Technisch blad - Heating systems | Industrial … wisselaar TF75 TF100 TF125 TF150 Continu vermogen...
Transcript of Technisch blad - Heating systems | Industrial … wisselaar TF75 TF100 TF125 TF150 Continu vermogen...
Technisch bladBestelnummers en prijzen: zie prijslijst
Hydrotap Tapwaterunit(platenwisselaar voor sanitair tapwater, dubbele scheiding)
75 - 500 kW
350 - 1000 liter
Vitocell-L 100
Type CVL
Staande warmwaterboiler van staal,met Ceraprotect-emaillelaagconform DIN 4733
Boilerinhoud 500, 750 en 1000 liter
Type RET
Staande roestvaststalen warmwaterboilerconform DIN 4753
Boilerinhoud 350, 500, 750 en 1000 liter
Hydrotap
Platenwisselaar voor boilerlaadsysteemcapaciteit: 75-500kW
Gecertificeerd conform DIN ISO 9001
Registratienummer certificaat 12 100 5581
Tip
vo
or
het
op
berg
en
:
reg
iste
r 17
2
HydroTap boilerlaadsysteem
Viessmann-Nederland heeft verschillende tapwater systemen. Deze zijn onder te verdelen in 2 hoofdgroepen; systemen met enkele
scheiding en systemen met dubbele scheiding. Voorbeelden van enkele scheiding zijn boilers met inwendige spiraal voor CV-water.
Systemen met dubbele scheiding zijn platenwarmtewisselaars met dubbele scheiding of boilers met enkele scheiding gecombineerd
met platenwarmtewisselaar met enkele scheiding.
Voordelen van enkele scheiding in boiler ten opzichte van dubbele scheiding met platenwarmtewisselaar:
- regeltechnisch eenvoudiger
- goedkoper
- makkelijker te installeren
In Nederland is echter meestal het gebruik van enkele scheiding niet toegestaan. De regels van de "Vewin" zeggen het volgende:
dubbele scheiding is verplicht wanneer het gezamenlijk opgesteld nominaal vermogen groter is dan 45 kW. Dus vermogen > 45 kW.
Uitzondering:
voor ketels die alleen voor tapwaterverwarming gebruikt worden, geldt deze regel niet.
Verschillende voordelen van een platenwarmtewisselaar in combinatie met een boiler zijn:
- het vermogen van de platenwarmtewisselaar is onafhankelijk van de grootte van de geselecteerde boiler
- door de warmtewisselaar op lage temperaturen uit te leggen, is tapwaterverwarming met hoog rendement mogelijk
3
HydroTap boilerlaadsysteem
Vitocell L 100
Staande roestvaststalen
warmwaterbioler
4
Functiebeschrijving van het boilerlaadsysteem
De HydroTap-unit combineert een groot warmtewisselend oppervlak met dubbele scheiding.
Hydraulisch
De HydroTap-unit van Viessmann is gebaseerd op een constante CV aanvoertemperatuur. Op aanvraag is deze 90°, 80° of 70°C
(prijslijst 90°C) en standaard zijn de retourtemperaturen 20°C lager. Deze aanvoertemperatuur moet constant zijn en overeenkomen
met de specificaties van de wisselaar om altijd het maximale vermogen te kunnen garanderen. Is de temperatuur lager, dan kan de
tapwatertemperatuur ook lager worden.
Er van uitgaande dat de CV-aanvoertemperatuur en flow constant zijn, is het aangeboden vermogen constant. Hierop moet de
tapwaterflow ingesteld worden door middel van inregelventiel D. Deze flow moet zo groot zijn, dat bij de gemiddelde
koudwatertemperatuur (10°C) het tapwater over de wisselaar opgewarmd wordt naar 65°C, niet hoger of lager. Dit is belangrijk, daar
dit water direct in de warmtapwaterleiding kan komen met alle gevolgen van dien als deze te warm of te koud is.
Bij een intredetemperatuur van 10oC wordt tevens het maximale vermogen van de wisselaar gevraagd. Is de intredetemperatuur
hoger, dan zal het aangeboden vermogen verkleind moeten worden. Dit kan d.m.v. een driewegklep of een smoorklep.
