themales eieren

36

Transcript of themales eieren

Page 1: themales eieren
Page 2: themales eieren

themales eierenleswijzerleeftijd: vanaf groep 5grootte klas: ongeveer 25 kinderenvaardigheden: begrijpend lezen moet goed gaan

trefwoorden: pasen, eieren, mechanica, luchtdruk, vakgebied: scheikunde en natuurkunde,

dag 1 ochtend: 0.15 uur kringgesprekdag 1 middag: 0.15 uur inleiding circuit

1.00 uur circuit0.15 uur nagesprek en voorbeeld proefje

dag 2: 0.30 uur herhalingsopdracht

proefjescircuitEen proefjescircuit bestaat uit proefjes rond het thema. De benodigdheden worden op tafels in de klas neergelegd. De klas wordt ingedeeld in groepjes van 3 kinderen en krijgen een werkboek. Hierin wordt elk proefje stap voor stap beschreven. Met het werkboek kunnen de leerlingen zelfstandig de proefjes in het circuit doen. Op de tafel liggen antwoordbladen met uitleg bij de proefjes.

thema eierenEieren kent iedereen wel. Je kunt ze eten en met Pasen kun je ze beschilderen. Maar eieren kunnen ook leuk zijn om een aantal verschillende principes mee uit te leggen. Deze themales heeft niet een bepaald natuurkundig of scheikundig principe als onderwerp, maar is bedoeld om juist verschillende fenomenen te laten zien aan de hand van één object uit je dagelijkse omgeving: eieren. Zo kunnen kinderen zich bewust worden dat de gewone wereld om je heen soms heel verrassend kan zijn en dat natuurkundige, scheikundige en biologische principes vaak juist over heel dagelijkse dingen gaan. Deze les is extra leuk met Pasen.

doelen op een speelse manier de eigenschappen van eieren leren kennen het bewust worden dat natuurkunde, sheikunde en biologische principes ten

grondslag liggen aan alle gewone, dagelijkse objecten uit onze omgeving het bewust worden van dat de gewone wereld om je heen soms heel

verrassend kan zijn op een speelse manier in contact komen met de gestructureerde

benaderingswijze van de wetenschap op de wereld, zonder belerend te willen zijn.

Page 3: themales eieren

handleiding eierenopbouwDe opbouw van de les is een indicatie.

dag 1 ochtend: 0.15 uur kringgesprekdag 1 middag: 0.15 uur inleiding circuit

1.0 uur circuit0.30 uur nagesprek en voorbeeldproefje

dag 2: 0.15 uur herhalingsopdrachtdag 3: 0.05 uur herhalingsopdrachtdag 4: 0.15 uur einde herhalingsopdracht

kringgesprekWat zijn eieren? Wie leggen eieren (vogels, maar ook vissen, reptielen, insecten, spinnen en sommige zoogdieren, zoals het vogelbekdier)? Wat gebeurt er met eieren als ze eenmaal gelegd zijn? Sommige zijn bevrucht en daar komt na het broeden een kuikentje uit, anderen worden weggehaald door de boer of in de legbatterij en worden verkocht zodat wij ze op kunnen eten.Iedereen heeft wel eens een ei gegeten, je kunt er van houden of juist niet. Welke gerechten doe je allemaal eieren in? Welke is het lekkerst? Eieren kun je niet alleen eten, je kunt er ook andere dingen mee doen. Wie heeft wel eens een ei laten vallen? Was het een rauw of een gekookt ei? Wat is het verschil? Hoe sterk denk je dat een ei is (als je ze laat vallen gaan ze stuk!). Wat kun je allemaal doen met eieren?

inleiding circuitHet is handig om van tevoren het circuit uit te leggen. Uit ervaring blijkt dat de volgende dingen handig zijn om te vertellen:

Kleine herhaling over eieren en hun eigenschappen Controleer bij elke tafel eerst of alle dingen die je nodig hebt ook echt op

tafel liggen. De stappen op het werkblad moet je stap voor stap doen evenals de

vragen beantwoorden, anders zijn de proefjes niet leuk. Na elke stap kun je het checkboxje inkleuren, dan weet je waar je bent

gebleven Er zijn ook vragen, die je moet beantwoorden.‘Wat denk je dat er

gebeurt?’ is een veel voorkomende vraag, deze vraag kun je nooit fout beantwoorden, het is vooral belangrijk dat je zelf nadenkt over wat er zou kunnen gebeuren.

