SUBSIDIEBESTEK 2017 Jeugdhulp: C2 …...Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en...
Transcript of SUBSIDIEBESTEK 2017 Jeugdhulp: C2 …...Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en...
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
1
SUBSIDIEBESTEK 2017 Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
Uitnodiging tot subsidieaanvraag 2017 Regio Nijmegen
d.d. 4 augustus 2016
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
2
Begrippenlijst
In het navolgende document worden onderstaande begrippen gehanteerd. Deze worden in het
onderhavige Subsidiebestek met een hoofdletter beschreven.
Begrip Definitie
Cliënten, jeugdigen Afhankelijk van de doelgroep van het bestek worden hiermee de ontvangers van de in te kopen of te subsidiëren zorg bedoeld.
(Elektronisch) Berichtenverkeer Digitale communicatie tussen zorgaanbieder en gemeente door middel van JW-berichtenuitwisseling via Vecozo en het Gemeentelijk Gegevensknooppunt (GGK).
Jeugdwet 2015 Jeugdwet, regels inzake: a. opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen; b. opvoedingssituaties waardoor jeugdigen mogelijk in hun ontwikkeling worden bedreigd; c. taal- en leerproblemen; d. somatische aandoeningen; e. lichamelijke of verstandelijke beperkingen, en f. kindermishandeling en huiselijk geweld.
Professional/hulpverlener De professional of hulpverlener is de persoon die de daadwerkelijke zorg verleent aan de cliënt.
Regio De regio van subsidie verlenende gemeenten die gevormd wordt door de gemeenten in de regio Nijmegen, te weten Berg en Dal, Beuningen, Druten, Heumen, Mook en Middelaar, Nijmegen en Wijchen.
Schriftelijk Elk uit woorden of cijfers bestaand geheel dat kan worden gelezen, gereproduceerd en vervolgens medegedeeld, dat onder andere met elektronische middelen overgebrachte of opgeslagen informatie kan bevatten.
Standaardformulier(en)
Formulier dat de regiogemeenten aan dit Subsidiebestek hebben toegevoegd om maximale vergelijkbaarheid van de Inschrijvingen te bewerkstelligen. De Standaardformulieren gelden als dwingend voorgeschreven format voor levering van informatie en mogen op straffe van ongeldigheid van de inschrijving niet worden gewijzigd.
Subsidieaanvrager De zorginstelling, in dit geval een Gecertificeerde Instelling, die de subsidie aanvraagt om de functies Jeugdbescherming en Jeugdreclassering te kunnen uitvoeren. In plaats van Subsidieaanvrager wordt de deze ook aangeduid als: Aanbieder, Gecertificeerde Instelling en/of JB/JR Organisatie
Subsidieverlener De Regio Rijk van Nijmegen bestaande uit de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Druten, Heumen, Mook en Middelaar, Nijmegen en Wijchen. Ook worden deze aangeduid als: Opdrachtgever, Regio en Gemeente(n).
Subsidieverordening Jeugdhulp Verordening zoals in 2015 vastgesteld door de gemeenteraden van de zeven deelnemende regiogemeenten waarin alle kaders van subsidieaanvragen en subsidieverstrekkingen worden weergegeven. De subsidieverordening is te raadplegen via het gemeenteblad en via http://www2.nijmegen.nl/mmbase/attachments/1671950/gmb-2015-89056.pdf
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
3
1 Inleiding
Doel van dit subsidiebestek
Dit subsidiebestek bouwt voort op het subsidiebestek van vorig jaar, waarin aanbieders werden
uitgenodigd een subsidieaanvraag voor 2016 te doen. De onderliggende beleidsdoelstellingen zoals
bepaald in de regionale beleidsnota “Kracht door Verbinding” zijn onveranderd en nog steeds, tenzij
anders vermeld, van toepassing.
Van de ontvangers van dit bestek wordt verwacht dat zij een subsidieaanvraag zullen doen teneinde
de door hen geleverde diensten en producten in het kader van de Jeugdwet te kunnen continueren.
Deze inleiding beschrijft het proces op hoofdlijnen.
Inkoop- en subsidiemodel
In het beleidsplan ‘Kracht door verbinding’ is aangegeven welke specifieke taken de gemeenten in de
regio Nijmegen in samenhang op wijk-/gebiedsniveau wil organiseren en welke taken op regionaal
niveau, respectievelijk blok A- en B-taken en blok C-taken. In het Inkoop- en subsidiemodel is dit
nader uitgewerkt.
Dit is het model waarmee voor 2015 en 2016 de taken van de Jeugdwet en de WMO 2015 zijn
ingekocht en gesubsidieerd. Omdat er in blok C2 geen mogelijkheid is om de subsidie zonder nieuwe
aanvraag te verlengen, zoals bij inkoop wel mogelijk is, dienen de aanbieders van Jeugdzorg in blok
C2 opnieuw een subsidieaanvraag te doen.
CONTRACTEREN
LOKAAL REGIONAAL
UIT
VO
ER
EN
BLOK A
1. Inloop ontmoeting
2. Belevingsgerichte dagbesteding
ouderen en vervoer
BLOK B
1. Ontwikkelingsgerichte dagbesteding,
dagbehandeling, kortdurend verblijf en
vervoer jeugd;
(Specialistische) ontwikkelingsgerichte
dagbesteding, kortdurend verblijf en
vervoer volwassenen
2. Ambulante trajecten (begeleiding en
verzorging), hulp en behandeling,
observatie en diagnostiek jeugd;
Ambulante trajecten (begeleiding)
volwassenen
LO
KA
AL
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
4
BLOK C
1. Pleegzorg en (semi)residentiële zorg
voor jeugd
2. Jeugdbescherming en
jeugdreclassering
RE
GIO
NA
AL
Dit bestek
Dit bestek behandelt C2: Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
Voor het onderdeel C2 wordt gekozen voor een Uitnodiging tot Aanvraag subsidie.
De condities voor deze Uitnodiging tot Aanvraag subsidie zijn weergegeven in onderliggend
document, het zogenaamde Subsidiebestek. Het doel van de regio Nijmegen is het selecteren van
organisaties aan welke een subsidie wordt verstrekt met een looptijd van 1 jaar. Het is voor de
inschrijvers van belang om te weten dat de in 2015 vastgestelde Subsidieverordening jeugdhulp van
toepassing is op de aan te vragen en de te verlenen subsidies in het kader van de Jeugdwet.
1.1 Toelichting
De Uitnodiging tot Aanvraag subsidie wordt gezamenlijk uitgevoerd door de gemeenten in de regio
Nijmegen. De regio Nijmegen wordt gevormd door de gemeenten Berg en Dal Beuningen, Druten,
Heumen, Mook en Middelaar, Nijmegen en Wijchen.
Hieronder volgt een korte beschrijving van elke gemeente, gezamenlijk vormen deze gemeenten de
Opdrachtgever.
Beuningen is een groene plattelandsgemeente aan de westkant van Nijmegen en heeft de kernen
Beuningen, Ewijk, Weurt en Winsen. De ruim 25.000 inwoners genieten van het prettige karakter van
hun dorpen met een rijk verenigingsleven.
Druten ligt geheel westelijk binnen de regio en heeft 18.000 inwoners verdeeld over vijf kerkdorpen:
Afferden, Deest, Druten, Horssen en Puiflijk. De gemeente biedt de voordelen van het landelijk
wonen, een centrale ligging en goede voorzieningen.
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
5
Heumen ligt net onder Nijmegen en heeft haar 16.500 inwoners verdeeld over de kernen Heumen,
Malden, Nederasselt en Overasselt.
Mook en Middelaar ligt ten zuiden van Nijmegen, in Noord-Limburg. De gemeente telt 8.000
inwoners, verdeeld over de kernen Molenhoek, Mook en Middelaar-Plasmolen.
Nijmegen is met bijna 165.000 inwoners de grootste stad van de provincie Gelderland en heeft een
centrumfunctie voor de regio. Nijmegen heeft een lange geschiedenis die soms nog zichtbaar is in het
oude centrum. De stad is van landelijke betekenis door de Universiteit. De gezondheidszorg is sterk
vertegenwoordigd in Nijmegen en omgeving door een academisch ziekenhuis, een topklinisch
ziekenhuis en een ziekenhuis dat gespecialiseerd is in houding en beweging.
Gemeente Berg en Dal
Per 1 januari 2015 zijn de gemeenten Millingen aan de Rijn, Ubbergen en Groesbeek (hierna te
noemen: Berg en Dal) gefuseerd tot één nieuwe gemeente. . De definitieve naam van de gemeente
per 1 januari 2016 is Berg en Dal.
De nieuwe gemeente Berg en Dal telt circa 34.000 inwoners verdeeld over de kernen Millingen aan
de Rijn, Kekerdom, Leuth, Ooij, Beek, Ubbergen, Berg en Dal, Heilig Landstichting, Groesbeek,
Breedeweg en De Horst. De gemeente kenmerkt zich door zijn landelijke gebied, met veel bossen en
heuvels. Het is een langgerekt gebied dat grenst aan Duitsland in het oosten, de Rijn in het noorden,
de stad Nijmegen in het westen, en de provincie Limburg in het zuiden.
