tegenstemmen versie 2

60

description

tegenstemmen versie 2

Transcript of tegenstemmen versie 2

Page 1: tegenstemmen versie 2
Page 2: tegenstemmen versie 2
Page 3: tegenstemmen versie 2

1

Voorwoord

Tegenstemmen

In deze bundel vindt u de tegenstemmen van een aantal psalmen en

gezangen uit het Gereformeerd Kerkboek, editie 2006 en liederen uit

het Liedboek voor de Kerken, editie 1973.

Wanneer zingen we een tegenstem?

Als er een lied wordt aangekondigd waarvan we een tegenstem

hebben ingestudeerd, mag u, als u dat wilt, de tegenstem zingen.

De organist speelt daarbij een begeleiding die afgestemd is op deze

tegenstem. Op het scherm geven we alleen de liedteksten weer met

de vermelding dat hierbij een tegenstem gezongen kan worden.

Meerdere verzen?

Als van een psalm of gezang meerdere verzen worden opgegeven

dan zingen we om het andere vers een tegenstem. We zorgen er

dan voor dat in ieder geval het laatste vers dat we van die psalm of

dat gezang zingen een tegenstem is en tellen dan terug bij welk vers

een tegenstem gezongen wordt.

- Als 2 verzen worden opgegeven zingen we bij het 2e vers een

tegenstem.

- Als 3 verzen worden opgegeven zingen we bij het 1e en 3e vers

een tegenstem

- Als 4 verzen worden opgegeven zingen we bij het 2e en 4e vers

een tegenstem, enz.

Hebt u vragen? Mail ze naar

[email protected]

Page 4: tegenstemmen versie 2

2

Psalm 8

1.

2. Wel doet de hemel hoog uw glorie blinken,

maar in de mond van kindren doet Gij klinken

Uw machtig heil, zo maakt G' uw vijand stil

en doet uw haters buigen voor uw wil.

3. Aanschouw ik 's nachts het kunstwerk van uw handen,

de maan, de duizend sterren die daar branden, wat is de mens, dat Gij aan hem gedenkt,

het mensenkind, dat Gij hem aandacht schenkt?

4. Gij hebt hem bijna goddelijk verheven,

een kroon van eer en heerlijkheid gegeven,

Gij doet hem Heersen over zee en land,

ja, al uw werken gaaft Gij in zijn hand.

5. Al wat er land of water heeft tot woning,

het moet de mens erkennen als zijn koning:

vogels en wild en al 't geduldig vee

en wat er wemelt in de wijde zee.

Page 5: tegenstemmen versie 2

3

6. HEER, onze Heer, hoe heerlijk en verheven

hebt Gij uw naam op aarde uitgeschreven.

Heer, onze God, hoe vol van majesteit

hebt Gij uw naam op aarde uitgebreid.

Page 6: tegenstemmen versie 2

4

Psalm 66

1.

Page 7: tegenstemmen versie 2

5

2. Komt, ziet nu de geduchte werken

die God aan mensen heeft gedaan:

Hij stelde aan de waatren perken,

droogvoets zijn zij erdoor gegaan.

Laat zich ons hart in Hem verblijden:

God houdt de volken in het oog.

Zijn rijk is over alle tijden.

Gij trotsen, draagt het hart niet hoog.

3. Doe onze God uw loflied horen,

gij volken, zingt alom op aard,

looft Hem door wie wij zijn herboren,

die ons voor wanklen heeft bewaard.

Gij toetst ons, Gij beproeft ons leven, zoals men erts tot zilver smelt.

Gij die ons, aan het vuur ontheven,

gelouterd voor uw ogen stelt.

4. Gij bracht ons in des vijands netten.

Hij heeft het tuig ons aangelegd

om in het zadel zich te zetten,

en als een rijdier ons geknecht.

Hij heeft ons in het vuur gedreven

en door de wateren gejaagd.

Toen hebt Gij 't leven ons hergeven

en alles wat ons hart behaagt.

5. Ik kom met gaven in mijn handen.

Zie, tot uw tempel treedt uw knecht

en brengt U, Heer, de offeranden,

U in benauwdheid toegezegd.

Brandoffers wil ik U bereiden en zoete geuren op doen gaan.