De uitleg ligt al op tafel, lees deze pas aan het einde van de proef, anders weet je al wat er gaat gebeuren.

Na elk proefje moet je alles weer opruimen zodat het volgende groepje weer opnieuw kan beginnen.

Doe een rondje langs de tafels met de proefjes en vertel bijzonderheden van de proefjes, of je ergens voorzichtig mee moet zijn bijvoorbeeld. Eventueel kun je er één voordoen.

circuitDe kinderen worden ingedeeld in groepjes van 3 en krijgen allemaal een

Page 4: themales eieren

proefjesboekje. Dit boekje bestaat uit de werkbladen van de proefjes en een voorblad. De kinderen hebben een potlood en een gum nodig.

Elk proefje krijgt een eigen tafel in de klas, hierop ligt een uitlegvel (in een plastic mapje) en de benodigdheden.

In het proefjescircuit worden meerdere proefjes behandeld, zorg ervoor dat er minstens twee proefjes vrij blijven voor de doorstroom van het circuit, proefjes kunnen ook dubbel neergelegd worden. De proefjes duren 5 tot 10 minuten en als een groepje klaar is kan het doorschuiven naar een volgend proefje. Voor groepjes die snel klaar zijn kun je kleurpotloden neerleggen, zodat ze een tekening op de voorkant van hun proefjesboekje kunnen maken, bijvoorbeeld van het leukste proefje.

korte introducties bij elke proefDoor de control toets in te drukken tijdens het klikken op de titel kunt u direct naar het proefje gaan.

1. eitje knijpen Een ei knijp je zo stuk, toch?

2. staand ei Kun jij een ei rechtop zetten?

3. vallende eieren Waar gaan de eieren heen?

4. zwemmend ei Waarom gaat zwemmen in zee soms makkelijker dan in een zwembad?

5. eitje blazen Kun jij het ei van het ene in het andere glas blazen?

6. gekookt of rauw? Weet jij wanneer een ei gekookt of rauw is?

7. sterke eieren Hoe sterk zijn 4 eieren?

Dit circuit bestaat uit 7 proefjes met 3 leerlingen, dus 21 leerlingen. Als de klas uit meer leerlingen bestaat kunt u sommige proefjes dubbel neerleggen, houdt hier rekening mee wat betreft de ingrediënten.

Bij het proefje eitje knijpen moet het boterhamzakje goed dicht zijn en mag er niet teveel lucht in het zakje zitten, anders kan het ei alsnog uit het zakje.

Het proefje vallende eieren gaat het beste bij het aanrecht, omdat er hier water gemorst kan worden.

Het proefje zwemmend ei gaat het beste boven de gootsteen of een bak, omdat er hier water gemorst kan worden.

Het proefje sterke eieren kan wat troep geven. Dek eventueel een tafel af met papier of plastic.

Het proefje gekookt of rauw? kun je het beste voorbereiden door één van de eieren alvast te merken.

