Themaplein folder
-
Upload
uitgeverij-schoolsupport -
Category
Documents
-
view
226 -
download
5
description
Transcript of Themaplein folder
leren en werken rond 12 motiverende thema’s
kerndoelendekkend voor wereld- en kunstzinnige oriëntatie in de bovenbouw
met veel aandacht voor taal: schriftelijk en mondeling
effectief in combinatiegroepen, betaalbaar
aandacht voor meervoudige intelligenties
ONDERWIJS IN SAMENHANG?
Thematisch leren motiveert!
nog beter
én actueler! pleinThemamaakt leren ronduit leuk!
pleinThemamaakt leren ronduit leuk!
Thematisch onderwijs voor de bovenbouw, up-to-date, motiverend, effectief
Themaplein is een methode voor leerlingen in de bovenbouw van het basis-onderwijs waarmee uw methoden geschiedenis, aardrijkskunde, natuur en ook voor de creatieve vakken overbodig worden! De leerinhouden zijn afgestemd op de kerndoelen oriëntatie op jezelf en de wereld en kunstzinnige oriëntatie. In 12 thema’s maken uw leerlingen zich de vakkenkennis en vaardigheden eigen en werken gemotiveerd alleen of samen aan de taken in de thema’s. Bij het leren en werken worden gericht meerdere ‘intelligenties’ van kinderen aangesproken.
Themaplein biedt ook de oplossing om projectonderwijs op een professio-nele wijze een plek te geven: methodeaanvullend. Na het succes van werken rond thema’s in de onderbouw, klinkt steeds vaker de roep om deze vorm van onderwijs door te trekken naar de bovenbouw. Het lesmateriaal van Themaplein speelt in op deze behoefte. De zaakvakken, creatieve vakken en taalvaardigheden worden niet langer als losstaande activiteiten aangeboden, maar zijn met elkaar verweven in een overkoepelend en betekenisvol thema. Het is aan te raden dat er nog een methode taal en rekenen naast gebruikt wordt. Themaplein is ontwikkeld voor de bovenbouw, groep 7 en 8. Bij een andere themaverdeling kan ook groep 6 aanhaken.
In Themaplein kunnen leerlingen in verschillende hoeken aan de slag met de werkbladen, opdrachtkaarten, een digitale leeromgeving en hun eigen port-foliomap. Volop uitdagende activiteiten die aansluiten bij het thema! Naast het eigen maken van kennis is er tijdens het werken met een thema ook aandacht voor het ‘werken aan’ vaardigheden. Zo leren de leerlingen onder andere om te gaan met informatiebronnen samen te werken met anderen, eigen werk te presenteren, zorg te dragen voor het materiaal en op zichzelf te reflecteren. Op die manier is Thema plein bij uitstek geschikt als voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Naast leerlingmateriaal is er bij ieder thema een hand leiding voor de leerkracht. De voorbereidingstijd wordt hiermee tot een minimum beperkt.
METHODE OvERbOORD?!Thematisch leren motiveert!
De thema’s die aan bod komen, zijn:
1 mode
2 wonen
3 sport & spel
4 heelal
5 hersenwerk
6 taal & teken
7 reizen
8 natuurkrachten
9 voeding
10 water
11 vrede & vrijheid
12 oranje boven
pleinThemamaakt leren ronduit leuk!
Werken vanuit opdrachten aan een ‘portfolio’Leerlingen werken een thema uit aan de hand van 10 opdracht kaarten, met werkblokken, met de online digi-omgeving en met de leerkrachtsuggesties in de handleiding. Zo vult zich per thema een ‘leerling-portfolio’. Hiernaast ziet u een voorbeeld van een opdrachtkaart, met de vaste indeling Nieuwsgierig?, Ontdekken en Leren.
Door de diversiteit in de opdrachten, de mogelijkheid om hier alleen en samen aan te werken, de ‘intelligenties’ die worden aangesproken én de intrinsieke motivatie die deze werkwijze oplevert, verwerven uw leerlingen de kennis, vaardigheden en attitudes die niet alleen 100% aansluiten bij kern- en tussendoelen maar bovendien ook beter beklijven dan bij het werken met de ‘traditionele’ methoden. De doelen wereld- en kunstzinnige oriëntatie komen binnen elk thema verdeeld over de opdrachtkaarten aan bod. Er zijn drie opdrachtkaarten die bij elk thema terugkomen: de (taal)kaarten Themawoorden en Spreekwoorden en de kaart Onderzoeksvraag.
Leren vanuit thema’s in een ‘vakken-samenhang’ motiveert bovenbouwleerlingen enorm. De toetsing gebeurt met de thematoets uit de handleiding. Uiteraard speelt de beoordeling van de portfolio’s ook een belangrijke rol bij de toetsing. Voor scholen met combinatiegroepen 7-8 of 6-7-8 is deze wijze van werken zeer geschikt. De 12 thema’s zijn ook te verdelen over groep 6 tot 8. Elk thema is uitgebreid uitgeprobeerd op meerdere scholen.
Themaplein... maakt leren ronduit leuk!
pleinThemamaakt leren ronduit leuk!
© Schoolsupport • www.schoolsupport.nl
1
In sommige dikke woordenboeken staan wel meer dan 200.000 woorden! Al die woorden uit je hoofd kennen, dat lukt je niet. Maar met deze opdrachtkaart leer je er weer een paar nieuwe woorden bij. Woorden die allemaal met het thema mode te maken hebben.
Nieuwsgierig
1 Bekijk de woorden op het werkblad: themawoorden.2 Van welke woorden denk je de betekenis te weten? Zet hier een
sterretje voor.
Ontdekken
3 Zoek de betekenis van de woorden op in het woordenboek.4 Schrijf de betekenis in het vakje achter de woorden.5 Vraag om een nakijkblad aan je juf of meester en controleer je
antwoorden.6 Van sommige woorden dacht je de betekenis te weten. Hier heb je in
de vorige fase een sterretje voor gezet. Had je gelijk?
Leren
7 Vouw het werkblad nu dubbel op de middellijn.8 Oefen de betekenis van de woorden. Als je een betekenis niet meer
weet, kun je altijd even op de achterkant spieken.
Extra
Maak met de themawoorden een woordzoeker. Gebruik hiervoor het werkblad: woordzoeker. Je mag ook zelf nog woorden bedenken die met het thema mode te maken hebben.
Kopieer je woordzoeker een paar keer en laat andere klasgenoten je woordzoeker oplossen. Natuurlijk mag jij de woordzoekers oplossen die door jouw klasgenoten zijn gemaakt.
Mode
Vakgebied Taal
MateriaalKopieer/Werkbladen• 1.a.Themawoorden W • 1.a.Nakijkbladthemawoorden
Overige• Woordenboek• Pen
Materiaal ExtraKopieer/Werkbladen• 1.b.Woordzoeker W
Overige• Pen• Kopieerapparaat
THEMAWOORDEN
pleinThemamaakt leren ronduit leuk!
© Schoolsupport • www.schoolsupport.nl
6
Een verkeersleider is gekleed in een knal oranje hesje. Hiermee valt hij extra op, zodat de mensen hem goed kunnen zien. Een boswachter wil daarentegen niet opvallen. Zijn kleding heeft daarom dezelfde kleuren als het bos. Met het dragen van bepaalde kleding kunnen we er dus voor zorgen dat we de aandacht trekken, of juist niet. In de natuur werkt dit net zo. De meeste dieren vallen liever niet op. Dit doen ze door zich te vermommen. Andere dieren verdedigen zich door bewust wél op te vallen. Hoe dit precies zit? Met deze opdrachtkaart lees en leer je hier meer over.Nieuwsgierig
1 Bijcamouflagedenkjewaarschijnlijkaandierendiedoorhunkleurenniet opvallen in de natuur. In de inleiding heb je echter kunnen lezen dat sommige dieren zichzelf beschermen door juist wél op te vallen.
