test panorama

4
Panorama Arnhem Behalve de vele monumentale gebouwen en bijzondere stadsgezichten (het rode erfgoed) kent Arnhem een opmerkelijk groot aantal bijzondere groene objecten en structuren die eveneens tot het erfgoed gerekend moeten worden. Daarnaast heeft Arnhem een rijk bodemarchief. Onder het maaiveld ligt niet alleen veel informatie opgeslagen over het ontstaan en ruimtelijke ontwikkelingen van de stad, maar ook over de bewoners van onze streken van vóór de tijd dat Arnhem al een stad was. Ook dit zogenaamde ‘bruine erfgoed’ verdient onze blijvende aandacht evenals de bijzondere bruggen, fonteinen, beken en sluizen die we tot het ‘blauwe’ erfgoed rekenen. Maar Arnhem is ook een stad in verandering die te maken heeft met schaalvergroting en verdichting, Arnhem is een stad met een lange geschiedenis, een gemeente waar twee landschappen – het lage rivierenland en het geaccidenteerde stuwwallandschap – elkaar ontmoeten. Ondanks vele vernieuwingen en verwoestingen, zoals bij de Slag om Arnhem, is de rijke historie van Arnhem nog op vele manieren zichtbaar en voelbaar. met nieuwbouw en sloop en met een groeiend verkeersaanbod en bedrijvigheid. Om te voorkomen dat de verschillende cultuurhistorische tijdlagen van de ontwikkeling van Arnhem straks niet meer goed zichtbaar zijn, is een integraal beleid nodig voor het erfgoed dat inspeelt op deze ontwikkelingen. Het nieuwe erfgoedbeleid is vervat in de conceptnota ‘Panorama Arnhem’. In deze nota wordt de doelstelling van het erfgoedbeleid als volgt geformuleerd: Het nieuwe erfgoedbeleid beoogt een meer expliciete en integrale inzet van de Arnhemse cultuurhistorische kwaliteit binnen het geheel van de stedelijke ontwikkeling en bepleit een beter gebruik van het onderscheidend vermogen van Arnhem. De beschikbare kennis en ervaring op dit gebied kan veel beter worden ingezet, meer vooraan in projectontwikkelingen en processen en vooral meer kaderstellend. Het is duidelijk dat de gemeentelijke overheid een belangrijke verantwoordelijkheid heeft in het behoud van het erfgoed. Maar de gemeente kan en wil de zorg voor het erfgoed niet alleen dragen en heeft het enthousiasme en de actieve ondersteuning nodig van onder andere de bewoners van de stad, cultuur- historische organisaties, woningeigenaren, project- ontwikkelaars en andere bedrijven. Daarom worden zij ook betroken bij de ontwikkeling van het beleid. De gemeente overweegt om in het erfgoedbeleid het accent te verschuiven van ‘behoud door bescherming’ naar ‘behoud door ontwikkeling’, zodat de cultuur- historie op een vroeg moment een actieve rol kan gaan spelen in veranderingsprocessen en ontwerp- keuzen. Er kleven mogelijk ook risico’s aan wanneer de bescherming van monumenten, bodemschatten en cultuurlandschappen in enige mate losgelaten wordt ten gunste van het ontwikkelingsproces. Deze en andere uitgangs- punten van het nieuwe erfgoedbeleid zijn daarom voorgelegd aan een aantal onafhankelijke deskundigen. In deze uitgave spreken zij zich in een zestal interviews frank en vrij uit over de sterke en zwakke punten van de concept-nota, de kansen en de bedreigingen. Hun opvattingen vormen de basis voor een bredere discussie over het erfgoedbeleid. De gemeente is van plan de steeds sterker oplevende waardering voor geschiedenis en erfgoed aan te grijpen om vaker met geïnteresseerden hierover in gesprek te raken. Deze speciale uitgave mag daarom gezien worden als een eerste stap op weg naar een actievere communicatie over het erfgoed(beleid) in Arnhem. Erfgoednota van de gemeente Arnhem 2007-2011 Erfgoed Arnhem