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
6
Wijchen ligt ten zuidoosten van Nijmegen en heeft circa 40.000 inwoners
verdeeld over Alverna, Balgoij, Batenburg, Bergharen, Hernen, Leur, Niftrik en Wijchen.
Meer informatie over de gemeenten binnen de regio Nijmegen kunt u vinden op de websites van de
gemeenten.
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
7
2 De Uitnodiging tot Aanvraag subsidie De Uitnodiging tot Aanvraag subsidie valt onder de reguliere subsidieregelgeving. De Algemene wet
bestuursrecht (Awb), de subsidieverordeningen en –regelingen van de deelnemende gemeenten zijn
van toepassing voor zover daarvan in dit document niet uitdrukkelijk wordt afgeweken. Voor de
Uitnodiging tot Aanvraag subsidie zijn de voorwaarden in dit document van toepassing.
2.1 Verloop van de Subsidieaanvraagprocedure
In onderstaande tabel staat de indicatieve planning weergegeven. Hieraan kunnen geen rechten
worden ontleend.
Activiteiten subsidieverlening Datum in 2016
Marktconsultatie C2 aanbieders 16 maart
Dialoog C2 aanbieders 29 juni
Publicatie bestekken 4 augustus
Sluitingsdatum indienen subsidieaanvragen 12 september
Beoordeling subsidieaanvragen incl. gesprekken met C2 aanbieders 12 september –
10 oktober
Ambtelijke vaststelling conceptvoorstel + concept subsidieovereenkomst 1 november
Politiek bestuurlijke besluitvorming Uiterlijk 16 december
De regio Nijmegen behoudt zich het recht voor de planning te wijzigen. Een wijziging van de planning
wordt tijdig bekend gemaakt.
2.2 Communicatie
Alle communicatie met betrekking tot onderhavige procedure dient te verlopen via het
aanbestedingsplatform CTM.
Gegevens contactpersoon:
Regio Nijmegen
Mirjam Derks, contractmanager
Carlijn van Daal, beleidsadviseur
2.3.1 Tijdstip van indiening Subsidieaanvraag
De Subsidieaanvraag dient vóór de in paragraaf 2.1 genoemde datum ingediend te worden via het
Aanbestedingsplatform CTM. De mogelijkheid om documenten te uploaden en vragen te
beantwoorden wordt op het in de planning benoemde uiterste tijdstip waarop de Subsidieaanvragen
moeten zijn ontvangen automatisch afgebroken waarna Subsidieaanvrager geen mogelijkheid meer
hebben om de Subsidieaanvraag in te dienen.
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
8
Het risico in vertraging in de digitale verwerking/ indiening van de Subsidieaanvraag is voor de
Subsidieaanvragers.
Indien op de in paragraaf 2.1 genoemde datum geen (volledige) subsidieaanvraag is ontvangen van
Subsidieaanvrager, wordt de Subsidieaanvrager geacht niet deel te nemen aan de Uitnodiging tot
Aanvraag subsidie. Indien een Subsidieaanvraag wordt ontvangen na bovenstaande datum wordt de
subsidie geweigerd.
In afwijking van artikel 4:5, lid 1 en artikel 4:15, lid 1, onder a Awb heeft een Subsidieaanvrager geen
gelegenheid om na het einde van de indieningstermijn een onvolledige subsidieaanvraag aan te
vullen. Ingeval op de in paragraaf 2.1 genoemde datum een onvolledige subsidieaanvraag is
ontvangen, wordt de subsidie geweigerd. Met volledig wordt bedoeld dat alle documenten
voorgeschreven in het Subsidiebestek bij de Subsidieaanvraag zijn gevoegd.
2.3.2 Wijze van indiening
De Subsidieaanvraag, inclusief alle bijlagen, moet door een rechtsgeldige vertegenwoordiger
ondertekend ingediend worden via het aanbestedingsplatform CTM. Op een andere wijze aanleveren
van de Subsidieaanvraag is niet mogelijk. Subsidieaanvragen die niet, dan wel op andere wijze dan,
door middel van het aanbestedingsplatform CTM worden ontvangen, worden niet in behandeling
genomen.
2.3.3 Te overleggen bescheiden
Bij indiening van de Subsidieaanvraag moeten de volgende bescheiden overlegd worden:
1. Een opgave van bij andere bestuursorganen of private Subsidieaanvragers of personen
aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder
vermelding van de stand van zaken daarin;
2. Een meerjarenbegroting van baten en lasten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt
aangevraagd over het tijdvak waarin de activiteiten worden uitgevoerd, waarbij alle kosten en
opbrengsten aan de activiteiten zijn toegerekend, inclusief personeelslasten en de
accommodatielasten, alsmede een toelichting op de begroting;
3. Een opgave van de met de Subsidieaanvrager gelieerde rechtspersonen, de aard van de
relatie tot de Subsidieaanvrager en de vermogenspositie van de gelieerde rechtspersoon;
4. Een recent (niet ouder dan 6 maanden vanaf de datum dat de Subsidieaanvraag wordt
ingediend) uittreksel van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel;
5. Een gewaarmerkt exemplaar van de oprichtings- of stichtingsakte, waarin de statuten zijn
opgenomen en een exemplaar van het huishoudelijk reglement;
6. De jaarrekening en het accountantsrapport over het voorafgaand boekjaar met toelichting
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
9
Daarnaast wordt de Subsidieaanvrager geacht aan de inhoudelijke eisen van de aanvraag te voldoen,
zie ook hoofdstuk 4 van dit bestek.
2.4 Overige Voorwaarden
2.4.1 Voorwaarden aan Subsidieaanvrager en Subsidieaanvraag
1. Subsidieaanvraag dient te geschieden in overeenstemming met de bepalingen als gesteld in
dit subsidiebestek. De subsidie wordt geweigerd indien de Subsidieaanvraag niet voldoet aan
de voorwaarden van het subsidiebestek.
2. De Subsidieaanvraag en de bijbehorende documenten dienen waar geëist ondertekend te
worden door een rechtsgeldige vertegenwoordiger van de Subsidieaanvrager. Een
rechtsgeldige vertegenwoordiger is een persoon die bevoegd is de Subsidieaanvrager te
vertegenwoordigen en in rechte te binden voor het bedrag van de aangevraagde subsidie en
die als zodanig in het uittreksel uit het handelsregister is benoemd.
3. Publiciteit of het doen van mededelingen aan derden (van welke vorm en aard dan ook) met
betrekking tot deze Subsidieaanvraag is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke
toestemming van regio Nijmegen.
4. Subsidieaanvrager verklaart zich te onthouden van verklaringen van welke vorm en aard dan
ook die andere betrokkenen kunnen schaden. Schending van deze voorwaarde kan tot
gevolg hebben dat de subsidieverlening wordt geweigerd.
5. Door het indienen van een Subsidieaanvraag verklaart Subsidieaanvrager zich integraal
akkoord met alle voorwaarden en het daaromtrent gestelde in de Subsidieaanvraagstukken.
6. De regio Nijmegen zal de door Subsidieaanvrager ingediende documenten als vertrouwelijk
behandelen. De vertrouwelijkheid wordt bewaard, ongeacht of een Subsidieaanvraag wel of
niet tot een subsidieverlening zal leiden voor Subsidieaanvrager.
7. Alle communicatie met de regio Nijmegen geschiedt in de Nederlandse taal.
2.4.2 Voorbehouden van regio Nijmegen
1. Het is niet toegestaan dat een Subsidieaanvrager meer dan één (individueel dan wel in
combinatie) aanvraag indient op dit bestek.
2. Als er discrepantie bestaat tussen de inhoud van de papieren versies en de digitale versie
van een Subsidieaanvraag, is de originele papieren versie te allen tijde leidend voor alle
partijen.
3. Bij geen of uitsluitend 1 geldige, geschikte en/of aanvaardbare Aanvra(a)g(en) behoudt regio
Nijmegen zich het recht voor de Subsidieaanvraag te annuleren.
4. De regio Nijmegen behoudt zich het recht voor om gemotiveerd niet over te gaan tot de
verstrekking van subsidie voor een of meerdere Subsidieaanvragers.
5. Subsidieaanvragers hebben in een dergelijke situatie geen recht op vergoeding van de
kosten gemaakt in het kader van de Subsidieaanvraag.
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
10
3 Onderwerp van de Uitnodiging tot Aanvraag subsidie
3.1 Algemene afspraken en wettelijke eisen
In deze paragrafen zullen de algemene en de wettelijke eisen worden toegelicht die worden gesteld
door Subsidieverlener aan Subsidieaanvrager.
