem slechts
als een excuus gebruikt in een strijd over politieke invloed aan het hof in Ravenna22
Ook Herwig Wolfram wijst in zijn werk History of the Goths op het overlijden van
Eutharic dat voor een opvolgingscrisis zorgde23
Daarnaast wijst Wolfram op de invloed van
17
Heather Goths 258 18
Ibidem 19
Ibidem 255 20
Ibidem 260 21
Ibidem 22
Ibidem 23
Herwig Wolfram History of the Goths (Berkeley 1988) 329
7
het overlijden van enkele andere steunpilaren van Theoderic in dezelfde periode24
Zo stierf
paus Johannes in 526 nadat hij door Theoderic gevangen was gezet Voorheen was de paus
echter altijd een belangrijke bondgenoot geweest van het Ostrogotische hof omdat hij
streefde naar zoveel mogelijk onafhankelijkheid van de geestelijkheid in Italieuml tegenover de
Byzantijnse keizers Theoderic was vanwege dit streven een natuurlijke bondgenoot van de
paus geweest
Maar vooral de betrekkingen met andere Germaanse koninkrijken stonden onder grote
druk Theoderic had altijd geprobeerd goede relaties met de andere Germaanse vorsten te
onderhouden maar in korte tijd overleed de Vandaalse koning Thrasamund (450-523) en
werd de Bourgondische kroonprins en kleinzoon van Theoderic Segaric (495-517) door zijn
eigen vader Sigismund (dagger 524) vermoord25
Beide volken gingen daarna een veel agressievere
koers varen tegenover de Ostrogoten terwijl ze de betrekkingen met het Byzantijnse Rijk
waarmee Theoderic altijd een gespannen verhouding had gehad juist probeerden te
verbeteren
John Moorhead legt in zijn artikel lsquoThe last years of Theodericrsquo en in zijn later
verschenen monografie Theoderic in Italy de nadruk op het belang van de dood van
Thrasamund De Vandalen speelden een belangrijke rol in de mediterrane
machtsverhoudingen vanwege hun omvangrijke vloot Zij waren het enige Germaanse volk
met een zeemacht van enige betekenis ten opzichte van de Byzantijnse vloot De pro-
Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic (ca 460-533) maakte Theoderic bang voor een
Vandaals-Byzantijns bondgenootschap tegen hem De Ostrogoten zouden zwak hebben
gestaan tegenover zorsquon bondgenootschap omdat ze zelf niet over een vloot beschikten
Daardoor waren ze kwetsbaar voor aanvallen vanuit zee terwijl ze zelf niet de mogelijkheid
hadden aan te vallen26
Bovendien maakte deze bedreigende verandering in de mediterrane
machtsbalans Theoderic wantrouwend tegenover zijn Romeinse onderdanen die in zijn ogen
teveel sympathie hadden voor de Byzantijnen27
In het kort zijn de drie auteurs het erover eens dat de oorzaak van het verval van het
Ostrogotische koninkrijk ligt in toenemende politieke instabiliteit als gevolg van de dood van
Eutharic en enkele andere steunpilaren van Theoderic Dit werd nog verergerd omdat
Theoderic al oud was en kort daarna zelf overleed In deze scriptie wil ik echter verder kijken
24
Wolfram History of the Goths 329 25
Ibidem 26
John Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte Geschichte 32 (1983) 106-120 27
Moorhead Theoderic in Italy 246-247
8
dan deze min of meer toevallige gebeurtenissen die de ineenstorting van het machtigste
barbaarse koninkrijk van de post-Romeinse wereld tot gevolg hadden en juist de nadruk
leggen op de complexe onderliggende structuur waaruit dit verval voortkwam zowel intern in
de verhouding tussen Goten en Romeinen in het koninkrijk zelf als extern in de verhoudingen
tussen de verschillende staten in de mediterrane wereld
Intern waren de verhoudingen tussen de Romeinen en Goten op politiek en sociaal
gebied zeer complex Niet alleen etniciteit speelde hierin een rol maar ook het religieuze
verschil tussen de katholieke Romeinen en de ariaanse Goten Op buitenlands gebied was er
een ingewikkeld web van huwelijksallianties tussen Theoderic en de andere Germaanse
vorsten in het voormalige West-Romeinse Rijk Bovendien was Theoderic formeel slechts een
bestuurder van Italieuml onder gezag van de Byzantijnse keizers in Constantinopel
Hoe de Ostrogoten deze problemen aanvankelijk leken aan te pakken en hoe er vanaf
ongeveer 520 problemen ontstonden zowel binnenlands als buitenlands is het onderwerp van
deze scriptie De hoofdvraag van de scriptie luidt lsquoWelke onderliggende oorzaken zowel
intern als extern zijn er aan te wijzen voor het snelle verval van het Ostrogotische koninkrijk
aan het einde van het leven van Theodericrsquo
Om tot een antwoord op deze vraag te komen zullen zowel de interne structuur van het
Ostrogotische koninkrijk als de externe verhoudingen met de andere staten in het
Middellandse Zeegebied behandeld worden Intern worden de politieke organisatie de
religieuze verhoudingen en de sociale structuur tussen Goten en Romeinen in het
Ostrogotische koninkrijk uitgebreid belicht Op deze drie terreinen waren de verschillen
tussen zijn onderdanen groot en moest Theoderic een balans zien te vinden Extern worden de
relaties behandeld die Theoderic onderhield met de belangrijkste Germaanse volken op het
grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk en de ingewikkelde relatie met het
Byzantijnse Rijk waaraan hij officieel verantwoording schuldig was
In deze scriptie maak ik gebruik van diverse contemporaine Romeinse bronnen die
veel inzicht verschaffen niet alleen in de historische gebeurtenissen maar vooral ook in het
beeld dat Romeinse tijdgenoten hadden van de heerschappij van de Ostrogoot Theoderic
Deze bronnen vereisen echter wel een kritische houding ten opzichte van de leefwereld en
motivaties van de verschillende auteurs Daarom behandel ik in het eerste hoofdstuk het leven
van de aangehaalde antieke auteurs en de noodzakelijke bedenkingen bij het gebruik van hun
teksten
Vervolgens is er een hoofdstuk waarin de voorgeschiedenis van de Ostrogotische
vestiging in Italieuml behandeld wordt In dit hoofdstuk ligt de nadruk op de vraag wat de
9
politieke verhoudingen waren in de post-Romeinse mediterrane wereld en wat complexe
begrippen als Goten Visigoten en Ostrogoten die veelvuldig in deze scriptie gebruikt
worden inhouden Deze hoofdstukken met de noodzakelijke achtergronden worden gevolgd
door twee hoofdstukken waarin de interne en externe oorzaken van het verval van het
Ostrogotische koninkrijk behandeld worden Tot slot is er een conclusie
2 Antieke bronnen
Onderzoek naar veel delen van Europa na de ondergang van het West-Romeinse Rijk wordt
bemoeilijkt door een gebrek aan geschreven bronnen Dit geldt echter niet voor Italieuml en de
Ostrogoten waarover diverse literaire bronnen zijn overgeleverd Bovendien waren enkele van
deze auteurs direct bij de gebeurtenissen betrokken Hieronder worden de in deze scriptie
gebruikte antieke auteurs besproken
21 Cassiodorus (ca 485-580)
Het is niet duidelijk wanneer Cassiodorus precies is geboren maar uit zijn overgeleverde
teksten blijkt dat hij rond 485 geboren moet zijn en ouder dan negentig is geworden28
Hij is
geboren in Scylletium in zuid-Italieuml Hij kwam uit een familie die in de vijfde eeuw al diverse
generaties deel had uitgemaakt van het bestuurlijk apparaat van het West-Romeinse Rijk29
De
vader van Cassiodorus Cassiodorus de oudere bekleedde enkele belangrijke functies aan het
hof van Odoacer Als gouverneur van Sicilieuml liep Cassiodorus de oudere echter over van
Odoacer naar Theoderic toen deze de overhand leek te krijgen in hun onderlinge strijd30
Namens Theoderic moest hij ondermeer de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml mede
organiseren31
Cassiodorus zelf maakte al op jonge leeftijd naam als kenner van het recht Hij begon
zijn publieke carriegravere als juridisch adviseur en secretaris van zijn vader32
Deze positie gaf
hem rond 505 de gelegenheid een lofrede voor Theoderic te schrijven waardoor zijn literaire
talent opgemerkt werd aan het hof in Ravenna33
Hij maakte vervolgens snel carriegravere in het
28
Arne Soslashby Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies in a migration myth
(Kopenhagen 2002) 54 29
Ibidem 55 30
Ibidem 31
Barnish Cassiodorus xxxix 32
Ibidem 33
James J OrsquoDonnell Cassiodorus (Berkeley 1979) 21
10
bestuur Als quaestor was hij verantwoordelijk voor de diplomatieke berichten van
Theoderic34
Het hoogtepunt van zijn invloed bereikte hij toen hij in 523 na de val van zijn
voorganger Boeumlthius benoemd werd tot magister officiorum een soort eerste minister aan het
hof Ook na de dood van Theoderic bleef Cassiodorus werkzaam in het bestuur van het
koninkrijk Hij diende onder de opvolger van Theoderic Athalaric en diens moeder
Amalasuintha Na de vroegtijdige dood van de jonge koning en de moord op diens moeder
diende hij ook de daaropvolgende Ostrogotische koningen Theodahad (ca 480-536) en
Vitiges (dagger 540) tot 53735
Zelfs na de Byzantijnse invasie van Italieuml in 536 bleef hij korte tijd
werkzaam aan het Gotische hof in Ravenna36
Na zijn publieke carriegravere maakte hij een reis
naar Constantinopel waar hij lange tijd verbleef Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn
geboortestreek in zuid-Italieuml waar hij een monastische gemeenschap vestigde
Cassiodorus heeft een uitgebreid oeuvre nagelaten over zowel seculiere als religieuze
onderwerpen Zo heeft hij onder meer op verzoek van Theoderic een geschiedenis van de
Goten geschreven dat niet is overgeleverd maar dat wel een belangrijke bron vormde voor de
Getica van Jordanes Voor deze scriptie zijn de Variae het belangrijkst Dit is een selectie van
zijn brieven die hij namens Theoderic en diens opvolgers heeft geschreven toen hij diende in
het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk Waarschijnlijk heeft hij de Variae samengesteld
aan het einde van zijn publieke carriegravere in 537 of 53837
Hierna heeft Cassiodorus nog enkele
religieuze werken geschreven Het gaat hier om de Expositio Psalmorum De Anima en de
Institutiones Divinarum et Saecularium Litterarum
Als functionaris aan het hof in Ravenna geeft het werk van Cassiodorus een inkijk in
het functioneren ervan en is daardoor onmisbaar bij bestudering van de politieke structuur van
het hof van Theoderic Toch moet daarbij in het achterhoofd gehouden worden dat het de taak
van Cassiodorus was het beleid van Theoderic te verdedigen Hoewel er geen overduidelijke
propaganda ontdekt kan worden moet de Variae als historische bron voorzichtig gebruikt
worden38
Wel geeft het een goed beeld van de verhouding tussen de Romeinse en Gotische
bestuurlijke elite en vooral van het beeld dat Theoderic van zichzelf via Cassiodorus aan de
Romeinse elite probeerde uit te dragen
34
Barnish Cassiodorus xxxix 35
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 56 36
John Moorhead acuteBoeumlthius and Romans in Ostrogothic serviceacute Historia Zeitschrift fugraver Alte Geschichte 27
(1978) 604-612 aldaar 605 37
Barnish Cassiodorus xiv 38
Ibidem xxxiii
11
22 Ennodius (ca 473-521)
Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk
voorname familie39
Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius
opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed
trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40
Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41
De vrouw trok zich uiteindelijk terug in
een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel
op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42
Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste
was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan
de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt
het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste
plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze
periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel
aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer
die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had
In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen
de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden
Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij
was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze
zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het
langdurige Acaciaanse schisma
In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens
worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande
partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van
deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier
absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die
bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in
deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de
strijdende partijen te intervenieumlren43
Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten
39
Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40
Ibidem 3 41
Ibidem 42
Ibidem 4 43
Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735
12
koste van Laurentius die kort daarna overleed
Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44
Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding
ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor
Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is
het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke
Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45
23 Jordanes (rond 550)
Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond
het midden van de zesde eeuw46
Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd
de secretaris van een Ostrogotische generaal47
Later maakte Jordanes volgens zijn eigen
woorden een religieuze conversio door48
Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee
bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49
Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes
heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de
geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste
mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid
en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551
behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het
mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met
de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de
Byzantijnse generaal Belisarius
De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes
Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane
werk van Cassiodorus50
De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica
vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het
eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de
44
Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45
Ibidem 53 46
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47
Ibidem 102 48
Jord Get 50 265-266 49
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50
Ibidem 114
13
heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51
In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit
Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52
Deze verhalen
hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne
geschiedschrijving53
Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar
de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die
de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-
Romeinse wereld54
In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische
verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de
migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid
gebruikt worden als historische bron
24 Procopius (ca 500-560)
De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de
provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55
Als jongeman kwam hij naar
Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal
Belisarius56
Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens
zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in
een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-
Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar
Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van
Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57
Onduidelijk is wanneer Procopius precies
is overleden
Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte
Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk
Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij
achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk
bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd
51
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52
Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53
Ibidem 54
Ibidem 52 55
HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56
Ibidem 57
Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)
22
14
waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft
beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch
bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke
verhoudingen in het koninkrijk
Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een
lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de
Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58
Dit werk is een bijzonder giftig
smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en
Antonina (ca 484-570)
25 Anonymus Valesianus
De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in
Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar
heeft gevoegd en uitgegeven59
Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij
van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van
Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60
Het is waarschijnlijk
geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661
In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic
behandeld terwijl het midden is weggelaten62
In de bron worden zijn goede daden aan het
begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63
Zijn slechte daden
worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die
vier slangen baarde en enkele aardbevingen64
Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron
gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke
onderdanen zou vervolgen
Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het
eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel
gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het
58
van Dolen Procopius 22 59
Moorhead Theoderic in Italy 3 60
Ibidem 61
Ibidem 4 62
Ibidem 63
Ibidem 3-4 64
SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue
drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573
15
tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65
Toch is het qua
schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke
biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later
zijn slechtheid extra de nadruk te geven66
De Anonymus Valesianus is de enige enigszins
gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67
Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet
benaderen68
3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml
Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane
wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn
die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van
Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch
verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een
Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69
Het zoeken
naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een
politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving
van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie
in Oost-Europa70
De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van
de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het
Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de
lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van
handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71
Door het uitvechten van
kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied
onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de
Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72
De Goten genoten de
65
Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66
Ibidem 573-575 67
Ibidem 572 68
Ibidem 596 69
Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70
Ibidem 71
Ibidem 35-36 72
Ibidem 37
16
steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het
belangrijkste volk aan de Donaugrens73
Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve
contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom
Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten
gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden
Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld
in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74
Bovendien leefden er diverse
andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75
De twee
belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk
en oostelijk deel van de Gotische wereld76
Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de
Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins
grondgebied begeven77
Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en
de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen
te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun
woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)
trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van
keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de
Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag
bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer
Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met
als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten
zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-
423) in het zuidwesten van Gallieuml78
Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten
De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk
weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de
Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens
zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79
De
Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen
73
Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74
Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75
Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76
Halsall Barbarian migration 134 77
Wolfram History of the Goths 23-24 78
Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515 aldaar 491 79
Amm 3132
17
tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de
eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80
Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij
kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag
tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een
bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de
gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81
Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd
onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de
Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82
Met name onder
de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten
die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd
Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een
coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de
Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in
453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten
sterke leider83
In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de
verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden
De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de
Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming
zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84
Een andere grote groep Ostrogoten
had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse
afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85
De Ostrogoten waren in
deze periode zeker geen verenigde groep86
Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r
457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic
Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de
keizer tot concessies te dwingen87
Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee
concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te
80
Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81
Heather Fall of the Roman empire 164 82
EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83
Heather Goths 124 84
Burns History of the Ostrogoths 52 85
AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86
Ibidem 87
Ibidem
18
zorgen88
In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno
kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus
af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en
de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89
Bovendien kreeg de Amaalse
Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil
daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90
Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een
verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun
leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden
verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een
halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met
Theoderic Strabo weer aan91
In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een
coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund
wat hem definitief van Zeno vervreemdde92
In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de
Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten
trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop
liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de
terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93
Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven
Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de
strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94
In ruil voor zijn hulp werd Theoderic
benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic
ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het
grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan
bij de Pannonische Goten95
De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic
een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96
De totale Ostrogotische
bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan
88
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89
Ibidem 90
Heather Goths and Romans 278 91
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92
Ibidem 51 93
Heather Goths and Romans 298 94
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95
Heather Goths and Romans 302 96
Ibidem
19
100000 mensen97
De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een
gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon
beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet
langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand
kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad
afsneed98
Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er
werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten
het machtsgebied van keizer Zeno bevond
Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-
476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer
Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort
daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die
zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was
afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn
macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia
Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius
Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen
maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door
zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen
tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99
Door op een confrontatie aan te sturen
tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om
lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100
Bovendien zou wanneer Theoderic zou
slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de
grenzen van zijn rijk bevinden101
In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan
naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de
Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102
Pas in de zomer van
489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten
tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort
97
Heather Goths and Romans 302 98
Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99
Heather Goths and Romans 307 100
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101
Heather Goths and Romans 308 102
Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127
20
daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna
Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar
het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over
naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103
Theoderic kreeg echter hulp van Alaric
II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat
Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug
in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd
omgeven door moerassen in te nemen104
Deze patstelling duurde voort tot 493
Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en
Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te
delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan
zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn
aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105
Het Ostrogotische leger riep
Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106
Dit was echter tegen de zin
van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door
Constantinopel107
Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de
rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze
positie bekleden
Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies
Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108
Ook in het westen
breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de
vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de
fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109
Maar de Visigotische koning Alaric II werd
vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van
Gallieuml110
Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de
Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij
een onbekende vrouw
Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de
Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke
103
Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105
Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106
Ibidem 107
Wolfram History of the Goths 284 108
Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109
Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114
21
aanval op de Visigoten in 507111
In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen
waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml
werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112
De Ostrogoten intervenieerden echter
in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113
Daarnaast
slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de
Provence te behouden voor de Visigoten
De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het
Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd
hadden114
Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen
van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige
zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de
zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte
De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van
Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over
het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had
aangesteld115
Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was
Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric
zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116
111
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112
Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114
A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I
162-192 aldaar 167-168 115
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116
Ibidem 123
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
6
Dit aanvankelijke succes van het Ostrogotische koninkrijk gevolgd door een scherpe
neergang is opmerkelijk Ondanks de grote verschillen tussen de Goten en de Romeinen
wisten ze onder de heerschappij van Theoderic te komen tot een harmonieuze samenwerking
en groeide het Ostrogotische koninkrijk uit tot het meest succesvolle Germaanse koninkrijk
op het grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk De snelle neergang vanaf het
einde van het leven van Theoderic is daarom des te opvallender
De dood van de kroonprins Eutharic in 522 of 523 toen Theoderic zelf ongeveer
zeventig was is ook de directe oorzaak van het uiteindelijke falen van het Ostrogotische
koninkrijk die door moderne historici wordt aangewezen In het moderne debat over de
Ostrogoten zijn de publicaties van de Engelse historicus Peter Heather de Oostenrijkse
historicus Herwig Wolfram en de Australische historicus John Moorhead toonaangevend
Hieronder zet ik hun visies op het uiteindelijke falen van het koninkrijk van Theoderic uiteen
Peter Heather stelt in zijn werk The Goths dat Theoderic de basis heeft gelegd voor
een succesvolle integratie van Goten en Romeinen in zijn koninkrijk17
De opvolgingscrisis na
de dood van Eutharic zorgde voor de enorme problemen in de laatste jaren van Theoderic
niet onderliggende wrijving tussen de Goten en Romeinen18
Bovendien vergrootte de dood
van Eutharic ook de spanningen met het Byzantijnse Rijk aangezien keizer Justinus I (r 518-
527) weigerde de nieuwe kroonprins en zoon van Eutharic Athalaric (516-534) als opvolger
van Theoderic te erkennen19
Na de dood van Theoderic verslechterde de politieke situatie nog verder omdat veel
Gotische edelen niet zomaar de heerschappij van Athalaric en zijn moeder Amalasuintha die
als regentes optrad accepteerden20
Er werd vooral strijd gevoerd over invloed op de
minderjarige koning21
Amalasuintha hechtte veel belang aan een Romeinse scholing voor
haar zoon maar een groep Gotische edelen die haar invloed wilde verminderen protesteerde
hiertegen Volgens Heather moet dit echter niet gezien worden als een afwijzing van de
Romeinse cultuur door de Gotische elite De scholing van Athalaric werd volgens hem slechts
als een excuus gebruikt in een strijd over politieke invloed aan het hof in Ravenna22
Ook Herwig Wolfram wijst in zijn werk History of the Goths op het overlijden van
Eutharic dat voor een opvolgingscrisis zorgde23
Daarnaast wijst Wolfram op de invloed van
17
Heather Goths 258 18
Ibidem 19
Ibidem 255 20
Ibidem 260 21
Ibidem 22
Ibidem 23
Herwig Wolfram History of the Goths (Berkeley 1988) 329
7
het overlijden van enkele andere steunpilaren van Theoderic in dezelfde periode24
Zo stierf
paus Johannes in 526 nadat hij door Theoderic gevangen was gezet Voorheen was de paus
echter altijd een belangrijke bondgenoot geweest van het Ostrogotische hof omdat hij
streefde naar zoveel mogelijk onafhankelijkheid van de geestelijkheid in Italieuml tegenover de
Byzantijnse keizers Theoderic was vanwege dit streven een natuurlijke bondgenoot van de
paus geweest
Maar vooral de betrekkingen met andere Germaanse koninkrijken stonden onder grote
druk Theoderic had altijd geprobeerd goede relaties met de andere Germaanse vorsten te
onderhouden maar in korte tijd overleed de Vandaalse koning Thrasamund (450-523) en
werd de Bourgondische kroonprins en kleinzoon van Theoderic Segaric (495-517) door zijn
eigen vader Sigismund (dagger 524) vermoord25
Beide volken gingen daarna een veel agressievere
koers varen tegenover de Ostrogoten terwijl ze de betrekkingen met het Byzantijnse Rijk
waarmee Theoderic altijd een gespannen verhouding had gehad juist probeerden te
verbeteren
John Moorhead legt in zijn artikel lsquoThe last years of Theodericrsquo en in zijn later
verschenen monografie Theoderic in Italy de nadruk op het belang van de dood van
Thrasamund De Vandalen speelden een belangrijke rol in de mediterrane
machtsverhoudingen vanwege hun omvangrijke vloot Zij waren het enige Germaanse volk
met een zeemacht van enige betekenis ten opzichte van de Byzantijnse vloot De pro-
Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic (ca 460-533) maakte Theoderic bang voor een
Vandaals-Byzantijns bondgenootschap tegen hem De Ostrogoten zouden zwak hebben
gestaan tegenover zorsquon bondgenootschap omdat ze zelf niet over een vloot beschikten
Daardoor waren ze kwetsbaar voor aanvallen vanuit zee terwijl ze zelf niet de mogelijkheid
hadden aan te vallen26
Bovendien maakte deze bedreigende verandering in de mediterrane
machtsbalans Theoderic wantrouwend tegenover zijn Romeinse onderdanen die in zijn ogen
teveel sympathie hadden voor de Byzantijnen27
In het kort zijn de drie auteurs het erover eens dat de oorzaak van het verval van het
Ostrogotische koninkrijk ligt in toenemende politieke instabiliteit als gevolg van de dood van
Eutharic en enkele andere steunpilaren van Theoderic Dit werd nog verergerd omdat
Theoderic al oud was en kort daarna zelf overleed In deze scriptie wil ik echter verder kijken
24
Wolfram History of the Goths 329 25
Ibidem 26
John Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte Geschichte 32 (1983) 106-120 27
Moorhead Theoderic in Italy 246-247
8
dan deze min of meer toevallige gebeurtenissen die de ineenstorting van het machtigste
barbaarse koninkrijk van de post-Romeinse wereld tot gevolg hadden en juist de nadruk
leggen op de complexe onderliggende structuur waaruit dit verval voortkwam zowel intern in
de verhouding tussen Goten en Romeinen in het koninkrijk zelf als extern in de verhoudingen
tussen de verschillende staten in de mediterrane wereld
Intern waren de verhoudingen tussen de Romeinen en Goten op politiek en sociaal
gebied zeer complex Niet alleen etniciteit speelde hierin een rol maar ook het religieuze
verschil tussen de katholieke Romeinen en de ariaanse Goten Op buitenlands gebied was er
een ingewikkeld web van huwelijksallianties tussen Theoderic en de andere Germaanse
vorsten in het voormalige West-Romeinse Rijk Bovendien was Theoderic formeel slechts een
bestuurder van Italieuml onder gezag van de Byzantijnse keizers in Constantinopel
Hoe de Ostrogoten deze problemen aanvankelijk leken aan te pakken en hoe er vanaf
ongeveer 520 problemen ontstonden zowel binnenlands als buitenlands is het onderwerp van
deze scriptie De hoofdvraag van de scriptie luidt lsquoWelke onderliggende oorzaken zowel
intern als extern zijn er aan te wijzen voor het snelle verval van het Ostrogotische koninkrijk
aan het einde van het leven van Theodericrsquo
Om tot een antwoord op deze vraag te komen zullen zowel de interne structuur van het
Ostrogotische koninkrijk als de externe verhoudingen met de andere staten in het
Middellandse Zeegebied behandeld worden Intern worden de politieke organisatie de
religieuze verhoudingen en de sociale structuur tussen Goten en Romeinen in het
Ostrogotische koninkrijk uitgebreid belicht Op deze drie terreinen waren de verschillen
tussen zijn onderdanen groot en moest Theoderic een balans zien te vinden Extern worden de
relaties behandeld die Theoderic onderhield met de belangrijkste Germaanse volken op het
grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk en de ingewikkelde relatie met het
Byzantijnse Rijk waaraan hij officieel verantwoording schuldig was
In deze scriptie maak ik gebruik van diverse contemporaine Romeinse bronnen die
veel inzicht verschaffen niet alleen in de historische gebeurtenissen maar vooral ook in het
beeld dat Romeinse tijdgenoten hadden van de heerschappij van de Ostrogoot Theoderic
Deze bronnen vereisen echter wel een kritische houding ten opzichte van de leefwereld en
motivaties van de verschillende auteurs Daarom behandel ik in het eerste hoofdstuk het leven
van de aangehaalde antieke auteurs en de noodzakelijke bedenkingen bij het gebruik van hun
teksten
Vervolgens is er een hoofdstuk waarin de voorgeschiedenis van de Ostrogotische
vestiging in Italieuml behandeld wordt In dit hoofdstuk ligt de nadruk op de vraag wat de
9
politieke verhoudingen waren in de post-Romeinse mediterrane wereld en wat complexe
begrippen als Goten Visigoten en Ostrogoten die veelvuldig in deze scriptie gebruikt
worden inhouden Deze hoofdstukken met de noodzakelijke achtergronden worden gevolgd
door twee hoofdstukken waarin de interne en externe oorzaken van het verval van het
Ostrogotische koninkrijk behandeld worden Tot slot is er een conclusie
2 Antieke bronnen
Onderzoek naar veel delen van Europa na de ondergang van het West-Romeinse Rijk wordt
bemoeilijkt door een gebrek aan geschreven bronnen Dit geldt echter niet voor Italieuml en de
Ostrogoten waarover diverse literaire bronnen zijn overgeleverd Bovendien waren enkele van
deze auteurs direct bij de gebeurtenissen betrokken Hieronder worden de in deze scriptie
gebruikte antieke auteurs besproken
21 Cassiodorus (ca 485-580)
Het is niet duidelijk wanneer Cassiodorus precies is geboren maar uit zijn overgeleverde
teksten blijkt dat hij rond 485 geboren moet zijn en ouder dan negentig is geworden28
Hij is
geboren in Scylletium in zuid-Italieuml Hij kwam uit een familie die in de vijfde eeuw al diverse
generaties deel had uitgemaakt van het bestuurlijk apparaat van het West-Romeinse Rijk29
De
vader van Cassiodorus Cassiodorus de oudere bekleedde enkele belangrijke functies aan het
hof van Odoacer Als gouverneur van Sicilieuml liep Cassiodorus de oudere echter over van
Odoacer naar Theoderic toen deze de overhand leek te krijgen in hun onderlinge strijd30
Namens Theoderic moest hij ondermeer de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml mede
organiseren31
Cassiodorus zelf maakte al op jonge leeftijd naam als kenner van het recht Hij begon
zijn publieke carriegravere als juridisch adviseur en secretaris van zijn vader32
Deze positie gaf
hem rond 505 de gelegenheid een lofrede voor Theoderic te schrijven waardoor zijn literaire
talent opgemerkt werd aan het hof in Ravenna33
Hij maakte vervolgens snel carriegravere in het
28
Arne Soslashby Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies in a migration myth
(Kopenhagen 2002) 54 29
Ibidem 55 30
Ibidem 31
Barnish Cassiodorus xxxix 32
Ibidem 33
James J OrsquoDonnell Cassiodorus (Berkeley 1979) 21
10
bestuur Als quaestor was hij verantwoordelijk voor de diplomatieke berichten van
Theoderic34
Het hoogtepunt van zijn invloed bereikte hij toen hij in 523 na de val van zijn
voorganger Boeumlthius benoemd werd tot magister officiorum een soort eerste minister aan het
hof Ook na de dood van Theoderic bleef Cassiodorus werkzaam in het bestuur van het
koninkrijk Hij diende onder de opvolger van Theoderic Athalaric en diens moeder
Amalasuintha Na de vroegtijdige dood van de jonge koning en de moord op diens moeder
diende hij ook de daaropvolgende Ostrogotische koningen Theodahad (ca 480-536) en
Vitiges (dagger 540) tot 53735
Zelfs na de Byzantijnse invasie van Italieuml in 536 bleef hij korte tijd
werkzaam aan het Gotische hof in Ravenna36
Na zijn publieke carriegravere maakte hij een reis
naar Constantinopel waar hij lange tijd verbleef Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn
geboortestreek in zuid-Italieuml waar hij een monastische gemeenschap vestigde
Cassiodorus heeft een uitgebreid oeuvre nagelaten over zowel seculiere als religieuze
onderwerpen Zo heeft hij onder meer op verzoek van Theoderic een geschiedenis van de
Goten geschreven dat niet is overgeleverd maar dat wel een belangrijke bron vormde voor de
Getica van Jordanes Voor deze scriptie zijn de Variae het belangrijkst Dit is een selectie van
zijn brieven die hij namens Theoderic en diens opvolgers heeft geschreven toen hij diende in
het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk Waarschijnlijk heeft hij de Variae samengesteld
aan het einde van zijn publieke carriegravere in 537 of 53837
Hierna heeft Cassiodorus nog enkele
religieuze werken geschreven Het gaat hier om de Expositio Psalmorum De Anima en de
Institutiones Divinarum et Saecularium Litterarum
Als functionaris aan het hof in Ravenna geeft het werk van Cassiodorus een inkijk in
het functioneren ervan en is daardoor onmisbaar bij bestudering van de politieke structuur van
het hof van Theoderic Toch moet daarbij in het achterhoofd gehouden worden dat het de taak
van Cassiodorus was het beleid van Theoderic te verdedigen Hoewel er geen overduidelijke
propaganda ontdekt kan worden moet de Variae als historische bron voorzichtig gebruikt
worden38
Wel geeft het een goed beeld van de verhouding tussen de Romeinse en Gotische
bestuurlijke elite en vooral van het beeld dat Theoderic van zichzelf via Cassiodorus aan de
Romeinse elite probeerde uit te dragen
34
Barnish Cassiodorus xxxix 35
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 56 36
John Moorhead acuteBoeumlthius and Romans in Ostrogothic serviceacute Historia Zeitschrift fugraver Alte Geschichte 27
(1978) 604-612 aldaar 605 37
Barnish Cassiodorus xiv 38
Ibidem xxxiii
11
22 Ennodius (ca 473-521)
Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk
voorname familie39
Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius
opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed
trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40
Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41
De vrouw trok zich uiteindelijk terug in
een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel
op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42
Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste
was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan
de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt
het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste
plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze
periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel
aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer
die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had
In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen
de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden
Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij
was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze
zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het
langdurige Acaciaanse schisma
In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens
worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande
partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van
deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier
absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die
bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in
deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de
strijdende partijen te intervenieumlren43
Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten
39
Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40
Ibidem 3 41
Ibidem 42
Ibidem 4 43
Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735
12
koste van Laurentius die kort daarna overleed
Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44
Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding
ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor
Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is
het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke
Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45
23 Jordanes (rond 550)
Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond
het midden van de zesde eeuw46
Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd
de secretaris van een Ostrogotische generaal47
Later maakte Jordanes volgens zijn eigen
woorden een religieuze conversio door48
Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee
bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49
Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes
heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de
geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste
mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid
en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551
behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het
mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met
de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de
Byzantijnse generaal Belisarius
De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes
Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane
werk van Cassiodorus50
De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica
vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het
eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de
44
Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45
Ibidem 53 46
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47
Ibidem 102 48
Jord Get 50 265-266 49
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50
Ibidem 114
13
heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51
In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit
Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52
Deze verhalen
hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne
geschiedschrijving53
Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar
de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die
de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-
Romeinse wereld54
In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische
verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de
migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid
gebruikt worden als historische bron
24 Procopius (ca 500-560)
De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de
provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55
Als jongeman kwam hij naar
Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal
Belisarius56
Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens
zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in
een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-
Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar
Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van
Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57
Onduidelijk is wanneer Procopius precies
is overleden
Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte
Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk
Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij
achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk
bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd
51
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52
Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53
Ibidem 54
Ibidem 52 55
HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56
Ibidem 57
Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)
22
14
waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft
beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch
bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke
verhoudingen in het koninkrijk
Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een
lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de
Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58
Dit werk is een bijzonder giftig
smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en
Antonina (ca 484-570)
25 Anonymus Valesianus
De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in
Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar
heeft gevoegd en uitgegeven59
Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij
van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van
Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60
Het is waarschijnlijk
geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661
In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic
behandeld terwijl het midden is weggelaten62
In de bron worden zijn goede daden aan het
begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63
Zijn slechte daden
worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die
vier slangen baarde en enkele aardbevingen64
Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron
gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke
onderdanen zou vervolgen
Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het
eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel
gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het
58
van Dolen Procopius 22 59
Moorhead Theoderic in Italy 3 60
Ibidem 61
Ibidem 4 62
Ibidem 63
Ibidem 3-4 64
SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue
drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573
15
tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65
Toch is het qua
schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke
biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later
zijn slechtheid extra de nadruk te geven66
De Anonymus Valesianus is de enige enigszins
gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67
Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet
benaderen68
3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml
Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane
wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn
die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van
Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch
verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een
Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69
Het zoeken
naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een
politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving
van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie
in Oost-Europa70
De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van
de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het
Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de
lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van
handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71
Door het uitvechten van
kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied
onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de
Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72
De Goten genoten de
65
Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66
Ibidem 573-575 67
Ibidem 572 68
Ibidem 596 69
Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70
Ibidem 71
Ibidem 35-36 72
Ibidem 37
16
steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het
belangrijkste volk aan de Donaugrens73
Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve
contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom
Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten
gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden
Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld
in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74
Bovendien leefden er diverse
andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75
De twee
belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk
en oostelijk deel van de Gotische wereld76
Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de
Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins
grondgebied begeven77
Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en
de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen
te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun
woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)
trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van
keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de
Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag
bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer
Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met
als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten
zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-
423) in het zuidwesten van Gallieuml78
Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten
De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk
weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de
Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens
zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79
De
Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen
73
Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74
Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75
Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76
Halsall Barbarian migration 134 77
Wolfram History of the Goths 23-24 78
Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515 aldaar 491 79
Amm 3132
17
tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de
eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80
Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij
kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag
tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een
bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de
gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81
Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd
onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de
Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82
Met name onder
de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten
die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd
Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een
coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de
Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in
453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten
sterke leider83
In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de
verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden
De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de
Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming
zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84
Een andere grote groep Ostrogoten
had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse
afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85
De Ostrogoten waren in
deze periode zeker geen verenigde groep86
Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r
457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic
Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de
keizer tot concessies te dwingen87
Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee
concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te
80
Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81
Heather Fall of the Roman empire 164 82
EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83
Heather Goths 124 84
Burns History of the Ostrogoths 52 85
AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86
Ibidem 87
Ibidem
18
zorgen88
In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno
kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus
af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en
de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89
Bovendien kreeg de Amaalse
Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil
daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90
Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een
verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun
leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden
verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een
halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met
Theoderic Strabo weer aan91
In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een
coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund
wat hem definitief van Zeno vervreemdde92
In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de
Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten
trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop
liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de
terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93
Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven
Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de
strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94
In ruil voor zijn hulp werd Theoderic
benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic
ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het
grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan
bij de Pannonische Goten95
De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic
een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96
De totale Ostrogotische
bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan
88
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89
Ibidem 90
Heather Goths and Romans 278 91
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92
Ibidem 51 93
Heather Goths and Romans 298 94
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95
Heather Goths and Romans 302 96
Ibidem
19
100000 mensen97
De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een
gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon
beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet
langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand
kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad
afsneed98
Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er
werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten
het machtsgebied van keizer Zeno bevond
Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-
476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer
Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort
daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die
zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was
afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn
macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia
Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius
Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen
maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door
zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen
tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99
Door op een confrontatie aan te sturen
tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om
lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100
Bovendien zou wanneer Theoderic zou
slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de
grenzen van zijn rijk bevinden101
In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan
naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de
Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102
Pas in de zomer van
489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten
tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort
97
Heather Goths and Romans 302 98
Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99
Heather Goths and Romans 307 100
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101
Heather Goths and Romans 308 102
Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127
20
daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna
Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar
het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over
naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103
Theoderic kreeg echter hulp van Alaric
II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat
Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug
in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd
omgeven door moerassen in te nemen104
Deze patstelling duurde voort tot 493
Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en
Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te
delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan
zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn
aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105
Het Ostrogotische leger riep
Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106
Dit was echter tegen de zin
van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door
Constantinopel107
Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de
rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze
positie bekleden
Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies
Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108
Ook in het westen
breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de
vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de
fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109
Maar de Visigotische koning Alaric II werd
vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van
Gallieuml110
Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de
Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij
een onbekende vrouw
Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de
Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke
103
Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105
Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106
Ibidem 107
Wolfram History of the Goths 284 108
Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109
Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114
21
aanval op de Visigoten in 507111
In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen
waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml
werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112
De Ostrogoten intervenieerden echter
in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113
Daarnaast
slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de
Provence te behouden voor de Visigoten
De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het
Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd
hadden114
Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen
van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige
zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de
zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte
De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van
Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over
het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had
aangesteld115
Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was
Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric
zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116
111
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112
Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114
A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I
162-192 aldaar 167-168 115
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116
Ibidem 123
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
7
het overlijden van enkele andere steunpilaren van Theoderic in dezelfde periode24
Zo stierf
paus Johannes in 526 nadat hij door Theoderic gevangen was gezet Voorheen was de paus
echter altijd een belangrijke bondgenoot geweest van het Ostrogotische hof omdat hij
streefde naar zoveel mogelijk onafhankelijkheid van de geestelijkheid in Italieuml tegenover de
Byzantijnse keizers Theoderic was vanwege dit streven een natuurlijke bondgenoot van de
paus geweest
Maar vooral de betrekkingen met andere Germaanse koninkrijken stonden onder grote
druk Theoderic had altijd geprobeerd goede relaties met de andere Germaanse vorsten te
onderhouden maar in korte tijd overleed de Vandaalse koning Thrasamund (450-523) en
werd de Bourgondische kroonprins en kleinzoon van Theoderic Segaric (495-517) door zijn
eigen vader Sigismund (dagger 524) vermoord25
Beide volken gingen daarna een veel agressievere
koers varen tegenover de Ostrogoten terwijl ze de betrekkingen met het Byzantijnse Rijk
waarmee Theoderic altijd een gespannen verhouding had gehad juist probeerden te
verbeteren
John Moorhead legt in zijn artikel lsquoThe last years of Theodericrsquo en in zijn later
verschenen monografie Theoderic in Italy de nadruk op het belang van de dood van
Thrasamund De Vandalen speelden een belangrijke rol in de mediterrane
machtsverhoudingen vanwege hun omvangrijke vloot Zij waren het enige Germaanse volk
met een zeemacht van enige betekenis ten opzichte van de Byzantijnse vloot De pro-
Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic (ca 460-533) maakte Theoderic bang voor een
Vandaals-Byzantijns bondgenootschap tegen hem De Ostrogoten zouden zwak hebben
gestaan tegenover zorsquon bondgenootschap omdat ze zelf niet over een vloot beschikten
Daardoor waren ze kwetsbaar voor aanvallen vanuit zee terwijl ze zelf niet de mogelijkheid
hadden aan te vallen26
Bovendien maakte deze bedreigende verandering in de mediterrane
machtsbalans Theoderic wantrouwend tegenover zijn Romeinse onderdanen die in zijn ogen
teveel sympathie hadden voor de Byzantijnen27
In het kort zijn de drie auteurs het erover eens dat de oorzaak van het verval van het
Ostrogotische koninkrijk ligt in toenemende politieke instabiliteit als gevolg van de dood van
Eutharic en enkele andere steunpilaren van Theoderic Dit werd nog verergerd omdat
Theoderic al oud was en kort daarna zelf overleed In deze scriptie wil ik echter verder kijken
24
Wolfram History of the Goths 329 25
Ibidem 26
John Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte Geschichte 32 (1983) 106-120 27
Moorhead Theoderic in Italy 246-247
8
dan deze min of meer toevallige gebeurtenissen die de ineenstorting van het machtigste
barbaarse koninkrijk van de post-Romeinse wereld tot gevolg hadden en juist de nadruk
leggen op de complexe onderliggende structuur waaruit dit verval voortkwam zowel intern in
de verhouding tussen Goten en Romeinen in het koninkrijk zelf als extern in de verhoudingen
tussen de verschillende staten in de mediterrane wereld
Intern waren de verhoudingen tussen de Romeinen en Goten op politiek en sociaal
gebied zeer complex Niet alleen etniciteit speelde hierin een rol maar ook het religieuze
verschil tussen de katholieke Romeinen en de ariaanse Goten Op buitenlands gebied was er
een ingewikkeld web van huwelijksallianties tussen Theoderic en de andere Germaanse
vorsten in het voormalige West-Romeinse Rijk Bovendien was Theoderic formeel slechts een
bestuurder van Italieuml onder gezag van de Byzantijnse keizers in Constantinopel
Hoe de Ostrogoten deze problemen aanvankelijk leken aan te pakken en hoe er vanaf
ongeveer 520 problemen ontstonden zowel binnenlands als buitenlands is het onderwerp van
deze scriptie De hoofdvraag van de scriptie luidt lsquoWelke onderliggende oorzaken zowel
intern als extern zijn er aan te wijzen voor het snelle verval van het Ostrogotische koninkrijk
aan het einde van het leven van Theodericrsquo
Om tot een antwoord op deze vraag te komen zullen zowel de interne structuur van het
Ostrogotische koninkrijk als de externe verhoudingen met de andere staten in het
Middellandse Zeegebied behandeld worden Intern worden de politieke organisatie de
religieuze verhoudingen en de sociale structuur tussen Goten en Romeinen in het
Ostrogotische koninkrijk uitgebreid belicht Op deze drie terreinen waren de verschillen
tussen zijn onderdanen groot en moest Theoderic een balans zien te vinden Extern worden de
relaties behandeld die Theoderic onderhield met de belangrijkste Germaanse volken op het
grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk en de ingewikkelde relatie met het
Byzantijnse Rijk waaraan hij officieel verantwoording schuldig was
In deze scriptie maak ik gebruik van diverse contemporaine Romeinse bronnen die
veel inzicht verschaffen niet alleen in de historische gebeurtenissen maar vooral ook in het
beeld dat Romeinse tijdgenoten hadden van de heerschappij van de Ostrogoot Theoderic
Deze bronnen vereisen echter wel een kritische houding ten opzichte van de leefwereld en
motivaties van de verschillende auteurs Daarom behandel ik in het eerste hoofdstuk het leven
van de aangehaalde antieke auteurs en de noodzakelijke bedenkingen bij het gebruik van hun
teksten
Vervolgens is er een hoofdstuk waarin de voorgeschiedenis van de Ostrogotische
vestiging in Italieuml behandeld wordt In dit hoofdstuk ligt de nadruk op de vraag wat de
9
politieke verhoudingen waren in de post-Romeinse mediterrane wereld en wat complexe
begrippen als Goten Visigoten en Ostrogoten die veelvuldig in deze scriptie gebruikt
worden inhouden Deze hoofdstukken met de noodzakelijke achtergronden worden gevolgd
door twee hoofdstukken waarin de interne en externe oorzaken van het verval van het
Ostrogotische koninkrijk behandeld worden Tot slot is er een conclusie
2 Antieke bronnen
Onderzoek naar veel delen van Europa na de ondergang van het West-Romeinse Rijk wordt
bemoeilijkt door een gebrek aan geschreven bronnen Dit geldt echter niet voor Italieuml en de
Ostrogoten waarover diverse literaire bronnen zijn overgeleverd Bovendien waren enkele van
deze auteurs direct bij de gebeurtenissen betrokken Hieronder worden de in deze scriptie
gebruikte antieke auteurs besproken
21 Cassiodorus (ca 485-580)
Het is niet duidelijk wanneer Cassiodorus precies is geboren maar uit zijn overgeleverde
teksten blijkt dat hij rond 485 geboren moet zijn en ouder dan negentig is geworden28
Hij is
geboren in Scylletium in zuid-Italieuml Hij kwam uit een familie die in de vijfde eeuw al diverse
generaties deel had uitgemaakt van het bestuurlijk apparaat van het West-Romeinse Rijk29
De
vader van Cassiodorus Cassiodorus de oudere bekleedde enkele belangrijke functies aan het
hof van Odoacer Als gouverneur van Sicilieuml liep Cassiodorus de oudere echter over van
Odoacer naar Theoderic toen deze de overhand leek te krijgen in hun onderlinge strijd30
Namens Theoderic moest hij ondermeer de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml mede
organiseren31
Cassiodorus zelf maakte al op jonge leeftijd naam als kenner van het recht Hij begon
zijn publieke carriegravere als juridisch adviseur en secretaris van zijn vader32
Deze positie gaf
hem rond 505 de gelegenheid een lofrede voor Theoderic te schrijven waardoor zijn literaire
talent opgemerkt werd aan het hof in Ravenna33
Hij maakte vervolgens snel carriegravere in het
28
Arne Soslashby Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies in a migration myth
(Kopenhagen 2002) 54 29
Ibidem 55 30
Ibidem 31
Barnish Cassiodorus xxxix 32
Ibidem 33
James J OrsquoDonnell Cassiodorus (Berkeley 1979) 21
10
bestuur Als quaestor was hij verantwoordelijk voor de diplomatieke berichten van
Theoderic34
Het hoogtepunt van zijn invloed bereikte hij toen hij in 523 na de val van zijn
voorganger Boeumlthius benoemd werd tot magister officiorum een soort eerste minister aan het
hof Ook na de dood van Theoderic bleef Cassiodorus werkzaam in het bestuur van het
koninkrijk Hij diende onder de opvolger van Theoderic Athalaric en diens moeder
Amalasuintha Na de vroegtijdige dood van de jonge koning en de moord op diens moeder
diende hij ook de daaropvolgende Ostrogotische koningen Theodahad (ca 480-536) en
Vitiges (dagger 540) tot 53735
Zelfs na de Byzantijnse invasie van Italieuml in 536 bleef hij korte tijd
werkzaam aan het Gotische hof in Ravenna36
Na zijn publieke carriegravere maakte hij een reis
naar Constantinopel waar hij lange tijd verbleef Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn
geboortestreek in zuid-Italieuml waar hij een monastische gemeenschap vestigde
Cassiodorus heeft een uitgebreid oeuvre nagelaten over zowel seculiere als religieuze
onderwerpen Zo heeft hij onder meer op verzoek van Theoderic een geschiedenis van de
Goten geschreven dat niet is overgeleverd maar dat wel een belangrijke bron vormde voor de
Getica van Jordanes Voor deze scriptie zijn de Variae het belangrijkst Dit is een selectie van
zijn brieven die hij namens Theoderic en diens opvolgers heeft geschreven toen hij diende in
het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk Waarschijnlijk heeft hij de Variae samengesteld
aan het einde van zijn publieke carriegravere in 537 of 53837
Hierna heeft Cassiodorus nog enkele
religieuze werken geschreven Het gaat hier om de Expositio Psalmorum De Anima en de
Institutiones Divinarum et Saecularium Litterarum
Als functionaris aan het hof in Ravenna geeft het werk van Cassiodorus een inkijk in
het functioneren ervan en is daardoor onmisbaar bij bestudering van de politieke structuur van
het hof van Theoderic Toch moet daarbij in het achterhoofd gehouden worden dat het de taak
van Cassiodorus was het beleid van Theoderic te verdedigen Hoewel er geen overduidelijke
propaganda ontdekt kan worden moet de Variae als historische bron voorzichtig gebruikt
worden38
Wel geeft het een goed beeld van de verhouding tussen de Romeinse en Gotische
bestuurlijke elite en vooral van het beeld dat Theoderic van zichzelf via Cassiodorus aan de
Romeinse elite probeerde uit te dragen
34
Barnish Cassiodorus xxxix 35
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 56 36
John Moorhead acuteBoeumlthius and Romans in Ostrogothic serviceacute Historia Zeitschrift fugraver Alte Geschichte 27
(1978) 604-612 aldaar 605 37
Barnish Cassiodorus xiv 38
Ibidem xxxiii
11
22 Ennodius (ca 473-521)
Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk
voorname familie39
Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius
opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed
trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40
Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41
De vrouw trok zich uiteindelijk terug in
een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel
op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42
Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste
was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan
de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt
het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste
plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze
periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel
aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer
die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had
In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen
de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden
Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij
was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze
zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het
langdurige Acaciaanse schisma
In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens
worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande
partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van
deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier
absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die
bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in
deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de
strijdende partijen te intervenieumlren43
Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten
39
Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40
Ibidem 3 41
Ibidem 42
Ibidem 4 43
Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735
12
koste van Laurentius die kort daarna overleed
Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44
Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding
ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor
Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is
het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke
Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45
23 Jordanes (rond 550)
Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond
het midden van de zesde eeuw46
Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd
de secretaris van een Ostrogotische generaal47
Later maakte Jordanes volgens zijn eigen
woorden een religieuze conversio door48
Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee
bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49
Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes
heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de
geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste
mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid
en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551
behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het
mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met
de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de
Byzantijnse generaal Belisarius
De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes
Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane
werk van Cassiodorus50
De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica
vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het
eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de
44
Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45
Ibidem 53 46
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47
Ibidem 102 48
Jord Get 50 265-266 49
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50
Ibidem 114
13
heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51
In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit
Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52
Deze verhalen
hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne
geschiedschrijving53
Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar
de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die
de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-
Romeinse wereld54
In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische
verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de
migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid
gebruikt worden als historische bron
24 Procopius (ca 500-560)
De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de
provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55
Als jongeman kwam hij naar
Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal
Belisarius56
Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens
zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in
een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-
Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar
Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van
Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57
Onduidelijk is wanneer Procopius precies
is overleden
Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte
Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk
Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij
achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk
bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd
51
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52
Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53
Ibidem 54
Ibidem 52 55
HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56
Ibidem 57
Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)
22
14
waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft
beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch
bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke
verhoudingen in het koninkrijk
Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een
lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de
Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58
Dit werk is een bijzonder giftig
smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en
Antonina (ca 484-570)
25 Anonymus Valesianus
De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in
Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar
heeft gevoegd en uitgegeven59
Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij
van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van
Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60
Het is waarschijnlijk
geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661
In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic
behandeld terwijl het midden is weggelaten62
In de bron worden zijn goede daden aan het
begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63
Zijn slechte daden
worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die
vier slangen baarde en enkele aardbevingen64
Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron
gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke
onderdanen zou vervolgen
Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het
eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel
gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het
58
van Dolen Procopius 22 59
Moorhead Theoderic in Italy 3 60
Ibidem 61
Ibidem 4 62
Ibidem 63
Ibidem 3-4 64
SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue
drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573
15
tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65
Toch is het qua
schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke
biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later
zijn slechtheid extra de nadruk te geven66
De Anonymus Valesianus is de enige enigszins
gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67
Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet
benaderen68
3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml
Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane
wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn
die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van
Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch
verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een
Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69
Het zoeken
naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een
politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving
van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie
in Oost-Europa70
De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van
de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het
Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de
lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van
handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71
Door het uitvechten van
kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied
onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de
Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72
De Goten genoten de
65
Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66
Ibidem 573-575 67
Ibidem 572 68
Ibidem 596 69
Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70
Ibidem 71
Ibidem 35-36 72
Ibidem 37
16
steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het
belangrijkste volk aan de Donaugrens73
Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve
contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom
Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten
gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden
Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld
in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74
Bovendien leefden er diverse
andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75
De twee
belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk
en oostelijk deel van de Gotische wereld76
Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de
Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins
grondgebied begeven77
Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en
de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen
te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun
woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)
trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van
keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de
Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag
bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer
Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met
als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten
zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-
423) in het zuidwesten van Gallieuml78
Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten
De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk
weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de
Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens
zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79
De
Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen
73
Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74
Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75
Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76
Halsall Barbarian migration 134 77
Wolfram History of the Goths 23-24 78
Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515 aldaar 491 79
Amm 3132
17
tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de
eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80
Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij
kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag
tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een
bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de
gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81
Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd
onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de
Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82
Met name onder
de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten
die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd
Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een
coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de
Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in
453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten
sterke leider83
In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de
verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden
De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de
Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming
zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84
Een andere grote groep Ostrogoten
had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse
afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85
De Ostrogoten waren in
deze periode zeker geen verenigde groep86
Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r
457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic
Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de
keizer tot concessies te dwingen87
Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee
concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te
80
Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81
Heather Fall of the Roman empire 164 82
EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83
Heather Goths 124 84
Burns History of the Ostrogoths 52 85
AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86
Ibidem 87
Ibidem
18
zorgen88
In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno
kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus
af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en
de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89
Bovendien kreeg de Amaalse
Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil
daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90
Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een
verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun
leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden
verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een
halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met
Theoderic Strabo weer aan91
In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een
coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund
wat hem definitief van Zeno vervreemdde92
In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de
Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten
trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop
liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de
terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93
Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven
Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de
strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94
In ruil voor zijn hulp werd Theoderic
benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic
ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het
grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan
bij de Pannonische Goten95
De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic
een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96
De totale Ostrogotische
bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan
88
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89
Ibidem 90
Heather Goths and Romans 278 91
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92
Ibidem 51 93
Heather Goths and Romans 298 94
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95
Heather Goths and Romans 302 96
Ibidem
19
100000 mensen97
De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een
gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon
beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet
langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand
kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad
afsneed98
Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er
werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten
het machtsgebied van keizer Zeno bevond
Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-
476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer
Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort
daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die
zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was
afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn
macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia
Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius
Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen
maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door
zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen
tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99
Door op een confrontatie aan te sturen
tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om
lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100
Bovendien zou wanneer Theoderic zou
slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de
grenzen van zijn rijk bevinden101
In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan
naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de
Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102
Pas in de zomer van
489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten
tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort
97
Heather Goths and Romans 302 98
Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99
Heather Goths and Romans 307 100
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101
Heather Goths and Romans 308 102
Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127
20
daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna
Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar
het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over
naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103
Theoderic kreeg echter hulp van Alaric
II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat
Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug
in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd
omgeven door moerassen in te nemen104
Deze patstelling duurde voort tot 493
Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en
Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te
delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan
zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn
aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105
Het Ostrogotische leger riep
Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106
Dit was echter tegen de zin
van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door
Constantinopel107
Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de
rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze
positie bekleden
Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies
Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108
Ook in het westen
breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de
vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de
fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109
Maar de Visigotische koning Alaric II werd
vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van
Gallieuml110
Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de
Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij
een onbekende vrouw
Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de
Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke
103
Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105
Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106
Ibidem 107
Wolfram History of the Goths 284 108
Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109
Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114
21
aanval op de Visigoten in 507111
In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen
waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml
werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112
De Ostrogoten intervenieerden echter
in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113
Daarnaast
slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de
Provence te behouden voor de Visigoten
De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het
Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd
hadden114
Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen
van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige
zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de
zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte
De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van
Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over
het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had
aangesteld115
Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was
Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric
zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116
111
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112
Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114
A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I
162-192 aldaar 167-168 115
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116
Ibidem 123
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
8
dan deze min of meer toevallige gebeurtenissen die de ineenstorting van het machtigste
barbaarse koninkrijk van de post-Romeinse wereld tot gevolg hadden en juist de nadruk
leggen op de complexe onderliggende structuur waaruit dit verval voortkwam zowel intern in
de verhouding tussen Goten en Romeinen in het koninkrijk zelf als extern in de verhoudingen
tussen de verschillende staten in de mediterrane wereld
Intern waren de verhoudingen tussen de Romeinen en Goten op politiek en sociaal
gebied zeer complex Niet alleen etniciteit speelde hierin een rol maar ook het religieuze
verschil tussen de katholieke Romeinen en de ariaanse Goten Op buitenlands gebied was er
een ingewikkeld web van huwelijksallianties tussen Theoderic en de andere Germaanse
vorsten in het voormalige West-Romeinse Rijk Bovendien was Theoderic formeel slechts een
bestuurder van Italieuml onder gezag van de Byzantijnse keizers in Constantinopel
Hoe de Ostrogoten deze problemen aanvankelijk leken aan te pakken en hoe er vanaf
ongeveer 520 problemen ontstonden zowel binnenlands als buitenlands is het onderwerp van
deze scriptie De hoofdvraag van de scriptie luidt lsquoWelke onderliggende oorzaken zowel
intern als extern zijn er aan te wijzen voor het snelle verval van het Ostrogotische koninkrijk
aan het einde van het leven van Theodericrsquo
Om tot een antwoord op deze vraag te komen zullen zowel de interne structuur van het