2 Kunjijdezemaniervancamouflageuitleggen?Misschiendatjezelfseen voorbeeld kunt noemen?
Ontdekken
3 Pakhetwerkblad:soortencamouflage.4 Lees de tekst op dit werkblad door en bespreek de informatie met elkaar.
Leren
5 Indevorigefasehebjeontdektdaterviersoortencamouflagezijn.6 Paknudeafbeeldingenvanverschillendedierenerbij.7 Bespreekvanelkeafbeeldingwelkesoortcamouflagehetdier
gebruikt. Zoek eventueel meer informatie over het dier op internet.8 Vraag tenslotte aan je juf of meester of jullie gelijk hebben.Extra
Jehebtdezelesveelgeleerdovercamouflageenschutkleuren.Knutselnueenfantasie-insectdienietopvaltinjullieklas.Maakbijvoorbeeldeeninsect dat onopvallend tegen het bord, de muur of de kast kan zitten. Natuurlijkgeefjedefantasie-insecteenpassendenaam.Watdachtjevan‘muurvlinder’, ‘bordspin’, of ‘kastkruiper’?
Mode
Vakgebied Natuur
MateriaalKopieer/Werkbladen• 6.Soortencamouflage W
Overige• Enkeleafbeeldingenvan verschillende dieren • Internet
Materiaal ExtraOverige• Kosteloosmateriaal•Lijm• Schaar
cAMOuflAgE
pleinThemamaakt leren ronduit leuk!© Schoolsupport • www.schoolsupport.nl
7Misschien heb je het wel eens op televisie gezien. Modellen die op een
podium de nieuwste mode showen, ontworpen door een bekende mode-
ontwerper. Zo’n podium noemen we een catwalk. In deze opdracht speel
jij voor mode-ontwerper. Je gaat nadenken over hoe de mode er in de
toekomst uit zal zien en dit teken je op papier.
Met deze tekening maak je vervolgens een PowerPoint presentatie. Al jouw
klasgenoten doen dit ook. Zo maken jullie met z’n allen een digitale catwalk.
Komen jouw ouders, opa’s en oma’s ook kijken naar de presentatie?
Nieuwsgierig1 Watvoorsoortkledingisopditmomentindemode?Bespreekditmet
elkaar.
Ontdekken
2 Hoe zal de mode er over tien, twintig, of zelfs vijftig jaar uitzien? Denk
hier eens goed over na. Misschien kun je wat ideeën op doen door in
een kleding catalogus of in kleding folders te bladeren.
3 Maak nu een tekening van de mode zoals jij denkt dat deze er in de
toekomst uit zal komen te zien. Doe dit op A5 formaat.
4 Alsjehetlastigvindtomeenmensenfiguurtetekenen,kunjeéénvan
de silhouetten op de werkbladen gebruiken.
5 Bespreek je tekening met de ander en vraag om tips.
6 Zorg er voor dat de lijnen en kleuren in je tekening duidelijk zichtbaar zijn!
7 Scan nu je tekening in op de computer. Help elkaar of vraag je juf of
meester om hulp.8 OpendegezamenlijkePowerPointpresentatievanjullieklas.Vraagje
juf of meester onder welke naam deze presentatie staat opgeslagen.
9 VoegeennieuwediatoeaandePowerPointpresentatie.Plaats
je afbeelding in deze nieuwe dia, voeg tekst toe en geef je dia een
passende titel. Natuurlijk mag je de dia een achtergrondkleur geven en
leuke geluiden en animaties toevoegen. Help elkaar of vraag je juf of
meester om hulp. Klaar? Vergeet niet om de presentatie op te slaan!
Leren
10 Presenteerjouwdiatijdensdepresentatievandedigitalecatwalk.
11 Vraag de ander om feedback op deze presentatie. Hoe was je
lichaamshouding?Praattejeduidelijkenniettesnel?Keekjedezaal
in? Leer van deze feedback.Extra
Het is natuurlijk leuk als er veel publiek aanwezig is bij de presentatie van
de digitale catwalk. Maak een uitnodiging voor je familie en vrienden om bij
deze presentatie aanwezig te zijn.Bedenk eerst welke informatie er op de uitnodiging moet komen te staan.
Het is natuurlijk belangrijk dat de gasten weten waarvoor ze worden
uitgenodigd, waar het is en hoe laat het begint. Je kunt de uitnodiging op de computer maken met een leuk lettertype en
een mooie afbeelding. Maar misschien schrijf je de uitnodiging liever met de
hand en versier je het met prachtige glitters. De keus is aan jou!
DigiTAlE cATWAlkMode
Vakgebied Kunstzinnige oriëntatieMateriaalKopieer/Werkbladen• 7.a.Silhouetmeisje W • 7.b.Silhouetjongen W
Overige• Kledingcatalogus/Folders• TekenpapierA5formaat• (Kleur)potloden• Computer/Powerpoint• Scanner
• Digibord
Materiaal ExtraOverige• Computer• Printer
Of
• (Gekleurd)papier• Pen• Glittersetc.
pleinThema
maakt leren ronduit leuk!© Schoolsupport • www.schoolsupport.nl
8Accessoires zoals handtasjes, riemen, stropdassen en sieraden zijn
niet meer uit het modebeeld weg te denken. Met behulp van deze
opdrachtkaart ga je van katoen een eigentijdse armband maken. Doe je
best. Misschien wordt jouw hippe armband straks wel aan het winkelend
publiek verkocht!Nieuwsgierig1 Bij mode denk je vooral aan kleding. Maar zoals je in de inleiding hebt
kunnen lezen, zijn ook accessoires niet meer uit het modebeeld weg
te denken. 2 Blader eens door een kleding catalogus. Let hierbij vooral op de
accessoires. Valt het je op hoe vaak modellen hier gebruik van maken?
Ontdekken3 Met behulp van deze opdrachtkaart ga je zelf een accessoire maken
in de vorm van een armband.
4 Voor het maken van deze armband gebruik je katoen dat je op een
bepaalde manier moet knopen.
5 Kies nu drie verschillende kleuren katoen. Knip drie draden van
ongeveer dertig centimeter van de eerste kleur. Knip van de overige
twee kleuren elk één draad van ongeveer vijftig centimeter
6 Neem de draden samen en leg op ongeveer tien centimeter van het
uiteinde een gezamenlijke knoop.
7 Paknuhetwerkblad:armbandjesknopen.
8 Volg de instructies op dit werkblad en probeer het knopen onder de
knie te krijgen. Let op: dit is een proef armbandje. Je mag dus nog een
foutje maken!Leren
9 Hebjeindevorigefaseflinkgeoefend?Danbenjeklaarvoordeze fase.
10 Kies de kleuren die je wilt gaan gebruiken. Let op: knip nu van de drie
gelijke kleuren ongeveer vijftig centimeter af. Knip van de overige twee
kleuren ongeveer één meter af.
11 Knoop het armbandje zoals je geleerd hebt in de vorige fase. Als je
wilt kun je ook kralen gebruiken. Zie hiervoor het werkblad.