3.1.1 Monitoring, facturatie en verantwoording
3.1.1.1 Landelijk berichtenstelsel is ingericht
1. Subsidieverlener en Subsidieaanvrager wisselen iWmo/iJw-berichten uit via de landelijke
infrastructuur, met gebruikmaking van de knooppunten Gemeentelijk Gegevensknooppunt
en/of VECOZO Schakelpunt.
2. Binnen deze overeenkomst worden de volgende berichten gehanteerd:
i. Jeugd: ‘Toewijzing jeugdhulp’ en ‘Verzoek om toewijzing jeugdhulp’, hierna te
noemen ‘Toewijzing’, respectievelijk ‘Verzoek om Toewijzing’;
ii. Jeugd: ‘Start jeugdhulp’ en ‘Stop jeugdhulp’, hierna te noemen ‘Start Zorg’,
respectievelijk ‘Stop Zorg’;
iii. Jeugd: ‘Declaratie jeugdhulp’, hierna te noemen ‘Declaratie’.
3. Subsidieverlener hanteert in het berichtenverkeer één AGB-code ter adressering van
Subsidieaanvrager.
3.1.1.2 Woonplaatsbeginsel
1. Feitelijke vaststelling van de verantwoordelijke gemeente door middel van toepassing van het
woonplaatsbeginsel is verantwoordelijkheid van de Subsidieverlener. De Subsidieverlener
maakt bij de vaststelling gebruik van de gegevens kinderbijslag.
2. Subsidieontvanger maakt per Cliënt naar beste inzicht en met toepassing van daarvoor
beschikbare handreikingen een inschatting van de gemeente waar de ouder met gezag
woont.
3. Bij afkeuring van een Verzoek om toewijzing (zie artikel Hulpverleningsproces) of Factuur (zie
artikel Betaling) op basis van het woonplaatsbeginsel draagt Subsidieverlener zorg om
Subsidieontvanger te informeren over de juiste gemeente waartoe zij zich kan richten.
4. Bij verhuizing van de gezagsdrager of een jeugdige onder voogdij naar een Gemeente,
vertegenwoordigd door Subsidieverlener, waarbij jeugdige en gezagsdrager de
dienstverlening door Subsidieontvanger willen continueren, honoreert Subsidieverlener de
oorspronkelijk afgegeven beslissing, beschikking of toewijzing van Zorg voor de duur
waarvoor deze is afgegeven, met een maximum van één jaar.
5. De gezagsdrager bepaalt in bovengenoemde situatie of de hulp bij de Subsidieontvanger
wordt gecontinueerd, of dat een nieuwe hulpverlener wordt gezocht. Alleen in het geval dat
de gezagsdrager dit wenst wordt de behandeling bij Subsidieontvanger binnen redelijke
termijn stopgezet.
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
11
3.1.1.3 Zorg wordt ondersteund met een toewijzingsbericht
De declaratie van geleverde zorg & ondersteuning is gekoppeld aan de opdrachtverstrekking cq
toewijzingsbericht.
3.1.1.4 Opdracht in lijn met declaratie-eisen
Subsidieaanvrager hanteert bij declaratie de in de toewijzing verstrekte productcode. De verwachting
is dat vanaf 01-01-17 gewerkt wordt bij de Gecertificeerde Instellingen met landelijke afspraken en
codes. De regio Nijmegen streeft naar het aansluiten bij deze landelijke afspraken, die worden
geformuleerd in een handreiking die in september/oktober 2016 wordt verwacht.
3.1.1.5 Budgetplafond:
1. Het door Opdrachtnemer voor het totaal aan werkzaamheden geleverd gedurende de looptijd
van deze overeenkomst totaal te declareren bedrag. Dit bedrag geldt als Budgetplafond.
2. Opdrachtgever en opdrachtnemer monitoren beide de uitputting van dit Budgetplafond.
3. Wanneer de uitputting leidt tot de verwachting dat het Budgetplafond wordt overschreden, of
materieel wordt onderschreden, treden partijen met elkaar in overleg.
3.1.1.6 Privacybescherming rondom gegevensverwerking is gewaarborgd
Subsidieontvanger is verplicht zich te houden aan privacy wet en regelgeving (Jeugdwet en Wet
Bescherming Persoonsgegevens). Dit geldt ook voor de samenwerking met het sociale
(wijk/kern)team. Daar waar mogelijk en noodzakelijk willen we dat aanbieders goede afspraken
maken over uitwisseling van informatie in het belang van de cliënt. De aanbieders geven zich
rekenschap dat de Europese verordening (Algemene Verordening Gegevensbescherming) is
aangenomen, die direct werking heeft. Alle organisatie in publieke en private sector moeten uiterlijk
25 mei 2018 aan deze nieuwe wetgeving voldoen.
3.1.1.7 Beschikking over informatievoorziening en IT systeem
De Subsidieaanvrager beschikt over een informatievoorziening en IT systeem welke borgen dat:
a. periodiek beschikbaar komende informatie over de Ondernemer
b. de door hem geleverde zorg aan de cliënt (toewijzing, aanvang, en declaratie)
c. en de kwaliteit van de zorg direct aan de Subsidieverlener en het CBS ter beschikking wordt
gesteld, middels het eerder landelijk vastgesteld gestandaardiseerd en geüniformeerd
berichtenverkeer.
3.1.1.8 Aanlevertermijn zorg
Zorg wordt per maand gedeclareerd en binnen 2 maanden na afloop van de maand waarin de zorg
geleverd is.
3.1.1.9 Jaarlijks verantwoordingsrapportage met goedkeurende verklaring registeraccountant
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
12
De Subsidieaanvrager garandeert de Subsidieverlener dat alleen activiteiten worden gedeclareerd
waarvoor zij opdracht heeft gekregen en die daadwerkelijk zijn uitgevoerd (zonder toewijzing geen
declaratie). Dit zal blijken uit het Berichtenverkeer, waarop de Subsidieverlener de verantwoording uit
zal waarborgen.
Wanneer het berichtenverkeer volgens de Subsidieverlener onvoldoende operationeel is om te
concluderen dat zorg rechtmatig is geleverd geldt het volgende:
Na afloop van het kalenderjaar levert Ondernemer vóór 1 maart van het jaar volgend op het
betreffende kalenderjaar het landelijk controleprotocol en een verantwoordingsformulier Regio
Nijmegen aan, voorzien van een goedkeurende verklaring van een registeraccountant (RA). Hiervoor
brengt Ondernemer geen additionele kosten in rekening.
3.1.1.10 Betalingstermijnen
Normaliter hanteert Subsidieverlener een betalingstermijn van één maand. Omdat dit subsidiebestek
beoogd een subsidierelatie te bestendigen ontvangt de Subsidieaanvrager een voorschot in
maandelijkse termijnen. Ontvangen declaraties van Subsidieaanvrager zullen derhalve worden
beschouwd als verantwoording over de geleverde productie en daarmee het aangaan van het
gesprek over de ingezette zorgvormen.
Subsidieaanvrager ontvangt elke maand 1/13 deel van de verleende subsidie voor de 15e dag van de
betreffende maand. In mei wordt 2/13 deel betaald
3.1.2 Prestatie eisen
3.1.2.1 Clienttevredenheid
Subsidieaanvrager meet de cliënttevredenheid periodiek en verleent inzicht in de resultaten hiervan
aan de Subsidieverlener
3.1.3. Communicatie
3.1.3.1 Medewerking aan onderzoek
De Subsidieaanvrager verleent medewerking aan toezicht en onderzoek door de Subsidieverlener.
Subsidieaanvrager is gehouden om - binnen de door Subsidieverlener te stellen termijn -
medewerking te verlenen aan onderzoeken en controles van Subsidieaanvrager waaronder
begrepen: formele- en materiële controles, detailcontroles en fraudeonderzoeken.
NB: Voor zover bij een controle of onderzoek zoals bedoeld op persoonsniveau een voorafgaande
toestemmingverklaring is vereist, is opdrachtnemer gehouden om deze te vragen aan de betreffende
personen.
3.1.3.2 Meldingsplicht
De Subsidieaanvrager heeft een actieve meldingsplicht naar de Subsidieverlener. De
Subsidieaanvrager is gehouden om uit eigen beweging:
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
13
I. melding te doen van calamiteiten en geweldsincidenten, aanvullend op de wettelijke
meldingsplicht aan de met toezicht belaste ambtenaren en de betrokken inspecties;.
