Symposium Van Bus naar Buurt - Stichting De Tussenvoorziening · 2019. 1. 7. · Symposium Van Bus...
Transcript of Symposium Van Bus naar Buurt - Stichting De Tussenvoorziening · 2019. 1. 7. · Symposium Van Bus...
Symposium Van Bus naar Buurt
Beste deelnemer aan het symposium Van Bus naar buurt,
Op 27 november heeft u deelgenomen aan ons symposium, ter ere van het 25-jarig bestaan van de
Tussenvoorziening onder leiding van Elisabeth van den Hoogen. In deze nieuwsbrief treft u verslagen en
samenvattingen van de inleidingen en workshops die deze middag zijn geweest.
Wij hopen dat u net zoveel plezier aan het symposium heeft beleefd als wij.
Trends en ontwikkelingen in dakloosheid in Europa Rina Beers, oud-voorzitter FEANTSA FEANTSA is de Europese federatie van nationale organisaties die werken met daklozen. Rina neemt u mee in de
laatste ontwikkelingen op het gebied van dakloosheid op internationaal niveau. Wat is er veranderd, de afgelopen
dertig jaar? Welke landen lopen voor en waar heeft het Nederlandse beleid toe geleid? Wat gaat goed en waar
liggen kansen? Lees meer…
Column over de Utrechtse situatie Jules van Dam, bestuurder en oprichter de Tussenvoorziening Jules vertelt over de Utrechtse situatie rondom dakloosheid en de maatschappelijke opvang. Hij kijkt zowel naar de
periode waarin de Tussenvoorziening werd opgericht, als naar de huidige tijd. Lees meer…
Een glimlach is gratis: Wim Eickholt, ervaringsdeskundige, en Lia van Doorn, lector Innovatieve
Maatschappelijke Dienstverlening bij de Hogeschool Utrecht Samen met Sandra Ringeling van Kessels & Smit nemen zij u mee in het dagelijkse leven van een dakloze schuldenaar
onder de titel: Een glimlach is gratis. Misschien wel het belangrijkste op een symposium als dit, het verhaal van
ervaringsdeskundige Wim Eickholt. Hij belicht met dat dagelijkse leven iets dat voor veel managers, beleidsmakers
en zelfs uitvoerenden doorgaans onderbelicht blijft. Lees meer…
Terugkijken op de dag en vooruitblik op de toekomst Maarten van Ooijen, wethouder maatschappelijke
ondersteuning gemeente Utrecht Tijdens het symposium geeft u, samen met andere deelnemers, aan wat uw stip is op de horizon voor de regio
Utrecht. Hoe om te gaan met dakloosheid en schulden. Maarten van Ooijen neemt deze wensen in ontvangst en
voegt daar zijn beeld aan toe. Lees meer…
Workshops
1. Uitvliegen: vrije val of zachte landing? Je weg vinden in de samenleving, hoe doe je dat? Er komt veel op je af als je na een hulpverlenerstraject weer op
eigen benen in een wijk gaat wonen. In interactie met
ervaringsdeskundigen bespreek je dilemma’s en mogelijkheden
voor een doorstart in de wijk. Lees meer…
2. Nieuwe routes: Springplank, direct naar betaald werk Is het mogelijk om direct van de straat naar betaald werk te
gaan? Springplank Eindhoven combineert werk met een
woonplek, om zo te werken aan duurzaam herstel. Met
verpletterend succes. Hoe doen ze dat? En kan dat ook in
Utrecht? Lees meer…
3. Nieuwe routes: Preventie van dakloosheid in de Lekstroom In 2021 is het zover. Dan is elke gemeente verantwoordelijk voor opvang en beschermd wonen van zijn inwoners.
Tot welke vraagstukken en oplossingen leidt dit? De regio Lekstroom presenteert haar vernieuwende hulp om
dakloosheid te voorkomen. Lees meer…
4. Jeugd: 18 tot 23 jaar Te jong voor de 24-uurs opvang, te oud voor de jeugdzorg. Dat overkomt kwetsbare jongeren als ze achttien worden.
Waar lopen deze jongeren tegenaan? Wat hebben zij nodig om dakloosheid te voorkomen en hun leven weer op de
rit te krijgen? Lees meer…
5. Unieke kans: Sessie van de leergang gemengd wonen Waar de Tussenbus voorzag in de meest elementaire levensbehoeften zoals eten, drinken, een wc, contact en een
deken voor de nacht, ligt de focus nu op het creëren van buurten waar mensen gezamenlijk zorgen dat het prettig
wonen is. Wat is het geheim van gemengd wonen? Hoe kun je dat toepassen in de stad en in de regio? Lees meer…
6. De escaperoom: hoe ontsnap je uit de schulden? De schuldenproblematiek stijgt nog steeds. Hoe kunnen we dat een halt
toeroepen en toewerken naar een schuldenvrij bestaan voor iedereen?
Stadsgeldbeheer neemt je letterlijk mee in de schuldenproblematiek door
middel van een escaperoom. Waar is de uitgang? En waar zitten de
verbeterpunten voor Utrecht? Lees meer…
7. Mensenrechten: Recht op dak en goede zorg Dakloosheid, armoede en mensenrechten: hoe zit het met de mensenrechten in
Utrecht? Gebruik de casus en onderzoek welke mensenrechten in het geding
zijn. Hoe kun je deze rechten gebruiken om de basisvoorwaarden van een
menswaardig bestaan te realiseren? Lees meer…
8. Ervaringsdeskundigheid en kwaliteit van dienstverlening Werken met ervaringsdeskundigen, betaald, in opleiding en als vrijwilliger, leidt
tot ander soort dienstverlening. Meer nabijheid, en het stelt taboes ter discussie.
Maar het is niet altijd even makkelijk of succesvol. Wat zijn de vraagstukken, valkuilen en succesfactoren? Hoe
organiseer je een succesvolle inzet van ervaringsdeskundigheid in het team? Lees meer…
Trends en ontwikkelingen in dakloosheid in Europa Rina Beers, oud-voorzitter FEANTSA Na een overzicht te hebben gegeven van cijfers en trends over dakloosheid in Europa is de conclusie:
In de EU zijn grof gezegd twee typen benadering van
dakloosheid in Europa. De eerste gaat uit van
dakloosheid als huisvestingsprobleem. Een
structuurprobleem. Er zijn te weinig betaalbare
woningen en daar moet je iets aan doen. De tweede
benadering gaat uit van dakloosheid als het probleem
dat iemand ‘zich niet op eigen kracht kan handhaven
in de samenleving’. De persoon ervaart psychische of
psychosociale problemen waardoor hij of zij dakloos
raakt. Zo staat het ook in onze Wet Maatschappelijke
Ondersteuning. Dakloosheid is een ‘zorg’ probleem.