12 Is je armbandje lang genoeg? Leg dan opnieuw een gezamenlijke
knoop in alle draden. 13 Versier ook de kwastjes aan de uiteinden van je armband eventueel nog
met kralen.Extra
Zijn jullie toe aan een nieuw en spannend voorleesboek? Of sparen jullie
toevallig ergens anders voor? Bied dan de gemaakte sieraden te koop
aan. Spreek een prijs af en presenteer je sieraad op een leuke manier.
Natuurlijk vermeld je in de schoolkrant dat jullie zelfgemaakte sieraden
verkopen.
Mode
Vakgebied Kunstzinnige oriëntatieMateriaalKopieer/Werkbladen• 8.Armbandjeknopen W Overige• Kledingcatalogus/Folder
• Katoeninverschillende kleuren• Dikboek• Kralen
Materiaal ExtraOverige• Schoolkrant
ARMbANDEN
Het onderwerp dat de opdrachtkaart behandeld.
Het nummer van de opdrachtkaart (deze correspondeert met dewerkbladnummering in het werkblok, maar de volgorde in werken is vrij).
Inleiding op de opdracht.
Het thema waarbij de opdrachtkaart hoort.
Stapsgewijze uitleg van de opdracht in drie fasen.
Het materiaal dat nodig is om de opdracht uit te voeren. Onderverdeeld in kopieer/werkbladen en overige materialen.
Het materiaal dat nodig is om de extra opdracht uit te voeren. Onderverdeeld in kopieer/werkbladen en overige materialen.
Pictogram dat de duur1 van de opdracht aangeeft en de soort opdracht.
Duur van de opdracht1 blokje tot 1 uur.2 blokjes 1 tot 2 uur.3 blokjes 2 uur of langer.
Soort opdracht1 poppetje: individueel2 poppetjes: tweetallen3 poppetjes: groep1 Hierin is de tijd voor het uitvoeren van de extra opdracht niet meegerekend.
Extra opdracht (Niet op alle opdracht-kaarten aanwezig)
Het vak waar de opdrachtkaart bij aansluit.
OPDRACHTKAARTEN
WERKEN MET...
pleinThemamaakt leren ronduit leuk!
© Schoolsupport • www.schoolsupport.nl
3
In landen als Engeland, Canada, Australië en New Zeeland is het dragen
van een schooluniform heel normaal. Ook in Nederland is er al heel wat
gediscussieerd over het invoeren van het schooluniform. Wat is jouw
mening?
Nieuwsgierig
1 Stel: je loopt op straat en een interviewer vraagt of je voor of tegen
hetinvoerenvanhetschoolu
niformbent.Watzoujouwee
rstereactie
zijn? Denk er dus niet te lang over na. Schrijf je antwoord op een
kladpapiertje.
Ontdekken
2 Pakhetwerkblad:hetschoo
luniform.Jezieteenaantals
preek-
wolkjes. In deze spreekwolkjes staan argumenten voor en argumenten
tegen het invoeren van het schooluniform. Lees deze argumenten
goed door.
3 Bij stap 1 heb je opgeschreven of je voor of tegen het invoeren van
het schooluniform bent. Denk nu eens goed na over de argumenten
die je net hebt gelezen. Blijft je mening over het invoeren van het
schooluniform hetzelfde?
Leren
4 Stel: je beste vriend of vriendin is een half jaar geleden naar Engeland
verhuisd. Daar is het dragen van een schooluniform de normaalste
zaak van de wereld. In een brief vraagt je vriend of je vriendin naar
jouw mening over het schooluniform.
5 Schrijf een brief terug aan je beste vriend of vriendin. Doe dit eerst in
klad. Natuurlijk begin je de brief met een aanhef (beste… / lieve… /
hoi…).
6 In de eerste alinea van je brief vertel je hoe het met je is. Hoe gaat het
bijvoorbeeld thuis, op school of op je sportvereniging?
7 In de tweede alinea beantwoord je de vraag uit de brief van je vriend
of vriendin. Vertel hoe jij over het dragen van een schooluniform denkt.
De argumenten uit de spreekwolkjes kunnen je hierbij helpen. Gebruik
wel je eigen woorden!
8 De laatste alinea gebruik je om je brief netjes af te sluiten. Misschien
heb jij nog een vraag aan je vriend of vriendin over het schooluniform?
9 Vergeet je naam niet onder aan de brief te schrijven.
10 Lees je brief zelf nog eens goed door. Staan er fouten in? Verbeter
deze dan. Laat je brief ook aan een ander lezen en vraag om tips. Ben
je helemaal tevreden? Schrijf je brief dan netjes over.
Mode
Vakgebied
Taal
Materiaal
Kopieer/Werkbladen
• 3.Hetschooluniform W
Overige
• Kladpapier
• Lijntjespapier
• Pen
HET scHOOluNifORM
pleinThemamaakt leren ronduit leuk!
© Schoolsupport • www.schoolsupport.nl
4
Sommige perioden uit de geschiedenis hebben bepaalde namen
gekregen. Zo kennen we de Romeinse tijd, de Middeleeuwen en de Gouden
Eeuw. Deze opdrachtkaart gaat over de tijd die we de naam de Pruikentijd
hebben gegeven.
Nieuwsgierig
1 Blader globaal enkele informatieve boeken door die gaan over de
Pruikentijd.Bezoekeventueelookenkeleinternetsitesdie
overdit
onderwerpgaan,bijvoorbeeldviadedigi-omgevingvanTh
emaplein.
Bekijkdeplaatjesenleesdekopjes.Probeereenbeeldte
vormenvan
dePruikentijd.
Ontdekken
2 Lees nu de informatie in de boeken en op internet nauwkeuriger door.
3 Ga gericht op zoek naar informatie over de volgende drie
onderwerpen: de mode, het bestuur, de opstand.
4 Schrijf van elk onderwerp een aantal steekwoorden op een
kladblaadje.
Leren
5 Pakhetwerkblad:dePruikentijd.
6 Lees de tekst op het werkblad en vul de ontbrekende woorden
in. Gebruik hierbij de steekwoorden die je in de vorige fase hebt
opgeschreven.7 Heb je niet voldoende steun aan je steekwoorden? Blik dan nog even
terug in de boeken of op internet.
8 Schrijf de in te vullen woorden eerst met potlood, zodat je eventueel
nog kunt verbeteren.
9 Kom je er echt niet uit? Onderaan het werkblad staan de woorden
die ingevuld moeten worden. Uiteraard wel klein, op de kop en door
elkaar!10 Vraag om een nakijkblad aan je juf of meester en controleer je
antwoorden.
Extra
Hoe zou jij er hebben uitgezien als je bij de welgestelde mensen uit
dePruikentijdhoorde?Kleurdeafbeeldingophetwerkbla
d:modein
dePruikentijd.Eriseenversievoordejongenseneenver
sievoorde
meisjes. Als je tijd en zin hebt, mag je ze natuurlijk ook allebei kleuren.
Teken zoveel mogelijk details met behulp van de informatie die je gelezen
hebt. Vergeet je eigen gezicht niet na te tekenen of plak er een fotootje in.
DE pRuikENTijD
Mode
Vakgebied Geschiedenis
MateriaalKopieer/Werkbladen
• 4.a.DePruikentijd W
• 4.a.NakijkbladdePruikentijd
Overige• Informatieveboeken
• Internet• Kladpapier
• Potlood• Pen
Materiaal Extra
Kopieer/Werkbladen
• 4.b.ModeindePruikentijd
(meisjes) W
• 4.b.ModeindePruikentijd
(jongens) W
Overige• Kleurpotloden
• (Pas)foto
pleinThemamaakt leren ronduit leuk!