Ik wil U heel mijn leven wijden:

aanvaard het, neem mijn offer aan.

Page 8: tegenstemmen versie 2

6

6.

7. De naam des Heren zij geprezen!

Hij, die getrouw is en nabij,

heeft mijn gebed niet afgewezen.

De Heer is goed geweest voor mij.

Page 9: tegenstemmen versie 2

7

Psalm 74

1.

2. Gedenk toch uw gemeente als weleer,

door U verlost en daarna vast bevestigd

op Sion, waar uw woning was gevestigd. Kent U, o God, uw erfdeel dan niet meer?

3. Treed nader, Heer, zie de verwoesting aan, de vijand heeft uw huis in puin geslagen.

Zijn brallend lied weerklonk er vele dagen.

Hij mocht daar bij zijn zegevaandel staan.

4. Als kreupelhout, versplinterd door de bijl,

zo werd door hen het lofwerk der panelen

verbrijzeld met hun hamers en houwelen.

Zo werd ontwijd de woning van uw heil.

5. Zij staken, Heer, uw heiligdom in brand,

om tot de grond uw naam zo te ontwijden.

Zij spraken af: laat ons dit volk kastijden.

Door vuur verging elk godshuis in het land.

Page 10: tegenstemmen versie 2

8

6.

7. Waarom houdt U, o Heer, terug uw hand,

uw rechterhand, die altijd heil bewerkte?

Strek hem toch uit! Bent U niet onze sterkte!

Verdelg de vijand, drijf hem uit het land.

8. En toch is God vanouds mijn God en Heer,

mijn Koning die verlossing bracht op aarde

en overal zijn werken openbaarde,

die Israël verloste telkens weer.

9. U hebt de zee gekliefd, Heer, door uw kracht,

ook Leviatans koppen daar gespleten,

de draken in de zee uiteengereten

en die als aas naar de woestijn gebracht.

10. Uw almacht deed ontspringen beek en bron

en sterke stromen deed U toch verdrogen.

Ook dag en nacht bestaan door uw vermogen,

U schiep de hemellichten en de zon.

11. U die eertijds de grens van zee en land

bepaald hebt in vrijmachtig welbehagen,

U schiep de zomer- en de winterdagen, de jaargetijden houdt U, Heer, in stand.

Page 11: tegenstemmen versie 2

9

12. Gedenk dit, Heer, de vijand smaadt uw eer.

Geeft aan het roofdier toch uw volk niet over,

uw tortelduif niet aan de brute rover.

Wil de verdrukten niet vergeten, HEER.

13. Aanschouw, o Heer, aanschouw toch uw verbond.

Het land is vol geweld in donkre holen.

Houdt U voor de verdrukte niet verscholen,

leg hem opnieuw een lofzang in de mond.

14. Sta op, o God, beslecht uw eigen zaak.

Gedenk de smaad van wie U dwaas bestrijden

en het getier dat klinkt van alle zijden.

Vergeet het niet! Sta op, o God, ontwaak!

Page 12: tegenstemmen versie 2

10

Psalm 98

1.

Page 13: tegenstemmen versie 2

11

2. God heeft gedacht aan zijn genade,

aan Israël zijn trouw getoond.

De verste landen slaan het gade,

hoe Hij zijn volk met heil bekroont.

Kom met een lofzang voor de HERE,

juich, aarde, juich van louter vreugd!

Zing psalmen, onze God ter ere,

breek uit in jubel, wees verheugd!

3. Laat voor de HEER uw psalmen horen,

brengt met de harp Hem lof en dank.

Laat klinken bij uw tempelkoren

trompetgeschal, bazuingeklank!

Juicht voor de Koning, onze HERE.

Komt, zeeën, zingt uw machtig lied! Zingt, landen, volken, wilt Hem eren,

prijst onze God wiens heil u ziet.

4. Laat al de stromen vrolijk zingen,

de handen klappen voor de HEER,

de bergen uitgelaten springen,

en juichen onze God ter eer.

Want, zie, Hij komt de aarde richten;

verwacht Hem, volken, weest bereid.

Hij komt een nieuwe wereld stichten

op recht en op gerechtigheid.

Page 14: tegenstemmen versie 2

12

Psalm 100

1.

2. De HEER is God, erkent zijn macht,

Hij schiep ons door zijn grote kracht.

