Synoptische Evangelien + Handelingen 2teacheronthetower.com/wp-content/uploads/2013/09/... · 2013....

21
Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 1 SYNOPTISCHE EVANGELI SYNOPTISCHE EVANGELI SYNOPTISCHE EVANGELI SYNOPTISCHE EVANGELIËN ËN ËN ËN & HANDELINGEN & HANDELINGEN & HANDELINGEN & HANDELINGEN INLEIDING De test: Er wordt één verhaal gelezen, vanuit 3 verschillende evangeliën: Mattheüs, Marcus en Lukas. Het gaat om de opstanding van Jezus. Na de lezing worden er 5 vragen gesteld. De uitkomst: Vragen: Marcus 16:1-8 Matteüs 28:1-10 Lukas 23:56 - 24:11 Wie bezoekt als eerste het graf? Maria uit Magdala + Maria (Jakobs moeder) + Salome. Maria uit Magdala + andere Maria Maria uit Magdala + Maria (Jakobs moeder) + Johanna + enige vrouwen Is het graf open of niet? Reeds open. Engel wacht binnen Eerst aardbeving, daarna geopend door engel Reeds open. Twee engelen verschijnen plotseling Waar zal Jezus verschijnen? Galilea Galilea Jeruzalem Wat doen degenen die bij het graf waren? Zijn bevreesd en blij Vertellen het aan de 11 discipelen Vertellen het aan de 11 discipelen Aan wie verschijnt Jezus? Alleen de vrouwen Alleen de vrouwen 1] de vrouwen, 2] Petrus, 3] Emmaüsgangers De vraag: Moeten we de verschillen tussen de 3 versies proberen af te stemmen op elkaar en er één verhaal van maken? Het antwoord: Nee! Wanneer 5 mensen aanwezig zijn bij een ongeluk en dat 10 jaar later vertellen, krijg je 5 verschillende versies … op diverse details. Het centrale feit blijft exact hetzelfde. We moeten ze zowel afzonderlijk bekijken als samen zien. {Synopsis} = samen zien. {Euangelion} = goede nieuws / boodschap. Dit was een bekende term in die dagen. Marcus gebruikt het heel gewoon als een bekend concept. Maar wat ís het exact? Een {euangelion} = een biografie, maar dan niet zoals wij dat invullen / kennen. De kenmerken zijn: Ze bevatten een theologische, morele waarheid. Het zijn géén puur historische verhalen boeken. De feiten worden theologisch geduid en verwoord.

Transcript of Synoptische Evangelien + Handelingen 2teacheronthetower.com/wp-content/uploads/2013/09/... · 2013....

  • Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 1

    SYNOPTISCHE EVANGELISYNOPTISCHE EVANGELISYNOPTISCHE EVANGELISYNOPTISCHE EVANGELIËNËNËNËN & HANDELINGEN & HANDELINGEN & HANDELINGEN & HANDELINGEN

    INLEIDING De test: Er wordt één verhaal gelezen, vanuit 3 verschillende evangeliën: Mattheüs, Marcus en Lukas. Het gaat om de opstanding van Jezus. Na de lezing worden er 5 vragen gesteld. De uitkomst:

    Vragen: Marcus 16:1-8 Matteüs 28:1-10 Lukas 23:56 - 24:11

    Wie bezoekt als eerste het graf?

    Maria uit Magdala + Maria (Jakobs

    moeder) + Salome.

    Maria uit Magdala + andere Maria

    Maria uit Magdala + Maria (Jakobs

    moeder) + Johanna + enige vrouwen

    Is het graf open of niet?

    Reeds open. Engel wacht binnen

    Eerst aardbeving, daarna geopend

    door engel

    Reeds open. Twee engelen verschijnen

    plotseling Waar zal Jezus verschijnen?

    Galilea Galilea Jeruzalem

    Wat doen degenen die bij het graf waren?

    Zijn bevreesd en blij

    Vertellen het aan de 11 discipelen

    Vertellen het aan de 11 discipelen

    Aan wie verschijnt Jezus?

    Alleen de vrouwen Alleen de vrouwen 1] de vrouwen,

    2] Petrus, 3] Emmaüsgangers

    De vraag: Moeten we de verschillen tussen de 3 versies proberen af te stemmen op elkaar en er één verhaal van maken? Het antwoord: Nee! Wanneer 5 mensen aanwezig zijn bij een ongeluk en dat 10 jaar later vertellen, krijg je 5 verschillende versies … op diverse details. Het centrale feit blijft exact hetzelfde. We moeten ze zowel afzonderlijk bekijken als samen zien. {Synopsis} = samen zien. {Euangelion} = goede nieuws / boodschap. Dit was een bekende term in die dagen. Marcus gebruikt het heel gewoon als een bekend concept. Maar wat ís het exact? Een {euangelion} = een biografie, maar dan niet zoals wij dat invullen / kennen. De kenmerken zijn: • Ze bevatten een theologische, morele waarheid. • Het zijn géén puur historische verhalen � boeken. • De feiten worden theologisch geduid en verwoord.

  • Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 2

    De westerse christen van de 20e en 21e eeuw die alles letterlijk wil lezen, heeft de bril op van de Verlichting / Modernisme, níet de van de cultuur van die tijd. Een (mogelijk) voorbeeld van duiding, waardoor het verhaal qua feiten anders is, maar qua verwoording / verbeelding juist waarachtiger is, is de Pesach viering.

    Synoptici Johannes

    Avond: Avond: Pesach feest Jezus + discipelen Dag: slachting lammeren Dag: kruisiging Jezus (Lam Gods) Avond: Pesach feest Jezus + discipelen Avond: Pesach feest Joden Dag: kruisiging van Jezus

    Johannes heeft Jezus in het begin van zijn evangelie al voorgesteld als het Lam van God. Door de slachting van de lammeren in de Tempel exact gelijk te laten verlopen met de kruisiging van Jezus buiten de poorten, wordt dit beeld sterk bekrachtigd.

    Het evangelie van Lukas is een verzameling van overgeleverde verhalen. Dat doet niets af van de betrouwbaarheid van die verhalen. In die tijd was verhalen vertellen een ambacht en vaardigheid en stond dus gelijk aan de betrouwbaarheid van onze op papier geschreven verhalen. De afzonderlijke verhalen komen uit een andere {Sitz im Leben} dan het moment van schrijven / samenstellen van het totale verhaal van Lukas: 4vCh ±30 50 60 70 80 90 /---------------------/--------------------/------------/---------------/---------------/--------------/--------- Geboorte � [ Paulus ] [Marcus] [Matteüs [Johannes] Lukas]

    Dit verschil heeft dus geen invloed op de waarachtigheid van het verhaal van Lukas, maar wél met de verwerking daarvan. De situatie van de jaren 30 is niet dezelfde als die van de jaren 60-90. Het is mede vanuit de context van de latere jaren dat het verhaal van de eerdere jaren verteld wordt. De feiten blijven de feiten, maar de wijze van presentatie werd door die omstandigheden dieper geduid en verwoord. Geboorte van Jezus Hij werd geboren ten tijde van Herodes de Grote. Probleem daarbij is dat hij in 4 vóór het jaar 0 al niet meer leefde. Het jaar nul voor de geboorte van Jezus klopt dus niet. Deze misrekening werd gemaakt door Dionysius, een 6e-eeuwse monnik die de opdracht had gekregen om de juiste datum van Jezus’ geboorte te bepalen. Door een gebrek aan voldoende en goede informatie kwam hij tot de huidige jaartelling.

  • Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 3

    DE BRONNEN THEORIE Hoe moeten we omgaan met de aanvullingen en (mogelijke) tegensprekingen van de evangeliën? Hoe verklaren we die aan de kritische lezers? We kunnen antwoorden: de Heilige Geest heeft het zo geïnspireerd. Punt uit. Klaar. We kunnen ook deze geloofsuitspraak even parkeren en puur wetenschappelijk naar deze verschillen gaan kijken. Enkele theorieën: � Er is een ‘oerevangelie’ dat de basis vormde voor de 3 synoptische evangeliën. � Matteüs is het 1e evangelie. Marcus en Lukas schreven hun eigen verhaal. ☺ Marcus is het 1e evangelie. Zowel Matteüs als Lukas gebruikten die voor hun

    eigen verhaal. Ze gebruikten daarnaast ook een andere algemene bron: Q (van het Duitse Quelle = bron) en hun eigen specifieke bronnen (de ‘Sondergut’).

    1e bron = Marcus 2e bron = Q 3e bron = Sondergut Matteüs (S.Mat) 4e bron = Sondergut Lukas (S.Luk) PRIORITEIT MARCUS 1) Patronen van overeenkomsten tussen Matteüs, Marcus en Lukas

    � Marcus en Matteüs en Lukas hetzelfde. � Marcus en Matteüs hetzelfde Lukas verschilt. � Marcus en Lukas hetzelfde Matteüs verschilt. Het is nooit het geval dat Matteüs en Lukas hetzelfde zijn, en Marcus verschilt. Conclusie: Marcus moet de bron zijn van de beide anderen. Het is namelijk niet aanneembaar dat Matteüs én Lukas bij een bepaald gedeelte, exact dezelfde veranderingen hebben aangebracht in hun verhaal.

    2) Volgorde van het verhaal Marcus is de kapstok van Matteüs en Lukas. Waar Matteüs en Lukas overeenkomen, volgen ze de verhaallijn van Marcus. Waar Matteüs en Lukas verschillen, hebben ze elk hun eigen verhaal, dat tevens níet voorkomt in Marcus.

    3) Aard van veranderingen

    Marcus heeft het simpelste Grieks. Matteus en Lukas schreven in een rijkere vorm van Grieks. Het zou vreemd zijn als de mooiere versie doelbewust minder mooi was gemaakt door Marcus. Marcus heeft het kortste evangelie. Matteüs en Lukas hebben een inleiding en een slot. Het zou vreemd zijn als de langere versie doelbewust korter was gemaakt door Marcus.

  • Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 4

    QUELLE De gedeelde teksten (wel in Mat + Luk, níet in Marcus) zijn diverse redevoeringen van Jezus en 2 verhalen (verzoeking woestijn + genezing slaaf centurion). Ze komen dus uit Q en waren beschikbaar voor Matteüs en Lukas, maar niet voor Marcus. Zou je deze Q-verhalen verwijderen uit de evangeliën van Matteüs en Lukas, dan hou je alleen hun Sondergut verhalen over als specifieke gedeelten.

    DE HISTORISCHE JEZUS Onze belijdenis dat Christus waarlijk God én mens is, doen we op basis van een historische Jezus. Maar wat weten we nu werkelijk, feitelijk over deze Jezus? Om daar achter te komen moeten we, qua bronnen, zo dicht mogelijk bij de originele tijd en persoon komen. BRONNEN Heidense bronnen Er bestaan geen heidense bronnen uit de 1e eeuw. Kennelijk was hij in zijn eigen tijdsperiode niet opvallend / bijzonder genoeg voor de rest van de wereld. Maar uit de 2e eeuw zijn ze er wel. Plinius de Jongere was bevriend met de Romeinse keizer Trajanus. Tijdens zijn regering schreven zij brieven naar elkaar. In een fragment uit een brief van Plinius, gedateerd op omstreeks 111 na Christus, staat een uitspraak over christenen: “Zij [de christenen die terechtgesteld zouden worden voor hun geloof] hebben ook verklaard dat hun hele schuld of overtreding slechts hierin bestond: zij waren regelmatig voor de dageraad op een vaste dag bij elkaar gekomen om afwisselend verzen voor elkaar te zingen, ter ere van Christus als aan een god, en ook zich onder ede aan elkaar te verbinden, niet met enig misdadig doel, maar om zich te onthouden van diefstal, roof of overspel…” Het is duidelijk dat deze schrijver geen volgeling van Jezus was. Toch is wat hij opschreef in overeenstemming met het NT. Opmerkelijk is ook dat hij heeft opgeschreven dat christenen Jezus als God aanbidden. Ook dit sluit aan bij het NT. In 116 schrijft Tacitus, een Romeinse geschiedschrijver, over de vervolging van christenen. De grondlegger van deze groepering identificeert hij als Christus. Hij schreef dus ongeveer 80 jaar na Jezus. ‘Om het gerucht [dat Nero de brand van Rome had gesticht] de kop in te drukken, beschuldigde Nero een groep mensen, verafschuwd wegens hun boosaardigheden, die de menigte als christenen aanduidde, en strafte hen op de meest wrede manier. Christus, de grondlegger van de groepering, had de doodstraf gekregen tijdens de regering van Tiberius, en was veroordeeld door Pontius Pilatus, waardoor het verderfelijke bijgeloof voor even tot staan werd gebracht, waarna het echter opnieuw

  • Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 5

    tot bloei kwam, niet alleen in Judea, waar die ziekte ontstaan was, maar ook in de hoofdstad zelf, waar alle verschrikkelijke en schandelijke dingen die in de wereld voorkomen, samenkomen en aanhangers vinden. Men greep daarom eerst diegenen die zich openlijk christen noemden, en op hun aanwijzing nam men vervolgens een groot aantal mensen gevangen.’ Annales, 15, 44 Joodse bronnen. De belangrijkste Joodse bron is natuurlijk Flavius Josephus. Hij refereerde naar de terechtstelling van “Jakobus, de broer van Jezus, die de Messias wordt genoemd”. Verder schreef hij: ‘Nu was er rond die tijd een wijs man, genaamd Jezus. Hij deed wonderbare dingen en was een leraar van mensen die graag de waarheid aannemen. Vele Joden en ook vele heidenen werden door hem aangetrokken. En toen Pilatus hem, op aanraden van de belangrijkste leiders uit ons midden, had veroordeeld tot het kruis, lieten degenen die hem in het begin lief hadden gehad, hem niet in de steek. En de groepering der Christenen, zo genoemd naar hem, bestaat tot op de dag van vandaag.’ Joodse Oudheden 18:3 Christelijke bronnen Christelijke bronnen uit de 1e eeuw zijn er in overvloed. � De evangeliën, � De brieven van Paulus, � De niet-canonieke bronnen. De brieven van Paulus bestaan voor 95% uit praktische leefregels! Ze geven dus maar voor een heel klein gedeelte directe informatie over de persoon van Jezus (zie Rom 15:7; 1Kor 2:2, 9:5, 11:23-25, 15:5; Gal 1:19 en 4:4). Om écht iets over de historische Jezus te weten te komen, zijn de evangeliën dus veruit de belangrijkste bron. METHODES Er zijn een aantal methodes om de bronnen te beoordelen op hun waarde. 1) Hoe ouder, hoe beter.

