Taaleffect VO

2
MAART 201I TAALPILOT BIJ ROTTERDAMSE SCHOLEN IN HET VO DOOR SICCO KOLE 5mffi?ffiffi% trYxmffimre ffiffi t' ffimm ffi trffis&* fiem&em bmmkem K x. & o ir$ ' 1'&to i of " ln Rotterdam gaan de scholen van LMC, BOOR en CVOx de taalprestaties van de leerlingen meten en verbeteren. Een uniek project, omdat het een samenwerking is tussen scholen van verschillende besturen die met elkaar gaan kijken welke aanpak het beste werkt. Het is gericht op alle leerlingen; van praktijkonderwijs tot en met het gymnasium en niet alleen op leerlingen met een taa lachtersta nd.

description

artikel over Taaleffect in VO

Transcript of Taaleffect VO

Page 1: Taaleffect VO

MAART 201I

TAALPILOT BIJ ROTTERDAMSE SCHOLEN IN HET VODOOR SICCO KOLE

5mffi?ffiffi% trYxmffimre ffiffi

t'

ffimm ffi trffis&* fiem&em bmmkem K

x. & oir$ '1'&to

i of " ln Rotterdam gaan de

scholen van LMC, BOOR en

CVOx de taalprestaties van

de leerlingen meten en

verbeteren. Een uniek project,

omdat het een samenwerking

is tussen scholen van

verschillende besturen die met

elkaar gaan kijken welke

aanpak het beste werkt. Het is

gericht op alle leerlingen; van

praktijkonderwijs tot en met

het gymnasium en niet alleen

op leerlingen met een

taa lachtersta nd.

Page 2: Taaleffect VO

F|oe is datza gehomenT Die vraag stelde ik

aanTíneke Drenthe (líd CvB LMC),loan

Tiï.arsolej (beleídsadviseur BOOR) en Ger

V ra egindew eij (divisiedirecteur rnav af havo

LMe).

In Rotterdam hebben veel leerlingen een

achterstand in taal en rekenen. Datweten

we sinds jaar en dag, en ook dat de

gemiddelde cijfers voor Nederlands en

wiskunde op het centraal examen achter-

blijven bij die van de andere grote steden.

De schooldirecteuren van LMC, BOOR en

CVO hebben twee jaar geleden deze

problematiek besproken en zij besloten dat

het tijd werd voor oplossingen. Hierbij

wilden zij aansluiten bij de ervaringen van

scholen met het verbeteren van het

taalniveau. Het idee was om een

fundamentele aanpak te kiezen door

objectief het niveau van alle brugklassers

te meten en in een tweede meting het

resultaatvan gerichte interventies vast te

stellen. ook wordt vanuit de verbinding

met andere sectoren gewerkt, vanuit de

"keten", maar met de focus op de

aansluiting met het primair onderwijs.

Hoe reageerden de bestuurders?

Uit het feit dat binnen een jaar alle

brugklassers een taaltoets hebben

afgelegd, van elke leerling en van elke klas

een analyse ls gemaakt en dat voor elke

klas een handelingsadvies is opgesteld,

kun je afleiden dat de bestuurders

prioriteit hebben gegeven aan dit initiatief.Dit jaar wordt de toets opnieuw afgenomen

en kunnen we vaststellen welke winst is

geboekt.

Dat is oprnerkelíjk snel. lloe gaat het nu

verder met. de pilot?

De besturen hebben een projectmanage-

menfteam aangesteld dat veel ervaring

heeft in het Rotterdamse onderwijs en dat

goed in staat is om de geledlngen te

enthousiasmeren en er veel voor over heeft

om de pilot tot een succeïte maken. We

hebben hulptroepen, zoals de CED groep

en de Rijksuniversiteit Groningen, die ons

helpen met de afname en verwerking van

de toetsen, het analyseren van de gegevens

en het opstellen van de handelings-

adviezen.

