Supporter-37

32
een uitgave van KWARTAALBLAD OVER SPORT & ONTWIKKELINGSSAMENWERKING jaargang 10 / 03-2010 SURFKIDS WILLEN GEEN DRUGS MEER DEALEN ////////// HOE ZIJ LIEVER HIGH WORDEN VAN HOGE GOLVEN/// KAJAKKEN // ELTINGH & HAARHUIS // LURDES MUTOLA /////

description

////////// HoE zIj LIEvER HIGH WoRDEN vAN HoGE GoLvEN /// KAJAKKEN // ELTINGH & HAARHUIS // LURdES MUToLA ///// KWARTAALBLAD OVER SPORT & ONTWIKKELINGSSAMENWERKING jaargang 10 / 03-2010 een uitgave van

Transcript of Supporter-37

Page 1: Supporter-37

een u

itgav

e va

n

KWARTAALBLAD OVER SPORT & ONTWIKKELINGSSAMENWERKING jaargang 10 / 03-2010

SURFKIDS WILLEN GEEN DRUGS MEER DEALEN////////// HoE zIj LIEvER HIGH WoRDEN vAN HoGE GoLvEN////// KAJAKKEN // ELTINGH & HAARHUIS // LURdES MUToLA ////////////

Page 2: Supporter-37

// INHoUDSupporter 37

COLOFON

Het kwartaalblad Supporter wordt uitgegeven door

het programma Sport & Ontwikkelings samenwerking

van NCDO (Nationale Commissie voor Internationale

Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling).

Meningen die in artikelen worden weergegeven

zijn niet per definitie de meningen van het

programma Sport & Ontwikkelings samenwerking.

Hoofdredactie: NCDO-programma Sport & OS

(www.sportdevelopment.org), Tessa Kocken en

Marieke Timmer

Eindredactie en coördinatie: Schrijf-Schrijf, Utrecht

(www.schrijf-schrijf.nl), Jens Middel

Redactieraad: Frank van Eekeren, Helga van

Kampen, Judith Kilsdonk en Willem Vissers

Medewerkers: ANP, Beyond Sport, Inemarie Dekker,

Arne Doornebal, Ghislaine van Drunen, Frank van

Eekeren, Elayi, Eric de Frel, Ronald de Hommel,

Rins van Kouwen, Peter van der Mark, Jens Middel,

Diederik Samwel, Annemiek Siccama, Dennis Spaan,

SUS.

Redactieadres:

NCDO, Tessa Kocken en Marieke Timmer

Mauritskade 63

1092 AD Amsterdam

T: (020) 568 87 88

E: [email protected]

SSN 1562-7726

Ontwerp: Piraña grafisch ontwerp (www.pirana.nl)

Druk: Artoos (www.artoos.nl)

© NCDO 2010. Niets uit deze uitgave mag worden

verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel

van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze

dan ook, zonder voor afgaande schriftelijke

toestemming van de uitgever.

Coverfoto: Veel kinderen in Alto Peru hangen rond

op straat. Veelal blowend en dealend – al vanaf

5-jarige leeftijd. Een deel van hen is daar nu mee

gestopt. Om te kunnen surfen. Zie pagina 24.

Foto: Ronald de Hommel.

24Merchandise ........ 4

De Wissel ............. 5

Positiespel ......... 10

Tribune ............... 11

Veld .................... 16

De International ................. 22

De Club .............................. 23

Spelaanwijzingen .............. 30

De Libero ........................... 31

2

Page 3: Supporter-37

KajakkampioenenKansarme Oegandezen moeten roeien met de riemen die ze hebben. Het wilde Nijlwater biedt kansen.

Een dubbel gevoelZonder hen minder succes. Toch moeten hun werkreizen niet om hen draaien, vindt tennisduo Eltingh & Haarhuis.

Volop beperkingenGebrek aan financiën en materiaal. In Suriname dé beperking voor gehandi-capten die willen sporten.

Surfen in de sloppenDiego geeft vooral kinderen onder de 12 jaar surfles. “Die zijn nog wat minder getekend door het straatleven.”

“Alles komt goed”Hij kreeg zelfvertrouwen via sport. Nu anderen nog. Met dat doel keerde Prosper Gbetoho terug naar Togo.

6

12

18

2824

6

3

12

18

28

Page 4: Supporter-37

// MERCHANDISE

Golfbanen kunnen nog groener! Alleen al in Nederland slaan zo’n 130.000 golfers samen jaarlijks een miljard keer tegen een balletje. Zo’n tien miljoen van die balletjes belanden in bermen, bosjes en beekjes. Daarnaast worden elk jaar miljoenen niet-afbreekbare exemplaren versleten. Ecogolfballen zijn echter 100 procent afbreekbaar en dat maakt afslaan een stuk milieuvriendelijker. Vooral geschikt voor beginnende golfers in de buurt van water.

Verkoopprijs: € 10,50 per 12 stuks bij www.adventure-industries.com

EERLIjKE bALLEN

SPoRTIEF SHoPPEN

Onbezorgd een balletje schoppen, stuiteren of slaan. Dat kan met de diverse voet-, beachvolley-, en basketballen van Ethletic Sport. Zowel de rubbertappers als de fabrieksarbeiders krijgen voor hun werk een eerlijk loon. Het rubber van de ballen komt bovendien van duurzaam beheerde plantages.

Verkoopprijs: v.a. € 22,50 via www.lotika.nl

Of het nu een hooded sweater is om mee te rennen, een hip t-shirt voor in de sportschool of een sportieve boxershort: de EENshop heeft het. De opbrengst van je aanschaf gaat naar projecten tegen armoede. Op www.EEN.nl/shop vind je overigens niet alleen kleren. De site biedt je onder andere ook muziek, boeken, woonaccessoires, badproducten, sieraden en tips voor evenementen aan. Tientallen goededoelenorganisaties geven je op deze site honderd-en-één effectieve manieren om bij te dragen aan een betere wereld. Met of zonder geld.

Ontdek de EENshop op www.EEN.nl/shop

vETERS TEGEN HIv/AIDSViel je iets op bij het kijken naar Didier Drogba, Kobe Bryant en Maria Sharapova? Naast hun sportprestaties zag je wellicht hun rode schoenveters. Deze zijn speciaal door Nike ontworpen en de opbrengst ervan komt geheel ten goede aan de strijd tegen hiv/aids in Afrika. “Ik nodig iedereen uit om de veters te kopen en levens te redden”, aldus Drogba bij de start van de actie op Wereld Aidsdag (1 december). De rode veters zijn in eerste instantie bedoeld voor voetbalschoenen, maar zoals Nike zelf zegt: “Anyone can wear them”.

Verkoopprijs: € 4,- per veter. Meer informatie: www.nikefootball.com/red

DUbbEL GRoEN

INGE VOND HAAR MANIER OPWWW.EEN.NL

BEGIN VANDAAGOP JOUW MANIER

IK VERWEN MEZELF MET BADPRODUCTEN EN STEUN EEN VROUW IN THAILAND

4

Page 5: Supporter-37

// DE WISSEL

GRENZELOOSIn Nederland lijkt sport bijna een grondrecht. In een land als Zuid-Afrika kan men alleen maar dromen van onze uitstekende infrastructuur en goed georganiseerde verenigingsleven. Toch hebben we in Nederland wel een probleem. En ik denk dat we in het oplossen daarvan veel van de Zuid-Afrikanen kunnen leren.

Ons probleem is dat steeds minder kinderen sporten, vooral onder allochtonen. Kennelijk zijn al onze voorzieningen onvoldoende om hen voor sport te interesseren. Het lijkt mij leerzaam te zien hoe deze interesse wordt gewekt in een land waar veel van die voorzieningen ontbreken. Met het WK Voetbal voor de boeg, gaat mijn aandacht uit naar

gastland Zuid-Afrika. Ik wil daar nog voor de start van het toernooi naartoe reizen. Het liefst samen met een groep van circa vijftien profvoetbal-lers uit de Eredivisie en twee trainers. Juist rond het WK zijn er in Zuid-Afrika veel maatschappelijke sportprojecten om een bijdrage

aan te leveren – én om te bestuderen. Ik wil er goed kijken en luisteren. Hoe maken zíj kinderen enthousiast voor sport? En zijn er manieren die wij ook kunnen gebruiken?

Onze groep kan die kennis vervolgens in Nederland toepassen en overdragen, bijvoorbeeld tijdens bezoeken aan scholen. Want het is belangrijk dat kinderen sporten, of het nu in Afrika of Nederland is. Sport geeft mensen plezier, structuur en sociale binding. Het is een prachtige manier om een zwaar leven lichter te maken.Natuurlijk wordt sport niet altijd vanuit idealisme ingezet. Het is ook een keiharde business, iets

waar grof geld mee wordt verdiend. Dat doet in mijn ogen af aan datgene waar sport om zou moeten gaan: de pure beleving; de kracht en het plezier die mensen eruit halen. Het is mede aan de betaaldvoetbalclubs in Nederland, waarmee ik in mijn beroep dagelijks te maken heb, om ervoor te waken dat geld die kern van sport niet aantast. Sterker nog: het zou geweldig zijn als zo’n club een alliantie aangaat met een club in een ontwikkelingsland. Niet om voor eigen commercieel en sportief gewin talenten te kweken, maar simpelweg om een bijdrage te leveren aan lokale kennis en faciliteiten. Puur vanuit liefde voor de sport.

Mijn eigen club (RKC Waalwijk) heeft net een faillissement afgewend. Voor ons is zo’n alliantie dus nog even toekomstmuziek. Je moet doen wat je kúnt doen. Ik ga daarom eerst maar eens wat profvoetballers benaderen. Om te vragen of ze mee willen naar Zuid-Afrika.

5

MoHAMMED ALLACH (1973) voetbalde onder meer voor FC Groningen en VVV. Nu is hij technisch manager bij RKC Waalwijk. Tijdens zijn voetballoopbaan studeerde hij sociaal pedagogische hulpverlening en werkte als jongerenwerker in Gouda. In 2003 richtte hij MaroquiStars op. Deze stichting zet bekende Marokkaanse Nederlanders in als rolmodel, om zo kwetsbare jongeren te bereiken en hun talenten te ontplooien.

foto: Dennis S

paan.

5

Page 6: Supporter-37

// REPoRTAGE

6

Oegandese bedwingt dagelijks de Nijl

Page 7: Supporter-37

7

In het kolkende water van de Itanda Falls probeert een benauwd kijkende toerist het hoofd boven water te houden. Hij is zojuist uit de raftboot geslingerd, op een plek die men in het raftwereldje ‘The Bad Place’ noemt. Gelukkig voor de drenkeling kost het de Oegandese Prossy Mirembe nog geen minuut om haar kajak zo te manoeuvreren dat de toerist zich eraan kan vastklampen. Terwijl ze hem geruststellend toespreekt, wordt de ongelukkige rafter naar de veilige Nijloever gebracht.