II. feiten en omstandigheden te melden die tot een afwijking van de bepalingen uit de
overeenkomst of tot (gedeeltelijke) niet nakoming van de overeenkomst zouden kunnen
leiden;
III. Melding te maken van klachten tegen Subsidieaanvrager.
IV. Geweld bij de verstrekking van een voorziening.
3.1.3.3 Structurele communicatie en overlegmomenten
De Subsidieaanvrager onderhoudt een transparante en structurele communicatie, in zowel
overlegmomenten als management informatie. Voor een goede communicatie tijdens de duur van het
contract zijn goede afspraken daarover essentieel en er zullen nadere werkafspraken worden
gemaakt met de Subsidieaanvrager. Met de aanbieders afzonderlijk zal minimaal een keer per
kwartaal overleg gevoerd worden, of zo vaak als nodig wordt geacht, over zowel de inhoudelijke
ontwikkelingen als ook de productie. Hiervoor is het van belang dat de aanbieders de management
informatie tijdig en volledig wordt aangeleverd. De verantwoordelijkheid voor de juistheid ligt bij de
aanbieder.
3.1.3.4 Overzicht contactpersonen
Bijlage 5 wordt ingevuld waardoor er een heldere communicatie bewerkstelligd wordt.
3.1.4. Wettelijke kwaliteitskaders Wmo en Jeugdwet
3.1.4.1 Kwaliteitssysteem
De aanbieder draagt zorg voor de goede kwaliteit van de voorziening. Een voorziening wordt in elk
geval:
a. veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht verstrekt,
b. afgestemd op de reële behoefte van de cliënt en op andere vormen van zorg of hulp die de cliënt
ontvangt;
c. verstrekt in overeenstemming met de op de beroepskracht rustende verantwoordelijkheid,
voortvloeiende uit de professionele standaard;
d. verstrekt met respect voor en inachtneming van de rechten van de cliënt.
e. Jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen moeten de kwaliteit van de geboden
verantwoorde hulp systematisch bewaken, beheersen en verbeteren. Dit geldt ook voor de
begeleiding van pleegouders door een pleegzorgaanbieder gedurende plaatsing van een jeugdige.
f. Daarnaast moeten gegevens over kwaliteit van hulp systematisch worden verzameld door JHA en
GI.
3.1.4.2 De aanbieder hanteert een klachten- en medezeggenschapsregeling:
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
14
a. een regeling voor de afhandeling van klachten volgens de Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg
(Wkkgz). De aanbieder stelt Gemeente in kennis van ieder definitief rapport dat door inspecties voor
betreffende Aanbieder is uitgebracht. Ook levert de Aanbieder tenminste eenmaal per jaar een
totaalrapportage van ontvangen klachten inclusief afwikkeling en getroffen maatregelingen.
b. een regeling voor medezeggenschap van cliënten over voorgenomen besluiten van de aanbieder
die voor de gebruikers van belang zijn.
3.1.4.3 Verantwoorde hulp en werktoedeling
a) Jeugdhulpaanbieder (JHA) en Gecertificeerde Instelling (GI) verlenen verantwoorde hulp van
goed niveau;
b) Veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht en systeemgericht;
c) Afgestemd op de reële behoefte van jeugdige of ouder;
d) Verantwoorde hulp;
e) Voldoende gekwalificeerd personeel;
f) Handelen als goede hulpverlener in overeenstemming met verantwoordelijkheid en
professionele standaard van beroepskracht.
3.1.4.4 Familiegroepsplan/gezinssystemisch werken
JHA en GI geven de mogelijkheid om een familiegroepsplan te bieden. De hulpverlener kan hiervan
alleen afzien als de ouders dit niet wensen, concrete bedreigingen in de ontwikkeling van het kind
hiertoe aanleiding geven of anderszins de belangen van het kind worden geschaad. Het aanbieden
van een familiegroepsplan geldt niet bij uitvoering van jeugdreclassering of voogdij-uitoefening als
ouders uit macht zijn ontheven of ontzet.
3.1.4.5 VOG
JHA en GI zijn in bezit van VOG voor beroepskrachten en structureel ingezette vrijwilligers van
een VOG-verklaring op het moment dat ze in dienst treden bij de zorgaanbieder en deze verklaring
mag op dat moment niet ouder zijn dan drie maanden. De zorgaanbieder verlangt van haar
werknemer een nieuwe VOG-verklaring op het moment dat redelijkerwijs het vermoeden bestaat dat
daar aanleiding toe is. De Gemeente verlangt een verklaring van de zorgaanbieder waarin staat dat
de aanbieder voldoet aan de gestelde eis omtrent de VOG-verklaring.
Daarnaast is er een registratie in Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of BIG register van beroepskrachten.
3.1.4.6 Verplichte Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
De aanbieder hanteert het basismodel Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling waarin
wordt aangegeven hoe met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt omgegaan en
die er redelijkerwijs aan bijdraagt dat zo snel en adequaat mogelijk hulp kan worden geboden. De
aanbieder bevordert de kennis en het gebruik van de Meldcode.
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
15
3.1.4.7 Vertrouwenspersoon
JHA en GI stellen een vertrouwenspersoon in staat werk te verrichten.
3.1.4.8 Klachtenregeling
JHA een GI moeten een regeling voor de behandeling van klachten van jeugdigen, ouders en
pleegouders hebben, voor klachten over de organisatie of over de voor hen werkzame personen die
hulp verlenen. Er wordt een klachtencommissie gewaarborgd.
3.1.4.9 Cliëntenraad en pleegouderraad
Elke JHA en GI moet een cliëntenraad instellen. Een pleegzorgaanbieder moet een pleegouderraad
instellen. JHA en GI volgen daarbij de wettelijke bepalingen opgenomen in artikel 4.2b van de
Jeugdwet.
3.1.4.10 Inzicht in kwaliteitsverslag
JHA en GI stellen elk jaarlijks een verslag op over de naleving van deze wet in het voorafgaande jaar
met betrekking tot regels omtrent de kwaliteit van de jeugdhulp onderscheidenlijk de kwaliteit van de
uitvoering van de taken, het klachtrecht en de medezeggenschap. JHA en GI verlenen inzicht in dit
verslag aan de Gemeente.
3.1.5 Wachtlijsten
We accepteren geen wachtlijsten bij urgente problematiek. Urgente problematiek betreft in ieder geval
casuïstiek waarbij sprake is van crisis of spoed. Hierop zal periodiek gemonitord worden.
Wij verwachten van u als aanbieder de triage van alle aanvragen en een juiste en adequate
beoordeling van de prioritering van de zorg en wanneer. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de
instelling(en). U bent als Ondernemer verantwoordelijk voor de aanvang van de hulp binnen een
verantwoorde termijn. Met de cliënt komt u overeen wat de gewenste en verantwoorde termijn is om
met de hulp te starten. Het is de verantwoordelijkheid van de Ondernemer om met de Aanbestedende
Dienst in overleg te treden als de verantwoorde termijn in het geding is.
3.1.6 Privacy en informatie uitwisseling
Aanbieders zijn verplicht zich te houden aan privacy wet en regelgeving (Jeugdwet en Wet
Bescherming Persoonsgegevens). Dit geldt ook voor de samenwerking met het sociale
(wijk/kern)team. Daar waar mogelijk en noodzakelijk willen we dat aanbieders goede afspraken
maken over uitwisseling van informatie in het belang van de cliënt. De aanbieders geven zich
rekenschap dat de Europese verordening (Algemene Verordening Gegevensbescherming) is
aangenomen, die direct werking heeft. Alle organisatie in publieke en private sector moeten uiterlijk
25 mei 2018 aan deze nieuwe wetgeving voldoen.
3.1.7 Zelfredzaamheidsmatrix
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
16
Als regio zetten we fors in op samenwerking. Om te ondersteunen dat hulpverleners op een
eenduidige manier communiceren om de cliënt te ondersteunen op het brede vlak van meerdere
levensdomeinen willen we gaan werken met de zelfredzaamheidsmatrix (ZRM).
We vragen van aanbieders om in 2017 de ZRM te gaan gebruiken. Aanbieders kunnen zelf aangeven
hoe zij dit in 2017 verder gaan implementeren. We gebruiken de ZRM niet als instrument voor
bekostiging.
3.1.8 Toeleiders naar zorg in de regio Nijmegen
De regiogemeenten werken met een duidelijk toegangspoort voor de ondersteuning op het gebied
van welzijn, zorg, en werk. Zo dicht mogelijk bij mensen in de buurt. Elke regiogemeente heeft een
sociaal (wijk)team of kernteam. In dit team werken professionals van verschillende kennis en kunde
samen.
Het keukentafelgesprek staat centraal in de werkwijze van het sociaal (wijk)team. Tijdens dit gesprek,
of een serie van gesprekken, wordt samen met de cliënt, liefst samen met familie en/of vrienden, in
kaart gebracht wat er speelt. Vervolgens maakt de cliënt samen met zijn/haar netwerk en de
professional een plan waarin concrete actie- en verbeterpunten staan. Ook is in het plan opgenomen
wie wat doet en of, en zo ja welke professionele ondersteuning en zorg er nodig is. De sociale
(wijk)teams zijn de spil in het toeleiden naar zorg. De diversiteit in gemeenten binnen de regio en hun
eigen zorg- en welzijnsstructuur komt ook terug in de samenstelling van de sociale (wijk)teams.
