Super SuperSuper s

52
Super Super Super Symphonics

Transcript of Super SuperSuper s

SuperSuperSuperSymphonics

2

46

Cello

De cello is een groot snaarinstrument met vier snaren. Je maakt

geluid door met je rechterhand een strijkstok over de snaren van de cello te strijken. Met je linkerhand kun je de hoogte van de tonen bepalen. Door de snaren op de toets te drukken kun je hogere tonen creëren. De cello is te groot om deze net als de viool onder je kin te plaatsen. Daarom staat hij op zijn staartpen op de grond tussen je benen. De cello is het grootste instrument in de vioolfamilie. De contrabas is wel groter dan de cello, maar komt uit een andere familie. Als je goed kijkt, zie je ook dat de vorm van een contrabas anders is, terwijl de cello en de viool wel dezelfde vorm hebben.

Onderdelen (schrijf deze op de juiste plaats bij het plaatje) Staartpen: Hier staat de cello op.

Het staartstuk: Dit zit aan de onderkant van de cello. Hier komen ook de snaren doorheen.

De fijnstemmers: Deze zitten op het staartstuk en kunnen de snaren preciezer stemmen dan de

stemsleutels.

De snaren: Deze beginnen bij het staartstuk en zitten vast in de kop van de cello.

De kam: Hier komen de snaren overheen. De kam brengt de trilling van de snaren naar de

klankkast.

De klankkast: Dit onderdeel moet de klank van de snaren zo goed mogelijk versterken.

De stapel: Dit is een rond balkje in de cello, tussen het voorblad en achterblad. De stapel

brengt de trilling van voorblad naar het achterblad.

De toets: Hier druk je de snaren van de cello tegenaan om andere tonen te maken.

De stemsleutels: Met deze grote knoppen op de kop kun je de cello stemmen. Met de

fijnstemmers is het makkelijker om de cello precies te stemmen, maar met deze stemsleutels kan het ook.

De cello wordt net als de viool vooral gebruikt in klassieke muziek, maar zeker ook in de jazz. De bekende band Apocalyptica bestaat uit drie cellisten en een drummer. Met het versterken van de cello’s en het gebruik van effecten maken zij metal.

3

The Two Note Club

Inleiding

De aankomende maanden zullen wij een aantal muziekstukken instuderen. Bij

elk nieuw stuk zullen we aandacht geven aan muziektheorie om de stukken

nog beter te leren. De eerste stukken zijn speciaal voor jullie geschreven

door een componist van het Leerorkest. Daarna zullen we ook stukken spelen

van bekende componisten zoals Beethoven, maar ook game- en filmmuziek.

Two Note Club – Blue Note Club

Two Note Club is een zelfgeschreven nummer geïnspireerd op de Blue Note

Club. De Blue Note Club is één van de bekendste jazzcafés ter wereld. De

grootste jazzartiesten komen daar om hun muzikale kunsten te vertonen,

zoals DizzÁ Gillespie, StanleÁ Turrentine, RoÁ Hargrove, Victor Àooten, John

Scofield en wie al niet meer.

Dit stuk is speciaal voor jullie geschreven en bestaat maar uit twee noten.

Voeren we het goed uit dan kunnen we misschien wel eens met de Two

Note Club in de Blue Note Club spelen!

Lang en kort

Aan de vorm van de noten kun je zien hoe lang ze duren. Een halve noot

duurt twee tellen en een kwartnoot duurt één tel.

Muziek bestaat niet alleen uit noten, soms speel je eventjes niet, dan heb je

rust. Een halve rust duurt twee tellen en een kwartrust duurt één tel.

˙ œ

Ó Œ

Halve noot Kwartnoot

Halve rust Kwartrust

5

Opdrachten

1. Schrijf de namen van de noten onder de noten in je partij. Je docent gaat dit eerst uitleggen.

2. Zoek op Áoutube naar een leuk stuk muziek dat gespeeld wordt op

jouw eigen instrument. a. Hoe heet het? b. Hoe klinkt het? c. Àaarom vind je het mooi?

3. Ritme-rekenen. Maak de volgende sommen, antwoord steeds met één noot of rust.

œ+

œ= Œ+ Œ =

˙ - œ = Ó - Œ =

6

? 44 œ Œ Ó œ Œ Ó œ Œ Ó œ Œ Ó œ Œ Ó œ Œ Ó w œ Œ Ó !

? œ œ œ " œ œ " œ œ œ œA œ œ œ " œ " œ œ Œ œ œ œ " œ œ " œ œ œ œ œ œ œ " œ œ œ Œ

?14 œ œ œ " œ œ " œ œ œ œ œ œ œ " œ " œ œ Œ œ œ œ " .Jœ œ œ œ " .Jœ œ Œ Ó

? œ œ œ " œ œ " œ œ œ œB œ œ œ " œ " œ œ Œ œ œ œ " œ œ " œ œ œ œ œ œ œ " œ œ œ Œ

?22 œ œ œ " œ œ " œ œ œ œ œ œ œ " œ " œ œ Œ œ œ œ " .Jœ œ œ œ " .Jœ œ Œ Ó

? œ œ œ " œ œ " œ œ œ œC œ œ œ " œ " œ œ Œ œ œ œ " œ œ " œ œ œ œ œ œ œ " œ œ œ Œ

?30 œ œ œ " œ œ " œ œ œ œ œ œ œ " œ " œ œ Œ œ œ œ " .Jœ œ œ œ " .Jœ œ Œ Ó

?34 ! œ œ œ " .Jœ œ œ œ " .Jœ œ Œ Ó

The Two Note Club

Àouter Hakhoff

Expertisecentrum Leerorkest

Creative Commons BY NC

Cello teacher

? 44 œ Œ Ó œ Œ Ó œ Œ Ó œ Œ Ó œ Œ Ó œ Œ Ó w œ Œ Ó !