KAjAKKEn Voor EEn inKomEnProssy Mirembe (24) werkt al vijf jaar als veiligheidskajakster voor het raftbedrijf Nile River Explorers (NRE). “Ik ben ooit begonnen als kok in het restaurant The Black Lantern van NRE”, vertelt ze onder een boom op de beroemde plek waar de Nijl uit het Victoriameer vloeit. “Aan de bar waar de toeristen ’s avonds hun dag afsluiten, zag ik iedere dag het raften en kajakken op video. Toen besloot ik dat ik dat zelf ook wilde doen.” Mirembe, tot voor kort de enige vrouwelijke redder in nood van het bedrijf, is in haar kajak een opvallende verschijning. Voordat zij ermee begon, waren er alleen mannelijke kajakkers; de paar vrouwen die zich in het kolkende water waagden, waren Westerse reizigsters. Enthousiaste kajaktoeristen brachten Mirembe de basisbeginselen van het kajakken bij. Later kreeg ze les bij Jinja’s ‘Kayak the Nile’-school. “Nadat ik een jaar als stagiair met rafttrips meeging, werd ik eindelijk goed genoeg bevonden om betaald te gaan werken”, vertelt Mirembe. “Het was helemaal niet makkelijk om er als vrouw tussen te komen. De mannen zagen me als concurrentie, mogelijk duurde het daarom zo lang voordat ik echt aan de slag kon.”In het hoogseizoen raften er 1.200 mensen per maand bij NRE, voor 125 dollar per persoon. Het bedrijf heeft in totaal 80 mensen op de loonlijst staan. NRE heeft concurrentie van Adrift en het

De Nijl trekt jaarlijks duizenden toeristen naar Oeganda. Per raft, kano

of kajak proberen ze een deel van de 6.695 kilometer lange rivier te

bedwingen. Dit betekent kansen op werkgelegenheid en inkomsten

voor de lokale bevolking. En het leidt misschien wel tot de eerste

Afrikaanse olympische kajakkampioen. Tekst en foto’s: Arne Doornebal

>>>

Prossy Mirembe

Page 8: Supporter-37

// REPoRTAGEOegandese bedwingt dagelijks de Nijl

kleinere Equator Rafts. Bij al deze bedrijven werken een paar buitenlanders, maar over het algemeen zijn het locals uit de buurt van Jinja die er werkgelegenheid vinden. Tel daarbij de vele hostels, restaurants en souvenirwinkels die het stadje kent. De Nijl brengt

een miljoenenindustrie voort.Iedere raftboot wordt begeleid door een paar kajaks. Die komen in actie wanneer de boot omslaat of iemand overboord valt. De rafter kan zich eraan vastklampen en wordt teruggebracht naar de boot of de wal. Een dag meekajakken levert Prossy en haar collega’s twintigduizend shilling per persoon op, zo’n acht euro. Wie twintig dagen per maand op de rivier werkt, ontvangt naar Oegandese begrip-pen een goed inkomen.

KAjAKKEn Voor EEn cArrièrE“Ik kom hier elke dag om te oefenen”, roept de 17-jarige Tayona Amina vanuit een kajak naar de wal. Sinds kort is Mirembe niet meer

KAjAKKEn Voor goudHoewel kanovaren op stilstaand water al vanaf 1936 een olympische sport is, werd wildwatervaren (zowel met kano als kajak) pas in 1972 voor het eerst beoefend tijdens de Olympische Spelen – als test. Sinds 1992 staat het onderdeel wildwaterslalom (officieel: ‘kanoslalom’) standaard op het programma. Bij dit onderdeel legt de deelnemer een parcours af op een meestal kunstmatige rivier. De kajakker moet navigeren door groene (stroomafwaarts) of rode poortjes (stroomopwaarts). Mirembe wil meedoen aan het onderdeel slalom in Londen 2012. Het tweede olympische onderdeel is sprint, zowel voor de kano’s als voor de kajakken. Op stilstaand water leggen de deelnemers zo snel mogelijk een afstand af. De kortste olympische sprint is 200 meter, de langste 1 kilometer. Rusland won de meeste gouden medailles bij het kajakken/kanovaren, gevolgd door Duitsland. Het enige Afrikaanse land dat op de lijst voorkomt, is Togo. Het land staat allerlaatste, met één bronzen medaille.

Later was in Spanje het WK-slalom. Ik wist

enkele weken ervóór nog niet eens dat het bestond!

Tayona Amina

8

Page 9: Supporter-37

9

de enige vrouw in het raftwereldje; ook Tayona en haar zus Sumaaya staan te trappelen om werk te vinden als instructeur of veiligheids-kajakster. “Ik ben met school gestopt na de eerste klas van de middelbare school”, vertelt Tayona terwijl ze aanmeert. “Wegens gebrek aan schoolgeld.” Dit komt vaak voor in Oeganda, waarna de kinderen een onzekere toekomst tegemoet gaan. Maar voor Tayona lijkt het anders te lopen. “Ik raakte bevriend met een paar Engelse meiden die hier kwamen om te kajakken. Toen ze na verloop van tijd weer terug naar huis gingen, heeft een van hen mij een kajak cadeau gedaan.” Kajaks zijn in Oeganda niet te koop; ze kopen of krijgen van toeristen is een van de weinige manieren om een kajak te bemachtigen. Tayona: “Toen ik er voor het eerst in zat, kantelde hij en hing ik ondersteboven in het water. Ik wist nog niet hoe ik mezelf weer overeind moest krijgen, of waar de hendel zat om mijn spatschort los trekken. Ik kreeg veel water binnen en dacht dat ik doodging. Totdat iemand me kwam redden.” Ze kan erom lachen, nu ze een geoefende kajakster is. “Ik heb mezelf het kajakken aangeleerd door veel te oefenen en te kijken naar anderen.” Tayona hoopt werk te vinden bij een van de raftbedrijven, net als haar zus Sumaaya. Die vaart soms mee als trainee bij Nile River Explorers. Tayona: “Wanneer je net begint, krijg je nog niets betaald en ben je vooral aan het oefenen. Dat kan soms drie maanden of langer duren.” Als er straks geld binnenkomt, hoopt ze verder te gaan met de tweede klas van de middelbare school. In Prossy Mirembe ziet Tayona een voorbeeld van een geslaagde carrière: van kok tot kajakster.

KAjAKKEn Voor EEn KAmpioEnSchApVoor Mirembe zelf betekent het kajakken inmiddels meer dan alleen een inkomen. Het bracht haar ook in contact met een Nederlandse toerist, met wie ze nu een relatie heeft. Bovendien heeft het haar toegang verschaft tot toernooien in Europa. “Vorig jaar heb ik voor het eerst meegedaan aan het WK in Zwitserland. Ik zat in de categorie freestyle. Later was in Spanje het WK-slalom. Ik wist van tevoren niet eens dat het bestond! Ik trainde tien dagen lang hard, maar kwam uiteindelijk niet verder dan de middenmoot.”In Europa hoorde Mirembe van het bestaan van het Afrikaans kajakkampioenschap, dat vorig jaar oktober voor de tweede keer georganiseerd werd. Zuid-Afrika was het gastland. “Na een driedaag-se stop in Oeganda reisde ik direct door naar de Fish River. Samen met tien vrouwen, allemaal blanke Zuid-Afrikanen, streed ik om het Afrikaans kampioenschap slalom.” Mirembe versloeg al haar tegenstanders en werd Oeganda’s eerste kajakkampioene.

In eigen land is Mirembe nauwelijks bekend, hoewel een Oegandese nieuwsweb-site melding maakte van haar Afrikaanse titel. Evenals bij andere sporten in Oeganda kampt het kajakken met gebrek aan fondsen. De reis van Mirembe was alleen mogelijk dankzij haar sponsor: het Italiaanse bouwbedrijf Salini. Het bedrijf is een belangrijke speler in

Jinja, omdat het werkt aan een stuwdam in de Nijl die het land van goedkope energie moet gaan voorzien. “Kajakslalom is een olympische sport, en ik wil me graag plaatsen voor de Olympische Spelen van 2012 in Londen”, stelt Mirembe zelfverzekerd. “Wanneer ik komend jaar opnieuw Afrikaans kampioen kan worden, ben ik wel gekwalificeerd, denk ik.” Voor Tayona lijken de Olympische Spelen nog te ver weg om van te kunnen dromen. Zij wil in de eerste plaats in haar bestaan voorzien, en daarnaast schoolgeld voor zichzelf en haar zusjes bij elkaar kajakken. En plezier hebben, natuurlijk. Het lijkt alsof ze straks de ideale baan heeft: elke dag datgene doen waar toeristen uit verre landen duizenden dollars voor neertellen. Met een kajak de Nijl op. Haar schaterlach schalt ver over het water na de vraag of ze tijdens het kajakken wel het gevoel heeft dat ze echt werkt. “Ik heb het gevoel dat ik me vermaak én dat ik werk.” Ook Mirembe denkt voorlopig niet aan stoppen. “Mijn moeder zei vijf jaar geleden: blijf toch koken! Maar ik vertelde haar dat dit is wat ik het allerliefste doe. Ik wil graag nog meer meiden opleiden om ook te gaan kajakken. Maar je vindt niet makkelijk dames die genoeg lef hebben om in een kajak te stappen.” •••••••••••••••••••••••••••

“Wanneer je net begint, krijg je nog niets

betaald en ben je vooral aan het oefenen. Dat

kan soms drie maanden of langer duren”

Page 10: Supporter-37

WINNENDE REACTIE

Dat was de stelling van de vorige Supporter. Aanleiding was een artikel dat inging op het plan van FIFA-baas Sepp Blatter om in elk Afrikaans land een kunstgrasveld aan te leggen. Mooi idee, maar wellicht niet uitvoerbaar. Synthetische velden, liet het artikel zien aan de hand van praktijkervaringen in Ghana, blijken tegen veel bestand, maar niet tegen hekserij: een wijdverspreide praktijk in Afrika. Wat doet je dan als voetbalbond? Die hekserij negeren of het kunstgrasplan intrekken?

Westerse bobo’s denken, hoe goed bedoeld ook, Afrika ‘even’ het kunstgras op te dringen. Niet iedereen in Afrika zelf is daar blij mee. Al is het alleen maar omdat synthetisch gras zich minder goed leent voor het begraven van magische voorwerpen. Misschien vindt de FIFA dat geen reden om van kunstgras af te zien. Of misschien vindt de bond dat juíst een reden kunstgras in te voeren: vanuit de overtuiging dat tovenarij primitief is. Ook in Europa hangt er echter een sterke sfeer van bijgeloof en rituelen rond het voetbal. Menig sportman kan niet goed presteren zonder talisman of amulet. Is dat dan ook kwalijk? Is de conclusie niet dat magie gewoon bij het voetbal hoort – in welke vorm dan ook? Laat FIFA-baas Blatter zijn missie van minstens één synthetisch grasveld in

elk Afrikaans land toch varen. Of laat hem er in elk geval op wachten tot de landelijke voetbalbond er zelf om vraagt. Het belangrijkste is dat er voetbal en topsport beoefend wordt. De ondergrond is eigenlijk bijzaak. Nu wil ik niet de verdenking op Blatter laden dat hij afspraken heeft gemaakt met leveran-ciers, maar waarom eigenlijk zo’n stellige missie? Misschien is het juist dankzij de knollenvelden dat er sierlijke en creatieve voetballers uit Afrika komen. Met de extra handicap van mindere faciliteiten zijn ze boven komen drijven. Een extra aanbeveling voor hun doorzettingsvermogen. Laat ze in Afrika op hun eigen manier voetbal spelen. En laat Blatter ondertus-sen de Afrikaanse magie respecteren. Hugo Zelders (43), Drieburgen-Rijsenburg

Voetbalvelden van kunstgras zijn ongeschikt voor Afrika.

WAT VOND IK DAARVAN?

// PoSITIESPEL

Dat is de stelling van deze Supporter, ingeleid door oud-profvoetballer, Maroquistars-oprichter en RKC-manager Mohammed Allach (zie zijn column op pagina 5). Wat vind jij? Reageer op bovenstaande stelling en maak kans op Nelson Mandela - De wedstrijd die een volk verenigde (recent verfilmd als Invictus, het rugbydrama met Morgan Freeman en Matt Damon).

WAT VIND IK HIERVAN?

Betaald voetbalclubs in Nederland moeten niet-commerciële allianties aangaan met clubs in ontwikkelingslanden.