De modulatiegraad van deze klep wordt geregeld aan de hand van de temperatuur, gemeten door sensor 1.
Schakelroutine regeling
Sensor 2 detecteert dat de temperatuur in de boiler onder de ingestelde temperatuur komt en schakelt het primair CV-circuit in.
Een standaard regeling geeft bij warmtevraag een potentiaalvrij contact, waarop de ketel automatisch naar de ingestelde temperatuur
gaat bij warmtevraag door tapwatersysteem. Wanneer de aanvoertemperatuur van de ketel de ingestelde temperatuur bereikt heeft,
meestal is dit vaste tijd, wordt de secundaire pomp ingeschakeld.
Het systeem is nu in werking.
Sensor 1 meet de temperatuur direct achter de wisselaar. Aan de hand hiervan wordt d.m.v. de modulerende klep het aangeboden
vermogen teruggeregeld.
Het opgewarmde tapwater wordt bovenin de boiler toegevoerd, waardoor dit warme water langzaam van boven naar beneden
stroomt. Uiteindelijk detecteert sensor 3 dat de totale boiler gevuld is met warmwater en het systeem wordt uitgeschakeld.
GH
A
B
C
D
E
S1
S2
S3
L
J
F
K
I
Voorbeeld van een oplaadsysteem.
HydroTap boilerlaadsysteem
5
Tapwater flow’s
Bij een kleine tapwaterbehoefte zal het tapwater uit de boiler betrokken worden en kan het oplaadsysteem en dus de ketel buiten
bedrijf blijven (Fig. 1). Wanneer de vraag toeneemt detecteert sensor 2 koud water en zal het systeem in werking treden. Nu zal het
tapwater via de wisselaar boven in de boiler toegevoerd worden, waarna een deel het leidingnet ingaat en een ander deel in de boiler
naar beneden stroomt (Fig. 2).
Neemt de tapwatervraag nog verder toe, dan zal al het water uit de wisselaar via de boiler het leidingnet instromen en verder
aangevuld worden met warm voorraadwater uit de boiler (Fig. 3). Op dat moment is de tapwatervraag groter dan het vermogen van
de platenwisselaar en er is dus sprake van een piekverbruik. Dit piekverbruik mag niet langer duren dan de inhoud van de boiler toelaat.
Zie figuur I t/m IV
Regeling
Regeling
Regeling
Regeling
fig. I Tapwatervraag zonder inbedijf zijn van platenwisselaar
fig. III Tapwatervraag groter dan vermogen platenwisselaar fig. IV Geen tapwatervraag meer, boiler wordt opg
fig. II Tapwatervraag is kleiner dan vermogen pla
HydroTap boilerlaadsysteem
6
�������
�A ������ ��%������2 C� ��%������9? 9� �� ��(/+ C������ ��� +�� �� ����6
� �� . ������ ��������$C =�����������������������?? ?��� ���� ��??.?� ?����� �������� � �
���� ����������@ 0������ ��
6��������
!����7
�-�/�
�� �� � " #"""
�������4�
������������������∅ ��
�",##,!#�*B!
##B*#BB�#*!, # * B� "
�####B!,#*�B
##��#B�##*! B
#" B� "
HydroTap boilerlaadsysteem
Technische gegevens van de Vitocel-L 100
DIN-register-nummer aangevraagd
Voor tapwaterbereiding in een laadsysteem ■ Max. temperatuur tapwater in de boiler 95 °C ■ Tapwater-zijdige beveiligingsdruk max. 10 bar
Boilerinhoud liter 500 750 1000
Stilstansverlies in stand-by-modus kWh/24 h 3,5 4,0 4,5
Afmetingen
Lengte (●) met isolatiemateriaal mm 850 960 1060Breedte mm 898 1020 1120Hoogte mm 1955 2055 2075Kantelhoogte zonder isolatiemateriaal mm 1860 2080 2100
GewichtBoiler zonder isolatiemateeriaal kg 136 192 220Boiler met isolatiemateriaal kg 156 207 240
AansluitingenWarmwateraanvoer door de warmtewisselaar R (buitendr.) 2 2 2Koud water, warm tapwater R (buitendr.) 2 2 2Circulatie R (buitendr.) 11/4 11/4 11/4
* 1Gemeten waarden conform DIN 4753-8. De waarden gaan uit van een ruimtetemperatuur van +20 ° C en een temperatuur van het
tapwater van 65°C en kunnen ca. 5% afwijken.
