Themarapportage Reisverzekering€¦ · De beste oplossing zien we bij 17% van de keurmerkhouders....
Transcript of Themarapportage Reisverzekering€¦ · De beste oplossing zien we bij 17% van de keurmerkhouders....
Themarapportage Reisverzekering
juni 2015
Samenvatting
1. Inleiding
2. Onderzoeksaanpak
3. Onderzoeksresultaten norm 2:
Heldere voorlichting en taalgebruik
3.1 Vereisten volgens het handboek
3.2 Inhoud beoordeling Stv
3.3 Onderzoeksresultaten
3.4 Conclusies
4. Onderzoeksresultaten norm 5:
Product Approval Procedure en Product
Review Procedure
4.1 Vereisten volgens het handboek
4.2 Inhoud beoordeling Stv
4.3 Onderzoeksresultaten
4.4 Conclusies
5. Onderzoeksresultaten Prestatiegebied A:
De klant begrijpt het product
5.1 Vereisten volgens het handboek
5.2 Inhoud beoordeling Stv
5.3 Onderzoeksresultaten
5.4 Conclusies
6. Onderzoeksresultaten Prestatiegebied B:
Het product is geschikt voor de klant
6.1 Inhoud beoordeling Stv
6.2 Medische dekking tijdens de
wintersport
6.3 Kinderen op de polis bij de ouders
7. Totaalbeeld
8. Conclusies
• Bijlage 1
Deelnemende en niet-deelnemende
keurmerkhouders
• Bijlage 2
Eisen aan productinformatie
• Bijlage 3
Vragen en werkwijze consumentenpanel
• Bijlage 4
Eisen aan PAP en PRP
• Bijlage 5
Relevante aspecten prestatiegebied A
Inhoud themarapportage
3
6
7
9
9
9
11
13
14
14
14
15
19
20
20
20
21
25
25
25
25
29
31
32
33
34
37
38
41
Samenvatting
3
Dit rapport bevat de resultaten van het eerste
thema-onderzoek dat de Stichting toetsing
verzekeraars (Stv) in 2015 heeft uitgevoerd
naar de doorlopende reisverzekering van 24
keurmerkhouders die dit product voeren. In deze
thematische aanpak onderzoeken wij in een kor-
te periode een beperkt aantal normen van het
Keurmerk Klantgericht Verzekeren (KKV) bij alle
betrokken keurmerkhouders. Met deze aanpak
krijgen we over een bepaald thema een goed
totaalbeeld van de deelnemende keurmerkhou-
ders en van good practices. Door dit totaalbeeld
en de praktijkvoorbeelden te delen, dragen we
bij aan het verder verbeteren van de klantge-
richtheid bij de keurmerkhouders. Keurmerk-
houders kunnen hiermee hun voordeel doen.
Onze beoordeling is geen complete doorlichting
van de doorlopende reisverzekeringen van de
deelnemende keurmerkhouders. We geven dan
ook geen productoordeel af over de beoordeelde
reisverzekeringen. Wel is de doorlopende reis-
verzekering de kapstok om de volgende onder-
delen van het Keurmerk te toetsen:
• norm 2 (Heldere voorlichting en taalgebruik);
• norm 5 (Product Approval Procedure en
Product Review Procedure);
• prestatiegebied A (De klant begrijpt het
product);
• prestatiegebied B (Het product is
geschikt voor de klant).
Totaalbeeld
Nagenoeg alle keurmerkhouders scoren op de
normen 2 en 5 voldoende punten. Zij voldoen
daarmee aan de eisen van het handboek KKV.
Zoals aangegeven hebben we bij dit thema-on-
derzoek naar meer aspecten gekeken dan alleen
deze twee keurmerknormen. We hebben bijvoor-
beeld ook gekeken naar de prestatiegebieden A
en B en we hebben een verdere verdieping ge-
geven aan norm 2 en norm 5. Al deze aspecten
hebben we meegenomen in een meetlat voor dit
thema-onderzoek. In bijlage 2, 4 en 5 geven we
nadere uitleg bij de meetlat.
De deelnemende keurmerkhouders scoren ge-
middeld 64% op deze meetlat. Er is dus nog
volop ruimte voor keurmerkhouders om zich
verder te verbeteren. De relatief lage score ver-
klaren wij doordat de meetlat verder gaat dan
de vastgelegde keurmerknormen. Wij willen met
de meetlat de keurmerkhouders inspireren en
stimuleren om verdere invulling aan de aspecten
hiervan te geven. Daarmee dragen wij bij aan
het verder verbeteren van de klantgerichtheid
bij de keurmerkhouders. Wij verwachten dat
keurmerkhouders met de inhoud van dit thema-
onderzoek de mogelijkheden in handen heb-
ben om beter te kunnen scoren in een volgend
thema-onderzoek over een verzekeringsproduct
(2016).
4
Alle keurmerkhouders hebben een individuele
rapportage met bevindingen en specifieke aan-
bevelingen ontvangen om zich verder te kun-
nen verbeteren. Ook hebben we ze verzocht om
ons binnen drie maanden aan te geven hoe ze
de aanbevelingen en verbeterpunten oppakken.
We hebben ze tevens inzicht gegeven in hoe ze
scoren ten opzichte van de andere keurmerk-
houders.
Norm 2: Heldere voorlichting en taalgebruik
Norm 2 houdt in dat een keurmerkhouder moet
zorgen voor heldere voorlichting en taalge-
bruik. We hebben bij één keurmerkhouder ge-
constateerd dat deze niet voldoet aan de mini-
male keurmerkeisen voor norm 2. De overige
keurmerkhouders scoren voldoende voor deze
norm. Het is voor veel keurmerkhouders las-
tig om voor deze norm de maximale score te
halen, omdat alle bouwstenen voor deze norm
(evenwichtige, vindbare en begrijpelijke klant-
informatie) daarvoor in orde moeten zijn. In ons
bureau-onderzoek hebben we vastgesteld dat
er de nodige tekortkomingen zijn op het gebied
van de evenwichtigheid van de klantinformatie
op de website. Uit het panelonderzoek is voorts
gebleken dat veel polisvoorwaarden op vind-
baarheid en begrijpelijkheid verbeterd kunnen
worden. Voor sommige keurmerkhouders komt
daar nog bij dat de beoordeling door de afdeling
Taal en Communicatie VU Amsterdam hen tot
actie maant.
Norm 5: Product Approval Procedure (PAP) en
Product Review Procedure (PRP)
Norm 5 houdt in dat een keurmerkhouder een
procedure moet hebben voor het ontwikkelen
van nieuwe producten en één voor het regel-
matig reviewen van bestaande producten. Alle
keurmerkhouders hebben voldoende gescoord
voor de werking van deze norm. Wel constate-
ren wij een aantal aandachtspunten.
Verzekeraars moeten hun producten regelmatig
reviewen. Uit ons onderzoek blijkt dat 21 van de
24 keurmerkhouders tot begin 2015 een review
hebben uitgevoerd voor de doorlopende reisver-
zekering die ze verkopen. Tegelijkertijd hebben
wij geconstateerd dat veel keurmerkhouders de
eigen planning voor het reviewen van hun totale
productenportfolio tot 1 januari 2016, niet of
met moeite zullen halen. Wij zien dat keurmerk-
houders de afgelopen jaren vooral aandacht
hebben besteed aan het goed op poten zetten
van de Product Approval Procedure en dat de
reviewprocedure daarbij is achtergebleven.
Op basis van de door ons onderzochte review-
rapportages constateren wij dat nog niet alle
keurmerkhouders de organisatie om een review
uit te voeren, goed hebben staan. Daardoor zijn
de onderzochte reviewrapportages van een wis-
selende kwaliteit.
Een goed uitgevoerde PAP/PRP steunt onder an-
dere op een kritische houding van de medewer-
kers van de keurmerkhouder die in dit proces
participeren. Dagen de medewerkers elkaar uit
door kritisch te kijken naar de input die eenieder
levert en naar de wijze waarop het belang van
de klant wordt behartigd? Bij 3 van de 24 keur-
merkhouders vinden wij deze kritische houding
onvoldoende geborgd.
5
Prestatiegebied A: De klant begrijpt het product
Voor het Keurmerk Klantgericht Verzekeren
moeten keurmerkhouders voldoen aan zeven-
tien normen. Daarnaast verwachten wij dat
keurmerkhouders inspanningen doen op drie
prestatiegebieden. Het onderwerp van presta-
tiegebied A is ‘de klant begrijpt het product’. Dit
gaat over duidelijke communicatie, helder taal-
gebruik en evenwichtige, goede voorlichting aan
de klant.
Keurmerkhouders spannen zich in om steeds be-
ter te presteren op dit prestatiegebied. De mate
waarin varieert. Alle keurmerkhouders hebben
in ieder geval een schrijfwijzer en geven in enige
vorm taaltrainingen aan de medewerkers. Er zijn
ook keurmerkhouders die meer doen, bijvoor-
beeld door het aanstellen van taalcoaches of het
consequent toetsen van communicatiemateriaal
in klantenpanels. We zien goede voorbeelden.
De keurmerkhouders die nog niet zo actief zijn,
kunnen zich hieraan optrekken.
Prestatiegebied B: Het product is geschikt voor
de klant
Het onderwerp van prestatiegebied B is ‘het pro-
duct is geschikt voor de klant’. Om de inspan-
ningen op dit prestatiegebied bij reisverzekerin-
gen te toetsen, hebben wij ervoor gekozen om
specifiek te kijken naar de communicatie van
de keurmerkhouder over de medische dekking
tijdens de wintersportvakantie en naar de com-
municatie over meeverzekerde kinderen.
Het blijkt dat veel keurmerkhouders niet helder
communiceren over het feit dat de dekking voor
medische kosten geen onderdeel is van de win-
tersportdekking. Wij vinden dat de klant die een
wintersportdekking aanschaft, erop geatten-
deerd moet worden dat de medische kosten na
een ongeluk op de skipiste niet standaard ver-
zekerd zijn door de wintersportdekking. Daarom
is het van belang dat keurmerkhouders beter
gaan communiceren over de dekking van medi-
sche kosten tijdens de wintersport en de even-
tuele noodzaak om die naast de wintersportdek-
king aanvullend te verzekeren. Bij 33% van de
keurmerkhouders moet de website hierop wor-
den aangepast en bij 37% de polisvoorwaar-
den. Ook moeten keurmerkhouders zich in dit
kader bewuster worden van de denkwereld van
de klant. Voor de klant is het immers logisch
dat een wintersportdekking het hele scala aan
risico’s tijdens de wintersport dekt en niet alleen
de schade aan bijvoorbeeld ski’s.
Wij hebben ook onderzocht hoe de keurmerk-
houder naar de klant communiceert zodra de
meeverzekerde kinderen de leeftijd bereiken
dat zij niet meer verzekerd kunnen zijn op de
polis van de ouders. Het blijkt dat 52% van de
keurmerkhouders hierover niet communiceert
met de klant. De beste oplossing zien we bij
17% van de keurmerkhouders. Zij hebben ge-
boortedata van de kinderen geregistreerd en
sturen de klant een specifieke brief als het kind
de bewuste leeftijd bereikt. Daarnaast zien we
bij 31% van de keurmerkhouders dat zij de ge-
boortedata niet hebben geregistreerd en kiezen
voor een algemene brief aan de klant op de pro-
longatiedatum van de verzekering.
Thematische aanpak
Sinds de start van het Keurmerk Klantgericht
Verzekeren (KKV) in 2009 beoordeelt de
Stichting toetsing verzekeraars (Stv) de wijze
waarop verzekeraars en gevolmachtigden pres-
teren als het gaat om hun klantgerichtheid en
dienstverlening naar de klant. In het handboek
KKV vindt u een beschrijving van de drie presta-
tiegebieden en de zeventien keurmerknormen.
Met ingang van 2015 toetsen wij enkele malen
per jaar met een thematische aanpak een beperkt
aantal normen bij alle betrokken keurmerkhou-
ders. In een thema-onderzoek kijken we breder
dan alleen naar de normen in het handboek KKV.