Naast het sociaal (wijk)team zijn er andere toeleiders naar ondersteuning en zorg. Andere toeleiders
zijn huis-, jeugd- en kinderartsen, regieteams/lokale zorgnetwerken, Gecertificeerde Instellingen, het
veiligheidshuis en de rechter. Deze toeleiders werken zoveel waar mogelijk samen met het sociaal
(wijk)team, in ieder geval wanneer er sprake is van meervoudige problematiek.
Toeleiders kunnen cliënten rechtstreeks doorverwijzen naar zorgaanbieders voor kortdurende en
langdurige professionele ondersteuning en zorg. Om een goede inschatting te kunnen maken van de
zorg die nodig is kan de toeleider gebruikmaken van consultatie & advies/hulplijn van experts vanuit
de zorgaanbieders. Voor een deel zal het netwerk tussen toeleiders en gebiedsgebonden ambulante
teams de vraag om consultatie & advies/hulplijn voorzien. Daarnaast kan er ook specialistischer
kennis vanuit zorgaanbieders nodig zijn om een plan op te stellen en ondersteuning en zorg toe te
wijzen. De toeleider neemt dan zelf contact op met de zorgaanbieder.
3.1.9 Procesbeschrijving
Doorverwijzen naar andere vormen van zorg
De uitvoerende JB/JR organisatie, conform Jeugdwet, mag producten inzetten die vallen onder het
volgende:
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
17
Ondersteuning van en hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jeugdigen en hun ouders bij het
verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische
problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke
beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptie gerelateerde problemen.
De uitvoerende JB/JR organisatie kan uitsluitend zorg in natura inzetten. Een eventuele PGB-
aanvraag kan alleen worden gedaan door de Sociale Wijk Teams.
De JB/JR organisatie stuurt de Bepaling Jeugdhulp niet naar de gemeente.
De JB/JR organisatie zorgt voor een onderzoeksverslag als deze toe leidt naar zorg. De JB/JR
organisatie mag hierbij gebruik maken van eigen formats/verslagen, mits deze dezelfde onderwerpen
behandelt als het gestandaardiseerde onderzoeksverslag van de regio Nijmegen.
Toewijzing jeugdbeschermings- of jeugdreclasseringsmaatregelen
Alleen de kinderrechter kan besluiten tot een jeugdbeschermingsmaatregel, na zorgvuldig onderzoek
en advisering door de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK). In het huidige Casusoverleg
Bescherming (COB) wordt dit door de RvdK voorbereid samen met een medewerker van Veilig Thuis,
de uitvoerende JB/JR organisatie(s) en de toeleider. Voor uitvoering van de ondertoezichtstelling
(OTS) geldt dat het primair gericht moet zijn op het opheffen van de bedreiging voor de veiligheid en
ontwikkeling van het kind.
De uitvoerende JB/JR organisatie is wettelijk bevoegd om als toeleider van zorg op te treden nadat
een maatregel is uitgesproken door de kinderrechter. De JB/JR organisatie is verplicht alle betrokken
professionals in het betreffende gezin te informeren. In alle casussen waar geen sprake is van crisis,
is er contact tussen de medewerkers van de Gecertificeerde Instellingen en de Sociale Wijkteams.
Daar vindt afstemming plaats over, waar en bij welke organisatie, de gewenste hulp wordt ingezet
tijdens en na afloop van een maatregel. De medewerkers van de Gecertificeerde Instellingen stellen
zich klantgericht op en leveren tijdig, de juiste en kwalitatief goede producten.
Overige zaken proces zorgtoewijzing
Voor de vormen van zorg uit het C2-bestek wordt altijd een beschikking afgegeven, m.u.v. de inzet
van preventieve jeugdbescherming- en reclassering. Bij de inzet van preventieve jeugdbescherming-
en reclassering door de toeleiders naar zorg dient de JB/JR organisatie een opdrachtbevestiging te
versturen naar de betreffende gemeentelijke backoffice.
3.1.10 Duurzaamheid
Een doelstelling van het inkoopbeleid van de regio Nijmegen is het MKB vriendelijk inkopen
bevorderen. Meer mogelijkheden bieden voor lokale/regionale partijen om opdrachten gegund te
krijgen. Daarnaast heeft de regio Nijmegen tot doelstelling om al haar overheidsinkopen vanaf 2015
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
18
voor 100% duurzaam te laten zijn. Regio Nijmegen hecht veel belang aan duurzaamheid en wenst
een ondernemer te contracteren die op het gebied van Duurzaamheid zijn toegevoegde waarde
aantoont.
3.1.11 Social return
Social return is het koppelen van sociale doelstellingen aan het besteden van middelen voor allerlei
diensten, werken en producten met als doel opleidingsmogelijkheden, werk- of stageplekken te
creëren voor mensen die nu langs de kant staan. In het kader hiervan verwacht de regio Nijmegen
dat de opdrachtnemer 2,5 % van de werkelijke opdrachtwaarde (achteraf te bepalen) inzet voor het te
werk stellen van de hiervoor genoemde doelgroepen. Deze inzet kan plaatsvinden in onderhavige
opdracht dan wel in andere werkzaamheden van de opdrachtnemer. Opdrachtnemer dient hiervoor
de Verklaring Social Return (Bijlage 4) in te vullen en bij zijn inschrijving te voegen. Voor 2017 is dit
opgenomen als inspanningsverplichting voor de aanbieders.
3.2 Specifiek Blok C2: Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
3.2.1. Doelgroep
Dit C-bestek omvat alleen aanbod dat onder de Jeugdwet valt. Het betreft jeugdigen en gezinnen
waarvoor de rechter een maatregel heeft uitgesproken, alsook jeugdigen en gezinnen die preventieve
jeugdbescherming ontvangen.
Regio Nijmegen verstaat onder jeugdige, cf. Jeugdwet, het volgende:
Persoon die:
- de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt,
- de leeftijd van 23 jaar nog niet heeft bereikt en jeugdhulp ontvangt in het kader van
jeugdstrafrecht of
- de leeftijd van achttien jaar doch niet de leeftijd van drieëntwintig jaar heeft bereikt en:
1. ten aanzien van wie op grond van de Jeugdwet is bepaald dat de voortzetting van
jeugdhulp waarvan de verlening was aangevangen vóór het bereiken van de
leeftijd van achttien jaar, noodzakelijk is;
2. vóór het bereiken van de leeftijd van achttien jaar is bepaald dat jeugdhulp
noodzakelijk is, of
3. is bepaald dat na beëindiging van jeugdhulp die was aangevangen vóór het
bereiken van de leeftijd van achttien jaar, binnen een termijn van een half jaar
hervatting van de jeugdhulp noodzakelijk is.
In geval van punt 3 treedt toeleider/Gecertificeerde Instelling actief in gesprek met betreffende
gemeente. Zonder toestemming van de gemeente kan jeugdhulp vallend onder punt 3 niet worden
uitgevoerd.
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
19
Regio Nijmegen verstaat onder jeugdhulp, cf. Jeugdwet, het volgende:
Zorg die:
- ondersteuning van en hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jeugdigen en hun ouders bij het
verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van
psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een
verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptie
gerelateerde problemen;
- het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig
functioneren van jeugdigen met een somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke
beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem en die de
leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, en
- het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke
verzorging gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij jeugdigen met een
verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische
aandoening of beperking, die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt.
3.2.2 Specificatie van de Uitnodiging tot Aanvraag subsidie
In dit bestek onderscheiden we een aantal activiteiten. Van de Subsidieaanvrager verwachten wij dat
ook activiteiten die niet specifiek benoemd worden maar wel onder de noemer jeugdbescherming en
jeugdreclassering vallen, volgens dezelfde voorwaarden worden uitgevoerd, als integraal onderdeel
van de hulpverlening.
De subsidieaanvrager dient een gecertificeerde instelling te zijn.
Doel:
Als hoofddoel van de Jeugdwet wordt aangegeven voor JB en JR: ‘het voorkomen van
zorgafhankelijkheid en het versterken van de eigen kracht van de jongere en van het zorgend en
probleemoplossend vermogen van diens gezin en van anderen in de sociale omgeving.’
De kernvisie van de regionale JB en JR-opdracht is om de zorg in de regio Nijmegen verder te
versterken onder het motto: 'kinderen groeien het beste op in een gezinssituatie en de veiligheid van
kinderen dient ten alle tijden zo goed als mogelijk geborgd te worden'.