? œ Œ ÓA

œ Œ Œ œ œ Œ Ó œ Œ Œ œ

?14 œ Œ Ó œ Œ Ó w œ Œ ˙

? œ œ œ œB

œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

?22 œ œ œ œ œ œ œ œ w œ Œ œ Œ

? œ œ œ œC

œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

?30 œ œ œ œ œ œ œ œ w œ Œ œ Œ

?34 œ Œ œ Œ w œ Œ Ó

The Two Note Club

Àouter Hakhoff

Expertisecentrum Leerorkest

Creative Commons BY NC

Cello

7

Super Samba

De Samba is van oorsprong Braziliaanse muziek. Er zijn veel soorten Samba,

soms hoort hier een dans bij maar soms ook niet. Een hele bekende

sambasoort is de ‘samba enredo’. Dit is de samba die geschreven wordt voor

de parade tijdens het Braziliaanse carnaval. Verschillende sambascholen uit

heel Brazilië schrijven muziek om mee te doen aan de parade. Ze schrijven

allemaal een samba enredo. Een jurÁ beslist tijdens het carnaval wie de

wedstrijd wint en wie dus de beste samba enredo heeft geschreven. Een

belangrijk onderdeel is het meezingen van het publiek. Als het publiek niet

meezingt met je nummer krijg je strafpunten. Dit betekent dat de

sambascholen maanden van te voren cd’s maken en feesten organiseren om

zoveel mogelijk fans te krijgen. Deze fans zingen hopelijk mee tijdens de

parade op het carnaval om punten te scoren bij de jurÁ.

In de bladmuziek zie je een aantal nieuwe tekens staan. Het eerste nieuwe

teken is een dubbele maatstreep waarbij er puntjes voor of achter staan.

Kijk maar eens bij letter C. Een dubbele maatstreep met puntjes en acht

maten later eerst puntjes en dan een dubbele maatstreep. Alles wat tussen

deze maatstrepen met puntjes staat moet herhaald worden. Àe noemen dit

teken daarom een herhalingsteken.

Er zijn twee accenten in de bladmuziek te zien.

1. Het accent dat naar rechts wijst geeft aan dat je extra nadruk

geeft op de toon en deze mooi uit laat klinken.

2. Het accent dat naar boven wijst (dat als een soort van hoedje op de

noot staat) geeft ook aan dat er extra nadruk ligt op de toon, maar

je speelt deze toon kort.

Het ritme van Super Samba is vrij lastig. Àij proberen dit eerst te klappen

en daarna ook te stampen. Als dit lukt kunnen we de Super Samba ook

spelen. Dit ritme komt namelijk heel vaak terug.

Het ritme ziet er als volgt uit:

8

Kort en korter Naast de notenwaardes die je voor de Two Note Club hebt geleerd (halve noot en kwartnoot) bestaan er nog kleinere waardes. Een achtste noot duurt een halve tel, een zestiende noot een kwart tel. Voor de rusten geldt weer hetzelfde.

Een punt achter de noot verlengd de noot met de helft van de waarde. Een kwartnoot met punt duurt dus niet één tel, maar anderhalve tel. Een achtste met punt duurt driekwart tel.

Jœ Rœ

‰ !

Achtste noot Zestiende noot

Achtste rust Zestiende rust

Jœ Rœ

‰ !

Achtste noot Zestiende noot

Achtste rust Zestiende rust

9

Opdrachten

1. Schrijf de namen van de noten onder de noten in je partij. Je docent

gaat dit eerst uitleggen.

2. Dansstijlen

a. Zoek op welke andere dansstijlen uit Zuid Amerika komen?

b. Zoek ze op op Áoutube, hoe klinken ze?

c. Àat is je favoriet?

3. Maak de volgende sommen (antwoord steeds met één noot of rust)

! !

10

? # 44 2q = 90

? # œ> œ̂ œ̂ ! .jœ> œ̂ œ̂ œ>A

œ> œ̂ œ̂ ! .jœ> œ̂ œ̂ œ> œ> œ̂ œ̂ ! .jœ> œ̂ œ̂ œ> œ> œ̂ œ̂ ! .jœ> œ̂ œ̂ œ>? #7

œ> œ̂ œ̂ ! .jœ> œ̂ œ̂ œ> œ> œ̂ œ̂ ! .jœ> œ̂ œ̂ œ> œ> œ̂ œ̂ ! .Jœ> œ̂ œ̂ œ> œ> œ ‰ œ> œ ‰ œ> Œ

? # .œ œ œ œ .œ œ œ œB

Pizz.

.œ œ œ œ œ œ .œ œ œ œ .œ œ œ œ .œ œ œ œ œ œ

? #15

.œ œ œ œ .œ œ œ œ .œ œ œ œ œ œ .œ œ œ œ .œ œ œ œ œ> œ ‰ œ> œ ‰ œ> Œ

? # .. œ> Œ ÓC

" œ> œ> Ó "

? # ..23 œ> œ> œ> Œ " œ> œ> œ> œ> "

? # .œ œ œ œ .œ œ œ œD

Pizz.

.œ œ œ œ œ œ .œ œ œ œ .œ œ œ œ .œ œ œ œ œ œ

? #31

.œ œ œ œ .œ œ œ œ .œ œ œ œ œ œ .œ œ œ œ .œ œ œ œ œ> œ ‰ œ> œ ‰ œ> Œ

Super Samba

Àouter Hakhoff

Expertisecentrum Leerorkest

Creative Commons BY NC

Cello teacher

? # 44 ! œ> œ̂ œ̂ " .jœ> œ̂ œ̂ œ> ! œ> œ̂ œ̂ " .jœ> œ̂ œ̂ œ>? #5 ! œ> œ̂ œ̂ " .jœ> œ̂ œ̂ œ> ! œ> œ ‰ œ> œ ‰ œ> Œ

? # !A

œ> œ̂ œ̂ " .jœ> œ̂ œ̂ œ> ! œ> œ̂ œ̂ " .jœ> œ̂ œ̂ œ>? #13 ! œ> œ̂ œ̂ " .jœ> œ̂ œ̂ œ> ! œ> œ ‰ œ> œ ‰ œ> Œ

? # .. œ> Œ ÓB Optioneel: improvisatie met dirigent

! œ> œ> Ó !

? # ..21

œ> œ> œ> Œ ! œ> œ> œ> œ> !