Wij zijn van Hem in eeuwigheid,

zijn volk, de schapen die Hij weidt.

3. Gaat zingend door zijn tempelpoort,

zet in zijn voorhof 't zingen voort,

zingt daar zijn grote naam ter eer,

zingt tot zijn glorie, looft de HEER!

4. Want goedertieren is de HEER,

zijn goedheid eindigt nimmermeer,

zijn trouw en waarheid houden kracht

tot in het verste nageslacht.

Page 15: tegenstemmen versie 2

13

Psalm 116

1.

2. Ik werd omkneld door banden van de dood,

ik was benauwd, verzwakt in al mijn leden.

Maar in mijn angst heb ik tot God gebeden:

Ach, HERE, hoor en red mij uit de nood.

3. Ik prijs mijn God in zijn rechtvaardigheid.

Zijn liefde heeft genadig mij gedragen.

Wie weerloos zijn en om ontferming vragen,

bewaart de HEER in zijn barmhartigheid.

4. Ik lag terneer, mijn kracht was haast vergaan.

Maar God verloste mij uit bitter lijden.

Kom tot uw rust, mijn ziel, wil u verblijden, omdat de HERE u heeft welgedaan.

5. Gij, HERE, hebt mij voor de dood behoed, mijn pad beschut, mijn tranen willen drogen.

Ik wandel nu in blijdschap voor uw ogen,

zet in het land der levenden mijn voet.

Page 16: tegenstemmen versie 2

14

6.

7. Goed en getrouw, weldadig is de HEER.

Hoe zal ik al zijn gaven Hem vergelden?

'k Zal bij de kelk van heil zijn naam vermelden,

ik roep Hem aan en geef Hem lof en eer.

8. De HEER is trouw, Hij hoedt zijn gunstgenoot.

Bij al zijn volk betaal ik mijn geloften.

Hij schenkt ons heil, vervult al zijn beloften. In 's HEREN oog is kostbaar onze dood.

9. Uw dienstmaagd heeft haar zoon tot U geleid, ik ben uw knecht, ik breng U offeranden.

Gij hebt, o HEER, ontbonden al mijn banden.

Ik zing mijn lied, uw grote naam gewijd.

10. Ik zal met vreugd in 't huis des HEREN gaan,

ik zal mijn God naar mijn geloften danken.

Jeruzalem, hoor naar die blijde klanken

en hef met mij de lof des HEREN aan!

Page 17: tegenstemmen versie 2

15

Psalm 118

1.

Page 18: tegenstemmen versie 2

16

2.

Page 19: tegenstemmen versie 2

17

3. 't Is beter bij den HEER te schuilen

dan dat men bouwt op man en macht.

't Is beter bij den HEER te schuilen

dan dat men hulp van vorsten wacht.

Toen ik mij wenden kon noch keren,

omsloten door der volken ring,

doorbrak ik in de naam des HEREN

de knellende omsingeling.

4. Zij zwermden om mij heen als bijen,

zij waren dreigend om mij heen.

In Gods naam brak ik door hun rijen,

als strovuur sloeg ik hen uiteen.

O vijand, die met felle stoten

mij bijna hebt ten val gebracht, de HEER had tot mijn heil besloten,

Hij redde mij, Hij schonk mij kracht.

5. De HEER is mij tot hulp en sterkte,

Hij is mijn lied, mijn psalmgezang.

Hij is het, die mijn heil bewerkte.

Ik loof den HEER mijn leven lang.

Hoort in hun kamp Gods knechten zingen

nu Hij de zege heeft gebracht:

Gods rechterhand doet grote dingen,

Gods rechterhand heeft grote kracht!

6. Des HEREN hand is hoog verheven,

des HEREN rechterhand is sterk.

Ik zal niet sterven, ik zal leven

en zingen van des HEREN werk.

De HEER heeft mij wel zwaar geslagen,

maar niet verlaten in mijn nood, en zijn genadig welbehagen

gaf mij niet over aan de dood.

Page 20: tegenstemmen versie 2

18

7.

Page 21: tegenstemmen versie 2

19

8. De steen, dien door de tempelbouwers

verachtlijk was een plaats ontzegd,

werd tot verbazing der beschouwers

ten hoeksteen door God zelf gelegd.