3.2.2.1Visie
In de uitwerkingsnotitie ‘Regionale uitgangspunten voor het Gedwongen Kader’ zijn de volgende
uitgangspunten uitgewerkt:
- Een veilig opvoed- en opgroeiklimaat staat voorop,
- Kwalitatief goede jeugdzorg voor een kleine doelgroep,
- Versterking van het voorveld leidt tot minder maatregelen,
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
20
- Zware jeugdzorg is onderdeel van een sluitende keten,
- De regie ligt (zo dicht mogelijk) bij het gezin
Naast deze uitwerkingsnotitie, is in 2015 ook het Transformatieplan jeugdbescherming verschenen
(coproductie GI’s en regio Nijmegen). Hierin staan de doelen beschreven die bereikt zijn per 1 januari
2017 en dus onderdeel zijn van dit bestek. De speerpunten zijn:
- Gezinsgerichte zorg;
- Werkrelatie tussen Gecertificeerde Instellingen en zorgaanbieders intensiveren;
- Ontwikkeling intersectorale provinciale spoeddienst;
- Doorontwikkeling en innovatie;
- Ontschotting en vermindering van bureaucratie;
- Oog voor diversiteit en etniciteit (cultuursensitief werken).
In 2016 verschijnt ook het transformatieplan jeugdreclassering. Daarin zijn de volgende speerpunten
voor eind 2017 opgenomen en daarmee ook onderdeel van dit bestek:
- Integratie systeemgerichte methode Jeugdreclassering binnen het gemeentelijke domein.
- Inzet op vrijwillige jeugdreclassering vòòr strafzitting en ten behoeve van voorkomen en/of
beperken van schoolverzuim.
- Verbeteren en versoepelen overgang gedwongen kader naar vrijwillig kader en vice versa
- Oplossen knelpunten18-/18+
Gecertificeerde Instellingen nemen deel aan de werkgroep monitoring voor het volgen van de
beschreven ontwikkelingen in de transformatieplannen.
De vastgelegde afspraken in de uitwerkingsnotitie en de transformatieplannen zijn leidend voor dit
subsidiebestek.
Dit bestek bestaat uit een aantal deelproducten / onderdelen:
1. Gedwongen kader:
a. uitvoering van jeugdbescherming
b. uitvoering van jeugdreclassering
2. Preventieve jeugdbescherming- en reclassering
3.2.2.2 Jeugdbescherming
Jeugdbescherming, zijnde (Gezins-)voogdij, richt zich op: ‘het realiseren van een stabiele, duurzame
en voor de ontwikkeling van de jeugdige, optimale opvoeding.’ Het opleggen van een
kinderbeschermingsmaatregel betekent dat er wordt ingegrepen in het privéleven van de jeugdige en
zijn ouders en dient met waarborgen te zijn omkleed. Alleen de kinderrechter kan besluiten tot een
kinderbeschermingsmaatregel, na zorgvuldig onderzoek en advisering door de Raad voor de
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
21
Kinderbescherming (RvdK). In het huidige Casusoverleg Bescherming (COB) wordt dit door de RvdK
voorbereid samen met een medewerker van Veilig Thuis en de uitvoerende JB/JR organisatie(s) en
de toeleider. Voor uitvoering van de ondertoezichtstelling (OTS) geldt dat het daarbij gericht moet zijn
op: ‘het opheffen van de bedreiging voor de veiligheid en ontwikkeling van het kind.’
Er zijn drie jeugdbeschermingsmaatregelen die de rechter op kan leggen: een ondertoezichtstelling al
dan niet met een machtiging tot jeugd- en opvoedhulp en/of (gesloten) uithuisplaatsing, een
ontheffing en een ontzetting uit de ouderlijke macht.
De GI’s werken aantoonbaar volgens de principes van de Nieuwe Jeugdbescherming en de
afspraken zoals gemaakt in het Transformatieplan jeugdbescherming. Waarbij het accent ligt op
gezinsgericht werken in de wijk met de relevante partners en een tijdelijke (zo kort mogelijke) inzet
van jeugdbescherming. Jeugdbescherming wordt beëindigd als dat kan en weer (tijdelijk) ingezet als
dat nodig is. De GI’s schakelen snel en stemmen af met de gemeentelijke toegang en partners in de
wijk.
De medewerkers van de GI’s werken systeem- en oplossingsgericht en kijken altijd wat het kind én
het gezin in positieve zin kunnen bijdragen aan de oplossing van de situatie, ook als er sprake is van
een maatregel.
In de regio Nijmegen is met de GI’s in 2015/2016 afgesproken te streven naar een 20% reductie van
het aantal OTS-en in 2017. In 2017 wordt van de GI’s verwacht deze reductie in stand te houden. Om
dit te kunnen monitoren registreren de GI’s de duur en het aantal OTS’en op gemeenteniveau.
3.2.2.3 Jeugdreclassering (gedwongen kader)
Doel van jeugdreclassering: als een jongere wordt aangehouden door de politie of als een
leerplichtambtenaar proces verbaal heeft opgemaakt kan (via JB) jeugdreclassering worden ingezet.
Jeugdreclassering is een combinatie van intensieve begeleiding en controle voor jongeren die
veroordeeld zijn of verdacht worden van een strafbaar feit. In dat geval is er sprake van een delict.
Het doel van begeleiding door jeugdreclassering is het voorkomen van recidive en het realiseren van
een gedragsverandering bij de jongere.
Over het algemeen gaat het om een complexe doelgroep met veel problematiek en weinig stabiliteit in
de maatschappelijke omgeving. In het kader van jeugdreclassering worden de volgende taken
uitgevoerd: toezicht en begeleiding in opdracht van de RvdK of de Officier van justitie, het uitvoeren
van een strafrechtelijke beslissing tot hulp en steun, begeleiding bij scholing-/trainingsprogramma’s,
begeleiding bij nachtdetentie en tijdens en na een taakstraf.
De GI’s werken aantoonbaar volgens de principes van de Nieuwe Jeugdbescherming en de
afspraken zoals gemaakt in het Transformatieplan jeugdreclassering. Waarbij het accent ligt op
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
22
gezinsgerichte zorg in de wijk met de relevante partners rondom het gezin en een adequate (zo
effectief mogelijke) inzet van jeugdreclassering. De GI’s schakelen snel en stemmen af met de
gemeentelijke toegang en partners in de wijk.
3.2.2.4 Preventieve jeugdbescherming:
De inzet preventieve jeugdbescherming levert een essentiële bijdrage aan het voorkomen van
dwangmaatregelen (ondertoezichtstelling en/of uithuisplaatsing). De Gecertificeerde Instellingen
registreren het aantal casussen waarbij zij preventieve jeugdbescherming hebben ingezet en wat het
effect is geweest en zorgt voor advisering van verdere proces (wel of geen gedwongen kader) en
kennisoverdracht omtrent preventieve jeugdbescherming aan de gemeentelijke toegang.
Preventieve jeugdbescherming is nadrukkelijk geen product maar een beschikbaarheid en kan
flexibel worden ingezet gedurende een bepaalde periode. De lengte van deze periode is maximaal 6
maanden en wordt in samenspraak met de betrokken professionals en het Sociaal Wijk Team
besproken.
De mate van tevredenheid van betrokken professionals van de Gecertificeerde Instellingen en de
gemeentelijke toegang over de wederzijdse afstemming en samenwerking in het kader van de
preventieve jeugdbescherming is een belangrijk punt. De regio Nijmegen zal hierop monitoren. Naar
aanleiding hiervan zijn in de nabije toekomst budgetwijzigingen mogelijk.
Verder is van belang dat de Gecertificeerde Instellingen de preventieve expertise zoveel mogelijk
overdragen aan andere partners in de keten. Regio Nijmegen ziet drang e.d. als attitude en niet als
product, en vind het zodanig van belang dat ketenpartners zich deze attitude eigen maken.
Daarnaast is drang in de toekomst een attitude die vanuit een bredere groep potentiele aanbieders
kan worden ingezet.
3.2.3. Relatie met andere zorgproducten
Residentiële zorg (C1)
Het voorkomen van maatregelen leidt er toe dat de rechter minder verplichtende uithuisplaatsingen
gaat uitspreken en heeft daardoor invloed op de inzet van residentiele zorg. Deze neemt dus af
wanneer maatregelen voorkomen worden. Er is m.n. een relatie met gedwongen plaatsingen
(JeugdzorgPlus).
Pleegzorg (C1)
Een Gecertificeerde Instelling kan als wettelijk verwijzer toeleiding naar pleegzorg bewerkstelligen. De
Gecertificeerde Instelling kijkt bij verwijzingen standaard naar de mogelijkheid tot gezinsvervangende
zorg (pleegzorg of netwerkplaatsing), voordat mogelijkheden binnen de residentiële zorg worden
benut..
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
23
Ambulante zorg (B)
Een Gecertificeerde Instelling kan bij een dwangmaatregel aanvullende zorg van een J&O of JLVG
partij inzetten. De Gecertificeerde Instelling kijkt of dit nodig is naast de dienstverlening die zij zelf
leveren.