Bij het proefje sterke eieren is het handig dat je de leerlingen niet door laat gaan tot de eieren echt kapot zijn, maar afspreekt dat je door gaat tot de boeken op zijn. Anders kost het heel veel eieren.

nagesprek

Page 5: themales eieren

Hierin kunnen de proefjes besproken worden. Wat was de leukste proef? Welke was het verrassendst? Het is leuk om de kinderen in hun eigen woorden uit te laten leggen wat er gebeurde. Hieronder een kleine samenvatting van en verbanden tussen de proefjes. De proefjes sterke eieren en eitje knijpen gaan allebei over de sterke ronde vorm van het ei, door de ronde vorm wordt de kracht verdeeld over het hele ei, als er een barst in het ei zit lukt het verdelen van de kracht niet meer en gaat het kapot. Het proefje staand ei gaat vooral over het steun punt van het ei. Door de ronde vorm heeft het ei maar een heel klein steunpunt, denk daarbij aan de punt van een potlood, deze kun je ook niet zomaar rechtop zetten. Door de korreltjes zout maak je het steunpunt breder en kan het ei blijven staan. Ook bij het proefje vallende eieren gaat het om een natuurkundig principe. Het gaat hier om traagheid. Een voorwerp wil graag de snelheid behouden die het heeft, maar dit is afhankelijk van het gewicht. De wc-rollen en de eieren staan beiden stil en willen dat ook blijven, maar de wc-rollen zijn licht en worden makkelijk verplaatst, de eieren daarentegen zijn zwaarder en blijven waar ze waren. Hierdoor vallen ze ongeveer recht naar beneden en in het glas. Bij het proefje zwemmend ei gaat het over drijven en zinken. Een ei is in principe zwaarder dan water dus zinkt het naar de bodem van een glas water. Door zout aan het water toe te voegen maak je het water zwaarder. Je veranderd niets aan het ei. Het wateris nu zwaarder dan het ei en het ei dus lichter dan het water. Hierdoorgaat het ei drijven. Het proefje gekookt of rauw? is heel handig in de keuken. Bij een gekookt ei zit de binnenkant van het ei vast in de schaal, bij een rauw ei niet. Door het ei rond te draaien en te stoppen zie je eenvoudig het verschil. Doordat je alleen de schaal stopt met draaien stopt het gekookte ei in één keer, bij het rauwe ei draait de binnenkant van het ei nog even rond, deze stopt dus niet direct. De bovenstaande proefjes waren eenvoudig in de les te doen door de kinderen zelf, er zijn nog twee leuke andere proefjes. De eerste kun je in het nagesprek doen, het is met vuur dus niet geschikt voor de kinderen zelf: ei in de fles. 'Het gaat over luchtdruk. Warme lucht neemt meer ruimte in dan koude lucht, dus als warme lucht afkoelt krimpt het.De buitenluchtdruk duwt dan het ei in de fles. Je kunt het proefje ook klassikaal doen met de werkbladen erbij.De ingrediënten voor dit proefje staan op het werkblad:

werkblad ei in de fles antwoordblad ei in de fles

herhalingsopdrachtDe herhalingsopdracht zorgt ervoor dat het onderwerp van de luchtdruk les nog even wordt aangestipt. Het is een proefje dat iets langer duurt en is daarom leuk om na de les te doen. Bij de eierles is dit het proefje windei. Je kunt de eierschaal oplossen in azijn, dit duurt bij elkaar 3 dagen. Je kunt elke leerling een plastic bekertje met zijn of haar naam erop geven en de bekers dan op een veilig plekje in de klas zetten, zodat ze er elke dag even naar kunnen kijken. De ingrediënten voor dit proefje staan op het werkblad:

werkblad windei antwoordblad windei

variatietips

Page 6: themales eieren

Om de proefjescyclus te verkorten kunnen minder proefjes dubbel neergelegd worden. Dan hoeven leerlingen niet alle proefjes te doen, maar bijvoorbeeld nog maar vier en kunnen ze toch allemaal tegelijkertijd bezig zijn. Ook is het natuurlijk mogelijk dat de groepjes niet allemaal alle proefjes doen.

Voor de jongere leerlingen kunnen de proefjes ook een voor een door enkele leerlingen voorgedaan worden in de klas onder begeleiding van de docent.