Door deze aanpak krijgen we bij ieder onderzoek
over een bepaald thema een goed totaalbeeld
van de deelnemende keurmerkhouders en van
good practices. Door dit totaalbeeld en de prak-
tijkvoorbeelden te delen, dragen we bij aan het
verder verbeteren van de klantgerichtheid bij
de keurmerkhouders. Keurmerkhouders kunnen
hiermee hun voordeel doen.
Keuze voor reisverzekeringen
Het eerste thema-onderzoek dat Stv in 2015
heeft uitgevoerd, ging over de doorlopende reis-
verzekering. Wij hebben gekozen voor dit pro-
duct, omdat dit een gangbaar product is voor
veel schadeverzekeraars met het Keurmerk (er
zijn 24 keurmerkhouders die de doorlopende
reisverzekering aanbieden), en omdat het een
product is met een grote afname onder particu-
liere klanten.
Onze beoordeling is geen complete doorlichting
van de doorlopende reisverzekeringen van de
keurmerkhouders. We geven dan ook geen pro-
ductoordeel over de onderzochte reisverzekerin-
gen. Wel is de doorlopende reisverzekering de
kapstok waaraan wij ons onderzoek ophangen
om een aantal onderdelen van het Keurmerk te
toetsen. Het zijn onderdelen die beogen dat de
interne processen rondom de totstandkoming en
aanbieding van de verzekeringsproducten van
de keurmerkhouder, van goede kwaliteit zijn.
Het gaat in dit thema-onderzoek om de volgen-
de keurmerkonderdelen:
• norm 2 (Heldere voorlichting en taalgebruik);
• norm 5 (Product Approval Procedure en
Product Review Procedure);
• prestatiegebied A (De klant begrijpt het
product);
• prestatiegebied B (Het product is
geschikt voor de klant).
De keuze voor de doorlopende reisverzekering
is afgestemd met de Autoriteit Financiële Markten
(AFM). Hierdoor konden wij voor zes grote ver-
zekeraars een deel van de onderzoeksbevindin-
gen (norm 2 en prestatiegebied A) delen met de
AFM. De AFM heeft deze bevindingen gebruikt
voor de module Klantcontact Verzekeraars van
het Klantbelang Dashboard. Voor deze zes ver-
zekeraars resulteerde dit in een vermindering
van de onderzoekslast, omdat de AFM het mate-
riaal van Stv heeft gebruikt.
1. Inleiding
6
Leeswijzer
In de rapportage die nu voor u ligt, beschrij-
ven wij de resultaten van ons thema-onderzoek
naar de doorlopende reisverzekering van de 24
keurmerkhouders die een doorlopende reisver-
zekering aanbieden.
In hoofdstuk 2 beschrijven wij de onderzoeks-
aanpak, in de hoofdstukken 3 t/m 6 de onder-
zoeksresultaten. We wijden aan iedere norm
respectievelijk prestatiegebied een apart hoofd-
stuk, waarbij een vaste opzet is gevolgd. In deze
opzet staan de vereisten, aanpak, resultaten en
conclusies voor één norm of prestatiegebied bij
elkaar. Daarna volgt hoofdstuk 7 waarin we een
totaalbeeld presenteren. We sluiten af met onze
conclusies in hoofdstuk 8.
Het onderzoek is uitgevoerd in de periode
januari - april 2015 en betreft 24 keurmerkhou-
ders. In bijlage 1 geven we een overzicht van
alle keurmerkhouders die wij betrokken hebben
in ons onderzoek. Ook de keurmerkhouders die
wij niet betrokken hebben omdat ze geen reis-
verzekering voeren, staan in bijlage 1.
Om de consistentie in ons onderzoek te borgen,
hebben wij een werkprogramma opgesteld.
Daarin hebben we vastgelegd op welke aspec-
ten ons onderzoek zich toespitst.
Wij hebben alle betrokken keurmerkhouders
gevraagd om een aantal documenten bij ons
aan te leveren. Het ging hier om zaken als:
• productcommunicatie;
• documenten over de PAP/PRP-procedure
van de keurmerkhouder;
• documenten waaruit de inspanningen van
de keurmerkhouder op prestatiegebieden
A en B blijken.
Ons onderzoek bestond voor iedere keurmerk-
houder uit de volgende onderdelen:
• bureau-onderzoek;
• onderzoek door externe partijen
(o.a. consumentenpanel);
• bedrijfsbezoek met interviews.
Na het bedrijfsbezoek hebben wij voor iedere
keurmerkhouder een individuele rapportage
opgesteld. In de volgende hoofdstukken geven
we een nadere toelichting op bovengenoemde
documenten en onderdelen.
7
2. Onderzoeksaanpak
Twee invalshoeken
Voor het thema-onderzoek hebben wij twee in-
valshoeken gekozen:
• Wij hebben de deelnemende keurmerkhou-
ders op de gebruikelijke wijze beoordeeld op
de keurmerknormen 2 en 5. Daarbij hebben
we de keurmerkhouders op basis van de gel-
dende referentiekaders voor het Keurmerk,
punten toegekend voor opzet en bestaan en
voor de werking van beide normen. Voor de
individuele keurmerkhouder zijn deze scores
bepalend om in aanmerking te komen voor
verlenging van het Keurmerk. Of wij het
Keurmerk verlengen, bepalen wij nadat wij
alle keurmerknormen hebben beoordeeld in
dit thema-onderzoek en in toekomstige the-
ma-onderzoeken.
• Daarnaast hebben we de deelnemende keur-
merkhouders op een aantal andere aspec-
ten beoordeeld en gescoord. Deze aspecten
zijn voor een groot deel geen specifiek on-
derdeel van een keurmerknorm, maar wel
daaraan gerelateerd. Ze vormen als het ware
een verdieping van de keurmerknormen en
-onderdelen. De scores die de keurmerkhou-
ders voor deze aspecten hebben behaald, zijn
mede bepalend geweest om de scores van de
keurmerkhouders in dit onderzoek met elkaar
te kunnen vergelijken.
Consequentie van de tweede invalshoek is dat
wij keurmerkhouders beoordeeld hebben op
aspecten die niet expliciet zijn opgenomen in
de keurmerknormen. Uit de resultaten die we
in de volgende hoofdstukken presenteren, zal
dan ook blijken dat niet alle deelnemende keur-
merkhouders goed scoren op deze aspecten.
Dit heeft gevolgen voor de totaalscore die de
keurmerkhouders halen en die we in hoofdstuk
7 presenteren.
Deze aanpak past goed bij onze rol om met
het Keurmerk de kwaliteit van dienstverlening
van keurmerkhouders verder te verbeteren. De
aanpak biedt geschikte handvatten om breder
te kunnen rapporteren dan alleen over keur-
merkeisen. Ze dienen als basis om zaken die
ons opvallen, terug te geven aan de keurmerk-
houders. Ons doel daarbij is om keurmerkhou-
ders te inspireren om zich verder te verbeteren.
Beoordeelde aspecten
In de hoofdstukken 3 tot en met 6 geven we
aan welke aspecten beoordeeld zijn. Om de ver-
gelijking tussen de keurmerkhouders te kunnen
maken, hebben we gekozen voor een bepaalde
weging van de onderzochte aspecten. Wij heb-
ben ons hierbij laten leiden door onze kennis en
ervaring. Hoewel elke weging een zeker arbitrair
element in zich draagt, zijn we niet over één
nacht ijs gegaan. De door ons gekozen weging
weerspiegelt het belang dat wij aan de onder-
zochte onderdelen en aspecten toekennen. Zo
hebben wij voor het eerst sinds de introductie
van de prestatiegebieden in 2012, een waar-
dering toegekend aan de inspanningen van de
keurmerkhouders op deze prestatiegebieden.
8
3.1 Vereisten volgens het handboek
Norm 2 houdt in dat een keurmerkhouder moet
zorgen voor heldere voorlichting en taalgebruik.
In het handboek KKV geven we dat als volgt aan.
De communicatie-uitingen van de keurmerkhou-
der moeten:
• begrijpelijk en duidelijk zijn voor de klant;
• een evenwichtig en transparant beeld
geven van de productkenmerken;
• in overeenstemming zijn met het
taalniveau van de klant.
Dit geldt voor zowel de website, de brochures als
de overige (schriftelijke) uitingen.
3.2 Inhoud beoordeling Stv
Om een oordeel te geven over de productcom-
municatie van de keurmerkhouder hebben wij
voor norm 2 de volgende documenten beoor-
deeld:
• websiteteksten;
• brochure (indien van toepassing);
• premieberekening en aanvraagmodule
op website;
• aanvraagformulier (indien van
toepassing);
• polis en begeleidend schrijven;
• polisvoorwaarden.
De beoordeling van Stv bevat de volgende on-
derdelen:
• bureau-onderzoek;
• toets door het consumentenpanel;
• toets door de afdeling Taal en Communicatie
van VU Amsterdam (hierna VU);
• bedrijfsbezoek.
Bureau-onderzoek
Voor deze norm richt het bureau-onderzoek
zich op de communicatie-uitingen van de keur-
merkhouder. Bij het bureau-onderzoek toet-
sen we de acht toetspunten van het handboek
KKV, waaraan de keurmerkhouder zich in al zijn
communicatie-uitingen moet houden. Voor de
reisverzekering zijn de toetspunten III, IV, VI en
VIII niet relevant. Daarmee blijven de volgende
vier toetspunten over:
I. De naam van het product (en productvariant)
dekt de lading en zet de klant niet op het ver-
keerde been; de verzekerde ziet in één oogop-
slag om welke verzekering het gaat.
II. De keurmerkhouder maakt geen onjuiste
vergelijkingen met andere verzekeraars of
gevolmachtigden. Als de keurmerkhouder ver-
gelijkt, moet hij het verschil met de andere par-
tij verklaren. Bovendien moet de partij waarmee
vergeleken wordt het product (nog) voeren.
9
3. Onderzoeksresultaten norm 2: Heldere voorlichting en taalgebruik
V. De keurmerkhouder vermeldt belangrijke uit-
sluitingen en beperkende voorwaarden ondub-
belzinnig en opvallend. Waar relevant wordt de
‘en-bloc-clausule’1 uitgelegd.
VII. De keurmerkhouder wijst de klant er expli-
ciet op, dat hij verklaringen - zoals aanvraag- of
schadeformulieren en gezondheidsverklaringen
- volledig en naar waarheid moet invullen.
Aanvullend op deze keurmerknormen hebben
we bij het bureau-onderzoek de (product)infor-
matie getoetst die de keurmerkhouder commu-
niceert op de website en in de eventuele brochu-
re, in de polisvoorwaarden en in de polis(brief).
De informatie moet beschikbaar zijn, vindbaar
en begrijpelijk. Relevante producteigenschap-
pen die wij op de website verwachtten aan te
treffen, hebben wij opgenomen in bijlage 2.
Daar hebben we ook vermeld op welke aspec-
ten we de polisvoorwaarden en de polis(brief)
hebben getoetst.
Consumentenpanel
Stv beschikt over een eigen onafhankelijk on-
derzoekspanel met daarin ruim zevenhonderd
consumenten. Dit panel toetst met gebruikers-
vragen de polisvoorwaarden van een keurmerk-
houder. Per keer benaderen we zo’n honderd
panelleden, die veertien dagen de tijd krijgen
om te reageren. Wij hebben voor de reisverze-
kering acht gebruikersvragen getoetst. Bij iede-
re vraag hebben we zowel de vindbaarheid als
de begrijpelijkheid van de benodigde informatie
onderzocht. De vragen en een beschrijving van
de aanpak zijn opgenomen in bijlage 3.
Toets door Taal en Communicatie
VU Amsterdam
Wij hebben voor iedere keurmerkhouder de vol-
gende communicatie-uitingen laten beoordelen
door de VU:
• website;
• aanvraagmodule/aanvraagformulier;
• maatwerkreactie op klantvraag/
ingediende schadeclaim;
• polis en begeleidend schrijven.
De VU heeft de communicatie-uitingen beoor-
deeld op de aspecten inhoud, opbouw, formu-
lering, correctheid en presentatie. Deze aspec-
ten leiden gezamenlijk tot een totaaloordeel per
communicatie-uiting, dat varieert van goed,
redelijk/goed, redelijk, matig/redelijk tot matig.