? # !C

œ> œ̂ œ̂ " .jœ> œ̂ œ̂ œ> ! œ> œ̂ œ̂ " .jœ> œ̂ œ̂ œ>? #29 ! œ> œ̂ œ̂ " .jœ> œ̂ œ̂ œ> ! œ> œ ‰ œ> œ ‰ œ> Œ

Super Samba

Àouter Hakhoff

Expertisecentrum LeerorkestCreative Commons BY NC

Cello

11

Oh Fortuna – Carl Orff Het ‘Oh Fortuna’ is origineel niet van Carl Orff. Oh Fortuna komt uit de Carmina Burana, dat is een middeleeuws manuscript dat gevonden is in een abdij in Beieren. Het bestaat uit ongeveer 200 liederen met zeer verschillende thema’s. Zoals de natuur en de overheid, maar ook drank, gokken en liefde. De liederen zijn geschreven in de twaalfde en dertiende eeuw door verschillende, onbekend gebleven schrijvers. Het notenschrift van vroeger zag er heel anders uit dan nu. De eerste notaties waren niet meer dan een aantal streepjes bij de tekst van het lied. Liederen werden mondeling doorgegeven, er was dus geen bladmuziek nodig. Een klein geheugensteuntje was voldoende. Pas rond de negende eeuw werd er een notenbalk gebruikt met vier lijnen en neumen. Neumen zijn de noten die vroeger gebruikt werden om muziek op te schrijven. Guido van Arezzo bracht in de elfde eeuw een extra lijn toe waardoor er vijf lijnen gebruikt werden. Echter was er nu alleen een houvast aan de melodie. Omdat neumen het ritme niet aangeven, weten we niet precies hoe die muziek geklonken heeft. Eeuwen lang is er heel veel geëxperimenteerd met het noteren van ritme en daar is ook veel bladmuziek van bewaard gebleven. Toch is het voor ons niet altijd mogelijk om te achterhalen hoe deze werken precies werden uitgevoerd. De bladmuziek van de originele Carmina Burana is opgeschreven met neumen zonder lijnen. Carl Orff heeft dus zelf bepaald wat de toonhoogte en het ritme is. Het neumenschrift heeft hij als leidraad gebruikt om zijn versie van de Carmina Burana te maken, waarvan Oh Fortuna het eerste deel is.

Neumenschrift zonder lijnen. De noten werden bij de tekst

geschreven.

Neumenschrift met 4 lijnen.

20

Neumenschrift met 5 lijnen van Guido van Arezzo. Dit is het eerste stuk wat wij gaan spelen met een andere maatsoort. Tot nu toe hebben we alleen nog maar gespeeld met de vierkwartsmaat. Het bovenste cijfer staat voor hoeveel tellen er in de maat zitten. Het onderste cijfer staat voor de noot die één tel is. De vierkwartsmaat heeft dus vier tellen in de maat en de kwartnoot is één tel. De maatsoort 6/4 heeft zes tellen in de maat en de kwartnoot is één tel. De maatsoort 3/8 heeft drie tellen in de maat en de achtste noot is één tel. De kwartnoot duurt dan dus twee tellen!

Opdrachten

1. Schrijf de namen van de noten onder de noten in je partij. Je docent gaat dit eerst uitleggen.

2. Middeleeuwse muziek

a. Zoek op welke muziekinstrumenten er al bestonden in de middeleeuwen?

b. Zoek op Áoutube op hoe ze klonken. Àat is je favoriet? c. Zoek naar stuk middeleeuwse muziek met instrumenten op Áoutube.

Àat vind je hiervan?

3. Invuloefening met verschillende maatsoorten. Gebruik alle noten en rusten die je al kent en vul de lege maten in. Gebruik elke notenwaarde en rust tenminste één keer.

21

? b 46 43>̇>̇ >̇

"O Fortuna" Pesante q = 60

ƒ>̇

>̇ >̇ >̇w> ˙ wU

? b 43 .. ..œ œ œ œ œ œAllegro q = 132

!

A

œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

? b .. ..œ œ œ œ œ œB

œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

? b .. ..œ œ œ œ œ œC

œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

? b .. œ œ œ œ œ œP

D

œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ 1.

œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

? b ..35

œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ 2.

œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

? b .. Œ œ œf

Più mosso é accel...E

œ œ Œ Œ œ œ œ œ Œ

Oh, Fortuna

Carl Orff

arr. J. G. Adema

Cello teacher

from Carmina Burana

©Schott Music International (GEMA)

? b ..45 Œ œ œ œ ˙ ˙ œ .˙

? b Œ œ œƒ

F œ œ Œ Œ œ œ œ œ Œ

? b53 Œ œ œ œ ˙ ˙ œ .˙

? b Œ œ œG œ œ Œ Œ œ œ œ œ Œ

? b61 Œ œ œ ˙ œ œ ˙ œ ˙

? b œ> >̇ÏPrestoH

œ> >̇ œ> œ> œ> œ> œ> œ>

? b69 œ> œ> œ> œ> œ> œ>>̇ œ> œ >̇ .U̇

Oh, Fortuna

? b 46 43>̇>̇ >̇

"O Fortuna" Pesante q = 60

ƒ>̇

>̇ >̇ >̇w> ˙ wU

? b 43 .. ..œ œ Œ œ œAllegro q = 132

!

A

Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ

? b .. ..œ œ Œ œ œB

Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ

? b .. ..œ œ Œ œ œC

Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ

? b .. œ œ Œ œ œD

PŒ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ 1.

œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ

? b ..35

œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ 2.

œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ

? b .. Œ œ œf

Più mosso é accel...E

œ œ Œ Œ œ œ œ œ Œ

Oh, Fortuna

Carl Orff

arr. J. G. Adema

Cello

from Carmina Burana

©Schott Music International (GEMA)

22

? b ..45 Œ œ œ œ ˙ ˙ œ .˙

? b Œ œ œƒ

F œ œ Œ Œ œ œ œ œ Œ

? b53 Œ œ œ œ ˙ ˙ œ .˙

? b Œ œ œG œ œ Œ Œ œ œ œ œ Œ

? b61 Œ œ œ ˙ œ œ ˙ œ ˙

? b œ> >̇Ï

PrestoH

œ> >̇ œ> œ> œ> œ> œ> œ>

? b69

œ> œ> œ> œ> œ> œ>>̇ œ> œ >̇ .U̇

Oh, Fortuna

23

? b 46 43>̇>̇ >̇

"O Fortuna" Pesante q = 60

ƒ>̇

>̇ >̇ >̇w> ˙ wU

? b 43 .. ..Œ œ œ ŒAllegro q = 132

!A

œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ

? b .. ..Œ œ œ ŒB

œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ

? b .. ..Œ œ œ ŒC

œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ

? b .. Œ œ œ ŒP

D

œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ 1.Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ

? b ..35 Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ 2.Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ

? b .. Œ œ œf

Più mosso é accel...E

œ œ Œ Œ œ œ œ œ Œ

Oh, Fortuna

Carl Orff

arr. J. G. Adema

Advanced Cello

from Carmina Burana

©Schott Music International (GEMA)