Als we kijken naar de effectiviteit van beide
benaderingen, dan blijkt uit onderzoek dat de aanpak
waar permanente huisvesting de nadruk krijgt, het
beter doet dan de aanpak waar vooral zorg wordt
ingezet.
Het enige land dat consistent en consequent elk jaar
minder dakloze mensen heeft, is Finland. Al 15 jaar
voert de overheid daar een beleid dat uitgaat van
Housing First. Zij doen dat met een landelijk
vastgestelde strategie, geleid vanuit het ministerie
van Huisvesting en gesteund door alle ministeries. Het
beleid wordt lokaal uitgevoerd door gemeenten en
corporaties. De Finnen hebben goed nota genomen
van al het internationale onderzoek dat wijst op het
belang van meerjarig beleid, zodat de voorraad van
betaalbare woningen elk jaar groeit, in plaats van
afneemt zoals in veel andere EU landen. In combinatie
met een adequaat systeem van sociale zekerheid en
zorg, zijn de Finnen in staat om ook hele kwetsbare
mensen langdurig stabiel te laten wonen.
In Nederland zijn inmiddels in 21 gemeenten Housing
First projecten gestart. Ook hier in Utrecht, en ook
met hele goede resultaten. Het zou heel mooi zijn als
wij over 25 jaar in Utrecht kunnen zeggen dat de
opvang dicht kan, omdat we in staat zijn iedereen te
laten wonen. We hebben dan een goed systeem van
ambulante hulp, budgetbeheer en financiële
hulpverlening, voorkomen huisuitzetting, en voor
iedereen die de gevangenis, de jeugdzorg of een
kliniek verlaat, is woonruimte geregeld. In Utrecht
bent u op de goede weg, ik wens jullie ook de
komende jaren alle succes toe!
Column over de Utrechtse situatie door Jules van Dam, bestuurder en oprichter de Tussenvoorziening In alles zit een barst, daar komt het licht binnen
Rondom dakloosheid zijn de afgelopen 25 jaar veel
uitglijders geweest: desinteresse, falend beleid, non-
beleid, zoekend beleid. Zowel van overheden, de ons
omringende instellingen als van onszelf. Gelukkig
waren er ook altijd weer mensen, die gaatjes, barstjes,
licht vonden, waardoor de daklozen wel geholpen
konden worden.
Terugkijkend is er veel om trots op te zijn vanuit de
Tussenvoorziening. We zijn voortvarend aan de slag
gegaan, met altijd veel betrokkenheid, maar niet altijd
kennis van zaken, durf ik nu wel te zeggen. Met enige
gene moet ik bekennen dat we de eerste jaren
dakloze gezinnen hebben opgevangen, zonder na te
denken over het lot van de kinderen. Of dat we in
onze goedwillendheid daklozen met een
verstandelijke beperking tegen wil en dank van alles
hebben proberen te leren. Dat zijn de fouten uit het
verleden, die we gelukkig nu niet meer maken. We
maken nu waarschijnlijk weer nieuwe, zoals we dat
allemaal doen hier. Niets doen is immers geen optie.
We moeten het doen met de kennis, die we hebben.
Het is goed om dat af en toe te benoemen met elkaar.
En daar tussendoor toch altijd weer die dakloze, die
telkens toch het licht binnenlaat, ruimte biedt in zijn
gescheurde leven, zodat hij of zij een ex-dakloze kan
worden.
De tunnel (1998)
Hoe is de tunnel geworden wat ie geworden is? De
zorg was ongeïnteresseerd; ‘ga eerst maar eens
afkicken, dan kijken we weleens verder’ werd er
letterlijk gezegd vanuit de verslavingszorg. De Sleep
Inn is destijds twee keer verbouwd, tot het helemaal
vol zat. Onze vrijwilligers waren drukker met het
wegsturen van daklozen dan met het toewijzen van
een bed. De toenmalige wethouder, hiermee
geconfronteerd zei letterlijk: ‘55 daklozen in de stad,
meer willen we er niet’.
Dat was een moment om de Tussenvoorziening op te
richten. En de NoiZ werd opgericht, het
Catharijnehuis, de Boka, HAP, noem maar op. Privé
initiatieven spatten als paddenstoelen uit de grond.
Kerken, krakers en charitas vulden het gat dat de
overheid liet vallen.
In het jaar 2000 werd het licht gezien door
Wethouders Spekman en Van Leijenhorst en
verschillende raadsleden. Er kwam een collectief
gevoel: ‘hoe hebben we het zover kunnen laten
komen’. Een toenmalige verslavingszorgdirecteur:
‘Verslaafden zijn patiënten met rechten, waar we heel
slecht voor zorgen.’
De afspraak werd dat niemand op straat hoort. Van de
overheid, de financiers, de instellingen. In de taal van
nu: Een verward persoon hoort niet op straat. Dat is
de zorg van ons allemaal. En dan is het niet
interessant of het jouw klant is of mijn klant. Binnen
een paar jaar was de missie geslaagd. In de helft van
de tijd. Rond 2006 waren er zo goed als geen daklozen
meer op straat.
Rechten toekennen aan daklozen, met bijpassende
financiering en samenwerken. Eigenlijk alles wat als
vanzelf komt als je een beetje geïnteresseerd bent.
Succes komt dan vanzelf.
Van 2006 tot 2015 is er hard doorgewerkt,
verslaafden gingen van inloopcentra naar hostels, de
sector is geprofessionaliseerd, er zijn nieuwe
methodieken ontwikkeld, maar het is toch bovenal
een continuering en verbetering van het succes van
2006.
De wereld op z’n kop
‘Nauwelijks meer daklozen in de stad’ kopten de
kranten. Ze waren er wel, maar ze zaten onder dak.
En toen werd in 2015 de hele wereld op zijn kop
gezet. Decentralisaties, bezuinigingen, ieder terug
naar zijn kerntaken. Oude rechten van daklozen
vervielen. Op dit moment wachten bijna 500 mensen
in Utrecht op een plek in een voorziening voor Opvang
of Beschermd Wonen. Een tijd lang hebben we
mensen van de straat kunnen houden met een bed
extra in de NoiZ of de Sleep-Inn, maar ook dat gaat
steeds moeizamer. Hoe komt dat toch wordt ons vaak
gevraagd. We zijn geen onderzoeksbureau, maar
kunnen wel een aantal oorzaken aanwijzen.
