TBK BASICS 1516 - Hogeschool Inholland · Door een optimale afstemming kan het hoogste rendement...

TBK BASICS 1516

TECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE

VOLTIJD

Hogeschool Inholland Domein Techniek, Ontwerpen en Informatica

versie 150901

1516 TBK Basics VT versie 150901 2 2

Inhoudsopgave

VOORWOORD ........................................................................................................................................................................ 3

1 BEROEPSPROFIEL ........................................................................................................................................................... 4

2 COMPETENTIES EN ASPECTEN VAN PROFESSIONEEL GEDRAG .............................................................................. 7

Onderlinge verhouding tussen de competenties ................................................................................................................ 7 Aspecten van professioneel gedrag .................................................................................................................................. 8 Competentiekaarten ........................................................................................................................................................ 10 Competentiematrix .......................................................................................................................................................... 21

3 CURRICULUM .................................................................................................................................................................. 22

4 STUDIEWIJZERS, PROJECTHANDLEIDINGEN, STAGEHANDLEIDINGEN EN AFSTUDEERHANDLEIDING ............. 24

5 ROOSTER* ....................................................................................................................................................................... 25

Jaarrooster ...................................................................................................................................................................... 25 Lestijden en tentamentijden* ........................................................................................................................................... 27

6 STUDIEBENODIGDHEDEN ............................................................................................................................................. 28

7 TOETSPLAN .................................................................................................................................................................... 29

Algemeen ........................................................................................................................................................................ 29 Cohort 1516 .................................................................................................................................................................... 30 Cohort 1415 .................................................................................................................................................................... 32 Cohort 1314 .................................................................................................................................................................... 33 Cohort 1213 .................................................................................................................................................................... 34

8 COMMISSIES ................................................................................................................................................................... 35

Opleidingscommissie (OC) .............................................................................................................................................. 35

9 STUDIEVERENIGING TECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE ................................................................................................ 37

10 DECANAAT ..................................................................................................................................................................... 38

11 DOCENTEN ..................................................................................................................................................................... 39


Voorwoord

TBK Basics 1516 is een praktisch overzicht van de opleiding Technische Bedrijfskunde voor het schooljaar 2015-2016.

De eerste twee hoofdstukken zijn de basis van Technische Bedrijfskunde.

Je vindt hierin ten eerste waar de opleiding voor opleidt, namelijk het beroepsprofiel van een Technisch Bedrijfskundige. In het hoofdstuk er na vind je de

competenties en de beschrijving van het professioneel gedrag die voor dat beroepsprofiel nodig zijn. In de competentiematrix aan het eind van dit hoofdstuk kun

je zien waar de competenties in het onderwijsprogramma terugkomen.

De volgende hoofdstukken zijn praktischer van aard.

In hoofdstuk 3 staat per cohort een globaal overzicht van je studieprogramma. Je ziet er welk thema de onderwijsblokken hebben en wanneer er stages gepland

zijn. TBK Basics gaat niet dieper op de inhoud van het onderwijs in, dat gebeurt in de studiewijzers en handleidingen die voor elke blok onderwijs beschikbaar

zijn en waarvan in hoofdstuk 4 een overzicht staat.

In hoofdstuk 5 is het jaarrooster opgenomen waarin je kunt zien wanneer de onderwijsperioden starten en eindigen en wanneer er toetsen aangeboden kunnen

worden. Ook vind je hier de les- en tentamentijden.

Hoofdstuk 6 geeft informatie over de studiebenodigdheden voor de TBK opleiding.

Hoofdstuk 7 geeft een overzicht van alle toetsen die dit jaar aangeboden worden. Je vind in deze overzichten ook de weging, vorm en codering van de toetsen.

In hoofdstuk 8 vind je informatie over rol van de examencommissie en de opleidingscommissie binnen de opleiding.

In hoofdstuk 9 en 10 komen achtereenvolgens de studievereniging Technische Bedrijfskunde en het studentendecanaat aan bod.

Dit boekje eindigt met een lijst van de docenten waarmee je dit jaar te maken hebt.

Wij hebben TBK Basics samengesteld met de bedoeling jullie helder te informeren over het studiejaar 2015-2016.

Wij zijn benieuwd in hoeverre we daarin geslaagd zijn en zien dan ook uit naar jullie reacties, aanvullingen, opmerkingen etc. Kun je vinden wat je zoekt? Mis je

informatie? Spreken de overzichten voor zich? We horen het graag. Je kunt je reacties mailen naar [email protected]. We willen jullie feedback

graag gebruiken voor de volgende versie.

Namens het TBK team,

Colette van der Ree

versie wijziging distributie

150901 - BB, hardcopy

mailto:[email protected]


1 Beroepsprofiel

Dit is de beschrijving van dat waar je voor opgeleid wordt. Dit beroepsprofiel is tot stand gekomen in het landelijk overleg van alle opleidingen Technische

Bedrijfskunde en wordt continu getoetst aan de inzichten van het beroepenveld.

Inleiding

Ondernemingen worden geconfronteerd met een omgeving die steeds complexer en meer onvoorspelbaar wordt. De concurrentie wordt meer internationaal en

sterker, de consument kritischer en veeleisender en technologische ontwikkelingen volgen elkaar snel op. Behalve efficiëntie, kwaliteit en flexibiliteit is er nog een

aanvullende eis op ondernemingen afgekomen: innovativiteit, ofwel het vermogen om in een hoog tempo nieuwe producten te ontwikkelen en te produceren.

Snelheid is dan ook het motto! De technisch bedrijfskundige speelt een belangrijke rol bij het inspelen op al deze ontwikkelingen. Innovatie en

verandermanagement staan dan ook centraal in de competenties van de opleiding Technische Bedrijfskunde.

Beroepsprofiel

De technisch bedrijfskundige bedenkt concepten die het voor organisaties mogelijk maakt in te spelen op de snel veranderende omgeving en voert deze in. In

deze nieuwe organisatieconcepten zullen research & development, inkoop, productie, marketing en verkoop optimaal moeten samenwerken om aan de eisen van

de markt te voldoen. Ook voor die samenwerking is de technische bedrijfskundige verantwoordelijk.

De technische bedrijfskundige is de intermediair tussen de verschillende functies in een onderneming.

Door een optimale afstemming kan het hoogste rendement voor het bedrijf worden bereikt met een waarborg voor de continuïteit. De problematiek waarmee een

technisch bedrijfskundige te maken krijgt is dan ook breed en complex van aard. Breed omdat het gaat om alle bedrijfsprocessen inclusief de

bedrijfseconomische, technologische, organisatorische en sociaalpsychologische aspecten. Complex omdat al deze verschillende processen met elkaar

samenhangen. Bij vernieuwingen moet de technisch bedrijfskundige dan ook altijd rekening houden met de gevolgen voor de totale organisatie.

Een technisch bedrijfskundige geeft vanuit een bedrijfsvisie sturing en leiding aan doelgerichte samenwerkingsverbanden van mensen en beschikbare middelen.

Sturen en leiding geven omvat het stellen van doelen, het aantrekken en beheren van middelen, het inrichten en beheren van samenwerkingsverbanden en het

scheppen van voorwaarden om gestelde doelen effectief en efficiënt te realiseren. In zijn rol als intern of extern adviseur onderzoekt en analyseert de technisch

bedrijfskundige op methodische wijze processen, structuren, systemen en culturen en geeft advies om deze effectiever en/of efficiënter te maken. Hij leidt

projecten om de geadviseerde veranderingen door te voeren en zorgt voor voldoende draagvlak voor verandering. De technisch bedrijfskundige is zich bewust

van de veranderingen in de omgeving van de organisatie, signaleert kansen en bedreigingen en speelt hierop in.

De technische bedrijfskundige kenmerkt zich door:

een integrale benadering: kan verschillende disciplines integreren, heeft een ‘helicopterview’, kan op verschillende niveaus in een organisatie denken en

werken, kan eenvoudig schakelen tussen niveaus en kan een probleem vanuit meerdere invalshoeken bekijken;


vakkennis: kennis van en inzicht in de bedrijfsprocessen afzonderlijk en in hun onderlinge samenhang;

analytische vaardigheden: kan problemen met betrekking tot de bedrijfsvoering herkennen, formuleren en analyseren;

communicatieve vaardigheden: weet draagvlak te ontwikkelen voor ideeën en kan deze professioneel presenteren;

adequate sociale vaardigheden: kan werken in teams, bestaande uit mensen van verschillend niveau en met verschillende achtergrond;

professioneel pragmatisme: kan praktische oplossingen bedenken en invoeren op basis van bedrijfskundige methoden en technieken.

Beroepscontext technisch bedrijfskundig ingenieur

De bedrijfsgrootte waarin afgestudeerde technisch bedrijfskundigen na hun afstuderen kunnen starten is niet gelimiteerd. Als richtsnoer voor de opleiding

Technische Bedrijfskunde is echter gekozen voor de beroepscontext van een businessunit (200 – 400 medewerkers) binnen een industriële omgeving en/of

zakelijke dienstverlening om zo het vereiste werken denkniveau, de diversiteit aan beroepssituaties en de diepgang van de opleiding te kunnen definiëren. In

een bedrijf met deze aard en grootte komen alle relevante technisch bedrijfskundige vraagstukken voor.

Voor de context zoals hiervoor beschreven zijn de volgende hoofdprocessen van belang:

het commerciële proces

het productieproces

het organisatieproces

het informatieproces

het financiële proces

Beroepsrollen technisch bedrijfskundige

Een gediplomeerd ingenieur technische bedrijfskunde moet, al of niet na enkele jaren praktijkervaring, één of meer van de onderstaande rollen kunnen vervullen:

Manager

Een manager geeft vanuit een bedrijfsvisie sturing en leiding aan een doelgericht samenwerkingsverband van mensen en beschikbare middelen. Sturen en

leiding geven omvat het stellen van doelen, het aantrekken en beheren van middelen, het inrichten en beheren van samenwerkingsverbanden en het scheppen

van voorwaarden om gestelde doelen effectief en efficiënt te realiseren.

Intern adviseur (stafmedewerker)

Met interne adviseurs worden bedoeld beleidsmedewerkers, specialisten, projectleiders, kortom ieder die vanuit een niet-hiërarchische positie invloed uitoefent in

een organisatie. Ook chefs kunnen voor het niet-leidinggevende deel van hun functie adviseur zijn.