description

als magazine

Transcript of test panorama

Page 1: test panorama

Panorama Arnhem

Behalve de vele monumentale gebouwen enbijzondere stadsgezichten (het rode erfgoed) kentArnhem een opmerkelijk groot aantal bijzonderegroene objecten en structuren die eveneens tot heterfgoed gerekend moeten worden. Daarnaast heeftArnhem een rijk bodemarchief. Onder het maaiveldligt niet alleen veel informatie opgeslagen over hetontstaan en ruimtelijke ontwikkelingen van de stad,maar ook over de bewoners van onze streken vanvóór de tijd dat Arnhem al een stad was. Ook ditzogenaamde ‘bruine erfgoed’ verdient onzeblijvende aandacht evenals de bijzondere bruggen,fonteinen, beken en sluizen die we tot het ‘blauwe’erfgoed rekenen.

Maar Arnhem is ook een stad in verandering die temaken heeft met schaalvergroting en verdichting,

Arnhem is een stad met een lange geschiedenis, een gemeentewaar twee landschappen – het lage rivierenland en hetgeaccidenteerde stuwwallandschap – elkaar ontmoeten.Ondanks vele vernieuwingen en verwoestingen, zoals bij de Slagom Arnhem, is de rijke historie van Arnhem nog op velemanieren zichtbaar en voelbaar.

met nieuwbouw en sloop en met een groeiendverkeersaanbod en bedrijvigheid. Om te voorkomendat de verschillende cultuurhistorische tijdlagen van deontwikkeling van Arnhem straks niet meer goedzichtbaar zijn, is een integraal beleid nodig voor heterfgoed dat inspeelt op deze ontwikkelingen.Het nieuwe erfgoedbeleid is vervat in de conceptnota‘Panorama Arnhem’. In deze nota wordt dedoelstelling van het erfgoedbeleid als volgtgeformuleerd:

Het nieuwe erfgoedbeleid beoogt een meer expliciete enintegrale inzet van de Arnhemse cultuurhistorischekwaliteit binnen het geheel van de stedelijke ontwikkelingen bepleit een beter gebruik van het onderscheidendvermogen van Arnhem. De beschikbare kennis enervaring op dit gebied kan veel beter worden ingezet,

meer vooraan in projectontwikkelingen en processen envooral meer kaderstellend.

Het is duidelijk dat de gemeentelijke overheid eenbelangrijke verantwoordelijkheid heeft in het behoudvan het erfgoed. Maar de gemeente kan en wil dezorg voor het erfgoed niet alleen dragen en heeft hetenthousiasme en de actieve ondersteuning nodig vanonder andere de bewoners van de stad, cultuur-historische organisaties, woningeigenaren, project-ontwikkelaars en andere bedrijven. Daarom worden zijook betroken bij de ontwikkeling van het beleid.De gemeente overweegt om in het erfgoedbeleid hetaccent te verschuiven van ‘behoud door bescherming’naar ‘behoud door ontwikkeling’, zodat de cultuur-historie op een vroeg moment een actieve rol kangaan spelen in veranderingsprocessen en ontwerp-

keuzen. Er kleven mogelijk ook risico’s aanwanneer de bescherming van monumenten,bodemschatten en cultuurlandschappen in enigemate losgelaten wordt ten gunste van hetontwikkelingsproces. Deze en andere uitgangs-punten van het nieuwe erfgoedbeleid zijndaarom voorgelegd aan een aantalonafhankelijke deskundigen. In deze uitgavespreken zij zich in een zestal interviews frank envrij uit over de sterke en zwakke punten van deconcept-nota, de kansen en de bedreigingen.Hun opvattingen vormen de basis voor eenbredere discussie over het erfgoedbeleid. Degemeente is van plan de steeds sterkeroplevende waardering voor geschiedenis enerfgoed aan te grijpen om vaker metgeïnteresseerden hierover in gesprek te raken.Deze speciale uitgave mag daarom gezienworden als een eerste stap op weg naar eenactievere communicatie over het erfgoed(beleid)in Arnhem.