Diagnose Behandel Combinaties zijn gericht op
herstel. Ook als dat niet wordt bereikt, moet DBC toch
worden afgesloten, anders wordt er niet betaald. Veel
daklozen zijn ‘in between DBC’s’. Er wordt immers
niet zo maar een nieuwe geopend. ‘In between DBC’
betekent ‘verstoken van zorg’.
Vraaggericht werken werd het nieuwe toverwoord in
2015. Bemoeizorg werd vloeken in de kerk. De
mensen, die niet in staat waren op het juiste moment
en de juiste plek de juiste vraag te stellen, vielen
buiten de zorg.
De woningmarkt in de Randstad en zeker in
Utrecht, zit op slot. Wij moeten soms
noodgedwongen de problemen op de
woningmarkt oplossen. Bij een gewone scheiding
eindigt een van beide partners zonder woning.
Vaak kan die nog onderdak vinden in zijn of haar
netwerk, voor een paar maanden of een paar
jaar. Maar dan houdt het op en staat deze
persoon, als een nieuwe dakloze, met een
uitgeleefd netwerk, bij ons op de stoep.
Waar zijn we nu?
Er is gelukkig weer een gedeeld idee dat dit niet
langer kan, dat er iets moet gebeuren. Er wordt
veel onderzoek gedaan naar het beleid, naar de
doelgroepen. 40% van de daklozen in de opvang heeft
een verstandelijke beperking; 75% een ernstige
psychiatrische aandoening. De pieken op de wachtlijst
kunnen we soms verzachten met extra middelen en
soms ook extra woningen. Er zijn veel goede intenties
rondom wonen, veel vergaderingen, maar waar en
wanneer komen de echte prestatieafspraken? In
Amsterdam zijn 1000 extra woningen ter beschikking
gekomen van de doelgroep. Ik kan geen reden
verzinnen, waarom dat in Utrecht niet zou kunnen.
Wie pakt het woningprobleem nou eens echt vast in
Utrecht? Ook huidig probleem is oplosbaar. Er is veel
drive om zaken te verbeteren, bij de gemeente, de
Maatschappelijke Opvang en organisaties om ons
heen. Er is veel innovatie in Maatschappelijke Opvang:
krachtwerk, Housing First, gemengd wonen,
schuldhulpverlening, recidive aanpak. We doen het
gelukkig samen met woningbouw, buurtteams,
specialistische hulpverlening, gemeente.
Structurele oplossingen dakloosheid 2018
Er is een nieuw plan van aanpak nodig. Duizend
woningen in Utrecht, in alle soorten en maten. Ook
ter preventie en middelen om te begeleiden.
Aandacht voor armoede: wanneer mensen chronisch
moeten rondkomen van 50 euro leefgeld per week,
dan is er niet veel pech nodig om uit balans te raken
en je huis kwijt te raken. Bemoeizorg is nodig. De GGZ
en de verslavingszorg moeten weer aandacht kunnen
krijgen voor daklozen met chronische beperkingen. De
overdracht naar buurtteams moet beter. Aandacht
voor terugval en bemoeizorg. Mensen moeten zo veel
mogelijk gewone burgers in gewone wijken worden
en blijven. Daar wordt iedereen gelukkiger van en het
kost op termijn het minste.
Het lijkt heel veel, maar het is eigenlijk hetzelfde als in
2000: aandacht, rechten (bijvoorbeeld op onderdak),
een beetje geld (dat makkelijk weer wordt
terugverdiend) en samenwerking. Dan gaat het
eigenlijk vanzelf.
Een glimlach is gratis: Wim Eickholt, ervaringsdeskundige, en Lia van Doorn, lector Innovatieve
Maatschappelijke Dienstverlening bij de Hogeschool Utrecht Op basis van verhalen van Wim en stellingen over dakloosheid gaat de zaal in discussie.
Stelling 1 Als iemand in mijn omgeving dakloos
wordt, neem ik hem of haar in huis.
Ik heb Sira in huis genomen. We hebben geen
liefdesrelatie. Waarom dan wel? Door een hevige pijn
in haar vergroeide SI gewricht is ze mentaal en
psychisch niet in staat om voor zichzelf te zorgen. De
reguliere hulpverlening heeft haar handen van haar
afgetrokken. De huisarts weigert haar door te
verwijzen. Buurtteams haken af omdat het label
psychiatrie aan haar kleeft. Altrecht stelt dat de pijn
psychisch is. Dus niet somatisch? Ze loopt wel bij de
pijnpoli dit terzijde. Haar huis heeft maar een kachel
die het af en toe begeeft. Er is schimmel. De
slaapkamer ligt een verdieping hoger dan de wc en
badkamer.
Ze vertrouwt de zorginstellingen niet meer. Ze loopt al
meer dan een jaar te couchhoppen. Nu dus even bij
mij. Gaat het goed? Het ging goed. Nu niet meer. In
mijn kleine huisje blijft ze gast en is deze 38 jarige
vrouw nog steeds ongelukkig over de hele situatie.
Stelling 2 Dakloosheid is iets dat mij ook kan
overkomen.
Wanneer ben ik begonnen met ’s ochtends drinken?
Toen ik geen baan meer had, denk ik. Om een uur of
elf, als de koffie op was, trok ik de eerste fles wijn
open. Al snel had ik niet meer genoeg aan anderhalve
liter. Ik kocht negen flessen per dag: zes flessen rosé
voor mezelf en drie flessen wit voor Vera. Dat paste
niet allemaal in één tas, dus ik moest twee keer lopen.
En de lege flessen? Ik vond het vreselijk als de glasbak
vol zat. Moest ik nog een stuk verder lopen.
Als ik mezelf wilde verwennen, haalde ik er weleens
een fles whisky bij. Het was veel, dat wist ik. Maar ik
maakte me geen zorgen. Door de telefoon klonk ik
nog steeds nuchter, dacht ik.
Stelling 3 Ik geef nooit geld aan daklozen, dat
besteden ze toch verkeerd.
Constant wordt me om geld gevraagd. Geld voor
pleisters, voor paracetamol, voor beltegoed.
“Je krijgt het morgen terug. Zeker weten. Deal!” Het
moet nog steeds die volgende dag worden.
In de normale wereld zou ik direct wat geven als
iemand me iets kleins vroeg.
In deze harde wereld is het steeds vaker gewoon NEE.