3.3. Subsidieverlening en eisen
3.3.1. Omvang budget
Voor de verdeling van de budgetten is het Rijksbudget als uitgangspunt genomen. Voor de
toebedeling van de budgetten over A, B en C is uitgegaan van de budgetten die de instellingen voor
2015 toebedeeld hebben gekregen en waarvoor inzet is gepleegd, onder voorbehoud van de
Rijkskorting die in de mei- en septembercirculaire duidelijk moet worden. Daarnaast houdt de regio
ruimte voor het schuiven van budgetten al dan niet tussen blokken, al dan niet binnen dezelfde
aanbieders, daar zij verwacht dat aanbieders aan de afschalingsdoelstellingen (willen) gaan voldoen.
De informatie in deze paragraaf is onder voorbehoud van het definitieve macrobudget voor de WMO
en Jeugdwet-taken en onder voorbehoud van vaststelling van de begroting door de gemeenteraden.
Het totaalbudget voor de dienstverlening van de Gecertificeerde Instellingen zal gebaseerd zijn op de
budgetten in 2015 en 2016. Van het totaalbudget wordt een deel gereserveerd voor de
dienstverlening van Gecertificeerde Instellingen buiten onze regio, waarvoor wij als regio conform
woonplaatsbeginsel financieel verantwoordelijk voor zijn. Het resterende budget zal verdeeld worden
op basis van de meest recente, betrouwbare productiegegevens. En de ruimte zoals hierboven
beschreven tussen de aanbieders en de blokken.
3.3.2. Duur
De gemeente wenst een subsidie te verlenen met een looptijd van 1 jaar, ingaande per 1 januari 2017
en eindigend van rechtswege op 31 december 2017.
Voorts erkent de Regio dat het wenselijk is voor alle partijen om voor de toekomst toe te werken naar
meerjarige subsidie- en inkooptrajecten. Waarbij de regio open staat om vanaf de inkoop voor 2018
om dit op een (ver)nieuw(de) manier te gaan organiseren.
3.3.3. Eisen
In de inkoop maken we onderscheid tussen de dienstverlening van de Gecertificeerde Instellingen in
het gedwongen kader en in het vrijwillige kader.
Gedwongen kader (zie ook 3.1.1.4 budgetplafond)
De maatregelen zoals uitgesproken door de rechtbank, zullen door de regio Nijmegen gefinancierd
worden middels een budgetsubsidie. De uitnutting van deze subsidie wordt door middel van de
declaraties in het berichtenverkeer verantwoord door de Subsidieontvanger. De subsidie zal worden
vastgesteld op basis van de realisatie (PxQ) Gedwongen Kader met daarbij het budget voor het
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
24
Vrijwillig Kader. In tegenstelling tot vorig jaar zal er dus geen lumpsum beschikbaar zijn voor het
gedwongen kader, maar krijgt een GI de middelen waar zij, conform wetgeving, recht op heeft. De
verrekening zal na één jaar plaatsvinden en gebaseerd zijn op de gegevens uit Initi8.
De Gecertificeerde Instellingen richten zich in 2017 op verkorting van de duur van de maatregelen.
De Gecertificeerde Instelling monitort dit acties, evenals de uitstroomprofielen (c.q. waar komen de
jeugdigen daarna terecht).
Vrijwillig kader
In 2017 zal er per GI een lumpsum bedrag beschikbaar worden gesteld voor de uitvoering van
dienstverlening in het vrijwillige kader. We zullen geen aparte trajecten of producten meer financieren.
Daarnaast willen we de terminologie veranderen in ‘preventieve jeugdbescherming- en reclassering’,
om het preventieve karakter te benadrukken. We verwachten dat de Gecertificeerde Instellingen door
middel van inzet van de preventieve jeugdbescherming- en reclassering, i.s.m. het lokale veld,
gedwongen kader maatregelen voorkomen. We verwachten ook van de Gecertificeerde Instellingen
dat zij dit in 2017 inzichtelijk maken, bijv. door resultaat onderzoek of vergelijkbare methoden. Dit
betekent ook dat een verschuiving van het beschikbare budget van dwang naar drang een optie kan
zijn. .
Verder is van belang dat de Gecertificeerde Instellingen de preventieve expertise zoveel mogelijk
overdragen aan andere partners in de keten. Regio Nijmegen ziet drang e.d. als attitude en niet als
product, en vind het zodanig van belang dat ketenpartners zich deze attitude eigen maken.
Overige inkoopeisen
De Gecertificeerde Instellingen bieden ruimte aan hun eigen professionals en stimuleren flexibiliteit
zodat de professionals inzet kunnen plegen ten behoeve van preventieve jeugdbescherming en
sluiten aan bij de vraag van de lokale teams. De professionals van de Gecertificeerde Instellingen
durven over grenzen heen te kijken, zien wetgeving als een kader waarbinnen mogelijkheden te
vinden zijn en zoeken naar wat wél kan i.p.v. wat de beperkingen zijn.
De Gecertificeerde Instellingen zijn vanaf januari 2017 volledig aangesloten op het berichtenverkeer
en maken hierbij gebruik van de bouwstenen in blok C2. De regio Nijmegen zal zo mogelijk aansluiten
op de afspraken die volgen uit de handreiking m.b.t. codes en declaraties die in september/oktober
2016 verwacht wordt.
De Gecertificeerde Instellingen hanteren een gezinsgerichte, integrale aanpak op alle leefgebieden.
In 2017 zal een transformatie binnen de C1 plaatsvinden (o.a. matched care – afbouw (zware)
residentiële zorg – flexibel verblijf). De GI’s zetten zich actief in en spelen een rol in deze kanteling.
De Gecertificeerde Instellingen werken mee aan de doorontwikkeling van de beschermingstafels in
de vorm van:
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
25
- Meedenken in voortraject en ontwikkeling
- Deelname aan beschermingstafel
- Toerusten van medewerkers om deel te kunnen nemen aan de beschermingstafel
De Gecertificeerde Instellingen sluiten aan bij het casusoverleg zorg met verblijf als zij casuïstiek
inbrengen, hierbij gebruik makende van de vastgestelde werkprocessen en formats.
De Gecertifieerde Instellingen blijven actieve inzet plegen bij het zoeken naar een vervolgplek als er
een tijdelijke crisisplaatsing heeft plaatsgevonden.
De Gecertificeerde instellingen sluit zich aan bij de in regio Nijmegen gehanteerde definitie en
werkwijze van casemanagement. De Gecertificeerde Instellingen verlenen hun medewerking aan het
op handen zijnde implementatieproject rondom casemanagement.
Casemanagement is een integraal onderdeel van de hulpverlening waar geen extra financiering voor
beschikbaar is.
Definitie casemanagement
De cliënt neemt zoveel mogelijk zelf de regie, al dan niet samen met familieleden, buren of vrienden
uit het eigen netwerk. Wanneer er meer ondersteuning nodig is op de regie, is er sprake van een
casemanager. In de meeste gevallen is dat degene die het meest direct betrokken is bij het gezin. De
casemanager is degene die ervoor zorgt dat iedereen in de casus doet wat hij moet doen en daar zelf
ook – voor zover het zijn eigen professionele discipline betreft - actief aan deel neemt. Daartoe werkt
hij samen met de professionele partners het plan van aanpak uit in een uitvoeringsplan, toetst hij of
de doelen in de praktijk ook haalbaar zijn, c.q. gehaald worden. Het uitgangspunt hierbij is het
versterken van de eigen regie van de cliënten en hun sociale netwerk, bij voorkeur met toepassing
van sociale netwerkstrategieën.
Het Sociale (wijk/kern)team, het Regieteam of het Veiligheidshuis heeft in de toewijzing van de
casemanager een dwingende rol als dit noodzakelijk is.
De taken van de casemanager
• Hij/zij is algemeen aanspreekpunt voor het systeem. Hij/zij zorgt er voor dat het systeem
duidelijk is wat het probleem is en wat er in gang gezet wordt om dat aan te pakken.
• Hij/zij stuurt op het plan van aanpak voor alle relevante leefgebieden, waarbij hij/zij ervoor
zorgt dat voor alle betrokken professionals duidelijk is wat hun taken en rollen zijn en wat de te
leveren productie is (uitvoeringsplan). Dit volgens het principe 1 huishouden 1 plan.
• Hij/zij levert vanuit zijn professionele discipline een bijdrage aan de uitvoering van het plan
van aanpak.
• Hij/zij haalt proactief alle relevante informatie op om de voortgang te bewaken. Daarbij checkt
hij/zij of de doelen gehaald worden en als dat niet het geval is zoekt hij/zij uit wat daarvan de oorzaak
is.
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
26
Hij/zij spreekt professionals aan en stemt af met het Sociale (wijk/kern)team of schaalt op naar het
Regieteam of Veiligheidshuis als signalen daartoe aanleiding geven.
3.4 Percelen/inschrijven op een gedeelte van de Uitnodiging tot Aanvraag subsidie
Deze Uitnodiging tot Aanvraag subsidie is niet onderverdeeld in percelen.
De producten JB en JR worden regionaal gesubsidieerd.
3.5 Voorwaarden en verplichtingen bij de subsidie
Subsidiegrondslag
De subsidieverstrekking vindt plaats voor een jaar op basis van de begrotingen van de gemeenten in
de regio Nijmegen (zie ook 3.3.2).