Bedrijfsbezoek
Tijdens het bedrijfsbezoek hebben wij voor
norm 2 een interview gehouden met medewer-
kers van de afdelingen Productmanagement en
Communicatie. De interviews zijn vooral be-
doeld om de werking van deze norm te toetsen.
101 De ‘en-bloc-clausule’ houdt in dat verzekeraars in één keer een groep verzekeringen kunnen aanpassen.
3.3 Onderzoeksresultaten
Wij hebben alle onderzochte keurmerkhouders
individueel geïnformeerd over de resultaten van
ons bureau-onderzoek, het consumentenpanel
en de toetsing door VU. Voor deze overkoepe-
lende themarapportage hebben we een aantal
resultaten op een rijtje gezet die de hele groep
van 24 onderzochte keurmerkhouders betreft.
Heldere productcommunicatie
Een belangrijk aspect in de heldere voorlichting
is dat de keurmerkhouder transparant commu-
niceert over de uitzonderingen en beperkingen
(toetspunt V van het handboek KKV). Bij een
reisverzekering kun je bijvoorbeeld denken aan
de beperking dat schade door diefstal niet ver-
zekerd is, als de klant onvoldoende voorzorgs-
maatregelen heeft genomen. Of aan de beper-
king dat de klant bij schade een eigen risico
heeft.
Wij hebben onderzocht hoeveel keurmerkhou-
ders helder communiceren over beperkingen
en uitzonderingen. Bij 8 van de 24 keurmerk-
houders constateren we dat ze daarover helder
communiceren. En bij 16 van de 24 keurmerk-
houders constateren we dat ze in de product-
informatie die ze geven op de website en in de
brochure niet of onvoldoende helder en expli-
ciet zijn over uitzonderingen en beperkingen.
Het resultaat geven we weer in figuur 1.
Uit ons onderzoek is gebleken dat de keur-
merkhouders die helder communiceren over
de beperkingen en uitzonderingen vooral de
keurmerkhouders zijn die hun verzekeringen
uitsluitend zonder tussenkomst van een inter-
mediair aan de klant verkopen (direct writers).
We hebben ook in meer algemene zin gekeken
naar de beschikbaarheid, vindbaarheid en dui-
delijkheid van de productinformatie die keur-
merkhouders op de website hebben geplaatst.
Dan valt op dat de tien keurmerkhouders die
daarop het beste presteren, bijna allemaal di-
rect writer zijn, of onderdeel van de zes groot-
ste verzekeraars.
11
33%
67%
Figuur 1. Aantal keurmerkhouders dat transparant communiceert over de uit-zonderingen en beperkingen.
u Voldoende transparantu Onvoldoende transparant
Resultaten consumentenpanel
De resultaten uit het consumentenpanel zijn
over de hele linie van 24 deelnemende keur-
merkhouders aan de lage kant. Er zijn twee
keurmerkhouders die drie kwart van de maxi-
male score halen. De andere keurmerkhouders
scoren twee derde van de maximale score of
lager. De gemiddelde score bedraagt iets meer
dan de helft van de maximale score. Bij alle
keurmerkhouders zien we één of meer vragen
die op vindbaarheid of begrijpelijkheid matig
tot slecht scoren. Bijna altijd hebben we, mede
dankzij opmerkingen van de panelleden, kun-
nen aangeven waar het aan schort. De keur-
merkhouder kan deze feedback gebruiken om
de polisvoorwaarden te verbeteren.
Lage scores op vindbaarheid zien we vooral bij
keurmerkhouders die een beknopte inhouds-
opgave gebruiken in de polisvoorwaarden. Ook
het gescheiden presenteren van algemene en
specifieke voorwaarden is voor veel klanten een
belemmering als het gaat om de vindbaarheid
van informatie.
Lage scores op begrijpelijkheid zien we als de
klant de informatie uit meerdere artikelen moet
combineren. Maar ook het feit dat de keurmerk-
houder te veel mogelijkheden en voorwaar-
den beschrijft, komt de begrijpelijkheid niet
ten goede. Dit is bijvoorbeeld gebleken bij een
vraag over gestolen bagage uit de kofferruimte.
Keurmerkhouders hanteren in hun polisvoor-
waarden allerlei bepalingen (zichtbare braak-
schade, locatie van de inbraak, tijdstip van de
inbraak, voorzorgsmaatregelen door de klant,
waarde van het gestolen artikel), waardoor de
klant door de bomen het bos niet meer ziet en
hij niet kan bepalen of zijn schade nu wel of niet
gedekt is.
Helder taalgebruik
Helder taalgebruik houdt in dat het taalgebruik
is afgestemd op het taalniveau van de klant en
dat de teksten voldoen aan bepaalde eisen van
inhoud, opbouw, formulering, correctheid en
presentatie. De VU heeft voor iedere keurmerk-
houder vier teksten beoordeeld. De resultaten
van de beoordeling door de VU zijn over de hele
linie van 24 deelnemende keurmerkhouders re-
delijk tot goed. De twee keurmerkhouders die
het beste scoren, behalen 89% van de maxi-
male score. De gemiddelde score bedraagt 68%
van de maximale score.
Uit ons onderzoek is gebleken dat slechts één
keurmerkhouder ‘goed’ scoort voor de teksten
op de website. Wij verklaren dit lage aantal door
het feit dat de websiteteksten, nadat ze aanvan-
kelijk zijn geredigeerd in teams met inhouds- en
communicatiedeskundigen, in de loop der tijd
worden geactualiseerd door webbeheerders
zonder verdere afstemming of redactie.
12
Voor de polisbrief scoren twaalf keurmerkhou-
ders ‘goed’. Dit is te verklaren door het feit dat
de polisbrief een systeembrief is. Dat wil zeggen
dat deze brief geredigeerd wordt in een team
van deskundigen en, na goedkeuring door alle
disciplines, wordt vastgelegd in het productie-
systeem van de keurmerkhouder. Veranderin-
gen zijn dan vaak niet meer (eenvoudig) aan te
brengen, maar dat is veelal ook niet meer nodig
omdat de brief voorafgaand aan de ingebruik-
name intensief is beoordeeld.
De aanvraagmodule/het aanvraagformulier scoort
vijf keer matig of matig/redelijk en is daarmee
de slechtst scorende communicatie-uiting. De
oorzaak hiervan is het feit dat keurmerkhouders
in de aanvraagprocedure de klant een aantal
vragen voorleggen om te toetsen of hij voldoet
aan de eisen die de keurmerkhouder stelt aan
nieuwe klanten. Ook wordt de klant in de aan-
vraagprocedure gewezen op de mededelings-
plicht. De teksten die hiervoor gebruikt worden,
zijn bij sommige keurmerkhouders nog ouder-
wets of juridisch geformuleerd, wat resulteert in
een slechtere score.
3.4 Conclusies
We hebben bij één keurmerkhouder nul punten
toegekend bij norm 2. Deze keurmerkhouder
krijgt daarom een herbeoordeling. Drie keur-
merkhouders behalen de volle score voor norm
2 (twee punten), zeven keurmerkhouders sco-
ren anderhalf punt en dertien keurmerkhouders
scoren één punt.
Het is voor veel keurmerkhouders lastig om
voor deze norm de maximale score te halen,
omdat alle bouwstenen voor deze norm (even-
wichtige, vindbare en begrijpelijke klantinfor-
matie) daarvoor in orde moeten zijn. In ons
bureau-onderzoek hebben we vastgesteld dat
er de nodige tekortkomingen zijn op het gebied
van de evenwichtigheid van de klantinformatie
op de website. Uit het panelonderzoek is voorts
gebleken dat veel polisvoorwaarden op vind-
baarheid en begrijpelijkheid verbeterd kunnen
worden. Voor sommige keurmerkhouders komt
daar nog bij dat de beoordeling van de VU hen
tot actie maant. Wij hebben alle keurmerkhou-
ders individueel voorzien van een uitgebreide
analyse van onze onderzoeksbevindingen en
daarbij passende aanbevelingen gedaan.
13
4.1 Vereisten volgens het handboek
Norm 5 houdt in dat een keurmerkhouder een
procedure moet hebben voor het ontwikkelen
van nieuwe producten en één voor het regel-
matig reviewen van bestaande producten: de
Product Approval Procedure (PAP) en Product
Review Procedure (PRP). Veel keurmerkhouders
hebben deze procedures geïntegreerd in een
Product Approval and Review Procedure (PARP).
De procedure heeft als doel om te waarborgen
dat de keurmerkhouder producten verkoopt die
het klantbelang dienen. Stv toetst of de rele-
vante bedrijfsonderdelen (bijvoorbeeld product-
management, marketing, verzekeringstechniek,
compliance, legal, risk) van de keurmerkhouder
bij de ontwikkeling van een nieuw product en de
review van een bestaand product, voldoende be-
trokken zijn om de gewenste kritische houding
van de keurmerkhouder te borgen.
Naast de vereisten volgens het handboek zijn
ook de open normen volgens het BGFO-3 (Besluit
Gedragstoezicht Financiële Ondernemingen) en
de toetskaders voor producten en processen die
de AFM op basis van het BGFO-3 heeft uitge-
werkt, relevant.
Het toetskader voor producten beschrijft de
KNVB-criteria (Kostenefficiëntie, Nut, Veiligheid
en Begrijpelijkheid). Het toetskader voor proces-
sen (voor productontwikkeling en review) betreft
bijvoorbeeld het zelfkritisch vermogen van de
verzekeraar, de doelgroepafbakening, scenario-
analyses en een goede aansluiting op relevante
andere processen in de keten van het product.
In bijlage 4 hebben wij de eisen aan een PAP en
PRP uitgewerkt. Daarbij gaat het niet alleen om
de eisen van het KKV, maar ook om de relevante
wettelijke eisen.
4.2 Inhoud beoordeling Stv
Om een oordeel te geven over de PAP en PRP
van de keurmerkhouder hebben wij voor norm 5
de volgende documenten beoordeeld:
• beschrijving van de PAP/PRP-procedure;
• de eventuele formats die de keurmerk-
houder hanteert bij de PAP/PRP-
procedure;
• rapport van de meest recent uitgevoerde
PRP op de doorlopende reisverzekering;
• reviewkalender.
14
4. Onderzoeksresultaten norm 5: Product Approval Procedure & Product Review Procedure
De beoordeling van Stv bevat de volgende
onderdelen:
• bureau-onderzoek over de ingediende
documenten;
• bedrijfsbezoek met gericht interview
over norm 5.
Stv heeft deze norm beoordeeld aan de hand
van de doorlopende reisverzekering van de be-
oordeelde keurmerkhouders. In het interview
hebben we bij bijna alle keurmerkhouders ge-
sproken met leden van de PAP-board of PAP-
werkgroep en met de productmanager Reisver-
zekering. De interviews zijn vooral bedoeld om
de werking van deze norm te toetsen.
In aanvulling op de specifieke keurmerkeisen
voor deze norm hebben we in ons onderzoek be-
keken hoe recent de keurmerkhouder de door-
lopende reisverzekering heeft gereviewd, of de
keurmerkhouder input uit klachten en schades
gebruikt in de reviewprocedure en of de keur-
merkhouder in de PAP- of PRP-procedure onder-
zoek verricht naar klantbehoeftes.
4.3 Onderzoeksresultaten
Wij hebben alle onderzochte keurmerkhouders
individueel geïnformeerd over de resultaten van
ons onderzoek. Voor deze overkoepelende the-
marapportage hebben we een aantal resultaten
op een rijtje gezet die de hele groep van 24
onderzochte keurmerkhouders betreft.
Een actuele procedure voor PAP/PRP
Per 1 januari 2013 is het BGFO-3 in werking
getreden. Aangezien het BGFO-3 het wettelijke
kader voor productontwikkeling en -review be-
paalt, hebben wij gekeken hoeveel keurmerk-
houders sindsdien hun PAP/PRP-procedure
hebben aangepast. Dit hebben 23 van de 24
keurmerkhouders gedaan. Eén keurmerkhouder
heeft de herziening van de PAP/PRP-procedure
gestart, maar nog niet afgerond.