© Schoolsupport • www.schoolsupport.nl
5
De manier waarop we ons kleden is onder andere afhankelijk van onze smaak, onze religie en onze cultuur. Maar ook de seizoenen hebben invloed op de manier waarop we ons kleden. In de zomer kleden we ons immers heel anders dan in de winter. Ook de kledingbranche speelt hierop in. Zo kennen we de zomercollectie en de wintercollectie. De zomeropruiming en de winteropruiming. Maar hoe komt het eigenlijk dat het in de zomer warmer is en we ons dus luchtiger kleden? En waarom is het in de winter kouder zodat we de dikke truien weer uit de kast halen? Door het uitvoeren van een aantal proefjes, vind je een antwoord op deze vragen!
Nieuwsgierig
1 Hebjijtypischezomer-enwinterkledingindekastliggen?Hebjeookkleding die je in beide seizoenen draagt? Bespreek dit met elkaar.
Ontdekken
2 Om er achter te komen waarom het zomers warmer is dan in de winter, moeten we eerst het verschil leren tussen rechte en schuine zonnestralen.
3 Pakhetwerkblad:rechteenschuinezonnestralen.Voerhetproefjedat hierop beschreven wordt uit. Lees ook de informatie die bij dit proefje staat.
Leren
4 Je hebt nu geleerd dat de plekken waar de zonnestralen schuin op de aarde komen kouder zijn dan de plekken waar de zonnestralen recht op de aarde komen. Maar wat heeft dit nu te maken met de seizoenen?
5 Pakhetwerkblad:hoeontstaanseizoenen.Voerhetproefjedathieropbeschreven wordt uit. Lees ook de informatie die bij dit proefje staat.
6 Door het uitvoeren van verschillende proefjes, weet je nu waarom het in de winter kouder is dan in de zomer.
7 Heb je de informatie die je tijdens het uitvoeren van deze opdrachtkaart geleerd hebt ook onthouden? Test dit door aan de ander nogmaals uit te leggen hoe de seizoenen ontstaan. Doe dit uit je hoofd. Je mag dus niet meer op de werkbladen kijken!
8 De ander luistert naar je uitleg en helpt je als je het even niet meer weet.Wisselhiernavanrol.
Mode
Vakgebied Aardrijkskunde
MateriaalKopieer/Werkbladen• 5.a.Rechteenschuine zonnestralen W • 5.b.Hoeontstaan seizoenen W
Overige• Achtergrond(muur,bord, kast, etc.)• Behang• Plakband• Zaklamp• Stiften• Globe• Tafel• Bollamp• Stopcontact• Ruimtewaarjehetlichtkunt dimmen
klEDiNg EN sEizOENEN
pleinThemamaakt leren ronduit leuk!
Werkblok als hulpmiddelVoor iedere leerling is er een ‘scheur-werkblok’ dat ze nodig hebben. De stevige bladen zijn voorgeperforeerd en kunnen in een eigen port foliomap verzameld worden. Het maken van de werkbladen kan ook worden opge-nomen in een weektaak: zo wordt takentijd thematijd! De werkbladen in het blok sluiten aan op de opdrachtkaarten. Naast een doelenoverzicht vooraf zijn er ook verdiepingsbladen en een oefentoets opgenomen. Zo worden opbrengstgericht werken en differen-tiëren een voudig mogelijk.
pleinThema
maakt leren ronduit leuk!
kopieerblad
© Schoolsupport • www.schoolsupport.nl
Thema Mode
kruiSwoordraadSel (verSie 1)
N1E2 L3 S
N4 EU
S5I
M6
L7 EN
T8 E
O9 P10 AK11 A
N
E12O
N13 S
S14 TE
P15
T
KS16 O
MB17 E
R
I
EE
M18 AA
NR19 U
G
O20 S
G
02
04
07
09
11
13
14
16
18
19
20
01
03
05
06
08
10
12
15
17
Horizontaal
Verticaal
4
pleinThema
maakt leren ronduit leuk!
kopieerblad
© Schoolsupport • www.schoolsupport.nl
Thema Mode
wie iS heT STerkST? (1)
Opdracht 1
Spiervermoeidheid
Ga met je rug tegen een muur staan. Zorg dat je schouders en billen de muur raken.
Strek je arm op schouderhoogte uit en laat je handpalm naar boven wijzen. Laat je klasgenoot nu
in je handpalm een boek leggen en de stopwatch starten.
Meet hoe lang je het boek kunt tillen zonder dat je je arm buigt of laat zakken.
Ik kon het boek minuten en
seconden tillen.
Opdracht 2
Spierkracht
Leg een personenweegschaal op tafel. Pak een stoel en ga recht voor de personenweegschaal
zitten. Zorg dat je rechtop zit met de rug tegen de rugleuning van de stoel. Bal nu één van je
handen tot een vuist. Duw met je vuist zo hard als je kunt op de weegschaal. Je vrije hand moet
op je schoot liggen en je mag niet met je billen van de stoel komen.
Laatjeklasgenoo
taflezentothoev
eelkilojijdeweeg
schaalkonindrukk
en.
Ik kon de weegschaal indrukken tot kilo en
gram
Opdracht 3
Omtrek spierbal
Leg je rechter onderarm wanneer je rechtshandig bent op tafel.
Ben je linkshandig? Doe dan hetzelfde met je linker onderarm.
Laat je klasgenoot met een meetlint de omtrek van je bovenarm opmeten.
Zet nu je rechterarm wanneer je rechtshandig bent met de punt van je elleboog op tafel. Ben je
linkshandig? Doe dan hetzelfde met je linkerarm. Bal je hand tot een vuist en maak een spierbal.
Laat je klasgenoot met een meetlint de omtrek van je spierbal meten.
Vul tenslotte onderstaande tabel in.
Omtrek bovenarm
cm
Omtrek spierbal
cm
Verschil
cm
7
pleinThemamaakt leren ronduit leuk!
kopieerblad
© Schoolsupport • www.schoolsupport.nl
Thema Mode
oefenToeTS SporT en Spel
Opdracht 1 Themawoorden
Welk woord past bij de zin? Zet een cirkel om het goede antwoord (2 punten per goed antwoord)
1) Daan voelde een vervelende spierpijn aan de achterzijde van zijn bovenbeen opkomen. Biceps /
Hamstrings
2) De topsporter werd geschorst. Hij had verboden middelen gebruikt. Supporter / Doping
3) De schaatser verbeterde zijn beste tijd met twee seconden. Conditie / Record
4) Lianne zakte tijdens de wedstrijd lelijk door haar enkel. Triceps / Blessure
5) De trainer moedigde zijn team fanatiek aan. Supporter / Coach
Opdracht 2 Spreekwoorden
In deze spreekwoorden klopt iets niet. Zet een streep door het foute woord en schrijf het goede woord er
achter. (2 punten per goed antwoord)
SpreekwoordGoede woord
Wie gooit moet de bal verwachten.
Je in de mond laten kijken.
Niet om de knikkers, maar om het geld.
Roeien met de peddels die je hebt.
Elkaar de schuld toewerpen.