Page 7: themales eieren

benodigdheden Voor het gehele circuit (alle 7 proefjes enkel) is nodig:

o watero 24 rauwe eieren (incl. reserve)o 12 gekookte eieren (incl.

reserve)o 2 potjes zouto 2 lege wc-rolleno 2 brede bekers of bakjeso 2 (snij-)plankjeso 2 theelepelso glas warm water

o 2 borrelglaasjeso stift of stickero schaar o oud eierdoosje (minstens 2)o keuken weegschaalo zware boeken o eventueel 1 pingpongbal

voor als eitje blazen te moeilijk is

Voor iedere leerling is nodig:o potlood en gum

printenVoor het gehele circuit is één keer nodig:

1. antwoordblad eitje knijpen 2. antwoordblad staand ei 3. antwoordblad vallende eieren 4. antwoordblad zwemmend ei 5. antwoordblad eitje blazen 6. antwoordblad gekookt of rauw 7. antwoordblad sterke eieren

Voor iedere leerling is één werkboek nodig. Voor het werkboek moeten de volgende pagina's worden geprint:

1. voorblad werkboek 2. werkblad eitje knijpen 3. werkblad staand ei 4. werkblad vallende eieren 5. werkblad zwemmend ei 6. werkbladblad eitje blazen 7. werkblad gekookt of rauw 8. werkblad sterke eieren

Eventueel voor de herhalingsopdrachtVoor elke leerling:

werkblad windei bekertje met de naam van de leerling

algemeen: 2 flessen natuurazijn antwoordblad windei

Page 8: themales eieren

werkblad eitje knijpennodig

rauw ei boterhamzakje tafel 10 minuten

Stappen

1. controleer of er geen barsten in het ei zitten2. doe het ei in een boterhamzakje3. doe het boterhamzakje goed dicht

vraag 1: Denk je dat je het ei stuk kan knijpen?    4. probeer het ei met één hand stuk te knijpen

vraag 2: Lukte het?    5. tik met het ei zachtjes op de tafel, zodat er een klein barstje in het ei komt

vraag 3: Denk je dat je het ei nu stuk kan knijpen?    6. probeer het ei met één hand stuk te knijpen

vraag 4: Lukt het nu?    vraag 5: Hoe denk je dat dat komt?  

2

5

Page 9: themales eieren

  

werkblad staand einodig

1 ei zout aanrecht 10 minuten

Stappen

1. zet een ei op zijn bolle kant op het aanrecht

vraag 1: Blijft het ei staan?    2. strooi een hoopje zout van ongeveer een centimeter hoog op het aanrecht3. druk het ei met de bolle kant in het hoopje zout

vraag 2: Blijft het ei nu staan?    vraag 3: Wat denk je dat er zal gebeuren als je het zout wegblaast?    4. blaas zachtjes en voorzichtig het zout onder het ei vandaan

vraag 4: Valt het ei om?    vraag 5: Hoe denk je dat dat komt?   

3

4

Page 10: themales eieren

 

Page 11: themales eieren

werkblad vallende eierennodig

2 lege wc-rollen 2 gekookte eieren 2 brede bekers of bakjes plankje water aanrecht 10 minuten

Stappen

1. vul de bekers of bakjes met water2. zet de bekers of bakjes op het aanrecht3. leg het plankje over de bekers of bakjes4. zet precies boven allebei de bekers of bakjes een lege wc-rol5. zet op allebei de wc-rollen een ei

vraag 1: Ziet het er hetzelfde uit als op het plaatje?    vraag 2: Waar denk je dat de eieren terecht komen als je het plankje wegtrekt?    6. houd het plankje aan één kant vast, zoals op het plaatje7. trek met een korte snelle ruk het plankje weg

vraag 3: Wat gebeurt er?    vraag 4: Hoe denk je dat dat komt?    

5

6

Page 12: themales eieren

werkblad zwemmend einodig

zout glas warm water rauw ei theelepel 5 minuten

Stappen

1. doe het ei in het glas water

vraag 1: Blijft het ei drijven of zinkt het?    2. haal het ei weer uit het glas water3. doe vier theelepels zout in het glas water4. roer goed, tot het zout is opgelost

vraag 2: Wat denk je dat er zal gebeuren als je het ei in het glas water doet?    5. doe het ei in het glas water

vraag 3: Zinkt het ei?    vraag 4: Hoe denk je dat dat komt?    