Tip voor de beginner: zorg dat je twee pakjes shag bij
je hebt. Een normaal pakje en eentje gevuld met
kruim. Bij de zoveelste keer gebiets om shag of
sigaretten, kan je altijd je pakje met kruim aanbieden.
Tot slot
Een glimlach is gratis
Goedemorgen kost je niets.
Als je het echt meent
Is dat niet zomaar iets.
Terugkijken op de dag en vooruitblik op de toekomst Maarten van Ooijen, wethouder maatschappelijke
ondersteuning gemeente Utrecht Maarten van Ooijen (wethouder Maatschappelijke Ontwikkeling), Kees Diepeveen (wethouder Wonen), Jules van
Dam en Guusta van der Zwaart (bestuurders Tussenvoorziening) en Frank Geppaart (ervaringsdeskundige) blikken
terug op de dag en vooruit naar de toekomst. Wat is nodig?
1. Terugval voorkomen
Hoe kunnen we voorkomen dat de Tussenbus ooit
weer nodig is?
Guusta: door terugval te voorkomen en mensen die
zorg nodig hebben toegang te geven tot die zorg (de
diagnose behandel combinaties van de
zorgverzekeringswet), ook als ze er al eerder gebruik
van hebben gemaakt.
Maarten van Ooijen beaamt dit. Hij zet expliciet in op:
voorkomen van terugval: ‘Dat moeten we met
elkaar aanpakken!’
versterken van zelfregie: ‘Niet over mensen
spreken maar mét mensen spreken’
nog meer ruimte geven aan ervaringsdeskundigen
in de maatschappelijke opvang en beschermd
wonen.
2. Stadsakkoord wonen
Hoe ziet de agenda voor de toekomst eruit?
Jules: betaalbare huisvesting, door bijvoorbeeld in alle
nieuwbouwplannen zowel sociale huurwoningen te
bouwen in het segment van € 400 tot € 590 per
maand kale huur, als in het segment eronder (van
€ 350 tot € 400).
Kees Diepeveen: gemengd wonen: sociale huur
moeten we preciezer definiëren. De primaire
doelgroep is jongeren en Housing First. Zowel in
nieuwbouw, tijdelijke bouw als bestaande bouw.
Er is een Stadsakkoord wonen nodig om de
oververhitting van de woningmarkt en de stijgende
huizenprijzen te keren. Het is belangrijk dat gemengd
wonen en gemengde wijken overal ontstaan en voor
iedereen bereikbaar worden door voldoende
betaalbare woningen neer te zetten.
3. Ervaringsdeskundigen betaald inzetten in elk team
Wat is de agenda van de Tussenvoorziening?
Guusta: ervaringsdeskundigen een gewone baan
geven, door in alle teams een ervaringsdeskundige
een plek te geven en een opleidingscentrum te
realiseren voor beheerders.
4. Mensenrechten respecteren
Wat gaat Utrecht als mensrechtenstad doen aan het
realiseren van mensenrechten voor dak- en
thuislozen?
Maarten: Mensenrechten bieden de grote rode lijnen
waaraan een ieder zich wil houden en moet houden.
Het is belangrijk om die rechten als rode lijnen in het
vizier te houden, waar te nemen wanneer je erover
heengaat en plannen te maken om dat te voorkomen.
Workshops
1. Uitvliegen: vrije val of zachte landing? Tijdens deze workshop kunnen deelnemers een
ervaringsspel spelen. Daarin ervaren ze hoe het is om
als cliënt uit de opvang in een nieuwe wijk te komen
wonen. Met welke dillema’s krijg je te maken? Waar
loop je tegenaan en hoe ga je ermee om? Door
beleving en bewustwording door de ogen van de
cliënt, willen we de deelnemers nieuwe inzichten
geven. Tijdens het spel zijn meerdere deelnemers die
zich inleven in de cliënt (5 a 6 in een groep).
Er is een ervaringsdeskundige die zijn/haar eigen
ervaringen uit de praktijk mag aanvullen. Er is een
spelleider die het proces in de gaten houdt.
Wat viel op
Het was voor veel deelnemers lastig zich in te
leven in de positie van een
dakloze/ervaringsdeskundige.
Wat ook duidelijk naar voren kwam is dat er meer
aandacht bij transitie geschonken moet worden
aan de beleving van de cliënt en de voorbereiding.
Er speelt veel schaamte om (weer) hulp te vragen.
Je moet het nu zelf kunnen.
Verhuizen is vaak door ontbreken van netwerk
een stressvolle aangelegenheid. Ook doordat
hulpverleners verhuizen niet zien als hun taak, of
dit niet past binnen hun begeleidingsuren. Het
gaat allemaal niet vanzelf en er is vooral direct na
verhuizen veel eenzaamheid.
In het begin na een verhuizing heb je veel
aandacht nodig , en iemand die door de stoerheid
heen prikt.
Tips
Zorg voor meer focus op dagbesteding gedurende
het traject. Met name dagbesteding meerdere
keren per week. Zodat de ervaringen rondom de
verhuizing gedeeld kunnen worden met bv
collega’s of anderen uit het netwerk.
Houdt rekening met woningtoewijzing met
voorkeur wijk en bestaand netwerk. Zo is
aansluiten bij de wijk makkelijker.
Zorg dat verhuizen niet een eenzame
aangelegenheid is maar samen gedaan kan
worden.
Maak schaamte bespreekbaar tijdens traject en bij
transities.
Houdt de vertrouwde begeleider of belangrijke
ander nauw betrokken na verhuizing. Zij hebben
sneller in de gaten als het toch niet goed gaat. En
een cliënt zal zich eerder uiten bij een vertrouwd
persoon. Neem geen genoegen met sociaal
wenselijke antwoorden maar vraag door!
Gebruik het inlevingsspel bij bijeenkomsten met
ketenpartners.
Stip aan de horizon
Voorkom terugval in dakloosheid door bovenstaande
tips te verwerken in een actieplan of signaleringsplan
zelfstandig wonen.
2. Nieuwe routes: Springplank, direct naar betaald werk De workshop start met een korte introductie van Marnix Malmberg (Springplank) uit Eindhoven.
Hij legt uit dat zij werk voorop stellen en dat zij hun doelgroep zien als mensen zonder werk en zonder huis, niet als
dakloze mensen met heel veel problemen. Marnix vertelt dat die problemen er wel zijn maar zich eerder oplossen als
je focust op werk en een woning.