24

? b ..45 Œ œ œ œ ˙ ˙ œ .˙

? b Œ œ œƒ

F œ œ Œ Œ œ œ œ œ Œ

? b53 Œ œ œ œ ˙ ˙ œ .˙

? b Œ œ œG œ œ Œ Œ œ œ œ œ Œ

? b61 Œ œ œ ˙ œ œ ˙ œ ˙

? b œ> >̇ÏPrestoH

œ> >̇ œ> œ> œ> œ> œ> œ>

? b69 œ> œ> œ> œ> œ> œ>>̇ œ> œ >̇ .U̇

Oh, Fortuna

25

HappÁ – Pharell Àilliams Muziek is in de loop van de tijd enorm veranderd. Luister bijvoorbeeld naar het nummer HappÁ van Pharrel Àilliams. Tegenwoordig maken we gebruik van studio’s om nummers op te nemen. Met klassieke concerten gaat dat soms wel anders. Dan wordt er een uitvoering in een concertzaal opgenomen tijdens een concert. Er konden zich daar geen fouten gepermitteerd worden, want dat staat dan ook op de opname. In de studio kun alles overdoen en het beste materiaal gebruiken. Er komen veel dingen overeen in de popmuziek en de klassieke muziek, alleen noemen we het anders. Bijvoorbeeld:

• ‘Featuring’ (feat, ft.): dit woord geeft aan dat iemand anders ook in het nummer zingt, of een solo speelt. Bijvoorbeeld: Shakira - Hips

Don't Lie ft. ÀÁclef Jean . Dit geeft aan dat Shakira het nummer heeft geschreven en dat ÀÁclef Jean meezingt in het nummer.

• Producer: de producer is de verantwoordelijke voor de opnamesessie. Dit betekend dat de producer beslist welke opnames gebruikt worden en ook bepaalt wat de uiteindelijke mix van het nummer wordt. Een nummer heeft dus een schrijver (writer), een zanger of solist (featuring), en een eindverantwoordelijke (producer).

In de klassieke muziek komt dit eigenlijk ook voor alleen noemen we het dan anders. De schrijver van de muziek noemen we een componist. Om muziek uit te voeren wordt altijd het orkest of ensemble genoemd die het uitvoert, maar ook de solist. Daarnaast is de dirigent de eindverantwoordelijke. Hij zal niet de noten veranderen maar geeft wel extra sfeer door misschien iets te vertragen, iets zachter te spelen of de violen iets harder te laten spelen. Net als een producer die bepaalt welke opnames hij wil gebruiken en hoe er gespeeld moet worden. Ook al blijft opnemen altijd anders dan live spelen, er blijven altijd solisten, schrijvers en de eindverantwoordelijke.

16

Opdrachten

1. Schrijf de namen van de noten onder de noten in je partij. Je docent gaat dit eerst uitleggen.

2. Geef aan in de bladmuziek van HappÁ waar de volgende onderdelen

beginnen, als zij aanwezig zijn. Let op! In het arrangement van SuperSÁmphonics komt het couplet maar één keer voor. • Intro • Couplet: een stuk muziek dat vaker terugkomt, maar met steeds

een andere tekst. • Refrein: niet alleen de muziek komt terug, ook de tekst wordt

precies hetzelfde gezongen. • Bridge: deze wijkt erg af van het couplet en het refrein. De bridge

is een voorbereiding op het couplet of refrein. • Outro

3. In het volgende muziekstuk missen enkele noten. Voeg deze zelf toe.

De toonhoogte is niet belangrijk, het gaat er alleen om dat er in elke maat precies vier tellen zitten.

& # # 44 .œ Jœ .œ ˙ Jœ˙ .œ Jœ Œ

& # # œ œ œ œ Jœ œ .œ œ Jœ ˙ .Jœ œ œ œ œ ‰ œ œ œ œ œ œ Œ

& # # ‰ œ œ œ œ œ Jœ ‰ Rœ œ œ œ œ Jœ ‰ ‰ Jœ Jœ œ œ Jœ ‰ ‰ Jœ œ œ œ œ Jœ

& # # œ œ œ œ œ œ œ œ .Jœ jœ ˙ .œ œ jœ jœ jœ ‰ œ œ œ œ Œ

© 2011Eigendom Stichting Leerorkest

17

? b 44 .. .. ..œ> œ> œ> œ> œ> ‰ Jœ .œb œ œ œA œ œ œ œb > œ> œ œb œ œ œ> œ œ> œb œ

? b6

œ œb œ ‰ œ ‰ œ œ œ œ œb œ œ œ œb œ œ œ> œ œ œb œ

? b10 jœ ‰ œ œ .œ œ œ œb œ œ œ œ œ œb œ œ œ> œ œ ‰ œb œ œ

? b14 œ ‰ Jœ .œb œ œ œ œ œ œb œ œ œ œ œ œ œb œ œ> œ> Œ ‰ Jœ œ œb

? b œ> œ> ˙ œ œ>B w >̇ .œ> Jœ> w œ> œ> ˙ œ œ> w >̇ .œ> Jœ> w

HappÁ

Pharell L. Àilliamsarr. Àouter Hakhoff

EMI April Music Inc.EMI-MUSIC PUBLISHING HOLLAND BV, ÀARNER-TAMERLANE PUBLISHING CO

Cello teacher

? b ..26 œ> œ> ˙ œ œ> w >̇ .œ> Jœ> w œ> œ> ˙ œ œ> w >̇ .œ> Jœ> !

? b Œ .œ> œ> ÓC

! Œ .œ> œ> Ó ! Œ .œ> œ> Ó ! Œ .œ> œ> Ó !

? b42 œ> œ> œ œ œ> œ> œ œ œb > œ> œ œ œ> œ> œ œ œ> œ> œ œ œ> œ> œ œ œb > œ> œ œ œ> œ> œ œ

? b46 œ œ œ œ œ œ œ œ œb > œ> œ œ œ> œ> œ œ œ> œ> œ œ œ> œ> œ œ œb > œ> œ œ œ> œ> œ œ

? b œ> œ> ˙ œ œ>D w >̇ .œ> Jœ> w œ> œ> ˙ œ œ> w >̇ .œ> Jœ> w

? b58 œ> œ> ˙ œ œ> w >̇ .œ> Jœ> w œ> œ> ˙ œ œ> w œ> œ> œ> œ œ>

HappÁ

? b 44 .. .. ..œ œ œ œ œ Œ ÓA

! œ Œ œ œ œ ˙ œ œ

? b6

œ Œ Ó ! œ Œ œ œ œ ˙ œ œ

? b10

œ Œ Ó ! œ Œ œ œ œ ˙ Ó 2 œ Œ œ œ> œ>!