Page 13: themales eieren

werkblad eitje blazennodig

gekookt ei 2 borrelglaasjes 5 minuten

Stappen

1. doe het ei in een van de borrelglaasjes, een glaasje waar het ei een beetje in valt gaat het beste2. zet het andere glaasje achter het glaasje met het ei erin

vraag 1: Wat denk je dat er gebeurt als je in het glas met het ei blaast?    3. blaas hard in in het glas met het ei

vraag 2: Wat gebeurt er?    4. je kunt door even te oefenen met hard van schuin boven te blazen het ei in het andere glaasje krijgen5. soms lukt het niet, je kunt het dan ook met een pingpong balletje proberen

3

Page 14: themales eieren

werkblad gekookt of rauw?Nodig

gekookt ei rauw ei stift of sticker 5 minuten

Stappen

1. zorg ervoor dat je niet weet welk ei gekookt en welke rauw is2. merk een van de twee eieren met de stift of sticker zodat je ze uit elkaar kunt houden

vraag 1: Welk ei denk jij dat gekookt is?    3. leg een van de twee eieren op tafel en draai hem rond, kijk goed4. draai nu ook het andere rond en kijk goed

vraag 2: Is er verschil in de manier hoe de eieren ronddraaien?    vraag 3: Hoe denk je dat dit komt?    5. herhaal het ronddraaien maar tip nu heel kort de eieren aan, zoals op het plaatje

vraag 4: Kwamen beide eieren stil te liggen?    vraag 5: Hoe denk je dat dit komt?   

5

Page 15: themales eieren

 

Page 16: themales eieren

werkblad sterke eierennodig

4 even grote rauwe eieren schaar oud eierdoosje weegschaal plankje zware boeken 10 minuten

Stappen

1. knip uit het eierdoosje vier losse eierhoudertjes2. doe de eieren in de eierhoudertjes Tip: om geen rommel te maken kun je de eitjes in dichtgeknoopte boterhamzakjes doen3. weeg het plankje

vraag 1: Hoeveel kilo is het plankje?    4. zet je eieren in een vierkant neer5. leg het plankje hier precies op, zoals op het plaatje6. weeg het eerste boek

vraag 2: Hoeveel kilo is het eerste boek?    7. leg het boek op het plankje

vraag 3: Breken de eieren?    8. weeg het volgende boek

vraag 4: Hoeveel kilo is het boek?    

5

Page 17: themales eieren

9. leg dit boek ook op de eieren

vraag 5: Breken de eieren nu?    10. herhaal stap 6 tot en met 9 tot de eieren breken of de boeken op zijn11. tel het gewicht van de plankjes en boeken bij elkaar op

vraag 6: Hoeveel kilo konden de eieren hebben zonder dat ze braken?    

Page 18: themales eieren

werkblad windeinodig

rauw ei azijn glazen bakje volwassene 3 dagen

stappen eerste dag

1. leg het ei in het glazen bakje2. vul het bakje met azijn zodat het ei helemaal onder staat

vraag 1: Zie je iets gebeuren op de schaal?    3. wacht tot overmorgen

stappen derde dag4. bestudeer het ei goed, knijp er voorzichtig inPas op: was eerst je handen voordat je verder gaat, er zit nu zuur aan je handen.

vraag 2: Wat is er gebeurd met het ei?    

Page 19: themales eieren

antwoordblad windeiuitlegbij vraag 1 Als het goed is zie je allemaal belletjes ontstaan op de eierschaal zoals op het plaatje.

bij vraag 2 De schaal is verdwenen en alleen het vlies om het ei is over. Als je in het ei knijpt is het zacht. Ook zie je een bruin vlies bovenop de azijn.