Wij zoeken naarwegen om het taalniveau

op een hoger peil te brengen.

De deelnemende scholen zijn vrij in het

kiezen van hun aanpak. Nadat de tweede

meting is afgenomen, gaan we kijken

welke scholen succesvol zijn geweest en

waarin hun aanpak zich onderscheidt. Daar

gaan we van 1eren. Wij willen tot een

didactíek en hulpmiddeien komen,

waaryan bewezen is dat het werkt.

Wie betaalt dit?

De schoolbestuÍen nemen de helft van de

kosten voor hun rekening. De gemeente

Rotterdam betaalt de andere helft. In het

beleidsprogramma Beter Presteren sluit de

gemeente aan bij ons initiatief. Wij willenvanafvolgend jaar een vergelijkbaar traject

inzeften voor rekenen. Beter Presteren

haakt ook daarop in.

ons doel is om ervoor te zorgen dat alle

leerlingen voldoende zijn toegerust om

een zo hoog mogelijke opleiding te volgen.

Kansen bieden, schept de verplichting om

obstakels voor leerlingen weg te nemen en

daar moeten scholen inzetten. Geld is in

onze visie niet het allerbelangrijkste. Wii

vinden het belangrijk dat de leertijd

optimaal wordt benut en dat er een

didactiek wordt gebruikt die daadwerkelijk

bijdraagt aan betere leerprestaties van elke

leerling. Het versterken van de didactiek is

daarom hooldzaak. Het beter benuften van

de leertijd is watwij voor ogen hebben,

niet een uitbreiding die veel geld kost en

meer van hetzelfde oplevert.

Hoe gaat het in zijn werh?

Wij nemen Diatekst en Diawoord af om het

tekstbegrip en de woordenschat van elke

leerling in kaart te brengen. Dit zijn

genormeerde toetsen die voor elk

schooltype en elk leerjaar aangeven ofleerlingen op, onder ofboven het niveau

zitten. De CED groep maakt van elke klas

een analyse en stelt per klas vast welke

leerlingen op, onder ofboven het niveau

zitten. Voor elk groepje wordt voor een

bepaalde periode de leerstofen de

didactische aanpak in een leerarrangement

voorgesteld. De leraar kan vervolgens met

maximaal vijf van deze arrangementen aan

de slag. In de arrangementen wordt

aangegeven welke doelen bereikt en welke

tijdsinvestering gedaan moet worden door

de ieerlingen. En welke hulpmiddelen

gebruikt kunnen worden.

Wat zin jullie ervaringen tot nu toe?

Heel positief. De docenten en de leerlingen

zijn enthousia st, zodra ze merken dat het

werkt. Omdat scholen met elkaar

samenwerken, zien ze van elkaar wat het

taalniveau is bij binnenkomst maar straks

ookwat het nÍveau aan het einde van de

brugklas is. Dat stimuleert om er alles uitte halen.

De eerste rnetíng \aat zien

dathetnodig fs onq werk

te mckenvan taal

De eerste meting laat zien dat het nodig is

om werk te maken van taal. Gelukkig

hebben we bij scholen die voorop lopen al

gezien dat er een positieíeffect uitgaat van

het taalbeleid op de woordenschat en het

begrijpend lezen. Dat stemt ons

optimistisch. Een voorbeeld is een klas die

in een half jaar tijd van een benedengemid-

deld taalniveau naar een bovengemiddeld

taalniveau ging. Deze klas heeft in een halfjaar tijd een leerwinst behaald die verge-

lijkbaar is met twintig maanden taalonder-

wijs op de basisschooll Het feit dat we

weten dat zoiets kan, is enorm

stimulerend.

n LMC; Stichting LMC Voortgezet

Onderwijs

BOOR: Bestuur Openbaar Onderwijs

Rotterdam

CvO: (vereniging voor) ChristelijkVoortgezet Onderwijs in Ronerdam