? b œ> œ> ˙ œ œ>B

w >̇ .œ>jœ> w œ> œ> ˙ œ œ> w >̇ .œ>

jœ> w

? b ..26

œ> œ> ˙ œ œ> w >̇ .œ>jœ> w œ> œ> ˙ œ œ> w >̇ .œ>

jœ> !

HappÁ

Pharell L. Àilliamsarr. Àouter Hakhoff

EMI April Music Inc.EMI-MUSIC PUBLISHING HOLLAND BV, ÀARNER-TAMERLANE PUBLISHING CO

Cello

18

? b Œ .œ> œ> ÓC

! Œ .œ> œ> Ó ! Œ .œ> œ> Ó ! Œ .œ> œ> Ó !

? b42

œ> œ œ œ œ> œ œ œ œ> œ œ œ œ> œ œ œ œ> œ œ œ œ> œ œ œ œ> œ œ œ œ> œ œ œ

? b46

œ> œ œ œ œ> œ œ œ œ> œ œ œ œ> œ œ œ œ> œ œ œ œ> œ œ œ œ> œ œ œ œ> œ œ œ

? b œ> œ> ˙ œ œ>D

w >̇ .œ>jœ> w œ> œ> ˙ œ œ> w >̇ .œ>

jœ> w

? b58

œ> œ> ˙ œ œ> w >̇ .œ>jœ> w œ> œ> ˙ œ œ> w œ> œ> œ> œ œ>

HappÁ

19

Canon in D

Johann Pachelbel (1653 – 1706) was een Duits organist en componist. Zijn

bekendste compositie is de “Canon in D”. In dit stuk wordt een speciale

manier van componeren gebruikt. Àe noemen deze manier van componeren

de canon, zoals de titel van het stuk eigenlijk al zegt. Voordat je een

compositie (muziekstuk) een canon mag noemen moet het aan een aantal

regels voldoen. Hieronder zie je de eerste maten van de originele versie van

de Canon in D van Johann Pachelbel.

Bij een canon is het een regel dat de verschillende stemmen elkaar constant

blijven “imiteren”. Je ziet in het notenschrift ook dat de eerste stem (violin 1)

begint, dat de tweede stem hetzelfde doet en de derde stem ook. De

imitatie blijft tot het einde van het stuk. Dit maakt het componeren van

canons erg lastig, want de verschillende stemmen moeten natuurlijk wel mooi

samen klinken.

Er zijn wel een aantal uitzonderingen op de regel:

• Pachelbel’s Canon in D is een driestemmige canon met een extra stem

die de basstem speelt. Er zijn ook tweestemmige canons, vierstemmige

canons en er is zelfs een 24-stemmige canon geschreven. De

hoeveelheid stemmen die je gebruikt mag je zelf bepalen, het maakt

het alleen wel steeds complexer.

• De andere stemmen mogen volledig achterstevoren staan. Dat

betekent wel dat de stemmen tegelijk beginnen.

• De andere stemmen mogen twee keer zo snel of twee keer zo

langzaam zijn.

• De andere stemmen mogen op een andere toonhoogte beginnen.

Muziek componeren met zulke strenge regels maakt het schrijven erg lastig

en de muziek erg complex, toch kan het wel heel eenvoudig en speels klinken.

12

Maten

Om de muziek overzichtelijk te houden, zetten we alle noten in hokjes. Deze

hokjes heten maten. Na elke maat staat een maatstreep. Op het einde van

het muziekstuk staat een speciale maatstreep, de slotstreep.

In elke maat zitten altijd precies evenveel tellen. Dit wordt aangegeven door

de maatsoort. Een vierkwartsmaat geeft aan dat er vier tellen in elke maat

zitten en dat de kwartnoot één tel duurt.

B w

? w

& w w w wa b c d

B w w w wa b c d

? w w w wa b c d

2

13

Opdrachten

1. Schrijf de namen van de noten onder de noten in je partij. Je docent

gaat dit eerst uitleggen.

2. Johann Pachelbel was een componist uit de barok.

a. Zoek zelf op internet andere historische periodes op en vind bij

elke periode een componist.

b. Zoek deze muziek op op Áoutube en kijk welke muziek je het

mooist vindt.

3. In onderstaand muziekstuk staan nog geen maatstrepen. Zet deze er

zelf in op de goede plaats. Vergeet niet op het einde een slotstreep

te zetten.

!! !

44 .œ Jœ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

œ œ ˙ ˙ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

.œ Jœ ˙ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ ˙ w

14

? # # 44 4Moderato {q = c 79} œ œ œ œ œ œ œ œ1

Jœ ‰ Œ ‰ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

? # # œ œ œ œ œ œ œ œ2

Jœ ‰ Œ ‰ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

? # # 43 44

f? # # œ œ œ œ œ œ œ œ5

Jœ ‰ Œ ‰ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ 46

? # # œ œ œ œ œ œ œ œ7

Jœ ‰ Œ ‰ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

? # # œ œ œ œ œ œ œ œ8

Jœ ‰ Œ ‰ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

? # # .. ..œ œ œ œ œ œ œ œ9 Herhalen, bij elke herhaling groepen laten stoppen, viool eindigt

Jœ ‰ Œ ‰ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

? # # 510

Canon in DSuperSÁmphonics OSB Johann Pachelbel

arr. Jan Gerrit AdemaBew. Sup.SÁm.: Àouter Hakhoff

Solo Cello/Trombone

Expertisecentrum LeerorkestCreative Commons BY NC

? # # 44 ˙ ˙Moderato {q = c 79}

pizz.

˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙

? # # ˙ ˙1

˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙

? # # œ œ œ œ2

œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

? # # œ œ œ œ3

œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

? # # œ Œ Ó4 3 œ Œ Ó

5arco 3 œ Œ Ó

6 3 œ Œ Ó7 3

? # # œ œ œ œ8

œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

? # # .. ..œ œ œ œ9 Herhalen, bij elke herhaling groepen laten stoppen, viool eindigt

œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

? # # ˙ ˙pizz.10 ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ U̇ Ó

f

Canon in DSuperSÁmphonics OSB Johann Pachelbel

arr. Jan Gerrit AdemaBew. Sup.SÁm.: Àouter Hakhoff

Cello Teacher

Expertisecentrum LeerorkestCreative Commons BY NC

? # # 44 ˙ ˙Moderato {q = c 79} pizz. ˙ Ó ˙ ˙ ˙ Ó

? # # ˙ ˙1 ˙ Ó ˙ ˙ ˙ Ó

? # # ˙ ˙2 ˙ Ó ˙ ˙ ˙ ˙

? # # ˙ ˙3 ˙ Ó ˙ ˙ ˙ ˙

? # # œ Œ Ó4 3 œ Œ Ó

5arco 3 œ Œ Ó

6 3 œ Œ Ó7 3

? # # ˙ ˙8 ˙ Ó ˙ ˙ ˙ ˙? # # .. ..˙ ˙9 Herhalen, bij elke herhaling groepen laten stoppen, viool eindigt˙ Ó ˙ ˙ ˙ ˙? # # ˙ ˙pizz.10 ˙ Ó ˙ ˙ ˙ Ó U̇ Ó

f

Canon in DSuperSÁmphonics OSB Johann Pachelbel

arr. Jan Gerrit AdemaBew. Sup.SÁm.: Àouter Hakhoff

Cello Students

Expertisecentrum LeerorkestCreative Commons BY NC

Ode an die Freude – Ludwig van Beethoven Ludwig van Beethoven componeerde zijn eerste stukken rond 1790 en heeft een grote invloed gehad. Het was rond 1790 nog erg gebruikelijk dat componisten een baan hadden bij de kerk of bij een hof. Hier maakte Beethoven verandering in en hij begon voor zichzelf. De eerste zelfstandig ondernemer in de muziekwereld! Dit betekent dat Beethoven veel vrijer was in zijn werk en kon doen wat hij zelf graag wilde. Dit was toen ongekend. Een mooi voorbeeld is de derde sÁmfonie van Beethoven. Deze wilde Beethoven opdragen aan Napoleon Bonaparte. Hij zag in hem de held die een nieuw tijdperk zou beginnen. Een tijdperk van Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap. Op het moment dat Beethoven hoorde dat Napoleon zichzelf tot keizer had gekroond (in mei 1804) verscheurde hij de titel van het stuk en gaf het een andere naam (Eroica). Zwaar teleurgesteld was hij in zijn idool, de zoveelste heerser op weg om een tiran te worden. Omdat Beethoven niet aan het hof werkte of voor een andere werkgever, kon hij gewoon de titel veranderen zonder dat iemand daar problemen mee had. Aan het einde van zijn leven begon Beethoven steeds dover te worden. Dit had een grote invloed op zijn composities. Deze gingen steeds meer lijken op wat hij vroeger geleerd had. Hij gebruikte oudere compositietechnieken en dreef hier heel erg in door. Het Ode an die Freude komt uit de negende en laatste sÁmfonie die Beethoven geschreven heeft.

32

Opdrachten

1. Schrijf de namen van de noten onder de noten in je partij. Je docent gaat dit eerst uitleggen.

2. De tekst van de Ode an die Freude komt van een Duits gedicht.

a. Zoek op internet naar een vertaling en lees deze. b. Àaar gaat het over? c. Àaar is deze muziek nog meer bekend van?

3. Naast de derde en negende sÁmfonie van Beethoven is ook de vijfde

sÁmfonie ontzettend beroemd geworden. Echt iedereen kent het begin daarvan. Zoek het maar eens op op Áoutube.

a. Hieronder staan de noten van het beginthema van de vijfde sÁmfonie, maar de lengte van de noten is nog niet ingevuld. Probeer dit zelf in te vullen: kies uit

• hele noten (dan hoef je niks te doen), • halve noten (dan moeten ze nog een stok krijgen), • kwartnoten (dan moeten ze zwart zijn met een stok) en • achtste noten (zwart met een stok en een vlaggetje).

Tip 1: Luister goed naar de opname. Àelke noten zijn even lang? Tip 2: Kijk eens naar de achtste rust in het begin en denk eraan dat je wil uitkomen op een logisch aantal tellen in de maat.

b. Als het goed is heb je in elke maat precies evenveel tellen geschreven. Hoeveel tellen zijn dat en wat is dan de maatsoort van dit thema?

& bbb ‰ ˙ ˙ ˙ ˙U ‰ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙U

33

? b 42 ‰ Jœ œ œTot 1 spelen de kinderen de grafische partituurDe docenten spelen de genoteerde partij

U̇ ‰ Jœ œ œ U̇ ‰ Jœ œ œ ˙ ˙ ˙

? b9 œ œ œ œ ˙ ˙ ˙ ˙ œ œ œ œ ˙ œ œ œ œ

? b C17 ˙ œ Œ œn Œ ˙# U ‰ jœ œ œ ˙U ˙U˙

U

? b C .. .. ..41 72

Ó ‰ œ> œ> œ>

? b >̇ Ó3 2 Ó ‰ œ> œ> œ> ˙# > Ó 2 Ó ‰ œ œ œ

? b œ œ œ œ ˙4 w w ˙ ‰ œ œ œ œ œ œ œ ˙ w w w

? b54 ‰ œ œ œ ˙ œ œ œ œ ˙ œ Œ Ó œ# Œ Ó œ# ‰ Jœ œ œb .œ œn .˙

? b60 œ# ‰ Jœ œ œb .œ œn œ ‰ œ> œ> œ> œ> Œ Ó5 >̇ Ó 2 Ó ‰ œ> œ> œ> >̇ Ó

Beethoven in de BijlmerLudwig van Beethoven

Expertisecentrum LeerorkestCreative Commons BY NC

Cello Teacher

Àouter Hakhoff

OSB SuperSÁmphonics

? b 42 C25Tot 1 spelen de kinderen de grafische partituurDe docenten spelen de genoteerde partij

? b C .. .. ..41 72

Ó ‰ Û>

Û>

Û>

? b |>

Ó3 2 Ó ‰ Û

>Û>

Û>

|>

Ó 2 Ó ‰ Û Û Û

? b |4

| | | ‰ Û Û Û | | | |

? b54 2 Û Œ Ó Û Œ Ó 3

? b61 Ó ‰ Û>

Û>

Û>

|>

Ó5 3 Ó ‰ Û

>Û>

Û>

|>

Ó

Beethoven in de BijlmerLudwig van Beethoven

Expertisecentrum LeerorkestCreative Commons BY NC

Cello Students

Àouter Hakhoff

OSB SuperSÁmphonics

? 86 jœ ‰ ‰ jœ ‰ ‰ œ œ# œ œ œ œ jœ ‰ ‰ Jœ ‰ ‰ œ œ œ œ œ œ

?5 jœ ‰ ‰ jœ ‰ ‰ œ ‰ œ ‰ jœ ‰ jœ ‰ ‰ jœ ‰ ‰ œ ‰ œ ‰ jœ ‰

? œ œ œ œ œ œGUIDE

1

œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œb œ œ œb œ œ œ œb œ œb œ œ œb œ œ œ- Jœ̂ ‰œ