De schaal van een ei is gemaakt van kalk. De azijn die je erbij doet is een zuur. Zuur lost kalk op, hierbij ontstaan belletjes. Deze belletjes zijn van hetzelfde gas gemaakt als prik in frisdrank. De schaal bestaat niet alleen uit kalk, een aantal andere bestanddelen zit in het bruine vlies bovenop de azijn.

 

extra uitlegWindeieren zijn eieren zonder schaal en worden soms gelegd door jonge kippen. De boer is daar niet zo blij mee, want hij kan ze dan niet meer verkopen. Hier komt de uitdrukking: 'Dat legt hem geen windeieren' vandaan.

De scheikundige naam voor het materiaal van een eischaal is: Calcium Carbonaat (CaCO3). Het zuur van azijnzuur (H+) reageert met het Calcium Carbonaat, hierbij ontstaat koolzuurgas (CO2) en water (H2O). De harde kalkschaal zal dus verdwijnen. De Calcium en de rest van het azijnzuur (acetaat) blijven opgelost. Azijn bevat ook een deel water. Het ei neemt dit op en kan daarom ietsje groter worden.

 

Page 20: themales eieren

antwoordblad eitje knijpenuitlegbij vraag 1 Alle antwoorden zijn goed. Het gaat er bij deze vraag om wat jij zelf vantevoren denkt.

bij vraag 2 Waarschijnlijk lukte het je niet het ei stuk te knijpen.

bij vraag 3 Alle antwoorden zijn goed. Het gaat er bij deze vraag om wat jij zelf vantevoren denkt.

bij vraag 4 Waarschijnlijk lukte het je nu wel het ei stuk te knijpen.

bij vraag 5 Eieren zijn sterk door de vorm van hun schaal. De schaal is namenlijk rond en ronde vormen zijn erg sterk. Dit komt doordat de ronde vorm de kracht van het knijpen verdeelt over de hele schaal. Als er een barst in het ei zit, kan het ei de kracht niet meer verdelen over de schaal en kun je het wel stukknijpen. Architecten gebruiken ook vaak sterke ronde vormen in hun gebouwen, deze worden bogen genoemd. Denk maar aan de plafonds van kerken en aan sommige bruggen.

 

extra uitlegEieren zijn sterk door hun ronde vorm, waarbij ze krachten over hun hele schaal kunnen verdelen. Als je echter op een heel klein punt een grote kracht levert, bijvoorbeeld door hem op het aanrecht of de rand van de pan te slaan, of door er met een vork in te prikken, dan kan de schaal de kracht niet genoeg verdelen en gaat het ei toch stuk.

 

Page 21: themales eieren

antwoordblad staand eiuitlegbij vraag 1 Het ei valt om.

bij vraag 2 Het ei blijft nu staan.

bij vraag 3 Alle antwoorden zijn goed. Het gaat er bij deze vraag om wat jij zelf van tevoren denkt. Misschien denk je dat het ei weer zal omvallen.

bij vraag 4 Het ei blijft staan.

bij vraag 5 Een ei is rond. Daardoor heet het maar een heel klein steunpunt als je het rechtop wilt zetten. Dit gaat heel moeilijk, denk maar eens aan een potlood dat je op zijn punt wilt zetten! Als je het ei in een hoopje zout zet, steunt het ook op sommige van de korreltjes zout. Het ei heeft nu meer steunpunten en kan dus wel blijven staan. De korreltjes zout waarop het ei steunt worden door het gewicht van het ei tegen het aanrecht geduwd. Daarom blaas je deze zoutkorrels niet gemakkelijk weg. De andere zoutkorrels blaas je wel gemakkelijk weg. Je blaast dus alle zoutkorrels weg, behalve die waar het ei op steunt. Daarom kan het ei blijven staan.