Ostrogotische koninkrijk als de externe verhoudingen met de andere staten in het
Middellandse Zeegebied behandeld worden Intern worden de politieke organisatie de
religieuze verhoudingen en de sociale structuur tussen Goten en Romeinen in het
Ostrogotische koninkrijk uitgebreid belicht Op deze drie terreinen waren de verschillen
tussen zijn onderdanen groot en moest Theoderic een balans zien te vinden Extern worden de
relaties behandeld die Theoderic onderhield met de belangrijkste Germaanse volken op het
grondgebied van het voormalige West-Romeinse Rijk en de ingewikkelde relatie met het
Byzantijnse Rijk waaraan hij officieel verantwoording schuldig was
In deze scriptie maak ik gebruik van diverse contemporaine Romeinse bronnen die
veel inzicht verschaffen niet alleen in de historische gebeurtenissen maar vooral ook in het
beeld dat Romeinse tijdgenoten hadden van de heerschappij van de Ostrogoot Theoderic
Deze bronnen vereisen echter wel een kritische houding ten opzichte van de leefwereld en
motivaties van de verschillende auteurs Daarom behandel ik in het eerste hoofdstuk het leven
van de aangehaalde antieke auteurs en de noodzakelijke bedenkingen bij het gebruik van hun
teksten
Vervolgens is er een hoofdstuk waarin de voorgeschiedenis van de Ostrogotische
vestiging in Italieuml behandeld wordt In dit hoofdstuk ligt de nadruk op de vraag wat de
9
politieke verhoudingen waren in de post-Romeinse mediterrane wereld en wat complexe
begrippen als Goten Visigoten en Ostrogoten die veelvuldig in deze scriptie gebruikt
worden inhouden Deze hoofdstukken met de noodzakelijke achtergronden worden gevolgd
door twee hoofdstukken waarin de interne en externe oorzaken van het verval van het
Ostrogotische koninkrijk behandeld worden Tot slot is er een conclusie
2 Antieke bronnen
Onderzoek naar veel delen van Europa na de ondergang van het West-Romeinse Rijk wordt
bemoeilijkt door een gebrek aan geschreven bronnen Dit geldt echter niet voor Italieuml en de
Ostrogoten waarover diverse literaire bronnen zijn overgeleverd Bovendien waren enkele van
deze auteurs direct bij de gebeurtenissen betrokken Hieronder worden de in deze scriptie
gebruikte antieke auteurs besproken
21 Cassiodorus (ca 485-580)
Het is niet duidelijk wanneer Cassiodorus precies is geboren maar uit zijn overgeleverde
teksten blijkt dat hij rond 485 geboren moet zijn en ouder dan negentig is geworden28
Hij is
geboren in Scylletium in zuid-Italieuml Hij kwam uit een familie die in de vijfde eeuw al diverse
generaties deel had uitgemaakt van het bestuurlijk apparaat van het West-Romeinse Rijk29
De
vader van Cassiodorus Cassiodorus de oudere bekleedde enkele belangrijke functies aan het
hof van Odoacer Als gouverneur van Sicilieuml liep Cassiodorus de oudere echter over van
Odoacer naar Theoderic toen deze de overhand leek te krijgen in hun onderlinge strijd30
Namens Theoderic moest hij ondermeer de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml mede
organiseren31
Cassiodorus zelf maakte al op jonge leeftijd naam als kenner van het recht Hij begon
zijn publieke carriegravere als juridisch adviseur en secretaris van zijn vader32
Deze positie gaf
hem rond 505 de gelegenheid een lofrede voor Theoderic te schrijven waardoor zijn literaire
talent opgemerkt werd aan het hof in Ravenna33
Hij maakte vervolgens snel carriegravere in het
28
Arne Soslashby Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies in a migration myth
(Kopenhagen 2002) 54 29
Ibidem 55 30
Ibidem 31
Barnish Cassiodorus xxxix 32
Ibidem 33
James J OrsquoDonnell Cassiodorus (Berkeley 1979) 21
10
bestuur Als quaestor was hij verantwoordelijk voor de diplomatieke berichten van
Theoderic34
Het hoogtepunt van zijn invloed bereikte hij toen hij in 523 na de val van zijn
voorganger Boeumlthius benoemd werd tot magister officiorum een soort eerste minister aan het
hof Ook na de dood van Theoderic bleef Cassiodorus werkzaam in het bestuur van het
koninkrijk Hij diende onder de opvolger van Theoderic Athalaric en diens moeder
Amalasuintha Na de vroegtijdige dood van de jonge koning en de moord op diens moeder
diende hij ook de daaropvolgende Ostrogotische koningen Theodahad (ca 480-536) en
Vitiges (dagger 540) tot 53735
Zelfs na de Byzantijnse invasie van Italieuml in 536 bleef hij korte tijd
werkzaam aan het Gotische hof in Ravenna36
Na zijn publieke carriegravere maakte hij een reis
naar Constantinopel waar hij lange tijd verbleef Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn
geboortestreek in zuid-Italieuml waar hij een monastische gemeenschap vestigde
Cassiodorus heeft een uitgebreid oeuvre nagelaten over zowel seculiere als religieuze
onderwerpen Zo heeft hij onder meer op verzoek van Theoderic een geschiedenis van de
Goten geschreven dat niet is overgeleverd maar dat wel een belangrijke bron vormde voor de
Getica van Jordanes Voor deze scriptie zijn de Variae het belangrijkst Dit is een selectie van
zijn brieven die hij namens Theoderic en diens opvolgers heeft geschreven toen hij diende in
het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk Waarschijnlijk heeft hij de Variae samengesteld
aan het einde van zijn publieke carriegravere in 537 of 53837
Hierna heeft Cassiodorus nog enkele
religieuze werken geschreven Het gaat hier om de Expositio Psalmorum De Anima en de
Institutiones Divinarum et Saecularium Litterarum
Als functionaris aan het hof in Ravenna geeft het werk van Cassiodorus een inkijk in
het functioneren ervan en is daardoor onmisbaar bij bestudering van de politieke structuur van
het hof van Theoderic Toch moet daarbij in het achterhoofd gehouden worden dat het de taak
van Cassiodorus was het beleid van Theoderic te verdedigen Hoewel er geen overduidelijke
propaganda ontdekt kan worden moet de Variae als historische bron voorzichtig gebruikt
worden38
Wel geeft het een goed beeld van de verhouding tussen de Romeinse en Gotische
bestuurlijke elite en vooral van het beeld dat Theoderic van zichzelf via Cassiodorus aan de
Romeinse elite probeerde uit te dragen
34
Barnish Cassiodorus xxxix 35
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 56 36
John Moorhead acuteBoeumlthius and Romans in Ostrogothic serviceacute Historia Zeitschrift fugraver Alte Geschichte 27
(1978) 604-612 aldaar 605 37
Barnish Cassiodorus xiv 38
Ibidem xxxiii
11
22 Ennodius (ca 473-521)
Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk
voorname familie39
Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius
opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed
trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40
Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41
De vrouw trok zich uiteindelijk terug in
een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel
op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42
Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste
was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan
de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt
het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste
plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze
periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel
aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer
die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had
In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen
de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden
Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij
was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze
zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het
langdurige Acaciaanse schisma
In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens
worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande
partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van
deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier
absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die
bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in
deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de
strijdende partijen te intervenieumlren43
Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten
39
Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40
Ibidem 3 41
Ibidem 42
Ibidem 4 43
Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735
12
koste van Laurentius die kort daarna overleed
Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44
Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding
ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor
Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is
het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke
Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45
23 Jordanes (rond 550)
Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond
het midden van de zesde eeuw46
Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd
de secretaris van een Ostrogotische generaal47
Later maakte Jordanes volgens zijn eigen
woorden een religieuze conversio door48
Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee
bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49
Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes
heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de
geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste
mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid
en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551
behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het
mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met
de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de
Byzantijnse generaal Belisarius
De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes
Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane
werk van Cassiodorus50
De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica
vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het
eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de
44
Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45
Ibidem 53 46
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47
Ibidem 102 48
Jord Get 50 265-266 49
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50
Ibidem 114
13
heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51
In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit
Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52
Deze verhalen
hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne
geschiedschrijving53
Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar
de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die
de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-
Romeinse wereld54
In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische
verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de
migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid
gebruikt worden als historische bron
24 Procopius (ca 500-560)
De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de
provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55
Als jongeman kwam hij naar
Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal
Belisarius56
Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens
zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in
een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-
Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar
Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van
Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57
Onduidelijk is wanneer Procopius precies
is overleden
Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte
Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk
Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij
achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk
bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd
51
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52
Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53
Ibidem 54
Ibidem 52 55
HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56
Ibidem 57
Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)
22
14
waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft
beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch
bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke
verhoudingen in het koninkrijk
Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een
lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de
Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58
Dit werk is een bijzonder giftig
smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en
Antonina (ca 484-570)
25 Anonymus Valesianus
De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in
Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar
heeft gevoegd en uitgegeven59
Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij
van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van
Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60
Het is waarschijnlijk
geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661
In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic
behandeld terwijl het midden is weggelaten62
In de bron worden zijn goede daden aan het
begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63
Zijn slechte daden
worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die
vier slangen baarde en enkele aardbevingen64
Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron
gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke
onderdanen zou vervolgen
Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het
eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel
gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het
58
van Dolen Procopius 22 59
Moorhead Theoderic in Italy 3 60
Ibidem 61
Ibidem 4 62
Ibidem 63
Ibidem 3-4 64
SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue
drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573
15
tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65
Toch is het qua
schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke
biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later
zijn slechtheid extra de nadruk te geven66
De Anonymus Valesianus is de enige enigszins
gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67
Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet
benaderen68
3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml
Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane
wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn
die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van
Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch
verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een
Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69
Het zoeken
naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een
politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving
van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie
in Oost-Europa70
De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van
de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het
Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de
lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van
handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71
Door het uitvechten van
kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied
onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de
Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72
De Goten genoten de
65
Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66
Ibidem 573-575 67
Ibidem 572 68
Ibidem 596 69
Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70
Ibidem 71
Ibidem 35-36 72
Ibidem 37
16
steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het
belangrijkste volk aan de Donaugrens73
Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve
contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom
Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten
gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden
Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld
in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74
Bovendien leefden er diverse
andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75
De twee
belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk
en oostelijk deel van de Gotische wereld76
Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de
Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins
grondgebied begeven77
Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en
de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen
te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun
woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)
trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van
keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de
Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag
bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer
Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met
als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten
zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-
423) in het zuidwesten van Gallieuml78
Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten
De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk
weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de
Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens
zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79
De
Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen
73
Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74
Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75
Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76
Halsall Barbarian migration 134 77
Wolfram History of the Goths 23-24 78
Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515 aldaar 491 79
Amm 3132
17
tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de
eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80
Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij
kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag
tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een
bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de
gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81
Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd
onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de
Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82
Met name onder
de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten
die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd
Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een
coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de
Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in
453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten
sterke leider83
In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de
verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden
De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de
Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming
zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84
Een andere grote groep Ostrogoten
had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse
afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85
De Ostrogoten waren in
deze periode zeker geen verenigde groep86
Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r
457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic
Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de
keizer tot concessies te dwingen87
Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee
concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te
80
Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81
Heather Fall of the Roman empire 164 82
EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83
Heather Goths 124 84
Burns History of the Ostrogoths 52 85
AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86
Ibidem 87
Ibidem
18
zorgen88
In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno
kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus
af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en
de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89
Bovendien kreeg de Amaalse
Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil
daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90
Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een
verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun
leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden
verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een
halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met
Theoderic Strabo weer aan91
In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een
coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund
wat hem definitief van Zeno vervreemdde92
In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de
Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten
trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop
liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de
terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93
Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven
Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de
strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94
In ruil voor zijn hulp werd Theoderic
benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic
ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het
grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan
bij de Pannonische Goten95
De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic
een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96
De totale Ostrogotische
bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan
88
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89
Ibidem 90
Heather Goths and Romans 278 91
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92
Ibidem 51 93
Heather Goths and Romans 298 94
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95
Heather Goths and Romans 302 96
Ibidem
19
100000 mensen97
De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een
gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon
beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet
langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand
kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad
afsneed98
Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er
werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten
het machtsgebied van keizer Zeno bevond
Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-
476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer
Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort
daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die
zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was
afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn
macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia
Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius
Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen
maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door
zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen
tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99
Door op een confrontatie aan te sturen
tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om
lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100
Bovendien zou wanneer Theoderic zou
slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de
grenzen van zijn rijk bevinden101
In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan
naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de
Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102
Pas in de zomer van
489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten
tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort
97
Heather Goths and Romans 302 98
Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99
Heather Goths and Romans 307 100
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101
Heather Goths and Romans 308 102
Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127
20
daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna
Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar
het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over
naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103
Theoderic kreeg echter hulp van Alaric
II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat
Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug
in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd
omgeven door moerassen in te nemen104
Deze patstelling duurde voort tot 493
Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en
Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te
delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan
zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn
aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105
Het Ostrogotische leger riep
Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106
Dit was echter tegen de zin
van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door
Constantinopel107
Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de
rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze
positie bekleden
Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies
Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108
Ook in het westen
breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de
vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de
fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109
Maar de Visigotische koning Alaric II werd
vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van
Gallieuml110
Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de
Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij
een onbekende vrouw
Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de
Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke
103
Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105
Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106
Ibidem 107
Wolfram History of the Goths 284 108
Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109
Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114
21
aanval op de Visigoten in 507111
In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen
waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml
werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112
De Ostrogoten intervenieerden echter
in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113
Daarnaast
slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de
Provence te behouden voor de Visigoten
De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het
Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd
hadden114
Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen
van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige
zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de
zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte
De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van
Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over
het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had
aangesteld115
Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was
Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric
zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116
111
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112
Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114
A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I
162-192 aldaar 167-168 115
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116
Ibidem 123
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
9
politieke verhoudingen waren in de post-Romeinse mediterrane wereld en wat complexe
begrippen als Goten Visigoten en Ostrogoten die veelvuldig in deze scriptie gebruikt
worden inhouden Deze hoofdstukken met de noodzakelijke achtergronden worden gevolgd
door twee hoofdstukken waarin de interne en externe oorzaken van het verval van het
Ostrogotische koninkrijk behandeld worden Tot slot is er een conclusie
2 Antieke bronnen
Onderzoek naar veel delen van Europa na de ondergang van het West-Romeinse Rijk wordt
bemoeilijkt door een gebrek aan geschreven bronnen Dit geldt echter niet voor Italieuml en de
Ostrogoten waarover diverse literaire bronnen zijn overgeleverd Bovendien waren enkele van
deze auteurs direct bij de gebeurtenissen betrokken Hieronder worden de in deze scriptie
gebruikte antieke auteurs besproken
21 Cassiodorus (ca 485-580)
Het is niet duidelijk wanneer Cassiodorus precies is geboren maar uit zijn overgeleverde
teksten blijkt dat hij rond 485 geboren moet zijn en ouder dan negentig is geworden28
Hij is
geboren in Scylletium in zuid-Italieuml Hij kwam uit een familie die in de vijfde eeuw al diverse
generaties deel had uitgemaakt van het bestuurlijk apparaat van het West-Romeinse Rijk29
De
vader van Cassiodorus Cassiodorus de oudere bekleedde enkele belangrijke functies aan het
hof van Odoacer Als gouverneur van Sicilieuml liep Cassiodorus de oudere echter over van
Odoacer naar Theoderic toen deze de overhand leek te krijgen in hun onderlinge strijd30
Namens Theoderic moest hij ondermeer de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml mede
organiseren31
Cassiodorus zelf maakte al op jonge leeftijd naam als kenner van het recht Hij begon
zijn publieke carriegravere als juridisch adviseur en secretaris van zijn vader32
Deze positie gaf
hem rond 505 de gelegenheid een lofrede voor Theoderic te schrijven waardoor zijn literaire
talent opgemerkt werd aan het hof in Ravenna33
Hij maakte vervolgens snel carriegravere in het
28
Arne Soslashby Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies in a migration myth
(Kopenhagen 2002) 54 29
Ibidem 55 30
Ibidem 31
Barnish Cassiodorus xxxix 32
Ibidem 33
James J OrsquoDonnell Cassiodorus (Berkeley 1979) 21
10
bestuur Als quaestor was hij verantwoordelijk voor de diplomatieke berichten van
Theoderic34
Het hoogtepunt van zijn invloed bereikte hij toen hij in 523 na de val van zijn
voorganger Boeumlthius benoemd werd tot magister officiorum een soort eerste minister aan het
hof Ook na de dood van Theoderic bleef Cassiodorus werkzaam in het bestuur van het
koninkrijk Hij diende onder de opvolger van Theoderic Athalaric en diens moeder
Amalasuintha Na de vroegtijdige dood van de jonge koning en de moord op diens moeder
diende hij ook de daaropvolgende Ostrogotische koningen Theodahad (ca 480-536) en
Vitiges (dagger 540) tot 53735
Zelfs na de Byzantijnse invasie van Italieuml in 536 bleef hij korte tijd
werkzaam aan het Gotische hof in Ravenna36
Na zijn publieke carriegravere maakte hij een reis
naar Constantinopel waar hij lange tijd verbleef Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn
geboortestreek in zuid-Italieuml waar hij een monastische gemeenschap vestigde
Cassiodorus heeft een uitgebreid oeuvre nagelaten over zowel seculiere als religieuze
onderwerpen Zo heeft hij onder meer op verzoek van Theoderic een geschiedenis van de
Goten geschreven dat niet is overgeleverd maar dat wel een belangrijke bron vormde voor de
Getica van Jordanes Voor deze scriptie zijn de Variae het belangrijkst Dit is een selectie van
zijn brieven die hij namens Theoderic en diens opvolgers heeft geschreven toen hij diende in
het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk Waarschijnlijk heeft hij de Variae samengesteld
aan het einde van zijn publieke carriegravere in 537 of 53837
Hierna heeft Cassiodorus nog enkele
religieuze werken geschreven Het gaat hier om de Expositio Psalmorum De Anima en de
Institutiones Divinarum et Saecularium Litterarum
Als functionaris aan het hof in Ravenna geeft het werk van Cassiodorus een inkijk in
het functioneren ervan en is daardoor onmisbaar bij bestudering van de politieke structuur van
het hof van Theoderic Toch moet daarbij in het achterhoofd gehouden worden dat het de taak
van Cassiodorus was het beleid van Theoderic te verdedigen Hoewel er geen overduidelijke
propaganda ontdekt kan worden moet de Variae als historische bron voorzichtig gebruikt
worden38
Wel geeft het een goed beeld van de verhouding tussen de Romeinse en Gotische
bestuurlijke elite en vooral van het beeld dat Theoderic van zichzelf via Cassiodorus aan de
Romeinse elite probeerde uit te dragen
34
Barnish Cassiodorus xxxix 35
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 56 36
John Moorhead acuteBoeumlthius and Romans in Ostrogothic serviceacute Historia Zeitschrift fugraver Alte Geschichte 27
(1978) 604-612 aldaar 605 37
Barnish Cassiodorus xiv 38
Ibidem xxxiii
11
22 Ennodius (ca 473-521)
Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk
voorname familie39
Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius
opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed
trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40
Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41
De vrouw trok zich uiteindelijk terug in
een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel
op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42
Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste
was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan
de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt
het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste
plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze
periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel
aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer
die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had
In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen
de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden
Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij
was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze
zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het
langdurige Acaciaanse schisma
In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens
worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande
partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van
deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier
absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die
bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in
deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de
strijdende partijen te intervenieumlren43
Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten
39
Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40
Ibidem 3 41
Ibidem 42
Ibidem 4 43
Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735
12
koste van Laurentius die kort daarna overleed
Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44
Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding
ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor
Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is
het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke
Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45
23 Jordanes (rond 550)
Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond
het midden van de zesde eeuw46
Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd
de secretaris van een Ostrogotische generaal47
Later maakte Jordanes volgens zijn eigen
woorden een religieuze conversio door48
Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee
bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49
Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes
heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de
geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste
mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid
en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551
behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het
mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met
de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de
Byzantijnse generaal Belisarius
De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes
Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane
werk van Cassiodorus50
De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica
vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het
eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de
44
Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45
Ibidem 53 46
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47
Ibidem 102 48
Jord Get 50 265-266 49
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50
Ibidem 114
13
heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51
In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit
Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52
Deze verhalen
hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne
geschiedschrijving53
Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar
de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die
de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-
Romeinse wereld54
In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische
verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de
migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid
gebruikt worden als historische bron
24 Procopius (ca 500-560)
De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de
provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55
Als jongeman kwam hij naar
Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal
Belisarius56
Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens
zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in
een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-
Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar
Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van
Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57
Onduidelijk is wanneer Procopius precies
is overleden
Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte
Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk
Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij
achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk
bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd
51
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52
Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53
Ibidem 54
Ibidem 52 55
HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56
Ibidem 57
Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)
22
14
waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft
beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch
bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke
verhoudingen in het koninkrijk
Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een
lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de
Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58
Dit werk is een bijzonder giftig
smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en
Antonina (ca 484-570)
25 Anonymus Valesianus
De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in
Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar
heeft gevoegd en uitgegeven59
Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij
van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van
Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60
Het is waarschijnlijk
geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661
In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic
behandeld terwijl het midden is weggelaten62
In de bron worden zijn goede daden aan het
begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63
Zijn slechte daden
worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die
vier slangen baarde en enkele aardbevingen64
Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron
gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke
onderdanen zou vervolgen
Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het
eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel
gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het
58
van Dolen Procopius 22 59
Moorhead Theoderic in Italy 3 60
Ibidem 61
Ibidem 4 62
Ibidem 63
Ibidem 3-4 64
SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue
drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573
15
tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65
Toch is het qua
schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke
biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later
zijn slechtheid extra de nadruk te geven66
De Anonymus Valesianus is de enige enigszins
gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67
Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet
benaderen68
3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml
Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane
wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn
die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van
Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch
verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een
Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69
Het zoeken
naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een
politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving
van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie
in Oost-Europa70
De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van
de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het
Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de
lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van
handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71
Door het uitvechten van
kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied
onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de
Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72
De Goten genoten de
65
Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66
Ibidem 573-575 67
Ibidem 572 68
Ibidem 596 69
Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70
Ibidem 71
Ibidem 35-36 72
Ibidem 37
16
steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het
belangrijkste volk aan de Donaugrens73
Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve
contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom
Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten
gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden
Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld
in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74
Bovendien leefden er diverse
andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75
De twee
belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk
en oostelijk deel van de Gotische wereld76
Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de
Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins
grondgebied begeven77
Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en
de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen
te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun
woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)
trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van
keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de
Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag
bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer
Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met
als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten
zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-
423) in het zuidwesten van Gallieuml78
Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten
De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk
weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de
Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens
zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79
De
Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen
73
Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74
Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75
Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76
Halsall Barbarian migration 134 77
Wolfram History of the Goths 23-24 78
Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515 aldaar 491 79
Amm 3132
17
tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de
eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80
Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij
kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag
tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een
bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de
gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81
Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd
onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de
Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82
Met name onder
de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten
die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd
Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een
coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de
Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in
453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten
sterke leider83
In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de
verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden
De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de
Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming
zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84
Een andere grote groep Ostrogoten
had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse
afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85
De Ostrogoten waren in
deze periode zeker geen verenigde groep86
Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r
457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic
Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de
keizer tot concessies te dwingen87
Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee
concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te
80
Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81
Heather Fall of the Roman empire 164 82
EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83
Heather Goths 124 84
Burns History of the Ostrogoths 52 85
AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86
Ibidem 87
Ibidem
18
zorgen88
In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno
kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus
af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en
de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89
Bovendien kreeg de Amaalse
Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil
daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90
Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een
verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun
leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden
verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een
halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met
Theoderic Strabo weer aan91
In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een
coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund
wat hem definitief van Zeno vervreemdde92
In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de
Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten
trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop
liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de
terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93
Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven
Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de
strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94
In ruil voor zijn hulp werd Theoderic
benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic
ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het
grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan
bij de Pannonische Goten95
De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic
een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96
De totale Ostrogotische
bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan
88
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89
Ibidem 90
Heather Goths and Romans 278 91
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92
Ibidem 51 93
Heather Goths and Romans 298 94
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95
Heather Goths and Romans 302 96
Ibidem
19
100000 mensen97
De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een
gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon
beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet
langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand
kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad
afsneed98
Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er
werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten
het machtsgebied van keizer Zeno bevond
Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-
476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer
Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort
daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die
zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was
afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn
macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia
Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius
Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen
maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door
zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen
tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99
Door op een confrontatie aan te sturen
tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om
lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100
Bovendien zou wanneer Theoderic zou
slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de
grenzen van zijn rijk bevinden101
In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan
naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de
Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102
Pas in de zomer van
489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten
tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort
97
Heather Goths and Romans 302 98
Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99
Heather Goths and Romans 307 100
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101
Heather Goths and Romans 308 102
Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127
20
daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna
Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar
het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over
naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103
Theoderic kreeg echter hulp van Alaric
II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat
Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug
in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd
omgeven door moerassen in te nemen104
Deze patstelling duurde voort tot 493
Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en
Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te
delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan
zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn
aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105
Het Ostrogotische leger riep
Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106
Dit was echter tegen de zin
van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door
Constantinopel107
Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de
rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze
positie bekleden
Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies
Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108
Ook in het westen
breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de
vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de
fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109
Maar de Visigotische koning Alaric II werd
vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van
Gallieuml110
Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de
Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij
een onbekende vrouw
Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de
Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke
103
Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105
Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106
Ibidem 107
Wolfram History of the Goths 284 108
Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109
Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114
21
aanval op de Visigoten in 507111
In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen
waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml
werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112
De Ostrogoten intervenieerden echter
in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113
Daarnaast
slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de
Provence te behouden voor de Visigoten
De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het
Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd
hadden114
Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen
van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige
zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de
zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte
De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van
Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over
het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had
aangesteld115
Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was
Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric
zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116
111
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112
Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114
A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I
162-192 aldaar 167-168 115
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116
Ibidem 123
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
10
bestuur Als quaestor was hij verantwoordelijk voor de diplomatieke berichten van
Theoderic34
Het hoogtepunt van zijn invloed bereikte hij toen hij in 523 na de val van zijn
voorganger Boeumlthius benoemd werd tot magister officiorum een soort eerste minister aan het
hof Ook na de dood van Theoderic bleef Cassiodorus werkzaam in het bestuur van het
koninkrijk Hij diende onder de opvolger van Theoderic Athalaric en diens moeder
Amalasuintha Na de vroegtijdige dood van de jonge koning en de moord op diens moeder
diende hij ook de daaropvolgende Ostrogotische koningen Theodahad (ca 480-536) en
Vitiges (dagger 540) tot 53735
Zelfs na de Byzantijnse invasie van Italieuml in 536 bleef hij korte tijd
werkzaam aan het Gotische hof in Ravenna36
Na zijn publieke carriegravere maakte hij een reis
naar Constantinopel waar hij lange tijd verbleef Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn
geboortestreek in zuid-Italieuml waar hij een monastische gemeenschap vestigde
Cassiodorus heeft een uitgebreid oeuvre nagelaten over zowel seculiere als religieuze
onderwerpen Zo heeft hij onder meer op verzoek van Theoderic een geschiedenis van de
Goten geschreven dat niet is overgeleverd maar dat wel een belangrijke bron vormde voor de
Getica van Jordanes Voor deze scriptie zijn de Variae het belangrijkst Dit is een selectie van
zijn brieven die hij namens Theoderic en diens opvolgers heeft geschreven toen hij diende in
het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk Waarschijnlijk heeft hij de Variae samengesteld
aan het einde van zijn publieke carriegravere in 537 of 53837
Hierna heeft Cassiodorus nog enkele
religieuze werken geschreven Het gaat hier om de Expositio Psalmorum De Anima en de
Institutiones Divinarum et Saecularium Litterarum
Als functionaris aan het hof in Ravenna geeft het werk van Cassiodorus een inkijk in
het functioneren ervan en is daardoor onmisbaar bij bestudering van de politieke structuur van
het hof van Theoderic Toch moet daarbij in het achterhoofd gehouden worden dat het de taak
van Cassiodorus was het beleid van Theoderic te verdedigen Hoewel er geen overduidelijke
propaganda ontdekt kan worden moet de Variae als historische bron voorzichtig gebruikt
worden38
Wel geeft het een goed beeld van de verhouding tussen de Romeinse en Gotische
bestuurlijke elite en vooral van het beeld dat Theoderic van zichzelf via Cassiodorus aan de
Romeinse elite probeerde uit te dragen
34
Barnish Cassiodorus xxxix 35
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 56 36
John Moorhead acuteBoeumlthius and Romans in Ostrogothic serviceacute Historia Zeitschrift fugraver Alte Geschichte 27
(1978) 604-612 aldaar 605 37
Barnish Cassiodorus xiv 38
Ibidem xxxiii
11
22 Ennodius (ca 473-521)
Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk
voorname familie39
Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius
opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed
trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40
Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41
De vrouw trok zich uiteindelijk terug in
een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel
op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42
Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste
was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan
de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt
het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste
plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze
periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel
aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer
die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had
In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen
de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden
Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij
was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze
zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het
langdurige Acaciaanse schisma
In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens
worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande
partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van
deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier
absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die
bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in
deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de
strijdende partijen te intervenieumlren43
Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten
39
Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40
Ibidem 3 41
Ibidem 42
Ibidem 4 43
Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735
12
koste van Laurentius die kort daarna overleed
Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44
Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding
ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor
Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is
het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke
Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45
23 Jordanes (rond 550)
Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond
het midden van de zesde eeuw46
Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd
de secretaris van een Ostrogotische generaal47
Later maakte Jordanes volgens zijn eigen
woorden een religieuze conversio door48
Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee
bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49
Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes
heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de
geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste
mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid
en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551
behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het
mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met
de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de
Byzantijnse generaal Belisarius
De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes
Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane
werk van Cassiodorus50
De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica
vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het
eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de
44
Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45
Ibidem 53 46
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47
Ibidem 102 48
Jord Get 50 265-266 49
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50
Ibidem 114
13
heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51
In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit
Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52
Deze verhalen
hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne
geschiedschrijving53
Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar
de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die
de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-
Romeinse wereld54
In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische
verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de
migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid
gebruikt worden als historische bron
24 Procopius (ca 500-560)
De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de
provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55
Als jongeman kwam hij naar
Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal
Belisarius56
Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens
zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in
een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-
Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar
Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van
Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57
Onduidelijk is wanneer Procopius precies
is overleden
Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte
Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk
Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij
achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk
bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd
51
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52
Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53
Ibidem 54
Ibidem 52 55
HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56
Ibidem 57
Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)
22
14
waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft
beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch
bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke
verhoudingen in het koninkrijk
Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een
lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de
Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58
Dit werk is een bijzonder giftig
smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en
Antonina (ca 484-570)
25 Anonymus Valesianus
De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in
Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar
heeft gevoegd en uitgegeven59
Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij
van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van
Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60
Het is waarschijnlijk
geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661
In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic
behandeld terwijl het midden is weggelaten62
In de bron worden zijn goede daden aan het
begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63
Zijn slechte daden
worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die
vier slangen baarde en enkele aardbevingen64
Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron
gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke
onderdanen zou vervolgen
Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het
eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel
gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het
58
van Dolen Procopius 22 59
Moorhead Theoderic in Italy 3 60
Ibidem 61
Ibidem 4 62
Ibidem 63
Ibidem 3-4 64
SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue
drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573
15
tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65
Toch is het qua
schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke
biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later
zijn slechtheid extra de nadruk te geven66
De Anonymus Valesianus is de enige enigszins
gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67
Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet
benaderen68
3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml
Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane
wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn
die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van
Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch
verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een
Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69
Het zoeken
naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een
politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving
van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie
in Oost-Europa70
De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van
de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het
Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de
lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van
handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71
Door het uitvechten van
kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied
onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de
Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72
De Goten genoten de
65
Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66
Ibidem 573-575 67
Ibidem 572 68
Ibidem 596 69
Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70
Ibidem 71
Ibidem 35-36 72
Ibidem 37
16
steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het
belangrijkste volk aan de Donaugrens73
Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve
contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom
Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten
gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden
Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld
in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74
Bovendien leefden er diverse
andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75
De twee
belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk
en oostelijk deel van de Gotische wereld76
Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de
Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins
grondgebied begeven77
Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en
de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen
te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun
woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)
trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van
keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de
Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag
bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer
Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met
als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten
zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-
423) in het zuidwesten van Gallieuml78
Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten
De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk
weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de
Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens
zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79
De
Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen
73
Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74
Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75
Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76
Halsall Barbarian migration 134 77
Wolfram History of the Goths 23-24 78
Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515 aldaar 491 79
Amm 3132
17
tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de
eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80
Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij
kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag
tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een
bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de
gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81
Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd
onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de
Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82
Met name onder
de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten
die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd
Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een
coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de
Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in
453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten
sterke leider83
In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de
verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden
De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de
Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming
zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84
Een andere grote groep Ostrogoten
had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse
afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85
De Ostrogoten waren in
deze periode zeker geen verenigde groep86
Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r
457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic
Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de
keizer tot concessies te dwingen87
Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee
concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te
80
Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81
Heather Fall of the Roman empire 164 82
EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83
Heather Goths 124 84
Burns History of the Ostrogoths 52 85
AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86
Ibidem 87
Ibidem
18
zorgen88
In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno
kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus
af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en
de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89
Bovendien kreeg de Amaalse
Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil
daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90
Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een
verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun
leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden
verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een
halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met
Theoderic Strabo weer aan91
In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een
coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund
wat hem definitief van Zeno vervreemdde92
In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de
Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten
trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop
liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de
terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93
Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven
Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de
strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94
In ruil voor zijn hulp werd Theoderic
benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic
ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het
grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan
bij de Pannonische Goten95
De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic
een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96
De totale Ostrogotische
bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan
88
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89
Ibidem 90
Heather Goths and Romans 278 91
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92
Ibidem 51 93
Heather Goths and Romans 298 94
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95
Heather Goths and Romans 302 96
Ibidem
19
100000 mensen97
De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een
gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon
beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet
langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand
kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad
afsneed98
Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er
werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten
het machtsgebied van keizer Zeno bevond
Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-
476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer
Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort
daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die
zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was
afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn
macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia
Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius
Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen
maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door
zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen
tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99
Door op een confrontatie aan te sturen
tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om
lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100
Bovendien zou wanneer Theoderic zou
slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de
grenzen van zijn rijk bevinden101
In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan
naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de
Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102
Pas in de zomer van
489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten
tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort
97
Heather Goths and Romans 302 98
Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99
Heather Goths and Romans 307 100
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101
Heather Goths and Romans 308 102
Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127
20
daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna
Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar
het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over
naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103
Theoderic kreeg echter hulp van Alaric
II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat
Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug
in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd
omgeven door moerassen in te nemen104
Deze patstelling duurde voort tot 493
Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en
Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te
delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan
zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn
aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105
Het Ostrogotische leger riep
Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106
Dit was echter tegen de zin
van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door
Constantinopel107
Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de
rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze
positie bekleden
Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies
Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108
Ook in het westen
breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de
vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de
fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109
Maar de Visigotische koning Alaric II werd
vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van
Gallieuml110
Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de
Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij
een onbekende vrouw
Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de
Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke
103
Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105
Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106
Ibidem 107
Wolfram History of the Goths 284 108
Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109
Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114
21
aanval op de Visigoten in 507111
In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen
waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml
werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112
De Ostrogoten intervenieerden echter
in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113
Daarnaast
slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de
Provence te behouden voor de Visigoten
De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het
Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd
hadden114
Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen
van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige
zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de
zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte
De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van
Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over
het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had
aangesteld115
Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was
Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric
zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116
111
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112
Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114
A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I
162-192 aldaar 167-168 115
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116
Ibidem 123
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
11
22 Ennodius (ca 473-521)
Ennodius is rond 473 geboren in de zuid-Gallische stad Arles binnen een daar waarschijnlijk
voorname familie39
Omdat zijn ouders al vroeg kwamen te overlijden werd Ennodius
opgevoed door een tante in het noorden van Italieuml Toen deze tante rond 490 ook overleed
trok Ennodius in bij een welvarende familie en verloofde zich met de dochter des huizes40
Waarschijnlijk is hij echter niet met haar getrouwd41
De vrouw trok zich uiteindelijk terug in
een klooster en ook Ennodius werd in 494 een geestelijke In de geestelijkheid klom hij snel
op in 513 werd hij uiteindelijk bisschop van Pavia42
Tijdens het leven van Ennodius werd de kerk verdeeld door twee schismarsquos Ten eerste
was er sprake van een scheuring tussen oost en west met paus Felix III (dagger 492) in Rome aan
de ene kant en de patriarch Acacius (dagger 489) in Constantinopel aan de andere kant Dit wordt
het Acaciaanse schisma genoemd dat duurde van 484 tot 519 Dit schisma werd in de eerste
plaats veroorzaakt door een strijd in de oostelijke kerk over de natuur van Christus In deze
periode had het monofysitisme dat stelde dat Christus eacuteeacuten goddelijke natuur had veel
aanhang in het Byzantijnse Rijk Deze doctrine was in strijd met de officieumlle katholieke leer
die stelde dat Christus zowel een menselijke als een goddelijke natuur had
In 482 probeerde keizer Zeno (r 474-491) een compromis te bewerkstelligen tussen
de twee doctrines maar dit compromis stelde uiteindelijk geen van de partijen tevreden
Patriarch Acacius steunde Zeno in deze poging Hoewel de paus in Rome niet direct een partij
was in het conflict protesteerde hij sterk tegen de bemoeienis van de keizer in religieuze
zaken omdat hij dat als een aantasting van zijn eigen autoriteit zag Dit conflict leidde tot het
langdurige Acaciaanse schisma
In het westen kwam daar nog een tweede schisma bij in 498 kon de kerk het niet eens
worden over de te kiezen paus en werden er door twee lijnrecht tegenover elkaar staande
partijen twee pauzen benoemd Symmachus (dagger 514) en Laurentius (dagger 506) De laatste van
deze pausen wilde de betrekkingen met Constantinopel herstellen terwijl de eerste hier
absoluut tegen was Er volgde een heftige strijd tussen de twee pausen en hun aanhangers die
bloedige rellen in Rome tot gevolg had De ariaanse Theoderic stelde zich terughoudend op in
deze strijd binnen het katholieke geloof maar werd toch enkele keren gevraagd door de
strijdende partijen te intervenieumlren43
Uiteindelijk greep Theoderic pas in 506 definitief in ten
39
Christian Rohr Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995) 2-3 40
Ibidem 3 41
Ibidem 42
Ibidem 4 43
Stuart George Hall lsquoThe organization of the churchrsquo in CAH XIV 731-744 aldaar 735
12
koste van Laurentius die kort daarna overleed
Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44
Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding
ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor
Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is
het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke
Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45
23 Jordanes (rond 550)
Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond
het midden van de zesde eeuw46
Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd
de secretaris van een Ostrogotische generaal47
Later maakte Jordanes volgens zijn eigen
woorden een religieuze conversio door48
Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee
bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49
Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes
heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de
geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste
mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid
en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551
behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het
mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met
de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de
Byzantijnse generaal Belisarius
De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes
Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane
werk van Cassiodorus50
De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica
vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het
eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de
44
Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45
Ibidem 53 46
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47
Ibidem 102 48
Jord Get 50 265-266 49
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50
Ibidem 114
13
heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51
In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit
Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52
Deze verhalen
hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne
geschiedschrijving53
Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar
de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die
de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-
Romeinse wereld54
In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische
verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de
migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid
gebruikt worden als historische bron
24 Procopius (ca 500-560)
De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de
provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55
Als jongeman kwam hij naar
Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal
Belisarius56
Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens
zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in
een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-
Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar
Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van
Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57
Onduidelijk is wanneer Procopius precies
is overleden
Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte
Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk
Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij
achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk
bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd
51
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52
Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53
Ibidem 54
Ibidem 52 55
HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56
Ibidem 57
Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)
22
14
waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft
beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch
bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke
verhoudingen in het koninkrijk
Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een
lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de
Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58
Dit werk is een bijzonder giftig
smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en
Antonina (ca 484-570)
25 Anonymus Valesianus
De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in
Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar
heeft gevoegd en uitgegeven59
Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij
van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van
Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60
Het is waarschijnlijk
geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661
In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic
behandeld terwijl het midden is weggelaten62
In de bron worden zijn goede daden aan het
begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63
Zijn slechte daden
worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die
vier slangen baarde en enkele aardbevingen64
Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron
gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke
onderdanen zou vervolgen
Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het
eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel
gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het
58
van Dolen Procopius 22 59
Moorhead Theoderic in Italy 3 60
Ibidem 61
Ibidem 4 62
Ibidem 63
Ibidem 3-4 64
SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue
drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573
15
tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65
Toch is het qua
schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke
biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later
zijn slechtheid extra de nadruk te geven66
De Anonymus Valesianus is de enige enigszins
gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67
Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet
benaderen68
3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml
Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane
wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn
die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van
Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch
verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een
Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69
Het zoeken
naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een
politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving
van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie
in Oost-Europa70
De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van
de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het
Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de
lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van
handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71
Door het uitvechten van
kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied
onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de
Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72
De Goten genoten de
65
Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66
Ibidem 573-575 67
Ibidem 572 68
Ibidem 596 69
Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70
Ibidem 71
Ibidem 35-36 72
Ibidem 37
16
steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het
belangrijkste volk aan de Donaugrens73
Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve
contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom
Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten
gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden
Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld
in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74
Bovendien leefden er diverse
andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75
De twee
belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk
en oostelijk deel van de Gotische wereld76
Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de
Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins
grondgebied begeven77
Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en
de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen
te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun
woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)
trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van
keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de
Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag
bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer
Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met
als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten
zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-
423) in het zuidwesten van Gallieuml78
Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten
De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk
weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de
Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens
zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79
De
Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen
73
Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74
Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75
Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76
Halsall Barbarian migration 134 77
Wolfram History of the Goths 23-24 78
Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515 aldaar 491 79
Amm 3132
17
tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de
eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80
Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij
kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag
tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een
bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de
gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81
Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd
onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de
Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82
Met name onder
de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten
die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd
Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een
coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de
Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in
453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten
sterke leider83
In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de
verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden
De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de
Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming
zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84
Een andere grote groep Ostrogoten
had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse
afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85
De Ostrogoten waren in
deze periode zeker geen verenigde groep86
Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r
457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic
Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de
keizer tot concessies te dwingen87
Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee
concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te
80
Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81
Heather Fall of the Roman empire 164 82
EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83
Heather Goths 124 84
Burns History of the Ostrogoths 52 85
AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86
Ibidem 87
Ibidem
18
zorgen88
In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno
kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus
af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en
de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89
Bovendien kreeg de Amaalse
Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil
daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90
Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een
verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun
leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden
verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een
halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met
Theoderic Strabo weer aan91
In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een
coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund
wat hem definitief van Zeno vervreemdde92
In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de
Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten
trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop
liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de
terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93
Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven
Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de
strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94
In ruil voor zijn hulp werd Theoderic
benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic
ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het
grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan
bij de Pannonische Goten95
De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic
een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96
De totale Ostrogotische
bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan
88
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89
Ibidem 90
Heather Goths and Romans 278 91
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92
Ibidem 51 93
Heather Goths and Romans 298 94
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95
Heather Goths and Romans 302 96
Ibidem
19
100000 mensen97
De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een
gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon
beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet
langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand
kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad
afsneed98
Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er
werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten
het machtsgebied van keizer Zeno bevond
Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-
476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer
Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort
daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die
zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was
afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn
macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia
Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius
Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen
maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door
zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen
tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99
Door op een confrontatie aan te sturen
tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om
lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100
Bovendien zou wanneer Theoderic zou
slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de
grenzen van zijn rijk bevinden101
In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan
naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de
Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102
Pas in de zomer van
489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten
tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort
97
Heather Goths and Romans 302 98
Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99
Heather Goths and Romans 307 100
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101
Heather Goths and Romans 308 102
Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127
20
daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna
Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar
het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over
naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103
Theoderic kreeg echter hulp van Alaric
II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat
Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug
in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd
omgeven door moerassen in te nemen104
Deze patstelling duurde voort tot 493
Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en
Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te
delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan
zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn
aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105
Het Ostrogotische leger riep
Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106
Dit was echter tegen de zin
van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door
Constantinopel107
Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de
rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze
positie bekleden
Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies
Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108
Ook in het westen
breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de
vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de
fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109
Maar de Visigotische koning Alaric II werd
vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van
Gallieuml110
Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de
Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij
een onbekende vrouw
Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de
Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke
103
Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105
Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106
Ibidem 107
Wolfram History of the Goths 284 108
Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109
Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114
21
aanval op de Visigoten in 507111
In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen
waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml
werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112
De Ostrogoten intervenieerden echter
in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113
Daarnaast
slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de
Provence te behouden voor de Visigoten
De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het
Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd
hadden114
Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen
van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige
zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de
zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte
De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van
Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over
het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had
aangesteld115
Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was
Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric
zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116