?17 jœ ‰ ‰ jœ ‰ ‰ œ œ œ jœ ‰ ‰ jœ ‰ ‰ œ œ œ

? .. œ œ œ œ œ œ2

œ ‰ œ .œ œ œ œ œ œ œ œ ‰ œ .œ jœœ> œœ>jœœ> œœ>

AmericaLeonard Bernstein

Expertisecentrum LeerorkestCreative Commons BY NC

Cello Teacher

Àouter Hakhoff

OSB SuperSÁmphonics

? ..26

œ œ œ œ œ œ œ ‰ œ .œ œ œ œ œ œ œ œ ‰ œ .œ œœ œ œ œ œ œ

? œ œ œ œ œ œGUIDE

3

œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œb œ œ œb œ œ œ œb œ œb œ œ œb œ œ œ- Jœ̂ ‰œ

?39 jœ ‰ ‰ jœ ‰ ‰ œ œ œ jœ ‰ ‰ jœ ‰ ‰ œ œ œ

? .. œ œ œ œ œ œ4

œ ‰ œ .œ œ œ œ œ œ œ œ ‰ œ .œ jœœ> œœ>jœœ> œœ>

? ..48

œ œ œ œ œ œ œ ‰ œ .œ œ œ œ œ œ œ œ ‰ œ .œ œœ œ œ œ œ œ

? œ œ œ œ œ œGUIDE

5

œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œb œ œ œb œ œ œ œb œ œb œ œ œb œ œ œ- Jœ̂ ‰œ

?61 jœ ‰ ‰ jœ ‰ ‰ œ œ œ jœ ‰ ‰ jœ ‰ ‰ œ ‰ œ ‰ Œ

America

? 86 8

? !1

œ> œ> œ>! œ> œ> œ> ! œ> œ> œ> ! œ> œ> œ>

?17 4

? .. .œ> .œ>2

jœ.‰ ‰ Œ . .œ> .œ> jœ. ‰ ‰ Œ . !

? ..26 .œ> .œ> Jœ. ‰ ‰ Œ . ! .œ> .œ> jœ. ‰ ‰ Œ .

AmericaLeonard Bernstein

Expertisecentrum LeerorkestCreative Commons BY NC

Cello Students

Àouter Hakhoff

OSB SuperSÁmphonics

? !3

œ> œ> œ>! œ> œ> œ> ! œ> œ> œ> ! œ> œ> œ>

?39 4

? .. .œ> .œ>4

jœ.‰ ‰ Œ . .œ> .œ> jœ. ‰ ‰ Œ . !

? ..48 .œ> .œ> Jœ. ‰ ‰ Œ . ! .œ> .œ> jœ. ‰ ‰ Œ .

? !5

œ> œ> œ>! œ> œ> œ> ! œ> œ> œ> ! œ> œ> œ>

?61 4

America

Call of DutÁ MÀ3 Muziek in games is steeds belangrijker aan het worden. De game wordt herkenbaarder maar ook leuker om te spelen. Denk eens aan de muziek van Super Mario. Je hoort het gelijk. Het is van belang dat de muziek de spelbeleving groter maakt. Tijdens het spelen ben jij het personage en alle beelden en geluiden om je heen moet je echt ervaren, elk takje dat breekt, elke deur die opengaat. Muziek kan hier sterk aan bijdragen. Dit is voor een componist een enorme uitdaging. Bij elke omgeving wordt er nieuwe muziek gecomponeerd om een zo goed mogelijke sfeer te maken bij het spel. Naast het componeren moet de muziek ook in het spel geïntegreerd worden. Als je een spel speelt hoor je wel eens andere muziek als je in een andere ruimte komt. De componist moet dus tijdens het componeren al rekening houden met deze mogelijke overgangen in de muziek. Al met al komt er enorm veel bij kijken om muziek te schrijven voor een spel. Het is ook niet voor niets de snelst groeiende markt is als het gaat om muziek verkopen. Iedereen speelt spelletjes. Op de telefoon, tablet en computer en allemaal hebben ze muziek.

26

Opdrachten

1. Schrijf de namen van de noten onder de noten in je partij. Je docent gaat dit eerst uitleggen.

2. Muziek kan veel verschillende functies bedienen, zoals hier om een spel

te begeleiden, of om sfeer op te wekken in een film. Voor welke andere doelen kan muziek ingezet worden in ons maatschappij? Geef als het kan ook een voorbeeld.

3. Boven Call of DutÁ staat ♩ = 98. Dit betekent dat er per minuut 98 kwartnoten gespeeld moeten worden. Hoe meer noten er per minuut gespeeld worden, hoe sneller het tempo van een muziekstuk is. a. Bij welk tempo worden er twee kwartnoten per seconde gespeeld? b. Hoeveel zestiende noten worden er per minuut gespeeld in dat

tempo?

c. Een stuk begint in een vierkwartsmaat met een tempo van ♩ = 120. De maatsoort verandert naar een 6/8 maatsoort en er staat bij

� =��. Hoeveel achtsten zitten er dan in een minuut in het nieuwe tempo?

d. Bij een 6/8 maat wordt de tempo aanduiding altijd als ♩. = ... genoteerd. Àat moet dit zijn voor dit tempo? Tip: hoeveel achtste noten passen er in een kwartnoot met punt?

27

? b 44 œ! œ" œ! œ" œ! œ" œ! œ"q = 98

œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

? b5 œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

? b .. ˙ œ œDocent (+ advanced students)A .˙ Œ ˙ œ œ w ˙ œ œ ˙ ˙ ˙ œ œ .˙ Œ

? b ..˙ œ œB .˙ Œ ˙ œ œ w ˙ œ œ ˙ ˙ ˙ œ œ w w

? b .œ> œ> œ œ> œ ŒC .œ> œ> .œ œ> œ Œ .œ> œ> œ œ> œ Œ .œ> œ> .œ œ> œ Œ

Call of DutÁ MÀ3Brian Theodore TÁler

Expertisecentrum LeerorkestCreative Commons BY NC

Cello Teacher

Àouter Hakhoff

OSB SuperSÁmphonics

? b30 .œ> œ> œ œ> Ó .œ> œ> œ œ> Ó .œ> œ> œ œ> Ó .œ> œ> œ œ> Ó

? b .. .œ> œ> œ œ> œ ŒD .œ> œ> .œ œ> œ Œ .œ> œ> œ œ> œ Œ .œ> œ> .œ œ> œ Œ

? b ..38 .œ> œ> œ œ> Ó .œ> œ> œ œ> Ó .œ> œ> œ œ> Ó .œ> œ> œ œ> Ó !

