Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je...

37
Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord juist dan ga je vanzelf naar de volgende vraag over.

Transcript of Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je...

Page 1: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

Test computertermen:Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord juist dan ga je vanzelf naar de volgende vraag over.

Page 2: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

Welk woord duidt de verzameling aan van alle tastbare onderdelen van de computer, zoals de monitor, toetsenbord, printer, scanner,....

A: Hardware

B: Harde Schijf

C: Computerkast

Vraag 1

Page 3: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

Hoe noemen we de verzameling computerprogramma’s die er voor zorgen dat de verschillende onderdelen van de computer samen kunnen werken?

A: Hardware

B: Software

Vraag 2

Page 4: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

Het inbrengen van gegevens in de computer met het toetsenbord en/of de muis met de bedoeling de computer een opdracht te laten uitvoeren noemen we…

A: Opslaan

B: Invoer

C: Uitvoer

Vraag 3

Page 5: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

Als de computer je het resultaat van een opdracht laat zien op het scherm of uitgeprint op een blad papier dan is dit een voorbeeld van…

A: Monitor

B: Invoer

C: Uitvoer

Vraag 4

Page 6: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

Hoe heet het geheugen van de computer waar je gegevens op kan opslaan én dat vast in je computer is ingebouwd?

A: Diskette

B: Harde Schijf

C: CD-Rom

Vraag 5

Page 7: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

Hoe heet het plastiek schijfje dat je in de computer kan stoppen en er ook terug uithalen, dat we gebruiken om gegevens op op te slaan?

A: Harde Schijf

B: Diskette

C: Geheugen (Ram)

Vraag 6

Page 8: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

In elke computer zit tegenwoordig een soort CD-speler. Het verschil is dat deze CD-speler niet gemaakt is om muziek mee te beluisteren maar om gegvens mee te lezen. Hoe noemen we zo’n CD-speler in een computer?

A: Moederbord

B: Processor

C: CD-Rom-speler

Vraag 7

Page 9: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

In de computer zit een processor, de “hersenen” van de computer. Waar zit deze processor op vast?

A: Geheugen (Ram)

B: Geluidskaart

C: Moederbord

Vraag 8

Page 10: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

A: Toetsenbord

B: Muis

C: Scherm

Vraag 9

Hoe noemen we dit onderdeel van de computer?

Page 11: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

A: Toetsenbord

B: Scherm

C: Muis

Vraag 10

Hoe noemen we dit onderdeel van de computer?

Page 12: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

In elke computer zit een stukje hardware dat ervoor zorgt dat de computer de juist elektrische spanning krijgt. Hoe noemen we dit onderdeel in computertermen?

A: Voeding

B: Computerkast

C: Netwerkkaart

Vraag 11

Page 13: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

Om je computer met andere computers te laten communiceren of op een netwerk ( zoals bijvoorbeeld het Internet) aan te sluiten heb je een speciale kaart nodig. Welke?

A: Geluidskaart

B: Netwerkkaart

C: Beeldkaart

Vraag 12

Page 14: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

De harde schijf is het geheugen van de computer en zit vast ingebouwd in de computerkast.

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 15: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

De computerkast is de doos waarin alle onderdelen van de computer vastgeschroefd zitten.

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 16: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

Hardware is de verzameling van alle tastbare onderdelen van de computer, zoals de monitor, toetsenbord, printer, scanner,....

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 17: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

Opslaan is ervoor zorgen dat de ingebrachte gegevens door de computer worden onthouden door ze op de harde schijf of een diskette te schrijven.

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 18: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

Uitvoer is het resultaat van een opdracht dat de computer je laat zien op het scherm of uitgeprint op een blad papier.

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 19: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

De monitor is een voorbeeld van een uitvoerapparaat. Het is het beeldscherm waarop de computer het resultaat van een opdracht kan laten zien. We zoeken een algemenere term.

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 20: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

Invoer is het inbrengen van gegevens in de computer met het toetsenbord en/of de muis met de bedoeling de computer een opdracht te laten uitvoeren.

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 21: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

De diskette dient ook om gegvens op op te slaan maar deze is verwijderbaar en zit dus niet vast in de computerkast. Je moet de vraag aandachtig en helemaal lezen.

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 22: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

De CD-Rom wordt ook gebruikt om gegvens op op te slaan maar is verwijderbaar en zit dus niet vast in de computer.

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 23: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

De harde schijf zit vast in de computer. Je kan er ook iets opslaan maar je kan ze niet uit de computer halen. De harde schijf is ook niet van plastiek maar van metaal gemaakt.

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 24: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

Het geheugen (Ram) van de computer zit vast op het moederbord en slaat gegevens slechts tijdelijk op. Als je je computer uitzet wordt het terug gewist. Ram is niet verwijderbaar.

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 25: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

Het moederbord is de basis van de computer. Alle extra hardware wordt hierop aangesloten. Alle kaarten, harde schijven, diskettestations enz. zijn met kabeltjes verbonden met het moederbord. Op het moederbord zit de processor vast.

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 26: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

De processor is het “brein” van de computer, de hersenen waarmee hij kan rekenen en denken. De processor zit vast op het moederbord en bepaalt de snelheid van je computer maar kan geen cd’s lezen.

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 27: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

Het geheugen (Ram) van de computer zit vast op hetzelfde computeronderdeel als de processor maar het is een soort gegheugen dat gegevens slechts tijdelijk opslaat.

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 28: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

De geluidskaart zorgt ervoor dat je computer muziek en allerlei andere geluiden kan laten horen. De geluidskaart zit wel op hetzelfde onderdeel vast als de processor.

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 29: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

Dit is een muis

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 30: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

Dit is een scherm. Een scherm is een soort TV die je op je computer aansluit een waarop je het resultaat van een bewerking kan zien.

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 31: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

Dit is een toetsenbord. Het is een invoerapparaat waarmee je commando’s aan de computer kan geven door ze in te typen.

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 32: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

Dit is een scherm. Een scherm is een soort TV die je op je computer aansluit een waarop je het resultaat van een bewerking kan zien.

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 33: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

De computerkast is de doos waarin alle onderdelen van de computer vastgeschroefd zitten.

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 34: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

De netwerkkaart zit vast op het moederbord en zorgt ervoor dat je computer kan praten met andere computers en kan aangesloten worden op een netwerk zoals het Internet.

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 35: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

De geluidskaart zorgt ervoor dat je computer muziek en allerlei andere geluiden kan laten horen.

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 36: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

De beeldkaart zorgt ervoor dat je computer de nodige informatie aan het scherm kan geven opdat het je zou kunnen laten zien waar de computer mee bezig is.

Ga terug naar de vraag en probeer het opnieuw.

Fout!

Page 37: Test computertermen: Deze test gaat over de vorige les. Je krijgt steeds een vraag te zien waarop je het juist antwoord moet aanklikken. Is je antwoord.

Proficiat!

Je hebt de test succesvol beëindigd.