Extern adviseur

De externe adviseur richt zich op de effectiviteit van het functioneren van interne organisaties. Onderzoeken processen, structuur, cultuur, systemen en

procedures. De management consultant werkt nauw samen met de opdrachtgever. Dit vereist interpersoonlijke competenties en een gedrevenheid om

veranderingen te implementeren.


Ondernemer

Een ondernemer richt zich bewust vanuit een persoonlijke visie op het aanvaarden van economische risico’s in pogingen om nieuwe producten of diensten te

genereren en aan derden aan te bieden met de kennelijke bedoeling die te verkopen en daaraan te verdienen.

De binnen het beroepsdomein te onderscheiden rollen worden hierna beschreven en zijn voorzien van als trefwoord geformuleerde, typerende kwalificaties.

Voorbeelden van beroepen waartoe wordt opgeleid

De studenten worden opgeleid tot manager, adviseur en ondernemer. De technisch bedrijfskundige kan starten als een manager van een operationele afdeling

(bijvoorbeeld als manager van de afdeling planning) en doorstromen naar een managementfunctie waarbij leiding wordt gegeven aan meerdere afdelingen

(bijvoorbeeld operations manager). Ook kan de technisch bedrijfskundige werkzaam zijn als manager van of adviseur binnen een stafafdeling (bijvoorbeeld

manager Kwaliteit, Arbo en Milieu). Technisch bedrijfskundigen kunnen hun loopbaan ook starten als junior consultant en doorgroeien naar senior

organisatieadviseur. Een deel van de technisch bedrijfskundigen start een eigen onderneming.


2 Competenties en aspecten van professioneel gedrag

Competenties zijn kennis, vaardigheden en gedragselementen die een persoon in een (werk)situatie effectief doen functioneren.

In dit hoofdstuk vind je de beschrijving van - en de samenhang tussen de competenties die je nodig hebt voor het TBK-beroepsprofiel.

De aspecten van professioneel gedrag die bij een technisch bedrijfskundige horen zijn vastgelegd in een apart overzicht.

De competenties staan beschreven op competentiekaarten. Elke kaart is op dezelfde manier ingedeeld:

Competentie

Competentiebeschrijving Niveaus

Niveau 1

Niveau 2

Niveau 3

Context Beheersingsindicatoren

Voorbeeld

Kennis & inzichten

Accenten van

vaardigheden

Accenten van

professioneel gedrag

Om je competentieontwikkeling te kunnen toetsen zijn er voor elke competentie 3 niveaus gedefinieerd. Niveau 1 is vereist voor het halen van je Propedeuse. Niveau 2 wordt in het tweede of derde jaar getoetst . Als je ook niveau 3 hebt aangetoond heb je het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar, je hebt je opleiding dan afgerond.

Een technisch bedrijfskundige oefent zijn beroep uit in een omgeving. In deze kolom staat die context beschreven en wordt die met een voorbeeld geïllustreerd.

Beheersingsindicatoren zijn een hulpmiddel om je competentieontwikkeling vast te stellen. Je vindt deze indicatoren terug op de beoordelingsformulieren van de integrale toetsen (stages, projecten).

Het totale overzicht van de accenten van professioneel gedrag gaat vooraf aan de competentiekaarten. Op de competentiekaart staan steeds de, voor de betreffende competentie, belangrijkste twee aspecten.

De voor de competentie vereiste kennis en vaardigheden worden, behalve in de integrale toetsen ook nog apart getoetst. Een overzicht van alle toetsen die je dit jaar te wachten staan, vind je in het toetsenoverzicht.


Onderlinge verhouding tussen de competenties

Het stramien van de landelijk geformuleerde competenties voor de Bachelor of Engineering. De voor Technische Bedrijfskunde gedefinieerde

competenties passen hier in.

Binnen Technische Bedrijfskunde zijn majorcompetenties geformuleerd.

De specialisatiecompetenties voor Technische Bedrijfskunde zijn een verdieping van de bedrijfskundige aspecten die ook in de majorcompetenties

aan bod komen.

inzicht krijgen

uitvoeren

plannen

ontwerpen

product

of dienst

M3 verbeteren en vernieuwen van organisaties

M4 ondernemen

M5 vernieuwen van producten/diensten

M1 bedrijfsplannen ontwikkelen

M2 beleid uitvoeren

TBK S1 Organisatie onderzoek en advies

TBK S2 Verandermanagement


Aspecten van professioneel gedrag

Indicatoren Professioneel Gedrag

PG1 Verantwoordelijk PG2 Empathisch en respectvol PG3 Anderen motiverend

PG1c

PG1b

PG1d

PG1a

PG1e

Komt afspraken en verplichtingen na

Geeft blijk van oplettendheid, signaleert het werk dat

nodig is en voert het uit

Handelt binnen de grenzen van de eigen

bevoegdheid

Handelt naar wensen en behoeften van de

opdrachtgever

Neemt zorgvuldig en beargumenteerd beslissingen,

verantwoordt het hoe en waarom van het handelen

PG2d

PG2c

PG2a

PG2e

PG2b

PG2f

Gaat zorgvuldig om met bedrijfsgegevens

Respecteert de bedrijfscultuur en handelt ernaar

Toont betrokkenheid

Zegt eerlijk wat hij/zij denkt en voelt, zonder daarmee

anderen te kwetsen

Bewaakt waar nodig de positie en grenzen van

anderen

Stelt grenzen aan wat hij/zij van anderen wil

incasseren en bewaakt deze

PG3b

PG3c

PG3a

Geeft het goede voorbeeld

Uit waardering voor het werk en de inbreng van anderen

Stimuleert anderen tot inzet, actieve deelname en de wil

om te slagen

PG4 Effectief lerend PG5 Kritisch/creatief PG6 Proactief / resultaatgericht

PG4a

PG4c

PG4b

Motiveert zichzelf tot leren en het leveren van

leerprestaties

Staat open voor (nieuwe) ontwikkelingen en

leermogelijkheden

Stuurt en structureert het eigen leren, stelt bij het

leren prioriteiten

PG5d

PG5c

PG5a

PG5b

Levert een bijdrage aan het bespreken, analyseren en

oplossen van problemen, conflicten of vraagstukken.

Durft te experimenteren, zoekt naar oplossingen,

brengt

Neemt de mening van (gezaghebbende) anderen niet

kritiekloos aan, vraagt door en checkt interpretaties

vernieuwende ideeën in

Weegt persoonlijke, ethische, sociaal-

maatschappelijke en wetenschappelijke aspecten af

PG6b

PG6c

PG6a

PG6d

Werkt gestructureerd, volgens een planning

Werkt naar een oplossing of resultaat toe

Neemt initiatief, onderneemt actie m.b.t. gerezen vragen,

problemen of conflicten

Vervult een voortrekkers- of leidersrol of stelt de

noodzaak van die rol aan de orde

PG7 Reflecterend PG8 Flexibel PG9 Samenwerkend

PG7b

PG7c

PG7a

Formuleert persoonlijke leerdoelen en werkt hier

aan

Vraagt om feedback, gaat na wat ervan reëel is en

verwerkt verkregen feedback in het eigen handelen

Toont inzicht in eigen sterke en zwakke kanten

PG8b

PG8d

PG8a

PG8c

Doet zijn best om anderen te begrijpen en laat

anderen in hun waarde

Toetst de eigen mening aan die van anderen en stelt

zonodig bij

Ziet probleemsituaties als uitdagingen en laat bij het

aanpakken ervan vaste kaders zo nodig los

Beschouwt vraagstukken van verschillende kanten en

schort zolang het eigen oordeel op

PG9a

PG9c

PG9e

PG9b

PG9d

Neemt actief deel aan besluitvorming en taakverdeling in

groepen of teams, zet zich in voor het gezamenlijke

resultaat

Toont zich bereid anderen te helpen, denkt met anderen

mee

Geeft op constructieve wijze feedback

Maakt gebruik van de inbreng en expertise van anderen,

overlegt waar nodig of gewenst

Maakt meningsverschillen bespreekbaar en hanteert

daarbij het win-winprincipe


Competentiekaarten

Competentie M1 Bedrijfsplannen ontwikkelen (rapporteren, presenteren)

Competentiebeschrijving Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3

De beginnende beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is

om bedrijfsplannen te formuleren t.b.v. profit en non-profit

organisaties, waarbij primaire en ondersteunende processen in

samenhang worden beschouwd. Hierbij houdt hij rekening met

zowel de bestaande situatie waarin de organisatie zich bevindt, de

interne en externe factoren die van invloed zijn op mogelijkheden

van de organisatie en de gewenste situatie.

Stelt een samenhangende planning op voor

huidige operationele activiteiten.

Voorbeelden van beroepsproducten:

Productieplanning

Personeelsplanning

Budget

Communicatieplanning

Stelt een plan op voor toekomstige

operationele activiteiten.


Begroting

Communicatieplan

Stelt een bedrijfsplan op voor de uitvoering

van een strategie.


Bedrijfsplan


Een organisatie maakt bedrijfsplannen om haar activiteiten

tegenover stakeholders te verantwoorden en haar

bedrijfsprocessen te richten.