10

Page 11: Supporter-37

// TRIbUNELezers over Supporter

11

SCHRIKKEN vAN SUPPoRTERDe winnende reactie van Wander de Haan op de stelling van ‘sportmarketinggoeroe’ Frank van den Wall Bake ‘Een sport­vereniging heeft geen professionele manager nodig’, was wel even schrikken. Niet eens zozeer die reactie zelf, maar vooral dat Supporter de betreffende reactie kennelijk onderschrijft.De Haan vindt het een uitstekend idee een professionele manager aan te trekken. Dat is goed voor vernieuwend beleid, voor de continuïteit en groei, heeft toegevoegde waarde bij het vinden en aansturen van vrijwilligers, etcetera, zo betoogt hij. Hij vervolgt dat die manager wel klantgericht moet kunnen denken, immers ‘leden zijn klanten, die goed behandeld moeten worden’.Ik weet niet wat de achtergrond van De Haan is en welk belang hij heeft bij de toverformule van professionalisering – wel van Van den Wall Bake. Maar beiden hebben weinig begrepen van het sportverenigingsleven in Nederland. Anders zouden zij weten dat de kracht van dat leven is dat het van, voor en door vrijwilligers gebeurt. Al meer dan honderd jaar. Dit uit handen geven aan betaalde krachten, van wie het maar zeer de vraag is of ze ‘professioneler’ zijn, zou de doodsteek betekenen voor veel sportver­enigingen. Al was het maar omdat het vrijwilligerswerk van honderdduizenden volstrekt onbetaalbaar zal blijken.Wellicht is De Haan zelf nog geen vrijwilliger bij een club geweest. Anders zou hij begrijpen dat het plezier van vrijwilligers er juist in zit dat zij niet aangestuurd worden maar ruimte krijgen hun werk naar eigen inzicht te doen. Wellicht is De Haan ook geen lid van een echte club, anders zou hij weten dat leden juist geen klanten (moeten) zijn. Integendeel, gelukkig zijn de meeste leden lid omdat ze samen met anderen willen sporten, niet als afnemer van een

product (= klant) maar omdat ze ergens bij willen horen (als mens).

Wat is er ‘absurd’ aan een sportvereni­ging met honderden leden en zonder een professioneel manager? Verreweg de meeste verenigingen doen het nog steeds (goed) zonder betaalde managers. Het is een grove belediging te suggereren dat die ‘absurd’ bezig zijn. Waar ze vaak wel last van hebben, is dat ze door commerci­alisering en overheidswensen opgezadeld worden met talloze andere klussen en regelgeving die weinig of niets van doen hebben met het sporten zelf. Daarin ligt de echte professionalisering: ervoor zorgen dat sportverenigingen vooral kunnen doen waarvoor ze ‘op aard’ zijn! En te erkennen dat dit al een geweldige maatschappelijke waarde heeft.

Ook reageren op een artikel in Supporter? Stuur je reactie naar [email protected] of naar NCDO AFD. SPORT & OS T.A.V. SUPPORTER POSTBUS 94020 1090 GA AMSTERDAM

WAT VIND IK HIERVAN?

Dr. Jan Boessenkool (Universitair Hoofddocent/Senior Onderzoeker Universiteit Utrecht, faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie)

REACTIE vAN DE REDACTIE: Meningen die in artikelen worden weergegeven zijn niet per definitie de meningen van het programma Sport & Ontwikkelingssamenwerking van NCDO. Dat geldt tevens voor de inzending van Wander de Haan.

Page 12: Supporter-37

// INTERvIEWHet dubbele reisgevoel van Eltingh & Haarhuis

&jACCo

PAUL

Als proftennissers bezochten ze ruim honderd

landen en zagen ze de armoede geregeld van

dichtbij. Als ambassadeurs van verschillende

goede doelen zetten ze nu sport in tegen

ongelijkheid en onrecht. Jacco Eltingh en Paul

Haarhuis over de invloed van een tennisbal op

een Afrikaans kind: “Een bulderende lach

galmde na over de heuvels achter de school.

Ik werd daar stil van.”

12

Page 13: Supporter-37

13

Zeg je Haarhuis, dan zeg je Eltingh. En zie je Jacco, dan komt al snel de vraag waar Paul is. Een tol van de roem die meer duo’s ondervinden na een succesvol samenzijn; de oud-tennissers zijn door hun tennissuccessen zo onafschei-delijk van elkaar in het geheugen gegrift, dat je ze eigenlijk altijd bij elkaar verwacht. Het gouden dubbel, dat midden jaren ’90 de tennistitels aaneenreeg, versterkt die verwachting nog eens door samen een bedrijf te runnen. Bovendien hebben ze sinds hun

bEDANKT

Tekst: Rins van Kouwen. Beeld: ANP (links) en Cordaid.

afscheid als proftennissers een duo-ambassadeurschap gehad voor diverse goede doelen: van Cordaid Memisa en UNICEF tot de Tjommie Foundation. Toch blijkt het bijkans onmoge-lijk om de twee samen op één locatie te krijgen voor een interview. Geeft Haarhuis deze week net een clinic in het westen van het land, dan doet Eltingh een lezing in het oosten. Het tennisdubbel staat voor de verandering dus eens afzonder-lijk van elkaar aan het net, maar blijkt ook dan eensgezind – in dit

geval over hun inzet voor een betere wereld.

& VErliEzEnHoewel je als jonge proftennis-ser vooral bezig bent met winnen en verliezen, ontkom je af en toe niet aan de confronta-tie met armoede die schuilgaat achter de wereld van de tennisbaan. Want ofschoon het topcircuit zich afspeelt op mooie locaties in Australië en Parijs, de profs die aan het begin staan van hun tenniscarrière moeten hun eerste ranglijstpunten bijeensprokkelen op kleinere toernooien. En die zijn vaak in ontwikkelingslanden als Colombia, Nigeria en de Filippijnen. Ook Jacco Eltingh (39) deed als jonge profspeler via deze weg zijn eerste indrukken op van ontwikkelings-landen. Sommige daarvan staan nog steeds op zijn netvlies. Zoals de dode man in Mexico; die hing in het prikkeldraad van het hek naast de tennisbaan waar hij stond te trainen. Of de tennisbanen in het Venezolaanse Caracas; die grensden pal aan de grootste krottenwijk van de stad, zodat de tennisballen die hij over het hek sloeg soms tegen kartonnen dozen aanrol-den die als huis dienden. Ook Paul Haarhuis (43) zag de schrijnende voorbeelden van armoede die zijn oude dubbel-maat opnoemt. Hij sloot evenmin zijn ogen voor de ellende die hij aantrof toen hij als speler de wereld over reisde. “Ik heb natuurlijk niet alleen maar in mooie hotels gezeten, ik heb genoeg armoede gezien”, vertelt hij. “Sloppenwijken in Zuid-Afrika >>>

“WinnEn

Tennisduo in Oeganda.

Page 14: Supporter-37

en Brazilië. Dat je bijvoorbeeld alleen maar huisjes ziet met golfplaten daken. En dat als het een keer hard waait, ze allemaal omvallen. Niet één of tien, maar alle dertigduizend.”

& AmbASSAdEurSNa hun actieve profcarrière – Eltingh stopte in 1998, Haarhuis in 2002 – begonnen de twee samen het bedrijf Tennisevents. Via deze onderne-ming kunnen ze bijvoorbeeld worden geboekt voor tenniscli-nics. Daarnaast zetten ze zich actiever in voor de maatschap-pij. Ze maakten zich de afgelo-pen jaren sterk voor een dertigtal projecten, organisaties, stichtingen en goede doelen. De Wimbledonkampioenen werden onder meer ambassadeurs voor

Cordaid Memisa en UNICEF, en bezochten met deze organisa-ties landen als Rwanda, Oeganda en Soedan. Waar komt die drijfveer van-daan? Eltingh: “Ik kon mijn indrukken van de armoede in de wereld niet zomaar naast me neerleggen. Voor sommige mensen kunnen dat soort indrukken verlammend werken. Zodra ze beseffen hoeveel ellende er is in de wereld, vragen ze zich af wie zíj nou helemaal zijn om daar wat aan te doen. Maar bij mij werkt het niet zo – net zomin als bij Paul. Wij geloven dat het wel degelijk mogelijk is iets te betekenen voor mensen die in armoede leven.” Haarhuis vult aan: “We merken dat onze bekendheid deuren opent en zo kansen creëert voor anderen. Dat willen we inzetten voor doelen die wij een warm hart toedragen.”

& bAllEnHet eerste land dat Haarhuis en Eltingh namens Cordaid Memisa bezochten, was Rwanda. Het land dat zich probeerde te herstellen van de burgeroorlog van 1994, waar naar schatting bijna één miljoen Rwandezen omkwamen in de strijd tussen Hutu’s en Tutsi’s. Het duo hielp met projecten om in Nederland publiciteit te genereren voor de hulporganisatie. Ze bezochten scholen en lokale instanties,

... behoren tot de succesvolste tennissers die Nederland heeft

gekend. Ze haalden elk individueel de top-20 van de wereldrang-

lijst en vormden samen een van de beste tennisdubbelduo’s aller

tijden. Ze reikten tot de nummer-1 positie van de wereld, wonnen

samen 39 titels, waaronder alle vier de Grand Slams, en werden

tweemaal wereldkampioen.

&jACCo ELTINGH

PAUL HAARHUIS

TEnniSclinicS

rAcKETS

Nederlands gouden tennisgeneratie in 1995. V.l.n.r.: Krajicek, Eltingh, Franker (coach), Haarhuis en Siemerink.

14

Page 15: Supporter-37

luisterden naar schrijnende verhalen van weeskinderen, vluchtelingen en getraumati-seerde kindsoldaten, speelden voetbalwedstrijdjes en gaven tennisclinics. Haarhuis: “We bezochten mensen die door de burgeroorlog zijn gevlucht. Die mensen hebben aandacht nodig om de zin van het leven weer te kunnen zien.” Memisa doet dat onder andere door middel van praatgroepen, toneelspel en muziek. En natuurlijk met sport.Eltingh herinnert zich een demonstratiewedstrijdje dat ze op een school in Giangugu speelden. Het bezorgde de tennissers kippenvel. “We hadden rackets en ballen meegenomen en op een betonvlakte bij de school spanden we een netje. Ze hadden nog nooit van hun leven tennis gezien, maar vonden het geweldig. Toen we trucjes deden met een tennisbal, galmde de bulderende lach van die kinderen na over de heuvels achter de school. Ik werd daar stil van.” Haarhuis: “Dat was fantastisch. De kinderen mochten meedoen en we lieten na afloop de tennisspullen

achter, zodat zij later door konden spelen.”