-��� ������.���
4-� �� ����� ��� ��.����
3;
:*@�
;;
F
���
)77
:*@�
;;';��D
���
7%%
�B
/7��
$?? �%
)�
)$7
�7>? ��$7
=�����
>��
:*@�
!�����
�������$)�
�$��
=�����
�(
��
�
:*@%
3;'/�
:*@%
F
;;
�B
;;';�
�D
!�����
�
�������
.
7
HydroTap boilerlaadsysteem
Leveringsomvang:
Vitcell-L 100
Warmwaterboiler met ceraprotect-emaillelaag
Met separaat verpakt PUR-isolatie.
- Magnesium-beschermingsanode
- Thermometer
- Vastgeschroefde stelvoeten
RET
Warmwaterboiler van hoogwaardig RVS met apart
verpakt isolatiemateriaal van mineraalwol.
- Aansluitingen voor boilertemperatuursensor
Thermometer
- Vastgeschroefde stelvoeten
In een aparte verpakking aan de kist bevestigd:
- verloopelement R 1x 1/2
- isolatie-element
- dompelbuis
Debiet van een boilercel in l/h
500,750 en 1000 liter boilerinhoud
Weers
tan
d in
mb
ar
Tapwater-zijdige weerstand van de Vitocell-L 100/300
8
HydroTap boilerlaadsysteem
Technische gegevens van RET RVS
350 liter
500 liter
9
HydroTap boilerlaadsysteem
750 liter
1000 liter
HydroTap boilerlaadsysteem
10
1500 liter
RVS tapwater oplaadboiler type RET-technische gegevens
• Maximale bedrijfsdruk 10 bar
• Maximale bedrijfstemperatuur 95 °C
• Maximaal RVS 316Ti
• Isolatie PU hardschuimschalen
Bestelnr. 9576984 9576985 9565808 9565809 9565810
Inhoud liter 350 500 750 1000 1500
Afmetingen
Lengte ●, incl. isolatie mm 640 790 890 1080 1180
Breedte mm 670 820 920 1090 1190
Hoogte mm 1930 1735 2055 1850 2170
Gewicht
Gewicht incl. isolatie kg 52 68 110 130 190
Aansluitingen
Warmwaterintrede R in W. 11/4 11/2 2 2 2
Warmwater/koudwater R in W. 11/4 11/2 2 2 2
11
Platenwarmtewisselaar
Voordelen van de Viessmann platenwarmtewisselaar met dubbele scheiding:
- Door de dubbele scheiding van de warmtewisselaarsplaten ontstaat een zeer effieciënte
warmte-uitwisseling en een uiterst compacte bouwvorm
- Eenvoudige montage door middel van de vier aansluitnippels op de frontplaat
- Hoge bedrijfszekerheid en lange levensduur door de uitgeglooide roestvaststalen warmtewisselaarsplaten
- Verkalking wordt tot een absoluut minimum beperkt door hoogturbulente doorstroming
- Met behulp van het aanwezige flow-inregelventiel kan de doorstromende hoeveelheid tapwater
exact ingesteld worden op de gewenste waarde
- De bekabeling naar de pomp is voorgemonteerd in een aansluitkastje. In dit kastje is tevens
ruimte voor de temperatuursensor bij de wisselaar
- Voetconstructie met mogelijkheid voor vloerbevestiging.