Voorbeeld:

Een organisatie heeft geld nodig om haar toekomstplannen te

realiseren en heeft voor haar voortbestaan tijdelijk aanvullend

vermogen nodig. De organisatie moet tonen dat zij levensvatbaar

is. Hiertoe presenteert zij een realistisch plan, op basis waarvan de

financier kan beslissen het kapitaal te verlenen

M1.1a M1.1b M1.1c M1.1d M1.1e M1.2a M1.2b M1.2c M1.2d M1.2e M1.2f M1.3a M1.3b M1.3c M1.3d M1.3e

De student toont inzicht in de samenhang tussen operationele activiteiten. De student kan aangereikte planningsmethoden toepassen. De student kan aangereikte informatie in een planning verwerken. De student kan een eenvoudig rapport schrijven en presenteren. De student hanteert bijbehorende kennisbasis. De student kan op methodische wijze een plan opstellen. De student kan zijn keuze voor de methodiek onderbouwen. De student kan relevante informatie voor een plan verzamelen. De student kan de samenhang van de functionele gebieden integreren in het plan. De student kan op professionele wijze rapporteren en presenteren. De student hanteert bijbehorende kennisbasis. De student kan een gegeven strategie vertalen in alternatieve operationele activiteiten , ondergebracht in geïntegreerd bedrijfsplan De student kan de plannen toetsen op haalbaarheid en risico’s ervan inschatten. De student maakt een onderbouwde keuze uit de alternatieve plannen door te toetsen aan de professionele standaard. De student presenteert zijn plan overtuigend. De student hanteert bijbehorende kennisbasis

Kennis & inzichten Accenten van vaardigheden Accenten professioneel gedrag

Bedrijfseconomie Logistiek Marketing Organisatiekunde

Communicatieve vaardigheden ICT vaardigheden Mens machine analyse Hanteren beslissingsmodel Productstructuurdiagrammen

Empathisch en respecterend Proactief en resultaatgericht


Competentie M2 Beleid uitvoeren (samenwerken, kwaliteitscyclus)



om de bestaande situatie in een bedrijf te herkennen (typologie,

cultuur en beleid) en de invloed ervan te onderkennen, en vanuit

dit begrip het binnen een onderneming geformuleerde beleid te

vertalen naar operationele plannen. Hij kan deze uitvoeren en

evalueren. Hij kan in interdisciplinaire teams effectief samenwerken en aan

teams leidinggeven.

Voert een aangereikte opdracht binnen een

operationeel plan uit met kennis van de

bestaande situatie en het beleid van de

organisatie.


Uitgevoerde opdracht

Werkt in teamverband aan de uitvoering van

bedrijfsplannen.


Uitgevoerd plan

Uitgevoerd verbetervoorstel

Creëert een klimaat voor effectieve

samenwerking.


Een effectief geleid team

Een beheerst proces


Organisaties formuleren beleid om de continuïteit binnen een snel

veranderende en globaliserende wereld te waarborgen. Processen

moeten worden aangestuurd en uitgevoerd in overeenstemming

met het staande beleid.

Voorbeeld

Een organisatie heeft duurzaam ondernemen hoog in het vaandel.

De productieprocessen moeten zodanig worden aangestuurd en

beheerst dat richtlijnen met betrekking tot arbeidsomstandigheden

en milieu in acht worden genomen.

M2.1a M2.1b M2.1c M2.1d M2.1e M2.1f M2.2a M2.2b M2.2c M2.2d M2.2e M2.3a M2.3b M2.3c M2.3d

De student kan effectief samenwerken binnen een hiërarchisch niveau. De student kan plannen en indien nodig improviseren en bijstellen. De student kan opdrachten uitvoeren en het resultaat evalueren. De student kan de bestaande situatie en het gevoerde beleid beschrijven met gebruik van theoretische kaders. De student kan de kwaliteitscyclus in een eenvoudige situatie herkennen. De student hanteert bijbehorende kennisbasis. De student kan samenwerken met werknemers op verschillende hiërarchische niveaus. De student kan beleid vertalen in een operationeel plan. De student draagt bij aan de implementatie van een operationeel plan. De student kan de kwaliteitscyclus toepassen. De student hanteert bijbehorende kennisbasis. De student kan een beleidsplan vertalen in een concrete projectopdracht en afstemmen met de opdrachtgever. De student is in staat en bereid complexe keuzes te maken met het oog op de continuïteit van relevante bedrijfsprocessen. De student neemt bij het besturen en beheersen van processen de kwaliteitscyclus in acht. De student hanteert bijbehorende kennisbasis.


Bedrijfseconomie Logistiek Organisatiekunde Kwaliteit Operations management

Communicatieve vaardigheden Productieplanningsmethodes

Verantwoordelijk Samenwerken


Competentie M3 Verbeteren en vernieuwen van organisaties (onderzoeken)


De beginnende beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij/zij in staat

is om op methodische wijze de consequenties van voorgestelde

veranderingen voor een organisatie in kaart te brengen, gebruik

makend van theoretische modellen.

Kan de verschillende bedrijfsprocessen in de

organisatie onderscheiden


Organisatiebeschrijving

Plan van aanpak

Onderzoeksrapport

Kan met behulp van een aangereikt

onderzoeksmodel de samenhang van de

processen van de organisatie in kaart

brengen.


Organisatieanalyse

Plan van aanpak

Onderzoeksrapport

Kan op basis van een gegeven verandering

in een bedrijfsproces, de consequenties

beschrijven voor overige bedrijfsprocessen .


Organisatieanalyse

Plan van aanpak

Onderzoeksrapport


Om pro-actief te kunnen inspelen op de toenemende eisen en

veranderingen vanuit de omgeving moeten organisaties continu

verbeteren en vernieuwen. Ook dient de TBK’er de consequenties

te signaleren van organisatieverandering voor de producten en

haar afnemers.

Voorbeeld

Een organisatie besluit een deel van haar activiteiten uit te laten

voeren door een andere partij in het buitenland (outsourcing). De

structuur en processen van de organisatie moeten hierop worden

aangepast.

M3.1a M3.1b M3.1c M3.1d M3.1e M3.1f M3.1g M3.1h M3.1i M3.1j M3.1k M3.2a M3.2b M3.2c M3.2d M3.2e M3.2f M3.2g M3.2h M3.2i M3.2j M3.3a M3.3b M3.3c M3.3d M3.3e M3.3f

De student voert een beschrijvend onderzoek uit m.b.v. aangereikte methodiek. De student kan een plan van aanpak voor een onderzoek opstellen . De student kan onderzoeksdoel en onderzoeksvragen formuleren. De student gebruikt en valideert relevante bronnen. De student kan een literatuurstudie uitvoeren. De student kan een gestructureerd interview voorbereiden, afnemen en analyseren. De student kan observeren. De student kan de begrippen validiteit en betrouwbaarheid uitleggen. De student beschrijft bedrijfsprocessen en organisatiestructuur m.b.v. aangereikte integrale organisatiemodellen. De student kan een onderzoeksverslag schrijven aan de hand van aangereikte richtlijnen. De student hanteert bijbehorende kennisbasis van theoretisch bedrijfskundig kader De student voert een verklarend onderzoek uit met behulp van een aangereikte methodiek. De student kan een half gestructureerd interview voorbereiden, afnemen en analyseren. De student kan een enquête opstellen, afnemen en analyseren. De student kan onderzoeksmethoden m.b.t. validiteit en betrouwbaarheid met elkaar vergelijken. De student kan in een bedrijfssituatiesituatie een keuze verantwoorden voor een bepaalde onderzoeksmethode. De student analyseert de bedrijfsprocessen met behulp van een zelfgekozen model. De student verantwoordt zijn keuze voor het model. De student kan de onderlinge samenhang van bedrijfprocessen beschrijven. De student schrijft een onderzoeksverslag volgens professionele standaarden. De student hanteert bijbehorende kennisbasis van theoretisch bedrijfskundig kader De student voert een verklarend onderzoek uit met een zelf gekozen professionele methodiek. De student kan in een bedrijfssituatie zijn keuze verantwoorden voor een bepaalde combinatie van onderzoeksmethoden op basis van principes van onderzoeksmethodologie De student kan een open interview voorbereiden, afnemen en analyseren. De student kan validiteit en betrouwbaarheid van de onderzoeksresultaten berekenen en interpreteren. De student overziet de consequenties van een verandering in een bedrijfsproces voor andere bedrijfsprocessen. De student hanteert bijbehorende kennisbasis van theoretisch bedrijfskundig kader



Bedrijfseconomie Logistiek Marketing Organisatiekunde Methoden van onderzoek

Onderzoek uitvoeren Communicatieve vaardigheden ICT-vaardigheden Mens-machine-analyse Hanteren beslissingsmodel

Empathisch en respecterend Flexibel


Competentie M4 Ondernemen (internationaal) “kansen zien en kansen grijpen”

Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3


om de internationale bedrijfsomgeving systematisch en

modelmatig te onderzoeken. Hij benut daarbij zijn effectief

onderhouden (internationale) netwerken en ziet vanuit een

klantgerichte houding kansen op basis van visie en analyse van

risico’s. Hij maakt op basis van maatschappelijke ontwikkelingen

en trends in de markt en de productontwikkeling, ethisch

verantwoorde keuzes. Hij weet mensen te overtuigen van zijn

keuzes en de juiste randvoorwaarden te realiseren om deze

kansen uit te bouwen en te realiseren.

Beschrijft en analyseert de meso- en macro

nationale bedrijfsomgeving m.b.v. een

aangereikt model en kan op basis hiervan

kansen en bedreigingen formuleren en

verantwoorde keuzes maken uit aangereikte

alternatieve strategieën.


Marktanalyse

Beschrijft en analyseert de interne en externe

internationale bedrijfsomgeving m.b.v. een

zelfgekozen model. Formuleert op basis

hiervan een strategie voor een bestaande

organisatie of product/dienst en vertaalt dit in

een actieplan voor de korte termijn.


Exportplan

Maakt een internationale analyse van een

interne en externe bedrijfsomgeving en

ontwikkelt op basis hiervan alternatieve

strategieën. Maakt een verantwoorde keuze

en stelt vervolgens een actieplan voor de

korte termijn op


Internationaal plan


Wegens toenemende concurrentie en globalisering heeft de

arbeidsmarkt een groeiende behoefte aan ondernemende en

innovatieve professionals die in staat zijn om kansen en

bedreigingen te herkennen en organisaties aan te passen of op te

bouwen voor het implementeren van een nieuwe strategie, om op

deze wijze de concurrentie voor te blijven.

Voorbeeld

Een organisatie ziet kans nieuwe internationale markten te

bedienen door middel van internet. De organisatie moet worden

aangepast om deze e-commerce strategie succesvol te kunnen

uitvoeren, er moet bijvoorbeeld een helpdesk worden opgezet.