    De meest betrouwbare bron is daarmee Paulus, want die schreef als eerst. Vervolgens Marcus � Matteüs � Lukas � Johannes.

    2) Hoe minder getheologiseerd, hoe beter. De rede over de laatste dingen (�bokken en schapen) is zodoende volgens de wetenschappers de meest betrouwbare….

    3) Hoe meer bronnen over één persoon / gebeurtenis, hoe beter. Er zijn bv. veel verhalen bekend en beschikbaar over Johannes de doper. Dat maakt hem zeer geloofwaardig als historisch persoon.

    4) Hoe meer discontinu, hoe beter. Discontinue verhalen zijn betrouwbaar, want objectief gezien is het een beetje vreemd verhaal (bv. Jezus als mindere van Johannes, dat verwacht je niet).

  • Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 6

    5) Hoe passender in de historische context, hoe beter. Voorbeeld: Jezus sprak in het Aramees, niet in het Grieks. Dat maakt het verhaal met Nicodemus minder historisch betrouwbaar, want alleen in het Grieks is het mogelijk een dubbele betekenis te geven aan de term wedergeboren worden. Dit verhaal past dus slecht in de historische context…..

    FEITEN OVER JEZUS Wat weten we nu écht van Jezus? Wat zijn de feiten over zijn leven? � Geboren in ± 4 vChr. � Opgegroeid in Nazareth, Galilea. � Gedoopt door Johannes de Doper. � Verzamelde leerlingen om zich heen. � Gaf onderwijs in steden en dorpen. � Verkondigde (de komst van) het Koninkrijk van God. � Ging naar het Pesach feest in Jeruzalem, rond 30 nCh. � Verwekte opschudding in de tempel. � Hield een Pesach maaltijd met zijn leerlingen. � Werd gevangen genomen en ondervraagd door Joodse gezagsdragers. � Werd aanvankelijk verlaten door zijn leerlingen. � Werd terechtgesteld door Romeinse gezagsdrager, Pontius Pilatus. � Werd begraven door Jozef van Arimathea. � Werd niet gevonden in dat graf � liet leeg graf achter. � Werd levend gezien door zijn leerlingen ná zijn dood. � Werd in korte tijd door grote groep beschouwd als opgestaan uit de dood. De belangrijkste en meest overtuigende van deze feiten zijn de volgende: ⇒ Werd begraven door Jozef van Arimathea.

    Dit is een zéér discontinu, onlogisch, onredelijk verhaal. Een lid van het Joodse Sanhedrin, dat Jezus eerst ter dood heeft veroordeeld, gaat hem daarna niet met volle eer begraven in zijn eigen graf. Zoiets bedenk je niet. Daarnaast zijn er diverse onafhankelijke bronnen die dit verhaal zo vertellen.

    ⇒ Liet leeg graf achter, met vrouwen als getuigen. Vrouwen werden niet erkend als betrouwbare getuigen in die cultuur. Dat ze hier als meest directe getuigen worden opgevoerd, is zeker geen aanbeveling om dit verhaal te gaan geloven. Opnieuw dus zeer discontinu = betrouwbaar. Daarnaast zijn er weer meerdere onafhankelijke bronnen (bv. Paulus: 1Kor 15).

    ⇒ Werd in korte tijd door grote groep beschouwd als opgestaan uit de dood. De Joodse Messiasverwachtingen kenden geen versie met een misdadiger, ter dood veroordeeld door het Sanhedrin en de Romeinen. Zeer discontinu dus.

    Verder paste een opstanding uit de dood tot heerlijkheid absoluut niet met de Joodse denkwereld. Zo’n onjoods en absurd geloof vereist een zeer krachtige en transformerende ervaring. “Ik kan de opkomst van het vroege christendom niet verklaren, tenzij Jezus uit de dood is opgestaan en een leeg graf achterliet.” Wright.

  • Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 7

    EXEGETISCHE METHODES Er zijn 2 vormen van exegese: Diachrone en Synchrone. Diachrone exegese: Deze vorm van exegese onderzoekt hoe en waar een tekst tot stand is gekomen. Het wordt ook de historische methode genoemd. Deze vorm werd vooral in de 19e – 20e eeuw gebruikt. [Traditiongeschichte = onderzoek naar wat er gebeurde tussen het leven en sterven van Jezus en het moment waarop de eerste evangeliën over Jezus verschenen.] Auteur Synchrone exegese: Deze vorm onderzoekt en bekijkt de tekst zélf. Het wil ontdekken wat de tekst zelf wil bereiken / opwekken bij de lezer. Deze vorm wordt vooral de laatste 50 jaar gebruikt. Lezer / hoorder

    MARCUS

    A. DIACHRONISCHE EXEGESE VAN MARCUS.

    Vragen: Antwoorden (reader)

    Wie was Marcus? Johannes Marcus, neef van Barnabas, schrijver van de verhalen van Petrus (volgens Papias). Wanneer is het

    evangelie geschreven? Rond 67-69.

    Vóór de val van Jeruzalem Waar is het geschreven? In Rome

    Argumenten vóór: (zie ook reader) • Veel latinismen (legioen, praetoria, etc.). • Vertalingen van Aramese uitdrukkingen. • Verklaringen van Joodse rituelen (rein – onrein). • Slechte geografische kennis van Palestina, m.n. Judea. • Relatie met Petrus. • Gebruik van Romeinse munt (lepton – 12:42). Argumenten tégen: • Gebruikelijke praktijk om bekend iemand als schrijver op te voeren. • Bevat geen weergave van theologie van Paulus en/of Petrus. • Discipelen worden niet echt positief beschreven, m.n. Petrus.

    TEKST

    TEKST

  • Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 8

    NIEUWE VISIE / HYPOTHESE

    Vragen: Antwoorden

    Wie was Marcus? Marcus is een pseudoniem. De auteur is een onbekende christen

    Wanneer is het evangelie geschreven?

    Rond 70 nCh, net ná de verwoesting van de tempel

    Waar is het geschreven? In Galilea Argumenten vóór: TEKST • Marcus is prettig positief t.o.v. Rome � boodschap = wíj komen níet in opstand

    tegen Rome! (dat was de angst bij vele gematigde Joden) • Marcus is prettig positief t.o.v. Pontius Pilatus � Flavius Josephus is veel

    negatiever over hem. • Jezus maakt duidelijk dat Hij géén koninkrijk op aarde zal vestigen. • Jezus wordt benadrukt als de Lijdende Knecht, niet als een machtige koning

    waar de Romeinse keizer voor zou moeten vrezen. LOCATIE • In de jaren 0-70 nCh liepen er in Israël werkelijk veel figuren rond die claimden

    de Messias te zijn (13:22-23). • Christenen in Rome hadden in die tijd geen gevaar te duchten van de Joden /

    synagogen (13:9). In Palestina / Galilea echter juist wel. • De schrijver is slecht bekend met Judea, maar des te beter met de kleine dorpjes

    in Galilea (bv. Magdalene – 15:40), die hij verder ook als bekend veronderstelt. • Galilea is dé plek waar de discipelen heen moesten gaan, hun Meester achterna

    (14:28, 16:7) � teken van betrouwbaarheid. • De Galileese vrouwen, bekende getuigen van de opstanding van Jezus, kunnen

    bevraagd worden door hun streekgenoten � teken van betrouwbaarheid. DATERING NÁ 70 • De tempelcultus en de leiders zijn rijp voor het oordeel:

    � Tempelreiniging + verdorde vijgenboom (11:11-14 [15—19] 20-22) � Gelijkenis onrechtvaardige pachters (12:1-9) � Uitspraak vernietigde tempel (13:1-2) � Gruwel der verwoesting (13:14v.) � Tempel voorhangsel scheurt kapot (15:38) Marcus beschrijft het bijna alsof het al vernietigd is…. hetgeen in zijn eigen tijd dus al écht werkelijkheid was geworden.