Uit de workshop
Hoe werkt het met wonen? Het uitgangspunt van
Springplank is: Als je kan werken kan je ook
wonen. De deelnemers komen binnen in een
groepspand, binnen drie maanden maken ze een
woonplan en binnen zes maanden kan de
deelnemer doorverhuizen naar een woning. De
woningbouw geeft urgenties voor deze doelgroep.
Na een half jaar kan het wooncontract worden
omgeklapt naar eigen naam. Doorstroom naar de
particuliere sector gebeurt ook.
Projectontwikkelaars doen een extra stap om
woningen te regelen en leegstaande
fabriekspanden worden omgebouwd.
Over contra indicaties voor een traject bij
Springplank: Iemand met een verslaving of
psychische problematiek wordt niet uitgesloten,
alleen als dit het werk helemaal in de weg staat.
De gemiddelde duur van een traject is 14
maanden. Het begin is intensief, rondom de
verhuizing is het ook intensief. Een traject kost €
19.000.
70% van de deelnemers heeft na een half jaar een
arbeidscontract. 70% heeft dat 1,5 jaar later nog
steeds. De meeste mensen werken full time of
werken naar full time toe. Het inkomen zit net iets
boven het minimum. De banen zijn vooral in
schoonmaak, bouw, logistiek, schilderen,
electrotechniek, installatietechniek en horeca.
De genen die uitvallen worden overgedragen aan
de maatschappelijke opvang.
Hoe komt Springplank aan het netwerk van
werkgevers? Je moet voortdurend het verhaal van
mensen vertellen aan werkgevers, dan kan er
verbinding ontstaan en wil een werkgever soms
iets extra doen voor iemand. Sprinkplank houdt
intensief contact met leermeesters en helpt met
de gebruiksaanwijzing van een deelnemer.
3. Nieuwe routes: Preventie van dakloosheid in de Lekstroom Dilemma over Bas: Bas is een alleenstaande man met een huurschuld met vonnis voor huisontruiming. Hij heeft twee
kinderen en probeert met zijn advocaat een omgangsregeling af te dwingen. Hij is zijn baan kwijt en heeft een
aflopende WW. Bas is zorgmijdend.
Jack aan het woord Jack was deelnemer van Springplank. Hij vertelt, ‘ik kom uit de verkoop, er was geen baan. Ik deed dagbesteding maar had verschrikkelijk veel schulden. Had namelijk een kamer onderverhuurd terwijl ik een uitkering kreeg. Dat werd ontdekt en ik werd meteen op straat gezet met een enorme boete. Via Springplank heb ik bij Philips een woning en werk gekregen. Daarvoor woonde ik via Springplank in een groepspand. Ik betaalde 400 euro voor huur, en dan de rest nog. Je moet dan met 50 euro per maand zakgeld kunnen leven. Ik ben toen ook gestopt met drinken. Je moet wel echt zelf aan de slag, anders gebeurt er niks. Ik kreeg ook begeleiding, elke maand een gesprek plus financiële begeleiding en begeleiding op werk. Ik wilde heel graag uit het groepshuis weg, dat stimuleerde wel. Bijna iedereen bij Springplank heeft schulden, ik wil graag gaan helpen met hun boekhouding.
Groep 1: oplossingen vanuit perspectief uitkeringsinstantie
Signaal naar ketenpartners afgeven
1 contactpersoon per organisatie: gezamenlijke verantwoordelijkheid
Zorgdragen voor noodzakelijk uitgaven, zoals huur
Doe alles met Bas samen!
Relevante tip van een van de deelnemers van Stichting Noodhulp/Urgente Noden Lekstroom: maak meer gebruik van
ons!
Groep 2: oplossingen vanuit perspectief van de woningcorporatie
Toezicht:
o Eerder signaleren
o Voorwaarde (blijven) wonen = budgetbeheer
o Terugklap woningconstructie. Woning tijdelijk op naam van zorginstelling zetten, zodat de
verantwoordelijkheid mbt huur tijdelijk kan worden overgenomen
o Pitstopoplossing voorkomen dakloosheid
Hoe helpen we Bas:
o Freeze: voorkom huisuitzetting
o “eropaf” (eventueel in samenwerking)
o Betrek partners voor ondersteuning van Bas
o Toch nog regeling treffen om verlies te
minimaliseren:
wederkerigheid (beheer) of
bewindvoering
Groep 3: oplossingen vanuit perspectief sociaal team:
Eropaf! Sociaal team als casusregisseur
In gesprek moet woningcorporatie over uitstel vonnis en
betalingsregeling
Ondersteuning bij aanvragen uitkering
Alle neuzen een kant op. Bas mee krijgen, kinderen als
kracht/motivatie
Evaluatie: hoe heeft dit kunnen gebeuren?
Groep 4: oplossingen vanuit de Tussenvoorziening/hulpverleners
Samenwerking: crisisprojectteam samenstellen
o Woningbouwcorporatie (betalingsregeling),
o Netwerking van Bas
o Bemoeizorg, overnemen in het belang van Bas
o Gemeente: schuldhulpverlening, betalingsregeling
Kosten effectiviteit: 6500,- besparen op ontruiming
Kostenplaatje : kosten op andere domeinen
Stip op de horizon
Doe het noodzakelijke direct met de cliënt
Buddy voor iedereen die het nodig heeft
Scala aan woonvarianten
Leefwereld centraal
4. Jeugd: 18 tot 23 jaar Voor deze workshop zijn een ervaringsdeskundige en stagiair van U-2B Heard! en twee begeleiders van Back-up
uitgenodigd om hun verhaal te komen doen. Het publiek kan vragen stellen en in gesprek gaan.
Uit de verhalen van U-2B Heard! Back-up en input uit
de zaal komen de volgende suggesties, tips, stippen:
Preventie: Niet pas gaan voorlichten als jongeren
18 worden. Begin op tijd! Liefst vanaf groep 8 of
de brugklas: voorlichtingen over zaken als omgaan
met geld, seksualiteit, criminaliteit, schaamte.
(Super)laagdrempelige voorzieningen: altijd
binnen kunnen lopen, ook welkom na terugval,
jezelf mogen zijn (dus ook woedeaanvallen mogen
hebben), geen hulpverlening met 9 tot 5
mentaliteit en geen wachtlijst. Begrijpelijke
informatie, straatpaspoort voor jongeren.
Begeleiders: focus op positieve dingen,
mogelijkheden in de toekomst en geen
berispende vingertjes of steeds op fouten wijzen.
Eén contactpersoon! Vertrouwen vanuit jongere
moet worden opgebouwd.