111
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112
Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114
A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I
162-192 aldaar 167-168 115
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116
Ibidem 123
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
12
koste van Laurentius die kort daarna overleed
Ennodius had in het Laurentische schisma aan de kant van paus Symmachus gestaan44
Dankbaar voor de steun van de ariaanse Theoderic in het schisma en zijn tolerante houding
ten opzichte van katholieken schreef Ennodius in 507 een panegyriek of lofrede voor
Theoderic Hoewel dit werk natuurlijk bijzonder vleiend is over de Ostrogotische koning is
het toch interessant als bron De manier waarop Theoderic werd geprezen door de katholieke
Romein Ennodius maakt veel duidelijk over hoe Theoderic zich presenteerde als vorst45
23 Jordanes (rond 550)
Over het leven van Jordanes is weinig met zekerheid bekend Hij moet geleefd hebben rond
het midden van de zesde eeuw46
Waarschijnlijk leefde hij op de Balkan en was hij enige tijd
de secretaris van een Ostrogotische generaal47
Later maakte Jordanes volgens zijn eigen
woorden een religieuze conversio door48
Onduidelijk is echter wat hij daar precies mee
bedoelde Daarnaast moet hij enige tijd in Constantinopel geleefd hebben49
Er zijn twee werken van Jordanes overgeleverd de Romana en de Getica Jordanes
heeft de Romana opgedragen aan een zekere Vigilius en hij behandelt in dit werk de
geschiedenis van het Romeinse Rijk tot aan 550 Toch begint hij zijn werk met de eerste
mensen Adam en Eva zoals gebruikelijk was voor veel christelijke historici in de late oudheid
en de middeleeuwen De Getica die Jordanes waarschijnlijk heeft geschreven in 551
behandelt de geschiedenis van de Goten vanaf een duister verleden toen ze nog op het
mythische eiland Scandza leefden hun migratie naar het Zwarte Zeegebied hun contact met
de Romeinse wereld en de uiteindelijke nederlagen van de Ostrogoten door toedoen van de
Byzantijnse generaal Belisarius
De geschiedenis van de Goten door Cassiodorus is een belangrijke bron van Jordanes
Mogelijk is zijn Getica zelfs niet veel meer dan een samenvatting van het verloren gegane
werk van Cassiodorus50
De uitgebreide genealogie van de Amaalse dynastie in de Getica
vanaf de eerste Goten op Scandza tot aan Theoderic komt waarschijnlijk ook voort uit het
eerdere werk van Cassiodorus aangezien dat vooral bedoeld was als propaganda voor de
44
Rohr Theoderich-Panegyricus 4 45
Ibidem 53 46
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 84 47
Ibidem 102 48
Jord Get 50 265-266 49
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 103 50
Ibidem 114
13
heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51
In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit
Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52
Deze verhalen
hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne
geschiedschrijving53
Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar
de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die
de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-
Romeinse wereld54
In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische
verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de
migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid
gebruikt worden als historische bron
24 Procopius (ca 500-560)
De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de
provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55
Als jongeman kwam hij naar
Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal
Belisarius56
Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens
zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in
een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-
Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar
Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van
Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57
Onduidelijk is wanneer Procopius precies
is overleden
Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte
Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk
Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij
achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk
bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd
51
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52
Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53
Ibidem 54
Ibidem 52 55
HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56
Ibidem 57
Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)
22
14
waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft
beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch
bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke
verhoudingen in het koninkrijk
Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een
lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de
Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58
Dit werk is een bijzonder giftig
smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en
Antonina (ca 484-570)
25 Anonymus Valesianus
De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in
Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar
heeft gevoegd en uitgegeven59
Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij
van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van
Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60
Het is waarschijnlijk
geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661
In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic
behandeld terwijl het midden is weggelaten62
In de bron worden zijn goede daden aan het
begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63
Zijn slechte daden
worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die
vier slangen baarde en enkele aardbevingen64
Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron
gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke
onderdanen zou vervolgen
Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het
eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel
gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het
58
van Dolen Procopius 22 59
Moorhead Theoderic in Italy 3 60
Ibidem 61
Ibidem 4 62
Ibidem 63
Ibidem 3-4 64
SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue
drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573
15
tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65
Toch is het qua
schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke
biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later
zijn slechtheid extra de nadruk te geven66
De Anonymus Valesianus is de enige enigszins
gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67
Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet
benaderen68
3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml
Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane
wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn
die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van
Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch
verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een
Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69
Het zoeken
naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een
politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving
van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie
in Oost-Europa70
De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van
de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het
Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de
lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van
handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71
Door het uitvechten van
kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied
onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de
Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72
De Goten genoten de
65
Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66
Ibidem 573-575 67
Ibidem 572 68
Ibidem 596 69
Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70
Ibidem 71
Ibidem 35-36 72
Ibidem 37
16
steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het
belangrijkste volk aan de Donaugrens73
Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve
contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom
Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten
gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden
Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld
in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74
Bovendien leefden er diverse
andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75
De twee
belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk
en oostelijk deel van de Gotische wereld76
Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de
Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins
grondgebied begeven77
Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en
de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen
te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun
woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)
trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van
keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de
Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag
bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer
Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met
als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten
zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-
423) in het zuidwesten van Gallieuml78
Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten
De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk
weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de
Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens
zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79
De
Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen
73
Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74
Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75
Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76
Halsall Barbarian migration 134 77
Wolfram History of the Goths 23-24 78
Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515 aldaar 491 79
Amm 3132
17
tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de
eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80
Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij
kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag
tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een
bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de
gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81
Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd
onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de
Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82
Met name onder
de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten
die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd
Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een
coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de
Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in
453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten
sterke leider83
In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de
verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden
De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de
Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming
zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84
Een andere grote groep Ostrogoten
had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse
afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85
De Ostrogoten waren in
deze periode zeker geen verenigde groep86
Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r
457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic
Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de
keizer tot concessies te dwingen87
Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee
concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te
80
Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81
Heather Fall of the Roman empire 164 82
EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83
Heather Goths 124 84
Burns History of the Ostrogoths 52 85
AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86
Ibidem 87
Ibidem
18
zorgen88
In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno
kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus
af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en
de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89
Bovendien kreeg de Amaalse
Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil
daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90
Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een
verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun
leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden
verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een
halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met
Theoderic Strabo weer aan91
In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een
coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund
wat hem definitief van Zeno vervreemdde92
In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de
Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten
trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop
liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de
terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93
Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven
Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de
strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94
In ruil voor zijn hulp werd Theoderic
benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic
ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het
grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan
bij de Pannonische Goten95
De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic
een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96
De totale Ostrogotische
bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan
88
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89
Ibidem 90
Heather Goths and Romans 278 91
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92
Ibidem 51 93
Heather Goths and Romans 298 94
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95
Heather Goths and Romans 302 96
Ibidem
19
100000 mensen97
De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een
gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon
beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet
langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand
kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad
afsneed98
Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er
werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten
het machtsgebied van keizer Zeno bevond
Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-
476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer
Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort
daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die
zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was
afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn
macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia
Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius
Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen
maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door
zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen
tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99
Door op een confrontatie aan te sturen
tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om
lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100
Bovendien zou wanneer Theoderic zou
slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de
grenzen van zijn rijk bevinden101
In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan
naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de
Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102
Pas in de zomer van
489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten
tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort
97
Heather Goths and Romans 302 98
Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99
Heather Goths and Romans 307 100
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101
Heather Goths and Romans 308 102
Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127
20
daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna
Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar
het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over
naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103
Theoderic kreeg echter hulp van Alaric
II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat
Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug
in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd
omgeven door moerassen in te nemen104
Deze patstelling duurde voort tot 493
Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en
Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te
delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan
zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn
aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105
Het Ostrogotische leger riep
Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106
Dit was echter tegen de zin
van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door
Constantinopel107
Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de
rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze
positie bekleden
Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies
Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108
Ook in het westen
breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de
vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de
fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109
Maar de Visigotische koning Alaric II werd
vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van
Gallieuml110
Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de
Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij
een onbekende vrouw
Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de
Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke
103
Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105
Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106
Ibidem 107
Wolfram History of the Goths 284 108
Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109
Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114
21
aanval op de Visigoten in 507111
In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen
waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml
werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112
De Ostrogoten intervenieerden echter
in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113
Daarnaast
slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de
Provence te behouden voor de Visigoten
De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het
Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd
hadden114
Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen
van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige
zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de
zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte
De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van
Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over
het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had
aangesteld115
Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was
Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric
zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116
111
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112
Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114
A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I
162-192 aldaar 167-168 115
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116
Ibidem 123
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
13
heerschappij van Theoderic en zijn opvolgers51
In de Getica heeft Jordanes de geschiedenis van de Goten verweven met verhalen uit
Bijbelse Griekse Romeinse geschiedenis en uit die van het Nabije Oosten52
Deze verhalen
hebben vanwege hun duidelijke fictieve karakter weinig aandacht gekregen in de moderne
geschiedschrijving53
Jordanes beschrijving van de migratie van de Goten van Scandza naar
de Romeinse wereld heeft echter wel veel aandacht gekregen omdat het de enige bron is die
de geschiedenis van de Goten beschrijft voordat ze in contact kwamen met de Grieks-
Romeinse wereld54
In de context van het samenraapsel van andere fictieve historische
verhalen dat Jordanes heeft gebruikt voor de Getica is het waarheidsgehalte van de
migratiegeschiedenis echter zeer twijfelachtig en moet daarom met veel voorzichtigheid
gebruikt worden als historische bron
24 Procopius (ca 500-560)
De Byzantijnse historicus Procopius werd geboren rond 500 in de stad Caesarea in de
provincie Palestina Prima in het huidige Israeumll55
Als jongeman kwam hij naar
Constantinopel In 527 werd hij benoemd tot secretaris van de nog jonge generaal
Belisarius56
Als onderdeel van de staf van Belisarius reisde Procopius met hem mee tijdens
zijn vele militaire campagnes Van 527 tot 531 was hij samen met hem in Mesopotamieuml in
een veldtocht tegen de Perzen Vervolgens vergezelde hij Belisarius in 533 naar Noord-
Afrika tijdens de succesvolle expeditie tegen de Vandalen In 536 ging hij uiteindelijk naar
Italieuml om deel te nemen aan de Gotische oorlog Rond 542 verliet Procopius de staf van
Belisarius en reisde hij terug naar Constantinopel57
Onduidelijk is wanneer Procopius precies
is overleden
Al tijdens zijn carriegravere als secretaris van Belisarius gedurende diens veldtochten vatte
Procopius het plan op om de oorlogen van zijn tijd te behandelen in een groot historisch werk
Rond 550 is zijn belangrijkste geschiedwerk over de oorlogen uitgegeven waarin hij
achtereenvolgens de Perzische Vandaalse en Gotische oorlogen behandelt Oorspronkelijk
bestond het uit zeven boeken maar later heeft hij er nog een achtste boek aan toegevoegd
51
Christensen Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths 124 52
Michael Kulikowski Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New York 2007) 51 53
Ibidem 54
Ibidem 52 55
HB Dewing Procopius I (Norwich 1979) vii 56
Ibidem 57
Hein L van Dolen Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit Byzantium (Amsterdam 2005)
22
14
waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft
beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch
bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke
verhoudingen in het koninkrijk
Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een
lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de
Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58
Dit werk is een bijzonder giftig
smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en
Antonina (ca 484-570)
25 Anonymus Valesianus
De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in
Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar
heeft gevoegd en uitgegeven59
Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij
van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van
Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60
Het is waarschijnlijk
geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661
In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic
behandeld terwijl het midden is weggelaten62
In de bron worden zijn goede daden aan het
begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63
Zijn slechte daden
worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die
vier slangen baarde en enkele aardbevingen64
Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron
gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke
onderdanen zou vervolgen
Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het
eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel
gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het
58
van Dolen Procopius 22 59
Moorhead Theoderic in Italy 3 60
Ibidem 61
Ibidem 4 62
Ibidem 63
Ibidem 3-4 64
SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue
drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573
15
tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65
Toch is het qua
schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke
biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later
zijn slechtheid extra de nadruk te geven66
De Anonymus Valesianus is de enige enigszins
gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67
Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet
benaderen68
3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml
Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane
wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn
die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van
Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch
verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een
Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69
Het zoeken
naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een
politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving
van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie
in Oost-Europa70
De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van
de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het
Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de
lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van
handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71
Door het uitvechten van
kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied
onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de
Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72
De Goten genoten de
65
Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66
Ibidem 573-575 67
Ibidem 572 68
Ibidem 596 69
Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70
Ibidem 71
Ibidem 35-36 72
Ibidem 37
16
steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het
belangrijkste volk aan de Donaugrens73
Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve
contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom
Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten
gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden
Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld
in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74
Bovendien leefden er diverse
andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75
De twee
belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk
en oostelijk deel van de Gotische wereld76
Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de
Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins
grondgebied begeven77
Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en
de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen
te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun
woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)
trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van
keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de
Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag
bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer
Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met
als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten
zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-
423) in het zuidwesten van Gallieuml78
Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten
De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk
weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de
Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens
zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79
De
Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen
73
Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74
Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75
Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76
Halsall Barbarian migration 134 77
Wolfram History of the Goths 23-24 78
Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515 aldaar 491 79
Amm 3132
17
tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de
eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80
Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij
kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag
tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een
bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de
gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81
Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd
onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de
Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82
Met name onder
de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten
die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd
Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een
coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de
Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in
453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten
sterke leider83
In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de
verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden
De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de
Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming
zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84
Een andere grote groep Ostrogoten
had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse
afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85
De Ostrogoten waren in
deze periode zeker geen verenigde groep86
Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r
457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic
Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de
keizer tot concessies te dwingen87
Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee
concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te
80
Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81
Heather Fall of the Roman empire 164 82
EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83
Heather Goths 124 84
Burns History of the Ostrogoths 52 85
AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86
Ibidem 87
Ibidem
18
zorgen88
In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno
kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus
af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en
de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89
Bovendien kreeg de Amaalse
Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil
daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90
Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een
verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun
leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden
verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een
halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met
Theoderic Strabo weer aan91
In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een
coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund
wat hem definitief van Zeno vervreemdde92
In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de
Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten
trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop
liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de
terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93
Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven
Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de
strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94
In ruil voor zijn hulp werd Theoderic
benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic
ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het
grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan
bij de Pannonische Goten95
De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic
een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96
De totale Ostrogotische
bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan
88
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89
Ibidem 90
Heather Goths and Romans 278 91
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92
Ibidem 51 93
Heather Goths and Romans 298 94
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95
Heather Goths and Romans 302 96
Ibidem
19
100000 mensen97
De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een
gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon
beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet
langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand
kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad
afsneed98
Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er
werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten
het machtsgebied van keizer Zeno bevond
Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-
476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer
Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort
daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die
zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was
afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn
macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia
Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius
Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen
maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door
zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen
tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99
Door op een confrontatie aan te sturen
tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om
lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100
Bovendien zou wanneer Theoderic zou
slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de
grenzen van zijn rijk bevinden101
In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan
naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de
Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102
Pas in de zomer van
489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten
tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort
97
Heather Goths and Romans 302 98
Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99
Heather Goths and Romans 307 100
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101
Heather Goths and Romans 308 102
Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127
20
daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna
Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar
het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over
naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103
Theoderic kreeg echter hulp van Alaric
II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat
Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug
in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd
omgeven door moerassen in te nemen104
Deze patstelling duurde voort tot 493
Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en
Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te
delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan
zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn
aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105
Het Ostrogotische leger riep
Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106
Dit was echter tegen de zin
van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door
Constantinopel107
Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de
rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze
positie bekleden
Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies
Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108
Ook in het westen
breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de
vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de
fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109
Maar de Visigotische koning Alaric II werd
vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van
Gallieuml110
Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de
Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij
een onbekende vrouw
Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de
Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke
103
Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105
Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106
Ibidem 107
Wolfram History of the Goths 284 108
Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109
Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114
21
aanval op de Visigoten in 507111
In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen
waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml
werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112
De Ostrogoten intervenieerden echter
in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113
Daarnaast
slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de
Provence te behouden voor de Visigoten
De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het
Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd
hadden114
Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen
van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige
zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de
zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte
De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van
Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over
het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had
aangesteld115
Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was
Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric
zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116
111
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112
Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114
A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I
162-192 aldaar 167-168 115
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116
Ibidem 123
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
14
waarin hij de Gotische oorlog tot 552 heeft behandeld Hoewel Procopius de oorlogen heeft
beschreven vanuit Byzantijns oogpunt bevat zijn werk over de Gotische oorlog toch
bruikbare informatie over de Ostrogotische maatschappij in Italieuml en de politieke
verhoudingen in het koninkrijk
Later heeft hij ook nog twee kleinere werken geschreven Ten eerste heeft hij een
lofrede geschreven over de bouwactiviteiten van keizer Justinianus Ten tweede heeft hij de
Anekdota geschreven dat niet bedoeld was voor publicatie58
Dit werk is een bijzonder giftig
smaadschrift over Justinianus Belisarius en hun vrouwen Theodora (ca 500-548) en
Antonina (ca 484-570)
25 Anonymus Valesianus
De Anonymus Valesianus is vernoemd naar de Franse editor Henri de Valois die in 1636 in
Parijs twee korte narratieve bronnen van twee verschillende onbekende auteurs bij elkaar
heeft gevoegd en uitgegeven59
Het eerste deel van deze uitgave behandelt de heerschappij
van keizer Constantijn (r 306-337) Het tweede deel behandelt de heerschappij van
Theoderic en kort die van zijn directe voorgangers over Italieuml60
Het is waarschijnlijk
geschreven kort na de dood van Theoderic in 52661
In het werk wordt het begin en het einde van de heerschappij van Theoderic
behandeld terwijl het midden is weggelaten62
In de bron worden zijn goede daden aan het
begin afgezet tegen de slechte daden aan het einde van zijn heerschappij63
Zijn slechte daden
worden voorafgegaan door diverse ongunstige voortekenen zoals een Gotische vrouw die
vier slangen baarde en enkele aardbevingen64
Uiteindelijk is Theoderic volgens de bron
gestorven door een interventie van God die daarmee voorkwam dat de koning zijn katholieke
onderdanen zou vervolgen
Het verschil in stijl van de Anonymus Valesianus II over Theoderic is opvallend Het
eerste deel is zeer positief terwijl het tweede deel juist erg negatief is Theoderic is vrijwel
gelijk aan een demon Er is wel gesuggereerd dat het niet door eacuteeacuten auteur is geschreven het
58
van Dolen Procopius 22 59
Moorhead Theoderic in Italy 3 60
Ibidem 61
Ibidem 4 62
Ibidem 63
Ibidem 3-4 64
SJB Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of Theodericrsquo Latomus Revue
drsquoetudes Latines (1983) 572-596 aldaar 573
15
tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65
Toch is het qua
schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke
biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later
zijn slechtheid extra de nadruk te geven66
De Anonymus Valesianus is de enige enigszins
gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67
Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet
benaderen68
3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml
Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane
wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn
die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van
Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch
verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een
Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69
Het zoeken
naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een
politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving
van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie
in Oost-Europa70
De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van
de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het
Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de
lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van
handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71
Door het uitvechten van
kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied
onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de
Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72
De Goten genoten de
65
Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66
Ibidem 573-575 67
Ibidem 572 68
Ibidem 596 69
Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70
Ibidem 71
Ibidem 35-36 72
Ibidem 37
16
steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het
belangrijkste volk aan de Donaugrens73
Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve
contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom
Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten
gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden
Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld
in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74
Bovendien leefden er diverse
andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75
De twee
belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk
en oostelijk deel van de Gotische wereld76
Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de
Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins
grondgebied begeven77
Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en
de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen
te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun
woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)
trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van
keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de
Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag
bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer
Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met
als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten
zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-
423) in het zuidwesten van Gallieuml78
Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten
De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk
weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de
Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens
zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79
De
Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen
73
Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74
Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75
Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76
Halsall Barbarian migration 134 77
Wolfram History of the Goths 23-24 78
Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515 aldaar 491 79
Amm 3132
17
tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de
eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80
Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij
kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag
tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een
bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de
gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81
Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd
onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de
Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82
Met name onder
de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten
die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd
Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een
coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de
Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in
453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten
sterke leider83
In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de
verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden
De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de
Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming
zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84
Een andere grote groep Ostrogoten
had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse
afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85
De Ostrogoten waren in
deze periode zeker geen verenigde groep86
Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r
457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic
Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de
keizer tot concessies te dwingen87
Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee
concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te
80
Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81
Heather Fall of the Roman empire 164 82
EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83
Heather Goths 124 84
Burns History of the Ostrogoths 52 85
AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86
Ibidem 87
Ibidem
18
zorgen88
In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno
kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus
af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en
de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89
Bovendien kreeg de Amaalse
Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil
daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90
Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een
verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun
leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden
verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een
halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met
Theoderic Strabo weer aan91
In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een
coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund
wat hem definitief van Zeno vervreemdde92
In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de
Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten
trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop
liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de
terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93
Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven
Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de
strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94
In ruil voor zijn hulp werd Theoderic
benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic
ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het
grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan
bij de Pannonische Goten95
De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic
een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96
De totale Ostrogotische
bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan
88
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89
Ibidem 90
Heather Goths and Romans 278 91
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92
Ibidem 51 93
Heather Goths and Romans 298 94
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95
Heather Goths and Romans 302 96
Ibidem
19
100000 mensen97
De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een
gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon
beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet
langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand
kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad
afsneed98
Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er
werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten
het machtsgebied van keizer Zeno bevond
Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-
476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer
Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort
daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die
zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was
afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn
macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia
Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius
Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen
maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door
zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen
tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99
Door op een confrontatie aan te sturen
tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om
lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100
Bovendien zou wanneer Theoderic zou
slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de
grenzen van zijn rijk bevinden101
In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan
naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de
Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102
Pas in de zomer van
489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten
tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort
97
Heather Goths and Romans 302 98
Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99
Heather Goths and Romans 307 100
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101
Heather Goths and Romans 308 102
Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127
20
daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna
Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar
het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over
naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103
Theoderic kreeg echter hulp van Alaric
II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat
Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug
in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd
omgeven door moerassen in te nemen104
Deze patstelling duurde voort tot 493
Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en
Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te
delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan
zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn
aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105
Het Ostrogotische leger riep
Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106
Dit was echter tegen de zin
van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door
Constantinopel107
Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de
rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze
positie bekleden
Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies
Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108
Ook in het westen
breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de
vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de
fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109
Maar de Visigotische koning Alaric II werd
vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van
Gallieuml110
Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de
Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij
een onbekende vrouw
Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de
Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke
103
Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105
Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106
Ibidem 107
Wolfram History of the Goths 284 108
Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109
Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114
21
aanval op de Visigoten in 507111
In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen
waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml
werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112
De Ostrogoten intervenieerden echter
in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113
Daarnaast
slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de
Provence te behouden voor de Visigoten
De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het
Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd
hadden114
Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen
van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige
zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de
zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte
De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van
Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over
het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had
aangesteld115
Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was
Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric
zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116
111
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112
Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114
A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I
162-192 aldaar 167-168 115
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116
Ibidem 123
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
15
tweede deel zou dan het werk zijn van een anti-ariaanse katholieke auteur65
Toch is het qua
schrijfstijl wel degelijk eacuteeacuten geheel en valt het werk qua inhoud goed in een klassieke
biografische traditie waarin een persoon eerst lof krijgt die echter vooral bedoelt is om later
zijn slechtheid extra de nadruk te geven66
De Anonymus Valesianus is de enige enigszins
gedetailleerde bron over de laatste jaren van Theoderic en is daardoor van grote waarde67
Toch zorgen de wel erg scherpe aanvallen aan het einde dat een lezer deze kritisch moet
benaderen68
3 Oorsprong van de Ostrogoten en vestiging in Italieuml
Over de geschiedenis van de Goten voordat ze in aanraking kwamen met de mediterrane
wereld bestaat veel onduidelijkheid met name omdat er behalve de Getica geen bronnen zijn
die deze periode behandelen en zoals in het vorige hoofdstuk al is gebleken het werk van
Jordanes weinig betrouwbaar is Toen in de negentiende eeuw ontdekt werd dat het Gotisch
verwant was aan de Germaanse talen werden de Goten vanaf die periode geclaimd als een
Germaans volk hoewel ze in Romeinse bronnen als Scythen werden aangeduid69
Het zoeken
naar de oorsprong van de Goten voor ze in contact kwamen met de Romeinen had ook een
politieke betekenis In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw werd de beschrijving
van Jordanes van de Gotische migratie gebruikt als verantwoording voor de Duitse expansie
in Oost-Europa70
De Goten die vanaf de vierde eeuw een grote rol gingen spelen in de geschiedenis van
de mediterrane wereld ontstonden echter pas zodanig als groep door hun contact met het
Romeinse Rijk en het beleid dat Romeinse bestuurders voerden ten opzichte van de
lsquobarbaarsersquo volken die aan de grenzen van het rijk leefden Daarnaast was er sprake van
handel en werden lsquobarbarenrsquo gerekruteerd in het Romeinse leger71
Door het uitvechten van
kleine grensoorlogen en giften aan bevriende leiders hielden de Romeinen het grensgebied
onder controle De herverdeling van deze giften onder volgelingen stelde de door de
Romeinen begunstigde leiders in staat hun invloed uit te breiden72
De Goten genoten de
65
Barnish lsquoThe Anonymus Valesianus IIrsquo 572-573 66
Ibidem 573-575 67
Ibidem 572 68
Ibidem 596 69
Kulikowski Romersquos Gothic wars 47 70
Ibidem 71
Ibidem 35-36 72
Ibidem 37
16
steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het
belangrijkste volk aan de Donaugrens73
Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve
contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom
Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten
gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden
Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld
in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74
Bovendien leefden er diverse
andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75
De twee
belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk
en oostelijk deel van de Gotische wereld76
Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de
Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins
grondgebied begeven77
Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en
de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen
te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun
woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)
trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van
keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de
Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag
bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer
Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met
als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten
zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-
423) in het zuidwesten van Gallieuml78
Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten
De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk
weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de
Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens
zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79
De
Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen
73
Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74
Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75
Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76
Halsall Barbarian migration 134 77
Wolfram History of the Goths 23-24 78
Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515 aldaar 491 79
Amm 3132
17
tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de
eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80
Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij
kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag
tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een
bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de
gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81
Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd
onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de
Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82
Met name onder
de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten
die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd
Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een
coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de
Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in
453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten
sterke leider83
In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de
verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden
De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de
Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming
zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84
Een andere grote groep Ostrogoten
had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse
afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85
De Ostrogoten waren in
deze periode zeker geen verenigde groep86
Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r
457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic
Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de
keizer tot concessies te dwingen87
Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee
concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te
80
Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81
Heather Fall of the Roman empire 164 82
EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83
Heather Goths 124 84
Burns History of the Ostrogoths 52 85
AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86
Ibidem 87
Ibidem
18
zorgen88
In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno
kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus
af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en
de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89
Bovendien kreeg de Amaalse
Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil
daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90
Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een
verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun
leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden
verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een
halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met
Theoderic Strabo weer aan91
In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een
coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund
wat hem definitief van Zeno vervreemdde92
In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de
Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten
trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop
liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de
terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93
Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven
Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de
strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94
In ruil voor zijn hulp werd Theoderic
benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic
ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het
grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan
bij de Pannonische Goten95
De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic
een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96
De totale Ostrogotische
bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan
88
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89
Ibidem 90
Heather Goths and Romans 278 91
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92
Ibidem 51 93
Heather Goths and Romans 298 94
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95
Heather Goths and Romans 302 96
Ibidem
19
100000 mensen97
De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een
gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon
beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet
langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand
kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad
afsneed98
Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er
werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten
het machtsgebied van keizer Zeno bevond
Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-
476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer
Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort
daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die
zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was
afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn
macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia
Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius
Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen
maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door
zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen
tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99
Door op een confrontatie aan te sturen
tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om
lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100
Bovendien zou wanneer Theoderic zou
slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de
grenzen van zijn rijk bevinden101
In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan
naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de
Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102
Pas in de zomer van
489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten
tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort
97
Heather Goths and Romans 302 98
Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99
Heather Goths and Romans 307 100
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101
Heather Goths and Romans 308 102
Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127
20
daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna
Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar
het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over
naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103
Theoderic kreeg echter hulp van Alaric
II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat
Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug
in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd
omgeven door moerassen in te nemen104
Deze patstelling duurde voort tot 493
Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en
Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te
delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan
zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn
aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105
Het Ostrogotische leger riep
Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106
Dit was echter tegen de zin
van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door
Constantinopel107
Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de
rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze
positie bekleden
Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies
Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108
Ook in het westen
breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de
vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de
fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109
Maar de Visigotische koning Alaric II werd
vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van
Gallieuml110
Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de
Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij
een onbekende vrouw
Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de
Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke
103
Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105
Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106
Ibidem 107
Wolfram History of the Goths 284 108
Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109
Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114
21
aanval op de Visigoten in 507111
In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen
waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml
werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112
De Ostrogoten intervenieerden echter
in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113
Daarnaast
slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de
Provence te behouden voor de Visigoten
De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het
Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd
hadden114
Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen
van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige
zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de
zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte
De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van
Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over
het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had
aangesteld115
Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was
Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric
zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116
111
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112
Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114
A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I
162-192 aldaar 167-168 115
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116
Ibidem 123
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
16
steun van de Romeinse bureaucratie en konden zo hun macht uitbreiden en uitgroeien tot het
belangrijkste volk aan de Donaugrens73
Daarnaast kwamen de Goten door hun intensieve
contact met het Romeinse Rijk in aanraking met het christendom
Hoewel Gotische leiders hun invloed uitbreidden was er geen sprake van eacuteeacuten
gemeenschappelijk Gotisch volk maar van diverse kleinere politieke verbanden
Voortkomend uit de Getica van Jordanes werden de Goten in deze periode al onderverdeeld
in Visigoten en Ostrogoten maar dit is anachronistisch74
Bovendien leefden er diverse
andere volken in het aan de Goten toegeschreven gebied zoals de Gepiden75
De twee
belangrijkste Gotische groepen de Tervingi en de Greuthungi in respectievelijk het westelijk
en oostelijk deel van de Gotische wereld76
Dit zijn grof gesteld de voorlopers van de
Visigoten en Ostrogoten de namen die gebruikt worden wanneer ze zich op Romeins
grondgebied begeven77
Er kwam abrupt een einde aan de relatief stabiele verhouding tussen de Romeinen en
de lsquobarbarenrsquo toen de Hunnen in de tweede helft van de vierde eeuw op het toneel begonnen
te verschijnen De Goten werden samen met andere volken door de Hunnen langzaam uit hun
woongebieden verdreven Onder leiding van de krijgsheren Alavivus en Fritigern (dagger ca 380)
trok daarom een deel van de Goten in 376 de Donau over en kreeg aanvankelijk asiel van
keizer Valens (r 364-378) in het Oost-Romeinse Rijk Maar deze overeenkomst tussen de
Goten en de Romeinen hield niet lang stand en er brak een oorlog uit die uitliep op de slag
bij Adrianopel in 378 waar het Oost-Romeinse leger door de Goten werd verslagen en keizer
Valens samen met een groot deel van zijn leger de dood vond Na vele omzwervingen met
als dieptepunt de plundering van Rome in 410 vestigden de nazaten van deze groep Goten
zich uiteindelijk in 418 met toestemming van de West-Romeinse keizer Honorius (r 393-
423) in het zuidwesten van Gallieuml78
Deze groep wordt aangeduid als de Visigoten
De Greuthungi probeerden onder leiding van Ermanaric (dagger 376) aanvankelijk
weerstand te bieden aan de Hunnen maar ze werden door hen verslagen Volgens de
Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (ca 330-391) pleegde Ermanaric vervolgens
zelfmoord of liet hij zichzelf zelfs offeren om de goden gunstig te stemmen79
De
Tervingische koning Athanaric (dagger 381) kwam te hulp maar slaagde er ook niet in de Hunnen
73
Kulikowski Romersquos Gothic wars 100 74
Peter Heather Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991) 84 75
Thomas S Burns A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984) 25 76
Halsall Barbarian migration 134 77
Wolfram History of the Goths 23-24 78
Peter Heather lsquolsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in CAH XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515 aldaar 491 79
Amm 3132
17
tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de
eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80
Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij
kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag
tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een
bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de
gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81
Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd
onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de
Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82
Met name onder
de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten
die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd
Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een
coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de
Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in
453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten
sterke leider83
In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de
verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden
De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de
Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming
zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84
Een andere grote groep Ostrogoten
had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse
afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85
De Ostrogoten waren in
deze periode zeker geen verenigde groep86
Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r
457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic
Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de
keizer tot concessies te dwingen87
Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee
concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te
80
Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81
Heather Fall of the Roman empire 164 82
EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83
Heather Goths 124 84
Burns History of the Ostrogoths 52 85
AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86
Ibidem 87
Ibidem
18
zorgen88
In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno
kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus
af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en
de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89
Bovendien kreeg de Amaalse
Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil
daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90
Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een
verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun
leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden
verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een
halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met
Theoderic Strabo weer aan91
In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een
coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund
wat hem definitief van Zeno vervreemdde92
In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de
Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten
trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop
liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de
terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93
Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven
Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de
strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94
In ruil voor zijn hulp werd Theoderic
benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic
ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het
grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan
bij de Pannonische Goten95
De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic
een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96
De totale Ostrogotische
bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan
88
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89
Ibidem 90
Heather Goths and Romans 278 91
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92
Ibidem 51 93
Heather Goths and Romans 298 94
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95
Heather Goths and Romans 302 96
Ibidem
19
100000 mensen97
De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een
gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon
beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet
langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand
kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad
afsneed98
Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er
werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten
het machtsgebied van keizer Zeno bevond
Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-
476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer
Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort
daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die
zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was
afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn
macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia
Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius
Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen
maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door
zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen
tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99
Door op een confrontatie aan te sturen
tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om
lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100
Bovendien zou wanneer Theoderic zou
slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de
grenzen van zijn rijk bevinden101
In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan
naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de
Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102
Pas in de zomer van
489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten
tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort
97
Heather Goths and Romans 302 98
Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99
Heather Goths and Romans 307 100
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101
Heather Goths and Romans 308 102
Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127
20
daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna
Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar
het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over
naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103
Theoderic kreeg echter hulp van Alaric
II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat
Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug
in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd
omgeven door moerassen in te nemen104
Deze patstelling duurde voort tot 493
Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en
Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te
delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan
zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn
aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105
Het Ostrogotische leger riep
Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106
Dit was echter tegen de zin
van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door
Constantinopel107
Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de
rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze
positie bekleden
Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies
Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108
Ook in het westen
breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de
vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de
fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109
Maar de Visigotische koning Alaric II werd
vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van
Gallieuml110
Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de
Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij
een onbekende vrouw
Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de
Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke
103
Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105
Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106
Ibidem 107
Wolfram History of the Goths 284 108
Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109
Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114
21
aanval op de Visigoten in 507111
In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen
waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml
werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112
De Ostrogoten intervenieerden echter
in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113
Daarnaast
slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de
Provence te behouden voor de Visigoten
De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het
Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd
hadden114
Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen
van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige
zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de
zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte
De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van
Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over
het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had
aangesteld115
Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was
Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric
zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116
111
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112
Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114
A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I
162-192 aldaar 167-168 115
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116
Ibidem 123
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
17
tegen te houden De meeste Tervingi braken daarop met Athanaric en probeerden onder de
eerdergenoemde leiders Alavivus en Fritigern toegang te krijgen in het Romeinse Rijk80
Ook een deel van de Greuthungi vroeg de Romeinse autoriteiten om asiel maar zij
kregen van keizer Valens geen toestemming de Donau over te steken Toen het verdrag
tussen de Tervingi en de Romeinen echter geen stand bleek te houden en er uiteindelijk een
bloedige strijd uitbrak tussen beide partijen gaf dit aan deze Greuthungi alsnog de
gelegenheid illegaal het Romeinse Rijk binnen te trekken81
Een groot deel van de Greuthungi bleef echter buiten het Romeinse Rijk en werd
onderworpen door de Hunnen Als vazallen vochten de onderworpen Goten samen met de
Hunnen en leverden ze landbouwproducten aan hun nomadische heersers82
Met name onder
de Hunnische koning Attila (dagger 453) vochten de Goten op grote schaal met hen mee De Goten
die werden onderworpen door de Hunnen worden de Ostrogoten genoemd
Nadat Attila in de slag op de Catalaunische velden in 451 werd verslagen door een
coalitie van het West-Romeinse Rijk met enkele Germaanse volken zoals de Franken en de
Visigoten onder leiding van de Romeinse generaal Flavius Aeumltius (391-454) en Attila zelf in
453 overleed kwam er een einde aan de situatie van een Hunnisch rijk onder leiding van eacuteeacuten
sterke leider83
In de slag aan de Nadao in 454 wisten de Ostrogoten en de Gepiden de
verzwakte Hunnen te verslaan en weer zelfstandig te worden
De Oost-Romeinse keizer Marcianus (r 450-457) verleende een deel van de
Ostrogoten onder leiding van Valamir (ca 420-465) uit de Amaalse dynastie toestemming
zich als foederati in de provincie Pannonia te vestigen84
Een andere grote groep Ostrogoten
had zich rond 460 in Thracieuml gevestigd en had van de Oost-Romeinse generaal van Alaanse
afkomst Aspar (ca 400-471) ook de status van foederati gekregen85
De Ostrogoten waren in
deze periode zeker geen verenigde groep86
Nadat Aspar in 471 op bevel van keizer Leo I (r
457-474) was vermoord kwamen de Ostrogoten in Thracieuml onder leiding van Theoderic
Strabo (dagger 481) in opstand Ook de Pannonische Ostrogoten grepen deze gelegenheid aan de
keizer tot concessies te dwingen87
Keizer Zeno de opvolger van Leo I erfde de situatie van zijn voorganger met twee
concurrerende Gotische groepen in zijn rijk die de potentie hadden voor veel onrust te
80
Peter Heather The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005) 152 81
Heather Fall of the Roman empire 164 82
EA Thompson en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996) 182-183 83
Heather Goths 124 84
Burns History of the Ostrogoths 52 85
AD Lee lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in CAH XIV 33-62 aldaar 48 86
Ibidem 87
Ibidem
18
zorgen88
In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno
kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus
af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en
de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89
Bovendien kreeg de Amaalse
Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil
daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90
Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een
verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun
leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden
verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een
halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met
Theoderic Strabo weer aan91
In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een
coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund
wat hem definitief van Zeno vervreemdde92
In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de
Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten
trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop
liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de
terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93
Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven
Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de
strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94
In ruil voor zijn hulp werd Theoderic
benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic
ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het
grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan
bij de Pannonische Goten95
De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic
een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96
De totale Ostrogotische
bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan
88
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89
Ibidem 90
Heather Goths and Romans 278 91
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92
Ibidem 51 93
Heather Goths and Romans 298 94
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95
Heather Goths and Romans 302 96
Ibidem
19
100000 mensen97
De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een
gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon
beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet
langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand
kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad
afsneed98
Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er
werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten
het machtsgebied van keizer Zeno bevond
Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-
476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer
Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort
daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die
zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was
afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn
macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia
Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius
Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen
maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door
zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen
tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99
Door op een confrontatie aan te sturen
tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om
lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100
Bovendien zou wanneer Theoderic zou
slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de
grenzen van zijn rijk bevinden101
In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan
naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de
Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102
Pas in de zomer van
489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten
tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort
97
Heather Goths and Romans 302 98
Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99
Heather Goths and Romans 307 100
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101
Heather Goths and Romans 308 102
Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127
20
daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna
Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar
het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over
naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103
Theoderic kreeg echter hulp van Alaric
II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat
Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug
in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd
omgeven door moerassen in te nemen104
Deze patstelling duurde voort tot 493
Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en
Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te
delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan
zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn
aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105
Het Ostrogotische leger riep
Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106
Dit was echter tegen de zin
van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door
Constantinopel107
Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de
rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze
positie bekleden
Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies
Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108
Ook in het westen
breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de
vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de
fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109
Maar de Visigotische koning Alaric II werd
vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van
Gallieuml110
Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de
Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij
een onbekende vrouw
Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de
Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke
103
Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105
Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106
Ibidem 107
Wolfram History of the Goths 284 108
Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109
Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114
21
aanval op de Visigoten in 507111
In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen
waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml
werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112
De Ostrogoten intervenieerden echter
in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113
Daarnaast
slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de
Provence te behouden voor de Visigoten
De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het
Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd
hadden114
Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen
van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige
zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de
zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte
De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van
Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over
het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had
aangesteld115
Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was
Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric
zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116
111
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112
Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114
A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I
162-192 aldaar 167-168 115
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116
Ibidem 123
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
18
zorgen88
In 475 hielp Theoderic Strabo de usurpator Basiliscus (r 475-476) Zeno
kortstondig uit Constantinopel te verdrijven Nadat Zeno in 476 erin was geslaagd Basiliscus
af te zetten en te laten doden beeindigde hij de invloedrijke positie van Theoderic Strabo en
de Thracische Goten ten gunste van de Pannonische Goten89
Bovendien kreeg de Amaalse
Theoderic de positie als Romeins generaal die Theoderic Strabo daarvoor had gehad In ruil
daarvoor zouden de Pannonische Goten de strijd aangaan met de Thracische Goten90
Het beleid van Zeno ten opzichte van de Ostrogoten in zijn rijk is te zien als een
verdeel-en-heers politiek Hij probeerde de Pannonische en de Thracische Ostrogoten en hun
leiders zoveel mogelijk tegen elkaar uit te spelen in de hoop dat ze elkaar ernstig zouden
verzwakken De Amaalse Theoderic doorzag echter deze strategie en voerde slechts een
halfslachtige strijd met de Thracische Goten Zeno haalde daarop de betrekkingen met
Theoderic Strabo weer aan91
In 479 veranderde deze situatie echter abrupt toen de usurpator Marcianus (dagger 484) een
coup pleegde die uiteindelijk faalde Theoderic Strabo had de couppleger echter gesteund
wat hem definitief van Zeno vervreemdde92
In 480 overtuigde Zeno de Bulgaren om de
Thracische Goten aan te vallen maar zij werden door hen verslagen De Thracische Goten
trokken vervolgens in 481 naar Constantinopel maar hun aanval werd afgeslagen Daarop
liet Theoderic Strabo de Goten zich terugtrekken naar Griekenland Maar tijdens de
terugtocht overleed hij als gevolg van een ongeluk93
Zeno sloot vervolgens weer een bondgenootschap met de enig overgebleven
Theoderic de leider van de Pannonische Ostrogoten omdat hij de Goten nodig had in de
strijd met de opstandige generaal Illus (dagger 488)94
In ruil voor zijn hulp werd Theoderic
benoemd tot consul in 484 en kregen de Goten meer land toegewezen Ook zorgde Theoderic
ervoor dat Recitach (dagger 484) de zoon en opvolger van Theoderic Strabo vermoord werd Het
grootste deel van de Thracische Goten die nu geen leider meer hadden sloot zich daarop aan
bij de Pannonische Goten95
De vereniging van de Ostrogoten zorgde ervoor dat Theoderic
een leger van circa 20000 krijgers tot zijn beschikking had96
De totale Ostrogotische
bevolking binnen het Romeinse Rijk telde op dat moment waarschijnlijk iets meer dan
88
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 89
Ibidem 90
Heather Goths and Romans 278 91
Lee lsquoThe eastern empirersquo 50 92
Ibidem 51 93
Heather Goths and Romans 298 94
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 95
Heather Goths and Romans 302 96
Ibidem
19
100000 mensen97
De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een
gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon
beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet
langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand
kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad
afsneed98
Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er
werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten
het machtsgebied van keizer Zeno bevond
Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-
476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer
Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort
daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die
zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was
afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn
macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia
Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius
Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen
maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door
zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen
tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99
Door op een confrontatie aan te sturen
tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om
lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100
Bovendien zou wanneer Theoderic zou
slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de
grenzen van zijn rijk bevinden101
In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan
naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de
Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102
Pas in de zomer van
489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten
tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort
97
Heather Goths and Romans 302 98
Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99
Heather Goths and Romans 307 100
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101
Heather Goths and Romans 308 102
Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127
20
daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna
Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar
het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over
naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103
Theoderic kreeg echter hulp van Alaric
II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat
Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug
in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd
omgeven door moerassen in te nemen104
Deze patstelling duurde voort tot 493
Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en
Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te
delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan
zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn
aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105
Het Ostrogotische leger riep
Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106
Dit was echter tegen de zin
van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door
Constantinopel107
Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de
rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze
positie bekleden
Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies
Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108
Ook in het westen
breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de
vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de
fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109
Maar de Visigotische koning Alaric II werd
vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van
Gallieuml110
Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de
Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij
een onbekende vrouw
Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de
Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke
103
Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105
Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106
Ibidem 107
Wolfram History of the Goths 284 108
Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109
Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114
21
aanval op de Visigoten in 507111
In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen
waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml
werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112
De Ostrogoten intervenieerden echter
in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113
Daarnaast
slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de
Provence te behouden voor de Visigoten
De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het
Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd
hadden114
Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen
van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige
zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de
zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte
De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van
Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over
het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had
aangesteld115
Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was
Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric
zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116
111
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112
Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114
A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I
162-192 aldaar 167-168 115
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116
Ibidem 123
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
19
100000 mensen97
De vereniging van de twee Ostrogotische groepen onder Theoderic zorgde voor een
gevaarlijke situatie voor keizer Zeno de militaire macht waarover Theoderic kon
beschikken was namelijk veel groter geworden Bovendien kon Zeno de Ostrogoten niet
langer tegen elkaar uitspelen In 486 werd dit duidelijk toen Theoderic opnieuw in opstand
kwam tegen Zeno en naar Constantinopel optrok en de watervoorziening van de stad
afsneed98
Na onderhandelingen kocht Zeno de Ostrogoten met een flinke som goud af en er
werd bovendien afgesproken dat de Ostrogoten naar Italieuml zouden vertrekken dat zich buiten
het machtsgebied van keizer Zeno bevond
Italieuml werd na de afzetting van de West-Romeinse keizer Romulus Augustulus (r 475-
476) geregeerd door de Germaanse koning Odoacer In 474 had de Oost-Romeinse keizer
Leo I zijn neef Julius Nepos (r 474-475) echter aangesteld als West-Romeins keizer Kort
daarna werd hij echter aan de kant gezet door zijn belangrijkste generaal Orestes (dagger 476) die
zijn zoon Romulus als keizer op de troon zette Julius Nepos was nadat hij in Italieuml was
afgezet nog steeds de door Constantinopel erkende keizer van het West-Romeinse Rijk Zijn
macht beperkte zich echter tot de provincie Dalmatia
Nadat Odoacer echter Orestes en zijn zoon aan de kant had gezet weigerde hij Julius
Nepos die nog steeds de steun genoot van het Oost-Romeinse Rijk als keizer te erkennen
maar riep hij zichzelf uit tot koning van Italieuml Toen Julius Nepos in 480 werd vermoord door
zijn eigen soldaten lijfde Odoacer Dalmatia zelfs in bij zijn koninkrijk De verhoudingen
tussen Zeno en Odoacer waren dus gespannen99
Door op een confrontatie aan te sturen
tussen Theoderic en Odoacer volgde Zeno dus opnieuw zijn beproefde strategie om
lsquobarbaarsersquo leiders tegen elkaar uit te spelen100
Bovendien zou wanneer Theoderic zou
slagen een serieuze bedreiging voor de heerschappij van Zeno zich niet langer binnen de
grenzen van zijn rijk bevinden101
In de winter van 488-489 vertrok Theoderic samen met zijn leger vanuit de Balkan
naar Italieuml Voordat de Ostrogoten Italieuml bereikten kwamen ze echter al in conflict met de
Gepiden die rond Sirmium een stad in het huidige Servieuml leefden102
Pas in de zomer van
489 trokken de Ostrogoten Italieuml binnen Odoacer rukte met zijn leger op om de Ostrogoten
tegen te houden maar werd verslagen in de slag bij de Isonzo en in de slag bij Verona kort
97
Heather Goths and Romans 302 98
Stephen Mitchell A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007) 118 99
Heather Goths and Romans 307 100
Lee lsquoThe eastern empirersquo 51 101
Heather Goths and Romans 308 102
Roger Collins lsquoThe western kingdomsrsquo in CAH XIV 112-134 aldaar 127
20
daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna
Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar
het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over
naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103
Theoderic kreeg echter hulp van Alaric
II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat
Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug
in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd
omgeven door moerassen in te nemen104
Deze patstelling duurde voort tot 493
Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en
Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te
delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan
zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn
aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105
Het Ostrogotische leger riep
Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106
Dit was echter tegen de zin
van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door
Constantinopel107
Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de
rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze
positie bekleden
Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies
Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108
Ook in het westen
breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de
vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de
fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109
Maar de Visigotische koning Alaric II werd
vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van
Gallieuml110
Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de
Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij
een onbekende vrouw
Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de
Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke
103
Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105
Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106
Ibidem 107
Wolfram History of the Goths 284 108
Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109
Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114
21
aanval op de Visigoten in 507111
In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen
waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml
werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112
De Ostrogoten intervenieerden echter
in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113
Daarnaast
slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de
Provence te behouden voor de Visigoten
De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het
Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd
hadden114
Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen
van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige
zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de
zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte
De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van
Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over
het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had
aangesteld115
Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was
Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric
zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116
111
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112
Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114
A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I
162-192 aldaar 167-168 115
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116
Ibidem 123
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
20
daarna Odoacer vluchtte vervolgens naar zijn hoofdstad Ravenna
Toen Tufa (dagger 493) de belangrijkste generaal van Odoacer ook nog eens overliep naar
het kamp van Theoderic leek de strijd zo goed als gestreden Kort daarna liep Tufa weer over
naar Odoacer waardoor de krijgskansen keerden103
Theoderic kreeg echter hulp van Alaric
II (dagger 507) de koning van het Visigotische koninkrijk in het zuidwesten van Gallieuml Nadat
Odoacer in de slag bij de Adda in 490 opnieuw werd verslagen trok hij zich definitief terug
in Ravenna De Ostrogoten waren echter niet in staat de versterkte stad die bovendien werd
omgeven door moerassen in te nemen104
Deze patstelling duurde voort tot 493
Omdat het beide partijen niet lukte elkaar definitief te verslaan sloten Theoderic en
Odoacer in het begin van 493 een verdrag waarin ze afspraken de heerschappij over Italieuml te
delen Dit verdrag verschafte Theoderic toegang tot Ravenna Hij was echter niet van plan
zich aan deze overeenkomst te houden aangezien hij Odoacer en een groot deel van zijn
aanhangers al binnen enkele dagen liet vermoorden105
Het Ostrogotische leger riep
Theoderic vervolgens uit tot koning van Goten en Romeinen106
Dit was echter tegen de zin
van de Byzantijnse keizer en de nieuwe positie van Theoderic werd dan ook niet erkend door
Constantinopel107
Pas in 497 werd hij door keizer Anastasius (r 491-518) erkend als de
rechtmatige heerser over het westen Theoderic zou vervolgens tot aan zijn dood in 526 deze
positie bekleden
Buiten Italieuml hoorden ook de alpenprovincies Raetia en Noricum en de provincies
Dalmatia en Pannonia op de Balkan bij het Ostrogotische koninkrijk108
Ook in het westen
breidde hij zijn macht uit in gebied dat tot de Visigoten had behoord Aan het einde van de
vijfde eeuw had het Visigotische koninkrijk in zuid-Gallieuml sterk geprofiteerd van de
fragmentatie van het West-Romeinse Rijk109
Maar de Visigotische koning Alaric II werd
vervolgens geconfronteerd met de toenemende macht van de Franken in het noorden van
Gallieuml110
Als tegenwicht tegen de Franken haalde Alaric II daarom de betrekkingen met de
Ostrogoten aan en trouwde met Theodegotha (ca 473-507) een dochter van Theoderic bij
een onbekende vrouw
Toen de Frankische koning Clovis (ca 466-511) een verbond sloot met de
Bourgondische koning Gundobad tegen de Visigoten leidde dit echter tot een gezamenlijke
103
Moorhead Theoderic in Italy 22-23 104
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 127 105
Jochen Martin Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987) 49 106
Ibidem 107
Wolfram History of the Goths 284 108
Frank M Ausbuumlttel Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003) 62 109
Ian N Wood lsquoThe north-western provincesrsquo in CAH XIV 497-524 aldaar 518 110
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114
21
aanval op de Visigoten in 507111
In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen
waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml
werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112
De Ostrogoten intervenieerden echter
in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113
Daarnaast
slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de
Provence te behouden voor de Visigoten
De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het
Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd
hadden114
Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen
van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige
zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de
zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte
De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van
Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over
het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had
aangesteld115
Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was
Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric
zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116
111
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112
Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114
A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I
162-192 aldaar 167-168 115
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116
Ibidem 123
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
21
aanval op de Visigoten in 507111
In de slag bij Vouilleacute bleek dat de Visigoten niet tegen hen
waren opgewassen Alaric II sneuvelde in de strijd en het Visigotische koninkrijk in Gallieuml
werd voor een groot deel door de Franken ingelijfd112
De Ostrogoten intervenieerden echter
in 508 en slaagden erin de Provence bij hun eigen koninkrijk te voegen113
Daarnaast
slaagden ze erin Septimania de kuststrook aan de Middellandse Zee ten westen van de
Provence te behouden voor de Visigoten
De Visigoten hadden hun macht in de tweede helft van de vijfde eeuw ook naar het
Iberisch schiereiland uitgebreid ten koste van de Sueven die zich daar eerder al gevestigd
hadden114
Rond 500 was alleen het noordwesten van het Iberisch schiereiland niet in handen
van de Visigoten Nadat Alaric II in de slag bij Vouilleacute was omgekomen nam zijn onwettige
zoon Gesalic (dagger 513) de macht over in het Visigothische koninkrijk Dit was echter tegen de
zin van Theoderic die in 511 een leger stuurde dat Gesalic van zijn troon stootte
De Ostrogotische koning zette vervolgens Amalaric de nog minderjarige zoon van
Alaric II en Theodegotha op de troon Omdat Amalaric nog een kind was was de macht over
het Visigotisch koninkrijk in handen van enkele Ostrogotische regenten die Theoderic had
aangesteld115
Hoewel het Visigotisch koninkrijk in naam nog onafhankelijk was was
Theoderic in de praktijk de machthebber Pas na de dood van Theoderic kon Amalaric
zelfstandig zijn koninkrijk besturen hoewel hij in de praktijk nooit veel macht zou hebben116
111
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 114 112
Raymond van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in NCMH I 193-231 aldaar 197 113
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 114
A Barbero en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in Spainrsquo in NCMH I
162-192 aldaar 167-168 115
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 122-123 116
Ibidem 123
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
22
4 Interne oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
In dit hoofdstuk wordt de interne situatie van het rijk van Theoderic behandeld Het hoofdstuk
is onderverdeeld in analyses over de politieke sociale en religieuze verhoudingen binnen het
koninkrijk Omdat de geschiedenis van het Ostrogotische koninkrijk geen losstaande
historische episode was maar onderdeel van de geschiedenis van de late oudheid behandel ik
de situatie van het Ostrogotische koninkrijk dan ook binnen de context van Italieuml in deze
periode In de paragraaf over de invloed op de samenleving van religieuze verschillen tussen
arianen en katholieken komt als eerste aan bod hoe deze twee christelijke stromingen van
elkaar verschilden
41 Politieke organisatie van het Ostrogotische koninkrijk
Lange tijd werd in het historisch debat de ondergang van het West-Romeinse Rijk gezien als
een enorme catastrofe waarin de klassieke wereld abrupt plaats moest maken voor de
lsquodonkerersquo middeleeuwen117
Dit werd echter door sommige historici niet als negatief
beschouwd Vooral Duitse en Engelse historici hebben vanaf de negentiende eeuw de
ondergang van het West-Romeinse Rijk gepresenteerd als een vastgelopen en decadente
mediterrane samenleving die aan de kant werd geveegd door een frisse Germaanse
samenleving118
Franse en Italiaanse historici waren juist veel positiever over het late
Romeinse Rijk en negatiever over de rol van de Germanen119
Beide visies op deze periode
houden echter wel in dat alle veranderingen positief of negatief werden veroorzaakt door de
Germaanse immigranten in het Romeinse Rijk120
Deze kijk wordt dan ook de Germanistische
visie genoemd
Daar tegenover staat het Romanistische beeld waarin er vooral sprake is van
continuiumlteit De Germanen die het Romeinse Rijk binnentrokken waren slechts kleine groepen
tegenover een veel grotere Romeinse bevolking De Germanen zorgden dan ook voor weinig
tot geen verandering Hoewel het Romeinse Rijk niet langer bestond veranderde er voor het
overgrote deel van de bevolking weinig Momenteel wordt vooral de Romanistische visie
onderschreven maar er worden wel enkele kanttekeningen bij geplaatst de periode van de
vierde tot de zesde eeuw was wel degelijk een periode waarin grote veranderingen
117
Guy Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo in NCMH I 35-55 aldaar 35 118
Ibidem 35-36 119
Ibidem 36 120
Ibidem
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
23
plaatsvonden121
Dit was echter vooral het gevolg van een langdurig proces van transformatie
Met name de Britse cultuurhistoricus Peter Brown heeft dit idee voorgedragen in zijn
bekende werk The world of Late Antiquity uit 1971 In dit boek stelt hij de late oudheid voor
als een tijdperk op zichzelf waarin grote maatschappelijke veranderingen in de hele
mediterrane wereld plaatsvonden en niet als een simpel proces van verval en ondergang van
het Romeinse Rijk122
De late oudheid onderscheidde zich in veel opzichten juist sterk van de
klassieke periode tijdens het Principaat terwijl in de periode van ongeveer 200 tot 700 er
sprake was van veel continuiumlteit in de samenleving123
Ook in Italieuml bleef er ondanks de machtsovernames van achtereenvolgens Odoacer en
Theoderic veel hetzelfde Nog steeds werd het bestuur voornamelijk verzorgd door Romeinen
en werd de militaire macht vooral gevormd door Germaanse soldaten zoals ook het geval was
geweest in het West-Romeinse Rijk Al voordat in 476 de laatste keizer Romulus Augustulus
was afgezet door Odoacer was er een proces in gang gezet van toenemende regionalisatie in
het West-Romeinse Rijk
Met name de Gallische en de Italische elite had uiteenlopende belangen naarmate de
problemen van het West-Romeinse Rijk groeiden124
Daarnaast groeiden ook het westen en
het oosten van het Romeinse Rijk vanaf de vierde eeuw steeds verder uit elkaar op politiek
economisch en cultureel gebied125
Bovendien werd Italieuml vanaf het begin van de vijfde eeuw
afhankelijk van zijn eigen economische en militaire hulpbronnen Vooral de verovering van
de provincie Africa door de Vandalen tussen 429 en 435 speelde hierin een belangrijke rol
Rome kon niet meer rekenen op de graanleveranties uit deze regio wat ervoor zorgde dat de
bevolking van de stad kromp en de stad zelf veel meer economisch vervlochten raakte met de
rest van het schiereiland126
De afzetting van Romulus Augustulus door Odoacer is dan ook veel minder het
abrupte einde van het West-Romeinse Rijk die het op het eerste gezicht lijkt Al aan het einde
van de vierde eeuw speelden geromaniseerde lsquobarbaarsersquo generaals zoals de Vandaal Stilicho
(359-408) en de Frank Arbogast (dagger 394) een grote rol in het bestuur van het West-Romeinse
Rijk Vooral de positie van de Germaanse generaal Ricimer (405-472) was echter een
voorbode van de rol die Odoacer en Theoderic korte tijd later zouden spelen Als aanvoerder
121
Halsall lsquoThe barbarian invasionsrsquo 37 122
Peter Brown The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971) 7 123
Ibidem 7-8 124
Humphries lsquoItalyrsquo 526 125
Richard Gerberding lsquoThe later Roman Empirersquo in NCMH I 13-34 aldaar 24-25 126
Humphries lsquoItalyrsquo 526-527
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
24
van het leger in Italieuml was hij in feite de man die keizers kon maken of breken127
Bovendien
hield hij vooral rekening met het belang van Italieuml en veel minder met het belang van het
West-Romeinse Rijk als geheel De marionettenkeizers van Ricimer genoten echter nog wel
de steun van het Oost-Romeinse Rijk
Na de dood van Ricimer in 472 werden de West-Romeinse keizers Glycerius (r 473-
474) en Romulus Augustulus niet erkend door het Oost-Romeinse Rijk Julius Nepos was wel
aangesteld door Constantinopel maar hij was slechts korte tijd daadwerkelijk aan de macht
voor hij in 475 werd afgezet door zijn generaal Orestes de vader van Romulus Augustulus
Toen Odoacer op zijn beurt het volgende jaar de jonge keizer van de troon stootte en zijn
vader liet vermoorden veranderde dat weinig aan de situatie van Italieuml Er was een keizer aan
de kant gezet die zelf ook al een usurpator was geweest die niet erkend werd door het Oost-
Romeinse Rijk Bovendien was het West-Romeinse Rijk tijdens zijn korte heerschappij al zo
gefragmenteerd dat zijn macht zich niet buiten het Italisch schiereiland uitstrekte
Door zichzelf tot koning van Italieuml uit te laten roepen maakte Odoacer slechts een
situatie die in de praktijk al langer bestond officieel128
Hij stuurde de keizerlijke insignes
terug naar Constantinopel en erkende de Oost-Romeinse keizer Zeno als de enige keizer van
de Romeinse wereld en als zijn meerdere In de praktijk voerde Odoacer echter een
onafhankelijk bestuur Naarmate de heerschappij van Odoacer langer duurde en redelijk
succesvol bleek te zijn ging hij zich steeds openlijker onafhankelijk gedragen en groeide de
irritatie van Zeno daarover Aan de andere kant was de Romeinse elite in Italieuml juist tevreden
over de stabiele heerschappij van Odoacer na jaren van bestuurlijke chaos onder de laatste
West-Romeinse keizers129
Toen Theoderic in 493 uiteindelijk Odoacer aan de kant zette bleef de situatie
opnieuw grotendeels hetzelfde Ook Theoderic regeerde in naam van de Oost-Romeinse
keizer over Italieuml Het grote verschil tussen de twee lsquobarbaarsersquo leiders was dat Theoderic de
leiding had over een veel omvangrijkere legermacht en dus een veel sterkere positie kon
verwerven130
Daarbuiten liet ook Theoderic de bestaande Romeinse bestuursstructuur zoveel
mogelijk bestaan131
Bovendien bleef Ravenna functioneren als het bestuurscentrum van het
rijk132
Verscheidene Romeinse edelen waaronder de vader van Cassiodorus die eerder in de
127
Peter Heather lsquoThe western Empire 425-76rsquo in CAH XIV 1-32 aldaar 23-24 128
Adrian Goldsworthy How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009) 367-368 129
Humphries lsquoItalyrsquo 530 130
Goldsworthy How Rome fell 368 131
Thomas S Burns The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980) 78 132
Moorhead Theoderic in Italy 142
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
25
bureaucratie van Odoacer hadden gediend kregen posities aan het hof van Theoderic133
Cassiodorus zegt hier zelf in een brief uit 507 namens Theoderic aan de senaat in Rome over
de aanstelling van zijn vader als Patricieumlr door Theoderic
lsquoZo onderwezen onder de vorige koning kwam hij met een verdiende beroemdheid
naar mijn paleis Jullie herinneren je immers en nu wordt de herinnering bij jullie over
recente zaken geholpen met welke gematigdheid hij op de Praetoriaanse top optrad
nadat hij daar geplaatst was en tot die hoogte gestegen verachtte hij vervolgens de
misdaden van de welvarenden nog meer Want door geen enkele gift van het fortuin
overmoedig werkte hij zichzelf op tot de laars van de grote macht zoals de gewoonte
is bij velen maar rechtvaardig alle zaken regelend gaf hij geen haat terug tegenover
mijn gunst voor hemrsquo134
Nog een naam die in deze categorie genoemd moet worden is die van de Romeinse
aristocraat Liberius (ca 465-554) Hij was al werkzaam in de bureaucratie van Italieuml tijdens
de heerschappij van Odoacer maar na de machtsovername van Theoderic klom hij snel op
Hij regelde onder andere de moeilijke organisatie van de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml
Na de inlijving van zuid-Gallieuml bij het Ostrogotische koninkrijk in 508 werd Liberius
benoemd tot bestuurder van dit nieuwe territorium Dit ambt oefende hij uit tot 534 en in de
laatste jaren voerde hij zelfs de Gotische troepen in Gallieuml aan135
Dit is echter wel het enige
bekende voorbeeld van een Romein die een militaire functie uitoefende in het Ostrogotische
koninkrijk136
In 534 werd Liberius door de toenmalige koning Theodahad naar Constantinopel
gestuurd kort nadat hij zijn vrouw Amalasuintha had laten vermoorden Liberius moest keizer
Justinianus proberen gunstig te stemmen maar hij liep echter over naar de Byzantijnen In
Byzantijnse dienst speelde Liberius zelfs een kleine rol in de Gotische oorlog toen hij in 550
een keizerlijke legermacht aanvoerde De lange en succesvolle carriegravere in Gotische dienst
zorgde blijkbaar niet voor een gevoel van verbondenheid met het Ostrogotische koninkrijk bij
133
Barnish Cassiodorus xi 134
Cass Var 1 4 6-7
His itaque sub praecedenti roge gymnasiis exercitatus emeritis laudibus ad palatia nostra pervenit meministis
enim et adhuc vobis recentium rerum memoria ministratur qua moderatione praetoriano culmini locatus
incederit et evectus in celsum inde magis despexerit vitia prosperorum Nullo quippe ut plerisque moris est
elatus favore fortunae in cothurnum se magnae potestatis erexit sed aequitate cuncta moderatus gratiam
nostram in se non reddidit odiosam 135
Wolfram History of the Goths 309-310 136
James J OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72 aldaar 60
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
26
Liberius137
Het Ostrogotische koninkrijk was het meest opvallend Romeins van alle post-
Romeinse staten in het voormalige West-Romeinse Rijk omdat Italieuml de kern was geweest
van het Romeinse Rijk en de Romeinen een grote rol speelden in het bestuur138
Theoderic
zelf presenteerde zichzelf heel bewust als een Romeins heerser die onderdanig was aan
Constantinopel139
Om geen weerstand op te roepen onder de Romeinse elite van Italieuml was
deze pose noodzakelijk De kern van de Romeinse identiteit werd gevormd door de vorming
door de klassieke literatuur Zo werd een individu aangezet zijn ratio te gebruiken Met zijn
ratio kon een echte Romein zijn lichamelijke passies onder controle houden140
Door het gebruik van ratio door zijn individuele leden liet de maatschappij als geheel
zich leiden door geschreven wetten141
Dit betekende dat de Romeinse samenleving een
geordende samenleving was Daar tegenover stonden lsquobarbarenrsquo die zich volgens de
Romeinse elite lieten leiden door hun lichamelijke behoeftes Als gevolg daarvan was een
lsquobarbaarsersquo samenleving chaotisch en niet in staat een duidelijke koers te varen142
Daarom
was het voor Theoderic belangrijk zich als Romeins te presenteren om duidelijk te maken dat
de geschreven wetten in acht genomen werden en de elite niets van zijn bewind te vrezen had
Het bestuur van Theoderic was een directe voortzetting van de Romeinse maatschappelijke
orde143
In de lofrede van Ennodius voor Theoderic legde hij heel duidelijk de nadruk op de
Griekse scholing die hij had gekregen toen hij nog in het Oost-Romeinse Rijk leefde
lsquoGriekenland de voorbode van wat komt heeft u in de schoot van de beschaving
onderwezen Het heeft u de grens van het leven overstekend gevormd zodat toen er
nog vrolijkheid bij de jongen was deze spoedig werd gevolgd door de bescherming
van een leraarrsquo144
Door zijn scholing was Theoderic geen barbaar maar in feite was hij zelf ook een Romein
geworden Waarschijnlijk was dit meer dan alleen propaganda om de Romeinse bevolking
tevreden te stellen In de late oudheid was de kracht van de Romeinse cultuur ook voor niet-
137
OrsquoDonnel lsquoLiberius the patricianrsquo 63 138
Heather Goths 221 139
Ibidem 222 140
Robert A Kaster Guardians of the language The grammarian and society in Late Antiquity (Berkeley 1988)
12-19 141
Heather Goths 222 142
Ibidem 222 143
Ibidem 235 144
Enn Theod 311
Educavit te in gremio civilitas Graecia praesaga venture quem ita ingressum vitae limen erudivit ut dum adhuc
de puero haberet hilaritatem mox eam sequeretur securitas de tutore
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
27
Romeinen zo overweldigend dat leiders zoals Theoderic die een groot deel van hun scholing
hadden gekregen in de Romeinse wereld zichzelf ook als Romeinen zagen en er alles aan
deden om door andere Romeinen ook zo geaccepteerd te worden Ook in het begin van het
tweede deel van de Anonymus Valesianus werd Theoderic gepresenteerd als de ideale
Romeinse keizer die de Romeinse cultuur in stand hield Hij wordt vergeleken met de keizers
Trajanus (r 98-117) en Valentinianus I (r 364-375) die naam hadden gemaakt als
succesvolle militaire leiders
lsquoWant hij (Theoderic) deed niets slechts Hij bestuurde twee naties tegelijk Romeinen
en Goten en ook al was hij van het ariaanse geloof toch viel hij niet het katholieke
geloof aan Hij organiseerde spelen in het circus en het amfitheater zodat hij ook door
de Romeinen een Trajanus of Valentinianus werd genoemd wiens tijden hij als
voorbeeld hadrsquo145
Naast de Romeinse bevolking moest Theoderic echter ook rekening houden met de wensen
van de circa 100000 Goten waarmee hij naar Italieuml was gekomen Nadat hij de macht had
gegrepen liet hij zijn volgelingen zich vestigen in het noorden van Italieuml als bescherming
tegen potentieumlle aanvallen van andere Germaanse volken maar vooral in het noordoosten en
aan de Adriatische kust als bescherming tegen de Byzantijnen146
Voor Theoderic was het uiteraard onmogelijk direct controle uit te oefenen over al
deze Goten Voor het bestuur over deze groepen werden bestuurders aangesteld die de leiding
konden hebben over een bepaalde stad of een grensregio147
De koning had waarschijnlijk
geen absolute macht over de aanstelling van deze ondergeschikten Lokaal werd er een
beslissing genomen over wie het best de leider kon zijn en vervolgens werd die beslissing ter
goedkeuring aan de koning voorgelegd148
Vele van de aan Theoderic ondergeschikte leiders hadden een sterke lokale
machtsbasis die vaak al bestond voor de vestiging van de Ostrogoten in Italieuml Zo bleven de
Rugi een apart Germaans volk dat zich aansloot bij de Ostrogoten in 487 hun eigen leider
houden en vestigden ze zich na 493 gezamenlijk op eacuteeacuten plek149
Met name tijdens de
langdurige oorlog met het Byzantijnse Rijk werden deze losse verbanden tussen de Goten
145
Anon Vales 260
Nihil enim perperam gessit Sic gubernavit duas gentes in uno Romanorum et Gothorum dum ipse quidem
Arrianae sectae esset tamen nihil contra religionem catholicam temptans exhibens ludos circensium et
amphitheatrum ut etiam a Romanis Traianus vel Valentinianus quorum tempora sectatus est appellaretur 146
HeatherGoths 237 147
Ibidem 236 148
Ibidem 149
Ibidem 237-238
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
28
duidelijk Diverse lokale groepen bepaalden zelfstandig hun houding tegenover de
Byzantijnen en gingen daarmee regelmatig in tegen het beleid van de Ostrogotische koning en
het belang van de Ostrogoten in het algemeen Een voorbeeld hiervan komt van Procopius
die heeft geschreven over een groep Goten die in 536 aan het begin van de Gotische oorlog in
Samnium leefden een regio in het zuiden van Italieuml onder leiding van ene Pitzas
lsquoToen liepen Pitzas een Gotische man die uit Samnium kwam zichzelf en de Goten
die daar samen met hem leefden en de helft van Samnium bij de zee over naar
Belisarius tot aan de rivier die door het midden van het gebied loopt Want de Goten
die aan de andere kant van de rivier woonden waren niet bereid Pitzas te volgen of om
de keizer te gehoorzamen Belisarius gaf hem enkele soldaten om samen met hem dat
gebied te bewakenrsquo150
Blijkbaar was Pitzas niet bereid de strijd aan te gaan met het aan het begin van de oorlog nog
veel sterker ogende Byzantijnse leger van Belisarius Voor hem persoonlijk was het
voordeliger om naar de Byzantijnen over te lopen en zo een deel van zijn macht te behouden
Des te opvallender is het dat de aangrenzende groep Goten volgens Procopius niet bereid was
zich aan te sluiten bij Belisarius maar wel de strijd aan wilde gaan
De verhouding tussen Theoderic en zijn opvolgers en hun ondergeschikten verschilde
enorm van de Romeinse politieke structuur Hoewel er aan de heerschappij van Theoderic een
legitimatie werd verleend via de constructie van een uitgebreide Amaalse dynastie door
Cassiodorus die later door Jordanes is overgenomen berustte zijn macht vooral op zijn
positie als succesvol legerleider151
Hij had immers steeds meer invloed weten te verkrijgen
op de Balkan tegenover Theoderic Strabo en keizer Zeno en uiteindelijk zelfs Italieuml weten te
veroveren
Maar ook daarna had hij succesvolle militaire campagnes georganiseerd waarmee hij
zijn koninkrijk enorm wist uit te breiden Door Theoderic als koning te accepteren deelden de
ondergeschikte aanvoerders mee in zijn succes Ook buiten deze militaire successen zorgde de
koning ervoor dat zijn volgelingen land en rijkdom verkregen152
De opvolgers van Theoderic
waren niet in staat zulke duidelijke voordelen te bieden en voor veel lokale Gotische leiders
150
Procop BG 1151-2
Τότε δὴ καὶ Πίτζας Γότθος ἀνήρ ἐκ Σαμνίου ἥκων αὑτόν τε καὶ Γότθους οἳ ἐκείνῃ ξὺν αὐτῷ ᾤκηντο καὶ
Σαμνίου τοῦ ἐπιθαλασσίου μοῖραν τὴν ἡμίσειαν Βελισαρίῳ ἐνεχείρισεν ἄχρι ἐς τὸν ποταμὸν ὃς τῆς χώρας μεταξὺ
φέρεται Γότθοι γὰρ ὅσοι ἐπὶ θάτερα τοῦ ποταμοῦ ἵδρυντο οὔτε τῷ Πίτζᾳ ἕπεσθαι οὔτε βασιλεῖ κατήκοοι εἶναι
ἤθελον στρατιώτας τέ οἱ Βελισάριος οὐ πολλοὺς ἔδωκεν ὅπως αὐτῷ ξυμφυλάξωσι τὰ ἐκείνῃ χωρία 151
Humphries lsquoItalyrsquo 531 152
Ibidem
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
29
was het dan ook voordeliger hun eigen strategie te volgen in de oorlog met de Byzantijnen
In feite was Theoderic tijdens zijn regering koning van twee volken Ten eerste stond
hij voor zijn Romeinse onderdanen aan het hoofd van een uitgebreide en al langdurig
bestaande bureaucratie die hij na zijn machtsovername vrijwel intact liet Ten tweede was hij
ten opzichte van zijn Gotische onderdanen vooral een krijgsheer die op individuele basis
steun kreeg van andere leiders vanwege zijn militaire successen Vanwege zijn autoriteit
verliep deze tweedeling in het bestuur aanvankelijk harmonieus maar aan het einde van zijn
heerschappij ontstonden er problemen
Het koningschap van Theoderic en zijn familie was geen vanzelfsprekendheid voor de
Goten Als oude man kon hij immers niet de voordelen bieden aan zijn volgelingen die hij
daarvoor wel kon bieden als succesvol militair leider Athalaric de jonge opvolger van
Theoderic was daar al helemaal niet toe in staat Ook tussen de Romeinse en Gotische
belangen ontstond frictie Amalasuintha de dochter van Theoderic en de moeder van
Athalaric wilde haar zoon een Romeinse scholing geven net als zijn grootvader had gehad
Dit was echter tegen de zin van diverse Gotische leiders die bang waren voor toenemende
invloed vanuit Constantinopel153
Toen Athalaric uiteindelijk in 534 vroegtijdig overleed en Amalasuintha korte tijd
later werd vermoord met medeweten van haar nieuwe man Theodahad gaf dit de Byzantijnse
keizer Justinianus een goede aanleiding een oorlog te beginnen Niet alleen werd in deze
oorlog duidelijk dat de Goten geen gezamenlijk front vormden tegenover de Byzantijnse druk
zoals uit de beschrijving van Procopius is gebleken maar ook de Romeinse inwoners van
Italieuml vormden geen eenheid met de Goten Hoewel de Goten al enkele decennia heersten over
het schiereiland en de Romeinse elite zeer positief was geweest over de heerschappij van
Theoderic probeerden de meeste Romeinen zich toch zoveel mogelijk buiten de strijd te
houden of steunden ze zelfs de Byzantijnen154
Het Ostrogotische koninkrijk was geen entiteit
waar de Romeinse inwoners zich echt mee identificeerden of waar ze trouw aan verschuldigd
waren
153
Humphries lsquoItalyrsquo 533 154
Burns History of the Ostrogoths 207
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
30
42 Sociale verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Toen de Ostrogoten de macht in Italieuml hadden overgenomen waren de Romeinen al lange tijd
gewend aan een toenemende rol van barbaren in de maatschappij Niet-Romeinen werden al
gerekruteerd in de Romeinse legers en Germaanse legerleiders zoals Arbogast Stilicho
Ricimer en Odoacer hadden in de vijfde eeuw al veel macht gehad in het West-Romeinse
Rijk Toch waren er wel degelijk grote verschillen Ten eerste stond Theoderic in
tegenstelling tot eerdere invloedrijke Germaanse legerleiders aan het hoofd van een
immigrerend volk Ten tweede bestond dat volk uit ongeveer 100000 mensen wat een
behoorlijke toestroom was hoewel de Romeinse bevolking van Italieuml vele malen groter was
Na de machtsovername in 493 moesten de volgelingen van Theoderic in het nieuwe
koninkrijk gevestigd worden Procopius heeft hierover geschreven dat de Ostrogoten
simpelweg de bezittingen van de gedode aanhangers van Odoacer overnamen die een derde
van het land in bezit hadden zonder dat de Romeinen daar hinder van ondervonden
lsquoEn hij (Theoderic) beging zelf nauwelijks enige misdaad tegenover zijn onderdanen
en ook tolereerde hij het niet bij iemand anders die het probeerde behalve dat de
Goten onder zichzelf het deel van het land verdeelden dat Odoacer aan zijn
volgelingen had gegevenrsquo155
In de praktijk is dit echter niet zo simpel verlopen hoewel de Romeinen er inderdaad weinig
last van hadden Ten eerste zijn niet alle voormalige aanhangers van Odoacer na diens val uit
de weg geruimd156
Ten tweede waren de volgelingen van Theoderic veel talrijker dan die van
Odoacer dus er was niet genoeg bezit om alle soldaten grond te geven157
De meeste soldaten
kregen geen eigen grond toebedeeld
Theoderic had de Romeinse senator Liberius de taak gegeven de vestiging van de
immigrerende Goten in goede banen te leiden Deze slaagde daarin zonder grote
maatschappelijke onrust te veroorzaken tot grote opluchting van de Romeinse
grootgrondbezitters158
Dit betekende waarschijnlijk dat er niet tot nauwelijks grond in beslag
werd genomen om de Goten te vestigen Er moet eerder gedacht worden aan het onderhouden
155
Procop BG 1128
καὶ ἀδίκημα σχεδόν τι οὐδὲν οὔτε αὐτὸς ἐς τοὺς ἀρχομένους εἰργάζετο οὔτε τῳ ἄλλῳ τὰ τοιαῦτα ἐγκεχειρηκότι
ἐπέτρεπε πλήν γε δὴ ὅτι τῶν χωρίων τὴν μοῖραν ἐν σφίσιν αὐτοῖς Γότθοι ἐνείμαντο ἥνπερ Ὀδόακρος τοῖς
στασιώταις τοῖς αὑτοῦ ἔδωκεν 156
Moorhead Theoderic in Italy 33 157
Ibidem 158
Wolfram History of the Goths 296
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
31
van het Gotische leger door middel van de belastingopbrengsten159
Waarschijnlijk betekende
lsquohet derde deel van het landrsquo dat een derde van de belastingen naar het Gotische leger van
Theoderic ging160
Dit lijkt erg veel maar ook ten tijde van het West-Romeinse Rijk ging het
grootste deel van de belastingen op aan het onderhoud van het leger Waarschijnlijk kostte het
Romeinse leger zelfs meer dan de legers van zijn lsquobarbaarsersquo opvolgers161
De Gotische soldaten werden gevestigd volgens militair strategische overwegingen162
Bovendien werden ze niet teveel verspreid maar zoveel mogelijk geconcentreerd in enkele
regiorsquos163
De grootste potentieumlle bedreiging kwam vanuit het Byzantijnse Rijk Daarom werd
een groot deel van het leger van Theoderic geplaatst in de huidige Italiaanse regiorsquos
Lombardije en Venetia164
Ook woonden er groepen Ostrogoten in de provincie Dalmatia165
De Gotische immigranten waren dus geen zware beproeving voor de Romeinse
bevolking Er was geen sprake van georganiseerde onteigening van grond of bezit hoewel dit
incidenteel ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden en ook het onderhoud van het leger via
belastingen was geen zwaardere last voor de inwoners van Italieuml dan het Romeinse leger was
geweest voordat het West-Romeinse Rijk ten onder was gegaan Bovendien vestigden de
Ostrogoten zich alleen in de grensregiorsquos op grote schaal De Romeinse bevolking buiten deze
gebieden moet weinig van de Gotische overheersing gemerkt hebben In andere gebieden van
het voormalige West-Romeinse Rijk zoals Brittannieuml Gallieuml en Spanje was de immigratie
van Germaanse volken met veel meer chaos en sociale dislocatie gepaard gegaan166
Over het
algemeen was de Romeinse elite dan ook ingestemd met de Ostrogotische heerschappij over
Italieuml
Hoewel de Ostrogotische immigratie rustig was verlopen was er slechts sprake van
beperkte integratie tussen Goten en Romeinen Hoewel er in het bestuur van het koninkrijk
succesvol werd samengewerkt leefden grote delen van de bevolking langs elkaar Dit was
ook een bewuste strategie van Theoderic wiens machtsbasis een Gotische legermacht van
circa twintig tot dertigduizend krijgers was167
Als koning van de Ostrogoten was hij hun
natuurlijke leider maar wanneer ze teveel zouden integreren en Romeins zouden worden zou
159
Wolfram History of the Goths 296 160
Walter Goffart Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of accommodation (Princeton 1980)
73 161
Walter Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to the
age of Justinian (New York 2005) 448-476 aldaar 458 162
Wolfram History of the Goths 297 163
Ibidem 164
Ibidem 165
Ibidem 297-298 166
Humphries lsquoItalyrsquo 532 167
Heather Goths and Romans 302
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
32
hij deze positie verliezen
Dus hoewel Theoderic zichzelf aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een
Romeinse vorst presenteerde probeerde hij zijn volgelingen zoveel mogelijk Gotisch te laten
blijven Dit was echter geen gemakkelijke taak vanwege de enorme aantrekkingskracht van de
Romeinse cultuur vooral op de Gotische elite168
Bovendien waren de Goten een kleine
minderheid binnen de Romeinse bevolking waardoor de Goten langzaam maar zeker hun
gebruiken over zouden nemen169
Theoderic zelf zou hier volgens de Anonymus Valesianus
het volgende over hebben gezegd
lsquoEen arme Romein doet een Goot na terwijl een rijke Goot een Romein nadoetrsquo170
Uiteraard was in deze periode de invloed die een vorst kon hebben op het dagelijks leven van
zijn onderdanen beperkt Theoderic kon dus ook niet voorkomen dat Goten bijvoorbeeld
Latijn gingen spreken Romeinse begrafenisrituelen overnamen of trouwden met Romeinse
vrouwen171
Toch bevonden de Ostrogoten zich in een veel vroeger stadium van assimilatie
door de Romeinse cultuur dan andere Germaanse volken172
Zo hadden de Visigoten en de
Vandalen zich al veel eerder op Romeins grondgebied gevestigd en daardoor al veel meer
Romeinse gebruiken overgenomen dan de Ostrogoten173
Andersom namen de meeste
Romeinen nauwelijks gebruiken over van de Goten174
Uit het citaat van Theoderic uit de
Anonymus Valesianus blijkt ook de minachting voor Romeinen die zich wel als Goten gingen
voordoen Zij waren de kansarmen van de Romeinse samenleving
De tweedeling in de maatschappij waardoor Theoderic in feite koning was over twee
volken zorgde tijdens zijn heerschappij voor weinig problemen De Romeinen betaalden de
belastingen en de Goten vormden het leger van het koninkrijk Er bestonden nauwelijks
spanningen tussen de bevolkingsgroepen zoals bij de Vandalen bijvoorbeeld het geval was
en in het bestuur werkten Romeinen en Goten goed samen
Na het overlijden van Theoderic kwamen er echter wel degelijk problemen aan het
licht Tijdens de Byzantijnse invasie werd duidelijk dat het overgrote deel van de Romeinse
bevolking geen enkele loyaliteit voelde ten opzichte van het Ostrogotische koninkrijk Voor
hen waren de Goten slechts barbaren die het leger vormden zoals ook tijdens de heerschappij
168
Heather Goths 257 169
Moorhead Theoderic in Italy 111 170
Anon Vales 261
Romanus miser imitatur Gothum et utilis Gothus imitatur Romanum 171
Heather Goths 257 172
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 173
Ibidem 174
Ibidem 111
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
33
van Odoacer het geval was geweest175
De Romeinen waren nog altijd onderdeel van de
Romeinse wereld en hielden zich daarom buiten de strijd of steunden zelfs het Byzantijnse
leger176
43 Religieuze verhoudingen in het Ostrogotische koninkrijk
Gedurende de late oudheid was de mediterrane wereld steeds meer gekerstend Toch was er
binnen het christendom nog steeds sprake van grote religieuze verschillen Vanaf het door
keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 was er diverse malen
geprobeerd tot overeenstemming te komen over religieuze doctrines Christenen die zich niet
konden vinden in de leer die tijdens deze concilies werd vastgelegd werden uit de kerk gezet
Toch bleven deze christelijke stromingen een grote aanhang houden In de late oudheid was
het arianisme de grootste stroming buiten de lsquoofficieumllersquo kerk Om tot een antwoord te komen
welke rol de religieuze verschillen tussen het katholicisme en het arianisme speelden in het
Ostrogotische koninkrijk is het noodzakelijk te weten wat de verschillen tussen deze twee
stromingen inhielden en waarom de Goten juist het arianisme volgden Daarom wordt als
eerste aandacht aan deze vragen besteed
De Goten kwamen door hun contact met de Romeinse wereld in aanraking met het
christendom In de derde en vierde eeuw werden ze langzaam bekeerd tot het nieuwe geloof
Een belangrijke rol in de christianisering van de Goten werd gespeeld door de Grieks-
Gotische bisschop en missionaris Wulfila (311-383) die de bijbel in het Gotisch heeft
vertaald Wulfila predikte een ariaanse vorm van het christendom De Goten onderscheidden
zich hiermee van de voornamelijk katholieke Romeinen hoewel het arianisme in de late
oudheid ook onder Romeinen veel aanhangers had zoals bijvoorbeeld de Oost-Romeinse
keizers Constantius II (r 337-361) en Valens
Aan het einde van de vierde eeuw was vanaf de heerschappij van keizer Theodosius I
(r 379-395) het arianisme binnen het Romeinse Rijk steeds meer in de verdrukking gekomen
en langzaam verdwenen177
Via de Goten verspreidde de ariaanse leer zich echter buiten het
Romeinse Rijk ook onder andere Germanen zoals de Vandalen die het uiteindelijk in de
vijfde eeuw opnieuw in het rijk zouden introduceren178
De Alexandrijnse theoloog Arius (256-336) was de grondlegger van het arianisme dat
175
Moorhead Theoderic in Italy 111-112 176
Ibidem 111 177
Patrick Amory People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997) 237 178
Ibidem
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
34
zich met name onderscheidde van het lsquoofficieumllersquo katholieke christendom in de discussie over
de drie-eenheid van God de vader Jezus en de heilige geest In het arianisme zijn Jezus en de
Heilige Geest ondergeschikt aan God terwijl binnen het katholicisme ze alle drie gelijke
aspecten zijn van eacuteeacuten God179
Tijdens het door keizer Constantijn bijeengeroepen concilie van Nicea in 325 werd de
discussie hierover beslecht ten koste van Arius en zijn aanhangers die vervolgens uit de kerk
werden gezet De tijdens het concilie van Nicea vastgelegde christelijke leer kan gezien
worden als het begin van het katholicisme hoewel die term door tijdgenoten nog niet gebruikt
werd Het is wel van belang te weten dat er geen homogene ariaanse kerk bestond maar dat er
eerder sprake was van verschillende christelijke stromingen die in verschillende mate de leer
van Arius volgden180
Er waren er het eerste gezicht grote verschillen tussen de ariaanse Goten en de
katholieke Romeinen Dit zou tot grote onrust in de samenleving hebben kunnen leiden De
ariaanse Vandalen vervolgden tenslotte de katholieke bevolking in hun koninkrijk zwaar181
Hoewel het arianisme tijdens het concilie van Nicea in 325 als ketterij werd veroordeeld bleef
het gedurende de hele late oudheid een belangrijke christelijke stroming Bovendien waren de
Goten in aantal de belangrijkste aanhangers van het arianisme182
In de late oudheid hadden de
verschillende religieuze stromingen regelmatig geleid tot gewelddadige confrontaties183
In
het koninkrijk van Theoderic kwam het echter niet tot serieuze conflicten tussen arianen en
katholieken184
Katholieke geestelijken waren juist tevreden over de heerschappij van Theoderic
vanwege zijn terughoudendheid zich in religieuze zaken te mengen185
De katholieken waren
in deze periode juist zelf sterk verdeeld Ten eerste was er sprake van het in hoofdstuk twee
beschreven Acaciaanse schisma tussen de paus in Rome en de patriarch van Constantinopel
Ten tweede was er tussen 498 en 506 ook nog het Laurentische schisma in Rome zelf toen er
twee pausen waren benoemd De katholieke geestelijkheid was dus te verdeeld om ook nog de
confrontatie met de arianen aan te gaan De ariaanse Goten waren dan weer met te weinig
tegenover de veel grotere katholieke bevolking om zich al te hard op te stellen in
godsdienstige geschillen
179
Chris Wickham The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000 (Suffolk 2010) 61 180
Amory People and identity in Ostrogothic Italy 238 181
Moorhead Theoderic in Italy 90 182
Henry Chadwick lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of the first council of
Ephesusrsquo in CAH XIII 561-600 aldaar 581 183
Ibidem 581-582 184
Moorhead Theoderic in Italy 91 185
Ibidem 92
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
35
De schismarsquos zorgden er juist voor dat katholieken de opstelling van Theoderic als
neutrale wereldlijke macht waardeerden Terwijl gedurende het Laurentische schisma de
spanningen tussen de aanhangers van beide tegenpausen steeds verder opliepen probeerden
beide partijen Theoderic in hun voordeel te laten intervenieumlren Als wereldlijke macht en
aanhanger van een andere godsdienst was hij blijkbaar voor de katholieke geestelijkheid een
goede neutrale partij die conflicten kon oplossen waar ze zelf niet uitkwamen Theoderic
liet echter alleen zijn leger de orde handhaven en stelde zich zeer terughoudend op in het
conflict
Ook het schisma tussen Rome en Constantinopel kwam Theoderic goed uit Zowel de
geestelijkheid als de regering van Theoderic stonden enigszins vijandig tegenover
Constantinopel wat betekende dat ze als bondgenoten dichter bij elkaar kwamen te staan De
katholieke geestelijkheid in Italieuml had liever Theoderic die zich zo weinig mogelijk met hun
religieuze zaken bemoeide dan een Byzantijnse keizer die zich er actief in mengde186
In
Rome had de katholieke kerk immers veel meer macht en een veel onafhankelijker positie
tegenover de wereldlijke macht dan in Constantinopel187
Dit veranderde echter toen er in 519 in de laatste jaren van Theoderic een einde
kwam aan het Acaciaanse schisma tussen oost en west Na de dood van keizer Anastasius in