Dit werk is door Gods alvermogen,

door 's HEREN hand alleen geschied.

Het is een wonder in onz' ogen.

Wij zien het, maar doorgronden 't niet.

9. Dit is de dag, die God deed rijzen,

juicht nu met ons en weest verblijd.

O God, geef thans uw gunstbewijzen,

geef thans het heil door ons verbeid.

Gezegend zij de grote koning

die tot ons komt in 's HEREN naam. Wij zeegnen u uit 's HEREN woning,

wij zegenen u al tezaam.

10. De HEER is God, zijn gunst verheugde

ons oog en hart met vrolijk licht.

Nu worde 't offer onzer vreugde

op zijn altaren aangericht.

Gij zijt mijn God, U zal ik prijzen,

o God, U roemen wijd en zijd.

Laat aller lof ten hemel rijzen:

Gods liefde duurt in eeuwigheid.

Page 22: tegenstemmen versie 2

20

Psalm 121

1.

2. Uw wankle voeten zet Hij vast,

als gij geen uitkomst ziet:

uw wachter sluimert niet!

Zijn oog wordt door geen slaap verrast,

Hij wil, als steeds voor dezen,

Israëls wachter wezen.

Page 23: tegenstemmen versie 2

21

3. De HEER brengt al uw heil tot stand,

des daags en in de nacht

houdt Hij voor u de wacht.

Uw schaduw aan uw rechterhand:

de zon zal u niet schaden,

de maan doet niets ten kwade.

4. De HEER zal u steeds gadeslaan,

Hij maakt het kwade goed,

Hij is het die u hoedt.

Hij zal uw komen en uw gaan,

wat u mag wedervaren,

in eeuwigheid bewaren.

Psalm 131

1.

2. Heb ik mijn ziel niet naar uw wil

gevoegd in vrede, mild en stil,

zoals het pas gespeende kind

troost in zijn moeders armen vindt?

Page 24: tegenstemmen versie 2

22

3.

Psalm 142 (zelfde melodie als Psalm 131)

1. Tot God, de HERE, roep ik luid,

mijn klachten stort ik voor Hem uit.

Ik smeek de HEER met luide stem,

mijn noden leg ik neer voor Hem.

2. Terwijl mijn geest in mij versmacht,

kent U mijn pad en hoort mijn klacht.

Een strik heeft men voor mij gezet,

men wil mij vangen in een net.

3. Waarheen ik zie of mij ook wend,

geen sterveling die mij nog kent. Geen mens die naar mij omziet, HEER,

ik vind geen enkle toevlucht meer.

4. Ik roep in nood tot U, o HEER.

U bent mijn schuilplaats, altijd weer.

In 't land der levenden bent U

mijn erfdeel, HEER; verhoor mij nu.

Page 25: tegenstemmen versie 2

23

5. Sla, HERE, op mijn smeken acht,

ik ben verzwakt, ik heb geen kracht

Maak mij van mijn vervolgers vrij

want zij zijn veel te sterk voor mij.

6. Leid mij uit mijn gevangenis,

dan prijs 'k uw naam, die heilig is.

't Rechtvaardig volk zal om mij staan

en juichen: God heeft welgedaan.

Gezang 81

1.

2. Men had Hem eeuwen lang verwacht; en toen Gods tijdperk was volbracht,

toen zond Hij van zijn hoge troon

het heil der wereld ons, zijn Zoon.

Page 26: tegenstemmen versie 2

24

3.

4. Als ik dit wonder vatten wil,

dan wordt mijn geest van eerbied stil,

aanbidt het, maar doorgrondt het niet,

dat zo de liefde Gods geschiedt.

5. U, die voor ons geboren zijt,

U zij ons hart, ons lied gewijd.

Wij voegen juichend onze stem bij 't englenheer van Bethlehem.

6. Geloofd die komt in 's Heren naam! Wij christnen zeegnen U te zaam,

U, vredevorst, der vaadren wens,

U, Zaligmaker, God en mens.

7. Roem, hemel, die geboortedag,

de schoonste die de wereld zag;

juich, aarde, nu g' uw koning ziet,

zing Hem een nooit gezongen lied.

8. Dit is de dag, die God ons schenkt,

waaraan eens heel de wereld denkt;

hem viere, wat in 't groot heelal

door Jezus is en wezen zal.