& KAnSEn“Sport kan verbroederen”, zegt Haarhuis. “In Rwanda hebben we een potje gevoetbald voor een vol stadion met Hutu’s en Tutsi’s door elkaar. Later bleek dat tien jaar eerder in hetzelfde stadion tienduizend mensen massaal waren bijeengedreven en afgeslacht. Dat het mogelijk is om daar na zo’n korte tijd met een gemengd team te voetbal-len, is prachtig.” Eltingh vult aan: “Sport is een geweldig middel om mensen hun zorgen te laten vergeten. Net als dansen, zingen of muziek maken. Bekende sporters kunnen mensen die het minder hebben bovendien in de schijnwerpers zetten – en daarmee hopelijk kansen op een beter leven.”Binnenkort gaan de tennissers naar Suriname (zie kader). Maar op dit moment ligt de focus van de oud-tennissers vooral op Zuid-Afrika. Op het gebied rond Elandsdoorn om precies te zijn, een township 200 kilometer van Johannesburg. Onder leiding

GoUDEN GENERATIE NAAR SURINAMEAan het eind van dit jaar gaan Jacco Eltingh en Paul Haarhuis naar Suriname. Ze doen dit samen met de andere oud-leden van het voormalige Davis Cup Team, Richard Krajicek en Jan Siemerink. De zogenaamde ‘gouden generatie’ gaat daar op bezoek bij hun oude bondscoach Stanley Franker, die in 2005 remigreerde naar zijn geboorteland. Haarhuis: “De gedachte om iets te doen met tennis in Suriname leeft bij ons al jaren. Eigenlijk al toen Stanley onze coach nog was.” De vier Nederlandse tennisvrienden gaan voornamelijk proberen om de Surinaamse jeugd aan het sporten te krijgen. Haarhuis: “Wij willen de jeugd triggeren om te sporten, het besef groter maken dat sport plezier geeft en dat het goed is voor je gezondheid.” Eltingh: “Stanley zou graag zien dat er in Suriname meer mogelijkheden komen voor sport. Hij weet als geen ander hoe belangrijk sport voor iemand kan zijn.” De vier oud-sporters hopen deze missie te onderstrepen door sportfaciliteiten aan te leggen. Richard Krajicek onderzoekt de mogelijkheden om met zijn foundation een speelveld in Paramaribo aan te leggen. Het zou de eerste Krajicek-playground buiten Nederland zijn. Haarhuis: “Een Krajicek-playground in Paramaribo zou natuurlijk geweldig zijn. Sportfaciliteiten in Suriname zijn niet aanwezig of sterk verouderd. Voorzieningen zijn binnen de kortste keren snel in slechte staat, mede door het klimaat en financiële problemen die goed onderhoud in de weg staan. Wij gaan daarom proberen of we ook bij bestuurders meer middelen vrij kunnen maken voor de aanleg en onderhoud van sportfaciliteiten. Ik kijk er in ieder geval naar uit om weer eens met Jacco, Jan en Richard in een vliegtuig te stappen en een gezamenlijk doel na te streven.”

van dr. Hugo Tempelman zijn in deze streek verscheidene projecten gestart, waaronder een medisch centrum om kinderen te verplegen die met het hiv-virus zijn besmet. Haarhuis en Eltingh bezochten Elandshoorn een paar keer en steunen de bij het centrum behorende Tjommie Foundation. Ze bieden die steun zoals ze doorgaans doen: door publiciteit te genereren, te zorgen voor facilitaire mogelijkheden en geld in te zamelen. Haarhuis: “Ik denk niet dat ik de wereld in mijn eentje kan veranderen. Maar ik ben nog steeds van mening dat hulp in veel landen heel hard nodig en noodzakelijk is. Elke bijdrage helpt.” Eltingh: “De enige voorwaarde voor onze reizen is dat ze zinnig zijn voor anderen. Dat is altijd zo geweest. Het gaat niet om ons, ook al zijn we ons ervan bewust dat wij het middel kunnen zijn om een verhaal verteld te krijgen.”

& KomiSchHoe vaak ze ook afreizen naar ontwikkelingslanden, die reizen

blijven confronterend, aldus de tennissers. Toch zijn er ook regelmatig komische situaties. Eltingh weet nog dat hij eens een partij schoenen van zijn kledingsponsor naar Zuid-Afrika had gestuurd, omdat ze hem veel te groot waren. “We rijden naar Elandsdoorn in Zuid-Afrika en we zien in de verte, in the middle of nowhere, een grote jongen langs de weg lopen. Toen we hem van dichtbij zagen, kwamen we niet meer bij van het lachen. Die gozer had een paar Asics-schoenen aan van maat 49 en droeg ook nog een T-shirt met ‘Jacco en Paul bedankt!’, dat we ooit een keer bij een clinic hadden uitgedeeld.” •••••••••

AAndAchT

confronTErEnd

15

Page 16: Supporter-37

w

16

LEZEN Voetballers en wijnmakers

Zuid-Afrika, gastland van het WK Voetbal, is bomvol dromen en idealen. Zoveel is duidelijk uit De olijven van Goedgedacht en 21 andere verha-len van journalist Fokko Bosker. Hij laat in dit boek Zuid-Afrikanen aan het woord over de manier

waarop zij zich laten inspireren door hun kansen op verbetering en vooruitgang. Of het nu is als voetballer, startende ondernemer, hotelier, verkoper van zonnepanelen, progressieve rooibosboer, organische wijnmaker, varkens-houder, onderwijzer of ambtenaar in waterza-ken. De olijven van Goedgedacht toont Zuid-Afrika als een land van aanpakkers, rolmodellen en aansprekende voorbeelden van verande-ringszin. Het boek wil zo een steentje bijdragen aan een beter en positief begrip van Zuid-Afrika.

De olijven van Goedgedacht (Kitpublishers) is te bestellen via www.kitpublishers.nl. Alle projecten die in het boek aan de orde komen zijn mogelijk gemaakt door steun van Nederlandse organisa-ties, bedrijven of overheden.

De olijven van Goedgedacht

De olijven van Goedgedacht

en 23 andere verhalen over Zuid-Afrika van Fokko Bosker

// vELDKort nieuws

‘Nike Studio’ voor jouw video’sNike wil niet alleen gymschoenen en sportkleding verkopen. Het bedrijf gelooft ook dat sport een rol kan spelen in sociale verandering. Daarom heeft Nike de website Nike Studio laten maken. Op dit mediaplatform kun je video’s, presentaties, podcasts en teksten uploaden of downloaden over jouw sociale sportproject. Het materiaal dat je uploadt, kan Nike gebruiken voor haar eigen websites. Zo genereert het bedrijf publiciteit voor je project.

Je kunt een gebruikersnaam en wachtwoord

aanvragen door een e-mail te sturen aan [email protected]. Kijk ook op www.nikestudio.info.

Rosenmöller loopt vooruit op WKIn de aanloop naar het wereldkampioenschap voetbal trekt Paul Rosenmöller er met camera’s en microfoon op uit. Richting Afrika, dat in het WK een brug naar een betere toekomst lijkt te zien. Rosenmöller reist van Egypte naar Zuid-Afrika en gaat in gesprek met de jonge generatie. Is zij inderdaad zo optimistisch? Hoe ziet zij haar toekomst? Welke obstakels ziet ze voor zich? En welke kansen?

Paul Rosenmöller en het hart van Afrika is vanaf zondag 18 april om 20.30 te zien op Nederland 2. De zesdelige, wekelijkse reportageserie maakt deel uit van Out of Africa: een cluster van tv-programma’s over Afrika in de weken voorafgaand aan het WK. Meer informatie en uitzendtijden zijn binnenkort te vinden op www.nederland2.nl.

Page 17: Supporter-37

w

FC Younited: steun een project en praat meeStars in their Eyes heeft sinds kort een supportersvereniging: FC Younited. Deze vereniging is in het leven geroepen voor de financiële ondersteuning van projecten van sport & ontwikkelings-organisatie Stars in their Eyes. In 2013 moeten tweehonderd van deze projecten worden ondersteund. Bedrijven en particulieren die zich betrokken voelen, kunnen lid worden van de supportersvereni-ging en betalen jaarlijks een bedrag. Daarnaast organiseert FC Younited voor de supporters allerlei bijeenkomsten. Zodat zij kunnen zien wat er daadwerkelijk gedaan wordt met hun geld. En zodat zij kunnen meepraten over relevante thema’s.

Kijk voor meer informatie op www.fcyounited.nl.

17

Beyond Sport: platform, prijs en conferentie

Een internationaal platform voor iedereen die geïnteresseerd is in sport & ontwikkelingssamenwerking. Dat is Beyond Sport. Hier kun je jouw eigen initiatieven promoten, discussiëren en in contact komen met gelijkgestemden over de hele wereld. Beyond Sport organiseert jaarlijks de Beyond Sport Awards. Hierbij wordt 1 miljoen dollar uitgereikt aan sportprojecten die zich inzetten voor lokale gemeenschappen. Ook wordt ieder jaar een Beyond Sport Summit georganiseerd. Hier komen sport innovators in contact met wereldleiders. Zij bespreken op de conferentie de kracht van sport in het aandrijven van positieve sociale verandering.

Meer weten? Ga naar www.beyondsport.org.

WK-special SupporterKun je niet wachten tot het WK begint? Wij ook niet. Daarom staat de volgende Supporter helemaal in het teken van het WK. En ligt hij niet eind juni, maar eind mei op je deurmat. In deze special besteden we ook uitgebreid aandacht aan het project de 3e HELFT. Met de 3e HELFT wordt het WK verlengd. Organisaties met succesvolle sportprojecten voor en in Zuid-Afrika bundelen hun krachten. Voor blijvende sociale en economische verandering.

Surf nu al naar www.3ehelft.org om te kijken hoe jij een

bijdrage kunt leveren.

Page 18: Supporter-37

// SURINAME

18

Sportcoalities aan de slag Het is de kleinste soevereine staat van Zuid-Amerika, met het laagste aantal inwoners, die ook nog eens een – zeker voor deze regio – ongebruikelijke taal spreken: Nederlands. Wat het land wél deelt met de rest van het continent? De enorme passie voor sport. Supporter startte een drieluik over de beleving en inzet van sport in Suriname. In dit nummer deel 3, over kansen voor sporters met een beperking.

Page 19: Supporter-37

19

Aan goede bedoelingen geen gebrek, als het

gaat om sportvoorzieningen voor mensen met

een beperking in Suriname. Er is alleen geen

geld. En het ontbreekt aan de juiste, goed

opgeleide mensen. Het project ‘Sportcoalities

aan de slag’ moet daarin verandering brengen.

Tekst: Diederik Samwel. Foto’s: SUS

DREMPELS WEgVOOR gEHANDICAPTENSPORT

Trainer Eddy Held leunt tevreden achterover, op de tribune van zwemvereniging De Dolfijn in Paramaribo-Noord. De Anthony Nesty Games zijn net achter de rug; de jaarlijkse internationale zwemwed-strijden, vernoemd naar de Surinaamse vlinderspecialist die in 1988 goud won op de Olympische Spelen. Vooral van de laatste zwemrace heeft Held genoten. Wie precies heeft gewonnen, vindt hij niet eens zo belangrijk. En dat zwemmers van verschillende categorieën tegelijk in het water lagen, maakt hem ook weinig uit. Held is vooral blij dat zijn pupillen weer eens aan de start konden verschijnen. Zoveel wedstrijden of toernooien zijn er niet voor sporters met een beperking.Held: “Eén keer per jaar hebben we de Special Olympics, waar soms wel driehonderd sporters tegen elkaar uitkomen op >>>

Veel kans om te sporten krijgen Surinamers met een beperking niet.

De sportactiviteiten van Sports Unlimited Suriname (SUS),

die speciaal op hen zijn gericht, worden dan ook goed bezocht.

Page 20: Supporter-37

verschillende atletieknummers, zwemmen, turnen en ‘bocce’, een soort jeu de boules met van die grote, aangepaste ballen. Soms kunnen we inhaken bij evenemen-ten van de sportbonden, zoals vandaag. Maar verder hebben we geen wedstrijdkalender voor gehandicapte sporters. En het organiseren van competities zit er voorlopig ook niet in.”

gEEn buSgEldWaar dat aan ligt? Held haalt zijn schouders op. Als er geen middelen zijn, houdt het op. Want ook in Suriname kost het geld om georganiseerd aan sport te doen. Zeker wanneer daar extra materia-len en voorzieningen voor nodig zijn, zoals bij gehandicapte sporters. Het begint al bij het vervoer van de atleten, zegt Held. “Veel jongens en meisjes moeten met de bus naar het stadion om te trainen. Meestal moeten ze dan de halve stad door. Moeder heeft meestal geen auto, vader is er ’s middags niet, als er trouwens al een vader over de vloer komt. En busgeld past niet in de gezinsbe-groting. Eigenlijk zou elke buurt een goede sportaccommodatie moeten

hebben, maar zover zijn we nog lang niet.”Als het aan Leny Hardenbol ligt, komen er echter zo snel mogelijk faciliteiten voor sporters met een beperking. Hardenbol is voorzitter van Sports Unlimited Suriname (SUS), het nationale platform voor deze groep. Eigenlijk is het nog geheim, maar ze laat maar wat graag de schetsen zien voor een multifunctioneel sportcentrum. Het moet een accommodatie worden waar iedereen aan sport kan doen, met of zonder beperking. Dat stimuleert de integratie van haar doelgroep, vindt Hardenbol. Een locatie heeft ze ook al op het oog, nu alleen de financiering nog. En Hardenbol heeft goede hoop: niet alleen in Suriname, maar ook uit Nederland krijgt ze steeds meer positieve reacties op de inspanningen van SUS.

