TERTIO Reeks 50 jaar Vaticanum II over Dei Verbum

1
aan geopolitieke factoren te wijten. Na de Koude Oorlog is de moslimgemeenschap her en der uit- geroepen tot de grootste bedreiging voor onze sa- menleving, in plaats van de communisten. Het is aan ons om dat vijandbeeld te doorprikken.” Concrete tips voor parochies en lokale gemeen- schappen geeft Fitzgerald liever niet. “Hoe we no- bele interreligieuze principes het best in de praktijk brengen, hangt sterk af van plaatselijke gevoelig- heden. Maar ik denk dat openheid overal een eer- ste stap is. En dat bedoel ik letterlijk; gooi geregeld de deuren van een kerkgemeenschap open en no- dig andersgelovigen uit op activiteiten. Daarnaast vind ik het raadzaam om interreligieuze reflexen te kweken bij jongeren. Los van de officiële ker- kelijke en politieke standpunten lijkt een vak reli- giestudies daarom heilzaam voor alle leerlingen. Scholen hebben uiteraard alle recht om hun le- vensbeschouwelijke visie door te geven maar die- nen daarbij genoeg aandacht te besteden aan an- dere godsdiensten. In een multireligieuze samen- leving is dat vanuit didactisch oogpunt je reinste logica en met het oog op maatschappelijke har- monie mooi meegenomen. Daarnaast hebben de seminaries ook hun rol te spelen. Seminaristen en imams in spe zijn goed geplaatst om de religieuze dialoog van morgen voor te bereiden. Als zij be- wust contacten onderhouden, is de kiem gelegd voor de gezonde verhoudingen van morgen.” Van de Tiber naar de Nijl Fitzgerald is sinds 2006 benoemd in Egypte als pauselijke nuntius en katholiek aanspreekpunt voor de Arabische Liga. De Tiber heeft hij dus inge- ruild voor de Nijl en de Curie voor de diplomatie op het terrein. Op de vraag hoe hij aankijkt tegen de burgeroorlog in Syrië antwoordt hij liever niet.“Die kwestie ligt erg gevoelig, dus beperk ik mij tot de boodschap dat het nooit te laat is om het geweld af te zweren. Intussen dienen alle lokale en inter- nationale betrokkenen samen te werken om hu- manitaire hulp bij de slachtoffers te krijgen.” Emmanuel Van Lierde | Het eerste thema op de agenda van het Tweede Vaticaans Concilie was de liturgie. De kiemen voor wat er uit de bus kwam, waren voorbereid door de liturgische bewe- ging. Die hervorming hing in de lucht. De echte stijlbreuk kwam er pas met de bespreking van het tweede onderwerp op 14 no- vember 1962, nu exact vijftig jaar geleden. Twee bronnen “Kardinaal Alfredo Ottaviani, die aan het hoofd stond van het Hei- lig Officie – de voorloper van de Congregatie voor de Geloofsleer –, was de man van de status-quo. Hij nam die dag het woord om het voorbereide schema De Fontibus Revelationis – Over de bronnen van de openbaring in te leiden, maar er hing elektriciteit in de lucht. Ottaviani besefte dat zijn presentatie niet op gejuich zou worden onthaald”, vertelt Bart Paepen, bisschoppelijk vicaris voor vor- ming en liturgie in Antwerpen. “Op de vraag: ‘Hoe laat God zich kennen?’, antwoordt het schema: ‘Door de schriftelijke bron van de Schrift en door de mondelinge bron van de overlevering’. Die twee bronnen bestaan naast elkaar en zijn volgens het document gelijkwaardig. Voor Ottaviani leed het geen twijfel dat een Con- cilie duidelijk de waarheid moest zeggen. Daar zou iedereen mee gebaat zijn. Hij hanteerde nog altijd de juridische taal die aa- kent wie wel en wie niet tot de ware kerk behoort.” Niet akkoord De reactie liet niet lang op zich wachten. De Keulse kardinaal, Josef Frings, vond het schema niet goed genoeg. Bernard Jan Alfrink van Utrecht trad hem bij en anderen volgden. “Zij vonden dat de taal en de stijl niet pastoraal was en dus niet beantwoordde aan wat paus Johannes XXIII had gevraagd. Het moest toch een pastoraal Concilie worden? Tegelijk meenden ze dat het Concilie van Trente fout werd geïnterpreteerd als je de twee bronnen als evenwaardig ziet. De Fonti- bus Revelationis gaf in hun ogen niet de leer van de kerk weer”, vervolgt Paepen. Het schema lag ook