Opdracht 3 olympiSche Spelen Spel
Geef de vakjes die bij elkaar horen dezelfde kleur. (2 punten per goed antwoord)
Fanny Blankers-KoenModerne Olympische Spelen
Pierre de CoubertinTempel van Zeus
De GriekenVijfkamp
PentatlonDe vliegende huisvrouw
OlijftakKlassieke Olympische Spelen
Opdracht 4 Wie is het sterkst
Welke woorden moeten er op de lijntjes komen te staan? (2 punten per goed antwoord)
Onze spieren hebben een belangrijke functie. Ze zorgen er namelijk voor dat we ons skelet kunnen
___________________________. Sommige van onze spieren kunnen we bewust aansturen.
Dit noemen we de ____________________________. Als je een spier samentrekt, dan wordt deze
_________________en___________________.Bije
enflinkeinspanningvandespierenkomener
afvalstoffen vrij. Eén van deze afvalstoffen heet _________________________________.
pleinThemamaakt leren ronduit leuk!
kopieerblad
© Schoolsupport • www.schoolsupport.nl
Thema Mode
SpelregelS (1)
Klaarzetten van het spel• Leghetspelbordoptafelzodatiedereenergoedbijkan.• Legdevijfinformatiekaartjesopdekopenaandebovenkantvanhetspelbord.• Legdezandloper,dedobbelsteenendepionneneveneensaandebovenkantvanhetspelbord.
Doel van het spelHet spelbord bestaat uit de vijf Olympische ringen. Elke ring staat voor een categorie die te maken heeft met de geschiedenis van de Olympische Spelen. Namelijk: de klassieke Olympische Spelen, de moderne Olympische Spelen, het pentatlon, winnaars van toen en Nederlands bekendste atlete. Per categorie moet je vragen beantwoorden. Je kunt deze vragen goed beantwoorden door eerst de informatie te lezen op de informatiekaartjes. Elke vraag die je juist beantwoordt, wordt door de spelleider weggestreept van het scorebord. Heb je alle vragen juist beantwoord? Zorg dan dat je de pion zo snel mogelijk naar de medaille verplaatst. Degene die met zijn pion als eerste op de medaille staat, is de winnaar van het spel.
Start van het spel• Gooiallemaaleenkeermetdedobbelsteen.Degenemethethoogsteaantalogenwordtspelleider. Als spelleider stel je de vragen en streep je de goed beantwoorde vragen weg van het scorebord. De overige deelnemers zijn spelers. (Max. 3 spelers en 1 spelleider).• Despelleiderpaktdevragenkaartenhetscorebord.• Iederespelerpakteenpionenzetdezeopéénvandezwartevakkenophetspelbord.• Despelerskrijgenvoordathetspelbegint,kortdetijdomdevijfinformatiekaartjesdoortelezen. De spelleider draait de zandloper drie maal om. Is de zandloper voor de derde keer leeg, dan moeten alle spelers de informatiekaartjes terug leggen.• Dejongstespelermaghetspelvervolgensbeginnen.
Spelregels algemeen• Beginjebeurtdoortegooienmetdedobbelsteen.• Hetaantalogenopdedobbelsteengeeftaanhoeveelvakjesjedepionmoetverplaatsen.• Jemagdepionzowelvooruitalsachteruitverplaatsen.Derichtingdiejekiestmoetjeperbeurt wel vasthouden. Je mag dus niet drie stappen vooruit om vervolgens twee stappen achteruit te gaan.• Opelkvakjemagmaaréénpionstaan.Komtjouwpionopeenvakjewaaraleenpionvaneentegenspeler staat, dan mag je deze pion ‘slaan’ en op één van de zwarte vakjes zetten.• Opdekruispuntenmagjekiezenwelkerichtingjeopgaat.Eenkruispuntstaatvooréénvakje.• Jouwpionstaatindemedaillealsjeexacthetaantalogengooitdatnodigis.Gooijeteveelogen, dan moet je het aantal ogen dat je teveel hebt gegooid verder lopen. De vraagteken vakken• Eenvakjemeteenvraagtekenbetekentdatjeeenvraagmagbeantwoorden.(Jebenthierniet toe verplicht).• Despelleiderpaktdevragenkaartenleestdevraagvoorpassendbijhetnummervanhetvakje waar je op staat en behorende bij de categorie van de ring waar je op staat. • Beantwoordjedevraaggoed,danzetdespelleidereenstreepdoordezevraagophetscorebord.• Beantwoordjedevraagfout,danmoetjeeenbeurtoverslaan.
5
pleinThema
maakt leren ronduit leuk!
kopieerblad
© Schoolsupport • www.schoolsupport.nl
Thema Mode
Spieren in onS lichaam (1)
(On)willekeurige spieren
Eenmensh
eeftongev
eer650sp
ieren.Zev
ormenma
arliefst40
%vanjeli
chaamsge
wicht!
Al deze spieren hebben een belangrijke functie. Ze zorgen namelijk voor beweging. Sommige
van je spieren kun je bewust aansturen. Bijvoorbeeld de spieren in je armen en benen. De
hersenen geven een seintje en de spier doet wat jij wilt. Dit noemen we willekeurige spieren.
Maar de meeste spieren in je lichaam zijn onwillekeurige spieren. Deze spieren doen hun werk
zonder dat jij er iets over te zeggen hebt. Je hart is een voorbeeld van zo’n onwillekeurige spier.
Jehartdoe
tzijnwerk
zonderda
tjeerbijh
oeftnated
enken.En
datisma
argoedoo
k!
Skeletspieren
Je geraamte kun je bewegen met de skeletspieren. Deze spieren zitten met pezen vast aan je
botten. Als je een spier samentrekt, dan wordt deze korter en dikker. De spier trekt daardoor
aan het lichaamsdeel waaraan het is verbonden. Het lichaamsdeel komt in beweging. Spieren
kunnen alleen maar trekken en niet duwen. De spier die ervoor zorgt dat een lichaamsdeel buigt,
kan er dus niet voor zorgen dat dit lichaamsdeel zich weer strekt. Daarvoor is een andere spier
nodig. Spieren werken daarom in tweetallen.
Neem bijvoorbeeld je bovenarm. De spier aan de bovenkant van je bovenarm noemen we de
biceps. De spier aan de onderkant van je bovenarm noemen we de triceps. Als de biceps harder
samentrekt dan de triceps, dan buigt de arm. Als de triceps harder samentrekt dan de biceps, dan
strekt de arm.
Buigen. De biceps trekt samen.
Strekken. De triceps trekt samen.
6
pleinThema
maakt leren ronduit leuk!
kopieerblad
© Schoolsupport • www.schoolsupport.nl
Thema Mode
acrobaaT
1) Knip de verschillende onderdelen van de acrobaat uit.
2) Trekdeonderdele
noveropstevigka
rton.Letop:dear
menenbenen2k
eer!
3) Knip de onderdelen uit en kleur ze leuk in.
4) Maak met een prikpen gaatjes in de armen, benen en de romp. Doe dit als volgt: leg de uitgeknipte
onderdelen van het kopieerblad bovenop de kartonnen onderdelen. Prik nu met je prikpen gaatjes
daar waar ze zijn aangegeven.
5) Maak de armen en benen vast aan de romp met een draad. Knoop de draad niet te strak vast.
De ledematen moeten vrij van de romp kunnen bewegen.
6) Prik een satéprikker door de handen van de acrobaat. Zorg dat de handen van de acrobaat iets uit
elkaar staan.
7) Druppel nu naast de handen een klein beetje lijm. Dit moet voorkomen dat de satéprikker in de
handen van de acrobaat gaat draaien en je acrobaat zijn kunsten niet kan vertonen.
8) Wachttotdelijmgoe
disopgedroogde
n…draaienmaar!