AAngEpAST SporTEnHardenbol is al jaren actief in de Surinaamse gezondheidszorg en bekommert zich vanuit verschillende functies om het lot van mensen met een beperking. Ze heeft genoeg ervaring om te weten dat ontwikkelingen in Suriname vaak heel geleidelijk verlopen. “Het doel van SUS is allereerst om aangepast sporten te stimuleren binnen

instellingen voor mensen met een beperking. We moeten ervoor zorgen dat bewegen, sport en spel worden opgenomen in de dagactiviteiten van die instellingen, zodat iedereen ermee vertrouwd raakt. Het kijken naar de mogelijkheden van mensen, en niet hun beperking, staat voorop in onze benadering. Zo krijgen niet alleen cliënten, maar ook hun begeleiders en ouders het gevoel dat je met sport grenzen kunt verleggen. Vaak zie je dan dat sporters tot veel meer in staat zijn dan ze denken.”SUS zit regelmatig rond de tafel met sportbonden om te bekijken of sporters met een beperking een plek kunnen krijgen bij verenigin-gen. Verschillende bonden hebben daar positief op gereageerd. Daarnaast werkt SUS samen met de Nederlandse Sport Alliantie (NSA) voor de versterking van de capaciteit van de organisatie. De NSA coördineert bovendien het programma ‘Sportcoalities aan de slag’, dat in gang is gezet door het Nederlandse ministerie van VWS en het Surinaamse ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling. Via dit programma zijn vergelijkbare organisaties aan elkaar gekop-peld, opdat Nederlandse sportprofessionals Surinaamse collega’s kunnen ondersteunen. Zo werkt SUS samen met Respo International. Deze samenwerking houdt in dat trainers, begeleiders en deskundi-gen van Respo hun kennis en ervaring ter beschikking stellen aan de Surinaamse organisaties. Er komen opleidingen voor trainers en sportbegeleiders en uitwisselingsprojecten met sportbuurtwerkers.

niEuWE impulSEnHet Surinaamse deel van ‘Sportcoalities aan de slag’ komt voor rekening van Roxanne Stienstra. Zij werkt bij de Surinaamse overheid als projectmanager van de Commissie Toezicht Sport. Het werk van Stienstra is een sprekend voorbeeld van het samenwer-kingsmodel tussen Nederland en Suriname. Enige jaren terug begeleidde ze de fysieke en sociale renovatie van een Amsterdams sportpark. Nu is ze vanuit de gemeente Amsterdam gedetacheerd

De NSA richt zich op het creëren van een sociaal veilige sportom-geving waarin iedereen kan meedoen, zowel in Nederland als in ontwikkelingslanden. Ook in Suriname is de NSA al jaren actief met sportprojecten. Eerst vooral gericht op de ontwikkeling van sport in het westen van Suriname, daarna op community sports in het oostelijke district Brokopondo en op sport voor mensen met een beperking.

“Onze snelste sprinter heeft een geestelijke beperking en volgt bijzonder onderwijs”

NSA

20

Page 21: Supporter-37

Behalve tussen SUS en Respo bestaat er in het kader van ‘Sportcoalities aan de slag’ inmiddels een samenwerking tussen onder meer de judo-, volley-, atletiek- en voetbalbonden uit Nederland en Suriname. Zo vliegt contactpersoon Johan van Geijn namens de KNVB een paar keer per jaar naar Suriname om daar de voetbalbond te adviseren en knelpunten bloot te leggen. Vorig jaar werd op zijn voorstel een fulltime directeur aangesteld bij de voetbalbond, zodat geleidelijk meer lijn komt in de dagelijkse werkzaamheden op het bondsbureau. Daarnaast worden regelmatig Nederlandse trainers en coaches gestationeerd om bondsselecties te begeleiden en cursussen te geven voor lokale voetbaltrainers. Oud-voetballer Kees Zwamborn, die vroeger uitkwam voor Ajax, NAC en MSV Duisburg en vervolgens een internationale reputatie opbouwde als (jeugd)trainer, is sinds kort bijvoorbeeld bondscoach. Over enkele maanden kijken de bond en Zwamborn, die zich heeft verdiept in het lokale voetbal, of ze met elkaar verder willen.

Sportcoalities aan de slag

om de Surinaamse sport nieuwe impulsen te geven. Ook Stienstra realiseert zich dat ze een lange adem nodig heeft. “De wil is er wel bij sporters en begeleiders, maar het gaat allemaal heel langzaam. Zeker bij gehandicaptensport. Dat zit nog totaal niet in het Surinaamse sportsysteem. De bonden zijn vaak nog te veel bezig met hun eigen problemen, zodat ze eenvoudigweg niet toekomen aan het organiseren van wedstrijden voor mensen met een beper-king. We hebben bijvoorbeeld wel afspraken gemaakt met de voetbalbond, maar zijn nog niet verder gekomen dan wat demon-stratiewedstrijdjes bij het G-voetbal (gehandicaptenvoetbal, red.). Er moet nog heel wat gebeuren voordat sporters met een beperking de aandacht en faciliteiten krijgen die ze nodig hebben. Daar heeft ook de overheid een taak in. Allereerst door deze groep niet langer weg te stoppen, maar te laten integreren in de samenleving.”

TiKjE houTErigIn het André Kamperveenstadion in Paramaribo zit het wel goed met die integratie. Dit stadion is in eerste instantie de thuisbasis van minstens acht voetbalclubs uit de hoogste twee klassen, maar doet doordeweeks dienst als trainingscentrum voor andere sportbonden. Tegen het eind van de middag stromen tientallen sporters – met en zonder beperking – het stadion binnen. Omdat de voetbalbond de kleedkamers beheert, kleedt iedereen zich om op de tribune. Daarna zoeken de atleten de schaduw van de tribune op voor de warming-up. Nogal wat hardlopers maken blootsvoets hun rondjes over de geasfalteerde sintelbaan die op andere dagen in de week in gebruik is door de wielrenunie. Twee sprinters dragen zelf de startblokken naar de baan. Iets verderop zijn de hoogspringers aan het trainen. Begeleiders houden daarbij een lint anderhalve meter boven de grond. Het kussen ontbreekt, zodat de atleten zijwaarts op het gras landen. Rond de middencirkel oefenen twee sporters met een speer. Het ziet er een tikje houterig uit, maar de grootste jongen overbrugt

moeiteloos een meter of dertig. Amalia Clark, begeleider van atletiekvereniging Tropical Runners, vertelt dat de grote speerwerper lijdt aan het syndroom van Down. Volgens Clark staat of valt haar club net als alle andere in Suriname met de inzet van vrijwilligers. “Dat betekent dat we vaak moeten improviseren. Daarom zie je hier ook allerlei sporters door elkaar. Ach, voor sporters met een beperking, zoals die speerwerper, zijn er toch al zo weinig mogelijkhe-den. Onze snelste sprinter heeft een geestelijke beperking en volgt bijzonder onderwijs. Officieel zou hij misschien een ‘special hero’ moeten zijn, maar hier komt hij gewoon uit in de reguliere wedstrij-den. We zoeken overal naar praktische oplossingen. De één neemt materialen mee, de ander haalt atleten thuis op. Eén of twee keer per week houden we kracht-trainingen en dat gebeurt gewoon bij ons thuis. Om mee te doen aan wedstrijden, zeker internationaal, zijn we altijd aangewezen op sponsors. Eigenlijk opereren we altijd een beetje ad hoc.” ••••••

21

Page 22: Supporter-37

22

“Sport krijgt nauwelijks aandacht van de niet-gouvernementele organisaties in dit land. Niet als middel voor een betere maatschappij. En ook niet als iets dat zélf ontwikkeld zou moeten worden.” Aan het woord is Teodomiro Pedro van de Nederlandse Ambassade in Mozambique. “Gelukkig zijn er uitzonderingen. Die ondersteunen wij.”

Tekst: Jens Middel. Foto’s: Desporto da Vida.

dE EErSTE uiTzondEring ... is de lokale Lurdes Mutola Foundation, waaraan de ambassade € 200.000,- doneert. Deze stichting stimuleert jongeren om onderwijs te volgen, te sporten, hun culturele horizon te verbreden en ondernemerschap te ontwikkelen. Niet toevallig de vier pijlers waarmee de oprichtster en voorzitster, María de Lurdes Mutola, zich ontwikkelde tot één van de meest succesvolle atletes ter wereld. Een kansarme jeugd in een sloppenwijk van Mozambique stond niet in de weg van haar talrijke gouden medailles. “Ze wordt door de bevolking op handen gedragen”, vertelt Pedro. “Dat merk je onder andere wanneer ze haar project Desporto Da Vida (‘Sport voor het Leven’) promoot. Jongeren worden hierin opgeleid tot sportcoaches terwijl zij de jeugd in arme wijken laten spelen. Toen de Nederlandse ambassadeur dit jaar met haar op bezoek ging bij lokale

gemeenschappen, om de dorpsoudsten over te halen ook meisjes mee te laten doen aan dit project, lieten die onmiddellijk al hun bezwaren vallen. Als Lurdes iets zegt, luísteren mensen.”

dE TWEEdE uiTzondEring... is de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB). Pedro: “De Lurdes Mutola Foundation stimuleert breedtesport en wil jongeren via sportprojecten een beter leven bieden. De KNVB richt zich meer op het ontwikkelen van sport zelf.” De bond focust op de totstand-koming van een stabiele sportinfrastructuur, zoals in Nederland, aldus Pedro. “Daarbij gaat het naast voetbal om basketbal, atletiek en gehandicaptensport.” Een belangrijk aandachtspunt van de KNVB is om structureel talenten te ontdekken en hen te begeleiden tot ze volwassen topsporters zijn. Zo richtte de KNVB onlangs samen met de lokale organisatie Prosport (en met € 200.000,- steun van de ambassade) een speciale school voor jong talent op in de provincie Tete. “Dat er nog geen goed sportsysteem in Mozambique is, zorgt ervoor dat het land ondanks zijn enorme potentie maar weinig succesvolle atleten voortbrengt”, vertelt Pedro. “En dat terwijl Mozambique rolmodellen als María de Lurdes Mutola erg goed kan gebruiken.”

Lees meer over Lurdes Mutola en haar Foundation!

Ga naar www.flmutola.org.mz. Voor meer over de

KNVB: zie pagina 30 van deze Supporter. ••••••••••••••

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

// DE INTERNATIoNAL

....................................................................... Wie de Nederlandse Ambassade in Mozambique ..... Wat Kinderen laten sporten en talenten steunen Waar de provincies Zambezia, Nampula, Maputo en Tete ............................

Mutola en de Nederlandse ambassadeur op bezoek bij lokale gemeenschappen.