gevoelig voor de relatie met de protes- tanten. Had de Reformatie niet beklemtoond dat er maar één bron is: de Schrift – ‘Sola Scriptura’? Namens het Secretariaat voor de eenheid pleitte de Brugse bisschop, Emiel-Jozef De Smedt, voor een andere taal die recht doet aan de verhoudingen met de andere christenen. Keerpunt “Zijn speech wordt op applaus onthaald, maar toch wordt de vereiste tweederde meerderheid niet gehaald om het voorliggende schema weg te stemmen. Johannes XXIII kreeg ruchtbaarheid van de grote tegenstand en eiste dat de leerstellige commissie samen met het Se- cretariaat voor de eenheid een nieuwe tekst zou schrijven. Die pau- selijke tussenkomst was niet uitzonderlijk, maar toch hoogst bijzon- der”, stelt de Antwerpse vicaris. “Het was een kantelpunt. Daar werd de nieuwe kerk geboren. Met die ingreep werd eens en voorgoed komaf gemaakt met de juridische stijl van aakenen en begrenzen. Vanaf nu overheerste het positieve en bemoedigende spreken, het Bijbelse spreken ook. De dialoog en de openheid bepaalden het ver- volg van het Concilie. De kerk staat voor de uitdaging om die pasto- rale stijl te bewaren en voort te zetten, en niet te hervallen in de ver- oordeling en afwijzing van alles wat anders is”, meent hij. Christus eerst Pas in de laatste zittingsperiode van het Concilie en vier tekstedities later kwam het tot de goedkeuring van de constitutie over de open- baring, Dei Verbum. “Vooraf aan de discussie over de bronnen zegt dat document dat God zich openbaart in Christus. We kunnen God maar kennen door de persoon van Christus. De belangrijkste bron om Christus te leren kennen, is de Schrift. Heel diplomatisch slooft de Concilietekst zich nadien uit om de relatie tussen Schrift en tra- ditie te verhelderen en aan te tonen dat het kerkelijke leergezag relevant blijft. De roomse leer is niet zo extreem als het ‘Sola Scrip- tura’. De Schrift vraagt een interpretatie van een gemeenschap en de eenheid daarvan wordt gegarandeerd door de opvolgers van de apostelen. Schrift en traditie zijn niet gelijkwaardig, maar ze liggen in elkaars verlengde”, legt Paepen uit. Eindelijk werd die knoop ont- ward, al vormt die constitutie niet het einde van alle discussies. De Bijbelwetenschap gaat voort en de kerk kan nog altijd een tandje bijsteken om het lezen en het bestuderen van de Bijbel te bevorde- ren. Toch blijft Dei Verbum een mijlpaal in de kijk op de openbaring. De vijftigste verjaardag van het Concilie is een ideaal moment om die tekst weer van onder het stof te halen en te herlezen. Dat verdie- nen trouwens ook de andere Conciliedocumenten. TERTIO Reeks 50 jaar Vaticanum II 14 november 2012 11 Kerk bij de tijd brengen Paus Johannes XXIII opende op 11 oktober 1962 het Tweede Vaticaans Concilie. In zijn rede Gaudet Mater Ecclesia had hij het over het ‘aggiornamento’, het bij de tijd brengen van de kerk. Die vernieuwing ging samen met een herbronning. Dit derde deel van de artikelenreeks bij de vijftigste verjaardag van het Concilie focust op de dogmatische constitutie Dei Verbum waarin de bronnen van het geloof centraal staan. Positieve stijl voortzetten Concilies worden normaal bijeengeroepen om een standpunt in te nemen tegenover afwijkende me- ningen. Dat was bij het Tweede Vaticaans Concilie niet het geval. Het zou een oecumenisch en pas- toraal Concilie worden, al wist niemand goed wat dat betekende. Dat veranderde toen de bronnen van de openbaring werden besproken. Volg het Concilie Eerder verschenen artikels over Vaticanum II kunt u via www.ter- tio.be herlezen. Sprekende cita- ten uit Dei Verbum kunt u lezen via www.volgconcilie.be/Documen- ten/3.html en op die website kunt u van 15 tot 20 november het de- bat over Dei Verbum volgen vanuit de dagboeken en toespraken van de Belgische deelnemers. © ilse prinsen © rr interreligieuze toenadering Michael L. Fitzgerald. © KU Leuven Bart Paepen: “Er werd eens en voorgoed komaf gemaakt met de juridische taal van aakenen en begrenzen.”