8
pleinThemamaakt leren ronduit leuk!
kopieerblad
© Schoolsupport • www.schoolsupport.nl
Thema Mode
Themawoorden
Biceps
Blessure
Coach
Competitie
Conditie
Doping
Hamstrings
Record
Supporter
Transpireren
Triceps
1
pleinThemamaakt leren ronduit leuk!
© Schoolsupport • www.schoolsupport.nl
Thema Mode
Thema Mode
Opdrachtkaart Dit moet ik kunnen of weten
Themawoorden□ Ik weet de betekenis van enkele woorden die te maken hebben met het thema sport en spel.□ Ik kan gebruik maken van het woordenboek als naslagwerk.
Spreekwoorden□ Ik weet de betekenis van enkele spreekwoorden die te maken hebben met het thema sport en spel.□ Ik kan gebruik maken van het spreekwoordenboek als naslag-werk.
Kruiswoordraadsel□ Ik weet hoe je een kruiswoordpuzzel moet oplossen.□ Ik kan een korte, krachtige omschrijving bedenken voor een woord.□ Ik kan een puzzelwoordenboek gebruiken als naslagwerk.
Olympische Spelen Spel
□ Ik kan een nieuw spel spelen door eerst de spelregels goed door te lezen.□ Ik weet meer over de klassieke Olympische Spelen en ken de begrippen: Olympia, ter verering van de goden, Theodosius, 776 v. Chr. □ Ik weet meer over de moderne Olympische Spelen en ken de begrippen: Athene, Pierre de Coubertin, ter verbroedering van de volken, 1896.□ Ik weet meer over het pentatlon en ken de begrippen: vijfkamp, hardlopen, verspringen, speerwerpen, discuswerpen, worstelen, 708 v. Chr.□ Ik weet meer over de winnaars van toen en ken de begrippen: één winnaar, olijftak, gouden mes, tempel van Zeus, gratis eten en drinken, vrijstelling van het betalen van belasting, een vrouw kiezen uit de stad.□ Ik weet meer over Fanny Blankers-Koen en ken de begrippen: sprinten, hoogspringen, verspringen, vier gouden medailles in Londen, vliegende huisvrouw, standbeeld Rotterdam.
Spieren in ons lichaam
□ Ik weet wat het verschil is tussen willekeurige en onwillekeurige spieren.□ Ik weet dat spieren samenwerken en kan een voorbeeld geven aan de hand van de spieren in mijn bovenarm (biceps en triceps). □ Ik weet wat het verschil is tussen witte en rode spieren.□ Ik weet dat training, voeding en rust belangrijk zijn om de spieren sterker te maken.□ Ik weet op welke twee manieren spierpijn kan ontstaan.
Acrobaat
□ Ik weet wat het verschil is tussen willekeurige en onwillekeurige spieren.□ Ik weet dat spieren samenwerken en kan een voorbeeld geven aan de hand van de spieren in mijn bovenarm (biceps en triceps). □ Ik weet wat het verschil is tussen witte en rode spieren.□ Ik weet dat training, voeding en rust belangrijk zijn om de spieren sterker te maken.□ Ik weet op welke twee manieren spierpijn kan ontstaan.
doelen
Thema Mode
pleinThemamaakt leren ronduit leuk!
Th
ema
SPORT & SPEL
WERKBLADENBLOK
Opbrengstgericht werken aan leerdoelen aan de hand van een doelenoverzicht, een oefentoets en een eindtoets en een proces- en productgerichte portfoliomap!
WERKbLOKKEN
pleinThemamaakt leren ronduit leuk!
© S
choo
lsup
port
• ww
w.sc
hool
supp
ort.n
l
20 Thema Mode pleinThema
maakt leren ronduit leuk!
kopieerblad
Spelbord
Kaarten memory Spel
Wie kaatst moet de bal verwachten
Elkaar de bal toewerpen
Een balletje over iets opgooien
Niet verder springen dan de polsstok lang is
Roeien met de riemen die je
hebt
Tegen de stroom
oproeien
99b Sport & spel handleiding.indd 20
11/01/13 11:53
WERKbLOKKENHandleiding met kopieerbladenIn de handleiding voor de leerkracht vindt u ook kopieerbladen. Deze bladen moeten bijvoorbeeld na het kopiëren geknipt en gelamineerd worden, of bevatten de eindtoets. Deze bladen zijn dus voor de leerkracht en zijn niet in de werkblokken voor de leerlingen opgenomen. In de handleiding en ook aan de linkerkant op de opdrachtkaart wordt genoemd wanneer een werkblad
pleinThemamaakt leren ronduit leuk!
© Schoolsupport • www.schoolsupport.nl
2
Zit jouw juf of meester je wel eens achter de broek als jij er met de pet naar gooit?
In bovenstaande zin staan twee spreekwoorden. Spreekwoorden worden veel gebruikt in de Nederlandse taal. Er bestaan ook veel spreekwoorden waarin een kledingstuk naar voren komt. Over deze spreekwoorden gaan we het in deze opdrachtkaart hebben. Aan het eind van deze les kun je vast en zeker een antwoord geven op de gestelde vraag!
Nieuwsgierig
1 Eén van jullie pakt spreekwoordenkaart A. De ander pakt spreekwoordenkaart B. Je mag niet op de kaart van de ander kijken.2 Kies om de beurt een spreekwoord van je eigen kaart en beeld deze uit.
Je mag er niet bij praten. De ander probeert te raden welk spreekwoord er wordt uitgebeeld.
Ontdekken
3 Pakallebeihetwerkblad:spreekwoordenmode.4 Op het werkblad zie je een aantal spreekwoorden staan. Sommige van
deze spreekwoorden heb je zojuist uitgebeeld. 5 Maar wat betekenen deze spreekwoorden eigenlijk? Zoek de betekenis
op in een spreekwoordenboek. Noteer de betekenis onder de spreekwoorden op het werkblad.
6 Vraag om een nakijkblad aan je juf of meester en controleer je antwoorden.
Leren
7 De spreekwoorden van het werkblad en hun betekenissen staan op de kaarten van het memory spel.
8 Pakdememorykaarten,schudzedoorelkaar,enlegzemetdetekstnaar beneden op tafel.
9 Zoek nu het spreekwoord en de juiste betekenis bij elkaar, door om de beurt twee kaarten naar keuze om te draaien. Horen de kaartjes bij elkaar? Dan mag je ze houden en nog twee kaartjes omdraaien. Horen de kaartjes niet bij elkaar? Draai ze dan weer terug. De ander is nu aan de beurt.
10 Het spel is afgelopen als er geen kaartjes meer op tafel liggen. De winnaar is degene met de meeste kaartjes.
11 Speel dit spel minimaal twee keer.
Extra
Inspreekwoordenhebbenwetemakenmetfiguurlijktaalgebruik.Figuurlijkishettegenovergesteldevanletterlijk.Metfiguurlijktaalgebruikbedoeljeniet precies wat je zegt. Kies nu een spreekwoord uit van het werkblad. Maak een tekening van de letterlijke betekenis. Je krijgt vast en zeker een heel grappige tekening!
Extra
Heb jij wel eens iets beleefd wat goed bij één van de spreekwoorden past? Ben je misschien een keer ergens heel verbaasd over geweest? Of heeft iemand anders jou een keer iets wijs gemaakt? Schrijf hier een verhaal over. Zet het spreekwoord dat bij je verhaal hoort als titel boven de tekst.