Page 27: tegenstemmen versie 2

25

Gezang 89

1.

Page 28: tegenstemmen versie 2

26

2.

Page 29: tegenstemmen versie 2

27

3. Heer, verzoener van mijn zonden,

Heiland, die mij hebt gezocht,

die mijn banden hebt ontbonden

en voor God mij vrijgekocht,

eens onrein in schuld verloren,

ben ik door uw Geest herboren.

Duizend-, duizendmaal, o Heer,

zij U daarvoor dank en eer.

4. Dank, mijn Heiland, voor uw lijden,

voor uw bittre bange nood,

voor uw heilig, biddend strijden,

voor uw trouw tot in de dood.

Voor de wonden, U geslagen,

voor het kruis, door U gedragen, voor al 't heil aan mij geschied,

prijst U eeuwiglijk mijn lied.

Page 30: tegenstemmen versie 2

28

Gezang 115

1.

Page 31: tegenstemmen versie 2

29

2. Die hoop moet al ons leed verzachten.

Komt, reisgenoten, 't hoofd omhoog!

Voor hen die 't heil des Heren wachten,

zijn bergen vlak en zeeën droog.

O zaligheid, niet af te meten,

o vreugd, die alle smart verbant!

Daar is de vreemdlingschap vergeten

en wij, wij zijn in 't vaderland!

Page 32: tegenstemmen versie 2

30

Gezang 118

1.

2. De Heer regeert, zijn koninkrijk staat vast,

zijn heerschappij omvat de loop der tijden.

zijn sterke hand, die nooit heeft misgetast,

blijft met het heilig zwaard des Geestes strijden.

De adem van zijn lippen overmant

de tegenstand.

Page 33: tegenstemmen versie 2

31

3. De Heilge Geest, die in de waarheid leidt,

doet aan zijn kerk Gods heilgeheimen weten.

Die nimmer van haar wijkt in eeuwigheid,

heeft zijn bestek met wijsheid uitgemeten.

Zo bouwt Hij Christus' kerk van land tot land

met vaste hand.

Gezang 131

1.

2. Terwijl wij sliepen deze nacht

betrokken engelen de wacht;

nu meldt de zon een nieuwe dag, waarop elk mens U dienen mag.

3. Schenk door uw Geest, die sterke macht, de krachten voor het werk dat wacht;

geef dat wij vurig keer op keer

bedacht zijn op uw grote eer.

Page 34: tegenstemmen versie 2

32

4.

5. Vernieuw ons zwak en zondig hart,

voor U zo schuldig en zo zwart;

laat schijnen in de duisternis

uw Woord, het licht dat helder is.

6. Sterk zendelingen bij hun werk

en leid de herders van de kerk;

laat ons vrijmoedig met uw Woord getuigen zijn van U die hoort.

7. Wij bidden voor de overheid: maak haar bekwaam, tot dienst bereid,

opdat uw volk stil en gerust

U dienen kan met eer en lust.

8. Steun de vervolgden in elk land

en zegen zieken door uw hand,

troost de bedroefden door uw kracht,

toon stervenden uw koningsmacht.

9. Geef dat ons nieuwe leven is

een lichtpunt in de duisternis.

Genadig God, hoor ons gebed

in Jezus Christus, die ons redt.

Page 35: tegenstemmen versie 2

33

Gezang 141

1.

Page 36: tegenstemmen versie 2

34

2.

Page 37: tegenstemmen versie 2

35

3. Lof, eer en prijs zij God,

die troont in 't licht daarboven.

Hem, Vader, Zoon en Geest

moet heel de schepping loven.

Van Hem, de ene Heer,

gaf het verleden blijk,

het heden zingt zijn eer,

de toekomst is zijn rijk.

Lied 44 zie Gezang 141

Page 38: tegenstemmen versie 2

36

Lied 75

1.

4.

7.

10.

13.

2. Gij zijt het brood van God gegeven,

de spijze van de eeuwigheid;

Gij zijt genoeg om van te leven

voor iedereen en voor altijd.

Gij voedt ons nog, o hemels brood,

met leven midden in de dood.

Page 39: tegenstemmen versie 2

37

3.

6.

9.

12.