M4.1a M4.1b M4.1c M4.1d M4.1e M4.1f M4.1g M4.1h M4.2a M4.2b M4.2c M4.2d M4.2e M4.2f M4.3a M4.3b M4.3c M4.3d

De student kan macro-economische factoren beschrijven en analyseren. De student kan meso- economische factoren beschrijven en analyseren. De student kan marktonderzoek opzetten, uitvoeren en analyseren. De student kan kansen en bedreigingen formuleren. De student kan een keuze uit aangereikte strategieën onderbouwen op basis van een aangereikt kernprobleem. De student gebruikt aangereikt netwerk. De student kan zich in een gangbare internationale context mondeling en schriftelijk uitdrukken. De student hanteert bijbehorende kennisbasis De student kan een internationale bedrijfsomgeving beschrijven en analyseren. De student kan cultuurverschillen herkennen en verwerken. De student brengt internationale netwerken in kaart en gebruikt deze. De student formuleert kernprobleem en doel en onderbouwt een strategie. De student stelt een actieplan op voor de korte termijn. De student hanteert bijbehorende kennisbasis De student maakt een internationale SWOT analyse. De student kan verschillende alternatieve strategieën ontwikkelen en een verantwoorde keuze maken De student kan onderdelen voor het ondernemingsplan opstellen. De student boort nieuwe internationale contacten aan.


Methoden van onderzoek Marketing Bedrijfseconomie Macroeconomie

Onderzoek uitvoeren Engels Duits

Kritisch/creatief denkend Flexibel


Competentie M5 Vernieuwen van producten en diensten ”bedrijven innovatiever maken”



om bij te dragen aan processen van vernieuwing van producten en

diensten m.b.v. de innovatiecyclus door intern

vernieuwingsprocessen van producten en diensten te

optimaliseren door een multidisciplinaire benadering

heeft inzicht in de bedrijfskundige inbreng in

een innovatieprocessen.


innovatiedoelstelling

productiemethode

Herkent en benoemt innovatiemodellen


innovatiemodel

Geeft in een bedrijfssituatie de

mogelijkheden en de tekortkomingen op het

gebied van innovatie aan en doet

aanbevelingen voor verbetering.


innovatieplan


Een organisatie constateert dat door met name kortere

productlevenscycli, toenemende concurrentie en veranderende

vraag, de noodzaak ontstaat om hierop in te spelen. Dit kan

aanleiding geven tot een innovatieproces waarvoor vindingrijke en

tegelijk marktgerichte medewerkers nodig zijn.

M5.1a M5.1b M5.1c M5.1d M5.1e M5.1f M5.2a M5.2b M5.2c M5.3a M5.3b M5.3c

De student kan een duidelijke doelstelling formuleren ten behoeve van productontwikkeling De student kan ideeën voor nieuwe producten/diensten genereren. De student bedrijfskundige kriteria formuleren voor een te ontwikkelen product. De student kan een productiemethode bedenken en vastleggen. De student kan een prototype maken van een concreet product en evalueren. De student hanteert bijbehorende kennisbasis De student kan een innovatieproces in een model weergeven De student kan aangeven hoe diverse bedrijfsprocessen een rol spelen in integrale productontwikkeling De student hanteert bijbehorende kennisbasis van theoretisch bedrijfskundig kader

De student kan een sterkte zwakte analyse maken m.b.t. innovatiekracht van een bedrijf. De student kan alternatieve innovatieprocessen formuleren De student kan voor een bedrijfssituatie relevante kriteria formuleren waar aan een innovatieproces moet voldoen


Bedrijfseconomie Natuurkunde Ergonomie Productietechnieken Materiaalkunde Innovatieproces Marketing

Schetsen Technisch tekenen

Kritisch/creatief denkend Flexibel


Competentie M6 Eigen professionaliteit


De beginnende beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij/zij in staat

is om op het eigen functioneren te reflecteren en op basis hiervan

zijn persoonlijke effectiviteit en zijn employabiliteit te optimaliseren.

Hij is in staat bij de keuzes die hij maakt met betrekking tot de

ontwikkeling van zijn maatschappelijke loopbaan expliciet te

refereren aan zelf geformuleerde standaarden van ethiek,

duurzaamheid en verantwoordelijkheid voor de samenleving.

Stelt een POP op voor een stage van een half jaar in een bedrijf en betrekt daarbij reflectie op de vorderingen die hij gemaakt heeft m.b.t. zijn eigen professionaliteit. Hij verwerkt hierbij aangereikte standaarden op het gebied van de door hem gekozen professie.

Voorbeelden van beroepsproducten: POP Reflectieverslag Portfolio

Stelt een plan op voor de inhoudelijke inrichting van zijn eigen studieprogramma. Hij verwerkt hierin de recente ontwikkelingen in het beroepsveld. Hij is in staat zelfstandig en op eigen initiatief relevante anderen te consulteren m.b.t. zijn professioneel functioneren en de verbetering daarvan. Hij is in staat te reflecteren op dilemma’s op het gebied van ethiek, duurzaamheid en verantwoordelijkheid voor de samenleving die de uitoefening van zijn beroep met zich mee brengen

Voorbeelden van beroepsproducten: Een persoonlijke SWOT-analyse.

De beginnende beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij/zij in staat is om op het eigen functioneren te reflecteren en op basis hiervan zijn persoonlijke effectiviteit en zijn employabiliteit te optimaliseren. Hij is in staat bij de keuzes die hij maakt met betrekking tot de ontwikkeling van zijn maatschappelijke loopbaan expliciet te refereren aan zelf geformuleerde standaarden van ethiek, duurzaamheid en verantwoordelijkheid voor de samenleving.

Voorbeelden van beroepsproducten: Loopbaanplanning


De huidige arbeidsmarkt wordt gekenmerkt door snelle

ontwikkelingen. Kennis neemt in een razend tempo toe; wat vorig

jaar actueel was is dit jaar alweer verouderd. Hierbij worden

bovendien steeds vaker eisen gesteld aan het vermogen om om te

gaan met dilemma’s op het gebied van ethiek, duurzaamheid en

maatschappelijke verantwoordelijkheid. Gevolg voor de

professional is dat hij om effectief en succesvol te blijven zich

voortdurend opnieuw moet oriënteren en nieuwe keuzes moet

maken. Hij moet zich daarom een houding eigen maken waarbij hij

open staat voor permanente verandering

M6.1a M6.1b M6.1c M6.1d M1.2e M6.2a M6.2b M6.2c M6.2d M6.3a M6.3b M6.3c

De student kan doelstellingen formuleren volgens SMART-criteria. De student kan feedback geven en ontvangen. De student kan reflecteren op eigen functioneren aan de hand van STAR- methodiek. De student heeft een up-to-date portfolio. De student hanteert bijbehorende kennisbasis

De student kan professionele contacten gebruiken om feedback te verkrijgen op zijn professioneel handelen. De student is in staat morele en ethische aspecten van zijn handelen te benoemen. De student overziet de relevante ontwikkelingen binnen het beroepsveld. De student hanteert bijbehorende kennisbasis van theoretisch bedrijfskundig kader

De student is in staat een voor hem optimale planning van de start van zijn professionele carrière op te stellen. De student kan eigen morele en ethische standpunten verwoorden en verantwoorden. De student kan eigen morele en ethische standpunten verwerken in de planning van loopbaanstappen.


Leerstijlen

Beroepsoriëntatie

Competentieontwikkeling

Persoonlijk ontwikkelingsplan opstellen

Logboek hanteren

Schrijven reflectieverslagen

Stage(opdracht) verwerven

Solliciteren

Leren leren

Effectief lerend

Reflecterend


Competentie M7 Professionaliteit van de beroepsgroep



om zijn specifieke bijdrage vanuit zijn beroep tot uitdrukking te

brengen en de eigen beroepsgroep succesvol te profileren en

positioneren.

De student kan belangstellenden uitleg

geven over zijn (toekomstig) beroep aan de

hand van aangedragen informatie over

beroeps- en opleidingscompetenties en

aangeven wat zijn eigen motivatie is om te

kiezen voor opleiding en beroep.


Voorlichting over studie en beroep aan

middelbare scholieren.

De student kan een potentiële werkgever

informeren over de specifieke competenties

van zijn beroep en het mogelijk belang

daarvan voor het bedrijf van de werkgever.


Voorlichting over studie en beroep aan

bedrijven, branche- en beroepsorganisaties.

Sollicitatiebrief

De beginnende beroepsbeoefenaar

demonstreert dat hij in staat is om zijn

specifieke bijdrage vanuit zijn beroep tot

uitdrukking te brengen en de eigen

beroepsgroep succesvol te profileren en

positioneren


Publicatie van onderzoeksresultaten in

vaktijdschrift of bedrijfsblad


Een professional committeert zich niet alleen aan de doelstellingen

van de organisatie waarvan hij deel uitmaakt. Hij heeft daarnaast

een identiteit als lid van een beroepsgroep en daarbij behorende

beroepstrots. Zijn gedrag en uitingen weerspiegelen dit en hij

levert een kritische bijdrage aan de verdere ontwikkeling en

profilering van ‘’zijn club”.

M7.1a M7.1b M7.1c M7.2a M7.2b M7.2c M7.3a M7.3b M7.3c M7.3d

De student heeft inzicht in betekenis en samenhang van de geformuleerde competenties voor opleiding en beroep. De student scholieren en andere niet-professionele belangstellenden effectief en juist voorlichten over inhoud en mogelijkheden van zijn beroep. De student treedt op als ambassadeur van zijn opleiding. De student kan potentiële werkgevers en opdrachtgevers een juist en wervend beeld geven van de mogelijkheden van zijn beroep voor de organisatie van de werkgever of opdrachtgever. De student toont aan op de hoogte te zijn van actuele ontwikkelingen binnen zijn beroepsveld. De student verwerkt in zijn rapportages actuele gezichtspunten en onderzoeksresultaten vanuit zijn beroepsveld. De student kan het belang van zijn beroep voor zijn werkomgeving duidelijk maken aan de hand van zijn handelen en de resultaten daarvan. De student profileert zich al vertegenwoordiger van zijn beroepsgroep. De student introduceert bedrijfskundige kennis binnen het bedrijf De student introduceert bedrijfskundige netwerk binnen het bedrijf


Beroepsprofiel van de TBK-er Beroepscontext Brancheorganisaties

Presenteren Netwerken Solliciteren Voorlichting geven Publiceren

Verantwoordelijk Reflecterend Anderen motiverend


Competentie M8 Projectmanagement


De beginnende beroepsbeoefenaar geeft zelfstandig leiding aan

een projectteam waarin zowel staf- als lijnfunctionarissen

samenwerken en creëert en bewaakt de optimale condities (zowel

binnen als buiten het team) om het gewenste projectresultaat te

realiseren

Kan projectmatig werken.