description

Concilies worden normaal bijeengeroepen om een standpunt in te nemen tegenover afwijkende meningen. Dat was bij het Tweede Vaticaans Concilie niet het geval. Het zou een oecumenisch en pastoraal Concilie worden, al wist niemand goed wat dat betekende. Dat veranderde toen de bronnen van de openbaring werden besproken.

Transcript of TERTIO Reeks 50 jaar Vaticanum II over Dei Verbum

Page 1: TERTIO Reeks 50 jaar Vaticanum II over Dei Verbum

aan geopolitieke factoren te wijten. Na de Koude Oorlog is de moslimgemeenschap her en der uit-geroepen tot de grootste bedreiging voor onze sa-menleving, in plaats van de communisten. Het is aan ons om dat vijandbeeld te doorprikken.”

Concrete tips voor parochies en lokale gemeen-schappen geeft Fitzgerald liever niet. “Hoe we no-bele interreligieuze principes het best in de praktijk brengen, hangt sterk af van plaatselijke gevoelig-heden. Maar ik denk dat openheid overal een eer-ste stap is. En dat bedoel ik letterlijk; gooi geregeld de deuren van een kerkgemeenschap open en no-

dig andersgelovigen uit op activiteiten. Daarnaast vind ik het raadzaam om interreligieuze reflexen te kweken bij jongeren. Los van de officiële ker-kelijke en politieke standpunten lijkt een vak reli-giestudies daarom heilzaam voor alle leerlingen.

Scholen hebben uiteraard alle recht om hun le-vensbeschouwelijke visie door te geven maar die-nen daarbij genoeg aandacht te besteden aan an-dere godsdiensten. In een multireligieuze samen-leving is dat vanuit didactisch oogpunt je reinste logica en met het oog op maatschappelijke har-monie mooi meegenomen. Daarnaast hebben de seminaries ook hun rol te spelen. Seminaristen en

imams in spe zijn goed geplaatst om de religieuze dialoog van morgen voor te bereiden. Als zij be-wust contacten onderhouden, is de kiem gelegd voor de gezonde verhoudingen van morgen.”

Van de Tiber naar de NijlFitzgerald is sinds 2006 benoemd in Egypte als pauselijke nuntius en katholiek aanspreekpunt voor de Arabische Liga. De Tiber heeft hij dus inge-

ruild voor de Nijl en de Curie voor de diplomatie op het terrein. Op de vraag hoe hij aankijkt tegen de burgeroorlog in Syrië antwoordt hij liever niet. “Die kwestie ligt erg gevoelig, dus beperk ik mij tot de boodschap dat het nooit te laat is om het geweld af te zweren. Intussen dienen alle lokale en inter-nationale betrokkenen samen te werken om hu-manitaire hulp bij de slachtoffers te krijgen.”

Emmanuel Van Lierde | Het eerste thema op de agenda van het Tweede Vaticaans Concilie was de liturgie. De kiemen voor wat er uit de bus kwam, waren voorbereid door de liturgische bewe-ging. Die hervorming hing in de lucht. De echte stijlbreuk kwam er pas met de bespreking van het tweede onderwerp op 14 no-vember 1962, nu exact vijftig jaar geleden.

Twee bronnen“Kardinaal Alfredo Ottaviani, die aan het hoofd stond van het Hei-lig Officie – de voorloper van de Congregatie voor de Geloofsleer

–, was de man van de status-quo. Hij nam die dag het woord om het voorbereide schema De Fontibus Revelationis – Over de bronnen van de openbaring in te leiden, maar er hing elektriciteit in de lucht. Ottaviani besefte dat zijn presentatie niet op gejuich zou worden onthaald”, vertelt Bart Paepen, bisschoppelijk vicaris voor vor-ming en liturgie in Antwerpen. “Op de vraag: ‘Hoe laat God zich kennen?’, antwoordt het schema: ‘Door de schriftelijke bron van de Schrift en door de mondelinge bron van de overlevering’. Die twee bronnen bestaan naast elkaar en zijn volgens het document gelijkwaardig. Voor Ottaviani leed het geen twijfel dat een Con-cilie duidelijk de waarheid moest zeggen. Daar zou iedereen mee gebaat zijn. Hij hanteerde nog altijd de juridische taal die afba-kent wie wel en wie niet tot de ware kerk behoort.”

Niet akkoordDe reactie liet niet lang op zich wachten. De Keulse kardinaal, Josef Frings, vond het schema niet goed genoeg. Bernard Jan Alfrink van Utrecht trad hem bij en anderen volgden. “Zij vonden dat de taal en de stijl niet pastoraal was en dus niet beantwoordde aan wat paus Johannes XXIII had gevraagd. Het moest toch een pastoraal Concilie worden? Tegelijk meenden ze dat het Concilie van Trente fout werd geïnterpreteerd als je de twee bronnen als evenwaardig ziet. De Fonti-bus Revelationis gaf in hun ogen niet de leer van de kerk weer”, vervolgt

Paepen. Het schema lag ook gevoelig voor de relatie met de protes-tanten. Had de Reformatie niet beklemtoond dat er maar één bron is: de Schrift – ‘Sola Scriptura’? Namens het Secretariaat voor de eenheid pleitte de Brugse bisschop, Emiel-Jozef De Smedt, voor een andere taal die recht doet aan de verhoudingen met de andere christenen.