15.

O Christus, ons van God gegeven,

Gij tot in alle eeuwigheid

de weg, de waarheid en het leven,

Gij zijt de zin van alle tijd.

Vervul van dit geheimenis

uw kerk die in de wereld is.

5. Gij zijt het water ons ten leven;

de bronnen van de eeuwigheid

zijn ons ter lafenis gegeven,

zijn doorgebroken in de tijd.

O Gij, die als een bron ontspringt

in elk die tot U komt en drinkt.

8. Gij zijt het licht van God gegeven,

een zon die nog haar stralen spreidt,

wanneer het nacht wordt in ons leven,

wanneer het nacht wordt in de tijd. O licht der wereld, zie er is

voor wie U kent geen duisternis.

11. Gij zijt de wijnstok van het leven,

in duizend ranken uitgebreid,

het leven, ons in U gegeven,

draagt goede vruchten op zijn tijd.

Laat ons uw ranken zijn voorgoed,

doorstroom ons met uw hartebloed.

14. Gij zijt tot herder ons gegeven,

wij zijn de schapen die Gij weidt;

waar Gij ons leidt is 't goed te leven,

Heer, die ons voorgaat door de tijd.

Wie bij U blijft en naar U ziet,

verdwaalt in deze wereld niet.

Page 40: tegenstemmen versie 2

38

Lied 78 (zelfde melodie als Lied 75)

1.

2. Ik kan mijzelf geen wasdom geven:

niets kan ik zonder U, o Heer!

In uw gemeenschap kiemt er leven

en levensvolheid meer en meer!

Uw Geest moet in mij uitgestort:

de rank die U ontvalt, verdort.

Page 41: tegenstemmen versie 2

39

3. Neen, Heer, ik wil van U niet scheiden,

'k blijf d' Uw altijd, blijf Gij de mijn'!

Uw liefde moet alom mij leiden,

uw leven moet mijn leven zijn,

uw licht moet schijnen in mijn huis

bij kruis naar kracht en kracht naar kruis.

4. Dan blijft mijn ziel voor U gewonnen,

dan wint mijn ziel door U in kracht!

Het werk in needrigheid begonnen,

wordt dan in heerlijkheid volbracht!

Wat in de windslen sliep, ontbot,

en komt in 't licht en rijpt voor God.

Lied 133

2. 't Is van een moeder die vannacht

een kindje kreeg en dankbaar lacht.

't Is van een kindje, lief en klein,

dat wil altijd je vriendje zijn

Page 42: tegenstemmen versie 2

40

3.

4. Hij die je van je schuld bevrijdt

geeft je geluk en zaligheid,

dat j' in de hemel dag aan dag

met ons, de englen, wonen mag.

5. Let goed op wat ik je vertel,

dan vind je vast dat kindje wel:

't ligt in een kribbe in een stal Toch is Hij Koning van 't heelal.

6. Laat ons nu blij en welgezind gaan zoeken naar dat hemels kind

en met de herders binnengaan.

Zie, zie wat God hier heeft gedaan.

7. Maar kijk niet enkel met het oog

dat al zo vaak een mens bedroog.

Alleen wie luistert telkens weer

die ziet Gods zoon, de lieve Heer.

8. Wees welkom, eedle gast, zo groot,

die arme zondaars niet verstoot.

Gij zoekt mij op in donkre nacht.

Hoe wordt U ooit mijn dank gebracht.

Page 43: tegenstemmen versie 2

41

9. O Heer die alles hebt gemaakt,

hoe werdt Gij nu zo arm en naakt

dat Gij in doeken liggen moet

in 't hooi dat os en ezel voedt.

10. Al zou de wijde wereld, Heer,

tien keer zo groot of honderd keer,

van goud en diamanten zijn ...

nog was z' als wieg voor U te klein.

11. Maar grove doeken, simpel hooi,

dat is uw koninklijke tooi,

dat is de zijde, het brokaat

waarin, Gij, vorst, U vinden laat.

12. Zo voert Gij uit uw wijze plan

waar ik de les uit leren kan,

dat 's werelds macht en hoge staat

voor U maar hooi is dat vergaat.

13. O kindje Jezus, lief en zoet,

spreid U een bedj' in mijn gemoed

en blijf bij mij in lief en leed,

zodat ik, Heer, U nooit vergeet.