De regionaal vastgestelde Subsidieverordening Jeugdhulp en de daarin genoemde termijnen, eisen
en bepalingen geldt als basis voor alle te verlenen en vast te stellen subsidies binnen dit
subsidiebestek. Met het indienen van een subsidieaanvraag verklaard de Subsidieaanvrager akkoord
te gaan met de bepalingen zoals genoemd in deze verordening.
Voorschotten
De subsidie wordt verstrekt in de vorm van voorschotten totdat de subsidie definitief is vastgesteld.
Begrotingsvoorbehoud
De informatie in deze paragraaf is onder voorbehoud van het definitieve macrobudget voor de
Jeugdwet en WMO taken voor 2017, en onder voorbehoud van vaststelling van de begroting door de
gemeenteraden.
Uitvoeringsovereenkomst
Ter uitvoering van deze beschikking wordt een uitvoeringsovereenkomst in de vorm van een transitie-
en transformatieplan gesloten. Het sluiten van een uitvoeringsovereenkomst wordt als voorwaarde
opgenomen in het subsidiebesluit.
Verplichtingen
- De subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan een onderzoek van de gemeentelijke
rekenkamer, of rekenkamercommissie', indien deze daarom verzoekt.
- De bevoegde bestuursorganen kunnen naast de in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht
bedoelde verplichtingen bij nadere regels of bij de subsidieverlening ook verplichtingen opleggen met
betrekking tot: a. de overdracht van subsidie aan derden, anders dan als betaling voor goederen of
diensten; b. de verwezenlijking van het doel van de subsidie; c. de wijze waarop of de middelen
waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht; d. de wijze waarop de subsidie jegens- of
namens hogere overheden dient te worden verantwoord.
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
27
Verantwoording
Tijdens de subsidieperiode is er een aantal momenten waarop de subsidieontvanger zich moet
verantwoorden. Deze verantwoording vindt in de loop van het jaar plaats via het elektronisch
berichtenverkeer. Bovendien zijn er kwartaalgesprekken om met elkaar de inzet en het budget goed
te volgen.
Vóór 1 juni 2018 wordt door de Subsidieontvanger een verantwoording over het voorgaande
subsidiejaar ingestuurd. Aan de hand van deze verantwoording én de verantwoording uit het
Elektronisch Berichtenverkeer wordt het definitieve subsidiebedrag vastgesteld.
:De volgende stukken moeten door het bestuur van de subsidieontvanger worden ondertekend en
ingediend:
Een verslag van de gerealiseerde activiteiten met daarin een beschrijving van de werkwijze
en het resultaat.
Een financieel overzicht waaruit blijkt aan welke producten en aantallen de subsidie is
besteed.
Een inhoudelijk jaarverslag.
Een, door een Registeraccountant goedgekeurde jaarrekening over het subsidiejaar met
daarin minimaal een staat van baten en lasten, een balans en een toelichting
3.6 Minimumeisen
In bijlage 2 zijn de minimumeisen en randvoorwaarden met betrekking tot de subsidieaanvraag
geformuleerd. Aan deze eisen dient de Subsidieaanvrager op het moment van ingang van de
subsidie te voldoen. Indien de Subsidieaanvraag niet voldoet aan deze eisen kunnen de gemeente uit
de regio Nijmegen de Subsidieaanvraag weigeren.
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
28
4 De Subsidieaanvraag
De Subsidieaanvraag dient de informatie te bevatten die hieronder wordt weergegeven.
Subsidieaanvrager dient in zijn Subsidieaanvraag onderstaande indeling te hanteren.
Tabblad 1
Formulier van de aanvraag met daarin de documenten zoals geëist bij 2.3.3
Te weten:
Een opgave van bij andere bestuursorganen of private Subsidieaanvragers of personen
aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder
vermelding van de stand van zaken daarin;
Een meerjarenbegroting van baten en lasten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt
aangevraagd over het tijdvak waarin de activiteiten worden uitgevoerd, waarbij alle kosten en
opbrengsten aan de activiteiten zijn toegerekend, inclusief personeelslasten en de
accommodatielasten, alsmede een toelichting op de begroting;
Een opgave van de met de Subsidieaanvrager gelieerde rechtspersonen, de aard van de
relatie tot de Subsidieaanvrager en de vermogenspositie van de gelieerde rechtspersoon;
Een recent (niet ouder dan 6 maanden vanaf de datum dat de Subsidieaanvraag wordt
ingediend) uittreksel van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel;
Een gewaarmerkt exemplaar van de oprichtings- of stichtingsakte, waarin de statuten zijn
opgenomen en een exemplaar van het huishoudelijk reglement;
De jaarrekening en het accountantsrapport over het voorafgaand boekjaar met toelichting
Tabblad 2
Aanvraag van de subsidie waarin wordt ingegaan op de gestelde eisen zoals geformuleerd in
hoofdstuk 3 en hoofdstuk 5.
Tabblad 3
Prijs per bouwsteen (indicatief)
Tabblad 4
Bijlage 5: Een ingevuld overzicht van relevante contactpersonen binnen de organisatie.
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
29
5 Beoordeling
5.1 Beoordeling Algemeen
De subsidieaanvraag zal beoordeeld worden aan de hand van de volgende (kwaliteits)eisen. Het
beoordelingsteam van de Regio zal kijken in welke mate de subsidieaanvraag voldoet aan de
voorwaarden en de beleidskaders zoals geschetst in deze subsidietender. Daarbij wordt specifiek
gelet op de volgende zaken:
- De Subsidieaanvrager geeft aan akkoord te gaan met de gestelde randvoorwaarden zoals
genoemd in paragraaf 3.1, 3.3, 3.4 en paragraaf 3.5.
- De Subsidieaanvrager reflecteert op de geformuleerde beleidsdoelstellingen zoals genoemd in
paragraaf 3.2 en licht toe hoe deze doelstellingen behaald kunnen worden in haar eigen
bedrijfsvoering, waar nodig in samenwerking met andere (keten)partners.
- Daarbij dient gelet te worden op de voorgenomen Rijkskortingen die de Regio wil doorberekenen
naar de Subsidieaanvrager. En de andere hierop betrekking hebbende opmerkingen in deze
tekst .
Hierbij kan de Subsidieaanvrager (bijvoorbeeld) haar visie geven op
o Op- en afschaling van zorg
o Efficiënte bedrijfsvoering
o Overhead en vastgoedbeheer
- De Subsidieaanvrager geeft aan op welke manier haar organisatie meent te gaan voldoen aan de
eisen Duurzaamheid en Social Return, zoals genoemd in paragraaf 3.1.10 en 3.1.11.
5.2 Beoordelingsgesprek
De Contractmanager(s) van de Regio zal/zullen nadat de aanvraag is ontvangen in gesprek gaan met
de Subsidieaanvrager over de subsidieaanvraag en de door de regio gestelde randvoorwaarden. Het
doel van dit gesprek is enerzijds om waar nodig een toelichting te vragen op de subsidieaanvraag en
anderzijds om vast te stellen dat de Subsidieverlener en de Subsidieaanvrager dezelfde
doelstellingen nastreven en de verwachtingen van de te behalen doelstellingen op elkaar zijn
afgestemd.
5.3 Subsidieverlening
1. Subsidieaanvragen worden door een beoordelingsteam beoordeeld aan de hand van de
procedure, zoals omschreven in dit Subsidiebestek. Dit resulteert in een voorstel van weigering
c.q. voor subsidieverlening aan de subsidieaanvragers.
2. Dit voorstel zal worden voorgelegd aan het bestuur van de gemeente. Het bestuur neemt - op
voordracht van het beoordelingsteam- het subsidiebesluit / de subsidiebesluiten, c.q. het
weigeringsbesluit / de weigeringsbesluiten.
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
30
3. Gemeente zal dit besluit middels beschikking bekendmaken aan Subsidieaanvragers. Alle
Subsidieaanvragers worden gelijktijdig schriftelijk geïnformeerd door Gemeente over de uitkomst
van de Subsidieaanvraagprocedure.
4. Een Subsidieaanvrager kan binnen zes weken schriftelijk bezwaar maken tegen de
subsidieverlening, respectievelijk de weigering van subsidie.
5. Een bezwaar schorst niet de werking van het bestreden besluit.
6. Indien na verlening blijkt dat niet is voldaan aan de beoordelingscriteria en minimumeisen kan
dat een grond kan opleveren voor intrekking of wijziging van de subsidieverlening.
Subsidiebestek Jeugdhulp: C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
31
Bijlage 1: Standaardformulier indienen vragen Bijlage 2: Minimumeisen en gewenste resultaten Bijlage 3: Beleidsnota Kracht door Verbinding Bijlage 4: Verklaring Social Return on Investment (SROI) Bijlage 5: Overzicht contactpersonen