Plan van aanpak

Projectplanning

Projectadministratie

Functioneert binnen een projectteam.


Effectief uitgevoerde samenwerking binnen

een projectteam

Stemt projectopdracht, -voortgang en -

resultaten af met externe belanghebbenden.


Goed geleid project


Veranderingsprocessen, maar ook andere taken met een duidelijk

begin en eindpunt worden steeds vaker projectmatig aangepakt.

Voorbeeld

Productontwikkeling.

M8.1a M8.1b M8.1c M8.1d M8.1e M8.1f M8.1g M8.1h M8.1i M8.2a M8.2b M8.2c M8.2d M8.3a M8.3b M8.3c M8.3d M8.3e M8.3f

De student kan de projectopdracht /vraagstelling definiëren en afbakenen. De student kan een plan van aanpak opstellen. De student kan een projectplanning maken. De student kan volgens een projectplanning werken De student kan de voortgang monitoren en projectplanning bijstellen. De student kan een budget opstellen en bewaken. De student kan een risico-inventarisatie opstellen. De student kan een projectadministratie bijhouden. De student hanteert bijbehorende kennisbasis De student kan binnen het projectteam een rol- en werkverdeling maken. De student kan teamleden aansturen en coachen. De student kan binnen een projectvergadering de verschillende rollen vervullen. De student kan binnen een projectteam effectief samenwerken. De student kan de grenzen van de projectopdracht /vraagstelling bewaken. De student kan de benodigde mensen en middelen mobiliseren en veiligstellen. De student kan veranderende condities met belanghebbenden afstemmen. De student kan voortgang en resultaten met belanghebbenden evalueren. De student kan de continuïteit van het project borgen. De student borgt een consequente uitwerking en beantwoording van de projectopdracht /vraagstelling


Projectmanagement Organisatiekunde Verandermanagement

Onderhandelen Omgaan met weerstanden Projectmatig werken Rapporteren Presenteren

Samenwerkend Proactief / resultaatgericht Anderen motiveren


Competentie TBK S1 Organisatieonderzoek en -advies


De beginnende beroepsbeoefenaar kan verschillende

bedrijfsprocessen volgens zelf geselecteerde multidisciplinaire

onderzoeksmodellen onderzoeken en de resultaten daarvan

valideren. Hij kan een verbeterproces adviseren en voldoende

draagvlak voor zijn advies creëren.

Kan een aangereikt enkelvoudig

bedrijfsproces volgens aangereikt

onderzoeksmodel onderzoeken en de

resultaten daarvan valideren.


Arbo-onderzoek en –advies

Risico-inventarisatie en –evaluatie

Milieu-effectrapportage

Kan op basis van een quickscan en

onderbouwde criteria een bedrijfsproces

selecteren dat voor verbetering in

aanmerking komt; dit proces onderzoeken

en verbetervoorstellen formuleren.


Quickscan

Verbetervoorstel

Kan verschillende bedrijfsprocessen volgens

zelf geselecteerde multidisciplinaire

onderzoeksmodellen onderzoeken, een

verbeterd proces adviseren en draagvlak

creëren voor zijn advies.


Implementatieplan

Draagvlak


Door toenemende globalisering en concurrentie wordt de druk om

effectief en efficiënt te werken steeds groter. Om grotere

effectiviteit en efficiency te kunnen bereiken moet op methodische

wijze worden vastgesteld waar in de organisatie en op welke wijze

de grootste verbeteringen kunnen worden behaald.

Voorbeeld

Een onderzoek naar de goederenstroom binnen een

productielocatie leidt tot een advies voor de optimalisering van de

lay-out van de fabriek

S1.1a S1.1b S1.1c S1.1d S1.1e S1.1f S1.2a S1.2c S1.2d S1.2e S1.2g S1.2h S1 .3a S1.3b S1.3c

De student kan relevante bedrijfsprocessen beschrijven en de samenhang beschrijven. De student kan aangereikte technisch bedrijfskundige onderzoeksmethoden gebruiken De student maakt gebruik van theoretische kaders. De student kan een verbetervoorstel formuleren dat voldoet aan aangereikte criteria. De student stemt opdracht, onderzoek en resultaten af met zijn opdrachtgever . De student hanteert bijbehorende kennisbasis De student kan o.b.v. een quickscan en relevante criteria een bedrijfsproces selecteren dat voor verbetering in aanmerking komt. De student kan een technisch bedrijfskundige onderzoeksmethode selecteren en zijn keuze voor de methode motiveren. De student kan verschillende verbetervoorstellen formuleren. De student kan een beargumenteerde keuze maken uit de verbetervoorstellen rekening houdend met de mogelijkheden en beperkingen die uit andere bedrijfsprocessen voortvloeien. De student stemt opdracht, onderzoek en resultaten af met de betrokkenen. De student hanteert bijbehorende kennisbasis De student kan bedrijfsprocessen onderzoeken aan de hand van zelf geselecteerde multidisciplinaire onderzoeksmodellen. De student kan een verbeterproces adviseren. De student kan voldoende draagvlak creëren voor zijn advies.


KAM ARBO Methoden van onderzoek Kwaliteitsmanagement HRM Organisatiekunde

Onderzoeken Beleidsmatig schrijven Adviesvaardigheden Oordeelsvorming Communicatieve vaardigheden

Kritisch/ / creatief denkend Flexibel


Competentie TBK S2 Verandermanagement


De beginnende beroepsbeoefenaar is in staat om binnen een

organisatie de condities aan te geven waaronder het mogelijk is

een cultuur van continu leren en veranderen te vestigen.

Formuleert de condities voor het doorvoeren

van een organisatieverandering.


Krachtenveldanalyse

Implementeert een enkelvoudige

organisatieverandering


Ingevoerde enkelvoudige

organisatieverandering

Vestigt een klimaat waarbinnen een

organisatieverandering doorgevoerd kan

worden.


Implementatieplan


In een snel veranderende wereld is het van groot belang dat

organisaties zich snel kunnen aanpassen. Organisaties moeten

daarom niet alleen in staat zijn een verandering in te voeren maar

continu bereid zijn te leren en te veranderen

Voorbeeld

Door de snelle ontwikkeling van nieuwe technologieën in de ICT

moeten organisaties in deze branche zodanig zijn ingericht dat

mensen en middelen in staat zijn deze nieuwe technologieën snel

toe te passen

S2.1a S2.1b S2.1c S2.1d S2.2a S2.2b S2.2c S2.3a S2.3b S2.3c S2.3d

De student gebruikt theorie over organisatieverandering. De student kan de veranderingsbereidheid en weerstand tegen een verandering in kaart brengen met een aangereikte methodiek. De student kan de veranderingsbereidheid en weerstand met behulp van een aangereikte methode analyseren. De student formuleert de condities voor het doorvoeren van een organisatieverandering. De student maakt een beargumenteerde keuze voor een methode om veranderingsbereidheid en weerstand te onderzoeken. De student gaat effectief om met veranderingsbereidheid en weerstand tegen verandering. De student kan de condities voor het doorvoeren van een organisatieverandering realiseren. De student kan een analyse maken van de bestaande organisatiecultuur m.b.v. een zelf geselecteerde model. De student kan mogelijkheden en obstakels voor een cultuur van continu leren en veranderen identificeren. De student kan condities voor een cultuur van continu leren en veranderen formuleren. De student kan een voorstel doen hoe deze condities kunnen worden gerealiseerd


Verandermanagement Kwaliteitsmanagement Organisatiekunde

Communicatieve vaardigheden Overtuigend presenteren Rapporteren

Empatisch en respecterend Proactief / resultaatgericht


Competentiematrix

De competenties worden expliciet in de integrale leerlijn (projecten, stages, afstuderen) getoetst. In de competentiematrix staat per blok aangegeven welke

competentie op welk niveau in dat blok in het project of de stage (deels) getoetst wordt.

M1 M2 M3 M4 M5 M6 M7 M8 S1 S2

blok

integrale leerlijn bedr

ijfsp

lann

en

ontw

ikke

len

bele

id u

itvoe

ren

verb

eter

en e

n ve

rnie

uwen

van

orga

nisa

ties

onde

rnem

en

vern

ieuw

en v

an p

rodu

cten

en d

iens

ten

eige

n pr

ofes

sion

alis

teit

prof

essi

onal

iteit

van

de

bero

epsg

roep

proj

ectm

anag

emen

t

orga

nisa

tieon

derz

oek

en -

advi

es

vera

nder

man

agem

ent

1.1

orienterende bedrijfsbezoeken 1

1

1.2

productontwerp

1

1.3

arbo- en ergonomie onderzoek

1

1 1

1

1.4

omgevingsanalyse

1

1

1

2.1

eerste stage 2 2

2.2

2.3

onderzoek en advies, planningsimulatie 2 2 2 2

2.4

onderzoek en advies, managementgame

2

3.1

assetmanagement en ketenlogistiek

3 3

3.2

2

3.3 tweede stage 3 3 3 2 3 2

3.4

4.1

jong ondernemen 3 3

4.2

4.3 afstuderen 3 3 3

4.4


3 Curriculum

Het curriculum is het opleidingsprogramma met daarin bepaalde opleidingsonderdelen en de manier waarop het onderwijs wordt vormgegeven en samenhangt.

In het curriculum van Technische Bedrijfskunde worden 4 jaar elk onderverdeeld in 4 perioden. In de blauw gemarkeerde perioden volgt de student onderwijs op

school, de geel gemarkeerde perioden zijn gereserveerd voor praktijkonderwijs. In de perioden dat de student onderwijs op school volgt, staat elke periode het

projectonderwijs centraal. In elk onderwijsblok is het onderwerp van dat projectonderwijs vermeld. In het eerste leerjaar wordt er steeds één periode aan een

project gewerkt, in de hogere leerjaren twee perioden.