Page 23: Supporter-37

“In een clublink is uitwisseling heel belangrijk. Zo leren leden van beide clubs elkaar kennen. Dat versterkt het gevoel van verbondenheid.” Miriam Creijghton is lid van handbal-vereniging De Blinkert. Deze club is sinds 2006 gelinked

met handbalvereniging Hardshots in Mutare, Zimbabwe. De link is een initiatief van de Stedenband Haarlem-Mutare en ontwikkelingsorga-nisatie ICCO. De Zimbabwaanse spelers die naar Haarlem komen, bezoeken sportorganisaties en doen mee in trainingen en wedstrijden. Zo leren zij hoe een training hier gaat en hoe sportorganisaties gestructureerd zijn. “Vorig jaar deden clubleden van Hardshots mee aan vriendschappelijke wedstrijden bij De Blinkert”, vertelt Creighton. “Tijdens en na de wedstrijd was het erg gezellig. Sindsdien is er niet alleen sprake van een clublink, maar ook van vriendschap. Dat maakt de band tussen onze clubs duurzaam. Via de spelers van Hardshots maken we kennis met Zimbabwe. Bovendien zijn het topspor-ters: een groot deel van hen speelt in het nationale team van Zimbabwe.”

Meer weten over de mogelijkheden voor

amateurclubs op het gebied van

ontwikkelingssamenwerking?

Stuur een e-mail naar [email protected]

of kijk op www.clublinking.nl.

HANDbALvERENIGING DE bLINKERT• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

// DE CLUb

“Uitwisseling versterkt de band tussen de clubs”

23

GEzELLIG MET zIMbAbWANEN

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Tekst: Ghislaine van Drunen. Foto's: Inemarie Dekker..

Page 24: Supporter-37

24

SURFENZe hangen maar wat rond aan de kust. Maar plots komen de

straatkinderen uit de Peruaanse hoofdstad Lima in beweging. Snel en

behendig peddelen ze hun surfplank in de juiste positie om een golf te

berijden. Ze krijgen surfles van Diego Villarán. Die probeert de kinderen

zo bewustzijn bij te brengen voor het milieu en de wereld om hen heen.

Tekst en foto’s: Ronald de Hommel.

// FoToREPoRTAGE

Page 25: Supporter-37

IN DE SLOPPEN

25

Page 26: Supporter-37

// FoToREPoRTAGE

26Diego Villarán

“Ik ben hier aan het strand opgegroeid, in de wijk Alto Peru”, vertelt Diego Villarán op Playa Waikiki aan de rand van de Stille Oceaan bij Lima. “De eerste rij huizen is mooi, daar wonen welvarende mensen, zoals mijn ouders. Die geven les op de universiteit. Maar daarachter ligt de arme sloppenwijk.”Diego surft al van jongs af aan. Op zijn 20e besloot hij les te gaan geven. Zijn klanten waren vooral rijke Peruanen en toeristen. “Tijdens de lessen liepen er veel kinderen uit de arme wijk over het strand. Als grapje vroegen ze altijd: ‘Hé, wanneer leer je óns eens surfen?’ Veel kinderen in Alto Peru hangen rond op straat, het strand en de boulevard. De huisjes zijn klein en de families groot. Binnen is geen ruimte. Ze moeten buiten zien te overleven. Veel kinderen blowen en dealen. Dat begint vaak al op 5-jarige leeftijd.”

flinKE VordEringEnSinds de zomer van 2006 geeft Diego Villarán inderdaad surflessen aan de straatkinderen uit Alto Peru. Hij werkt nu met kinderen die jonger zijn dan 12 jaar. “Die zijn wat minder getekend door het straatleven dan de oudere, en daardoor wat makkelijker op het goede pad te houden”, zegt hij. “Ik krijg ook hulp van andere

Page 27: Supporter-37

27

surfers uit de buurt. Ik geloof zeker dat ik wat voor de kinderen kan betekenen. Als ik ze goed leer surfen, en ze wat discipline bijbreng, kan dat ze verder helpen in de toekomst. Ik probeer ze bewustzijn bij te brengen voor het milieu en de wereld om hen heen. Na drie jaar zie ik nu bij een aantal kinderen al flinke vorderingen. Maar ik sta nog aan het begin. Het is een langetermijnproject. Ik doe alles vrijwillig, maar hoop de school snel uit te breiden en te professionaliseren.” •••••

Lees meer over Proyecto Alto Peru. Ga naar:

www.proyectoaltoperu.org

Page 28: Supporter-37

// INTERvIEWStraatacrobaat Gbetoho werd weldoener

I. vAN STRAATACTRobAAT...

Gbetoho wordt geboren op 25 juni 1966, in een arme wijk van Lomé, de hoofdstad van Togo. Hij groeit op in een groot gezin. Zijn moeder kreeg twee kinderen uit haar eerste huwelijk en zeven kinderen met haar tweede man, de vader van Gbetoho. “Toen ik klein was zei mijn vader altijd: jij wordt secretaris-generaal van de VN. Hij hoopte dat ik een goede baan zou krijgen waarbij ik op een kantoor zou werken.” Het liep anders. Na school voert Gbetoho op straat acrobatische kunsten uit met zijn broers en zussen. Op een dag rijdt de minister van Cultuur langs. Hij is onder de indruk van de performance en staat drie dagen later bij het gezin op de stoep. De ouders van Gbetoho schrikken van het hoge bezoek. “In Afrika is iedereen bang voor de regering”, zegt Gbetoho. Maar de minister komt met een voorstel dat de ouders niet kunnen weigeren. Hij biedt aan om Gbetoho samen met zijn broers en zussen op te leiden tot professionele dansers en acroba-ten. “Heb je wel eens een kantoor voor acrobatie gezien?”, waar-schuwt zijn vader nog. Maar hij geeft toestemming.

... ToT PRoFESSIoNEEL DANSER

De kinderen worden vanaf dat moment opgeleid door de beste dansers van Togo. Ze leren alle traditionele Togolese dansen en treden op bij officiële evenementen. “De Dans van de Piroguen is mijn favoriet [de pirogue is een kleine, platte vissersboot, red]. Die beeldt de terugkeer van de vissers uit.” Gbetoho wordt naast danser ook trainer. In Togo en de Ivoorkust, waar hij een paar jaar woont, geeft hij acrobatische gymnastiek en voetbaltrainingen. “Het was een voorwaarde van het ministerie: ik kreeg een opleiding, maar moest mijn kennis ook doorgeven. Voor mij was dat vanzelfsprekend. Ik had een ongelooflijke kans gekre-gen. Zo kon ik iets terugdoen.”

MENSEN vERGETEN HoEvEEL TALENT ER IN AFRIKA IS“

28

Page 29: Supporter-37

ToGo

ligt als een smalle strook ingeklemd tussen grote buren Ghana, Benin en Burkina Faso. De zuidelijke hoofdstad Lomé ligt aan de Zuid­Atlantische Oceaan. Ruim 32 procent van de 6 miljoen inwoners van Togo leeft volgens de VN onder de armoedegrens. In 1960 werd de oud­kolonie een zelfstandige republiek. In de praktijk maken het Ewe­ en Kabyé­volk (respectievelijk 1/3 en 1/8 van de bevolking) er sindsdien de dienst uit. Na 1960 zijn er meerdere – geslaagde en mislukte – staatsgrepen gepleegd. De laatste bracht Faure Eyadéma in 2005 aan de macht. Deze zoon van de kort daarvoor overleden president, die 38 jaar de scepter had gezwaaid, trad echter al binnen enkele weken af, onder druk van de oppositie en de internationale gemeenschap. De eis was dat er presidentsverkiezingen zouden worden gehouden, conform de grondwet. Eyadéma stelde zich kandidaat en won.

MENSEN vERGETEN HoEvEEL TALENT ER IN AFRIKA IS

II. vAN MAGAzIjNMEDEWERKER...

In 2005 ontmoet Gbetoho in Togo zijn Nederlandse vriendin. Na drie jaar van bezoeken over en weer, verhuist Gbetoho in 2008 naar Nederland. Hij woont nu in Den Bosch, werkt parttime als magazijn-medewerker bij het distributiecentrum van een supermarkt en leert Nederlands op het Koning Willem I College. Zijn vrije tijd besteedt hij aan zijn stichting, Elayi (Togolees voor ‘Alles komt goed’). Via deze stichting geeft Gbehoto kinderen in ontwikkelingslanden gratis toegang tot sportieve en culturele activiteiten. “Ik richt mij voorlopig alleen op Togo. Maar in de toekomst zou ik ook wat willen beteke-nen voor kinderen in Ghana, Benin en de Ivoorkust.” Het idee voor de stichting ontstond toen Gbetoho op vakantie was in Togo. Sinds hij in Nederland woont, is hij drie keer teruggeweest. De eerste keer knapte hij zijn oude basisschool op. De keren daarop organiseerde hij straatvoetbaltoernooien in twee armere wijken van Lomé. “De kinderen die daaraan meededen, hangen normaal gesproken de hele dag op straat; er is nooit iemand die iets voor ze organiseert. Hun ouders hebben geen tijd om zich om hen te bekommeren. Ze worden aan hun lot overgelaten. Toen ik wegging, klampten ze zich aan me vast: ‘Prosper, wanneer kom je terug?’, vroegen ze. Met de stichting hoop ik voor hen iets structureels op te bouwen.”

... ToT WELDoENER

“Via sport en spel leren kinderen omgaan met anderen. Ze leren winnen en verliezen. Maar het gaat mij er niet alleen om dat kinderen iets leren. Het belangrijkste is dat ze de mogelijkheid krijgen om te spelen. De slogan van Elayi is niet voor niets ‘Een kind laten meespelen’.” Omdat Gbetoho niet alles vanuit Nederland kan organiseren, zoekt hij altijd naar lokale partners. “Voor de twee straatvoetbaltoernooien kreeg ik al hulp van een lokale sportleraar en het ministerie van Cultuur.” In de toekomst wil Gbetoho ook met het lokale culturele centrum van Lomé samenwerken. Want Elayi geeft kinderen niet alleen de kans te sporten, maar laat hen ook aan dans en theater doen of muziek maken.“Er is veel talent in Afrika. Dat vergeten mensen in Europa vaak. Dat merk ik nu ik in Nederland woon. ‘In Afrika gebeuren alleen maar slechte dingen’, denken mensen hier. ‘Dus ze zullen er vast heel ongelukkig zijn.’ Maar Afrikanen zijn tevreden met wat ze hebben. Er is oorlog en armoede, maar er is ook veel leven en levensvreugde. Onze straattoernooien dragen aan dat laatste bij. Een kansarm kind dat één keer meedoet aan zo’n toernooi, zal het zich zijn hele leven blijven herinneren. Daar doe ik het voor.” ••••••••••••••••

De hele wereld veranderen kan hij niet, zegt hij.

Een steentje bijdragen wel. Door kansarme

kinderen meer zelfvertrouwen te geven. Dat

doet Prosper Koami Gbetoho in Afrika, waar hij

vandaan komt, en vanuit Nederland, waar hij

woont. Het middel: dans en sport. ‘Want dat

werkte ook voor mij.’ Tekst: Ghislaine van Drunen. Foto's: Elayi.

Gbetoho, wiens jas een nauwe band met

Nederland verraadt, schudt de handen van

'zijn' jonge toernooideelnemers in Togo.

29

Page 30: Supporter-37

// SPELAANWIjzINGEN

Meer weten over sport als tool voor ontwikkelingssamenwerking? Zelf een sportieve bijdrage leveren aan een betere wereld? Er zijn diverse websites waar je terecht kunt. Supporter zet er een aantal voor je op een rijtje.

Zoek je informatie of wil je kennis en ideeën uitwisselen?

www.sportdevelopment.org Op dit webportaal van programma Sport & Ontwikkelingssamenwerking van NCDO vind je info, tools en tips voor sport & ontwikkelingssamenwerking in Nederland.

www.sportanddev.org Dit internationale platform voor sport & ontwikkelingssamen werking biedt niet alleen informatie en projectvoorbeelden, je kunt er ook ideeën, ervaringen en kennis uitwisselen.

www.toolkitsportdevelopment.org Wat maakt een project succesvol en wat zijn de valkuilen? Deze toolkit bundelt beschikbare kennis en ervaringen. Praktische tools als checklists en handleidingen helpen je zelf projecten op te zetten.