    Hypothese: Volgens ‘Marcus’ was Galilea dé plek waar de discipelen naar toe moesten gaan. Dáár zou Jezus zijn Koninkrijk gaan vestigen. Wat jammer dat ze in Jeruzalem zijn gebleven, want zie: Jeruzalem is verwoest!

    B. SYNCHRONE EXEGESE VAN MARCUS Bij de synchrone exegese gaan we alleen maar kijken naar de literaire kenmerken van het boek. Door de jaren heen is er veel gezegd dat Marcus eigenlijk maar een simpel boek is. Toch zit er een bijzondere opbouw in!

  • Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 9

    Een mogelijke indeling is: 1] Jezus’ optreden binnen + buiten Galilea [1:1 – 8:26]

    a) Jezus’ optreden binnen Galilea [1:1 – 6:56] b) Jezus’ optreden buiten Galilea [7:1 – 8:26]

    2] Jezus’ weg naar het lijden [8:27 – 10:52] 3] Jezus in Jeruzalem [11:1 – 16:8]

    De proloog (1:1-8) begint met een gecombineerd citaat van Jesaja 40:2, Maleachi 3:1 en (indirect) Exodus 23:20. In Marcus is een beweging zichtbaar van het Jodendom naar het heidendom. De verhalen die zich eerst afspelen in het Jodendom worden herhaald bij de heidenen. � Exorcisme van Jood (1:21-28) � exorcisme van heiden (5:1-20) � Voeding van Joodse menigte (6:33-44) � voeding van heidenen (8:1-10)

    !! 5 broden – 5000 Joden – 12 manden � 7 broden – 4000 heidenen !! 5 = Thora, 12 = stammen Israël � 7 = volheid, 4 = windstreken

    De weg van het lijden bevat: � 1 belijdenis van de identiteit van Jezus als de Messias (8:27—30) � 3 aankondigingen van het lijden van Jezus (8:31-32, 9:30-32, 10:32-34) � 3 momenten van onbegrip van de discipelen (8:32-33, 10:35-45)

    De literaire vraag van Marcus is: WIE IS JEZUS? Het 1e vers begint meteen met de stelling dat Jezus de Christos = Messias is (dit veronderstelt dat de lezer weet wat een evangelie is en wat een {christos} is = Jood). Het 2e vers onderstreept dat door een citaat uit de Septuaginta. …. maar daarmee is dat nog niet helder en duidelijk voor de mensen ín het verhaal! De verzen 1:9-11 maken duidelijk dat Jezus de Zoon van God is ….. voor de lezer. Er waren geen omstanders bij en de discipelen moeten nog geroepen worden. Het blijft dus nog een mysterie voor de personages in het verhaal. De enige karakters die het wel weten én zeggen, zijn demonen die door Jezus worden uitgedreven (1:24-25,34, 3:11-12) De perikoop 8:22-26 is de genezing van de blinde te Betsaïda. Ze kwamen in Betsaïda. Er werd een blinde bij hem gebracht, en men smeekte hem om de man aan te raken. Hij pakte de blinde bij de hand en bracht hem buiten het dorp. Hij deed wat speeksel op zijn ogen, legde er zijn handen op en vroeg: ‘Ziet u iets?’ Hij begon weer te zien en zei: ‘Ik zie mensen, het zijn net bomen, maar ze lopen rond.’ Daarna legde hij weer zijn handen op de ogen van de blinde. Deze sperde zijn ogen open en genas; hij zag alles nu heel helder. Hij stuurde hem naar huis met de waarschuwing: ‘Ga het dorp niet in!’

    Dit verhaal wordt, opvallend genoeg, níet door Matteüs en Lukas overgenomen. Het is de enige keer dat Jezus iemand in 2 stappen geneest. Wat is de betekenis en doel van dit unieke verhaal? Waarschijnlijk moeten we dit gedeelte lezen in de context van het daarop volgende verhaal, waarin Petrus ook niet meteen goed kan ‘zien’ wat Jezus wil zeggen.

  • Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 10

    In 8:27-33 staan 4 opvolgende belijdenissen. 1) Petrus: “U bent de Messias.” 2) Jezus: “Ik zal moeten lijden.” 3) Petrus: “Oh, nee, de Messias zal overwinnen en rechtspreken!” 4) Jezus: “Oh ja, jij ‘ziet’ nog niet goed dat de Messias moet lijden en sterven.” Moraal van dit totale verhaal: Zoals de blinde man niet meteen goed kon zien, zo ‘ziet’ ook Petrus niet direct goed waar het om gaat bij Jezus, wie Jezus ís. In vers 15:39 horen we de 1e menselijke persoon die eindelijk de belijdenis uitspreekt die Marcus in het begin al aan de lezer duidelijk maakte. Het opvallende feit hierbij is dat dit een Romeinse hoofdman is: Maar Jezus slaakte een luide kreet en blies de laatste adem uit. En het voorhangsel van de tempel scheurde van boven tot onder in tweeën. Toen de centurio, die recht tegenover hem stond, hem zo zijn laatste adem zag uitblazen, zei hij: ‘Werkelijk, deze mens was Gods Zoon.’ Ditzelfde gedeelte vormt mogelijk een inclusio met 1:9-10. Daarin scheurde niet het voorhangsel, maar {schizomai} de hemel open. Bij beiden echter volgt de belijdenis dat Jezus de Zoon van God is. Wat we hierbij moeten weten is dat Joodse bronnen spreken over de tempel en het Voorhangsel als zijnde symbolen voor het Huis van God, vergelijkbaar met de hemel als zijnde Gods woonplaats. Kortom: in Marcus is het centrale thema: het Messias Mysterie.

    MATTEÜS 1) Ontstaan van het evangelie

    Wie? Het is zéér de vraag of het echt door de tollenaar-discipel Matteüs is geschreven. Het is vrij zeker dat de titel, {kata matheon}, een latere toevoeging is. Het is in 125 nCh dat de verbinding wordt gemaakt tussen dit evangelie en de apostel Matteüs, door Papias.

    Argumenten vóór: • Papias (± 65-130 nCh.), een belangrijke getuige uit de apostolische

    traditie, gerekend tot de kerkvaders, schrijft het toe aan Matteüs. Er is niemand in de kerk opgestaan die een andere mening gaf.

    Argumenten tégen: • De verschillende samenvattingen van de woorden van Papias zijn niet

    altijd duidelijk en spreken elkaar soms tegen. • Nergens verwijst de auteur naar zichzelf en zijn persoonlijke relatie met

    Jezus. • Indien hij een directe ooggetuige was, waarom maakt hij dan zoveel

    gebruik van het materiaal van Marcus (600 verzen!)? Het evangelie van Matteüs is waarschijnlijk in meerdere lagen geconstrueerd, met meerdere redacties, in zeer goed Grieks geschreven.

  • Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 11

    Waar? De vermoedelijke plaat is Syrië, mogelijk in Antiochië. Wanneer? Vanwege de toespelingen op de verwoesting van de Tempel (22:7), is het zeer waarschijnlijk ontstaan ná 70 nCh. Verder sluit het af met een Trinitarische doop-formule die pas in die periode gebruikt werd. Deze formule wordt verder alleen door Petrus gebruikt, hetgeen deze latere datering ondersteunt.

    2) Opbouw van het evangelie Een veelgebruikte indeling is die in 5 delen, a.d.h.v. 5 {oratio} = redevoeringen, ontwikkeld door B.W. Bacon. Proloog : geboorteverhalen [1:1 – 2:23] Boek 1 : Bergrede [3:1 – 7:29] Boek 2 : zendingstoespraken [8:1 – 11:1] Boek 3 : gelijkenissen over het Koninkrijk van God [11:1 – 13:53] Boek 4 : verschillende gelijkenissen (of: kerkorde) [13:53 – 19:1] Boek 5 : anti schriftgeleerden, de laatste dingen [19:1 – 26:1] Epiloog : lijdens- en opstandingsverhalen [ 26:1 – 28:20] Een andere optie is die van D. Lohr. Hij ziet een chiastische opbouw, met H. 13 als de kern. Vanuit deze optiek is dit hoofdstuk niet slechts illustratief, maar centraal voor de boodschap van Matteüs. Het gaat dus niet om de vraag die Marcus wil beantwoorden (wie is Jezus?), maar om de uitleg van Jezus over het Koninkrijk van God! Geboorte [1 – 4]

    Zegeningen Koninkrijk [5 – 7] Autoriteit – uitnodiging [8 – 9]

    Missiediscours [10] Verwerping door generatie [11 – 12]

    Gelijkenissen Koninkrijk van God [13] Aanvaarding discipelen [14 – 17]

    Gemeentediscours [18] Autoriteit – uitnodiging [19 – 22]

    ‘Wee-uitroepingen’ Koninkrijk [23 – 25] Dood & opstanding [26 – 28] Een derde optie is de narratieve opbouw van J. Kingsbury. Deze sluit aan bij de verhaallijn van Marcus. Hij gebruikt een herhaalde opschrift als bepalend voor de opbouw: “Vanaf die tijd begon Jezus ……”

    [1:1 – 4:16] � introductie persoon van Jezus

    [4:17 – 16:20] � “ … te prediken”.

    [16:21 – 28:20] � “… zijn leerlingen duidelijk te maken dat hij … moest lijden.”

  • Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 12

    3) Jezus als de nieuwe Mozes? Het evangelie begint met een geslachtsregister. Hierbij valt op dat er 3 series van 14 zijn, wat niet exact overeenkomt met de werkelijkheid. Matteüs slaat er heel bewust steeds enkel over. Waarom? � Het Hebreeuwse woord ‘David’ heeft een getalswaarde van 14. De oplettende Joodse lezer zit hierin een toespeling op koning David. Matteüs verbindt Jezus met belangrijke personen/momenten in de geschiedenis van het volk Israël: o 14 generaties van Abraham tot David, de grootste koning. o 14 generaties van David tot de ballingschap, de grootste ellende / ramp. o 14 generaties van de ballingschap tot Jezus, de grootste hoop / verwachting. Het is de geslachtslijn van Jozef, maar hij wordt geboren uit Maria. Met deze Joodse geslachtslijn wil Matteüs duidelijk maken dat Jezus de Joodse Messias is. De gebeurtenissen rondom het geboorteverhaal maken een bewuste verbinding met Mozes, de grootste en belangrijkste Joodse profeet en leider, die hen bevrijd heeft uit de slavernij van Egypte. � Jozef, ‘pleegvader’ van Jezus, krijgt een aantal dromen en moet vertrekken

    naar Egypte. Jozef, de zoon van Jakob, kreeg een aantal dromen en moest vertrekken naar Egypte.

    � Jezus wordt geboren en wordt ernstig bedreigd door de heersende tiran, koning Herodes. Mozes werd geboren en werd ernstig bedreigd door de heersende tiran, de Farao.

    � Jezus gaat door het water heen � de Jordaan. Mozes ging door het water heen � de rode zee.

    � Jezus gaat de berg op en onderwijst een nieuwe Torah aan het volk. Mozes ging de berg en onderwees de Thora van God aan het volk.

    Uniek voor Matteüs zijn de vele citaten / aanhalingen uit het Oude Testament. Steeds weer lezen we: “… opdat vervuld zou worden…. “. In totaal 66 keer wordt er een tekst uit Jesaja aangehaald, vooral uit de hoofdstukken 44-66. Veel van die citaten komen uit de Septuaginta, soms uit de Masoretische tekst, soms is het een combinatie. Alleen al in hoofdstuk 1 + 2 zijn er 5 verwerkt. Hij gebruikt de citaten heel bewust (vergelijk Jesaja 42:1-4 met Matt 12:18-21) om zijn doel te bereiken: de lezer overtuigen dat

    � Jezus de nieuwe Mozes is, � Jezus de profetieën over de

    Messias vervult, � Jezus’ Thora nu gevolgd moet

    worden, � Jezus ons bevrijdt uit de macht der

    zonde, � Jezus terug zal komen als Koning.

  • Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 13

    4) Bergrede Vraag: waarom wordt de 1e van de 5 redes van Jezus de Bergrede genoemd? Antwoord: om de verbinding te maken met Mozes. Net zoals Mozes de Sinaï op ging om vandaar de Thora te geven aan het volk Israël, zo gaat Jezus de berg op om de nieuwe Thora aan zijn volk te geven. Reactie: maar hij gaat meerdere keren de berg op. Wat is er dan zo bijzonder aan deze keer? Zit er misschien iets bijzonders aan het opgaan van een berg? � Wat zegt Jesaja? 40:9-11 Beklim een hoge berg, vreugdebode Sion, verhef je stem met kracht, vreugdebode Jeruzalem, verhef je stem, vrees niet. Zeg tegen de steden van Juda: ‘Zie hier jullie God!’ 52:7 Hoe welkom is de vreugdebode die over de bergen komt aangesneld, die vrede aankondigt en goed nieuws brengt, die redding aankondigt en tegen Sion zegt: ‘Je God is koning!’ 61:1-3 De Geest des Heren HEREN is op mij, omdat de HERE mij gezalfd heeft; Hij heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootmoedigen, om te verbinden gebrokenen van hart, om voor gevangenen vrijlating uit te roepen en voor gebondenen opening der gevangenis; om uit te roepen een jaar van het welbehagen des HEREN en een dag der wrake van onze God; om alle treurenden te troosten, om over de treurenden van Sion te beschikken, dat men hun geve hoofdsieraad in plaats van as, vreugdeolie in plaats van rouw, een lofgewaad in plaats van een kwijnende geest. En men zal hen noemen: Terebinten der gerechtigheid, een planting des HEREN, tot zijn verheerlijking. � En wat zegt Matteüs? 14:23 En toen Hij de scharen weggezonden had, ging Hij de berg op om in de eenzaamheid te bidden. 15:29-31 En Jezus vertrok vandaar, en Hij ging langs de zee van Galilea en ging de berg op, en Hij zette Zich daar neder. En vele scharen kwamen bij Hem, die lammen, kreupelen, blinden, stommen en vele anderen bij zich hadden, en zij legden die aan zijn voeten neer. En Hij genas hen, zodat de schare zich verwonderde, want zij zagen stommen spreken, kreupelen gezond, lammen lopen en blinden zien.

  • Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 14

    17:1-3 En zes dagen later nam Jezus Petrus en Jakobus en zijn broeder Johannes mede en Hij leidde hen een hoge berg op, in de eenzaamheid. En zijn gedaante veranderde voor hun ogen en zijn gelaat straalde gelijk de zon en zijn klederen werden wit als het licht. En zie, hun verschenen Mozes en Elia, die met Hem spraken. 24:3 Toen Hij op de Olijfberg gezeten was, kwamen zijn discipelen alleen tot Hem en zeiden: Zeg ons wanneer zal dat geschieden, en wat is het teken van uw komst en van de voleinding der wereld? 28:16 En de elf discipelen vertrokken naar Galilea, naar de berg, waar Jezus hen bescheiden had. En toen zij Hem zagen, aanbaden zij, maar sommigen twijfelden. � Matteüs doet meer dan een gelijkstelling tussen Jezus en Mozes. Hij stelt

    Jezus gelijk met de vreugdebode van God, met de Messias van God. De Messiaanse werkelijkheid is gekomen, de tijd van het heil is aangebroken.

    Jesaja 2:2-5 (Micha 4:1-4) Eens zal de dag komen dat de berg met de tempel van de HEER rotsvast zal staan, verheven boven de heuvels, hoger dan alle bergen. Alle volken zullen daar samenstromen, machtige naties zullen zeggen: ‘Laten we optrekken naar de berg van de HEER, naar de tempel van Jakobs God. Hij zal ons onder-richten, ons de weg wijzen, en wij zullen zijn paden bewandelen.’ Jesaja 42:4 Zie, mijn knecht, die Ik ondersteun; mijn uitverkorene, in wie Ik een welbehagen heb. Ik heb mijn Geest op hem gelegd: hij zal de volken het recht openbaren. Hij zal niet schreeuwen noch zijn stem verheffen, noch die op de straat doen horen. Het geknakte riet zal hij niet verbreken en de kwijnende vlaspit zal hij niet uitdoven; naar waarheid zal hij het recht openbaren. Hij zal niet kwijnen en niet geknakt worden, tot hij op aarde het recht zal hebben gebracht; en op zijn wets- onderricht zullen de kustlanden wachten. � Deze teksten staan in het teken van de Thora die

    uitgaat naar de volken. De vraag is: welke Thora? De Thora van Mozes, of de Thora van Jezus? Met andere woorden: de Thora van het Rabbijnse Jodendom, of van het Messiaanse Jodendom?

    5) De Wet / Thora en het Koninkrijk

    Wat betekenen de woorden van Jezus, als hij zegt: “Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze te ontbinden, maar om ze tot vervulling {plerosai} te brengen. Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn.” Wat betekent dit woord, vervullen {pleroo}?

  • Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 15

    Het betekent níet: eindigen, afsluiten, het einde van iets. Het betekent: vol maken o.a.� compleet / volledig maken, vervullen, volbrengen (vb.: vol maken van het aantal martelaren, vervullen van een profetie). Het tegenovergestelde woord, afschaffen / ontbinden ({kata-luo}, staat voor: losmaken, uitspannen, oplossen, slopen, vernietigen. Dat is dus duidelijk níet Jezus’ bedoeling. Jezus heeft het niet over het finale einde van Mozes’ Thora. Hij wil er juist een vollere inhoud en betekenis aan geven! De Farizeeën / wetgeleerden waren al jaren bezig met een heftige discussie over de toepassing {halacha} van die Thora, en Jezus deed volop daarin mee. Bekende zijn de twee Thora-scholen van Hillel en Shammai. Vanuit hun eigen identiteit vormden zij zich een mening over de correcte uitleg van de Thora. Jezus deelde de ene keer de mening van Hillel, de andere keer zat hij meer in de lijn van Shammai. Enkele kwesties: Shabbat � mild � Hillel � zorg voor naaste is belangrijker Reinheid � mild � Hillel � handen wassen:mondelinge traditie

    niet essentieel Echtbreuk � streng � Shammai � bij uitzondering Haat / moord � streng � Shammai � naaste haten = bloedvergieten Nieuwe visie Op één punt is Jezus uniek: zijn vijandsliefde. Hierin ging hij veel verder dan alle andere scholen en rabbi’s. Jezus creëerde hier zijn eigen halacha, zijn eigen wetsinterpretatie. Verder maakte Jezus een hiërarchie van de geboden. ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’ (22:36-40) Genade en goedheid worden boven alle andere geboden geplaatst. Het gaat om de gesteldheid van het hart, en de Thora is hét middel om die houding op te wekken / tot stand te brengen. Vanuit die houding moet dan het Thora-gedrag komen, want daar gaat het in essentie om. Jezus’ onderwijs stond dus in het teken van het komende Koninkrijk van God. Daarin ligt de nadruk heel duidelijk op het DOEN � werken van het Koninkrijk. Het oordeel is gebaseerd op de daden van de mensen (Matt 5:48, 16:27, 25:31-46; Openb 20:12-13, 22:12). Jezus is het voorbeeld tot navolging {imitatio Christi} én het criterium voor het komende oordeel = veroordeling of beloning. Jezus is namelijk dé personificatie van gerechtigheid en genade (zie Hosea 6:6, Micha 6:8). Deze visie zette de Matteaanse gemeente ook apart van de rabbijnse traditie én maakte het de opponenten van de rabbijnse gemeente. Het kan gezien worden als ‘opposing formative Judaism’, een groep Joden die zich buiten de hoofd-stroom heeft geplaatst, zich er tegen verzet, maar zich er nog wel verbonden mee weet. Deze ‘strijd’ werd soms heftig gevoerd, maar bleef waarschijnlijk vooral een strijd tussen broeders (vaak scheld je het hardst tegen de mensen die jou het dichtst bijstaan…).

  • Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 16

    6) Religieuze leiders en de wending naar de heidenen Het is opvallend in het geboorteverhaal dat de Joodse schriftgeleerden exact weten waar de Messias geboren zal worden, maar dat ze geen voet verzetten wanneer ze van de wijzen uit het oosten te horen krijgen dat hij geboren is. Waarom blijven zij achter in Jeruzalem? Een mogelijk antwoord vinden we in de vergelijking tussen Marcus en Matteüs over de doop van Johannes.

    Matteüs 3:1-2, 5-6, 7-12 Uit Marcus 1:4-5, 7-8 In die tijd trad Johannes de Doper op in de woestijn van Judea. Hij verkondigde: ‘Kom tot inkeer, want het koninkrijk van de hemel is nabij!’ Uit Jeruzalem, uit heel Judea en uit de omgeving van de Jordaan stroomden de mensen toe, en ze lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, terwijl ze hun zonden beleden. Toen hij zag dat veel Farizeeën en Sadduceeën op zijn doop afkwamen, zei hij tegen hen: ‘Addergebroed, wie heeft jullie wijsgemaakt dat je veilig bent voor het komende oordeel? Breng liever vruchten voort die een nieuw leven waardig zijn, 9 en denk niet dat je bij jezelf kunt zeggen: Wij hebben Abraham als vader. Want ik zeg jullie: God kan uit deze stenen kinderen van Abraham verwekken! De bijl ligt al aan de wortel van de boom: iedere boom die geen goede vrucht draagt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. Ik doop jullie met water ten teken van jullie nieuwe leven, maar na mij komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om zijn sandalen voor hem te dragen. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur; hij houdt de wan in zijn hand, hij zal zijn dorsvloer reinigen en zijn graan in de schuur bijeenbrengen, maar het kaf zal hij verbranden in onblusbaar vuur.’