Maatsschets HydroTap-wisselaar
Vermogen 75 kW t/m 150 kW Vermogen 175 kW t/m 500 kW
HydroTap boilerlaadsysteem
HydroTap boilerlaadsysteem
Technische gegevens HydroTap
CV wateraanvoer-/retourtemperatuur 90oC / 70oC Materiaal pakkingen NBR
Tapwater 10oC / 65oC Materiaal platen AISI 316 (dubbele uitvoering)
Tapwaterzijdige overdruk 10 bar Aansluiting circulatiepomp 230 Volt
Maximale aanvoertemperatuur 110oC
Aansluiting CV S4 Aanvoer Aansluiting Tapwater S1 Uittrede WW
S2 Retour S3 Intrede KW
Type wisselaar TF75 TF100 TF125 TF150
Continu vermogen (in kW) 75 100 125 150
Aantal platen 10 12 14 18
CV zijdige flow (m3/h) 3,2 4,3 5,4 6,5
CV-zijdige weerstand (kPa) 27 35 28 24
Tapwatercapaciteit (in l/h) 1180 1570 1960 2360
Tapwaterz. weerstand (kPa) 18 18 19 20
Pomp type (Grundfos) 25 - 45N 25 - 45N 25 - 45N 25 - 45N
Maximale opvoerhoogte* 37 34 30 26
Stroom (A): 0,5 0,5 0,5 0,5
Vermogen (Watt): 115 115 115 115
Aansl. CV-z. (uitw. BSP) 1 1/2" 1 1/2" 1 1/2" 1 1/2"
Aansl. tapwaterz. (uitw. BSP) 1 1/4" 1 1/4" 1 1/4" 1 1/4"
Gewicht circa (kg) 120 130 140 150
Type wisselaar TF175F TF200F TF250F TF300F TF400F TF500F
Continu vermogen (in kW) 175 200 250 300 400 500
Aantal platen 9 11 13 15 21 27
CV zijdige flow (m3/h) 7,5 8,6 10,8 12,9 17,2 21,5
CV-zijdige weerstand (kPa) 33 28 31 33 30 30
Tapwatercapaciteit (in l/h) 2750 3140 3925 4710 6280 7850
Tapwaterz. weerstand (kPa) 15 14 16 17 19 18
Pomp type (Grundfos) 32-80B 32-80B 32-80B 32-80B 32-80B
Maximale opvoerhoogte* 60 58 52 48 40 28
Stroom (A): 1,05 1,05 1,05 1,05 1,05 1,05
Vermogen (Watt): 245 245 245 245 245 245
Aansl. CV-z. (uitw. BSP) 2" 2" 2" 2" 2" 2"
Aansl. tapwaterz. (uitw. BSP) 1 1/2" 1 1/2" 1 1/2" 1 1/2" 1 1/2" 1 1/2"
Gewicht circa (kg) 150 155 160 165 170 180
* bij opgegeven opvoerhoogte in kPa, moet de weerstand van de wisselaar nog worden afgetrokken
Op aanvraag: Maximale verzadigde stoomdruk 0,5 bar
Temperatuur traject CV-zijdig 70oC - 50oC
Compleet voorgemonteerd systeem HydroTap - O
12
13
Inregelventiel
Voor het inregelen van de tapwaterflow is op de wisselaar standaard een Taco-Setter gemonteerd. De tapwaterflow moet
overeenkomen met het vermogen van de platenwisselaar. Uitgegaan wordt hierbij van een opwarming van het tapwater van 10 naar
65oC. De schaalverdeling op de Taco-Setter is uitgedrukt in liters/minuut.
Voor het instellen van de TacoSetter kan de volgende formule gebruikt worden
Vermogen wisselaar [kW]
3,83
Legenda voor instellen Taco-Setter
Door de rode schelp in te drukken wordt een flow verkregen over het peilglas.
Hierna kan met de instelschroef de juiste flow ingesteld worden.