Wil je zelf een project opstarten en ben je op zoek naar subsidiemogelijkheden?

www.sportdevelopment.org Op deze site vind je een overzicht van verschillende mogelijk heden in Nederland om financiering voor een project te krijgen.

www.sport.nl/ontwikkelingssamenwerking Deze webpagina geeft basisinformatie over het nieuwe programma ‘Sportcoalities aan de slag’ van NOC*NSF.

www.ncdo.nl Bij NCDO kun je subsidie aanvragen voor activiteiten in Nederland waarmee je Nederlanders betrekt bij internationale samenwerking en bij het leven van mensen in ontwikkelingslanden.

www.impulsis.nl Impulsis is een loket voor ondernemende mensen in ontwikkelings landen en in Nederland. Je kunt er terecht voor advies, uitbreiding van je netwerk, expertise en financiële steun.

WorldCoaches in Zuid-Afrika

Het Nederlandse voetbal wordt wereldwijd geroemd. En

niet alleen dankzij het spel of de prestaties van Oranje.

Ook vanwege de KNVB. Er is volop lof voor diens

goed georganiseerde verenigingssysteem en begeleiding

van talentvolle spelers. Bovendien is er in binnen- en

buitenland veel vraag naar haar hoogstaande trainer/

coachopleidingen. In de aanloop naar het WK in Zuid-

Afrika heeft de KNVB nu de WorldCoaches Academy

opgericht, in Johannesburg. De bond heeft dit gedaan vanuit

de overtuiging dat voetbal kan bijdragen aan een betere

samenleving. Doel is om in heel Zuid Afrika WorldCoaches

op te leiden. De WorldCoaches geven voetbaltraining, maar

lichten hen ook voor over HIV, drugs en criminaliteit. Het

doel is dat de opgeleide WorldCoaches zelf andere coaches

gaan opleiden. Verder wordt er door de staf en spelers van

het Nederlands Elftal een ‘Oranje Cruyff Court’ aangelegd.

Dat gebeurt in het dichtbij de Academy gelegen Hillbrow,

de meest achtergestelde wijk van de stad. Het veldje wordt

op 10 juni – een dag voor de start van het WK – officieel

geopend door de Oranje-selectie. Tijdens het toernooi zullen

op dit veld diverse evenementen worden georganiseerd voor

jongeren en daklozen.

Lees verder op: www.academie.knvb.nl

30

Page 31: Supporter-37

// DE LIbERo

Ik ben klaar voor het sportjaar 2010. Het was niet goedkoop, maar de noodzakelijke investerin-gen zijn gedaan. Veel keus had ik overigens niet. Na afloop van de Olympische Winterspelen werd mij in huiselijke kring fijntjes voorspeld dat mijn huwelijk wel eens een stuk korter kon gaan duren dan oorspronkelijk gepland, als

‘jouw vrienden van Studio Sport’ bij het volgende sportevenement óók zo prominent in de huiskamer aanwezig zouden zijn. Daarom trof ik – met de Giro, Tour en het WK Voetbal in aantocht – mijn maatregelen: een nieuw huis mét geluidsdichte tv-kamer.

Je wilt zo’n investering natuurlijk optimaal laten renderen. In mijn geval betekent dat: zoveel mogelijk topsportevenementen bekijken. De Olympische Jeugd Zomerspelen en het EK Korfbal? Direct ingepland. Het meest verheug ik me erop om, in de totale afzondering van mijn nieuwe kamertje, het nieuwe wereldrecord op de 100 meter sprint te aanschouwen. Met net zoveel herhalingen als ik zelf wil.Die droom lijkt dit jaar echter niet uitkomen. Usain Bolt, de enige die zijn eigen supertijd van 9.58 seconden kan verbeteren, vindt het namelijk nodig om juist in 2010 een rustpauze in te lassen. Beetje chillen. Beetje investeren in goede doelen. Dat acht meneer belangrijker dan snoeihard te rennen.Onverstandig. Niet alleen zullen de atletiekgala’s zonder zijn uitschuifbare benen en heupwiegende vreugdedansjes dodelijk saai zijn; Bolt maakt ook een denkfout. De Jamaicaan meent zelf dat hij door minder te trainen genoeg tijd heeft om (naast doelloos rond te hangen op het strand) geld in te zamelen voor een kliniek bij hem in de buurt. Ik geef hem niet veel kans op succes. Juist omdat hij zo weinig traint.

Met zijn liefdadigheid schaart de sprinter zich in een illuster rijtje topsporters, zoals Woods, Armstrong en Drogba. De sportwereld lijkt soms vergeven van de Moeder Theresa’s. Niet dat ik twijfel aan de oprechtheid van deze grootheden, maar er is méér aan de hand. Feit is dat sport drijft op goodwill. Buitensporige salarissen voor golfers, de zweem van dopingmis-bruik van wielrenners, megadure voetbalstadions in ontwikkelingslanden: het kan alleen als het grote publiek het pikt. Het imago van de sport is cruciaal. Uit marketingoverwegingen kán sport helemaal niet zonder charitas.Bolt begrijpt dat marketingdenken. Het geld dat binnenstroomt ondersteunt niet alleen het goede doel en Bolts eigenwaarde, maar verbetert ook zijn imago – en vergroot daarmee de kans op lucra-tieve sponsorcontracten. Wat hij echter vergeet, is dat hij aan twee belangrijke voorwaarden moet voldoen om ook op liefdadigheidsterrein succesvol te zijn. Ten eerste moet een sporter van onbesproken gedrag zijn. Tiger Woods toonde met elf minnares-sen weliswaar aan veel naasten lief te hebben, maar het heeft de inkomsten van zijn stichting geen goed gedaan. Levensgenieter Bolt moet dus uitkijken met wie hij allemaal loopt te chillen op dat strand. Ten tweede dient de sporter actief te zijn. Lance Armstrong klom niet voor niets na een paar jaar weer op de fiets om zijn Livestrong-organisatie te promoten. Het is simpel: zonder een sprintende sprinter ook geen aandacht voor een jammerend Jamaicaans ziekenhuis.

Bolt kan zich dus helemaal geen rustjaar permit-teren. Voor een optimaal rendement moet hij als de bliksem een nieuw wereldrecord lopen. Ik zit er klaar voor.

CHILLEN

FRANK vAN EEKEREN werkt als senior adviseur en onderzoeker aan de Universiteit van Utrecht. Hij adviseert (sport)organisaties en onderzoekt de maatschap­pelijke betekenis van sport, met speciale aandacht voor sport & ontwikkelings­ samenwerking.

31

Page 32: Supporter-37

een u

itgav

e va

n

KWARTAALBLAD OVER SPORT & ONTWIKKELINGSSAMENWERKING jaargang 10 / 03-2010

SURFKIDS WILLEN GEEN DRUGS MEER DEALEN////////// HOE ZIJ LIEVER HIGH WORDEN VAN HOGE GOLVEN////// KAJAKKEN // ELTINGH & HAARHUIS // LURDES MUTOLA ////////////

// MERCHANDISE// DE WISSEL

GRENZELOOSIn Nederland lijkt sport bijna een grondrecht. In een land als Zuid-Afrika kan men alleen maar dromen van onze uitstekende infrastructuur en goed georganiseerde verenigingsleven. Toch hebben we in Nederland wel een probleem. En ik denk dat we in het oplossen daarvan veel van de Zuid-Afrikanen kunnen leren.

Ons probleem is dat steeds minder kinderen sporten, vooral onder allochtonen. Kennelijk zijn al onze voorzieningen onvoldoende om hen voor sport te interesseren. Het lijkt mij leerzaam te zien hoe deze interesse wordt gewekt in een land waar veel van die voorzieningen ontbreken. Met het WK Voetbal voor de boeg, gaat mijn aandacht uit naar

gastland Zuid-Afrika. Ik wil daar nog voor de start van het toernooi naartoe reizen. Het liefst samen met een groep van circa vijftien profvoetbal-lers uit de Eredivisie en twee trainers. Juist rond het WK zijn er in Zuid-Afrika veel maatschappelijke sportprojecten om een bijdrage

aan te leveren – én om te bestuderen. Ik wil er goed kijken en luisteren. Hoe maken zíj kinderen enthousiast voor sport? En zijn er manieren die wij ook kunnen gebruiken?

Onze groep kan die kennis vervolgens in Nederland toepassen en overdragen, bijvoorbeeld tijdens bezoeken aan scholen. Want het is belangrijk dat kinderen sporten, of het nu in Afrika of Nederland is. Sport geeft mensen plezier, structuur en sociale binding. Het is een prachtige manier om een zwaar leven lichter te maken.Natuurlijk wordt sport niet altijd vanuit idealisme ingezet. Het is ook een keiharde business, iets

waar grof geld mee wordt verdiend. Dat doet in mijn ogen af aan datgene waar sport om zou moeten gaan: de pure beleving; de kracht en het plezier die mensen eruit halen. Het is mede aan de betaaldvoetbalclubs in Nederland, waarmee ik in mijn beroep dagelijks te maken heb, om ervoor te waken dat geld die kern van sport niet aantast. Sterker nog: het zou geweldig zijn als zo’n club een alliantie aangaat met een club in een ontwikkelingsland. Niet om voor eigen commercieel en sportief gewin talenten te kweken, maar simpelweg om een bijdrage te leveren aan lokale kennis en faciliteiten. Puur vanuit liefde voor de sport.

Mijn eigen club (RKC Waalwijk) heeft net een faillissement afgewend. Voor ons is zo’n alliantie dus nog even toekomstmuziek. Je moet doen wat je kúnt doen. Ik ga daarom eerst maar eens wat profvoetballers benaderen. Om te vragen of ze mee willen naar Zuid-Afrika.

Golfbanen kunnen nog groener! Alleen al in Nederland slaan zo’n 130.000 golfers samen jaarlijks een miljard keer tegen een balletje. Zo’n tien miljoen van die balletjes belanden in bermen, bosjes en beekjes. Daarnaast worden elk jaar miljoenen niet-afbreekbare exemplaren versleten. Ecogolfballen zijn echter 100 procent afbreekbaar en dat maakt afslaan een stuk milieuvriendelijker. Vooral geschikt voor beginnende golfers in de buurt van water.

Verkoopprijs: € 10,50 per 12 stuks bij www.adventure-industries.com

EERLIJKE BALLEN

SPORTIEF SHOPPEN

Onbezorgd een balletje schoppen, stuiteren of slaan. Dat kan met de diverse voet-, beachvolley-, en basketballen van Ethletic Sport. Zowel de rubbertappers als de fabrieksarbeiders krijgen voor hun werk een eerlijk loon. Het rubber van de ballen komt bovendien van duurzaam beheerde plantages.

Verkoopprijs: v.a. € 22,50 via www.lotika.nl

5

Of het nu een hooded sweater is om mee te rennen, een hip t-shirt voor in de sportschool of een sportieve boxershort: de EENshop heeft het. De opbrengst van je aanschaf gaat naar projecten tegen armoede. Op www.EEN.nl/shop vind je overigens niet alleen kleren. De site biedt je onder andere ook muziek, boeken, woonaccessoires, badproducten, sieraden en tips voor evenementen aan. Tientallen goededoelenorganisaties geven je op deze site honderd-en-één effectieve manieren om bij te dragen aan een betere wereld. Met of zonder geld.

Ontdek de EENshop op www.EEN.nl/shop

MOHAMMED ALLACH (1973) voetbalde onder meer voor FC Groningen en VVV. Nu is hij technisch manager bij RKC Waalwijk. Tijdens zijn voetballoopbaan studeerde hij sociaal pedagogische hulpverlening en werkte als jongerenwerker in Gouda. In 2003 richtte hij MaroquiStars op. Deze stichting zet bekende Marokkaanse Nederlanders in als rolmodel, om zo kwetsbare jongeren te bereiken en hun talenten te ontplooien.