Erfgoednota van degemeente Arnhem2007-2011

Erfgoed

Arnhem

Page 2: test panorama

Johan Carel Bierens deHaan, Geldersch Landschap/ Geldersche Kasteelen

Lat erfgoedbeleidmag bestwat hoger liggenArnhem zit met het erfgoedbeleid op de goedeweg, maar de lat mag nog wel een stuk hogergelegd worden. Het Arnhems verleden moetbeter zichtbaar worden gemaakt. Particulierinitiatief kan daarbij helpen.

De Stichting Geldersch Landschap /GelderscheKasteelen, beheerder van 30 kastelen en 11.000hectare landschap waaronder een dozijn historischeparken, wordt financieel steeds minder afhankelijkvan de overheid. “Mede door de openstelling vandiverse kastelen en door een groeiend aantaldonateurs houden we nu voor ruim tweederde deelonze eigen broek op”, aldus adjunct-directeurJohan Carel Bierens de Haan. Volgens Bierens deHaan vormt dit het bewijs dat particuliereorganisaties uitstekend in staat zijn om het erfgoedte restaureren, te beheren en te exploiteren. “Daarzou Arnhem meer gebruik van kunnen maken. De

restauratie van Luxor, van de ijskelder in ParkZypendaal en van de historische tuin op Warnsbornzijn allemaal voorbeelden van initiatieven die doorparticuliere inspanningen van de grond zijn gekomen.Ik zou tegen de gemeente willen zeggen: verzin eenmodel om méér met dat particuliere initiatief te doen.De gemeente stelt de voorwaarden en controleert,maar is geen ondernemer. Particulieren zijn ook beterin staat om geld te genereren. Want geld is er genoegin dit land; je moet het wel zien te verdienen.”Bierens de Haan ziet vele goede aanknopingspunten inhet nieuwe erfgoedbeleid dat Arnhem voorstaat, maarhet ambitieniveau mag wat hem betreft nog wel watomhoog. “De aandacht voor het groene erfgoed isterecht; dat is een speerpunt van Arnhem. Net alsonze stichting wil Arnhem natuurbescherming enmonumentenbeleid hand in hand laten gaan. Immershet gebouwde en groene erfgoed zijn onlosmakelijkmet elkaar verbonden. Maar er zijn nog wat groteregebaren nodig.” Hij vult aan: “We constateren dat ereen goed gerestaureerde groene long in Arnhem ligtdie uitstekend wordt beheerd. Maar wat gebeurt ervervolgens? In 1999 hebben we bij het 100-jarigbestaan van park Sonsbeek de Verklaring van Arnhemondertekend. Daar moeten we wél wat mee gaandoen. De schil van bossen rond Arnhem zouuitgebreid kunnen worden, de aandacht voorrijksmonumenten kan beter, het archeologischeerfgoed zou beter onder de aandacht kunnen wordengebracht. Maar het archeologische verleden heeft inArnhem geen eigen gezicht. En de splitsing van het

gemeentemuseum en het historisch museum heeft vande historische collectie een ondergeschoven kindgemaakt. Kijk in dat opzicht naar wat Nijmegen methet museum het Valkhof te bieden heeft. Het verledenvan Arnhem kan heel wat beter zichtbaar wordengemaakt.”Bierens de Haan staat positief tegenover het beginselvan behoud door ontwikkeling, waarbij hij aantekentdat de eerste taak van het erfgoedbeleid is omkwetsbare zaken uit het verleden te redden.“Behouden is niet behoudend. Conserveren is nietconservatief. Onze stichting heeft ook lange tijd vooralmoeten werken aan het herstel van de oorlogsschadeaan kastelen en landschappen. In een later stadiumhebben we het erfgoed open kunnen stellen voor hetpubliek en meer aandacht kunnen geven aan educatieen het versterken van het draagvlak. Je moet zeker opzoek gaan naar nieuwe functies voor het erfgoed endie zijn, gezien de toenemende belangstelling voor hetverleden, absoluut te vinden. Maar blijf streng enhoud de rug recht.”

Rob Dekker,woningcorporatie Vivare

Bescherming moetniet te rigide zijnBescherming van het bebouwde erfgoed isnodig, maar er moet ook ruimte zijn voorvernieuwing van verouderde en slechtverhuurbare woningen, ook al vallen deze onderhet beschermd stadsgezicht.