= [l/min]Flow TacoSetter [l/min] =
Tot 150 kW Vanaf 175 kW
A = 161 A = 173
B = 56 B = 64
C = 65 C = 79
D = 71 D = 77
SW = 49 SW = 59
Rd = 11/4" Rd = 11/2"
* *
* in mm
HydroTap boilerlaadsysteem
HydroTap boilerlaadsysteem
14
Tapwaterinstallatie zonder circulatieleiding
A Drieweg mengklep J Koudwateraanvoer
B Transportpomp K Tapwater (warm)
C Platenwisselaar met dubbele scheiding L Aftapaansluiting
D Inregelventiel S1 Oplaadsensor
E Oplaadpomp S2 Boilersensor
F Voorraadvat S3 Boilersensor
Tapwaterinstallatie zonder circulatieleiding
A Drieweg mengklep J Koudwateraanvoer
B Transportpomp K Tapwater (warm)
C Platenwisselaar met dubbele scheiding L Aftapaansluiting
D Inregelventiel S1 Oplaadsensor
E Oplaadpomp S2 Boilersensor
F Voorraadvat S3 Boilersensor
G Circulatiepomp
* Zie volgende pagina
Regeling
A C
K
FS2
S3
S1
L
J
E
D
B
CA
B
E
D
S1
S2
S3
J
F
K
G
Regeling
15
Hoe meerdere boilers te plaatsen
Meerdere boilers zijn in twee configuraties te plaatsen, serie of in parallel.
In serie zetten is het gemakkelijkst en in de meeste gevallen geeft dit goede resultaten.
Alleen als er in korte tijd zeer veel water nodig is, is parallel te overwegen. Wanneer de maximale flow over een 500, 750 of 1000 liter
boiler > dan 14.000 L/ uur wordt, moet een parallel systeem overwogen worden.
Serie-geschakeld systeem
Tapwaterinstallatie met meerder voorraadvaten in serie geschakeld
A Drieweg mengklep J Koudwateraanvoer
B Transportpomp K Tapwater (warm)
C Platenwisselaar met dubbele scheiding L Aftapaansluiting
D Inregelventiel S1 Oplaadsensor
E Oplaadpomp S2 Boilersensor
F Voorraadvat S3 Boilersensor
G Circulatiepomp
* Splitsen retour circulatieleiding als de flow door deze groter is dan 50% flow over oplaadpomp
De circulatieflow mag niet groter zijn dan 50% van de flow over de HydroTap-unit, anders kan het systeem de boiler niet
meer van bovenaf vullen met warmwater. Wanneer de circulatieflow wel groter is, dan moet een deel van de
circulatieretour direct achter de wisselaar in de warme aanvoer naar de boiler geïnjecteerd worden.
Regeling
AC
D
S1
E
B L L L
S3
J
S2 F
G
K
1 2 3
HydroTap boilerlaadsysteem
HydroTap boilerlaadsysteem
16
Tapwaterinstallatie met meerdere voorraadvaten, parallel geschakeld
A Drieweg mengklep J Koudwateraanvoer
B Transportpomp K Tapwater (warm)
C Platenwisselaar met dubbele scheiding L Aftapaansluiting
D Inregelventiel S1 Oplaadsensor
E Oplaadpomp S2 Boilersensor
F Voorraadvat S3 Boilersensor
G Circulatiepomp
* Splitsen retour circulatieleiding als de flow door deze groter is dan 50% flow over oplaadpomp
De circulatieflow mag niet groter zijn dan 50% van de flow over de HydroTap-unit, anders kan het systeem de boiler niet
meer van bovenaf vullen met warmwater. Wanneer de circulatieflow wel groter is, dan moet een deel van de
circulatieretour direct achter de wisselaar in de warme aanvoer naar de boiler geïnjecteerd worden.
Regeling
AC
D
B
E
S1
J
S3
S2 F
1
2
K
G
LLL
3
1
2
3
3 2 1
3 2 1
1 2 3
Parallel-geschakeld systeem
Voor het parallel aansluiten van de boilers is het belangrijk dat de boiler in ‘Tiggelmann’ worden aangesloten.
Met de nummers 1 t/m 3 is aangegeven hoe dit zou kunnen met de verschillende aansluitingen.
17
Electrisch aansluiten van Vitotronic-regeling op tapwateroplaadsysteem
Viessman levert een tapwaterregeling welke gebaseerd is op de bekende Viessman ketel- en groepenregelingen. Deze regelingen
kunnen buiten het regelen van ketel (s) of groep (en) tegelijk ook een tapwateroplaadsysteem regelen. Hiervoor is een
aanvullingsmodule nodig, welke volledig met de regeling geintegreerd kan worden.