1

1.1 oriënterende bedrijfsbezoeken

1.2 productontwerp

1.3 arbo- en ergonomie onderzoek

1.4 omgevingsanalyse

2

2.1 eerste stage

2.2 eerste stage

2.3 onderzoek & advies

2.4 onderzoek & advies

3

3.1 asset management & logistiek

3.2 asset management & logistiek

3.3 tweede stage

3.4 tweede stage

4

4.1 ondernemen

4.2 ondernemen

4.3 afstuderen

4.4 afstuderen

De samenhang met de conceptuele- en vaardighedenleerlijnen en de toename van complexiteit in de beroepsauthentieke projecten, stages en afstuderen is

binnen de opleiding als volgt opgebouwd:

Inleiding

In periode 1.1 en 1.2 ligt het accent op de inleiding van de opleiding en op oriëntatie op het beroepenveld, op deze wijze zijn ook de projecten in die periode

ingericht.

Beroepsgeschikt

In periode 1.3 en 1.4 wordt de student binnen de projecten voorbereid op de eerste stage, die plaatsvindt in het tweede jaar. In periode 1.3 betreft het een

intern project, het uitvoeren van een arbo- en of ergonomieonderzoek. In periode 1.4 betreft het een extern project, het uitvoeren van een

omgevingsanalyse.

In de eerste stage in het tweede jaar (periode 2.1 en 2.2) laat de student zien dat hij de expertise uit jaar 1 en de onderdelen van de integrale lijn zelfstandig

kan toepassen in de praktijk.

Professionaliseringsbekwaam

Na de eerste stage, vanaf periode 2.3 worden de eisen aan de projecten verzwaard. De student dient modellen en methoden toe te passen binnen de

projecten en het plan van aanpak dient aan alle gestelde eisen te voldoen. Deze projecten zijn een voorbereiding op de tweede stage 2.


In de tweede stage toont de student aan dat hij de expertise uit jaar 1 en 2 en alle onderdelen van de integrale lijn zelfstandig kan toepassen in de praktijk.

Startbekwaam

In periode 4.1 en 4.2 ligt het accent op ondernemerschap, waarbij de student zijn project ook daadwerkelijk gaat uitvoeren. De student dient aan te tonen dat

hij alle onderdelen van de integrale lijn kan toepassen bij de bedrijfsvoering van zijn eigen onderneming.

Binnen het afstuderen toont de student aan dat hij kennis en vaardigheden geïntegreerd toepast in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een

multidisciplinaire context die breed gerelateerd is aan het vakgebied en complexe vraagstukken zelfstandig en op een oorspronkelijke manier oplost.


4 Studiewijzers, projecthandleidingen, stagehandleidingen en afstudeerhandleiding

Gedetailleerde informatie over het onderwijs vind je in studiewijzers, project-, stage- en afstudeerhandleidingen.

De studiewijzers geven per blok gedetailleerde informatie over het onderwijs dat in dat blok aangeboden wordt.

Je vindt er per onderdeel (zie toetsenoverzicht) de volgende informatie:

De leerdoelen

De te bestuderen literatuur

De inhoud van de lessen

De vereiste voorbereiding per les

De toetsingsvorm

De studiewijzers staan steeds op blackboard in de course van het betreffende cohort onder de knop ‘information’.

In elk blok onderwijs neemt het projectonderwijs een centrale plaats in. Voor deze projecten is steeds een projecthandleiding beschikbaar. Hierin vind je o.a. de

opdracht en de beoordelingscriteria. De projecthandleidingen staan op blackboard in de course van het betreffende cohort onder de knop ‘content’. Bij de start

van het project wordt bovendien een hardcopy uitgedeeld

Aan de stages en de afstudeeropdracht worden specifieke eisen gesteld. Je vindt daarover gedetailleerde informatie in de stage- en afstudeerhandleidingen.

Er zijn er drie:

stagehandleiding eerste stage 1516

stagehandleiding tweede stage 1516

afstudeerhandleiding 1516

De handleidingen zijn beschikbaar op blackboard onder de course B&T STAGES EN AFSTUDEREN. Hardcopy’s zijn verkrijgbaar bij de stage- en

afstudeercoördinator.


5 Rooster*

Jaarrooster

Het jaar is onderverdeeld in vier perioden. Elke periode bestaat uit zeven weken onderwijs, één week studieverlof en twee weken waarin de toetsen, zoals

vermeld in het toetsplan, afgenomen worden. Hertoetsen worden steeds afgenomen in de volgende periode . Met uitzondering van de toetsen in periode 4, deze

worden ook in periode 4 herkanst.

Week Periode zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag

36 p1 wk1 30 aug 15

Introductieweek TBK VT1

37 p1 wk2 6 sept 15

38 p1 wk3 13 sept 15

39 p1 wk4 20 sept 15

40 p1 wk5 27 sept 15

41 p1 wk6 4 okt 15

42 p1 wk7 11 okt 15

43 p1 wk8 18 okt 15 studieverlof studieverlof studieverlof studieverlof studieverlof

44 p1 wk9 25 okt 15

45 p1 wk10 1 nov 15 toetsen p1 toetsen p1 toetsen p1 toetsen p1

46 p1 wk11 8 nov 15 toetsen p1 toetsen p1 toetsen p1 toetsen p1

47 p2 wk1 15 nov 15

48 p2 wk2 22 nov 15

49 p2 wk3 29 nov 15

50 p2 wk4 6 dec 15 hertoetsen p1 hertoetsen p1

51 p2 wk5 13 dec 15 hertoetsen p1 hertoetsen p1

52 p2 wk6 20 dec 15 studieverlof studieverlof studieverlof studieverlof 1e kerstdag 2e kerstdag

53 27 dec 15 vrij vrij vrij vrij nieuwjaarsdag

1 p2 wk7 3 jan 16 hertoetsen p1 hertoetsen p1

2 p2 wk8 10 jan 16 hertoetsen p1 hertoetsen p1

3 p2 wk9 17 jan 16 toetsen p2 toetsen p2 toetsen p2 toetsen p2

4 p2 wk10 24 jan 16 toetsen p2 toetsen p2 toetsen p2 toetsen p2


5 p3 wk1 31 jan 16

6 p3 wk2 7 feb 16

7 p3 wk3 14 feb 16

8 p3 wk4 21 feb 16 hertoetsen p2 hertoetsen p2

9 p3 wk5 28 feb 16 studieverlof studieverlof studieverlof studieverlof studieverlof

10 p3 wk6 6 maart 16 hertoetsen p2 hertoetsen p2

11 p3 wk7 13 maart 16 hertoetsen p2 hertoetsen p2

12 p3 wk8 20 maart 16 hertoetsen p2 hertoetsen p2 goede vrijdag

13 p3 wk9 1e paasdag 2e paasdag toetsen p3 toetsen p3 toetsen p3 toetsen p3

14 p3 wk10 3 april 16 toetsen p3 toetsen p3 toetsen p3 toetsen p3

15 p4 wk1 10 april 16

16 p4 wk2 17 april 16

17 p4 wk3 24 april 16 koningsdag

18 p4 wk4 1 mei 16 studieverlof studieverlof studieverlof hemelvaartsdag vrij

19 p4 wk5 8 mei 16 hertoetsen p3 hertoetsen p3

20 p4 wk6 1e pinksterdag 2e pinksterdag hertoetsen p3 hertoetsen p3

21 p4 wk7 22 mei 16

hertoetsen p3 hertoetsen p3

22 p4 wk8 29 mei 16 hertoetsen p3 hertoetsen p3

23 p4 wk9 5 juni 16 toetsen p4 toetsen p4 toetsen p4 toetsen p4

24 p4 wk10 12 juni 16 toetsen p4 toetsen p4 toetsen p4 toetsen p4

25 p4 wk 11 19 juni 16 hertoetsen p4 hertoetsen p4 hertoetsen p4 hertoetsen p4

26 p4 wk 12 26 juni 16 hertoetsen p4 hertoetsen p4 hertoetsen p4 hertoetsen p4

27 3 juli 16

28 10 juli 16 Hoorzittingen BSA

Hoorzittingen BSA 29 17 juli 16

30 24 juli 16

31 31 juli 16

32 7 aug 16

33 14 aug 16

34 21 aug 16

35 p1 wk1 28 aug 16


Lestijden en tentamentijden*

De lessen worden volgens onderstaande tabel ingeroosterd. ’s Ochtends is er een koffiepauze en ’s middags een theepauze. Het 5e, 6

e of 7

e uur wordt, waar

mogelijk, vrij geroosterd voor de lunch en/of eventuele besprekingen.

lesuur tijd

1 08:30 – 09:15

2 09:15 – 10:00

3 10:00 – 10:45

10:45 – 11:00

4 11:00 – 11:45

5 11:45 – 12:30

6 12:30 – 13:15

7 13:15 – 14:00

8 14:00 – 14:45

14:45 – 15:00

9 15:00 – 15:45

10 15:45 – 16:30

11 16:30 – 17:15

De toetsen en hertoetsen worden volgens onderstaande tabel ingeroosterd.

dag tijd klassen .

maandag 8:30-10:30 en 11:15-13:15 VT2 VT3 DT2

maandag 11:15-13:15 en 14:00-16:00 VT1 DT1

woensdag 16:45-18:45 en 19:30-21:30 VT1 VT4 DT1 DT3

donderdag 16:45-18:45 en 19:30-21:30 VT2 VT3 DT2

vrijdag 8:30-10:30 en 11:15-13:15 VT4 DT3

* Wijzigingen voorbehouden


6 Studiebenodigdheden

De boeken- en leermiddelen lijst wordt op BB gepubliceerd. De opleiding verstuurt de boekenlijsten van periode 1.1 naar het huisadres van de nieuwe studenten.

Studenten schaffen de benodigde boeken zelf aan. Dit kan via de (internet)boekhandel. Boeken kunnen soms ook tweedehands aangeschaft worden. Mits de

druk zoals vermeld op de boekenlijst aangehouden wordt, is hiertegen geen bezwaar.

De boekenlijst vermeldt, naast opgaaf van de benodigde boeken, eventueel ook de kosten van een verplichte excursie of een landelijk examen.

De benodigde syllabi, hand-outs en projecthandleidingen worden door de opleiding ter beschikking gesteld en kunnen vanaf Black board gedownload worden.