Hoe bereik je jongeren? Bij twee bovengenoemde
organisaties komt het merendeel via-via binnen
(jongeren vertellen elkaar, U-2B Heard! gaat de
straat op). Een klein deel via social media. Meer
voorlichtingen (met name op scholen) helpen ook.
Basisrecept voor (dak- en thuisloze) 18-plussers
met veel problemen: betaalbare huisvesting en
voldoende startinkomen (stabiele basis) plus
begeleiding.
Beperkingen in wetten en regels wegnemen:
bijvoorbeeld de regel dat je adres moet hebben
om zorgverzekering en DigiD te kunnen krijgen
levert voor dakloze jongeren vanaf 18 jaar veel
belemmeringen op. Bij Back-up kunnen jongeren
een voor een periode van maximaal vijf maanden
een postadres krijgen, maar dit is tijdelijk en
uiteindelijk geen wenselijke oplossing.
Inzet van ervaringsdeskundigen: Back-up vertelt
dat veel jongeren te snel hun
ervaringsdeskundigheid willen inzetten, met veel
problemen (terugval, slecht voorbeeld voor
andere jongeren) tot gevolg. Jongeren van 21 zijn
hier vaak nog helemaal niet aan toe, ze hebben
nog teveel emotionele betrokkenheid. Om je
ervaringsdeskundigheid goed in te kunnen zetten
moet je afstand van je eigen situatie kunnen
nemen. Vaak lukt dit pas in een wat later stadium
(vanaf 30 jaar).
5. Unieke kans: Sessie van de leergang gemengd wonen Waar de Tussenbus voorzag in de meest elementaire levensbehoeften zoals eten, drinken, een wc, contact en een
deken voor de nacht, ligt de focus nu op het creëren van buurten waar mensen gezamenlijk zorgen dat het prettig
wonen is. Wat is het geheim van gemengd wonen? Hoe kun je dat toepassen in de stad en in de regio?
Vragen, discussiepunten
Een discussiepunt was in hoeverre je bewoners van de
Tussenvoorziening selecteert op motivatie en de
verwachting dat op den duur een gelijke inzet
gevraagd kan worden als bij niet begeleide bewoners.
Het gevaar daarvan is dat je cliënten gaat
buitensluiten die evengoed belang hebben bij een
omgeving waar ze welkom zijn.
Een discussiepunt dat daar raakvlak mee heeft is in
hoeverre je frictie bij voorbaat in huis haalt door van
alle reguliere bewoners een dagdeel inzet per week te
vragen. Als iedereen dat ook werkelijk zou doen,
worden alle bewoners hoorndol van alle activiteiten.
Het kan alleen goed gaan als niet iedereen zich houdt
aan die vier uur verwachte inzet, wat vervolgens
frictie oplevert omdat de bewoners hun afspraak niet
nakomen.
Ook waren er vragen over of je onderdelen van
gemengd wonen ook in bestaande buurten kan
ontwikkelen? Hier hebben we van gedachten
gewisseld over de plannen voor de pilot Veelzijdig
Wonen Overvecht.
Tips en suggesties
Een tip van Kees Diepeveen was om het bestuur van
de woonvereniging jaarlijks te laten rouleren, waarbij
iedereen een keer aan de beurt komt. Voorkomt een
“kopgroep”, “altijd dezelfden die er aan trekken” of
“kliekvorming”.
Stip op de Horizon:
Goede Buren = van projecten naar het “gewone wonen”
6. De escaperoom: hoe ontsnap je uit de schulden?Veel genodigden van het symposium waren mensen
die met de doelgroep van de Tussenvoorziening
werken of daar meer op afstand bij betrokken zijn.
Om deze mensen een idee te geven van hoe het voelt
om schulden te hebben, heeft Stadsgeldbeheer een
escape room georganiseerd. Let wel: dit was een dik
half uur stress en komt absoluut niet in de buurt van
opgroeien in armoede of het van dag tot dag leven
met schulden. Toch denken we dat we een klein
beetje hebben kunnen meegeven wat onze doelgroep
dagelijks meemaakt.
We startten in de oude Tussenbus en legden de
spelregels van de middag uit. In de bus was het koud
dus de dekentjes die waren blijven liggen kwamen
goed van pas. En tegelijk konden we meteen ons
eerste stukje beleving aan de groep meegeven: als je
een schuld bij de energieleverancier hebt kunnen ze
afsluiten. En dan is het koud.
Nadat de regels duidelijk waren maakte de groep
kennis met Jan. Jan was het personage waarin zij zich
moesten inleven. Jan had het allemaal voor elkaar.
Leuk gezin, leuke baan, leuk huis. Maar dat
veranderde en nu stond Jan op het punt zijn huis
uitgezet te worden. Door de groep zich te laten
inleven in een fictieve Stadsgeldbeheer klant wilden
we ze laten ervaren hoe het is om in de schulden te
zitten, geen overzicht meer te hebben, last ervaren
van deurwaarders en wat van er van instanties wordt
verwacht. De groep werd verdeeld in tweeën en we
namen ze mee naar de twee ingerichte escape rooms.
In de escaperooms lagen –naast een totale chaos aan
lege enveloppen- vijf opdrachten: deelnemers
moesten de post zoeken en een budgetplaatje
invullen om overzicht te krijgen in de inkomsten en
uitgaven. Daarnaast moest een schuldenoverzicht
worden gemaakt, ook met behulp van de poststukken
die overal en nergens lagen. Ook was er een aantal
andere opdrachten. Deelnemers moesten een Latijnse
brief ontcijferen om te ervaren hoe het is als je
laaggeletterd bent en geen idee hebt wat er precies in
de brief staat en wat van jou wordt gevraagd. Ook
moesten continu sollicitatiebrieven worden
geschreven want dat is de verplichting als je in de
bijstand zit. Tot slot werd er continu gebeld door
deurwaarders en schuldeisers die geld wilden en waar
dus regelingen mee moesten worden afgesloten:
maar pasten die wel in het budget? Daar werd de
groep ook op beoordeeld.
Na afloop namen we de groepen terug mee naar de
bus om hun ervaringen te horen. En tot onze grote
vreugde had iedereen écht stress ervaren. Vooral die
rinkelende telefoons gaven zeer veel stress.
Ervaringen zijn gedeeld en vervolgens hebben we hun
input opgehaald hoe we langdurige kunnen
voorkomen of kunnen oplossen. Waar willen we staan
over tien jaar met de schuldenproblematiek in
Nederland en de ervaringen van schuldenaren.