De volgende regelingen kunnen uitgebreid worden met deze module:
Vitotronic 100, type GC1 *1
Vitotronic 050
De aansluitingen op de Viessman-regelingen welke gebruikt worden voor het aansturen van tapwaterregeling zijn hieronder
weergegeven. Het deel dat omzoomdd is met een streepjeslijn is de aanvullingsmodule.
*1 Vitotronic 100 regeling is alleen toepasbaar wanneer de aansluitpunten niet gebruikt worden voor een modulerende
retourbewakingsregeling van de ketel.
Wanneer alleen het tapwateroplaadsysteem als een stand-alone systeem geregeld dient te worden dan wordt de Vitotronic 050 voor
1 groep aangeboden. De uitgebreidere Vitotronic 050 voor 3 groepen kan buiten het tapwatersysteem nog 2 CV-groepen aansturen.
Bij ketelhuizen met 1 ketel kan de tapwaterregeling met de ketelregeling (Vitotronic 100) gecombineerd worden.
Wanneer er meerdere ketels in het ketelhuis staan, is het minder geschikt de Vitotronic 100 te gebruiken voor het aansturen van de
tapwaterinstallatie. De Vitotronic 100 regeling is een ketelgebonden regeling en werkt dus alleen op de betreffende ketel. Bij het
tapwaterbedrijf gaat de ketel naar een hoge temperatuur (90°C). In een systeem met meerdere ketels, zal dan een mengtemperatuur
ontstaan. In die gevallen zal de centrale cascade regeling moeten overnemen.
Voor Viessmann ketels kan dit heel goed de Vitotronic 333 regeling zijn. Dit is een cascade regeling welke door middel van een LON-
bus verbonden kan worden met de Vitotronic 100 regelingen van de verschillende ketels. Hierdoor kan deze regeling de ketels in het
ketelhuis weersafhankelijk regelen en de ketels naar een hogere temperatuur sturen bij tapwatervraag. Met de LON-bus kan nu een
directe verbinding gemaakt worden naar een benodigde Vitotronic 050 regeling.
156
Externe
Warmtevraag
Module
B
A
ES3
S1
S2
G
5 517
B
21
52
20
28
A1
A1
Vitotronic
HydroTap boilerlaadsysteem
18
Werking Vitotronic-regeling
Wanneer S2 in de boiler een temperatuur meet die onder de ingestelde temperatuur ligt, bijvoorbeeld 62°C, dan wordt het
tapwatersysteem in werking gesteld. De volgende stappen worden uitgevoerd:
- de driewegklep wordt open gestuurd,
- de primaire pomp gaat draaien
- de ketel (s) gaat (gaan) naar verhoogde aanvoertemperatuur.
Dit laatste punt wordt automatisch geregeld wanneer het Viessmann-systeem toegepast wordt.
Wanneer een Viessmann-regeling als een "stand-alone" regeling gebruikt wordt, zoals alleen een Vitotronic-050 regeling, dan kan
het potentiaalvrij contact op de module gebruikt worden voor aansturing van ketels.
Er is nu een primaire flow over de wisselaar, maar deze kan tijdelijk nog niet de temperatuur hebben die nodig is om het tapwater
voldoende hoog op te warmen. Zou de secundaire pomp nu voluit draaien, dan doseert hij direct te koud tapwater boven in de boiler,
wat vervolgens naar de gebruikers gaat. Om deze reden wordt de secundaire pomp eerst elke minuut - 5 seconden - aangeschakeld
om de temperatuur op sensor S1 te meten. Is deze voldoende hoog dan wordt deze pomp continu ingeschakeld en zal de regeling
aan de hand van de gemeten temperatuur van sensor S1 de driewegklep modulerend gaan regelen.
Het systeem is nu volop in werking.
Dit gaat door tot dat S3 een temperatuur detecteert die hoog genoeg is, bijv. 62°C, waarna het systeem uitgeschakeld wordt.
De regelingen hebben een ingebouwde tijdsfuncie, waarmee de temperatuur tijdelijk verhoogd kan worden. Dit kan zijn voordeel
hebben bij een “Anti Legionella” schakeling, door de temperatuur eens in de 24 uur te verhogen.