Reviewplanning
Een keurmerkhouder moet ervoor zorgen dat
hij al zijn producten, ook de producten die hij
niet meer actief verkoopt, regelmatig herziet.
Dit is sinds 2012 vastgelegd in het handboek
KKV en sinds 2013 in het BGFO-3. De planning
voor de review legt de keurmerkhouder vast in
een reviewkalender. Wij hebben gekeken wan-
neer keurmerkhouders voor het laatst voor hun
doorlopende reisverzekering een review hebben
doorlopen en of dit overeenkomt met hun
reviewkalender.
Het resultaat is als volgt en wordt geïllustreerd
in figuur 2:
• Twee keurmerkhouders voeren jaarlijks
een review op alle producten uit.
15
• Vijftien keurmerkhouders hebben in 2014
of begin 2015 een review op de doorlopende
reisverzekering uitgevoerd.
• Vier keurmerkhouders hebben in 2013 een
review op de doorlopende reisverzekering
uitgevoerd.
• Drie keurmerkhouders hebben in 2012 een
review uitgevoerd, of beschikken nog niet
over een uitgevoerde review.
Benutten van input in de PAP/PRP-procedure
De verzekeraar moet in de PAP/PRP-procedure
ervoor zorgen dat er een goede aansluiting is
op relevante andere processen. Zo kan de ver-
zekeraar nuttige input onder meer halen uit de
klachten van klanten en uit de afhandeling van
schades. Wij hebben onderzocht of keurmerk-
houders deze input benutten.
Het blijkt dat 21 van de 24 keurmerkhouders in
de PAP/PRP-procedure een voorziening hebben
opgenomen om de feedback uit klachten van
klanten te gebruiken bij de aanpassing van be-
staande producten (zie figuur 3).
Daarnaast tellen we acht keurmerkhouders die
in de PAP/PRP-procedure een voorziening heb-
ben opgenomen om een analyse van afgewezen
schades te betrekken bij de aanpassing van be-
staande producten (zie figuur 4).
16
62%
8%
17%
13%
Figuur 2. Wanneer heeft de keurmerk-houder de doorlopende reisverzekering voor het laatst gereviewd?
Figuur 3. Aantal keurmerkhouders dat klachtenanalyses gebruikt als input tij-dens de reviewprocedure.
87%
13%
u Jaarlijks u In 2014 of begin 2015u In 2013 u In 2012 of nog niet
u Keurmerkhouders die klachten- analyse hebben opgenomen in de reviewprocedure u Keurmerkhouders die klachten- analyse niet hebben opgenomen in de reviewprocedure
Klanttoets
Het uitvoeren van een review is een geschikt
moment om alle aspecten rondom het product
tegen het licht te houden. Steeds meer keur-
merkhouders benutten de review om de klant te
betrekken bij het product dat ze verkopen. Dit
kan op twee manieren:
• onderzoek doen naar de behoeften van de
klant;
• toetsen van het communicatiemateriaal
op vindbaarheid en begrijpelijkheid.
Uit ons onderzoek is gebleken dat 16 van de 24
keurmerkhouders stelselmatig onderzoek doen
naar de klantbehoeften bij de introductie van
een nieuw product of de aanpassing van een
bestaand product en dit concreet hebben opge-
nomen in de PAP/PRP-procedure. In figuur 5 ge-
ven we dit weer. Dit resultaat betekent niet dat
de overige acht keurmerkhouders geen klanton-
derzoek doen, maar dat ze dit niet stelselmatig
in het kader van de PAP/PRP-procedure doen.
17
Figuur 4. Aantal keurmerkhouders dat ana-lyses op afgewezen schades gebruikt als input tijdens de reviewprocedure.
67%
33%
u Keurmerkhouders die analyse op afge- wezen schades hebben opgenomen in de reviewprocedureu Keurmerkhouders die analyse op afge- wezen schades niet hebben opgenomen in de reviewprocedure
Figuur 5. Aantal keurmerkhouders dat klantenonderzoek bij productontwikke-ling of productreview heeft opgenomen in de PAP/PRP-procedure.
67%
33%
u Keurmerkhouders die klantenonder- zoek hebben opgenomen in de PAP/ PRP-procedureu Keurmerkhouders die klantenonder- zoek niet hebben opgenomen in de PAP/PRP-procedure
De kwaliteit van de klantonderzoeken loopt uit-
een. We hebben kunnen vaststellen dat keur-
merkhouders klantonderzoeken laten uitvoeren
door externe bureaus, onder zowel eigen klan-
ten als niet-klanten. Er zijn ook keurmerkhou-
ders die zelfstandig klantenonderzoek uitvoeren
onder hun klanten. Ten slotte zien we ook dat
onderzoek onder eigen medewerkers, jaarlijkse
klanttevredenheidsonderzoeken en NPS-onder-
zoeken worden gebruikt om inzicht te krijgen in
de behoeften van de klant.
Steeds meer keurmerkhouders toetsen op eni-
gerlei wijze hun communicatiemateriaal bij
klanten en passen, als de resultaten van deze
toetsing daartoe aanleiding geven, het com-
municatiemateriaal aan. Vooral de zes grote
verzekeraars hebben een dergelijke toetsing in-
middels opgenomen als onderdeel van de PAP/
PRP-procedure. In hoofdstuk 5 gaan we nader
in op de inzet van klantenpanels om communi-
catiemateriaal te toetsen.
Kritisch vermogen
Het uitvoeren van een goede PAP of PRP staat of
valt met het vermogen van de keurmerkhouder
om kritisch naar zijn eigen producten te kijken.
Kritisch vermogen valt deels te organiseren, bij-
voorbeeld door ervoor te zorgen dat:
• de PAP/PRP plaatsvindt in een multidiscipli-
naire werkgroep waarin alle disciplines verte-
genwoordigd zijn (verzekeringstechniek, risk,
compliance, productmanagement etc.);
• deze werkgroep fysiek bijeen komt zodat
er daadwerkelijk interactie tussen de discipli-
nes plaatsvindt;
• er mogelijkheden tot escalatie zijn als de
leden van de werkgroep er onderling niet uit
komen.
Dat de keurmerkhouder inderdaad over kritisch
vermogen beschikt, moet voorts blijken uit de
praktijk: kan de keurmerkhouder voorbeelden
geven van kwesties waarbij tot escalatie is
overgegaan en blijkt uit de PAP/PRP-rapportage
dat er sprake is van een kritische houding?
Uit ons onderzoek is het volgende gebleken:
• Tien keurmerkhouders hebben het kritische
vermogen goed georganiseerd; het kritische
vermogen kan concreet worden aangetoond.
• Elf keurmerkhouders hebben het kritische
vermogen in beginsel goed georganiseerd,
maar moeten de werking aantoonbaar maken.
• Drie keurmerkhouders hebben het kritisch
vermogen onvoldoende georganiseerd en ge-
borgd.
Het resultaat geven we weer in figuur 6.
18
4.4 Conclusies
Alle keurmerkhouders hebben voldoende ge-
scoord voor de werking van deze norm. Wel
constateren wij een aantal aandachtspunten.
Haalbaarheid reviewplanning
In het handboek KKV 2012 is voor het eerst
vastgelegd dat keurmerkhouders hun producten
regelmatig toetsen. Dit is ook vastgelegd in het
BGFO-3 dat per 1-1-2013 van toepassing is.
We zien dat veel keurmerkhouders het begrip
‘regelmatig’ hebben ingevuld met ‘minimaal
eenmaal in de drie jaar voor actieve producten’.
Uitgaande van deze periode moeten de onder-
zochte keurmerkhouders in ieder geval voor 1
januari 2016 hun gehele (actieve) product-
assortiment hebben gereviewd. Uit de onder-
zochte reviewkalenders is echter gebleken dat
veel keurmerkhouders in 2015 nog een groot
aantal reviews moeten uitvoeren. Omdat het
uitvoeren van een goede review een arbeids-
intensief traject is, vinden wij het zorgelijk dat
veel verzekeringsproducten nog niet zijn ge-
toetst. Sommige keurmerkhouders hebben voor
enkele producten de datum voor het uitvoeren
van de eerste review al opgerekt naar 2016,
waardoor ze hun eigen oorspronkelijke planning
niet halen.
Kwaliteit reviewrapportages
Keurmerkhouders blijken de afgelopen jaren
vooral aandacht te hebben besteed aan het
goed op poten zetten van de PAP-procedure; de
reviewprocedure is daarbij achtergebleven.
Uit ons onderzoek is gebleken dat 3 van de 24
keurmerkhouders tot begin 2015 nog geen re-
view hadden uitgevoerd voor de doorlopende
reisverzekering die ze verkopen. Op basis van
de uitgevoerde reviews constateren wij dat nog
niet alle keurmerkhouders de organisatie om
een review uit te voeren, goed hebben staan.
Daardoor bleken de onderzochte reviewrappor-
tages van wisselende kwaliteit te zijn.
19
Figuur 6. Kritisch vermogen van de keur-merkhouders in de reviewprocedure.
42%
46%
12%
u Kritisch vermogen goed geborgd in procedure en zichtbaar in werkingu Kritisch vermogen goed geborgd in procedure, maar werking nog onvol- doende zichtbaaru Kritisch vermogen onvoldoende geborgd in procedure
Analyse klachten en afgewezen schades
Analyses van klachten en afgewezen schades
geven de keurmerkhouder nuttige informatie
over zijn product en de processen die de keur-
merkhouder daarvoor heeft ingericht: voldoen
product en processen aan de verwachtingen van
de klant? Een ruime groep keurmerkhouders (21
van de 24) gebruikt de informatie uit klachten-
analyses tijdens het reviewproces. De analyses
uit afgewezen schades worden nog niet vaak
gebruikt (8 van de 24 keurmerkhouders). Wij
hebben bij veel keurmerkhouders de aanbeve-
ling gedaan om dit ook op te nemen in de PAP/
PRP-procedure.
Kritische houding medewerkers
Een goed uitgevoerde PAP/PRP steunt onder an-
dere op een kritische houding van de medewer-
kers van de keurmerkhouder die in dit proces
participeren. Dagen de medewerkers elkaar uit
door kritisch te kijken naar de input die een-
ieder levert en naar de wijze waarop het belang
van de klant wordt behartigd? Bij 3 van de 24
keurmerkhouders vinden wij deze kritische hou-
ding onvoldoende geborgd.
5.1 Vereisten volgens het handboek
Voor het Keurmerk Klantgericht Verzekeren
moeten keurmerkhouders voldoen aan zeventien
normen. Daarnaast verwachten wij dat keur-
merkhouders inspanningen doen op drie presta-
tiegebieden. Prestatiegebied A betreft het thema
‘de klant begrijpt het product’. De keurmerkhou-
der kan dit prestatiegebied invullen door zich in
te spannen voor duidelijke communicatie, helder
taalgebruik en evenwichtige, goede voorlichting
aan de klant, het intermediair en de uitbeste-
dingspartners. De keurmerkhouder kan dit on-
der andere bereiken door zijn medewerkers te
trainen in taalvaardigheid en klantgerichtheid
en door alle communicatie-uitingen te testen op
begrijpelijkheid voor de klant, bijvoorbeeld met
een klantenpanel.
In bijlage 5 hebben we uitgewerkt naar welke
aspecten we hebben gekeken om een beeld te
krijgen van de inspanningen van de keurmerk-
houder op prestatiegebied A. Hoewel deze in-
spanningen niet als expliciete eisen in het hand-
boek KKV zijn opgenomen, beoordelen we ze
wel. Zo kunnen we de inzet van keurmerkhou-
ders met elkaar vergelijken. Ook geven we keur-
merkhouders hiermee inzicht in goede praktijk-
voorbeelden die navolging verdienen.
5.2 Inhoud beoordeling Stv
Om een oordeel te geven over dit prestatiege-
bied hebben wij de keurmerkhouder gevraagd
om relevante documenten aan te leveren. Keur-
merkhouders hebben onder andere schrijfwij-
zers, trainingsschema’s en klantonderzoeken
over communicatiemateriaal aangeleverd.