Mode
Vakgebied Taal
MateriaalKopieer/Werkbladen• 2.a.Spreekwoorden- kaart A W• 2.a.Spreekwoorden- kaart B W• 2.b.Spreekwoorden mode K• 2.b.Nakijkblad spreekwoorden • 2.b.Kaartenmemoryspel
Overige• Spreekwoordenboek• Pen
Materiaal ExtraKopieer/Werkbladen• 2.b.Spreekwoorden mode W
Overige• Tekenpapieroflijntjespapier• Kleurpotlodenofpen
spREEkWOORDEN
of kopieerblad
pleinThemamaakt leren ronduit leuk!
© Schoolsupport • www.schoolsupport.nl
2
Zit jouw juf of meester je wel eens achter de broek als jij er met de pet naar gooit?
In bovenstaande zin staan twee spreekwoorden. Spreekwoorden worden veel gebruikt in de Nederlandse taal. Er bestaan ook veel spreekwoorden waarin een kledingstuk naar voren komt. Over deze spreekwoorden gaan we het in deze opdrachtkaart hebben. Aan het eind van deze les kun je vast en zeker een antwoord geven op de gestelde vraag!
Nieuwsgierig
1 Eén van jullie pakt spreekwoordenkaart A. De ander pakt spreekwoordenkaart B. Je mag niet op de kaart van de ander kijken.2 Kies om de beurt een spreekwoord van je eigen kaart en beeld deze uit.
Je mag er niet bij praten. De ander probeert te raden welk spreekwoord er wordt uitgebeeld.
Ontdekken
3 Pakallebeihetwerkblad:spreekwoordenmode.4 Op het werkblad zie je een aantal spreekwoorden staan. Sommige van
deze spreekwoorden heb je zojuist uitgebeeld. 5 Maar wat betekenen deze spreekwoorden eigenlijk? Zoek de betekenis
op in een spreekwoordenboek. Noteer de betekenis onder de spreekwoorden op het werkblad.
6 Vraag om een nakijkblad aan je juf of meester en controleer je antwoorden.
Leren
7 De spreekwoorden van het werkblad en hun betekenissen staan op de kaarten van het memory spel.
8 Pakdememorykaarten,schudzedoorelkaar,enlegzemetdetekstnaar beneden op tafel.
9 Zoek nu het spreekwoord en de juiste betekenis bij elkaar, door om de beurt twee kaarten naar keuze om te draaien. Horen de kaartjes bij elkaar? Dan mag je ze houden en nog twee kaartjes omdraaien. Horen de kaartjes niet bij elkaar? Draai ze dan weer terug. De ander is nu aan de beurt.
10 Het spel is afgelopen als er geen kaartjes meer op tafel liggen. De winnaar is degene met de meeste kaartjes.
11 Speel dit spel minimaal twee keer.
Extra
Inspreekwoordenhebbenwetemakenmetfiguurlijktaalgebruik.Figuurlijkishettegenovergesteldevanletterlijk.Metfiguurlijktaalgebruikbedoeljeniet precies wat je zegt. Kies nu een spreekwoord uit van het werkblad. Maak een tekening van de letterlijke betekenis. Je krijgt vast en zeker een heel grappige tekening!
Extra
Heb jij wel eens iets beleefd wat goed bij één van de spreekwoorden past? Ben je misschien een keer ergens heel verbaasd over geweest? Of heeft iemand anders jou een keer iets wijs gemaakt? Schrijf hier een verhaal over. Zet het spreekwoord dat bij je verhaal hoort als titel boven de tekst.
Mode
Vakgebied Taal
MateriaalKopieer/Werkbladen• 2.a.Spreekwoorden- kaart A W• 2.a.Spreekwoorden- kaart B W• 2.b.Spreekwoorden mode K• 2.b.Nakijkblad spreekwoorden • 2.b.Kaartenmemoryspel
Overige• Spreekwoordenboek• Pen
Materiaal ExtraKopieer/Werkbladen• 2.b.Spreekwoorden mode W
Overige• Tekenpapieroflijntjespapier• Kleurpotlodenofpen
spREEkWOORDEN
nodig is.
Digi-omgeving bij elk thema!Themaplein is up-to-date, schreven we al, en dan is een digi-omgeving natuurlijk onmisbaar. Op dit digitale leerplein vinden leerlingen nogmaals hun doelen, maar ook een woordweb, een woordenlijst, links naar filmpjes, websites en informatieve boeken en ook een interactief reactieformulier. Als leerkracht vindt u hier een aansprekende startactiviteit om het thema in te leiden en ook nog eens handige registratielijsten, zoals een registratieblad,toetsing en een planningslijst.NIEUW! Aan Themaplein zijn nu ook actuele nieuwsberichten passend bij een thema gekoppeld!
HANDLEIDING, ACTUEEL EN DIGI-OMGEvING
pleinThemamaakt leren ronduit leuk!
Welke leerlingen?Themaplein is geschikt voor álle bovenbouwleerlingen in groep 7 en 8. Alle leerlingen hebben namelijk vragen, en willen onderzoeken, weten en leren. Het lesmateriaal van Themaplein sluit aan bij deze behoeften. Ook kunt u er voor kiezen om al in groep 6 te beginnen met thema’s, zodat u niet 2 x 6 thema’s per jaar door-werkt, maar 3 x 4. Ook is het mogelijk om thema’s als uitdagend materiaal aan te bieden voor plusleerlingen in groep (5 en) 6. De thema’s zijn flexibel in te zetten, dus zo kunt u zelf kiezen welke thema’s u in welke groep aan bod laat komen. U kunt daarbij ook denken aan één of twee aansprekende thema’s voor uw groep 8 na de cito-toets. U hoeft dan geen school te zijn die themagericht werkt, maar u biedt dan als het ware een soort extra lespakket aan waarbij u nog wel aan zinvolle doelen werkt in uw groep 8!
Welke didactiek?Het lesmateriaal van Themaplein is ontstaan en opgebouwd rond de principes van werken in hoeken. Leer-lingen gaan in verschillende hoeken aan de slag met opdrachtkaart, werkbladenblok of kopieerblad en de digitale leeromgeving en leggen bij voorkeur hun eigen portfoliomap aan. Vooraf aan elk thema krijgen de leerlingen informatie over wat ze moeten ‘kunnen en kennen’: het doelen-overzicht is altijd de eerste bladzijde van het werkblok. Zo kunt u effectief en opbrengstgericht werken! Natuurlijk staat het u vrij om de methodiek te gebruiken zoals u het in uw school prettig vindt. Omdat het materiaal van Themaplein flexibel materiaal is, zijn er verschillende organisatiemodellen mogelijk.
Tip van de auteur: minilesjes!Wees betrokken bij het leerproces van leerlingen en ontdek welke vragen er omtrent een thema nog bij de leerlingen leven. Beantwoord deze vragen door het geven van korte, informatieve, klassikale lessen: de mini-lesjes. Behandel in deze minilesjes ook de actuele nieuwsberichten die betrekking hebben op het thema (en die nu ook per thema in de digi-omgeving zijn toegevoegd).
“De kracht van het thematisch onderwijs sprak mij vanaf het allereerste begin enorm aan. De betrokkenheid van de leerlingen was vele malen groter dan die van de leerlingen op scholen waar met standaard vakmethoden werd gewerkt. De leerlingen kwamen spontaan met materiaal aanzetten dat aansloot bij het te behandelen thema. Voorwerpen van thuis, boeken uit de bibliotheek, artikelen uit de krant... noem maar op. Ik besloot mijn eigen lesmateriaal te schrijven. Dit resulteerde in Themaplein. Het lesmateriaal sluit aan bij de kerndoelen, biedt uitdagende activiteiten en werkvormen en neemt de leerkracht een groot gedeelte van de voorbereiding uit handen.”