Iedere student dient naast de vermelde boeken in het bezit te zijn van een rekenmachine. Voorgeschreven wordt de Casio FX-82 of de Casio FX-82 Solar 1.

Tijdens toetsen is het gebruik van andere rekenmachines niet toegestaan


7 Toetsplan

Algemeen

In het studiejaar 2015-2016 wordt de lesstof getoetst zoals weergegeven in onderstaande tabellen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen onderwijseenheden en

toetsen. In enkele gevallen bestaat een onderwijseenheid uit meer dan één toets. De beoordeling van de onderwijseenheid wordt dan bepaald door de

beoordeling van de projecttoetsen waarbij een voldoende beoordeling voor de overige deeltoetsen voorwaardelijk is. In de meeste gevallen echter bestaat de

onderwijseenheid uit slechts één toets en is de beoordeling van de onderwijseenheid gelijk aan die van de toets.

De data waarop de toetsen worden afgenomen, zijn opgenomen in het lesrooster (https://insite.inholland.nl/Educatie/Tools/TimeTables). Indien de toets de vorm

heeft van een opdracht of rapport, wordt de inleverdatum voor die opdracht of dat rapport door de docent bekend gemaakt.

Elke toets wordt twee maal per jaar aangeboden. De eerste maal vindt plaats aan het eind van de periode waarin ook het onderwijs over de betreffende stof is

aangeboden. De tweede toetsgelegenheid is in principe in de volgende periode. De toetsen uit periode 4 echter, worden ook nog in periode 4 herkanst.

Indien een student een toets ook na twee toetsgelegenheden niet met een voldoende resultaat heeft afgesloten, kan hij het volgend studiejaar weer aan twee

toetszittingen deelnemen. Een toets kan dan echter in een andere periode ingeroosterd zijn of de vorm en/of inhoud van de toets kunnen veranderd zijn.

Resultaten van de toetsen worden, per student, door het Servicepunt in 'People Soft' bijgehouden. Je kunt deze resultaten raadplegen volgens de instructie op

https://insite.inholland.nl/Educatie/Tools/CijfersenInschrijvingen.

Aan het eind van het jaar ontvangt de student een bindend studieadvies (BSA). Dit bindend studieadvies zal in het algemeen negatief zijn als een student aan het

eind van het propedeusejaar

minder dan 45 EC behaald heeft

één of meer van de onderwijseenheden waarvoor de kwalitatieve eis geldt, niet behaald heeft. Deze onderdelen zijn:

- rapportagetechniek

- wiskunde

- managementvaardigheden 1

- onderzoek 2

In het toetsplan zijn deze onderdelen gemarkeerd.

Een negatief binden studieadvies betekent dat de student zijn studie niet kan voortzetten. De exacte regelingen en procedures en uitzonderingen met betrekking

tot BSA's vind je in de digitale studiegids (https://insite.inholland.nl/Educatie/Tools/Studiegids )

https://insite.inholland.nl/Educatie/Tools/CijfersenInschrijvingen

https://insite.inholland.nl/Educatie/Tools/Studiegids


Cohort 1516 Blok 1.1


onderwijseenheid EC toetsen studiegidsnummer toetsvorm weging cesuur

project ‘productontwerp’ 4 EC project ‘productontwerp’ 1514TO121A rapport, presentatie 100% ≥ 55

SLB 2 1514TO121B opdracht 0% voldoende

onderzoek 2 1 EC onderzoek 2 1514TA121A tentamen 100% voldoende

bedrijfseconomie 2 1 EC bedrijfseconomie 2 1512TO124A tentamen 100% ≥ 55

arbo en ergonomie 2 EC arbo en ergonomie 1512TO123A opdracht 100% ≥ 55

VOL-VCA 1512TO123B examen 0% voldoende

managementvaardigheden 1 1 EC managementvaardigheden 1 1512TO128A opdracht 100% ≥ 55

materiaalkunde 2 EC materiaalkunde 1512TO127A tentamen 100% ≥ 55

productietechnieken 1 1 EC productietechnieken 1 1512TO126A tentamen 100% ≥ 55

wiskunde 2 EC wiskunde 1512TO117A tentamen 100% ≥ 55

Duits 1 1 EC Duits 1 1512TO120A tentamen 100% ≥ 55


project ‘bedrijfsbezoeken’ 3 EC project ‘bedrijfsbezoeken’ 1514TO111A rapport, presentatie 100% ≥ 55


Terschelling 1514TO111C opdracht 0% voldoende

onderzoek 1 1EC onderzoek 1 1514TA110A tentamen 100% ≥ 55

marketing 1 2 EC marketing 1 1512TO112A tentamen 100% ≥ 55

bedrijfsadministratie 2 EC bedrijfsadministratie 1512TO115A tentamen 100% ≥ 55

organisatiekunde 1 EC organisatiekunde 1512TO116A tentamen 100% ≥ 55

logistiek 1 1 EC logistiek 1 1512TO113A tentamen 100% ≥ 55

bedrijfskundige vaardigheden 1 2 EC bedrijfskundige vaardigheden 1 1512TO114A opdracht 100% ≥ 55

technisch tekenen 1 EC technisch tekenen 1512TO125A opdracht 100% ≥ 55

rapportagetechniek 2 EC rapportagetechniek 1515TO129A tentamen 100% ≥ 55




project ‘arbo- en ergonomieonderzoek’ 4 EC project ‘arbo- en ergonomieonderzoek’ 1512TO131A rapport, presentatie 100% ≥ 55


marketing 2 2 EC marketing 2 1512TO144A tentamen 100% ≥ 55

bedrijfseconomie 3 2 EC bedrijfseconomie 3 1512TO135A tentamen 100% ≥ 55


productietechnieken 2 1 EC productietechnieken 2 1514TO136A tentamen 100% ≥ 55

statistiek 1 1 EC statistiek 1 1512TO133A tentamen 100% ≥ 55


Engels 1 1 EC Engels 1 1512TO138A tentamen 100% ≥ 55

Duits 2 1 EC Duits 2 1512TO130A tentamen 100% ≥ 55



project ‘omgevingsanalyse’ 4 EC project ‘omgevingsanalyse’ 1512TO141A rapport, presentatie 100% ≥ 55


macro-economie 2 EC macro-economie 1514TO146A tentamen 100% ≥ 55

kwaliteit 2 EC kwaliteit 1512TO145A tentamen 100% ≥ 55

ICT 2 EC ICT 1511VO316A tentamen 100% ≥ 55

statistiek 2 2 EC statistiek 2 1512TO143A tentamen 100% ≥ 55


engels 2 1 EC engels 2 1512TO148A tentamen 100% ≥ 55

duits 3 1 EC duits 3 1512TO149A tentamen 100% ≥ 55


Cohort 1415 Blok 2.1 en 2.2


stage 1 30 EC stage 1 1511VO212A Zie stagehandleiding 100% ≥ 55



project ‘onderzoek en advies’ (deel 1) 2 EC project ‘onderzoek en advies’ (deel 1) 1511VO231A rapport, presentatie 100% ≥ 55

SLB 5 1511VO231B opdracht 0% voldoende

onderzoek 3 1 EC onderzoek 3 1513VO236A tentamen 100% ≥ 55

bedrijfseconomie 1 2 EC bedrijfseconomie 1 1512VO237A tentamen 100% ≥ 55

bedrijfskundige vaardigheden 2 2 EC bedrijfskundige vaardigheden 2 1514VO232A tentamen 100% ≥ 55

planningssimulatie 2 EC planningssimulatie 1513VO238A opdracht, presentatie 100% ≥ 55

natuurkunde 2 EC natuurkunde 1513VO233A tentamen 100% ≥ 55

gegevensanalyse 1 2 EC gegevensanalyse 1 1513VO235A tentamen 100% ≥ 55

Engels 3 1 EC Engels 3 1512VO239A rollenspel 100% ≥ 55

Duits 4 1 EC Duits 4 1511VO237A opdracht, presentatie 100% ≥ 55



project ‘onderzoek en advies’ (deel 2) 4 EC project ‘onderzoek en advies’ (deel 2) 1511VO241A rapport, presentatie 100% ≥ 55

SLB 6 1511VO241B opdracht 0% voldoende

managementgame RSS 2 EC managementgame RSS 1513VO242A opdracht 100% ≥ 55

bedrijfseconomie 4 2 EC bedrijfseconomie 4 1513VO244A tentamen 100% ≥ 55

management en leidinggeven 1 EC management en leidinggeven 1512TO321A tentamen 100% ≥ 55

energietechniek 2 EC energietechniek 1511VO318A tentamen 100% ≥ 55

information management 2 EC information management 1511VO324A tentamen 100% ≥ 55

managementvaardigheden 4 1 EC managementvaardigheden 4 1511VO247A opdracht 100% ≥ 55

engels 4 1 EC engels 4 1511VO246A presentatie 100% ≥ 55




project ‘assetmanagement en logistiek’

(deel 1) 4 EC

project ‘assetmanagement en

logistiek’ (deel 1) 1511VO312A rapport, presentatie 100% ≥ 55

inkoopmanagement 2 EC inkoopmanagement 1510VO314A tentamen 100% ≥ 55

assetmanagement 2 EC assetmanagement 1510VO315A tentamen 100% ≥ 55

Supply chain management 2 EC supply chain management 1512VO232A tentamen, opdracht 100% ≥ 55

SPSS 1 EC SPSS 1511TO419A tentamen 100% ≥ 55

databases 2 EC databases 1512VO313A tentamen 100% ≥ 55




project ‘assetmanagement en logistiek’