5. Onderzoeksresultaten prestatiegebied A:
De klant begrijpt het product
20
De beoordeling van Stv bevat de volgende on-
derdelen:
• bureau-onderzoek van de ingediende
documenten;
• bedrijfsbezoek met gericht interview over
de inspanningen van de keurmerkhouder
voor prestatiegebied A. Wij hebben daarvoor
gesproken met medewerkers van de afdeling
Communicatie, maar ook met bijvoorbeeld
taalcoaches die werken op de afdelingen met
klantcontact.
5.3 Onderzoeksresultaten
Instrumenten om de taalvaardigheid van de
medewerkers te verbeteren
De communicatie-uitingen van de keurmerkhou-
ders moeten begrijpelijk en duidelijk zijn voor de
klant. Het gaat dan zowel om teksten die dienen
als algemene voorlichting (website, brochures,
polisvoorwaarden) als om teksten die worden
gebruikt naar individuele klanten.
Bij dat laatste kunnen we denken aan een of-
ferte, een aanbiedingsbrief bij een polis of aan
maatwerkbrieven naar aanleiding van een infor-
matievraag of schadeclaim van een klant. Daar-
bij kan de keurmerkhouder zowel via een brief
als via een e-mail communiceren.
Taaltraining
Om te borgen dat de communicatie-uitingen
van de keurmerkhouder begrijpelijk en duidelijk
zijn, is het wenselijk dat een keurmerkhouder
zijn medewerkers taaltraining geeft. Door de
taaltraining leren medewerkers niet alleen fout-
loos schrijven, maar leren ze ook eenvoudige en
eigentijdse woorden, korte zinnen en een over-
zichtelijke tekstopbouw te gebruiken.
Alle onderzochte keurmerkhouders trainen hun
medewerkers, maar er is wel onderscheid in
de mate waarin. Zo zien we dat 6 van de 24
keurmerkhouders volstaan met een eenmalige
training aan de medewerkers van de afdelingen
met klantcontact. Verder zijn er 13 keurmerk-
houders die een eenmalige training geven aan
alle medewerkers. Tenslotte zijn er 5 keurmerk-
houders die de medewerkers van de afdelingen
met klantcontact doorlopend trainen. Dit resul-
taat wordt getoond in figuur 7.
21
Figuur 7. Type taaltraining dat de keur-merkhouder aan de medewerkers geeft.
25% 21%
54%
u Eenmalig, klantcontactmedewerkersu Eenmalig, alle medewerkersu Doorlopend, klantcontactmedewerkers
Hoewel alle keurmerkhouders taaltraining in-
middels hebben opgenomen in de opleiding van
de medewerkers, zien we wel verschillen in aan-
pak en intensiteit. Er zijn keurmerkhouders die
in 2014 een eerste pilot-training hebben geor-
ganiseerd voor de medewerkers van de afdelin-
gen met klantcontact. Er zijn ook keurmerkhou-
ders die alle medewerkers bij indiensttreding
een cursus aanbieden. Andere keurmerkhou-
ders hebben taaltraining tot een terugkerende
activiteit gemaakt. Daarmee realiseert de keur-
merkhouder uiteraard een betere borging van
het gebruik van duidelijke taal dan bij een een-
malige training.
Ook zien we keurmerkhouders die de resulta-
ten van de kwaliteitstoetsen (op de uitgaande
brieven en e-mails) gebruiken om te peilen
hoe medewerkers presteren op het hanteren
van duidelijke taal. Dit kan aanleiding zijn om
een medewerker extra training te laten volgen
met specifieke aandachtspunten. Een andere
aanpak die ervoor zorgt dat taalgebruik op de
agenda blijft, is het jaarlijks laten beoordelen
van enkele brieven en e-mails van alle mede-
werkers door een externe taaltrainer. Medewer-
kers krijgen op deze manier een individuele te-
rugkoppeling.
Schrijfwijzer en tekstsjablonen
Behalve met taaltraining, kunnen keurmerk-
houders hun medewerkers ook met andere
instrumenten ondersteunen in het ontwikke-
len van hun taalvaardigheden. Zo hebben veel
keurmerkhouders een schrijfwijzer ontwikkeld
waarin de huisstijl wordt uitgelegd en schrijftips
verzameld zijn. Ook zien we op grote schaal dat
er voor regelmatig terugkerende onderwerpen
tekstsjablonen zijn ontwikkeld die de medewer-
kers kunnen gebruiken in maatwerkbrieven. Bij
de ontwikkeling van de tekstsjablonen zijn bij-
voorbeeld de afdeling Communicatie, maar ook
de afdelingen met het klantcontact (klanten-
desk, schadeafhandeling) betrokken.
In ons onderzoek is naar voren gekomen dat
alle keurmerkhouders beschikken over een
schrijfwijzer en tekstsjablonen. Voor 8 van de
24 keurmerkhouders geldt dat ze geen andere
instrumenten dan de genoemde schrijfwijzer en
tekstsjablonen inzetten.
Taalcoaches
Een tweede categorie keurmerkhouders heeft
in aanvulling op schrijfwijzers en tekstsjablonen
ook ‘taalcoaches’ aangesteld. Dit zijn mede-
werkers op de afdelingen met klantcontact die
over een goed taalgevoel beschikken en aan-
spreekpunt zijn voor hun collega’s als het gaat
om taalkwesties. De formalisering van taalcoa-
ches varieert per keurmerkhouder. Sommige
taalcoaches verrichten deze taak naast het re-
guliere werk. Voor andere taalcoaches is deze
taak opgenomen in hun functiebeschrijving. Zij
krijgen dan ook uren toegekend om de betref-
fende werkzaamheden te verrichten en volgen
speciale training gericht op hun coachingsvaar-
digheden. De taalcoaches zijn vaak betrokken
bij de ontwikkeling van de tekstsjablonen en de
22
standaardbrieven. Bij sommige keurmerkhou-
ders worden ze ook ingezet bij de kwaliteits-
toetsen op de uitgaande brieven en e-mail. Uit
ons onderzoek is gebleken dat 16 van de 24
keurmerkhouders werken met taalcoaches.
Andere instrumenten
Een derde categorie keurmerkhouders zet in
aanvulling op de taalcoaches nog meer instru-
menten in om het gebruik van heldere taal te
faciliteren.
We hebben voorbeelden gezien van een webap-
plicatie waarmee de medewerker het taalgebruik
in zijn teksten kan analyseren. De applicatie at-
tendeert de medewerker op te ingewikkeld taal-
gebruik. Ook zagen we een keurmerkhouder die
klanten de mogelijkheid geeft om op een een-
voudige manier feedback aan de keurmerkhou-
der te geven over de begrijpelijkheid van een
specifieke tekst op de website. Een ander aan-
sprekend voorbeeld is dat van een keurmerk-
houder die een intervisiegroep heeft opgezet
waarin medewerkers onderling de problemen
bespreken waar ze tegenaan lopen bij het ma-
ken van begrijpelijke teksten. Uit ons onderzoek
is gebleken dat 7 van de 24 keurmerkhouders
naast de schrijfwijzers en de taalcoaches nog
andere instrumenten hebben ontwikkeld om de
medewerkers te faciliteren in het gebruik van
heldere taal.
Samengevat ziet het gebruik van instrumenten
gericht op de borging van helder taalgebruik er
als volgt uit (figuur 8):
Effect inzet instrumenten
Het effect van de inzet van de keurmerkhouder
zou zichtbaar moeten zijn in de maatwerkbrie-
ven die de keurmerkhouder stuurt naar klanten,
bijvoorbeeld vanuit de klantendesk. Voor iedere
keurmerkhouder hebben we VU één klantbrief
laten beoordelen. VU kijkt daarbij onder andere
naar opbouw, formulering, presentatie en cor-
rect taalgebruik.
Het resultaat is als volgt: drie brieven werden
beoordeeld als goed, zestien brieven als rede-
lijk/goed en vijf brieven als redelijk. Ter ver-
gelijking geven we hier ook de resultaten weer
voor de begeleidende brief bij de polis.
23
Figuur 8. Inzet van instrumenten om ge-bruik duidelijke taal te borgen.
33%
38%
29%
u Alleen schrijfwijzeru Schrijfwijzer en taalcoachesu Schrijfwijzer, taalcoaches en extra instrumenten
Dit is namelijk een standaardbrief die niet door
een individuele medewerker wordt geschreven,
maar in een team van deskundigen. Het resul-
taat van die brief is beduidend beter: twaalf
keer goed, zes keer redelijk/goed, vier keer re-
delijk en twee keer matig/redelijk.
Inzet klantenpanels
Natuurlijk zal de inzet van de keurmerkhouder
bij het ontwikkelen van de communicatie-uitin-
gen erop gericht zijn om heldere en begrijpe-
lijke teksten te schrijven. Maar het is uiteinde-
lijk de klant die het beste kan aangeven of een
tekst ook daadwerkelijk begrijpelijk is. Wij heb-
ben onderzocht of en hoe keurmerkhouders de
klant betrekken bij het vooraf toetsen van com-
municatie-uitingen op begrijpelijkheid. Keur-
merkhouders die hun communicatie-uitingen
toetsen, kunnen bijvoorbeeld een klantenpa-
nel gebruiken. De samenstelling van de panels
varieert. Soms is het niet meer dan een panel
van medewerkers, soms zijn het echte klanten
en soms is het een representatieve groep van
mogelijke klanten. Ook de wijze van toetsen
varieert. Drie gangbare methodes die wij heb-
ben gezien, zijn het digitaal raadplegen van het
panel, het één voor één raadplegen van panel-
leden in een gesprek, en het samenbrengen van
een groep klanten in een zogenaamde klanta-
rena. In een klantarena bespreekt een groep
klanten de punten die de keurmerkhouder aan
de klanten voorlegt; de medewerkers van de
keurmerkhouder voor wie de discussie rele-
vant is, bevinden zich in een ring om de klanten
heen en luisteren mee. Tenslotte varieert ook
de diepgang van het onderzoek. Er zijn keur-
merkhouders die volstaan met het voorleggen
van het communicatiemateriaal en de vraag hoe
het materiaal overkomt. Er zijn ook keurmerk-
houders die het communicatiemateriaal toetsen
door het panel concrete gebruikersvragen voor
te leggen. Dit laatste verdient de voorkeur als
het gaat om het verkrijgen van een goed beeld
van het begrip door de klant.
In ons onderzoek zien we grofweg 3 catego-
rieën: 7 van de 24 keurmerkhouders gebruiken
nog geen klantenpanels of zetten eigen mede-
werkers in om het communicatiemateriaal te
toetsen, 9 van de 24 keurmerkhouders gebrui-
ken incidenteel een klantenpanel en 8 van de 24
keurmerkhouders gebruiken (vrijwel) altijd een
klantenpanel. Wij geven dit weer in figuur 9.
24
Figuur 9. Inzet van klantenpanels om klantinformatie te toetsen.
33%
38%
29%
u Nog niet of eigen medewerkersu Incidenteelu (Bijna) altijd
Uit de interviews is gebleken dat veel keurmerk-
houders een grote mailing eerst testen op een
kleine groep klanten. De terugkoppeling die de
keurmerkhouder op basis van de kleine pilotmai-
ling krijgt, wordt verwerkt. Daarna ontvangt de
resterende (grote) groep klanten een aangepas-
te mailing.
5.4 Conclusies
Keurmerkhouders spannen zich in om steeds be-
ter te presteren op het thema ‘de klant begrijpt
het product’. De mate waarin varieert. Alle keur-
merkhouders hebben in ieder geval een schrijf-
wijzer en geven in enige vorm taaltrainingen aan
de medewerkers. Er zijn ook keurmerkhouders
die meer doen, bijvoorbeeld door taalcoaches
aan te stellen, of communicatiemateriaal conse-
quent te toetsen in klantenpanels. In de sector
zien we goede voorbeelden. De keurmerkhou-
ders die nog niet zo actief zijn, kunnen zich hier-
aan optrekken.