Auteur Marieke Penninga
IN DE PRAKTIJKVoor álle bovenbouwleerlingen: naast leerlingen
die cognitief excelleren ontdekt u ook
de creatieve en technische uitblinkers!
Code Artikel PrijsTHP01 Themaplein Mode - handleiding, kaarten en digitaal verwerkingsmat. € 119,00THP02 Themaplein Wonen - handleiding, kaarten en digitaal verwerkingsmat. € 119,00THP03 Themaplein Sport & Spel - handleiding, kaarten en digitaal verwerkingsmat. € 119,00THP04 Themaplein Heelal - handleiding, kaarten en digitaal verwerkingsmat. € 119,00THP05 Themaplein Hersenwerk- handleiding, kaarten en digitaal verwerkingsmat. € 119,00THP06 Themaplein Taal & Teken - handleiding, kaarten en digitaal verwerkingsmat. € 119,00THP07 Themaplein Voeding - handleiding, kaarten en digitaal verwerkingsmat. Verschijnt zomer 2014 € 119,00THP08 Themaplein Water - handleiding, kaarten en digitaal verwerkingsmat. € 119,00THP09 Themaplein Oranje boven - handleiding, kaarten en digitaal verwerkingsmat. Verschijnt voorjaar 2014 € 119,00THP10 Themaplein Reizen - handleiding, kaarten en digitaal verwerkingsmat. € 119,00THP11 Themaplein Vrede & Vrijheid - handleiding, kaarten en digitaal verwerkingsmat. Verschijnt voorjaar 2015 € 119,00THP12 Themaplein Natuurkrachten - handleiding, kaarten en digitaal verwerkingsmat. Verschijnt najaar 2014 € 119,00THP015 Themaplein Mode - werkbladenblok, 5 st. € 14,50THP025 Themaplein Wonen - werkbladenblok, 5 st. € 14,50THP035 Themaplein Sport & Spel - werkbladenblok, 5 st. € 14,50THP045 Themaplein Heelal - werkbladenblok, 5 st. € 14,50THP055 Themaplein Hersenwerk - werkbladenblok, 5 st. € 14,50THP065 Themaplein Taal & Teken - werkbladenblok, 5 st. € 14,50THP075 Themaplein Voeding - werkbladenblok, 5 st. Verschijnt zomer 2014 € 14,50THP085 Themaplein Water - werkbladenblok, 5 st. € 14,50THP095 Themaplein Oranje boven - werkbladenblok, 5 st. Verschijnt voorjaar 2014 € 14,50THP105 Themaplein Reizen - werkbladenblok, 5 st. € 14,50THP115 Themaplein Vrede & Vrijheid - werkbladenblok, 5 st. Verschijnt voorjaar 2015 € 14,50THP125 Themaplein Natuurkrachten - werkbladenblok, 5 st. Verschijnt najaar 2014 € 14,50THP0125 Themaplein Mode - werkbladenblok, 25 st. € 64,50THP0225 Themaplein Wonen - werkbladenblok, 25 st. € 64,50THP0325 Themaplein Sport & Spel - werkbladenblok, 25 st. € 64,50THP0425 Themaplein Heelal - werkbladenblok, 25 st. € 64,50THP0525 Themaplein Hersenwerk - werkbladenblok, 25 st. € 64,50THP0625 Themaplein Taal & Teken - werkbladenblok, 25 st. € 64,50THP0725 Themaplein Voeding - werkbladenblok, 25 st. Verschijnt zomer 2014 € 64,50THP0825 Themaplein Water - werkbladenblok, 25 st. € 64,50THP0925 Themaplein Oranje boven - werkbladenblok, 25 st. Verschijnt voorjaar 2014 € 64,50THP1025 Themaplein Reizen - werkbladenblok, 25 st. € 64,50THP1125 Themaplein Vrede & Vrijheid - werkbladenblok, 25 st. Verschijnt voorjaar 2015 € 64,50THP1225 Themaplein Natuurkrachten- werkbladenblok, 25 st. Verschijnt najaar 2014 € 64,50
Werken en leren rond thema’s motiveertWerken met een thema maakt leren ronduit leuk. Het is een vorm van onderwijs die: • Aansluitbijdeleefsituatie,actualiteiten/ofomgevingvandeleerlingen.• Devakkenmetelkaarintegreert,ditzorgtvooreenlogischesamenhangtussen
de activiteiten.• Veeluitleerlingenzelflaatkomen,metvrijheidomeigenideeënensuggesties
aan te dragen.• Iedere leerling voldoende uitdaging biedt, opdrachten zijn zo opgesteld dat
ieder dit naar eigen niveau, interesse en tempo kan uitwerken.• Naast basiskennis ook aandacht heeft voor vaardigheden, zoals het leren
omgaan met informatiebronnen, samenwerken en reflecteren!
Elk thema bestaat uit:• Handleiding met toets• Werkbladenblokmetgevarieerdeopdrachtenvoordeleerling• ±10 opdrachtkaarten die de leerlingen kunnen pakken om uit te voeren (in
viervoud met de handleiding meegeleverd zodat er altijd voldoende kaarten zijn)• Licentie waardoor leerlingen in de omgeving mijn.schoolsupport.nl nog veel
meer informatie kunnen halen! Wat dacht u van extra opdrachten (oefen toetsen, verdiepingsstof ), interessante links passend bij het thema (filmpjes, wikipedia), materiaal voor bijvoorbeeld een eindpresentatie (boeken, websites), en ook actuele nieuwsberichten met verwerkingsmogelijkheden op het gebied van woordenschat en tekstbegrip die passend zijn bij de thema’s!
* Schoolsupport en auteur Marieke Penninga zijn op zoek naar pilotscholen die de laatste thema’s
willen uitproberen. Mail naar [email protected] als u geïnteresseerd bent!
THEMA-OvERzICHTOp schoolsupport.nl vindt u de meest actuele informatie, waaronder een handige kostencalculator!
www.schoolsupport.nl
Uitgeverij SchoolsupportT (+31)-(0)30 209 08 10
Ook bestelbaar via uw schoolleverancier!
Meer weten? Beoordelen? Bestellen?Een brochure als deze veroudert snel. Kijk daarom op onze website voor de meest actuele informatie over Themaplein:www.schoolsupport.nl/themaplein.Als u zich aanmeldt voor onze digitale nieuwsbrief, blijft u automatisch op de hoogte van het laatste nieuws!
Werken met?Beoordelen kan door een periode met een thema in uw groep 7 of 8 te werken. Wij stellen d.m.v. een zichtzending één tot drie Themapakketten naar keuze ter beschikking voor een periode van maximaal 3 maanden.. De benodigde werkblokken voor de leerlingen bestelt en betaalt de school zelf en u gaat van start met uw leerlingen. Daarna beslist u of u Themaplein invoert. De andere optie is ‘met recht-van-retour’. Deze geeft u een volledig beeld van de opzet en de gebruiks-mogelijkheden van Themaplein. U kunt dan van een thema de handleiding, de opdrachtkaarten en een werkblok inzien, maar niet uitproberen.Bestel gemakkelijk via onze website! Als u na ontvangst toch wilt afzien van uw bestelling, stuurt u de materialen terug en crediteren wij binnen twee tot drie dagen. Kies voor één van de twee opties en maak kennis met deze motiverende, vakoverstijgende methode!
ONDERWIJS IN SAMENHANG?Thematisch leren motiveert!
pleinThemamaakt leren ronduit leuk!
FOL10b