Keerpunt“Zijn speech wordt op applaus onthaald, maar toch wordt de vereiste tweederde meerderheid niet gehaald om het voorliggende schema weg te stemmen. Johannes XXIII kreeg ruchtbaarheid van de grote tegenstand en eiste dat de leerstellige commissie samen met het Se-cretariaat voor de eenheid een nieuwe tekst zou schrijven. Die pau-selijke tussenkomst was niet uitzonderlijk, maar toch hoogst bijzon-

der”, stelt de Antwerpse vicaris. “Het was een kantelpunt. Daar werd de nieuwe kerk geboren. Met die ingreep werd eens en voorgoed komaf gemaakt met de juridische stijl van afbakenen en begrenzen. Vanaf nu overheerste het positieve en bemoedigende spreken, het Bijbelse spreken ook. De dialoog en de openheid bepaalden het ver-volg van het Concilie. De kerk staat voor de uitdaging om die pasto-rale stijl te bewaren en voort te zetten, en niet te hervallen in de ver-oordeling en afwijzing van alles wat anders is”, meent hij.

Christus eerstPas in de laatste zittingsperiode van het Concilie en vier tekstedities later kwam het tot de goedkeuring van de constitutie over de open-baring, Dei Verbum. “Vooraf aan de discussie over de bronnen zegt dat document dat God zich openbaart in Christus. We kunnen God maar kennen door de persoon van Christus. De belangrijkste bron om Christus te leren kennen, is de Schrift. Heel diplomatisch slooft de Concilietekst zich nadien uit om de relatie tussen Schrift en tra-ditie te verhelderen en aan te tonen dat het kerkelijke leergezag relevant blijft. De roomse leer is niet zo extreem als het ‘Sola Scrip-tura’. De Schrift vraagt een interpretatie van een gemeenschap en de eenheid daarvan wordt gegarandeerd door de opvolgers van de apostelen. Schrift en traditie zijn niet gelijkwaardig, maar ze liggen in elkaars verlengde”, legt Paepen uit. Eindelijk werd die knoop ont-ward, al vormt die constitutie niet het einde van alle discussies. De Bijbelwetenschap gaat voort en de kerk kan nog altijd een tandje bijsteken om het lezen en het bestuderen van de Bijbel te bevorde-ren. Toch blijft Dei Verbum een mijlpaal in de kijk op de openbaring. De vijftigste verjaardag van het Concilie is een ideaal moment om die tekst weer van onder het stof te halen en te herlezen. Dat verdie-nen trouwens ook de andere Conciliedocumenten.

TERTIO Reeks 50 jaar Vaticanum II 14 november 2012 11

Kerk bij de tijd brengenPaus Johannes XXIII opende op 11 oktober 1962 het Tweede Vaticaans Concilie. In zijn rede Gaudet Mater Ecclesia

had hij het over het ‘aggiornamento’, het bij de tijd brengen van de kerk. Die vernieuwing ging samen met een

herbronning. Dit derde deel van de artikelenreeks bij de vijftigste verjaardag van het Concilie focust op de

dogmatische constitutie Dei Verbum waarin de bronnen van het geloof centraal staan.

Positieve stijl voortzettenConcilies worden normaal bijeengeroepen om een

standpunt in te nemen tegenover afwijkende me-

ningen. Dat was bij het Tweede Vaticaans Concilie

niet het geval. Het zou een oecumenisch en pas-

toraal Concilie worden, al wist niemand goed wat

dat betekende. Dat veranderde toen de bronnen

van de openbaring werden besproken.

Volg het ConcilieEerder verschenen artikels over Vaticanum II kunt u via www.ter-tio.be herlezen. Sprekende cita-ten uit Dei Verbum kunt u lezen via www.volgconcilie.be/Documen-ten/3.html en op die website kunt u van 15 tot 20 november het de-bat over Dei Verbum volgen vanuit de dagboeken en toespraken van de Belgische deelnemers.

© il

se p

rin

sen

© r

r

Wantrouwen blijft struikelsteen voor interreligieuze toenadering

Michael L. Fitzgerald.

© K

U L

euv

en

Bart Paepen: “Er werd eens en voorgoed komaf gemaakt

met de juridische taal van afbakenen en begrenzen.”