14. Dan ben ik vrolijk en gerust

en zing en spring naar hartelust. Mijn wiegelied krijgt dieper klank:

een psalm van hulde, lof en dank.

15. Ere zij God! Hij zendt zijn Zoon.

De englen zingen wonderschoon.

Zo wensen zij ons allen saam

een goed nieuwjaar in Jezus' naam.

Lied 146 zie Gezang 81

Page 44: tegenstemmen versie 2

42

Lied 182

1.

Page 45: tegenstemmen versie 2

43

2. Gij die alles hebt gedragen

al de haat en al de hoon,

die beschimpt wordt en geslagen,

Gij rechtvaardig, Gij Gods Zoon,

als de minste mens gebonden,

aangeklaagd om onze zonde.

Duizend, duizendmaal, o Heer,

zij U daarvoor dank en eer.

3. Die gewillig waart ten dode,

in het duister van de pijn

U ten offer hebt geboden,

hoe verlaten moest Gij zijn,

troosteloos aan 't kruis gehangen

opdat wij uw troost ontvangen. Duizend, duizendmaal, o Heer,

zij U daarvoor dank en eer.

4. Alle leed hebt Gij geleden,

Gij gedragen met geduld.

Als een worm zijt Gij vertreden

zonder schuld, om onze schuld,

opdat wij door U verheven

als verlosten zouden leven.

Duizend, duizendmaal, o Heer,

zij U daarvoor dank en eer.

5. Koning tot een spot getekend

met een riet en doornenkroon,

bij de moordenaars gerekend

overstelpt met smaad en hoon,

opdat naar uw welbehagen

wij de kroon der ere dragen. Duizend, duizenmaal, o Heer,

zij U daarvoor dank en eer.

Page 46: tegenstemmen versie 2

44

6.

Lied 291 zie Gezang 115

Page 47: tegenstemmen versie 2

45

Lied 304 zie Gezang 118

Lied 358

2. Gij hebt mij, Heer, geroepen aan uw dis,

het heilig feest van uw gedachtenis;

schenk mij uw Geest, opdat ik U ontmoet

in 't teken van uw lichaam en uw bloed.

3. Gij, die voor armen rijkdom hebt bereid,

voor onrechtvaardigen gerechtigheid,

zie, hoe naar U zich mijn verlangen wendt

en leid mij zelf, Heer, tot uw sacrament.

4. Wie geeft het brood, dat hongerigen voedt,

waar is de bron waaruit ik drinken moet?

Gij, Heer, alleen kunt mijn genezing zijn;

voed mij en drenk mij met uw brood en wijn.

Page 48: tegenstemmen versie 2

46

5.

6. U wil ik danken, grote Levensvorst;

Gij hebt gestild mijn honger en mijn dorst.

Uw kracht, uw leven daalde in mij neer;

in uw gemeenschap wil ik blijven, Heer.

Page 49: tegenstemmen versie 2

47

Lied 360

1.

Page 50: tegenstemmen versie 2

48

2.

Page 51: tegenstemmen versie 2

49

3. Leer ons, Heer, vrijmoedig spreken

over uw verlossend werk;

geef dat niet die woorden breken

op de daden van uw kerk,

maar dat wij geheiligd leven

op de plaats door U gegeven,

en U volgen onder ’t kruis

op de smalle weg naar huis.

Lied 367

1.

Page 52: tegenstemmen versie 2

50

2.

Page 53: tegenstemmen versie 2

51

Lied 388

1.

2. De zwerver heeft zijn weg ten eind gelopen.

De vogel is al naar zijn nest gevlogen.

De schapen zijn al naar hun kooi gekeerd.

Laat mij nu thuiskomen bij U, o Heer.

3. Ach, richt toch zelf mijn weifelende krachten,

mijn wankle geest, mijn zwervende gedachten.

Open uw deur, o woning van mijn heil,

dat ik al 't andre laat en tot U ijl.

4. Door heel de dag bleef mij uw hand geleiden.

Ik was een kind dat liep aan Vaders zijde.

Gij zijt zo goed voor mij, ik ben 't niet waard.

Laat mij U dankbaar zijn met heel mijn hart.