Dat stelt directeur Rob Dekker van woning-corporatie Vivare naar aanleiding van de concept-erfgoednota van de gemeente Arnhem. VolgensRob Dekker spannen de woningcorporaties zich alflink in om ‘pareltjes van de stad’ te behouden ensteken ze hun nek uit voor bijvoorbeeld hetbehoud van monumentale woningen in het

Spijkerkwartier, of van het voormalig militair hospitaalOnder de Linden. “Anderzijds liggen we regelmatigmet de gemeente in de clinch over de herontwikkelingvan ons woningbestand”, zegt hij verwijzend naar dediscussies over de sloop van delen van Presikhaaf. “Wijhebben als beheerder van grote aantallen woningenen als maatschappelijk onder-nemer eenverantwoordelijkheid voor het erfgoed, maar wedienen er ook zorg voor te dragen dat we woningenblijven aanbieden die voldoen aan de eisen van dezetijd. De portiekflats in Presikhaaf 3 mochten dan eenvoorbeeld zijn van wederopbouwarchitectuur,bouwkundig waren ze feitelijk een puinhoop. Danmoet je kunnen ingrijpen, dan moet je durven slopen.Die woningen moeten wel leefbaar blijven.”Behoud door ontwikkeling, een van de centralethema’s in de erfgoednota, is volgens Dekker een goeduitgangspunt, maar hij vraagt zich af of er in hetbeleid voldoende openingen worden geboden om ditook werkelijk uit te voeren. “Ik ben absoluut niet voorhet loslaten van bescherming. Daarvoor is er inArnhem al te veel kostbaars verdwenen. Maar als wijbijvoorbeeld in de Geitenkamp constateren dat eenflink aantal woningen niet meer aan de huidige eisen

voldoet en steeds moeilijker te verhuren is, wat dan tedoen?” Hij geeft zelf het antwoord. “De Geitenkamp isbeschermd stadsgezicht, maar ik vind dat je daar tochmet een chirurgische precisie een beperkt aantalwoningen moet kunnen slopen om er historischverantwoorde nieuwbouw voor terug te laten keren.Nieuwbouw die goed aansluit bij het karakter van hettuindorp. In Vinex-wijken zie je tegenwoordig dat er alheel fatsoenlijke, historiserende architectuur wordtneergezet. Dat moet in een wijk als De Geitenkamptoch ook mogelijk zijn? Volgens de huidige bepalingenmag je er echter geen steen aan veranderen.”Ook ontwikkelingen als de vraag naar zorg innabijheid van woningen, vragen volgens Dekker omeen minder rigide bescherming van het erfgoed.“Anders hebben we te weinig mogelijkheden voor eengedifferentieerd en aantrekkelijk woningaanbod enverslechtert het leefklimaat in die wijken, hoe mooi zeook zijn.”

Erfgoed

Arnhem

Page 3: test panorama

Kees Tak, architect

Wees alerten zet een bewakernaast ons erfgoedBehoud door ontwikkeling is een goedebenadering om het gebouwde en ongebouwdeerfgoed te beschermen. Maar zet er wel eenbewaker naast om te voorkomen datondeskundige projectontwikkelaars ofarchitecten het wezenlijke karakter van heterfgoed aantasten.

Dat zegt Kees Tak directeur van Tak Architecten,een bureau dat zich voor een belangrijk deel heeftgespecialiseerd in monumentale objecten enrestauratie. “Ik ben een warm voorstander vanbehoud door ontwikkeling. Een monument moeteen economische drager hebben, anders is het eenverloren object. En ik ben niet zo’n purist die vindtdat je aan een historisch gebouw geen enkelmodern element mag toevoegen. Als eenmonument een goede gebruiksfunctie wil hebben,dan moet er bijvoorbeeld dubbel glas in kunnen en