Naast de zeventien normen waar keurmerkhou-
ders aan moeten voldoen, verwachten wij dat
keurmerkhouders inspanningen doen op pres-
tatiegebied B: ‘het product is geschikt voor de
klant’. In het kader van dit thema-onderzoek
hebben wij twee aspecten geselecteerd en on-
derzocht om inzicht te krijgen in de inspanningen
van de keurmerkhouder op dit prestatiegebied.
• Hoe communiceert de keurmerkhouder over
de dekking voor wintersport en dan met name
over de medische dekking tijdens een winter-
sportvakantie?
• Wat communiceert de keurmerkhouder naar
de klant als de meeverzekerde kinderen een
bepaalde leeftijd bereiken?
Ook hier betreft het aspecten die niet als expli-
ciete eis zijn opgenomen in het handboek KKV,
maar wel een passende invulling zijn van pres-
tatiegebied B als het gaat om een doorlopende
reisverzekering. Daarmee kunnen we de inspan-
ningen van keurmerkhouders met elkaar verge-
lijken.
6.1 Inhoud beoordeling Stv
Om een oordeel te geven over dit prestatiege-
bied, hebben wij voor de twee bovenstaande
punten de informatie op de website en in de po-
lisvoorwaarden beoordeeld. Ook hebben we de
keurmerkhouder tijdens ons bedrijfsbezoek om
een nadere toelichting en eventueel bewijsma-
teriaal gevraagd.
6.2 Medische dekking tijdens de wintersport
Alle keurmerkhouders bieden de klant de mo-
gelijkheid om tijdens een wintersportreis verze-
kerd te zijn. Soms is deze wintersportdekking
onderdeel van het basisproduct, maar meestal
moet de klant de wintersportdekking aanvullend
aanschaffen.
25
6. Onderzoeksresultaten prestatiegebied B: Het product is geschikt voor de klant
Met een wintersportdekking zal de klant door-
gaans verwachten verzekerd te zijn voor:
• materiële schade
(bijvoorbeeld ski-uitrusting);
• hulpverlening op de piste en transport
naar het ziekenhuis of Nederland bij zwaar
letsel;
• medische kosten.
Uit ons onderzoek is gebleken dat er zes keur-
merkhouders zijn waarbij de klant met een aan-
vullende wintersportdekking deze aspecten alle-
maal gedekt heeft. Dit zijn de keurmerkhouders
die de medische dekking hebben opgenomen in
het basisproduct.
Voor de overige achttien keurmerkhouders geldt
dat de klant met de wintersportdekking die de
keurmerkhouder biedt (hetzij in het basispro-
duct, hetzij in een aanvullende dekking) alleen
dekking krijgt voor de eerste twee aspecten. Als
hij ook dekking wil voor de medische kosten tij-
dens wintersport, dan moet hij aanvullend de
medische dekking afsluiten.
Wij hebben onderzocht hoeveel keurmerkhou-
ders hier helder over communiceren. Het is hel-
der als de klant in de communicatie over de win-
tersportmodule expliciet kan lezen dat hij voor
medische kosten een aparte dekking moet aan-
schaffen. Keurmerkhouders waarbij wintersport
onderdeel is van de basisdekking, moeten hel-
der communiceren over het feit dat deze basis-
voorziening niet de medische kosten ter plaatse
dekt.
Onderzoeksresultaten
We hebben gekeken naar de communicatie van
de keurmerkhouder op zowel de website (pro-
ductinformatie of aanvraagmodule) als in de po-
lisvoorwaarden. Het resultaat is als volgt.
Bij 9 van de 24 keurmerkhouders vindt de klant
zowel in de polisvoorwaarden als op de web-
site informatie waaruit hij kan opmaken of de
wintersportmodule de medische kosten dekt of
dat hij zich hiervoor aanvullend moet verzeke-
ren. Onder deze 9 keurmerkhouders bevinden
zich de 6 keurmerkhouders waarbij de medische
dekking onderdeel is van het basisproduct.
Voor 7 van de 24 keurmerkhouders geldt dat zij
de informatie over de medische dekking wel dui-
delijk communiceren op de website, maar dat
deze informatie niet duidelijk blijkt uit de polis-
voorwaarden.
Bij 8 keurmerkhouders treffen we geen informa-
tie op de website aan, waarin de klant geatten-
deerd wordt op de noodzaak om de medische
dekking apart te verzekeren. Van deze 8 zijn
er 2 waarbij dit ook niet blijkt uit de polisvoor-
waarden. Dat betekent dat 8 van de 24 keur-
merkhouders (33%) niet helder communiceert
op de website over het feit dat de klant bij hen
de medische module apart moet afsluiten, wil hij
verzekerd zijn voor medische kosten tijdens de
wintersport. Door deze gebrekkige productcom-
municatie loopt de klant het risico zich onvol-
doende te verzekeren.
26
Ook constateren we op grond van deze resul-
taten dat 9 van de 24 keurmerkhouders (37%)
in de polisvoorwaarden niet helder verwoordt
dat de klant voor medische dekking tijdens de
wintersport, de medische module moet afslui-
ten. In figuur 10 vatten wij dit resultaat grafisch
samen.
In aanvulling op voorgaande professionele be-
oordeling, hebben wij ook ons consumentenpa-
nel een vraag voorgelegd over medische kosten
tijdens de wintersport.
Het blijkt dat het panel bij 2 van de 24 keur-
merkhouders in de polisvoorwaarden de infor-
matie over de dekking van medische kosten
tijdens de wintersport goed kan vinden. Bij 9
van de 24 keurmerkhouders is de vindbaarheid
in de polisvoorwaarden redelijk, respectievelijk
matig (8 keurmerkhouders) en slecht (5 keur-
merkhouders).
Als we de panelleden de juiste tekst voorleg-
gen, blijkt dat 10 keurmerkhouders op dit punt
polisvoorwaarden hebben die goed worden be-
grepen. Bij 7 keurmerkhouders is de begrijpe-
lijkheid redelijk, respectievelijk matig (3 keur-
merkhouders) en slecht (4 keurmerkhouders).
In figuren 11 en 12 zijn de resultaten voor vind-
baarheid en begrijpelijkheid grafisch weergege-
ven.
27
Figuur 10. Aantal keurmerkhouders dat duidelijke informatie geeft over de medi-sche kosten in de wintersportdekking.
38%
8%
25%
29%
u Duidelijk op de website en in de polisvoorwaardenu Alleen duidelijk op de websiteu Alleen duidelijk in de polisvoor- waardenu Geen duidelijke informatie
Figuur 11. Hoe vindbaar is de informatie over de dekking van medische kosten tijdens de wintersport?
38%
33%
8%
21%
u Goedu Voldoendeu Matigu Slecht
De vraag aan het panel over de medische dek-
king na een ongeluk tijdens het uitoefenen van
een sport (skiën, bungeejumpen) deed overi-
gens ook veel panelleden zoeken in de artikelen
over ongevalsdekking. Veel keurmerkhouders
hebben in de ongevalsdekking een uitsluiting
opgenomen voor gevaarlijke sporten. Daarom
dachten panelleden regelmatig dat de medi-
sche kosten na een ongeval met een gevaarlijke
sport niet werden gedekt. Maar keurmerkhou-
ders gaven aan dat ze de medische kosten na
een ongeval met een gevaarlijke sport, wél dek-
ken mits de klant de medische dekking heeft
afgesloten. Voor veel consumenten is het niet
zomaar logisch dat een ongevalsdekking niet
gaat over dekking van medische kosten bij een
ongeluk, maar over het geven van een uitkering
bij blijvende invaliditeit of overlijden na een on-
geval. De consument ontgaat het verschil dat
keurmerkhouders hanteren tussen een ongeluk
en een ongeval.
Conclusies
Keurmerkhouders bieden de medische dekking
in de reisverzekering veelal aan als aanvullende
dekking. Dit komt omdat er ook klanten zijn die
de medische kosten in het buitenland, voor zo-
ver die niet gedekt worden door de basiszorg-
verzekering, verzekeren via een aanvullende
verzekering op hun zorgverzekering. Niet iede-
re klant heeft dus behoefte aan een medische
dekking als onderdeel van de reisverzekering.
Echter, de klant die een wintersportdekking
aanschaft moet wel weten of hij veilig verze-
kerd is, ook voor de eventuele medische kosten
na een ongeluk op de skipiste. Daarom is het
van belang dat keurmerkhouders beter gaan
communiceren over de dekking van medische
kosten tijdens de wintersport en de eventuele
noodzaak om die naast de wintersportdekking
aanvullend te verzekeren. Bij 33% van de keur-
merkhouders moeten de websites hierop wor-
den aangepast en bij 37% de polisvoorwaar-
den. Ook moeten keurmerkhouders zich in dit
kader meer bewust zijn van de denkwereld van
de klant. Voor de klant is het logisch dat een
wintersportdekking het hele scala aan risico’s
tijdens de wintersport dekt en niet alleen de
schade aan bijvoorbeeld ski’s.
28
Figuur 12. Hoe begrijpelijk is de informa-tie over de dekking van medische kosten tijdens de wintersport?
42%
29%
17%
12%
u Goedu Voldoendeu Matigu Slecht
6.3 Kinderen op de polis bij de ouders
Kinderen die de volwassen leeftijd bereiken,
kunnen in het algemeen niet langer bij de ou-
ders op de polis verzekerd blijven. Wij hebben
onderzocht hoe de keurmerkhouder hierover
communiceert met de klant. Sommige keur-
merkhouders hebben een apart beleid voor
kinderen boven en onder de vijf jaar. Bij deze
keurmerkhouders hebben we de communicatie
onderzocht naar de klant als het kind vijf jaar
wordt.
Eigen polis noodzakelijk
De leeftijd en de omstandigheden waarbij een
eigen polis noodzakelijk wordt, variëren per
keurmerkhouder. Een deel van de keurmerk-
houders hanteert de leeftijd van 18 jaar, een
deel gaat uit van 21 jaar en een deel gaat uit
van 27 jaar. Veelal moeten kinderen die op
zichzelf gaan wonen, ongeacht de leeftijd, een
eigen polis aanschaffen. Maar kinderen die op
kamers gaan voor studie of stage, kunnen tot
de leeftijd van 18, 21 respectievelijk 27 jaar bij
de ouders op de polis verzekerd blijven. Welke
leeftijd de keurmerkhouder hanteert, is voor het
KKV niet relevant. Wel relevant is de vraag of de
keurmerkhouder de klant erop attendeert dat
zijn kind de leeftijd bereikt waarop hij een eigen
verzekering moet afsluiten. Met een dergelijke
actie zorgt de keurmerkhouder ervoor dat het
product geschikt blijft voor de klant. De keur-
merkhouder moet de klant tijdig van deze in-
formatie voorzien, zodat de ouders de nodige
maatregelen op tijd kunnen treffen.
Kinderen aanmelden bij verzekeraar
Bij sommige keurmerkhouders is het nodig dat
ouders in actie komen als hun kind vijf jaar
wordt. Zij hanteren de regel dat kinderen on-
der de vijf jaar verzekerd zijn, ook al zijn ze
niet vermeld op de polis. Vanaf vijf jaar moeten
de kinderen wel zijn aangemeld. Andere keur-
merkhouders registreren de kinderen al vanaf
de geboorte, maar gaan vanaf het vijfde jaar
premie berekenen. In deze gevallen hebben we
gekeken of de keurmerkhouder de ouders voor-
af informeert over de op handen zijnde premie-
aanpassing.
Algemene brief of helemaal geen brief
Om de klant te kunnen attenderen op het feit
dat het kind een relevante leeftijd bereikt, heeft
de keurmerkhouder de geboortedatum van de
kinderen nodig. Niet alle keurmerkhouders re-
gistreren deze datum echter. Zij registreren
alleen ‘gezin met kinderen’ of ‘ouder met kin-
deren’. Voor deze keurmerkhouders is het niet
mogelijk om de klant een specifieke brief te stu-
ren. Wel constateren we dat een deel van deze
keurmerkhouders de klant jaarlijks een algeme-
ne brief stuurt, waarin de klant wordt gevraagd
om na te gaan of de polis nog aansluit op de
persoonlijke situatie van de klant.