Stippen op de horizon
Voorlichting en scholing aan kinderen, bijvoorbeeld op middelbare scholen (preventief). Maatschappelijk
bewustzijn kweken, het taboe doorbreken.
Vereenvoudigen van wet- en regelgeving. Landelijk niet 10 verschillende potjes inkomsten en 10 verschillende
potjes uitgaven. Is de route in beeld? (stroomschema à la belastingdienst). Beter bekend maken waar
‘schuldenaren’ moeten zijn.
Normen stellen aan schuldeisers. Reclame over geldleningen verbieden. Leeftijdsgrens verhogen voor het
aangaan van leningen. Haal vrije marktwerking uit het schulden/incassowezen.
Schuldenpauze creëren. Schulden opkopen zodat één schuldeiser ontstaat. Steun bieden bij werk vinden in deze
‘schuldenpauzetijd’. Landelijk verbod op het erger maken van schulden als duidelijk is dat het geld er niet is.
Geen preferente schuldeisers, iedereen is gelijk. Afschaffen van de boeteregeling zorgkosten verzekering.
Schuldenlast overnemen in combinatie met tijdelijk één op één begeleiding om de administratie op orde te
krijgen. Kleine schulden eerder oplossen: Prepaid energie. Lobbyen voor hogere uitkeringen en deze mee laten
gaan met de hogere kosten. Iedereen een basisinkomen.
Ervaringsdeskundige aan de deur in plaats van een incassobureau. Een veilig net vormen voor de schuldenaar
(met ervaringsdeskundigen). Een ‘buddy’ die je helpt weer in control te komen. Meer of minder ondersteuning
afhankelijk van de behoefte. Vertrouwenspersonen inzetten die zonder oordeel en met aandacht gesprekken
hebben met degene die schulden heeft. Gebruik ervaringsdeskundigen om in contact te komen met
schuldenaren
Brieven minder complex maken zodat de vele laaggeletterden makkelijker hun post kunnen begrijpen en
verwerken. Meer voordeur of bemoeizorg-teams die vroegtijdig aankloppen (en weten hoe ze binnen komen).
Waar maken mensen schulden bespreekbaar?
Onder bepaalde omstandigheden mensen kunnen ‘dwingen’ bepaalde hulp/oplossingen te aanvaarden. De
hulpverlener moet zich ervan bewust zijn dat de schuldenaar in de survival-modes staat en hem/haar ook op
deze manier benaderen. Vaker beroep doen op een fonds.
7. Mensenrechten: Recht op dak en goede zorg Met behulp van enkele casussen zijn de (mensen)rechten van daklozen besproken.
Handhaven van mensenrechten
Dit doet de overheid door wet en regelgeving, door
beleid, strategieën en in de toepassing van
maatregelen. Deze zouden gestoeld moeten zijn op de
noodzaak om mensenrechten te respecteren,
beschermen en verwezenlijken. Terwijl ze duidelijk
moeten maken welke rechten er zijn, de ruimte
moeten creëren om rechten te kunnen realiseren en
de mogelijkheden bieden om ze ook te claimen
(rechtsbescherming, verantwoording, informatie
enzovoort)
Behoorlijke huisvesting, niet alleen dak boven het
hoofd, ook in veiligheid en waardigheid wonen.
Beschikbaarheid van voldoende huisvesting,
faciliteiten om gezond, veilig en comfortabel te
wonen
Aanvaardbaarheid: rekening houden met
benodigdheden van specifieke groepen
Kwaliteit: fysieke veiligheid en gezondheid
Toegankelijk: fysieke toegankelijkheid, betaalbaar
Gelijkheid
Ongelijkheid en discriminatie kunnen zowel oorzaak
als gevolg zijn van armoede. Sociale ongelijkheid kan
leiden tot afname van vertrouwen in de rechtsstaat en
instituties. Als ongelijkheid zich op verschillende
fronten tegelijk voordoet, zoals verschil in
sociaaleconomische status, opleiding en gezondheid,
kan dat leiden tot maatschappelijke onvrede of het
zich afkeren van de rechtsorde.
Voor mensen in de MO en BW geldt dat zij vaak
sociaal ongelijk zijn. Ze hebben een LVB/EPA, zijn
vaker dan gemiddeld laaggeletterd, lage opleiding,
geen of sporadisch werk, slechte gezondheid. Ze zijn
voor een groot deel buitengesloten van de
maatschappij. Maatregelen dienen hier rekening mee
te houden in de zin dat maatregelen de
belemmeringen die leiden tot deze uitsluiting mee
moeten laten wegen. Dit betekent automatisch dat er
sprake moet zijn van een integrale aanpak.
Bescherming van de rechten van mensen in een
kwetsbare situatie
De rechten van mensen in kwetsbare situaties vragen
om extra bescherming. Verschillende groepen zijn al
lang in beeld als ‘kwetsbaar’ om in armoede te raken
of te blijven, zoals niet-westerse migranten en
eenoudergezinnen met minderjarige kinderen.
Betrekkelijk nieuw is het fenomeen ‘werkende
armen’. Als bezuinigingen noodzakelijk zijn, mogen de
meest kwetsbare mensen daardoor niet het hardst
getroffen worden.
Gelijk genot van mensenrechten
Discriminatie op grond van economische status of aan
armoede gerelateerde gronden is niet toegestaan.
Gelijk genot van mensenrechten vraagt onder meer
om het identificeren en wegnemen van drempels die
uitoefening van rechten belemmeren. Verder is
aandacht nodig om te voorkomen dat mensen in
armoede worden benadeeld door een
stigmatiserende houding van instanties of andere
burgers.
Maatregelen die dakloze mensen discrimineren
vanwege hun dakloosheid dienen weg te worden
genomen.
Rechtsbescherming
Effectieve rechtsbescherming vereist dat de burger de
overheid ter verantwoording kan roepen. Daarvoor is
bewustwording over mensenrechten noodzakelijk,
evenals deskundigheidsbevordering van de
professionals werkzaam op het terrein van
armoedebestrijding. Tevens is het noodzakelijk dat de
overheid er alles aan doet om actief en tijdig de
relevante informatie toegankelijk te maken voor dak-
en thuisloze mensen. Wie van mening is dat haar of
zijn mensenrechten zijn geschonden heeft recht op
toegang tot een effectief rechtsmiddel.
Informatie is cruciaal, de overheid moet actief
verstrekken.