Wanneer voor de tapwaterregeling geen Viessmann-regeling gebruikt wordt, maar er worden wel Viessmann ketels toegepast, dan
kunnen de ketel regelingen aangestuurd worden door middel van een potentiaal vrij vrijgave contact van de vreemde regeling op
sterker 146 aan te sluiten van de cascade regeling (Vitotronic 333).
Aansluitingen
De volgende aansluitpunten op de regeling worden door middel van een inwendige schakelaar voorzien van stroom:
Pompen
20 A1 230 Vac
21 230 Vac
28 230 Vac, bij de Vitotronic 100 regeling is dit stekker 29
maximale aansluitwaarde voor alle pompgroepen is 6 A
per pompgroep is dit 4 (2) A
Wanneer de pompen meer stroom trekken of ze hebben krachtstroom nodig, dan moet een hulprelais geplaatst worden.
Driewegklep
52 A1 230 Vac, driewegmengklep
Maximale aansluitwaarde 0,2 (0,1) A
Stekker 52 A1 heeft 4 contacten, waarvan contact 1 is klep open, contact 2 is klep dicht, contact 3 is aarde en contact 4 is de nul.
Sensoren
5 laagspanning
17 B laagspanning
De twee sensoren in de boiler kunnen allebei op stekker 5 aangesloten worden. De stekker heeft 3 contacten. De bovenste sensor
wordt aangesloten op contacten 1 en 2 en de onderste sensor wordt aangesloten op contacten 2 en 3.
HydroTap boilerlaadsysteem
19
HydroTap (uitleveringsomvang)
De warmtewisselaar is samen met een tapwaterpomp en een inregelventiel op een console gemonteerd. Zowel de CV aansluitpunten
als de tapwater aansluitpunten zijn naar 1 kant van de console gebracht. De console moet op de bodem geplaatst worden en kan
eventueel vastgeschroefd worden.
HydroTap-S
De HydroTap-S lijkt op de HydroTap met modulerende 3-wegklep. Het verschil is dat dit systeem constant in bedrijf blijft.
Dus de primaire en secundaire pomp blijven draaien, de 3-wegklep houdt de tapwatertemperatuur na de wisselaar op 65°C.
Voordeel:
Er hoeven geen sensoren in de boiler.
Minder boilers.
Bij grote systemen neemt het minder plaats in beslag.
Platenwisselaars hebben temperatuurtraject van 90oC - 50oC.
Nadeel:
Systeem is continu in bedrijf, wat erin resulteert dat de ketels en de leidingen altijd op temperatuur moeten blijven. Voor Viessmann
ketels is dit echter geen groot probleem, omdat de waterinhoud groot is, (bij kleine vermogensafnames weinig starts en stops) en de
ketels zeer goed geïsoleerd zijn, waardoor het warmteverlies klein is. In daluren kan de ketel tevens op lagere temperaturen werken,
bijvoorbeeld 75°- 40°C
Wanneer toe te passen:
Het systeem is vooral aan te bevelen als er continu gelijkmatige warmte afname is door waterverbruik of door grote
circulatieverliezen.
Een oplaadsysteem, zoals de gewone HydroTap, is hier overbodig omdat deze door het continue gebruik in de praktijk ook bijna niet
stil staat. Wanneer de ketel groot genoeg is om pieken in het verbruik te dekken, is alleen een kleine boiler nodig om kortstondige
extreme pieken op te vangen.
Werking regeling:
Sensor 1, welke direct achter de wisselaar zit, meet de temperatuur en aan de hand daarvan wordt de modulerende 3-wegklep in het
primaire systeem open of dicht gedraaid, sensor 2 en 3 zijn afwezig.
Plaats circulatieleiding:
Onder in de boiler. Zie voor aansluitschema HydroTap schema’s.
De sensoren in de boiler zijn nu niet nodig omdat het systeem altijd in werking is.
HydroTap boilerlaadsysteem
HydroTap boilerlaadsysteem
herd
ruk f
eb
ruari
2005