518 had de nieuwe keizer Justinus I op aandringen van zijn geadopteerde zoon Justinianus
meteen werk gemaakt van het herstellen van de relatie tussen Rome en Constantinopel In
tegenstelling tot zijn voorganger Anastasius kwamen de religieuze overtuigingen van de
nieuwe keizer grotendeels overeen met de visie van de paus wat betekende dat er een voor
Rome gunstig compromis werd bereikt188
De sterk verbeterde relatie van de katholieke
geestelijkheid in Italieuml met Constantinopel maakte Theoderic wantrouwend189
Dit leidde tot
een hardere opstelling van de koning tegen zijn katholieke onderdanen en met name paus
Johannes I die een goede relatie had met de Byzantijnse keizer zoals beschreven in de
Anonymus Valesianus
lsquoNadat paus Johannes terugkeerde van Justinus ontving Theoderic hem met een
vijandige geest en beval dat hij zijn vijand was Hij (Johannes) is een paar dagen later
overledenrsquo190
186
Moorhead Theoderic in Italy 56 187
Ibidem 141-142 188
Averil Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo in CAH XIV 63-85 aldaar 64 189
Ibidem 190
Anon Vales 293
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
36
Het gaat hier niet om structurele vervolgingen van de katholieken zoals bij de Vandalen in
de laatste jaren van de heerschappij van Theoderic maar wel stelde de koning zich harder op
tegen katholieke onderdanen die in zijn ogen al te pro-Byzantijns waren Niet alleen
geestelijken waren hier het slachtoffer van ook wereldlijke Romeinen zoals Boeumlthius en zijn
schoonvader Symmachus moesten de hardere opstelling van Theoderic met de dood bekopen
zoals in de inleiding is beschreven
Er was dus geen sprake van echte religieuze spanningen tussen arianen en katholieken
Maar aan de andere kant was er ook geen sprake van integratie De twee groeperingen leefden
naast elkaar Het arianisme was een belangrijke pijler van de Gotische identiteit waarmee de
Goten zich onderscheidden van de Romeinen191
Ariaanse Goten hadden dus geen
universalistische aspiraties voor hun geloof in tegenstelling tot veel katholieke geestelijken
omdat het voor hen niet alleen een religieuze maar ook een etnische betekenis had192
Daarom was er ook nauwelijks sprake van Romeinse bekeerlingen tot het arianisme na de
Ostrogotische machtsovername in 493193
Ook wat betreft religie leefden de Goten en
Romeinen naast elkaar maar niet met elkaar
Revertens Iohannes papa a Iustino quem Theodericus cum dolo suscepit et in offensa sua eum esse iubet Qui
post paucos dies defunctus est 191
Moorhead Theoderic in Italy 94 192
Ibidem 95 193
Thomas S Brown lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from Ravennarsquo in SJB Barnish
en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the migration period to the sixth century An Ethnographic
perspective (San Marino 2007) 417-441 aldaar 419
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
37
5 Externe oorzaken voor de ondergang van het Ostrogotische
koninkrijk
Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk was er een nieuwe machtsbalans ontstaan in de
mediterrane wereld waarin verschillende Germaanse koninkrijken waren ontstaan in het
westen en het Byzantijnse Rijk de supermacht was waar deze koninkrijken officieel
verantwoording aan verschuldigd waren Het Ostrogotische koninkrijk nam als sterkste van
de Germaanse koninkrijken aan het begin van de zesde eeuw een belangrijke positie in
binnen deze machtsbalans In dit hoofdstuk behandel ik de verhoudingen met de Germaanse
koninkrijken in het westen en die met het Byzantijnse Rijk in het oosten Zie kaart 1 voor de
grenzen van de verschillende rijken in de mediterrane wereld rond 500
Kaart 1 de mediterrane wereld rond 500 (Wickham 2010)
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
38
51 Verhoudingen met de andere Germaanse koninkrijken
Theoderic probeerde in zijn buitenlands beleid ten opzichte van de omringende Germaanse
volken vooral stabiele verhoudingen te bereiken Hoewel hij gedurende zijn heerschappij
enkele malen de grenzen van zijn rijk oprekte was het niet zijn bedoeling de andere
Germanen te onderwerpen en de territoria van het voormalige West-Romeinse Rijk onder zijn
heerschappij te verenigen Vooral door het uithuwelijken van zijn vrouwelijke familieleden
aan andere Germaanse vorsten probeerde Theoderic persoonlijke relaties met hen te bereiken
en oorlogen te voorkomen Theoderic had hierin echter wel een dominante positie Hieronder
worden de verhoudingen met de belangrijkste Germaanse koninkrijken in het West-Romeinse
Rijk en de problemen die uiteindelijk ontstonden behandeld
511 De Visigoten
De Visigoten waren de eerste van de lsquobarbaarsersquo immigrantengroepen die zich op een vaste
plek binnen het Romeinse Rijk vestigden De West-Romeinse keizer Honorius had hen in 418
toestemming gegeven zich te vestigen in het zuiden van Gallieuml rondom Toulouse Naarmate
de macht van het West-Romeinse Rijk steeds verder begon te verzwakken breidden ze hun
machtsgebied verder uit niet alleen in Gallieuml maar ook in Spanje194
Uiteindelijk besloeg het
territorium van de Visigoten aan het einde van de vijfde eeuw het hele zuiden van Gallieuml tot
aan de Loire in het noorden en de Rhocircne naar het oosten en het grootste deel van het Iberisch
schiereiland
De verwantschap tussen de Visigoten en de Ostrogoten zorgde ervoor dat beide
Germaanse koninkrijken natuurlijke partners waren in de post-Romeinse wereld195
Inderdaad
kwamen de Visigoten Theoderic te hulp toen zijn oorlog met Odoacer niet volgens plan
verliep Nadat Theoderic koning was geworden in Italieuml huwelijkte hij zijn dochter
Theodegotha uit aan de Visigotische koning Alaric II Hiermee wilde hij een langdurig
bondgenootschap bezegelen Toen de Visigoten in 507 in oorlog kwamen met de Franken en
Bourgondieumlrs kon Theoderic hen echter niet te hulp komen wegens een conflict met het
Byzantijnse Rijk196
In de daaropvolgende slag bij Vouilleacute werd in eacuteeacuten klap een einde
gemaakt aan een sterke Visigotische staat in Gallieuml
In 508 trok een Ostrogotisch leger het zuiden van Gallieuml binnen en wist een deel aan
194
Heather lsquoThe western empirersquo 22 195
Wolfram History of the Goths 309 196
Ibidem
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
39
het koninkrijk van Theoderic toe te voegen en een klein deel te redden voor de Visigoten Ook
was het grondgebied op het Iberisch schiereiland nog altijd in handen van de Visigoten Toch
was er door de slag bij Vouilleacute en de dood van Alaric II daar wel een einde gekomen aan een
sterk bondgenootschap tussen twee gelijkwaardige partners Omdat Amalaric de zoon van
Alaric en Theodegotha nog minderjarig was wezen de Visigotische edelen Gesalic een
onwettige zoon van Alaric II aan als koning Theoderic wilde echter zijn kleizoon Amalaric
op de troon hebben en greep militair in Nadat hij Gesalic had verdreven liet hij Amalaric op
de troon zitten gesteund door enkele Ostrogotische edelen De voormalige schilddrager van
Theoderic Theudis (dagger 548) had de leiding over hen
Theudis zou zich echter steeds meer als een onafhankelijk leider in Spanje
ontwikkelen Hij trouwde met een zeer gefortuneerde Hispano-Romeinse vrouw wiens geld
hem in staat stelde een persoonlijk leger van tweeduizend soldaten uit te rusten197
Tijdens het
leven van Theoderic hield Theudis het beeld van ondergeschiktheid aan Ravenna in stand
door alle bevelen van Theoderic op te volgen en altijd stipt het jaarlijkse tribuut aan hem te
betalen Nadat Theoderic was gestorven stelde Theudis zich steeds onafhankelijker op
Hoewel Amalaric in naam de macht bezat had in feite Theudis de teugels in handen198
Toen
Amalaric in 531 uiteindelijk vroegtijdig overleed werd Theudis ook in naam koning over de
Visigoten
Hoewel na de slag bij Vouilleacute in 507 en de daaropvolgende interventie van Theoderic
in het overgebleven Visigotische koninkrijk de Ostrogoten de dominante partij waren in het
bondgenootschap probeerde Theoderic toch om de verhoudingen tussen de twee Gotische
takken te verbeteren Hiervoor gebruikte hij opnieuw zijn beproefde strategie van een
huwelijk In 515 liet hij de Visigotische edelman Eutharic die ook Amaals bloed zou hebben
naar Ravenna komen en hem met zijn dochter Amalasuintha trouwen Vervolgens benoemde
hij hem tot zijn troonopvolger Eutharic had de verbinding moeten zijn tussen de Ostrogoten
en de Visigoten maar zijn vroegtijdige dood voorkwam dit en er ontstond geen duurzame
verbinding tussen de twee Gotische koninkrijken199
197
Wolfram History of the Goths 310 198
Ibidem 199
Ibidem 311
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
40
512 De Vandalen
In de koude winter van 406 waren de Vandalen samen met de Alanen en de Sueven de
bevroren Rijn overgestoken200
Hierna waren ze al plunderend naar het zuiden getrokken en
hadden ze zich in Spanje gevestigd201
Door confrontaties met de Visigoten waren ze echter
genoodzaakt verder te trekken202
In 429 waren de Vandalen onder leiding van hun koning
Geiseric (389-477) vanuit Spanje overgestoken naar Noord-Afrika waar ze uiteindelijk in 439
Carthago innamen en hun eigen koninkrijk stichtten Dit koninkrijk zou uiteindelijk tot de
verovering door Belisarius in 534 blijven bestaan Door de ineenstorting van het West-
Romeinse Rijk hadden de Vandalen ook nog Sicilieuml Corsica Sardinieuml en de Balearen aan hun
domein toe weten te voegen203
Door de omvang van hun vloot waren de Vandalen een belangrijke militaire macht in
het Middellandse Zeegebied in de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de zesde
eeuw Zo landden de Vandalen in 455 in Italieuml met een grote vloot en plunderden Rome Ook
in het oostelijk Middellandse Zeegebied vielen ze kuststroken van het Oost-Romeinse Rijk
aan In 477 sloot keizer Zeno echter een vredesverdrag met de Vandalen dat tot 533 zou
standhouden204
Toen de Ostrogoten Italieuml binnentrokken hadden de Vandalen al veel van hun macht
verloren205
In een verdrag met Odoacer hadden ze Sicilieuml aan zijn heerschappij overgedragen
in ruil voor een jaarlijks tribuut Toch beschikten ze nog altijd over een grote vloot en door
hun heerschappij over Sardinieuml Corsica en de Balearen domineerden ze de westelijke
Middellandse Zee206
Kort na de Ostrogotische invasie van Italieuml zagen de Vandalen hun kans
schoon om Sicilieuml weer in te lijven maar een Gotische expeditie naar het eiland maakte snel
een einde aan deze ambities Het militaire overwicht van de Ostrogoten moet zo duidelijk
geweest zijn dat de Vandalen voortaan afzagen van zowel hun claim op het eiland als hun
jaarlijkse tribuut207
Na de confrontatie op Sicilieuml kwam het niet meer tot oorlog tussen de Goten en
Vandalen Theoderic probeerde zelfs een bondgenootschap aan te gaan met hen door in 500
zijn zus Amalafrida (dagger na 523) uit te huwelijken aan de Vandaalse koning Thrasamund Een
bondgenootschap met de Vandalen was belangrijk voor Theoderic vanwege hun kracht op
200
IN Wood lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in CAH XIII 516-537 aldaar 519 201
RC Blockley lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in CAH XIII 111-137 aldaar 132 202
Ibidem 203
Averil Cameron lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in CAH XIV 552-569 aldaar 553 204
Ibidem 553 205
Wolfram History of the Goths 307 206
Ibidem 207
Ibidem 308
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
41
zee208
De Ostrogoten bezaten namelijk geen oorlogsschepen en dat zou een zwakke plek
kunnen zijn in een mogelijke oorlog met de Byzantijnen die wel over een grote oorlogsvloot
beschikten209
Dit bondgenootschap stelde echter in de praktijk weinig voor Toen in 508 een
Byzantijnse vloot de Adriatische kust van Italieuml bestookte als gevolg van de inlijving van
Pannonieuml door de Ostrogoten hielden de Vandalen zich buiten de strijd210
Het bondgenootschap met de Vandalen leverde Theoderic niet op wat hij er
waarschijnlijk van verwacht had Toch stond hij niet helemaal met lege handen hij had
namelijk een lijfwacht van circa vijfduizend Gotische krijgers meegestuurd met zijn zus Deze
Gotische legermacht in het hart van het Vandaalse koninkrijk zorgde ervoor dat Thrasamund
zich in ieder geval nooit openlijk vijandig tegenover het Ostrogotische koninkrijk opstelde211
Net als de Ostrogoten waren de Vandalen voornamelijk ariaans In tegenstelling tot de
Ostrogoten traden zij echter veel harder op tegen de katholieke inwoners van Noord-Afrika
De Vandalen probeerden van het arianisme de staatsgodsdienst te maken diverse katholieke
geestelijken werden verbannen en af en toe werden katholieken zelfs vervolgd Deze
godsdienstpolitiek zorgde voor spanningen met het Byzantijnse Rijk
Dit veranderde echter abrupt toen in 523 Thrasamund overleed Zijn opvolger Hilderic
stond verbannen geestelijken toe terug te keren en liet diverse katholieke kerken heropenen212
De verhoudingen tussen het Byzantijnse Rijk en de Vandalen verbeterden hierna sterk ten
koste van de Ostrogoten213
Amalafrida kwam in opstand tegen dit pro-Byzantijnse beleid
maar ze werd gevangen genomen en korte tijd later stierf ze De Goten die met haar mee
waren gekomen werden gedood Procopius heeft hierover geschreven
lsquoen zo gebeurde het dat zij in plaats van bondgenoten en vrienden van Theoderic en de
Goten in Italieuml vijanden werden Want ze namen Amalafrida gevangen en ze doodden
alle Goten nadat ze hen beschuldigden van samenzweren tegen de Vandalen en
Hilderic Maar er gebeurde echter niets van Theoderic want hij meende dat hij niet in
staat was met een grote vloot naar Libieuml af te varen en omdat Hilderic een zeer goede
vriend van Justinianus wasrsquo214
208
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 117 209
Michael Whitby lsquoThe army c 420-602rsquo in CAH XIV 288-314 aldaar 294-295 210
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 128 211
Wolfram History of the Goths 308 212
Moorhead lsquoThe last years of Theodericrsquo 118 213
Burns History of the Ostrogoths 95 214
Procop BV 193-5
καὶ σφίσι ξυνηνέχθη Θευδερίχῳ τε καὶ Γότθοις ἐν Ἰταλίᾳ ἔκ τε συμμάχων καὶ φίλων πολεμίοις γενέσθαι τήν τε γὰρ
Ἀμαλαφρίδαν ἐν φυλακῇ ἔσχον καὶ τοὺς Γότθους διέφθειραν ἅπαντας ἐπενεγκόντες αὐτοῖς νεωτερίζειν ἔς τε
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
42
Uiteraard was Theoderic niet blij met deze openlijke uitdaging door de nieuwe Vandaalse
koning Maar het gebrek aan een vloot zorgde ervoor dat een invasie van Noord-Afrika niet
tot de mogelijkheden behoorde voor de oude Theoderic Bovendien zou een Vandaals-
Byzantijnse alliantie een enorme bedreiging zijn wanneer het werkelijk tot een oorlog zou
komen De Ostrogoten begonnen wel met de bouw van een vloot maar Theoderic stierf
voordat deze klaar was215
Ironisch genoeg kwam het in 533 juist tot een oorlog tussen het
Vandaalse koninkrijk en het Byzantijnse Rijk en gaven de Ostrogoten logistieke steun aan de
Byzantijnen voor hun invasie Belisarius gebruikte het voormalige Vandaalse koninkrijk dan
weer als springplank voor zijn invasie van Sicilieuml en de rest van Italieuml slechts enkele jaren
later
513 De Franken
De Franken leefden in de vierde en vijfde eeuw in het noordelijk grensgebied van het
Romeinse Rijk bij het Rijnland Hoewel het enkele malen tot confrontaties kwam tussen de
Franken en Romeinse legers waren er langdurige periodes van vrede in deze tijd216
De
Franken speelden geen rol bij de grote invasie over de Rijn in 406 van diverse Germaanse
volken217
Ze vochten zelfs regelmatig aan de kant van de Romeinen tegen andere
Germanen218
Pas in de tweede helft van de vijfde eeuw maakten diverse Frankische leiders gebruik
van het door het fragmenteren van het West-Romeinse Rijk ontstane machtsvacuuumlm in
noord-Gallieuml en breidden ze hun machtsgebied langzaam uit219
Childeric (ca 440-481) was
de meest succesvolle van deze Frankische leiders220
Hij heerste over een koninkrijkje rondom
de hoofdplaats Doornik Na de dood van Childeric volgde zijn zoon Clovis hem op Hij
annexeerde de andere Frankische rijkjes en verenigde ze onder zijn heerschappij en hij
breidde het territorium van de Franken verder uit in noord-Gallieuml
Hoewel het koninkrijk van Clovis zich in de periferie van het voormalige West-
Romeinse Rijk bevond zou het uiteindelijk uitgroeien tot het machtigste Germaanse
koninkrijk Theoderic probeerde dan ook goede betrekkingen te onderhouden met de Franken
Βανδίλους καὶ Ἰλδέριχον τίσις μέντοι οὐδεμία πρὸς Θευδερίχου ἐγένετο ἐπεὶ ἀδύνατος ἐνόμισεν εἶναι στόλῳ
μεγάλῳ ἐς Λιβύην στρατεῦσαι Ἰλδέριχος δὲ φίλος ἐς τὰ μάλιστα Ἰουστινιανῷ καὶ ξένος ἐγένετο 215
Moorhead Theoderic in Italy 248 216
Edward James The Franks (Oxford 1988) 59 217
Ibidem 61 218
Ibidem 219
van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 196 220
Collins lsquoThe western kingdomsrsquo 116
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
43
Zo trouwde hij in 493 of 494 met de zus van Clovis Audofleda221
De belangen van de
Ostrogoten en Franken waren echter vaak tegenstrijdig en dit huwelijk kon dat niet verhelpen
De Ostrogoten waren in een alliantie aan de Visigoten verbonden terwijl Clovis probeerde
zijn rijk ten koste van hen naar zuid-Gallieuml uit te breiden Toch vermeden beide Germaanse
vorsten een openlijke confrontatie met elkaar222
Toen de Ostrogoten in 508 zuid-Gallieuml
binnentrokken gingen ze alleen de strijd aan met de Bourgondieumlrs de ondergeschikte
bondgenoten van de Franken223
Ook bij andere conflicten pasten beide vorsten goed op een openlijke confrontatie te
vermijden Zo werden de Alemannen een kleiner Germaans volk in 506 verslagen door
Clovis maar verleende Theoderic hen asiel in zijn koninkrijk zonder dat dit tot een conflict
tussen hen leidde224
Verder probeerde Clovis in zijn laatste jaren samen met de Vandaalse
koning Thrasamund te voorkomen dat de Visigoten en Ostrogoten onder de heerschappij van
Theoderic verenigd werden225
Hij liet de voormalige Visigotische koning Gesalic ten
noorden van de Pyreneeeumln een leger rekruteren waarmee hij de strijd met Theoderic aan kon
gaan maar hij hield de Franken buiten de strijd
Buiten de territoriale geschillen tussen de Franken en de Goten was een ander
potentieel twistpunt het verschil in geloof Zowel de Visigoten als de Ostrogoten hadden zich
voornamelijk tot het arianisme bekeerd De Franken hadden lange tijd aan hun pagane goden
vastgehouden nadat ze in contact waren gekomen met de christelijke Romeinse wereld maar
Clovis had zich uiteindelijk in 496 laten bekeren tot het katholicisme op aandringen van zijn
Bourgondische vrouw226
Het katholicisme van de Franken zorgde ervoor dat zij een veel
betere relatie hadden met het Byzantijnse Rijk dan de andere ariaanse Germaanse volken
Bovendien bevond het Frankische grondgebied zich niet in de buurt van het Byzantijnse Rijk
waardoor er geen spanningen waren en ze potentieumlle bondgenoten waren tegen de Goten
Toch is het nooit tot een daadwerkelijke militaire samenwerking gekomen tussen de Franken
en de Byzantijnen
Als de twee machtigste Germaanse volken in het westelijk Middellandse Zeegebied
waren de belangen van de Franken en Ostrogoten vaak tegenstrijdig Maar beide volken
hadden zoveel ontzag voor elkaar dat ze een directe confrontatie vermeden Pas na de
Byzantijnse invasie in 536 werd het machtsevenwicht veranderd ten gunste van de Franken
221
Burns History of the Ostrogoths 94 222
Wolfram History of the Goths 313 223
Ibidem 224
Ibidem 314 225
Ibidem 226
Ian Wood The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994) 45
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
44
Dit gaf de gelegenheid aan de Frankische koning Theudebert (dagger 548) in 539 noord-Italieuml
binnen te vallen227
514 De Bourgondieumlrs
Ook de Bourgondieumlrs waren in de winter van 406 de Rijn overgestoken Ze vestigden zich in
het Rijnland bij de steden Worms en Straatsburg228
In deze periode werd het West-Romeinse
Rijk opgeschrikt door opstanden in Gallieuml van enkele usurpatoren tegen keizer Honorius
Eerst was er een opstand van de Romeinse generaal Constantijn III (dagger 411) die een groot deel
van het West-Romeinse Rijk achter zich kreeg De Bourgondische koning Gundohar (dagger 436)
maakte gebruik van deze chaos en consolideerde de positie van de Bourgondieumlrs in het
grensgebied aan de Rijn229
Zelf steunde hij in 411 de Gallo-Romeinse senator Jovinus (dagger 413)
die als lsquokeizerrsquo van het West-Romeinse Rijk de Bourgondische vestiging de gewenste
legitimiteit gaf Hoewel de opstand al snel werd neergeslagen bevestigde Honorius de positie
van de Bourgondieumlrs in het Rijnland als foederati van Rome230
Hoewel de Bourgondieumlrs officieel bondgenoten van de Romeinen waren vielen ze in
de eerste helft van de vijfde eeuw verscheidenen malen aangrenzende Romeinse gebieden
binnen Uiteindelijk greep de Romeinse generaal Aeumltius in 436 in Hij viel met behulp van
grote aantallen Hunnische hulptroepen de Bourgondieumlrs aan en vernietigde hun koninkrijk en
doodde koning Gundohar231
Nadat Aeumltius hen verslagen had liet hij de Bourgondieumlrs zich meer naar het zuiden
vestigen in het grensgebied van het huidige Frankrijk en Zwitserland Ook verkregen ze in
443 opnieuw de status van foederati232
Dichter bij Italieuml speelden de Bourgondieumlrs een grote
rol in de laat-Romeinse politiek maar ze waren wel een relatief kleine Germaanse groep
binnen het West-Romeinse Rijk Toch gaf de desintegratie van het West-Romeinse Rijk in de
tweede helft van de vijfde eeuw ook hen de gelegenheid hun machtsgebied uit te breiden233
De Bourgondische koning Gundobad had gebruik gemaakt van de strijd tussen
Odoacer en Theoderic door in 490 ook Italieuml binnen te vallen en grote aantallen Romeinen
gevangen te nemen en als slaven af te voeren Nadat Theoderic zijn heerschappij gevestigd
227
Van Dam lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo 200 228
Malcolm Todd The early Germans (Guildford 1992) 211 229
RC Blockley lsquoWarfare and diplomacyrsquo in CAH XIII 411-436 aldaar 432 230
Todd Early Germans 211 231
Halsall Barbarian migrations 244 232
Todd Early Germans 212 233
Ibidem
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
45
had stuurde hij een gezantschap naar Gundobad om deze Romeinen terug te vragen234
In
ruil daarvoor liet hij zijn onwettige dochter Ostrogotha (dagger ca 517) met de Bourgondische
kroonprins Sigismund die in 516 zijn vader opvolgde trouwen
Militair gezien waren de Bourgondieumlrs veel zwakker dan de omringende Germaanse
koninkrijken Alleen in een bondgenootschap met de Franken durfden ze in 507 de
confrontatie aan te gaan met de Visigoten Deze keuze moesten ze ook nog eens duur bekopen
toen de Ostrogoten in 508 hun bondgenoten te hulp kwamen en de Bourgondieumlrs duidelijk
versloegen en al het door hen ingenomen gebied heroverden235
Het koninkrijk van de Bourgondieumlrs zat ingeklemd tussen de machtige Franken en de
Goten in Italieuml en Spanje Sigismund probeerde daarom als tegenwicht de betrekkingen met
het Byzantijnse Rijk aan te halen wat tegen de zin van Theoderic was236
Toch betekende
deze pro-Byzantijnse en daarmee anti-Gotische koers weinig omdat de Bourgondieumlrs in de
praktijk veel te zwak waren om een serieuze bedreiging te vormen voor de Ostrogoten237
Zowel de Franken als de Ostrogoten zagen in het Bourgondische koninkrijk een
bruikbare buffer tussen hun rijken en probeerden het dan ook niet te veroveren Dit
veranderde toen Sigismund in 517 kort na de dood van zijn Ostrogotische vrouw hun zoon
Segaric vermoordde Als vergelding liet Theoderic vervolgens een leger het Bourgondische
koninkrijk binnentrekken De Franken maakten gebruik van deze situatie en vielen ook
binnen238
In deze oorlog verloren de Bourgondieumlrs veel van hun grondgebied Uiteindelijk
maakte een Frankische invasie in 534 definitief een einde aan het Bourgondische koninkrijk
234
Wolfram History of the Goths 311 235
Ibidem 236
Ibidem 237
Ibidem 238
Ibidem
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
46
515 Problemen in de relaties met de andere Germaanse koninkrijken
Aanvankelijk leek het er op dat Theoderic heerste over het sterkste Germaanse koninkrijk in
het voormalige West-Romeinse Rijk Omdat hij koning was over het middelpunt van de
Romeinse wereld stelde hij zich ook op als de meerdere van de andere Germaanse koningen
Door huwelijksverbonden aan te gaan met alle hierboven beschreven volken creeumlerde hij op
het eerste gezicht een web van allianties onder zijn voorwaarden Toch schikten de andere
volken zich niet zo makkelijk naar de Ostrogotische politieke orde
De Visigoten waren de natuurlijke bondgenoten van Theoderic maar aan de
mogelijkheid van een duurzame alliantie tussen de beide Gotische koninkrijken kwam in 507
abrupt een einde toen Alaric II sneuvelde in de strijd met de Franken en Bourgondieumlrs Ook de
poging van Theoderic de Goten te verbinden onder eacuteeacuten dynastie mislukte door de vroegtijdige
dood van zijn schoonzoon Eutharic in 522 of 523 In de buitenlandse relaties van Theoderic
was het overlijden van Eutharic inderdaad een enorme klap die ervoor zorgde de Goten in
plaats van dichter bij elkaar te komen juist verder uit elkaar groeiden
Ook het overlijden van de Vandaalse koning Thrasamund een jaar later had grote
gevolgen De sterk pro-Byzantijnse koers van zijn opvolger Hilderic was een enorme omslag
Een bondgenootschap tussen de Vandalen en de Byzantijnen zou een serieuze bedreiging
vormen voor het voortbestaan van het Ostrogotische koninkrijk Dit had ook binnenlandse
gevolgen Boeumlthius werd samen met enkele andere voorname Romeinen die verdacht werden
van pro-Byzantijnse gevoelens opgepakt en geeumlxecuteerd in 525239
Theoderic stuurde korte tijd later een gezantschap onder leiding van paus Johannes I
naar de Byzantijnse keizer Justinus I om de relatie met de Byzantijnen te verbeteren De paus
werd echter zo uitbundig ontvangen in Constantinopel dat Theoderic wantrouwend werd en
hem bij zijn terugkeer gevangen liet zetten240
In gevangenschap overleed paus Johannes korte
tijd later De zogenaamde etnische en religieuze spanningen tussen Romeinen en Goten in de
laatste jaren van Theoderic waren dan ook een gevolg van deze bedreigende omslag in de
buitenlandse politiek
239
Moorhead lsquoLast years of Theodericrsquo 119 240
Ibidem 120
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
47
52 Verhoudingen met het Byzantijnse Rijk
Theoderic kreeg tijdens zijn lange heerschappij te maken met drie verschillende Byzantijnse
keizers Zeno (r 474-491) Anastasius I (r 491-518) en Justinus I (r 518-527) volgden elk
hun eigen beleid en er is dus geen vaste langetermijnstrategie van het Byzantijnse Rijk ten
opzichte van de Ostrogoten aan te wijzen Soms was er sprake van confrontatie dan weer van
verzoening In de verhoudingen tussen het Ostrogotische koninkrijk en het Byzantijnse Rijk is
het ook van belang naar keizer Justinianus te kijken hoewel hij pas aan de macht kwam na de
dood van Theoderic aangezien hij openlijk de strijd aan ging en daarmee niet alleen na een
lange strijd een einde maakte aan het Ostrogotische koninkrijk maar vanwege de lange duur
van de oorlog ook voor grote problemen zorgde in zijn eigen rijk241
Officieel was Theoderic in 489 Italieuml binnengevallen als afgezant van keizer Zeno In
een verdrag hadden ze afgesproken dat Theoderic Odoacer zou verslaan en over Italieuml zou
heersen in naam van de keizer tot deze zelf naar Italieuml zou komen242
Zeno had echter vooral
deze afspraak gemaakt om de Ostrogoten uit de omgeving van Constantinopel te krijgen waar
ze een bron van instabiliteit en een voortdurende bedreiging voor zijn heerschappij
vormden243
Zeno stierf echter voordat Theoderic zijn verovering van Italieuml had voltooid Toen
Odoacer in 493 was vermoord was het aan de nieuwe keizer Anastasius om de heerschappij
van Theoderic over Italieuml te erkennen De onderhandelingen verliepen echter moeizaam en
uiteindelijk liet Theoderic zichzelf door zijn leger tot koning over Italieuml uitroepen zonder
toestemming van de Byzantijnse keizer244
Waarschijnlijk was in het eerdere verdrag tussen
Zeno en Theoderic afgesproken dat de laatste slechts naar Italieuml zou gaan als keizerlijk
generaal en patricieumlr een laat-Romeinse bestuurlijke titel245
De koninklijke titel van
Theoderic suggereerde een hoge mate van onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer in
Constantinopel wat de Byzantijnse irritatie kan verklaren Uiteindelijk erkende Anastasius
enkele jaren later alsnog het koningschap van Theoderic over Italieuml maar nog steeds in een
ondergeschikte rol ten opzichte van Constantinopel
Hoewel het West-Romeinse Rijk was ingestort was de mediterrane wereld in de
eerste helft van de zesde eeuw in feite nog steeds een Romeinse wereld De politieke orde in
241
Cameron lsquoJustin I and Justinianrsquo 65-66 242
Wolfram History of the Goths 279 243
Lee lsquoEastern empirersquo 51 244
Wolfram History of the Goths 284 245
Heather Goths 218
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
48
het Middellandse Zeegebied werd door Constantinopel gedomineerd246
Bij de enorme
rijkdom die de Byzantijnse keizers tot hun beschikking hadden verbleekten de financieumlle
middelen van de westelijke koninkrijken247
Doordat de Byzantijnse keizers Romeinse
militaire en ambtelijke titels en giften aan de barbaarse koningen verstrekten erkenden de
laatsten in feite de suzereiniteit van Constantinopel in de mediterrane wereld248
Ook tijdens
de langdurige oorlogen gedurende de heerschappij van Justinianus wezen zijn vijanden deze
Romeinse politieke orde niet af249
Theoderic bestuurde dus in naam slechts een onderdeel van het Byzantijnse Rijk Toch
moet de grote mate van onafhankelijkheid van de Ostrogoten ook tijdgenoten niet zijn
ontgaan Hoewel Theoderic probeerde het Byzantijnse Rijk niet teveel tegen zich in het
harnas te jagen mat hij zichzelf langzamerhand een meer gelijkwaardige status aan250
Zo
begon hij munten uit te geven zoals een Romeins keizer zou doen en in zijn officieumlle
communicatie vermeldde hij niet langer de naam van keizer Anastasius voor zijn eigen
naam251
Hij presenteerde zichzelf als een Romeinse keizer zonder zichzelf letterlijk zo te
noemen252
En deze zelfpresentatie was zeker geen simpele ijdelheid253
Theoderic was koning over het middelpunt van de mediterrane wereld hij was door
huwelijken verbonden aan alle andere Germaanse koningen en zijn verwantschap met de
Visigoten zorgde voor een groot machtsblok Theoderic zou wel eens een nieuwe West-
Romeinse keizer kunnen worden254
Het succes van het Ostrogotische koninkrijk was dan ook
niet naar de zin van keizer Anastasius In de laatste jaren van zijn heerschappij werd hij echter
geconfronteerd met diverse interne problemen binnen het Byzantijnse Rijk waardoor een
grootschalige anti-Gotische strategie niet mogelijk was255
In 504 nam een Ostrogotisch leger Pannonieuml in ten koste van de Gepiden en voegde
het bij het koninkrijk van Theoderic Dit was echter grondgebied dat formeel tot het
Byzantijnse Rijk had behoord en waar Theoderic dus geen aanspraak op had256
De
spanningen liepen door deze expansie verder op en er braken schermutselingen uit Hoewel
246
Andrew Louth lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in NCMH I 93-117 aldaar 93 247
Ibidem 248
Ibidem 249
Pohl lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo 449 250
Heather Goths 235 251
Ibidem 252
Ibidem 253
Ibidem 254
Ibidem 234 255
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 256
John Moorhead lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The Cambridge history of the
Byzantine Empire (CHBE) c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220 aldaar 200
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
49
deze strijd niet direct een bedreiging was voor het voortbestaan van het Ostrogotische
koninkrijk had het toch negatieve gevolgen In 508 bestookte namelijk een Byzantijnse vloot
de kuststroken aan de Adriatische zee257
Deze aanvallen zorgden ervoor dat de Ostrogoten
niet op tijd hun Visigotische bondgenoten te hulp konden komen in de oorlog met de Franken
en de Bourgondieumlrs Dit had grote gevolgen voor de verhoudingen tussen beide Gotische
rijken zoals hierboven al beschreven
Op militair gebied was het Byzantijnse Rijk veruit superieur aan alle Germaanse
koninkrijken in het westen Aan het begin van de zesde eeuw beschikten de Byzantijnen over
een leger van circa 200000 soldaten258
Bovendien konden ze met hun enorme financieumlle
middelen andere volken door giften overhalen aan hun kant mee te vechten Toch bestond een
groot deel van de troepenmacht uit defensieve garnizoenssoldaten die niet gebruikt werden in
expansieoorlogen
Verder vormde het uitgestrekte Perzische Rijk onder de Sassanidische dynastie een zo
grote potentieumlle dreiging dat een groot deel van de Byzantijnse troepen aan de oostelijke
grens was gelegerd259
Tijdens de Gotische oorlog probeerde de Ostrogotische koning Vitiges
hier ook gebruik van te maken door de Perzische koning Khusro I (r 531-579) over te halen
een oorlog tegen de Byzantijnen te beginnen Jaloezie over de enorme veroveringen van
Justinianus en angst over zijn uiteindelijke ambities zette Khusro aan opnieuw het
grondgebied van zijn westelijke buurman binnen te vallen260
Hoewel maar een klein deel van het Byzantijnse leger beschikbaar was voor oorlogen
in het westen ging daar nog steeds een enorme dreiging van uit Het Vandaalse koninkrijk
werd door Belisarius met leger van ongeveer 15000 man tegenover een veel grotere
Vandaalse troepenmacht binnen een jaar veroverd261
Een nog kleiner Byzantijns leger viel
Italieuml binnen maar kon toch grote gebieden veroveren262
Pas later in de oorlog verhardde de
Gotische tegenstand Voor Theoderic vormde de kracht van het Byzantijnse leger dus wel
degelijk een in potentie grote bedreiging
Voor keizers die de pretentie hadden over de hele wereld te heersen was het verlies
van het westelijke deel van het Romeinse Rijk niet iets waar ze zich zomaar bij neer konden
257
Collins lsquoWestern kingdomsrsquo 128 258
JAS Evans The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent 1996) 51 259
Geoffrey Greatrex lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas ed The Cambridge
companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509 aldaar 506 260
Zeev Rubin acutePersia and the Sasanian monarchy (224-651)acute in CHBE 130-155 aldaar 135 261
Lee acuteEmpire at waracute 123 262
Moorhead acuteWestern approachesacute 205
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
50
leggen263
Hoewel alle westelijke koninkrijken op papier verbonden waren aan het rijk waren
de Byzantijnse keizers zeker niet blij met deze situatie en wachtten ze op een gelegenheid
deze gebieden ook in de praktijk bij het rijk te voegen264
Met name voor de Ostrogoten was
de bedreiging reeumlel aangezien ze aan het Byzantijnse Rijk grensden en heersten over het
voormalige middelpunt van de Romeinse wereld Het web van huwelijksverbonden waarmee
Theoderic goede relaties probeerde te onderhouden met alle andere Germaanse koninkrijken
kan in dat licht vooral als anti-Byzantijns opgevat worden265
263
Moorhead acuteWestern approachesacute 198 264
Ibidem 199 265
Ibidem
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
51
6 Conclusie
In deze scriptie heb ik gekeken naar onderliggende interne en externe oorzaken van het snelle
verval van het Ostrogotische koninkrijk aan het einde van het leven van Theoderic In de
literatuur over de heerschappij van Theoderic wordt gesteld dat zijn bewind succesvol was en
dat de problemen aan het einde werden veroorzaakt door het overlijden van met name zijn
schoonzoon en troonopvolger Eutharic Daarnaast waren ook de dood van de Vandaalse
koning Thrasamund en in mindere mate de moord op de Bourgondische kroonprins Segaric
van belang
Inderdaad was de vroegtijdige dood van Eutharic van enorme invloed op de
daaropvolgende problemen voor Theoderic Niet alleen zorgde het voor instabiliteit in het
bestuur maar de gehele langetermijnstrategie van Theoderic voor een duurzaam Gotisch
koninkrijk in het westelijk Middellandse Zeegebied kwam in gevaar Als Visigoot zou
Eutharic getrouwd met een Ostrogotische prinses het Visigotische Spanje en het
Ostrogotische Italieuml definitief onder zijn heerschappij hebben kunnen verenigen Eutharic zou
dan over veruit het grootste en machtigste Germaanse koninkrijk hebben geheerst
Ook de dood van Thrasamund zorgde voor problemen Hoewel de Vandalen nooit
duurzame bondgenoten van Theoderic waren geweest zorgde het huwelijk van Thrasamund
met Amalafrida en met name haar Ostrogotische gevolg van enkele duizenden soldaten
ervoor dat ze in ieder geval geen vijanden waren Dit veranderde onder de nieuwe koning
Hilderic Amalafrida werd gevangen genomen en haar Gotische gevolg werd om het leven
gebracht Voortaan voer het Vandaalse koninkrijk een actieve pro-Byzantijnse en anti-
Gotische koers
Hoewel het nooit tot een daadwerkelijke alliantie kwam tussen de Vandalen en de
Byzantijnen vormde dit toch een enorme bedreiging voor het Ostrogotische koninkrijk dat
direct gevolgen had voor zijn in de ogen van Theoderic al te pro-Byzantijnse onderdanen
Boeumlthius had actief meegewerkt in het bestuur van het Ostrogotische koninkrijk maar
ondervond hier toch de gevolgen van Ook paus Johannes I had een goede relatie gehad met
Theoderic maar werd door hem gevangen gezet
De moord op de Bourgondische kroonprins Segaric door zijn vader Sigismund had
veel minder verstrekkende gevolgen omdat de macht van de Bourgondieumlrs in de post-
Romeinse wereld slechts beperkt was Al tijdens het leven van Theoderic werden de
Bourgondieumlrs door de Ostrogoten op hun plaats gezet door middel van een strafexpeditie
vanwege de moord op Segaric
De interne en extrene problemen waar Theoderic mee te maken had kwamen pas echt
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
52
aan het licht na de dood van Eutharic en dat kan dus inderdaad gezien worden als de directe
oorzaak voor het uiteindelijke falen van het Ostrogotische koninkrijk Toch wijzen in het
geval van de dood van Eutharic de daaropvolgende problemen naar mijn idee eerder op de
intrinsieke zwakte van het Ostrogotische koninkrijk dan op kracht Er was namelijk geen
echte eenheid tussen Goten en Romeinen en de bondgenootschappen van Theoderic met
andere Germaanse vorsten waren gebaseerd op kwetsbare persoonlijke relaties
Bovendien was er onder de Goten geen sprake van natuurlijke dynastieke opvolging
Ze volgden Theoderic omdat hij een capabel militair leider was geweest en hij financieumlle
voordelen bood aan zijn volgelingen Zijn uiteindelijke opvolger en kleinzoon Athalaric had
deze status niet en had dan ook weinig macht en kwam vroegtijdig aan zijn einde Tijdens de
Gotische oorlog volgden de Goten koningen die zich hadden bewezen als militaire leiders
Een verband met de Amaalse dynastie van Theoderic was niet van belang
In de verhouding tussen Romeinen en Goten in het koninkrijk waren er in principe
weinig problemen Theoderic stelde zich tolerant op tegen de katholieken en op politiek vlak
presenteerde hij zich zelfs aan zijn Romeinse onderdanen zoveel mogelijk als een Romeins
heerser Toch was er aan de andere kant ook geen sprake van langdurige integratie en
samenwerking tussen beide volken Voor de meeste Romeinen waren de Goten slechts
lsquobarbarenrsquo die dienst deden in het leger zoals ook het geval was geweest toen het West-
Romeinse Rijk nog bestond Theoderic past in dat licht ook goed in het rijtje van Germaanse
generaals in het Romeinse leger als Arbogast Stilicho Ricimer en Odoacer In hun dagelijks
leven hadden veel Romeinen nauwelijks wat te maken met hun nieuwe Gotische heersers
De heerschappij van Theoderic was een periode van vrede geweest voor Italieuml Buiten
de kortstondige en kleinschalige aanvallen van de Byzantijnse vloot op de Adriatische kust
van Italieuml in 508 waren er alleen confrontaties geweest met andere Germaanse volken Dit
vond echter plaats buiten Italieuml en was een zaak van de Goten waar de Romeinen weinig mee
te maken hadden Toen tijdens de Gotische oorlog een einde kwam aan deze periode van
vrede bleken de meeste Romeinen zich nauwelijks verbonden te voelen met het
Ostrogotische koninkrijk Ze hielden zich buiten de strijd of hielpen zelfs de Byzantijnen
Belisarius kon daarom ook zo snel Sicilieuml en zuid-Italieuml veroveren omdat daar nauwelijks
Goten woonden
Hoewel het Romeinse Rijk in het westen was gevallen was de mediterrane wereld nog
altijd een Romeinse wereld waarvan Constantinopel het machtige centrum was Veel
Romeinse inwoners van het Ostrogotische koninkrijk voelden zich nog steeds onderdeel van
deze wereld en waren meer gericht op Constantinopel dan op het koningschap van Theoderic
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
53
Van de andere kant waren de Byzantijnse keizers niet bereid de heerschappij over
Italieuml en Rome van waaruit het Romeinse Rijk was gegroeid zomaar over te laten aan de
lsquobarbaarsersquo Ostrogoten Ze bemoeiden zich actief met het bestuur en toen na de dood van
Theoderic politieke chaos er om zich heen greep zag keizer Justinianus in 535 zijn kans
schoon Italieuml opnieuw bij zijn rijk te voegen Juist in de daaropvolgende oorlog werd echter
een groot deel van de Romeinse cultuur en rijkdom vernietigd waardoor Italieuml daarna een
veel kleinere rol speelde in de mediterrane wereld
Uiteindelijk waren de Ostrogoten met een te kleine groep om een blijvende invloed uit
te kunnen oefenen in Italieuml Omdat Theoderic heerste over het rijkste en belangrijkste deel van
het voormalige West-Romeinse Rijk leek het er lange tijd op dat zijn koninkrijk het meest
succesvol was van de nieuwe Germaanse koninkrijken Dit zorgde er echter voor dat de macht
van de Goten werd ondermijnd door de sterk overheersende Romeinse aanwezigheid en de
bemoeienissen van het Byzantijnse Rijk Het is opvallend dat uiteindelijk juist het rijk van de
Franken uitgroeide tot het machtigste nieuwe koninkrijk Zij hadden zich oorspronkelijk meer
in de periferie van de Romeinse wereld gevestigd Daardoor leken ze aanvankelijk zwakker te
staan maar dit zorgde er juist voor dat hun invloed een veel blijvender karakter had
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
54
Literatuurlijst
- Amory Patrick People and identity in Ostrogothic Italy 489-554 (Cambridge 1997)
- Ausbuumlttel Frank M Theoderich der Groszlige (Darmstadt 2003)
- Barbero A en MI Loring lsquoThe formation of the Sueve and Visigothic kingdoms in
Spainrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700
(Cambridge 2005) 162-192
- Barnish SJB lsquoThe Anonymus Valesianus II as a source for the last years of
Theodericrsquo Latomus Revue drsquoetudes Latines (1983) 572-596
- Barnish SJB Cassiodorus Variae (Liverpool 1992)
- Blockley RC lsquoThe dynasty of Theodosiusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 111-137
- Blockley RC lsquoWarfare and diplomacyrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed
The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 411-436
- Brown Peter The world of late antiquity AD 150-750 (Londen 1971)
- Brown Thomas S lsquoThe role of Arianism in Ostrogothic Italy The evidence from
Ravennarsquo in SJB Barnish en Federico Marazzi ed The Ostrogoths From the
migration period to the sixth century An Ethnographic perspective (San Marino 2007)
417-441
- Burns Thomas S The Ostrogoths kingship and society (Wiesbaden 1980)
- Burns Thomas S A history of the Ostrogoths (Bloomington 1984)
- Cameron Averil lsquoJustin I and Justinianrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 63-85
- Cameron Averil lsquoVandal and Byzantine Africarsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 552-569
- Chadwick Henry lsquoOrthodoxy and heresy from the death of Constantine to the eve of
the first council of Ephesusrsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey ed The Cambridge
ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge 1998) 561-600
- Christensen Arne Soslashby Cassiodorus Jordanes and the history of the Goths Studies
in a migration myth (Kopenhagen 2002)
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
55
- Collins Roger lsquoThe western kingdomsrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 112-134
- Dam van Raymond lsquoMerovingian Gaul and the Frankish conquestsrsquo in Paul
Fouracre ed The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge
2005) 193-231
- Dewing HB Procopius I (Norwich 1979)
- Dolen van Hein L Procopius verzwegen verhalen Een schandaalkroniek uit
Byzantium (Amsterdam 2005)
- Evans JAS The age of Justinian The circumstances of Imperial power (Kent
1996)
- Gerberding Richard lsquoThe later Roman Empirersquo in Paul Fouracre ed The new
Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 13-34
- Gibbon Edward The history of the decline and fall of the Roman Empire IV
(Londen 1911)
- Goffart Walter Barbarians and Romans AD 418-584 The techniques of
accommodation (Princeton 1980)
- Goldsworthy Adrian How Rome fell Death of a superpower (Bridgwater 2009)
- Greatrex Geoffrey lsquoByzantium and the east in the sixth centuryrsquo in Michael Maas
ed The Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 477-509
- Hall Stuart George lsquoThe organization of the churchrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 731-744
- Halsall Guy lsquoThe barbarian invasionsrsquo in Paul Fouracre ed The new Cambridge
medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 35-55
- Halsall Guy Barbarian migrations and the Roman West (Cambridge 2008)
- Heather Peter Goths and Romans 332-489 (Plymouth 1991)
- Heather Peter The Goths (Cornwall 1996)
- Heather Peter lsquoGoths and Huns c 320-425rsquo in Averil Cameron en Peter Garnsey
ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-425 (Cambridge
1998) 487-515
- Heather Peter lsquoThe western Empire 425-76rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 1-32
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
56
- Heather Peter The fall of the Roman Empire A new history (Chatham 2005)
- Humphries Mark lsquoItaly AD 425-605rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 525-551
- James Edward The Franks (Oxford 1988)
- Kaster Robert A Guardians of the language The grammarian and society in Late
Antiquity (Berkeley 1988)
- Kulikowski Michael Romersquos Gothic wars From the third century to Alaric (New
York 2007)
- Lee AD lsquoThe eastern empire Theodosius to Anastasiusrsquo in Averil Cameron Bryan
Ward-Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late
antiquity empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 33-62
- Lee AD lsquoThe empire at warrsquo in Michael Maas ed The Cambridge companion to
the age of Justinian (New York 2005) 113-133
- Louth Andrew lsquoThe eastern empire in the sixth centuryrsquo in Paul Fouracre ed The
new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 93-117
- Martin Jochen Spaumltantike und Voumllkerwanderung (Muumlnchen 1987)
- Mitchell Stephen A history of the later Roman Empire AD 284-641 (Cornwall 2007)
- Moorhead John lsquoBoeumlthius and Romans in Ostrogothic servicersquo Historia Zeitschrift
fugraver Alte Geschichte 27 (1978) 604-612
- Moorhead John lsquoThe last years of Theodericrsquo Historia Zeitschrift fuacuter Alte
Geschichte 32 (1983) 106-120
- Moorhead John Theoderic in Italy (Avon 1992)
- Moorhead John lsquoOstrogothic Italy and the Lombard invasionsrsquo in Paul Fouracre ed
The new Cambridge medieval history I c 500- c 700 (Cambridge 2005) 140-161
- Moorhead John lsquoWestern approaches (500-600)rsquo in Jonathan Shepard ed The
Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 196-220
- OrsquoDonnell James J Cassiodorus (Berkeley 1979)
- OrsquoDonnel James J lsquoLiberius the patricianrsquo Traditio 37 (1981) 31-72
- Pohl Walter lsquoJustinian and the barbarian kingdomsrsquo in Michael Maas ed The
Cambridge companion to the age of Justinian (New York 2005) 448-476
- Rohr Christian Der Theoderich-Panegyricus des Ennodius (Muumlnchen 1995)
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524
57
- Rubin Zeev lsquoPersia and the Sasanian monarchy (224-651)rsquo in Jonathan Shepard ed
The Cambridge history of the Byzantine Empire c 500-1492 (Cambridge 2008) 130-
155
- Thompson EA en Peter Heather The Huns (Cornwall 1996)
- Todd Malcolm The early Germans (Guildford 1992)
- Whitby Michael lsquoThe army c 420-602rsquo in Averil Cameron Bryan Ward-Perkins en
Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity empire and
successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 288-314
- Wickham Chris The inheritance of Rome A history of Europe from 400 to 1000
(Suffolk 2010)
- Wolfram Herwig History of the Goths (Berkeley 1988)
- Wood Ian N The Merovingian kingdoms 450-751 (Londen 1994)
- Wood Ian N lsquoThe barbarian invasions and first settlementsrsquo in Averil Cameron en
Peter Garnsey ed The Cambridge ancient history XIII The late empire AD 337-
425 (Cambridge 1998) 516-537
- Wood Ian N lsquoThe north-western provincesrsquo in Averil Cameron Bryan Ward-
Perkins en Michael Whitby ed The Cambridge ancient history XIV Late antiquity
empire and successors AD 425-600 (Cambridge 2000) 497-524