Ken je rechten om ze te kunnen claimen – ken je
verplichtingen om ze te kunnen vervullen,
Weet waar je je recht kan halen en hoe,
Zijn er plekken waar je dat kunt doen?
Stip op de horizon
recht op een menswaardig bestaan
mens op eerste plek, problematiek daarna
recht op veiligheid
goede zorg
contrair ouders versus kinderen
toch individueel gebruiken! Beinvloed rechters!
Betekenis voor werk: daklozen gewoon netjes
behandelen
Heel mooi de rechten van de mens. Maar wat
hebben we aan deze ‘rechten’ als het niet
gehandhaafd wordt?
8. Ervaringsdeskundigheid en kwaliteit van dienstverlening De Tussenvoorziening werkt met mensen met ervaringsdeskundigheid, maar het wordt niet gezien als apart beroep.
Ervaringsdeskundigen zetten hun ervaring in naast hun baan of opleiding. Ervaringsdeskundigen worden als
volwaardige collega’s gezien waardoor het effect het grootst is.
Een opleiding voor ervaringsdeskundigheid is een belangrijk fundament voor het werken, aldus een
ervaringsdeskundige. Het levert kennis op, ruimte voor het inkaderen van de eigen ervaring, discipline en
doorzettingsvermogen.
Publiek: “mensen die een depressie hebben gehad en er
bovenop gekomen zijn, noemen zichzelf ook
ervaringsdeskundige. Is er een bepaalde graad of criterium
waar je aan moet voldoen om jezelf ervaringsdeskundig te
noemen?” Panel: Het is discutabel. Per situatie kan het
verschillen. Alhoewel het panel het niet zo ‘kort door de
bocht’ ervaart.
Draagvlak voor ervaringsdeskundigen binnen het
team
Sommige medewerkers of teams zijn terughoudend als
het gaat om de inzet van ervaringsdeskundigen in hun
team. Hoe bevorderen we draagvlak in teams? Wat
hebben teams hierbij nodig? Hoe kun je dit
organiseren?
Het is belangrijk dat een medewerker met
ervaringsdeskundigheid, niet geheel nieuw is in een
team. Het zou ideaal zijn als de medewerker
bijvoorbeeld is gestart met vrijwilligerswerk en zich
daarna zich ontplooit met ervaringsdeskundigheid.
Enkele competenties voor een Ervaringsdeskundige
binnen een team:
Een eigen begeleidingsstijl ontwikkelen.
Niet de ‘hulpverlener’ uithangen.
Zich openstellen tot de cliënt en het team.
De tijd nemen voor leren in de praktijk en voor
eigen herstel.
Leren in de praktijk en in theorie.
Diversiteit binnen een team, er is niemand meer
of minder, dus ook de ervaringsdeskundige niet.
2 Succesvolle leerwerkplek voor
Ervaringsdeskundige
Hoe zorg je dat de leerwerkplek en opleiding voor
ervaringsdeskundigen een succes wordt? Wat is
hiervoor nodig? Welke begeleiding en ondersteuning is
nodig en hoe kun je dit organiseren?
Wat is de ideale leer- en werkplek voor een
ervaringsdeskundige?
Geduld en tijd om te leren over het vak en binnen
het eigen herstelproces.
Een goede begeleiding van de leidinggevende.
Een duidelijk functieomschrijving.
Er moeten ruimte zijn voor het eigen
herstelproces.
Een basis/kader voor de opleiding. Hiermee
bedoelen de deelnemers een duidelijke structuur.
Flexibiliteit binnen het team van iedereen en in de
breedste zin van het woord.
Bij de Tussenvoorziening werken (vrijwilligers niet meegerekend)
18 ervaringsdeskundigen/medewerkers met ervaringskennis in
een betaalde baan of als stagiair (met een opleiding). Waarvan:
9 met afgeronde opleiding, waarvan 4 MBO sociaal werk
en 5 BGE/EDASU
6 in opleiding BGE/EDASU, waarvan 2 stage en 4
LOK/AO
4 zonder een (gerichte) opleiding
Jaarlijks bieden we aan circa 5 medewerkers de mogelijkheid om
een opleiding te volgen (BGE/EDASU).
Een interne peiling (bij 8 ervaringsdeskundigen) laat zien dat
belangrijke succesfactoren in werk/stage zijn: ondersteuning van
team en leidinggevende, ruimte om te leren, toegankelijkheid
van collega’s, open sfeer, hecht team, feedback.
Top 3 wat ervaringsdeskundigen leren is: (motiverende)
gespreksvoering, herkennen van (psychische) ziektebeelden en
reflectie op eigen handelen
Iedereen geeft aan zich verder te willen ontwikkelen als
ervaringsdeskundige. Door vast werk te vinden, een
vervolgopleiding te volgen of door specifieke werkervaring op te
doen.
Er moet een goede balans zijn tussen het werk en
de opleiding zodat je niet overwerkt wordt en
grenzen kan stellen.
“Is het verstandig om aan de opleiding
ervaringsdeskundige te beginnen als je bijvoorbeeld
nog verslaafd bent?”. De deelnemers reageerden
vrijwel unaniem dat dit niet verstandig is.
Is het ook niet verstandig de opleiding te beginnen als
je in therapie zit?” Hier reageerden de deelnemers
anders op: afhankelijk van de therapie die iemand
volgt, de zwaarte ervan, en de persoon in kwestie is
dat wel of niet verstandig.
3 Toevoeging Ervaringsdeskundige op eigen
regie en emancipatie van de cliënt
Ervaringsdeskundigen hebben een rol in de eigen regie
en emancipatie van cliënten. Hoe versterken en
benutten we de rol van ervaringsdeskundigen? Hoe
bieden we ervaringsdeskundigen autonomie en vrije
ruimte? Hoe ver gaat de autonomie van
ervaringsdeskundigen?
Wat is de toevoeging van een ervaringsdeskundige
aan een team en wat dit kan betekenen in het
voordeel van de cliënt. De volgende punten kwamen
hier uit:
Er moet een goede terugkoppeling zijn naar het
team en de cliënt
Een ervaringsdeskundige kan in een gesprek met
cliënt wederzijds (on)begrip tonen over de
problematiek.
De cliënt kan zich op een andere manier gehoord
voelen dan bij een andere medewerker.
Het contact tussen de cliënt en
ervaringsdeskundige kan laagdrempeliger zijn in
vergelijking met de andere hulpverleners.
Een ervaringsdeskundige (ver)oordeelt niet of
minder.
Er kan een makkelijkere of betere aansluiting zijn
tussen de ervaringsdeskundige en de cliënt.