Tenslotte zijn er keurmerkhouders die hun klan-
ten geen bericht sturen, gericht op het geschikt
houden van het product voor de klant. Deze
keurmerkhouders beroepen zich veelal op feit
dat het intermediair hier de belangrijkste rol in
speelt.
29
Bevindingen
In ons onderzoek zijn we grosso modo drie si-
tuaties tegengekomen: 17% van de keurmerk-
houders stuurt zijn klant een specifieke brief
als het kind de leeftijd van vijf jaar bereikt,
of als het kind een eigen polis moet afsluiten
(18/21/27 jaar). 31% van de keurmerkhouders
stuurt zijn klanten jaarlijks een algemene brief
met het verzoek om na te gaan of het product
nog steeds voldoet. 52% van de keurmerkhou-
ders stuurt geen brief aan de klant. Deze keur-
merkhouders verwijzen veelal naar het interme-
diair. Het resultaat treft u aan in figuur 13.
Conclusies
Om het product geschikt te laten zijn voor de
klant, moet de keurmerkhouder de klant erop
wijzen dat veranderingen in de gezinssituatie
kunnen betekenen dat het product niet langer
voldoet. Daarvoor is een specifieke brief de
beste oplossing. Dat is mogelijk in de gevallen
dat de keurmerkhouder de geboortedata van
de kinderen geregistreerd heeft. Als de keur-
merkhouder de geboortedata niet geregistreerd
heeft, dan is een algemene brief, op een vast
jaarlijks moment (bijvoorbeeld de prolongatie),
een goede oplossing. Hierin moet de keurmerk-
houder de klant wel expliciet wijzen op de leef-
tijd waarop kinderen niet langer bij de ouders
op de polis kunnen staan.
30
Figuur 13. Aantal keurmerkhouders dat de klant informeert als het kind de leeftijd bereikt waarop het niet meer bij de ouders op de polis kan staan.
31%
17%
52%
u Specifieke brief naar klant als kind volwassen leeftijd heeft bereiktu Algemene brief naar klant om zijn polis te checkenu Geen actie naar klant
In de hoofdstukken 3 tot en met 6 hebben we
beschreven hoe we niet alleen de keurmerknor-
men 2 en 5 hebben onderzocht en beoordeeld,
maar ook een aantal andere aspecten gerela-
teerd aan de normen en prestatiegebieden A en
B van het Keurmerk. Op basis hiervan kunnen
we de prestaties van de 24 deelnemende keur-
merkhouders rangschikken, zodat een beeld
ontstaat van hoe de keurmerkhouder presteert
ten opzichte van de andere keurmerkhouders.
Totale score
In figuur 14 geven we het resultaat aan, waar-
bij we de scores op alle onderdelen van ons
onderzoek hebben opgeteld. In dit plaatje zijn
de namen van de individuele keurmerkhouders
verwijderd. Uit de figuur blijkt dat de twee best
presterende keurmerkhouders een score heb-
ben van bijna 80%. De gemiddelde score is
64%. Van belang hierbij is dat deze scores een
bredere invalshoek hebben dan de verplichte
keurmerknormen, waarbij we aspecten hebben
meegewogen die geen expliciet onderdeel van
de keurmerknormen zijn. Dat verklaart de rela-
tief lage score van gemiddeld 64%. Deze score
heeft ook te maken met de door ons gekozen
weging.
31
7. Totaalbeeld
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
gemiddelde 64%
Figuur 14. Totale score van alle deelnemende keurmerkhouders op het thema-onderzoek reisverzekering (geano-nimiseerd).
Handvatten voor verbetering
Wij hebben figuur 14 aan alle individuele keur-
merkhouders beschikbaar gesteld, waarbij de
door hen zelf behaalde score is gemarkeerd in
de figuur. Zij kunnen hiermee bepalen hoe ze
scoren ten opzichte van de andere 23 keurmerk-
houders. Verder hebben wij aangegeven op wel-
ke onderdelen van ons onderzoek zij zich verder
kunnen verbeteren. Daarmee geven we invulling
aan ons doel, om de keurmerkhouders met dit
thema-onderzoek inzicht te geven in hun pres-
taties en handvatten te bieden om zich verder te
verbeteren. Wij verwachten dat keurmerkhou-
ders hiermee beter kunnen scoren in een vol-
gend thema-onderzoek over een verzekerings-
product (2016).
Bijna alle keurmerkhouders voldoen aan de
twee keurmerknormen die we hebben getoetst.
Er is één keurmerkhouder die voor norm 2 een
herbeoordeling moet ondergaan. In aanvulling
daarop is de voornaamste conclusie van ons eer-
ste thema-onderzoek dat er nog volop ruimte is
voor keurmerkhouders om zich verder te verbe-
teren. Deze constatering geldt voor alle onder-
delen van dit thema-onderzoek (norm 2, norm
5, prestatiegebied A en prestatiegebied B).
De deelnemende keurmerkhouders scoren ge-
middeld 64% op de meetlat die wij op basis
van de keurmerknormen en een aantal daar-
aan gerelateerde aspecten hebben opgesteld.
De meetlat is deels gebaseerd op aspecten die
geen expliciet onderdeel zijn van de keurmerk-
normen. Dat verklaart de relatief lage score van
64%. Wel zijn het aspecten die aan de keur-
merkeisen gerelateerd zijn, waarmee keurmerk-
houders zich verder kunnen verbeteren. Vanuit
Stv zullen wij de keurmerkhouders daarop aan-
spreken en stimuleren om daar verdere invulling
aan te geven.
Aanbevelingen oppakken
Alle keurmerkhouders hebben een individuele
rapportage met bevindingen en aandachtspun-
ten ontvangen, met daarin aanbevelingen om
zich verder te verbeteren. Wij hebben hen ge-
vraagd om ons binnen drie maanden aan te ge-
ven hoe ze de aanbevelingen en verbeterpunten
oppakken.
Daarnaast kunnen keurmerkhouders in deze
overkoepelende themarapportage inspiratie op-
doen voor verbetering van hun eigen producten
en processen, omdat we in de hoofdstukken met
onderzoeksresultaten beschreven hebben wat
we zoal bij de keurmerkhouders zijn tegenge-
komen.
32
8. Conclusies
33
Bijlage 1: Overzicht keurmerkhouders
Deelnemende keurmerkhouders
ABN AMRO Verzekeringen
Aegon
Allianz Global Assistance
a.s.r.
Avéro Achmea
BOVAG Verzekeringen
Centraal Beheer Achmea
De Goudse
Delta Lloyd Verzekeringen
Ditzo
Europeesche Verzekeringen
FBTO
Generali
InShared
Interpolis
London Verzekeringen
Nationale-Nederlanden
OHRA
OOM Verzekeringen
Reaal
Unigarant
VvAA
Zilveren Kruis Achmea
ZLM Verzekeringen
Niet-deelnemende keurmerkhouders
Allianz Levensverzekering
ARAG
BNP Paribas Cardif
Conservatrix
CZ
DAS
De Amersfoortse
DELA
Erasmus Leven
Loyalis
Monuta
Movir
NV Schade
Onderlinge ‘s-Gravenhage
OZF Achmea
Pro Life Zorgverzekeringen
TVM
De volgende keurmerkhouders hadden bij de
start van het onderzoek het Keurmerk nog niet
behaald:
Befine
IZA Gezond Samen
IZZ Zorgverzekeraar
Welke productinformatie verwachten wij op de
website?
Alle keurmerkhouders hebben een website. De
meeste keurmerkhouders hebben voor ieder
product dat ze verkopen een productpagina op
de website ingericht waarop de keurmerkhouder
de productinformatie plaatst. Sommige keur-
merkhouders brengen daarnaast een product-
brochure uit. Deze bevat in het algemeen de-
zelfde informatie als de website; soms is sprake
van een meer beperkte opzet en dient de bro-
chure vooral als eerste kennismaking met het
product.
Een klant die zich oriënteert op de aanschaf van
een reisverzekering mag verwachten dat hij op
de website van de keurmerkhouder voldoende
informatie aantreft over de producteigenschap-
pen van de reisverzekering. De informatie moet
beschikbaar, vindbaar en begrijpelijk zijn. Rele-
vante producteigenschappen die wij op de web-
site verwachten aan te treffen, zijn:
Overzicht van gedekte risico’s
• Welke basisdekkingen bevat de
reisverzekering?
• Wat zijn het doel en de belangrijkste
kenmerken per basisdekking?
• Welke uitzonderingen hanteert de
keurmerkhouder bij de basisdekkingen?
• Welke aanvullende dekkingen kan de klant
aanschaffen, wat zijn het doel en de belang-
rijkste kenmerken per aanvullende dekking en
welke uitzonderingen hanteert de keurmerk-
houder bij de aanvullende dekkingen?
• De keurmerkhouder plaatst bij de opsom-
ming van de uitzonderingen een actieve
verwijzing (‘lees de polisvoorwaarden voor
een compleet beeld’), waarbij het de voor-
keur heeft om daarbij direct een snelkop-
peling naar de polisvoorwaarden aan te
bieden.
• Hoe gaat de keurmerkhouder om met
gevaarlijke sporten? Wat verstaat de keur-
merkhouder onder gevaarlijke sporten?
Zijn ze (deels) uitgesloten? Zijn ze aan-
vullend verzekerbaar?
• Wat is het beleid van de keurmerkhouder
voor winter- en onderwatersporten? Wat ver-
staat de keurmerkhouder onder deze sporten?
Zijn deze (deels) uitgesloten, zijn ze aanvul-
lend verzekerbaar? Wat biedt de aanvullende
dekking? Waar moet de klant op letten (bij-
voorbeeld: medische dekking is geen onder-
deel van de wintersportdekking, voor langlau-
fen is wintersportdekking niet nodig).
Overzicht van overige producteigenschappen
• Wat is de maximale reisduur?
• Hanteert de keurmerkhouder een eigen
risico en hoe hoog is dat?
• Gelden er voor bepaalde schades maximale
uitkeringen? Geeft de keurmerkhouder
daarvan een overzicht?
34
Bijlage 2: Eisen aan productinformatie
Generieke informatie
• Heeft de keurmerkhouder een premie-bereke-
ningstool op zijn website? Zo ja, kan de klant
daarmee inzicht krijgen in de kosten voor de
basisdekking en de aanvullende dekkingen?
• Geeft de premieberekeningstool/aanvraagmo-
dule met informatieknoppen de inhoud van
de aanvullende dekkingen weer?
• Geeft de premietool inzicht in de poliskosten
en de assurantiebelasting die de klant moet
betalen?
• Geeft de keurmerkhouder aan waar en hoe de
klant zijn schade kan melden?
• Geeft de keurmerkhouder informatie over de
looptijd van de verzekering en de opzegmo-
gelijkheid?
Verder hebben we in ons onderzoek gekeken
naar de volgende aspecten:
• De navigatie naar de productpagina is een-
voudig (maximaal twee klikken vanaf de
homepage).
• De keurmerkhouder heeft de polisvoorwaar-
den op een opvallende plek op de productpa-
gina geplaatst. Als er sprake is van algemene
en specifieke voorwaarden, dan staan deze
bij elkaar zodat het duidelijk is dat ze allebei
van toepassing zijn. De link naar de polis-
voorwaarden heeft een titel die de lading
dekt.
• De keurmerkhouder heeft de actuele pro-
ductwijzer van het Verbond van Verzekeraars
(eventueel in een eigen ontwerp) op de pro-
ductpagina geplaatst.
• De productinformatie op de website is logisch
gepositioneerd op de productpagina(‘s) en
onderwerpen die aan elkaar gerelateerd zijn,
staan bij elkaar.
• De informatie die de keurmerkhouder geeft,
is zo simpel mogelijk en bevat weinig moeilij-
ke begrippen, zoals juridische taal en jargon.
Moeilijke begrippen worden uitgelegd.
• De informatie die de keurmerkhouder geeft,
is zo expliciet mogelijk.
• De keurmerkhouder biedt op de website de
mogelijkheid om nadere informatie te ver-
garen, bijvoorbeeld via een goed werkende
zoekfunctie en/of via een rubriek met veelge-
stelde vragen.