 

extra uitlegAlle dingen hebben een zwaartepunt. Dit is de plek waar gemiddeld al het gewicht zit. Een voorwerp blijft staan als het zwaartepunt precies boven of onder de plek zit waar het voorwerp op steunt. Anders valt het voorwep om. Bij het ei zit het zwaartepunt in het midden van het ei. Het steunpunt van het ei is maar heel klein, doordat het ei rond is. Het is daardoor heel moeilijk om het zwaartepunt precies boven het steunpunt te krijgen en het ei rechtop te laten staan.

Als je een ei steunt in een hoopje zout, wordt het steunpunt groter, doordat het ei niet alleen op het aanrecht, maar ook op de zoutkorreltjes steunt. je maakt het steunpunt dus groter, waardoor het makkelijker is om het zwaartepunt boven het steunpunt te krijgen en het ei rechtop te laten staan.

 

Page 22: themales eieren

antwoordblad vallende eierenuitlegbij vraag 1 Zorg dat je opstelling er uitziet zoals op het plaatje.

bij vraag 2 Alle antwoorden zijn goed. Het gaat er bij deze vraag om wat jij zelf van te voren denkt. Misschien denk je dat ze wegrollen of alle kanten op schieten.

bij vraag 3 De eieren vallen precies in de bekers of bakjes water.

bij vraag 4 De eieren staan stil voordat je aan het plankje trekt. Als je aan het plankje trekt, trek je de lege wc-rollen mee. De eieren zijn vrij zwaar, en komen moeilijk in beweging. Daarom blijven ze waar ze waren. Ze steunen alleen nergens meer op, dus vallen ze min of meer recht naar beneden, de bekers of bakjes water in.

 

extra uitlegEen voorwerp wil de snelheid houden die het al heeft. Dat principe heet traagheid. Hoe zwaarder een voorwerp, hoe groter de traagheid. Als je het plankje wegtrekt, trek je de wc-rollen gedeeltelijk mee. De eieren zijn relatief zwaar en hebben dus een relatief grote traagheid. Ze willen dus niet in beweging komen. Daardoor schieten ze niet weg, maar vallen ze min of meer recht naar beneden.

 

Page 23: themales eieren

antwoordblad zwemmend eiuitlegbij vraag 1 Het ei zinkt.

bij vraag 2 Alle antwoorden zijn goed. Het gaat er bij deze vraag om wat jij zelf van te voren denkt.

bij vraag 3 Het ei blijft drijven.

bij vraag 4 Of iets blijft drijven of zinkt in water hangt af van hoe zwaar het is, maar ook van hoe zwaar het water is. Als iets lichter is dan water dan drijft het, als iets zwaarder is dan water zinkt het. Als je zout bij het water doet blijft het ei even zwaar, maar wordt het water zwaarder. Het water wordt zwaarder dan het ei. Daarom blijft het ei drijven in zout water, maar zinkt het in zoet water.

Om dezelfde reden blijf jezelf ook beter drijven in de zee dan in een zwembad. Zeewater is zout en dus zwaarder. Daarom gaat onder water zwemmen moeilijker in de zee, maar drijven makkelijker!

 

extra uitlegOf een voorwerp blijft drijven of zinkt hangt af van de zogenaamde dichtheid van het voorwerp en de vloeistof. De dichtheid van een stof is de massa (hoeveel de stof weegt) gedeeld door het volume (de grootte van de stof), dus hoeveel precies een kubieke meter van de stof weegt. De dichtheid van een ei is groter dan de dichtheid van zoet water, dus een ei weegt meer dan evenveel water. Daarom zinkt een ei. Als je zout in het water oplost wordt de dichtheid van het water groter, dus het water wordt zwaarder. Zo veel zelfs, dat een ei minder gaat wegen dan dezelfde hoeveelheid water. Daarom drijft een ei in zout wa-ter.

 

Page 24: themales eieren

antwoordblad eitje blazenuitlegbij vraag 1 Alle antwoorden zijn goed. Het gaat er bij deze vraag om wat jij zelf vantevoren denkt.

bij vraag 2 Waarschijnlijk lukt het wel om het ei een beetje te bewegen. Na even proberen kun je het ei van het ene naar het andere glas blazen. Schuin, kort en hard blazen gaat het beste.