5. Vergeef het mij dat ik toch weer gedwaald heb,

van alles mij weer op de hals gehaald heb.

Het spijt mij, Heer, ik heb verkeerd gedaan. Neem mij bij U, dan zal het beter gaan.

Page 54: tegenstemmen versie 2

52

6.

7. De duisternis doet alle dingen zwijgen.

O Majesteit, ik moet mij voor U buigen.

In 't donker keer ik tot uw heiligdom

en zeg: spreek, Heer, en maak mijn lippen stom.

8. Ik geef mijn hart U tot een avondoffer.

Ik geef mijn wil volkomen aan U over.

Verlangen, lust, wees stil. Wat lust mij meer dan moe van drift te rusten in de Heer?

9. O laat toch niet het lichaam rust verwerven, terwijl de geest onrustig om moet zwerven.

Voer mij in U, Getrouwe die mij leidt,

want in U, met U is de zaligheid.

10. Als 't donker wordt, doe mij uw zonlicht schijnen,

mijn zaligheid, mijn kracht bij kruis en pijnen,

verberg mij in uw hut voor ongeval,

tot ik uw rust voor eeuwig smaken zal.

Page 55: tegenstemmen versie 2

53

Lied 392

1.

2. Wees bij mij, nu de dag ten einde spoedt.

Alles verdoft wat glans bezat en gloed.

Alles vervalt in 't wisselend getij,

maar Gij die eeuwig zijt, blijf mij nabij.

3. U heb ik nodig, uw genade is

mijn enig licht in nacht en duisternis.

Wie anders zal mijn leidsman zijn dan Gij?

In nacht en ontij, Heer, blijf mij nabij.

4. Ik vrees geen kwaad, want bij mij is de Heer.

Tranen en leed zijn nu niet bitter meer.

Waar is uw prikkel, dood, wat dreigt ge mij?

Ik triomfeer, mij is de Heer nabij.

5. Houd, Heer, uw kruis hoog voor mijn brekend oog,

licht in het duister, wijs de weg omhoog.

Uw dag breekt aan, de schaduw gaat voorbij. In dood en leven, Heer, wees Gij nabij.

Page 56: tegenstemmen versie 2

54

Lied 429

1.

2. Blijf dan eerbiedig God verbeiden

en zwijg de Heer ootmoedig stil;

Hij zal ons naar zijn raad geleiden,

't is goed en heilig wat Hij wil.

God die ons uitverkoren heeft,

kent alle zorg die in ons leeft.

Page 57: tegenstemmen versie 2

55

3. Treed vrolijk voort op 's Heren wegen,

neem zijn gebod getrouw in acht.

't Wordt eindlijk alles u ten zegen,

wanneer gij daarop biddend wacht.

En wie gelovig op Hem ziet,

weet zeker, Hij verlaat ons niet.

Page 58: tegenstemmen versie 2

56

Verantwoording van de muziekzettingen

Bert Duijst: Gezang 118, Lied 304

Jan Hildering: Psalm 25, 121, Gezang 81, 89, 141, Lied 44, 133 en

146, 182, 249, 360, 367, 379

Ina Lohr: Psalm 8, Lied 388

William Henry Monk: Lied 358, 392

Georg Neuman: Lied 75, 78, 429

Henry Smart: Gezang 107, Lied 255

Henk Waardenburg: Psalm 74, 116

De teksten van de psalmen en gezangen zijn afkomstig uit het

Gereformeerd Kerkboek, uitgegeven in 2006 door Uitgeverij

Jongbloed, Heerenveen

De teksten van de liederen (met de aanduiding “Lied …”) zijn

afkomstig uit het Liedboek voor de Kerken, uitgegeven in 1973 door

het Boekencentrum in Zoetermeer en Uitgeverij Jongbloed,

Heerenveen

Mocht u echter in deze bundel een lied aantreffen, waarvan de

verantwoording niet (juist) is vermeld, neemt u dan alstublieft

contact met ons op.

Ontwerp voorzijde: Elja van Harten

Opmaak en indeling: Guido van Harten

1e druk, februari 2013

© Gereformeerde Kerk De Koningshof, Leusden

Reacties: [email protected]

Page 59: tegenstemmen versie 2
Page 60: tegenstemmen versie 2

Gereformeerde Kerk, Leusden