Welke eisen stellen we aan de polisvoorwaar-
den en de polis(brief)?
In ons bureau-onderzoek hebben we bij de
polisvoorwaarden specifiek gekeken naar het
volgende:
• De polisvoorwaarden hebben een voldoende
gedetailleerde inhoudsopgave.
• De kopjes in de polisvoorwaarden
bevatten herkenbare terminologie voor
de klant en zijn bij voorkeur geformuleerd als
een vraag.
• De polisvoorwaarden hebben een overzichte-
lijke indeling (tussenkopjes, tabellen, duide-
lijke positionering van de basisverzekering en
aanvullende modules).
35
• De polisvoorwaarden zijn logisch opgebouwd.
• Als de keurmerkhouder algemene en speci-
fieke voorwaarden hanteert, dan bevatten
de polisvoorwaarden een leeswijzer waarin
de keurmerkhouder uitlegt hoe de beide sets
zich tot elkaar verhouden.
• De polis bevat een duidelijk overzicht van het
door de klant aangeschafte product.
36
Wij hebben bij het consumentenpanel de vol-
gende gebruikersvragen getoetst:
1. Ik veroorzaak per ongeluk schade in mijn
hotelkamer in het buitenland en word aan-
sprakelijk gesteld; de kosten bedragen € 750.
Krijg ik alle kosten vergoed?
2. Tijdens mijn zomervakantie in Italië besluit ik
een middag te gaan skiën in de Alpen en
breek ik een been. Ben ik verzekerd voor de
behandelingskosten in het ziekenhuis?
3. Ben ik meteen niet meer verzekerd als ik de
premie vergeet te betalen?
4. Tijdens een bungeejump in het buitenland
krijg ik een ongeluk. Zijn de medische kosten
in dit geval verzekerd?
5. Ik maak een wereldreis van vijf maanden.
Tijdens deze reis wordt mijn bagage gestolen.
Ben ik verzekerd op mijn reisverzekering?
6. Ik heb mijn verzekering zes maanden geleden
afgesloten en ik wil nu opzeggen omdat ik
bij mijn partner op de polis medeverzekerde
word. Kan dat?
7. Tijdens onze kampeervakantie in een tent
wordt mijn camera ter waarde van € 2.000
‘s nachts uit mijn auto gestolen. De camera
lag in de kofferbak en de auto zat op slot.
Krijg ik de camera vergoed?
8. Ik reis alleen en krijg een ernstig ongeluk in
het buitenland. Dekt de verzekering de reis-
kosten van familie die overkomt?
Deze vragen zijn waar nodig aangepast en
‘SMART’ gemaakt, bijvoorbeeld als een keur-
merkhouder geen dekking voor aansprakelijk-
heid heeft opgenomen in de reisverzekering,
of als bagage een aanvullende module is die de
klant apart moet afsluiten.
Onderzoek naar vindbaarheid en begrijpelijkheid
Het panel krijgt alle vragen tweemaal voorge-
legd. De eerste keer verzoeken wij de panel-
leden om aan te geven in welk artikel van de
polisvoorwaarden zij het antwoord kunnen
vinden. Hiermee toetsen we de vindbaarheid.
Daarna leggen we de correcte tekst uit de po-
lisvoorwaarden voor aan het panel, en verzoe-
ken wij het panel om de vraag inhoudelijk te
beantwoorden. Daarmee toetsen we de begrij-
pelijkheid van de polisvoorwaarden. De totale
score per vraag bepalen we door de scores voor
vindbaarheid en begrijpelijkheid met elkaar te
vermenigvuldigen.
37
Bijlage 3: Vragen en werkwijze consumentenpanel
Per 1 januari 2010 bevat het handboek KKV ei-
sen voor het hanteren van een Product Approval
Procedure (PAP) bij productontwikkeling. Per 1
januari 2012 eist het handboek KKV ook dat de
verzekeraar periodiek toetst of bestaande pro-
ducten voldoen aan de uitgangspunten die de
verzekeraar bij nieuwe producten hanteert (Pro-
duct Review Procedure: PRP). Per 1 januari 2013
gelden er wettelijke eisen voor de kwaliteit van
productontwikkelingsprocessen van financiële
ondernemingen en de daaruit voortvloeiende
producten. Deze zijn geformuleerd in het BGFO-
3 (Besluit Gedragstoezicht Financiële Onderne-
mingen).
Het doel van PAP en PRP is dat klanten erop kun-
nen vertrouwen dat de producten die ze aan-
geboden krijgen, aantoonbaar het resultaat zijn
van productontwikkelingsprocessen waarin op
evenwichtige wijze rekening is gehouden met de
belangen van de klant.
BGFO-3 en AFM
In het BGFO-3 zijn de eisen rondom PAP en PRP
als een open norm geformuleerd. De AFM heeft
op basis van deze open normen een toetskader
voor processen en een toetskader voor produc-
ten opgesteld. De toetskaders zijn een nadere
invulling van het BGFO.
Het toetskader voor processen beschrijft de volgen-
de zes elementen: duidelijk belegde verantwoor-
delijkheden, stimuleren van zelfkritisch vermogen,
afgebakende doelgroepbepaling, scenarioanalyses
en productvergelijking, aansluiting op relevante
andere processen in de keten van het product en
zorgen voor een tijdige evaluatie van producten.
Het toetskader voor producten bestaat uit vier
vragen. Het betreft hier de zogenaamde KNVB-
normen:
• Biedt het product waar voor zijn geld?
Kostenefficiëntie vanuit het perspectief van
de klant
• Geeft het product invulling aan een gefun-
deerde behoefte van de doelgroep?
Nut vanuit het perspectief van de klant
• Doet het product wat het beoogt in allerlei
omstandigheden en is de uitkomst dan accep-
tabel voor de doelgroep?
Veiligheid vanuit het perspectief van de klant
• Is het product niet onnodig ingewikkeld en
kan de klant de kwaliteit en passendheid ervan
goed beoordelen?
Begrijpelijkheid vanuit het perspectief van de
klant
38
Bijlage 4: Eisen aan PAP en PRP
Handboek Keurmerk Klantgericht Verzekeren
In het handboek KKV zijn de volgende bepalin-
gen opgenomen.
Product Approval Procedure (PAP)
De keurmerkhouder heeft een PAP die hij con-
sequent toepast bij de ontwikkeling van nieuwe
producten of bij relevante aanpassingen van be-
staande producten.
In de PAP zijn onder andere opgenomen:
• de beschrijving van het product en de toege-
voegde waarde ervan;
• de omschrijving voor welke doelgroep het
product geschikt is en de onderzoeksresulta-
ten die dit onderbouwen;
• de scenario’s waarin de werking van het pro-
duct wordt vastgesteld;
• de marketingstrategie (distributie, verkoop-
kanalen, communicatie);
• de juridische en fiscale aspecten (compliance,
wetgeving);
• risk management;
• de administratieve consequenties;
• de formele en organisatorische regels voor
het verloop van de PAP en de besluitvorming.
Product Review Procedure (PRP)
De keurmerkhouder heeft ook een PRP, waar-
mee hij periodiek controleert of de bestaande
producten (nog) in overeenstemming zijn met
de uitgangspunten van de PAP. De keurmerk-
houder heeft risicoanalyses uitgevoerd en daar-
mee bepaald welke producten als eerste voor
een review in aanmerking komen. Verder heeft
de keurmerkhouder een planning opgesteld voor
een review op alle producten die hij verkoopt.
Het gaat bij deze norm niet alleen om het vol-
gen van de beschreven procedures voor PAP en
PRP. Het is tevens van belang dat alle betrokken
onderdelen van de keurmerkhouder de ontwik-
keling van het product en de review erop kri-
tisch bezien. De Stv-auditors toetsen dit tijdens
de bedrijfsaudit.
Toetspunten beoordeling
Op basis van de eisen en aanwijzingen zoals die
zijn vastgelegd in het handboek KKV, het BGFO-
3 en de toetskaders van de AFM, hebben wij in
dit thema-onderzoek de volgende aspecten on-
derzocht:
• Heeft de keurmerkhouder een PAP/PRP-pro-
cedure vastgelegd en wanneer is deze voor
het laatst herzien?
• Zijn de juiste onderdelen opgenomen in de
PAP/PRP-procedure (zie de opsomming hier-
boven) en worden ze goed beschreven in de
overgelegde PRP-rapportage2?
• Gaat de keurmerkhouder in de overgelegde
PRP-rapportage in op de KNVB-normen?
• Voert de keurmerkhouder in het kader van de
PAP/PRP-procedure onderzoek uit om klant-
behoeften in kaart te brengen?
392 In ons onderzoek is bij alle keurmerkhouders sprake geweest van een PRP-rapportage voor de reisverzekering en niet van een PAP-rapportage. Uiteraard moeten de genoemde onderde-len ook worden opgenomen in de PAP-rapportages die de keurmerkhouder maakt.
• Toetst de keurmerkhouder in het kader van
de PAP/PRP-procedure de geschiktheid (be-
grijpelijkheid, vindbaarheid) van het commu-
nicatiemateriaal bij consumenten?
• Benut de keurmerkhouder bij de review van
een product relevante signalen, zoals klach-
ten en analyses van afgewezen schades?
• Betrekt de keurmerkhouder alle relevante be-
drijfsonderdelen in de PAP- en PRP-trajecten?
• Heeft de keurmerkhouder in de PAP/PRP-
procedure een escalatiemogelijkheid op-
genomen, voor het geval dat de betrokken
bedrijfsonderdelen onderling geen overeen-
stemming kunnen bereiken over een PAP- of
PRP-rapportage?
• Blijkt uit de overgelegde PRP-rapportage dat
de deelnemende bedrijfsonderdelen van de
keurmerkhouder een kritische houding heb-
ben in het PAP- en PRP-proces? Zijn er andere
feiten waaruit deze kritische houding blijkt?
• Hoe heeft de keurmerkhouder invulling gege-
ven aan de eis van de wetgever dat bestaan-
de producten regelmatig worden gereviewd?
• Voorziet de keurmerkhouder in een evaluatie-
moment kort na de introductie van een nieuw
of herzien product?
• Heeft de keurmerkhouder een planning ge-
maakt voor de reviews die hij in de komende
jaren uitvoert? Is hierbij een risico-inventari-
satie gehanteerd?
• Wanneer is de doorlopende reisverzekering
voor het laatst gereviewd?
40
Om de prestaties van de keurmerkhouders op
prestatiegebied A te kunnen vergelijken, hebben
we gekeken naar de volgende aspecten.
• Is er een planmatige aanpak voor het verbe-
teren van de klantinformatie?
• Ligt dit plan op schema?
• Heeft de keurmerkhouder in de achterliggen-
de periode communicatie-uitingen herschre-
ven?
• Welke instrumenten gebruikt de keurmerk-
houder om zijn medewerkers te faciliteren in
het gebruik van heldere taal? Denk aan een
schrijfwijzer, standaard tekstsjablonen voor
klantbrieven, taalcoaches en andere instru-
menten.
• Traint de keurmerkhouder de medewerkers in
helder taalgebruik?
• Is helder taalgebruik in brieven en e-mails
onderdeel van de beoordeling van de mede-
werkers?
• Beoordeelt de keurmerkhouder bij de werving
van een nieuwe medewerker zijn vaardighe-
den in helder taalgebruik?
• Is het gebruik van heldere taal onderdeel van
de kwaliteitscontroles op de afdelingen met
klantcontact?
• Gebruikt de keurmerkhouder klantenpanels
om vindbaarheid en begrijpelijkheid van de
communicatie-uitingen (polisvoorwaarden) te
toetsen?
• Gebruikt de keurmerkhouder toetsresultaten
uit klantenpanels ook in andere dan de ge-
toetste producten?
• Spant de keurmerkhouder zich in om ook de
communicatie-uitingen van niet-actieve pro-
ducten te verbeteren naar heldere taal?
• Wat zijn de resultaten van de inspanningen
van de keurmerkhouder? Welk cijfer behaalt
de keurmerkhouder in het klanttevreden-
heidsonderzoek op begrijpelijkheid?
41
Bijlage 5: Relevante aspecten prestatiegebied A