? b .œ^

œ^ ‰ jœ

^ ‰ œ œ œb œ œE Tempo up

.œ^

œ^ ‰ jœ

^ ‰ œ œ œb œ œ .œ^

œ^ ‰ jœ

^ ‰ œ œ œb œ œ œ Œ ‰ œ- œ̂ " œb - œ^

? b47

.œ^

œ^ ‰ jœ

^ ‰ œ œ œb œ œ .œ^

œ^ ‰ jœ

^ ‰ œ œ œb œ œ .œ^

œ^ ‰ jœ

^ ‰ œ œ œb œ œ œ œ œ œ ‰œ- œ̂ " œb - œ^3

œ Œ Ó

? b .œ^

œ^ ‰ jœ

^ ‰ œ œ œb œ œF

.œ^

œ^ ‰ jœ

^ ‰ œ œ œb œ œ .œ^

œ^ ‰ jœ

^ ‰ œ œ œb œ œ œ Œ ‰ œ- œ̂ " œb - œ^

? b56

.œ^

œ^ ‰ jœ

^ ‰ œ œ œb œ œ .œ^

œ^ ‰ jœ

^ ‰ œ œ œb œ œ .œ^

œ^ ‰ jœ

^ ‰ œ œ œb œ œ œ œ œ œ ‰œ- œ̂ " œb - œ^3

œ Œ Ó

Call of DutÁ MÀ3

? b 44 œ! œ" œ! œ" œ! œ" œ! œ"q = 98 œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ! œ" œ! œ" œ! œ" œ! œ" œ œ œ œ œ œ œ œ

? b ..7 œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ!

œ"

œ!

œ"

œ!

œ"

œ!

œ"A

œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ #

? b13

œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ # œ!

œ"

œ!

œ"

œ!

œ"

œ!

œ"B

œ œ œ œ œ œ œ œ

? b19

œ œ œ œ œ œ œ œ # œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ #

? b ..25 œn œ œ œ œ œ œ œ .œ> œ> œ œ> œ ŒC

.œ> œ> œ œ> œ Œ .œ> œ> œ œ> œ Œ # .œ> œ> œ œ>Ó

Call of DutÁ MÀ3Brian Theodore TÁler

Expertisecentrum LeerorkestCreative Commons BY NC

Cello Student

Àouter Hakhoff

OSB SuperSÁmphonics

? b ..31

.œ> œ> œ œ>Ó .œ> œ> œ œ> œ Œ ! .œ> œ> œ œ> œ Œ

D

.œ> œ> œ œ> œ Œ .œ> œ> œ œ> œ Œ

? b ..37 ! .œ> œ> œ œ>Ó .œ> œ> œ œ>

Ó .œ> œ> œ œ> œ Œ ! !

? b .œ^

œ^ ‰ jœ

^ Œ ŒE Tempo up

.œ^

œ^ ‰ jœ

^ Œ Œ .œ^

œ^ ‰ jœ

^ Œ Œ œ Œ Œ Œ

? b47

.œ^

œ^ ‰ jœ

^ Œ Œ .œ^

œ^ ‰ jœ

^ Œ Œ .œ^

œ^ ‰ jœ

^ Œ Œ œ œ œ œ Œ Œ3

œ Œ Ó

? b .œ^

œ^ ‰ jœ

^ Œ ŒF

.œ^

œ^ ‰ jœ

^ Œ Œ .œ^

œ^ ‰ jœ

^ Œ Œ œ Œ Œ Œ

? b56

.œ^

œ^ ‰ jœ

^ Œ Œ .œ^

œ^ ‰ jœ

^ Œ Œ .œ^

œ^ ‰ jœ

^ Œ Œ œ œ œ œ Œ Œ3

œ Œ Ó

Call of DutÁ MÀ3

? # 22 .. ..Û Û |Voet voet klap

Û Û |voet voet klap

Û Û |voet voet klap

Û Û |voet voet klap

? # .. ..5 Û Û |Voet voet klap

Û Û |voet voet klap

Û Û |voet voet klap

Û Û |voet voet klap

? # .. œ> œ œ œ œ œ œ1

œ> œ œ œ œ œ> œ œ œ œ œ> œ œ Œ

? # ..13 œ> œ> ‰ œ œ œ œ œ> œ œ Œ œ> œ œ œ œ œ> œ> œ>Œ

? # ˙ ˙2

˙ ˙ œ œ Ó œ œ Ó

? #21 ˙ ˙ ˙ ˙ œ œ Ó œ œ Ó

Àe Àill Rock YouBrian Harold MaÁ

Expertisecentrum LeerorkestCreative Commons BY NC

Cello Teacher

Àouter Hakhoff

OSB SupersÁmphonics

? # 22 .. ..Û Û |Voet voet klap

Û Û |voet voet klap

Û Û |voet voet klap

Û Û |voet voet klap

? # .. ..5 Û Û |Voet voet klap

Û Û |voet voet klap

Û Û |voet voet klap

Û Û |voet voet klap

? # .. œ œ ÓG G

1

œ œ ÓG G

œ œ Ó œ œ Ó

? # ..13

œ œ Ó œ œ Ó œ œ Ó œ œ Ó

? # ˙ ˙D4 3

2

˙ ˙2 1

œ œ ÓG G

œ œ ÓG G

? #21 ˙ ˙D4 3

˙ ˙2 1

œ œ ÓG G

œ œ ÓG G

Àe Àill Rock YouBrian Harold MaÁ

Expertisecentrum LeerorkestCreative Commons BY NC

Cello Student

Àouter Hakhoff

OSB SupersÁmphonics

Stichting Leerorkest

P/a Muziekcentrum Zuidoost Hofgeest 139,1102 EG Amsterdam Telefoon 020-696 8371 [email protected]

www.leerorkest.nl

Illustra

tieGuida Jo

seph

W.J.O de VriesfondsPauluc Fonds

Van Lange fonds,Sayers Fonds en Mijndershuis Fonds