Wanneer je blaast drukt de lucht tegen de bodem van het glas, maar omdat de lucht er niet door kan, komt hij weer omhoog. Op dat moment duwt de lucht het ei omhoog en uit het glas. Als je precies hard genoeg, en schuin genoeg blaast, dan zal het ei in het andere glas vallen.

 

extra uitlegDoor het blazen verhoog je de luchtdruk in het glas. Maar de luchtdruk wordt niet overal even groot, dat hangt af van de kracht en hoek waarmee je blaast. Als je heel hard blaast dan kun je het tweede glas een stuk verder weg zetten. Het proefje gaat erg goed met ouderwetse borrelglaasjes zoals op het plaatje, een glaasje waar het eitje in past maar er voor ongeveer eenderde bovenuitsteekt werkt ook heel goed. Met een pingpong bal kun je beter een iets groter glas gebruiken, pingpongballetjes zijn heel licht en je hebt dus minder luchtdruk nodig om ze omhoog te krijgen.

 

Page 25: themales eieren

antwoordblad gekookt of rauw?uitlegbij vraag 1 Alle antwoorden zijn goed. Het gaat er bij deze vraag om wat jij zelf vantevoren denkt.

bij vraag 2 Als het goed is draait een van de twee eieren veel sneller en makkelijker rond dan het andere. Het andere ei draait een beetje langzaam. Het snelle ei is gekookt en en langzame ei is rauw.

bij vraag 3 Als je een ei kookt dan zorg je ervoor dat de binnenkant van een ei hard wordt. De binnenkant zit daardoor vast in de schaal. Bij een rauw ei zit de binnenkant los en is vloeibaar. Als je het gekookte ei draait dan draaien de binnenkant en de schaal van het ei gelijktijdig. Als je een rauw ei draait dan draaien de zachte losse binnenkant en de schaal niet helemaal gelijk. Ze werken elkaar een beetje tegen, hierdoor wiebelt het ei een beetje en gaat het langzamer.

bij vraag 4 Als het goed is stopt een van de eieren met draaien als je het los laat. Het andere ei gaat nog even door met draaien. Als het niet lukt kun je proberen de eieren iets langer aan te raken.

bij vraag 5 Het gekookte ei stopt met draaien omdat de binnenkant en de schaal aan elkaar vast zitten. Je stopt door het ei aan te tikken het hele ei. Bij een rauw ei zitten de schaal en de binnenkant niet aan elkaar vast. Je stopt door het aantikken wel de schaal met draaien, maar de binnenkant niet. De binnenkant gaat dus nog even door met draaien en neemt hierdoor weer de schaal mee. Het rauwe ei stopt met draaien dus niet en het gekookte ei wel.

 

extra uitlegEieren worden hard door koken. Eigenlijk is dit een scheikundig proces, door de hoge temperatuur verandert de structuur van de ei-moleculen, de inhoud van het ei wordt hard. Dit proces kun je niet omkeren, ook na het afkoelen blijft het ei hard.

 

Page 26: themales eieren

antwoordblad sterke eierenuitlegbij de vragen Als het goed is kunnen de vier eieren het gewicht van ongeveer 10 kilo dragen.

Eieren zijn sterk door de vorm van hun schaal. De schaal is namenlijk rond en ronde vormen zijn erg sterk. Dit komt doordat de ronde vorm de kracht die de boeken uitoefenen op de schaal verdeelt over de hele schaal. Architecten gebruiken ook vaak sterke ronde vormen in hun gebouwen, deze worden bogen genoemd. Denk maar aan de plafonds van kerken en aan sommige bruggen.

 

extra uitlegDoor de ronde vorm van een ei lukt het je ook niet om een ei in je blote vuist, zonder ringen, kapot te knijpen. De ronde vorm van de schaal zorgt er ook hierbij voor dat de kracht van het knijpen over de hele schaal verdeeld wordt.