    Dit gebeurde toen Johannes de Doper naar de woestijn ging en de mensen opriep zich te laten dopen en tot inkeer te komen, om zo vergeving van zonden te verkrijgen. Alle inwoners van Judea en Jeruzalem stroomden toe en lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, terwijl ze hun zonden beleden. Hij verkondigde: ‘Na mij komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om me voor hem te bukken en de riemen van zijn sandalen los te maken. Ik heb jullie gedoopt met water, maar hij zal jullie dopen met de heilige Geest.’

    In dit gedeelte is duidelijk zichtbaar dat Matteüs een aantal eigen verzen heeft toegevoegd aan de versie van Marcus. Het zijn verzen vol vijandige kritiek op de Farizeeën, omdat ze geen vrucht dragen. Ze weten het wel, maar ze DOEN het niet! Dit komt krachtig terug in hoofdstuk 23, waarin Jezus het “wee” uitspreekt over hen: Daarna richtte Jezus zich tot de menigte en tot zijn leerlingen en zei:‘De schriftgeleerden en de Farizeeën hebben plaatsgenomen op de stoel van Mozes. Houd je dus aan alles wat ze jullie zeggen en handel daarnaar; maar handel niet naar hun daden, want ze doen zelf niet wat ze jullie voorhouden. Ze bundelen alle voorschriften tot een zware last en leggen die de mensen op de schouders, terwijl ze zelf geen vinger uitsteken om die te verlichten. Al hun daden zijn erop gericht om door de mensen gezien te worden.

  • Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 17

    In het evangelie volgens Matteüs zijn er twee lijnen zichtbaar. De ene lijn is dat de houding naar de heidenen steeds positiever wordt. De andere lijn is dat de houding naar de Farizeeën steeds negatiever wordt. Zo is en blijft het een zeer Joods boek, maar heeft het ook enkele anti-Joodse tendensen. De heidenen wordt soms positief, soms negatief afgeschilderd (Matteüs gebruikt {ta etne} om de heidenen aan te duiden, en {o laos} voor de Joden). Heidenen Negatief: In 6:7 wordt hun manier van bidden als een negatief voorbeeld gebruikt. In 10:5-6 wordt specifiek aangegeven dat de discipelen níet naar de heidenen, maar alleen naar het volk Israël mogen gaan om te getuigen van het Koninkrijk van God. Heidenen Positief: In 21:43 wordt het Koninkrijk van God gegeven aan {ta etne} dat wél vrucht draagt. Joden negatief: In 27:25 zegt {o laos}: “Laat zijn bloed óns dan maar worden aangerekend, en onze kinderen!”

    LUKAS + HANDELINGEN 1) Auteur van Evangelie + Handelingen

    Simpele vraag en simpel antwoord: Lukas, de metgezel van Paulus, arts van beroep. Maar…klopt dit wel? Argumenten tégen: • De titel (“naar Lukas”) is er later bijgevoegd. • De wij-passages in Handelingen (16:9-10, 20:5-16, 21:1-18, 27:1 – 28:16)

    hebben vreemde overgangen + maken gebruik van andere Griekse vormen. • Lukas’ beschrijving van Paulus’ activiteiten na zijn bekering en doop (Hand

    9:10-30) loopt niet helemaal synchroon met zijn eigen versie (Gal 1:15-18). • De theologie van Lukas’ evangelie en dat van Paulus komen ook niet

    helemaal overeen (bv. t.a.v. afgoden en ontvangen van vergeving / heil – zie Rom 1:18-32 en Hand 17).

    2) Taal van het evangelie

    De auteur is een zéér bekwame en onderlegde schrijver / retoricus. In vers 1-4 maakt hij gebruik van hogeschool Grieks. Heel hoofdstuk 1 & 2 staan in Septuaginta Grieks � hint naar de achtergrond van de persoon: wat Jezus doet, is gebaseerd op het OT! Vanaf H. 3 is het allemaal in Koine Grieks, de leestaal van de gewone man. De ontvanger, hoogedele Teofilus, is waarschijnlijk een Romeinse stadhouder, geïnteresseerd in het christendom (� positief beeld Romeinen!). Zijn naam betekent: geliefde / liefhebber van God. Dit kan dus ook een pseudoniem zijn. Hypothese: Teofilus is de financiële supporter van Lukas.

  • Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 18

    3) Ouverture Comparatieve Analyse: het bepalen van de betekenis van een tekst, door het te

    vergelijken met andere gerelateerde teksten, zonder rekening te houden met het

    feit of die andere teksten mogelijk een bron zijn van deze tekst. Een comparatieve analyse van de geboorteverhalen van Matteüs en Lukas levert o.a. de volgende resultaten op:

    Comp. Analyse Matteüs Lukas Maria verloofd met Jozef

    Jezus geboren in Bethlehem Profetie vervuld! Jezus geboren uit maagd Maria � Zoon van God!

    Overeenkomsten

    Jezus geboren als Zoon van God

    Jozef is hoofdpersoon Maria is hoofdpersoon Jozef door engel bezocht

    (in droom) Maria door engel bezocht

    (in werkelijkheid) Wonen waarschijnlijk

    in Bethlehem. Moeten verplicht reizen

    naar Bethlehem. Wijzen uit het Oosten Herders van het veld � Verblijf in een huis � Verblijf in een grot / stal (?!) � Kind is 1-2 jaar oud � Kind is nét geboren

    Vlucht naar Egypte Geen bedreiging

    Verschillen

    Reist verder naar Nazareth Reist terug naar Nazareth Moeten we hier één verhaal van proberen te maken of een keuze maken wie er gelijk heeft? Is Lukas echt nauwkeurig alles nagegaan om een accuraat en kloppend verhaal op te kunnen schrijven voor Teofilus? Er zijn namelijk enkele historische foutjes aan te wijzen: � Er bestaat geen enkele bron die een melding maakt van het feit dat keizer

    Augustus een volkstelling heeft bepaald (2:1). � Quirinius voerde pas het bewind in Syrië vanaf 6 ná Christus (dus niet vanaf

    bv. 6 vóór Christus), 10 jaar ná de dood van Herodes. Of, probeert Lukas ons iets anders duidelijk te maken? Een comparatieve analyse van de genealogieën heeft deze resultaten:

  • Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 19

    Comp. Analyse Matteüs Lukas Aan begin van ouverture Aan einde van ouverture

    Zoon van David, zoon van Abraham

    Zoon van God

    Van Abraham naar Jezus Van Jezus naar God Verschillen

    David � Salomo �…� Jezus David � Natan �…� Jezus Lukas plaatst Jezus’ genealogie – waarin hij uitkomt op het feit dat God de vader is van Jezus Christus – ná de doop en uitspraak van God zelf: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’ (3:22). Waar Matteüs duidelijk wil maken dat Jezus de Zoon van David is, wil Lukas helder maken dat hij de Zoon van God is. Het heil is eerst voor de Jood, maar daarna zeker ook voor de Griek / heiden / de hele wereld! Een interne comparatieve analyse van de verhalen over Johannes de doper en Jezus levert dit op:

    Comp. Analyse Johannes Jezus Aankondiging t.t.v. Herodes,

    koning van Judah Geboorte t.t.v. Augustus, keizer van Romeinse Rijk

    Een engel verscheen Gabriël werd gezonden Ongeloof bij Zacharias Geloof bij Maria

    Afkomst: Abia, Aäron (Elisabeth) Afkomst: David en Abraham Menselijk zaad Goddelijk zaad

    Johannes wordt Profeet, bode van de koning

    Jezus wordt Verlosser, de Koning

    Elisabeth eert Maria Maria ontvangt eer Elisabeth Geboorte in eigen huis Geboorte in stad van David

    Lofzang Zacharias Lofzang engelen + Aankondiging herders

    Profetie Zacharias Profetie door Simeon + lofprijs van profetes Hanna

    Werd gesterkt door Heilige Geest

    Werd krachtig, vervuld met wijsheid, genade was op hem

    Verbleef in woestijn Verzocht in woestijn door satan Is niet waardig om Jezus’ schoenen los te maken

    Wordt door God: ”Mijn geliefde zoon” genoemd.

    Doopt met water (bekering)

    Doopt met Heilige Geest (wedergeboorte) en vuur

    Ik ben níet de Christus Ik ben de Christus

    Verschillen

    Door Herodes gevangen en gedood

    Door allen geprezen

    Hiermee wilde Lukas duidelijk maken dat Johannes in alles de mindere was van Jezus. Waarschijnlijk was er in Lukas’ dagen nog een groep volgelingen van Johannes de Doper actief (huidige naam: de Mandeeërs), waarmee er een soort van competitie gaande was (zie ook Hand 19:1-7!). Door deze literaire vorm en indeling maakt Lukas duidelijk om wie het werkelijk gaat.

  • Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 20

    4) Jeruzalem en de Thora Opvallend in zowel Lukas als Handelingen is de plaats van Jeruzalem en de focus op de tempel. Hierin verschilt Lukas’ evangelie duidelijk van die van alle andere. ⇒ Aankondiging van het heil aan Zacharias � in de tempel. ⇒ Opdragen van Jezus + profetieën � in de tempel. ⇒ Verzoeking in de woestijn eindigt � op dak van de tempel. ⇒ Jezus als jonge tiener met wetgeleerden � in de tempel. ⇒ Vanaf 9:51 richt Jezus zijn gezicht naar � Jeruzalem. ⇒ Evangelie eindigt (niet in Galilea maar) in � Jeruzalem.

    Het doel van Lukas: De oorsprong van het heil ligt bij het volk Israël, de God van Israël en de hoofdstad van Israël: Jeruzalem. Het is vanuit díe plek dat het de hele wereld ingaat (Hand 1:8).

    Opvallend is ook dat de Thora en Thora-getrouwheid zeer positief naar voren komen. Zacharias en Elisabeth worden direct neergezet als “vrome en gelovige mensen, die zich strikt aan alle geboden en wetten van de Heer hielden” (1:5-6). Dit is een beschrijving van het Joodse vroomheidsideaal. Lukas maakt hierbij ook een verbinding tussen Hanna + Maria (1Sam 2:1-10 + 1:46-55) en tussen Samuël en Jezus, waarbij de NT-ische figuren er iets beter uit komen. De Thora-getrouwheid van Jozef en Maria komt naar voren in: De besnijdenis van Yeshua. Het opdragen van hun kind Yeshua aan God in de tempel,

    inclusief offer. Het 2-jaarlijks gaan naar het Pesachfeest in Jeruzalem

    (2:41). Kortom: hij werd opgevoed in een vroom Joods milieu. De Thora-getrouwheid van Jezus zien we aan: Zijn optreden als 12-jarige jongen in de tempel. Zijn bekendheid met de Thora (verzoeking, discussies met Farizeeën). Zijn gerichtheid op Jeruzalem (9:51) De Thora-getrouwheid van de discipelen wordt zichtbaar door: Hun dagelijks verblijf in de tempel (Hand 2:46, 3:1). De Thora-getrouwheid van Paulus is te herkennen aan: Het besnijden van Timotheus (Hand 16:1-3). Zijn prediking die altijd start in een synagoge (13:5,14, 14:1, 16:13, 17:1-3). Zijn verlangen om bij het Pinksterfeest in Jeruzalem te zijn (20:16). Het maken van een (Num 6:13 � nazireeër) gelofte.

  • Diverse Studie ~ Opleiding ~ www.teacheronthetower.com ~ 2013 21

    5) Doel van het evangelie Lukas wilde de boodschap overbrengen dat de gemeente géén breuk is met het Jodendom, maar juist de legitieme voortzetting daarvan. De gemeente is de drager van het Heil van God, zoals dat beloofd was in de Tenach. De gemeente is de drager van de boodschap van Jezus, de Zoon van God. Hij gebruikt daarvoor het literaire middel van herhalingen:

    Wat Jezus doet, wordt herhaald door de gemeente van Jezus.

    = de missie van Jezus is de missie van de gemeente. De missie van Jezus is de verbale en praktische verkondiging van het Koninkrijk van God, in de kracht van de Heilige Geest. Wat Jezus deed, doen de apostelen nu nog steeds, geleid en bevestigd door diezelfde Heilige Geest.

    Evangelie naar Lukas Handelingen Jezus werd gedoopt �

    ontving de Heilige Geest Gelovigen worden gedoopt � ontvangen de Heilige Geest

    Jezus verrichtte wonderen door de Heilige Geest

    Apostelen verrichten wonderen door de Heilige Geest

    Jezus genas, wekte doden op, wierp demonen uit

    Apostelen genezen, wekken doden op, werpen demonen uit

    Jezus werd tegengewerkt door de Farizeeën

    Apostelen worden tegengewerkt door de Farizeeën

    Jezus werd gevangen, veroordeeld en gedood

    Apostelen worden gevangen, veroordeeld en gedood

    Wat Petrus doet, wordt herhaald door Paulus.

    = goedkeuring / bevestiging van prediking van Paulus. Paulus predikt geen nieuw, vreemd, ander evangelie. Integendeel, het is hetzelfde evangelie als wat Petrus en de discipelen verkondigen. Op die manier staat hij ook op één lijn met Jezus zelf. Zo wordt het: Jezus’ boodschap � verkondiging apostelen / ooggetuigen � Paulus’ boodschap.

    Petrus Paulus Redevoering aan Joodse menigte

    in Jeruzalem (H2) Redevoering aan Joodse menigte

    in Pisidië (H13) Bijzondere werken: genezing zieken

    zonder contact (schaduw, 5:15) Bijzondere werken: genezing zieken

    zonder contact (kleding, 19:12) Tegenwerking Joodse leiders � in

    gevangenis � Goddelijke bevrijding (12:1-11)

    Tegenwerking Joodse leiders � in gevangenis � Goddelijke bevrijding

    (16:19-34) Door visioen overtuigd van

    vrije toetreding heidenen (H10-11) Door visioen overtuigd van

    vrije toetreding heidenen (H15) De beschrijving van Lukas van de vergadering over de toetreding van de heidenen – zonder besnijdenis – is zeer consensus gericht, alsof er haast geen heftige meningsverschillen en discussies waren. Ook dat staat in het teken van de continuïteit van Gods boodschap via Jezus � apostelen � Paulus.