een centrale verwarming. Dat zat er vroeger natuurlijkniet in. Maar een gebouw groeit en verandert in deloop der geschiedenis. Waar ik van gruw is als ergeforceerd historiserend wordt ingegrepen, als erineens een 14e eeuwse schouw in een 16e eeuwseboerderij wordt geplaatst. Dat is een falsificatie van degeschiedenis. Een historisch gebouw kan heel goedeigentijdse nieuwe elementen verdragen, al hoevendie van mij niet per se van staal en glas te zijn. Zolangje het verhaal van het object maar begrijpt en kuntblijven vertellen, dan is er heel wat mogelijk om eenmonument een nieuwe gebruiksmogelijkheid tegeven.”Kees Tak werkt momenteel aan de restauratie van hetMuseum voor Moderne Kunst, de Witte Villa in hetSonsbeekpark, het Huis der Provincie en deSabelspoort. Hij vindt het van belang dat de juistedeskundigheid wordt ingeschakeld bij het behoud vanhet erfgoed. “Het risico van behoud door ontwikkelingis dat Jan en alleman met een plan aan kan komenzetten om iets nuttigs te maken van een monument.Maar goed restaureren is een vak apart dat veel kennisvraagt van materialen en technieken. Veel architectenzijn mij wat teveel vormgevers, die voorbij gaan aaneen grondige analyse van de ruimtelijke en historischekwaliteiten van een object.”Wat Kees Tak betreft moet er naast ieder monumentaalobject bij wijze van spreke een politieman staan omhet historisch karakter te bewaken. “Ik bedoel, deoverheid moet eigenlijk een beetje paranoia zijn overwat er met het historisch erfgoed gebeurt. Je moet

voortdurend anticiperen op maatschappelijke eneconomische ontwikkelingen waardoor je tijdig kuntsignaleren wanneer er bijvoorbeeld een monumentaalgebouw vrijkomt. Dan heb je de gelegenheid om,vóórdat de projectontwikkelaar op de stoep staat, methulp van deskundigen goed te kijken wat er met zo’nmonument nog mogelijk is. Behoud doorontwikkeling? Prima, maar blijf wel duidelijk enstreng.”

Eduard van Vloten,Stichting Archeologie enHistorie Polder Meinerswijk

Versterk de belevingvan de historieVersterk de beleving van de Arnhemse cultuur-historie en ontwikkel een goede communicatie-strategie om organisaties en burgers teenthousiasmeren voor het erfgoedbeleid. Zoekdaarbij naar een positieve insteek en voorkomdat het erfgoedbeleid louter een defensiefinstrument wordt.

Dat advies geeft Eduard van Vloten, secretaris vande Stichting Archeologie en Historie PolderMeinerswijk. “Er zijn in Arnhem gelukkig velestichtingen en verenigingen als de onze actief diezich inzetten voor het behoud van het erfgoed. De

mogelijkheden die deze organisaties bieden voor heterfgoedbeleid vind ik nog te weinig terug in de nota.Investeer in deze clubs. Organiseer een netwerk waarallen die zich voor de Arnhemse cultuurhistorieinteresseren elkaar treffen. Gebruik ons als klankbord;niet om tegengas te geven maar ter ondersteuningvan het beleid”, aldus Van Vloten.“Het belang en de beleving van de geschiedenis is inArnhem wat minder groot dan bijvoorbeeld inNijmegen. Er is hier nog wat te weinig trots. We zijnnog wat teveel naar binnen gekeerd, terwijl er zoveelis om trots op te zijn. Natuurlijk, er is ook al veelverdwenen en ik krijg zelf ook geen historischehartkloppingen als ik door het centrum loop. Maar inAngerenstein of in Meinerswijk weer wél. Er ligt eentaak om de cultuurhistorische belangstelling naar eenhoger plan te tillen.”Van Vloten geeft als voorbeeld de prijsvraag voor deinrichting van het archeologisch veld in Schuytgraaf.Dit archeologische rijksmonument diende vrij vanbebouwing te blijven om latere generaties de kans tegeven verder onderzoek te doen. Maar op initiatiefvan onder andere de betrokken ontwikkelings-maatschappij, zal er een historisch monument verrijzen