VETERS TEGEN HIV/AIDSViel je iets op bij het kijken naar Didier Drogba, Kobe Bryant en Maria Sharapova? Naast hun sportprestaties zag je wellicht hun rode schoenveters. Deze zijn speciaal door Nike ontworpen en de opbrengst ervan komt geheel ten goede aan de strijd tegen hiv/aids in Afrika. “Ik nodig iedereen uit om de veters te kopen en levens te redden”, aldus Drogba bij de start van de actie op Wereld Aidsdag (1 december). De rode veters zijn in eerste instantie bedoeld voor voetbalschoenen, maar zoals Nike zelf zegt: “Anyone can wear them”.

Verkoopprijs: € 4,- per veter. Meer informatie: www.nikefootball.com/red

DUBBEL GROEN

INGE VOND HAAR MANIER OPWWW.EEN.NL

BEGIN VANDAAGOP JOUW MANIER

IK VERWEN MEZELF MET BADPRODUCTEN EN STEUN EEN VROUW IN THAILAND

foto: Dennis S

paan.

45

// INTERVIEWStraatacrobaat Gbetoho werd weldoener

I. VAN STRAATACTROBAAT...

Gbetoho wordt geboren op 25 juni 1966, in een arme wijk van Lomé, de hoofdstad van Togo. Hij groeit op in een groot gezin. Zijn moeder kreeg twee kinderen uit haar eerste huwelijk en zeven kinderen met haar tweede man, de vader van Gbetoho. “Toen ik klein was zei mijn vader altijd: jij wordt secretaris-generaal van de VN. Hij hoopte dat ik een goede baan zou krijgen waarbij ik op een kantoor zou werken.” Het liep anders. Na school voert Gbetoho op straat acrobatische kunsten uit met zijn broers en zussen. Op een dag rijdt de minister van Cultuur langs. Hij is onder de indruk van de performance en staat drie dagen later bij het gezin op de stoep. De ouders van Gbetoho schrikken van het hoge bezoek. “In Afrika is iedereen bang voor de regering”, zegt Gbetoho. Maar de minister komt met een voorstel dat de ouders niet kunnen weigeren. Hij biedt aan om Gbetoho samen met zijn broers en zussen op te leiden tot professionele dansers en acroba-ten. “Heb je wel eens een kantoor voor acrobatie gezien?”, waar-schuwt zijn vader nog. Maar hij geeft toestemming.

... TOT PROFESSIONEEL DANSER

De kinderen worden vanaf dat moment opgeleid door de beste dansers van Togo. Ze leren alle traditionele Togolese dansen en treden op bij officiële evenementen. “De Dans van de Piroguen is mijn favoriet [de pirogue is een kleine, platte vissersboot, red]. Die beeldt de terugkeer van de vissers uit.” Gbetoho wordt naast danser ook trainer. In Togo en de Ivoorkust, waar hij een paar jaar woont, geeft hij acrobatische gymnastiek en voetbaltrainingen. “Het was een voorwaarde van het ministerie: ik kreeg een opleiding, maar moest mijn kennis ook doorgeven. Voor mij was dat vanzelfsprekend. Ik had een ongelooflijke kans gekre-gen. Zo kon ik iets terugdoen.”

TOGO

ligt als een smalle strook ingeklemd tussen grote buren Ghana, Benin en Burkina Faso. De zuidelijke hoofdstad Lomé ligt aan de Zuid-Atlantische Oceaan. Ruim 32 procent van de 6 miljoen inwoners van Togo leeft volgens de VN onder de armoedegrens. In 1960 werd de oud-kolonie een zelfstandige republiek. In de praktijk maken het Ewe- en Kabyé-volk (respectievelijk 1/3 en 1/8 van de bevolking) er sindsdien de dienst uit. Na 1960 zijn er meerdere – geslaagde en mislukte – staatsgrepen gepleegd. De laatste bracht Faure Eyadéma in 2005 aan de macht. Deze zoon van de kort daarvoor overleden president, die 38 jaar de scepter had gezwaaid, trad echter al binnen enkele weken af, onder druk van de oppositie en de internationale gemeenschap. De eis was dat er presidentsverkiezingen zouden worden gehouden, conform de grondwet. Eyadéma stelde zich kandidaat en won.

MENSEN VERGETEN HOEVEEL TALENT ER IN AFRIKA IS“ “

II. VAN MAGAZIJNMEDEWERKER...

In 2005 ontmoet Gbetoho in Togo zijn Nederlandse vriendin. Na drie jaar van bezoeken over en weer, verhuist Gbetoho in 2008 naar Nederland. Hij woont nu in Den Bosch, werkt parttime als magazijn-medewerker bij het distributiecentrum van een supermarkt en leert Nederlands op het Koning Willem I College. Zijn vrije tijd besteedt hij aan zijn stichting, Elayi (Togolees voor ‘Alles komt goed’). Via deze stichting geeft Gbehoto kinderen in ontwikkelingslanden gratis toegang tot sportieve en culturele activiteiten. “Ik richt mij voorlopig alleen op Togo. Maar in de toekomst zou ik ook wat willen beteke-nen voor kinderen in Ghana, Benin en de Ivoorkust.” Het idee voor de stichting ontstond toen Gbetoho op vakantie was in Togo. Sinds hij in Nederland woont, is hij drie keer teruggeweest. De eerste keer knapte hij zijn oude basisschool op. De keren daarop organiseerde hij straatvoetbaltoernooien in twee armere wijken van Lomé. “De kinderen die daaraan meededen, hangen normaal gesproken de hele dag op straat; er is nooit iemand die iets voor ze organiseert. Hun ouders hebben geen tijd om zich om hen te bekommeren. Ze worden aan hun lot overgelaten. Toen ik wegging, klampten ze zich aan me vast: ‘Prosper, wanneer kom je terug?’, vroegen ze. Met de stichting hoop ik voor hen iets structureels op te bouwen.”

... TOT WELDOENER

“Via sport en spel leren kinderen omgaan met anderen. Ze leren winnen en verliezen. Maar het gaat mij er niet alleen om dat kinderen iets leren. Het belangrijkste is dat ze de mogelijkheid krijgen om te spelen. De slogan van Elayi is niet voor niets ‘Een kind laten meespelen’.” Omdat Gbetoho niet alles vanuit Nederland kan organiseren, zoekt hij altijd naar lokale partners. “Voor de twee straatvoetbaltoernooien kreeg ik al hulp van een lokale sportleraar en het ministerie van Cultuur.” In de toekomst wil Gbetoho ook met het lokale culturele centrum van Lomé samenwerken. Want Elayi geeft kinderen niet alleen de kans te sporten, maar laat hen ook aan dans en theater doen of muziek maken.“Er is veel talent in Afrika. Dat vergeten mensen in Europa vaak. Dat merk ik nu ik in Nederland woon. ‘In Afrika gebeuren alleen maar slechte dingen’, denken mensen hier. ‘Dus ze zullen er vast heel ongelukkig zijn.’ Maar Afrikanen zijn tevreden met wat ze hebben. Er is oorlog en armoede, maar er is ook veel leven en levensvreugde. Onze straattoernooien dragen aan dat laatste bij. Een kansarm kind dat één keer meedoet aan zo’n toernooi, zal het zich zijn hele leven blijven herinneren. Daar doe ik het voor.” ••••••••••••••••

De hele wereld veranderen kan hij niet, zegt hij. Een steentje bijdragen wel. Door kansarme kinderen meer zelfvertrouwen te geven. Dat doet Prosper Koami Gbetoho in Afrika, waar hij vandaan komt, en vanuit Nederland, waar hij woont. Het middel: dans en sport. ‘Want dat werkte ook voor mij.’ Tekst: Ghislaine van Drunen. Foto's: Elayi.

Gbetoho, wiens jas een nauwe band met

Nederland verraadt, schudt de handen van

'zijn' jonge toernooideelnemers in Togo.

2829

// SURINAME

1819

Aan goede bedoelingen geen gebrek, als het

gaat om sportvoorzieningen voor mensen met

een beperking in Suriname. Er is alleen geen

geld. En het ontbreekt aan de juiste, goed

opgeleide mensen. Het project ‘Sportcoalities

aan de slag’ moet daarin verandering brengen.

Tekst: Diederik Samwel. Foto’s: SUS

Sportcoalities aan de slag

Het is de kleinste soevereine staat van Zuid-Amerika, met het laagste aantal inwoners, die

ook nog eens een – zeker voor deze regio – ongebruikelijke taal spreken: Nederlands. Wat

het land wél deelt met de rest van het continent? De enorme passie voor sport. Supporter

startte een drieluik over de beleving en inzet van sport in Suriname. In dit nummer deel 3,

over kansen voor sporters met een beperking.

DREMPELS WEGVOOR GEHANDICAPTENSPORT

Trainer Eddy Held leunt tevreden achterover, op de tribune van

zwemvereniging De Dolfijn in Paramaribo-Noord. De Anthony Nesty

Games zijn net achter de rug; de jaarlijkse internationale zwemwed-

strijden, vernoemd naar de Surinaamse vlinderspecialist die in 1988

goud won op de Olympische Spelen.

Vooral van de laatste zwemrace heeft Held genoten. Wie precies

heeft gewonnen, vindt hij niet eens zo belangrijk. En dat zwemmers

van verschillende categorieën tegelijk in het water lagen, maakt hem

ook weinig uit. Held is vooral blij dat zijn pupillen weer eens aan de

start konden verschijnen. Zoveel wedstrijden of toernooien zijn er

niet voor sporters met een beperking.

Held: “Eén keer per jaar hebben we de Special Olympics, waar

soms wel driehonderd sporters tegen elkaar uitkomen op >>>

Veel kans om te sporten krijgen Surinamers met een beperking niet.

De sportactiviteiten van Sports Unlimited Suriname (SUS),

die speciaal op hen zijn gericht, worden dan ook goed bezocht.

IN DE SLOPPEN

24

SURFENZe hangen maar wat rond aan de kust. Maar plots komen de

straatkinderen uit de Peruaanse hoofdstad Lima in beweging. Snel en

behendig peddelen ze hun surfplank in de juiste positie om een golf te

berijden. Ze krijgen surfles van Diego Villarán. Die probeert de kinderen

zo bewustzijn bij te brengen voor het milieu en de wereld om hen heen.

Tekst en foto’s: Ronald de Hommel.

// FOTOREPORTAGE

25

DIT NUMMER UIT?En nieuwsgierig naar het volgende? Neem dan nu een gratis abonnement op Supporter. En lees elk kwartaal:

SUPPORTER: SPORTIEF BETROKKENDe impact van sport reikt verder dan het sportveld. Steeds meer mensen beseffen dat. Van overheden tot sportbonden. En van hulporganisaties tot sportliefhebbers.

Zij weten dat sport van invloed is op politieke en sociale verandering. Dat het een waardevol middel is tegen armoede, onrecht, oorlog en ziektes. En ze willen daar graag méér over weten.

Daarom lezen zij Supporter. Het enige tijdschrift in Nederland over sport als instrument in ontwikkelings-samenwerking. Over de personen en organisaties die dit instrument gebruiken. En over de wijze waarop mensen in ontwikkelingslanden hun sport ervaren.

Leer de impact van sport kennen. Neem een gratis abonnement op Supporter, een grensverleggend sportief tijdschrift. Meld je aan op www.sportdevelopment.org > Supporter

// INTERVIEWS MET BEKENDE SPORTERS

// SPORTREPORTAGES UIT VERRE LANDEN

// INFORMATIEVE ACHTERGRONDARTIKELEN

// SCHERPE OPINIESTUKKEN EN COLUMNS

// NIEUWS OVER SPORT & ONTWIKKELING

// KOOPTIPS EN SPELAANWIJZINGEN

// EN MEER!