(deel 2) 6 EC

project ‘assetmanagement en

logistiek’ (deel 2) 1512VO322A rapport, presentatie 100% ≥ 55

productieautomatisering 2 EC productieautomatisering 1512VO326A tentamen 100% ≥ 55

gegevensanalyse 2 2 EC gegevensanalyse 2 1512VO323A tentamen 100 % ≥ 55

onderzoek 4 2 EC onderzoek 4 1512VO325A opdracht 100% ≥ 55

inleiding operations research 1 EC inleiding operations research 1511VO234A tentamen 100% ≥ 55

marketing 3 2 EC marketing 3 1512DO321A tentamen 100% ≥ 55



stage 2 30 EC stage 2 1510VO334A zie stagehandleiding 100% ≥ 55




project jong ondernemen (deel 1) 6 EC project jong ondernemen (deel 1) 1511TO411A opdracht 100% ≥ 55

export management 2 EC export management 1511VO413A tentamen 100% ≥ 55

intercultural management 1 EC intercultural management 1509VO418A tentamen 100% ≥ 55

recht 1 2 EC recht 1 1511TO415A tentamen 100% ≥ 55

wachtrijen 2 EC wachtrijen 1510VO419A tentamen 100% ≥ 55

duurzaam ondernemen 2 EC duurzaam ondernemen 1509VO423A opdracht 100% ≥ 55



project jong ondernemen (deel 2) 6 EC project jong ondernemen (deel 2) 1510VO421A opdracht 100% ≥ 55

strategie 2 EC strategie 1509VO412A tentamen 100% ≥ 55

changemanagement 2 EC changemanagement 1509VO422A tentamen 100% ≥ 55

ethiek 1 EC ethiek 1510VO425A opdracht 100% ≥ 55

recht 2 2 EC recht 2 1509VO424A tentamen 100% ≥ 55

simulatie 2 EC simulatie 1510VO426A tentamen 100% ≥ 55



afstuderen 30 EC afstuderen 1509VO434A zie afstudeerhandleiding

100% ≥ 55


8 Commissies

Opleidingscommissie (OC)

De opleidingscommissie heeft tot taak:

a. schriftelijk advies uit te brengen over de onderwijs- en examenregelingen van de opleidingen alvorens tot vaststelling wordt overgegaan;

b. het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de onderwijs- en examenregelingen;

c. desgevraagd of uit eigen beweging schriftelijk advies uit te brengen aan de deelraad en de directeur van de School over alle andere aangelegenheden

betreffende het onderwijs in de opleidingen.

De opleidingscommissie speelt een belangrijke rol in de evaluatie van het onderwijs en alle daarmee samenhangende zaken (taak b). De commissie bespreekt

en interpreteert de uitslagen van het jaarlijks studenttevredenheidsonderzoek (STO) en geeft de opleiding adviezen voor verbetering. De opleiding kan

voorgenomen verbeteringen aan de commissie voorleggen voor advies.

De opleidingscommissie maakt een nieuwsbrief om de overige studenten op de hoogte te houden van de in de commissie behandelde zaken.

In de opleidingscommissie hebben docenten en studenten zitting. De studenten vormen een vertegenwoordiging van alle studiejaren.

De OPCO bestaat dit jaar uit de volgende mensen (vertegenwoordiging uit cohort 1516 nog niet bekend):

Karlijn Groot TBK VT cohort 1112 secretaris

Ruby Scherpenhuijzen TBK VT cohort 1213 lid

Casper Aerts TBK DT cohort 1213 lid

Matthijs Gersen TBK DT cohort 1314 lid

David Rietbroek TBK VT cohort 1314 lid

Jos Spaan TBK VT cohort 1314 secretaris

Wietse Blom TBK DT cohort 1415 lid

Marvin Laan TBK VT cohort 1415 lid

Remco Scholten TBK VT cohort 1415 lid

Mara Slootmaker docent voorzitter

Annemarie Hoffman docent lid

Andre Gerver docent lid

Voor meer informatie over de OC kun je de leden uiteraard aanspreken. De exacte reglementen met betrekking tot de OC vind je in de studiegids, reglement

opleidingcommissies. https://insite.inholland.nl/Educatie/Tools/Studiegids

https://insite.inholland.nl/Educatie/Tools/Studiegids


Examencommissie

De examencommissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en

examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad.

De examencommissie neemt individuele verzoeken samenhangend met de OER in behandeling. Individuele verzoeken kunnen betrekking hebben op:

wijziging in het onderwijsprogramma. De examencommissie staat hierbij in voor de gelijkwaardigheid aan het reguliere studieprogramma

verplaatsing tijd en/of plaats van een toets [artikel 24 lid 8]

aanvraag extra herkansingen [artikel 25]

verlengen geldigheidsduur cijfers [art. 30]

vrijstellingen [artikel 32]

het nog niet uitreiken van een getuigschrift [art. 36 lid 4]

afgeven van een verklaring waarin toetsen zijn vermeld die met goed gevolg zijn afgelegd [art. 36 lid 6]

vervroegd starten met afstuderen

Daarnaast kun je bij de examencommissie terecht met klachten over de inhoud of uitslag van toetsen.

De student dient alle verzoeken in via ECRS: https://teamsite.inholland.nl/sites/ecrs/verzoeken/default.aspx

Met betrekking tot verzoeken om vrijstelling geldt:

Voordat je een vrijstellingsverzoek indient via ECRS, dien je eerst het formulier ‘aanvraagformulier vrijstellingen TOI’ in te vullen. Dit formulier dient digitaal

ingevuld te worden d.m.v. Adobe Reader, druk het formulier dus niet af! Na het invullen van deel 1 t/m 4 van het formulier (vul in de Z-code van het vak, niet de

A-code), dien je het formulier en bewijsmateriaal te mailen naar de vakdocent. Vraag de vakdocent om deel 5 van het formulier digitaal in te vullen en te

ondertekenen, en daarna terug te mailen naar jou. Dien daarna een verzoek in via ECRS, vul alle velden in en voeg jouw diploma en cijferlijst van je

vooropleiding toe als bijlage samen met het ingevulde vrijstellingsformulier.

Volledige en actuele informatie met betrekking tot de examencommissie vind je op: https://insite.inholland.nl/domeinen/toi/Pages/MwOenO.aspx

https://teamsite.inholland.nl/sites/ecrs/verzoeken/default.aspx

https://insite.inholland.nl/domeinen/toi/Pages/MwOenO.aspx


9 Studievereniging Technische Bedrijfskunde

De studievereniging is in 2010 opgericht door studenten van de opleiding Technische Bedrijfskunde en is op 10 februari 2011 officieel ingeschreven bij de Kamer

van Koophandel. De studievereniging is een waardevolle aanvulling op de opleiding. De studievereniging zorgt er enerzijds voor dat de student zijn kennis

verruimt en anderzijds biedt het de mogelijkheid om tijdens de studie al een netwerk op te bouwen. Dit kan met bedrijven, oud studenten, deeltijd studenten en

uiteraard studenten uit je eigen klas maar ook uit andere klassen

De studievereniging organiseert jaarlijks een aantal activiteiten. De introductieweek op Terschelling voor de eerstejaars studenten, lezingen, (buitenlandse)

excursies, feesten, netwerkborrels, etc. De studentenvereniging heeft veel contact met bedrijven uit de regio waardoor leden gemakkelijker een stageplek

vinden. Periodiek verschijnt TBKMagazine.

De studievereniging heeft een bestuur en daarnaast diverse commissies die de activiteiten organiseren.

Uitgebreide informatie vind je op de website: http://www.technischebedrijfskunde.com

http://www.technischebedrijfskunde.com/


10 Decanaat

Je kunt bij de studentendecaan terecht voor informatie en advies over o.a. studievoortgang, studieplanning, studievaardigheden, studiefinanciering, bezwaar- en

beroepsprocedures, in- en uitschrijving, maar ook voor persoonlijke begeleiding en advies. Eén van de belangrijkste taken van een studentendecaan is de

advisering en begeleiding van studenten die door bijzondere omstandigheden (ziekte, dyslexie, functiebeperking, familieomstandigheden of persoonlijke

problemen) studievertraging op dreigen te lopen. De gesprekken met de medewerkers van het decanaat zijn altijd strikt vertrouwelijk.

Je kunt in Alkmaar terecht bij de studentendecaan Benno Heijdenrijk ([email protected]) tel. 072-5183426

Er zijn dagelijkse inloopspreekuren tussen 11.00 en 13.00 in kamer B 1.17.

Het is ook mogelijk een afspraak te maken via: [email protected]

Uitgebreide informatie over het decanaat vind je op https://insite.inholland.nl/servicepunt/ServicepuntABC/Pages/Studentendecanen.aspx



https://insite.inholland.nl/servicepunt/ServicepuntABC/Pages/Studentendecanen.aspx


11 Docenten

In onderstaande tabel vind je een overzicht van de docenten met wie je te maken zult hebben. De docenten maken gebruik van flexwerkplekken, je vindt ze

voornamelijk in de kamers B304a, B304c, B305

naam doorgaans aanwezig op telefoon e-mail overige taken

Dijkers, Ronald ma, di, wo, do, vr 0611449901 [email protected] SLB- en instroomcoördinatie, DMR

Dinteren, Nicole van (afhankelijk van lesactiviteiten) [email protected]

Gerver, Andre ma, di, do, vr 0637423313 [email protected]

Goldbach, Doortje ma, di, wo, vr 0611449819 [email protected]

Graas, Nol ma, di, wo, vr 0611449766 [email protected]

Hoffman, Annemarie ma, do 0611449758 [email protected]

Jansma, Jan ma, di, do 0615279792 [email protected]

Kemper, Bas (afhankelijk van lesactiviteiten) [email protected]

Kramer, Louis ma, di, wo, do, vr 0620567771 [email protected]

Leeuwen, Rob van ma, di, wo, do, vr 0651019027 [email protected]

Lengers, Trudy ma, wo, do 0611449854 [email protected] stage- en afstudeercoördinatie

Muller, Marije (afhankelijk van lesactiviteiten) [email protected]

Ree, Colette van der ma, di, do, vr 0611449762 [email protected] onderwijs- en roostercoördinatie

Slootmaker, Mara ma, di, do, vr 0611449714 [email protected] opleidingscommissie

Nico Groen (afhankelijk van lesactiviteiten) [email protected]

Louis Vleugel (afhankelijk van lesactiviteiten) [email protected]

Velzen, Johan van (afhankelijk van lesactiviteiten) [email protected]

Waning, Hans di, do, vr 0652421507 [email protected] teamleider

Wijga, Christa ma, di, do 0615279432 [email protected]







[email protected]








TBK BASICS 1516 - Hogeschool Inholland · Door een optimale afstemming kan het hoogste rendement...

Documents

Transcript of TBK BASICS 1516 - Hogeschool Inholland · Door een optimale afstemming kan het hoogste rendement...