dat verwijst naar een ander deel van de geschiedenisvan het gebied. Hij doelt op de Poolse luchtlandings-troepen die hier rond de Slag om Arnhem warengelegerd. “Soms is afdekken de beste oplossing vooreen archeologisch monument, maar op deze manierwordt toch recht gedaan aan de genius loci van dezeplek. Een prima oplossing die je zo zou kunnenvertalen naar de archeologische vindplaatsen inMeinerswijk.” Ook het Limes-project, dearcheologische vindplaatsen langs de grens van hetRomeinse Rijk, biedt volgens Van Vloten goedemogelijkheden om de beleving van de Arnhemsehistorie te versterken.“Grijp dit soort kansen aan. Laat ons investeren in dezaken die echt de moeite van het behouden waard zijnen zet daar vol op in. Andere dingen uit het verledenmoeten we los kunnen laten. Ik zie in de nota deaanzetten tot zo’n aanpak, maar hoor toch nog teveelde behoudende toon.”

Erfgoed

Arnhem

Page 4: test panorama

Wim Lavooij,stedenbouwkundige

Zoek naar nieuwe,levendige functiesvoor monumentenErfgoedbeleid moet niet alleen gericht zijn ophet behoud van historische waarden. Want eenleegstaand monument is de dood in de pot. Gadaarom actief op zoek naar nieuwe functies voormonumenten. Zet het monumentenbeleid invoor de stimulering van een levendige, creatievestad.

Dat is het pleidooi van Wim Lavooij, mededirecteurvan stedenbouwkundig adviesbureau SAB enauteur van diverse boeken over de stedenbouw-kundige ontwikkeling van Arnhem. “Begrijp megoed, er is in het Arnhemse monumentenbeleid alheel veel bereikt. Na WO II was er weinigwaardering voor de bebouwde omgeving. Je konhier zonder probleem een oud pand slopen, maaro wee als je een boom wilde omzagen. Dat isduidelijk veranderd en de aandacht voor dehistorische bebouwde omgeving is flink toe-genomen. Maar voor mij moet monumenten-

beleid méér zijn dan een puur historische beweging.Monumenten hebben een hoge belevingswaarde. Diekun je inzetten om nieuwe economische dragers voorje stad te vinden. Het gaat wat mij betreft zowel omcommerciële als om niet-commerciële activiteiten. Alshet maar bijdraagt aan de levendigheid van de stad.Het steekt me echt als ik zie hoeveel historischbelangrijke gebouwen geen duidelijke functie meerhebben. Hoelang heeft het Dudok-pand aan hetWillemsplein niet leeggestaan? En wat is de zin vanhet behoud van de historische kelders in debinnenstad als daar geen duidelijke functie aangekoppeld is? In mijn ogen moet de gemeente‘functiemakelaar’ zijn en als een gek door de stad heenrennen om nieuwe gebruikers voor monumenten tezoeken. Er zijn al veel te veel functies vertrokken uit debinnenstad. Er is bijvoorbeeld geen enkele hbo-instelling meer te vinden in het centrum. Kleinewinkeltjes, stomerijen, dokters, kinderdagverblijven, aldie functies houden een stadscentrum levendig Helaaszijn die in de loop der tijd uit het hart van de stadvertrokken.”Lavooij is ervan overtuigd dat het ook economischhaalbaar is monumenten een levendiger karakter tegeven. Hij verwijst naar diverse voorbeelden in NewYork waar in de plint van historische gebouwen kleineondernemers en niet-commerciële functies een plekjehebben gevonden en zo het straatbeeld levendighouden. “Je moet, economisch gezien, de hoofdprijsniet uit de plint willen halen maar uit de ruimtesdaarachter en daarboven. En als er dan achter degevels flink verbouwd moet worden, moet je daar niet

altijd te moeilijk over doen. Moet er een neonreclameop van de nieuwe eigenaar? Prima! Zolang hetkarakter van het gebouw maar herkenbaar blijft. Opdie manier hadden we de historische panden naastV&D aan de Velperbinnensingel kunnen behouden ende parkeergarage daarachter kunnen plaatsen.Waarom niet? De discussie over monumenten moetniet alleen gaan over slopen of laten staan, maar overde vraag hoe je het erfgoed in kunt zetten voor eenlevendige stad, hoe je goede functies aan degebouwen koppelt en hoe je de belevingswaarde vanmonumenten kunt vertalen in economische waarde.”De gemeente moet volgens Lavooij ‘selectief streng’zijn bij het behoud van monumenten. “Zoek perstijlperiode de iconen uit die je wilt behouden en waariedereen met zijn vingers af moet blijven. Maarprobeer niet alles krampachtig overeind te houden.Van de wederopbouwarchitectuur zijn bijvoorbeeldeen paar dingen de moeite van het behouden waard.Maar het meeste dat er staat is niet eens weder-opbouwarchitectuur, het is gewoon sléchtearchitectuur. Weg ermee, met al dat spul uit hetzuidelijk deel van de binnenstad.”

Jandirk Hoekstra, H+N+SLandschapsarchitecten

Neem het historischeniet te letterlijkZoeken naar historische betekenissen in de land-schappelijke of stedenbouwkundige omgeving isgeweldig, maar je moet je steeds kritisch blijvenafvragen; wat wil ik met die historische verwijzingdoen? Gebruik de historische achtergrond alsinspiratiebron en probeer niet al te letterlijk degeschiedenis in leven te houden of tot leven tebrengen.Dat zegt landschapsarchitect Jandirk Hoekstra vanH+N+S Landschapsarchitecten die onder meerbetrokken is bij de (her)inrichting van hetvoormalige KEMA-terrein (Arnhem Business Park).Het unieke historische ontwerp van het KEMA-parkvormde een duidelijke inspiratie voor de nieuwe

ontwikkelingen. “Daar staat een aantal mooiegebouwen, goed op hun plek, die uitdrukking gevenaan het architectonische principe dat daar istoegepast. Uit vrijwel geen enkel raam heb je uitzichtop een ander gebouw maar zie je hoofd-zakelijklandschap. Fantastisch, dat moet je vervolgensgebruiken als inspiratiebron. Vanuit dit historischegegeven moet je in grote lijnen het perspectiefschetsen en dan nieuwe elementen gaan ontwerpen.Dat is dus iets anders dan alles behouden, bevriezen.Natuurlijk moeten er beperkingen zijn en mag je nietzomaar gaan slopen. Maar ik vind het belangrijker datje de kern, de ziel van zo’n gebied, gebruikt alsinspiratiebron voor het nieuwe, dan alles koste wat hetkost te conserveren.”Arnhem is gezegend met een aantal forse, groeneerfstukken. “Een waardevol landschap moet hethebben van zijn robuustheid, van het grote gebaar.Dan krijg je monumenten als Park Sonsbeek en andereArnhemse parken. De historie van Arnhem biedtprachtige aanknopingspunten om hierop verder teborduren, maar dat mag dan wel eens met een watgroter gebaar. Maak de ligging van Arnhem op destuwwal duidelijk. Maak de monumentaliteit van deplattegrond van Arnhem zichtbaar. Kijk bijvoorbeeld

eens naar de bijzondere en gelijk simpele wijze waaropde radialen aansluiten op de singelstructuur. Daar kunje je door laten inspireren. Maar kijk ook eens naar deunieke entrees van de stad via de Amsterdamseweg enApeldoornseweg. Wat vind je daar nu van terug als jenaar de entree in het zuiden van de stad, bijGelredome kijkt? Dan is opeens dat prachtige,monumentale karakter uit het oog verloren en wordter louter voor een verkeerstechnische oplossinggekozen. Een oplossing die geheel voorbij gaat aan dehistorie van Arnhem.”

Colofon

Deze krant is een speciale uitgave van de Afdeling Erfgoed van de

gemeente Arnhem naar aanleiding van de concept-erfgoednota

Panorama Arnhem.

Voor meer informatie, reacties of de volledige tekst van de nota kunt

u contact opnemen met de Afdeling Erfgoed van de gemeente

Arnhem, (026) 377 35 15 of (026) 377 37 12,

e-mail: [email protected].

Tekst: Paul Baeten

Vormgeving: Paul Glaudemans

Druk: Drukkerij De Rijn, Velp

Erfgoed

Arnhem