Stuvia 37841 Samenvatting Inleiding Tbk 26875 Husk

Samenvatting boek: Business - Eeninleiding tot de bedrijfskunde

written by:

TBKundige

The Marketplace to Buy and Sell your Study Material

Buy and sell all your summaries, notes, theses, essays, papers, cases, manuals, researches, andmany more..

www.stuvia.com

Samenvatting Inleiding TBK

H1: Grond beginselen van ondernemerschap en economie

Wat is een bedrijf?

-Een op winst gerichte organisatie die door de klant gewenste goeden en/of diensten levert.

Bedrijven/ondernemingen leveren 4 bijdragen:

-1- Ze voorzien de samenleving van bepaalde benodigdheden

-2- Ze scheppen werkgelegenheid

-3- Ze betalen belastingen

-4- Ze investeren hun winst weer in de economie

Verschil tussen producenten van goederen en dienstverleners:

-Producenten van goederen produceren tastbare producten en zijn kapitaalintensief

-Dienstverleners leveren ontastbare producten en zijn arbeidsintensief

Verklaar de groei van de dienstverleningssector:

-1- Consumenten hebben meer te besteden, meer geld uitgegeven aan zichzelf

-2- Dienstverleners waren gericht op (de lifestyletrends) klantenbehoefte

-3- Klanten hebben hulp nodig by nieuwe technologien in t bedryf of persoonlyk leven

-4- Bedrijven vaker beroep doen op consultants of andere profs, voor bedrijfsadviezen

-5- Dienstverleners hebben minder belemmeringen bij markttoetreding dan producenten van

tastbare goederen

Verschil tussen vrije markt en een planeconomie?

-In een vrije markt beschikken mensen over een hoge mate van vrijheid om te bepalen wat er door

wie en voor wie wordt geproduceerd. (Persoonlijk gewin als doel beschouwd)

-In een planeconomie stelt de overheid grenzen aan de individuele keuzevrijheid teneinde bepaalde

maatschappelijke doelen te verwezenlijken, middelen toe te wijzen en priv-eigendom te beperken.

(Geen persoonlijk gewin als doel)

Hoe benvloeden vraag en aanbod het prijsniveau?

-Prijsstijging: daling Qv, meer prikkel voor leverancier om te produceren

-Prijsdaling: stijging van de vraag(Qv) , geleverde hoeveelheid kan dalen

Vraag en aanbod in balans= evenwichtsprijs.

In een vrije markt bepaalt de wisselwerking tussen vraag en aanbod wat er in welke hoeveelheden

wordt geproduceerd.

Hoe kan je economische prestaties in een vrije markt meten?

-Door te kijken naar diverse economische indicatoren zoals: werkloosheidscijfer, huizenverkoop,

vraag naar duurzame goederen en inflatie.

Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material

De productiviteit van een Europees land kan gemeten worden door het bruto nationaal inkomen

(BNI) te berekenen= de som van alle door nationale en in het eigenland werkzame buitenlandse

bedrijven geproduceerde goederen en diensten.

Vijf uitdagingen waarmee de zakelijke professional de komende jaren te maken mee krijgt?

-1- Het produceren van kwalitatief hoogstaande goederen en diensten, die voorzien in

behoeften van de klant.

-2- Het ontwikkelen van een ondernemende instelling, ook al ben je werknemer in een groot

bedrijf.

-3- Globaal denken en het omarmen van een cultureel divers personeelsbestand.

-4- Het vertonen van ethisch en maatschappelijk verantwoord gedrag.

-5- De pas houden met technologische ontwikkelingen en e-commerce.

H2: de mondiale markt

Waarom drijven landen handel met elkaar?

-Dit doen ze om aan ruwe grondstoffen en goederen te komen waarover ze zelf niet kunnen

beschikken of te duur zijn om zelf te produceren.

Wat is het voordeel van internationale handel?

-Het vergroot de totale output van het land (wat lijdt tot lagere prijzen en meer

keuzemogelijkheden), meer concurrentie en bedrijven in staat stelt hun afzetmarkten uit te breiden

en distributie efficinter te maken.

Waarom leggen landen handelsrestricties op?

-Om de lokale economie een duwtje in de rug te geven.

-Om eigen marktsectoren te beschermen tegen conflicterende buitenlandse concurrentie.

-Om een bepaalde werkgelegenheid te behouden.

-Om nieuwe of zwakke industrien de kans te geven te groeien.

-Om de nationale veiligheid te verbeteren.

Noem 4 vormen van handelsrestricties:

-1- Invoerrechten (belastingen, toeslagen of accijnzen op gemporteerde goederen)

-2- Quotas (beperkingen op de hoeveelheid die gemporteerd mag worden van 1 product)

-3- Embargos (het verbieden van de import/export van een bepaald product)

-4- Sancties (politiek gemotiveerde embargos)

Protectionisme= overheidsbeleid dat gericht is op de bescherming van eigen marktsectoren tegen

internationale concurrentie.

Geef 3 protectionistische tactieken die landen gebruiken om eigen producenten een

concurrentievoordeel te geven:

-1- Beperkende importstandaarden verplichten (speciale licenties, kwaliteitsstandaarden)

-2- Eigen producenten subsidiren (zo kunnen ze beter internationaal concurreren)

-3- Grote hoeveelheden van een product in de markt dumpen voor een prijs die onder kostprijs,

verkoopprijs van eigen bedrijf ligt.

Wat zijn handelsblokken? En wat is hun rol in het internationale bedrijfsleven?

-Handelsblokken zijn regionale groeperingen van landen die afgesproken hebben de onderlinge

handelsbeperkingen te schrappen. Deze allianties vergemakkelijke de handel tussen de lidstaten en

verhogen de handelsbarrire voor niet-leden.

Bekende handelsblokken: North American Free Trade Agreement (NAFTA), de Europese Unie (EU), en

de Association of Southeast Asian Nations (ASEAN)

Waarom gaan bedrijven naar het buitenland? (de mogelijkheden die ze hebben)

-Omzetverhoging.

-Verbetering van de operationele efficintie.

-Het gebruik van nieuwe technologien en consumentenkeuze.

Nadelen aan handeldrijven met het buitenland:

-Andere lokale wet- en regelgeving, gebruiken ethische normen en waarden.

-Ze kunnen slachtoffer worden van politieke of economische instabiliteit, schommelende

wisselkoersen, dreiging van terrorisme.

Hoe verbeter je de communicatie in een internationale handelsrelatie?

-Zoveel mogelijk kennis vergaren over de cultuur en de inzet van de lokale mensen met wie wordt

samengewerkt.

-Vermijd vooroordelen en stereotypering.

-Houd rekening met misverstanden en toon respect.

5 vormen van internationale zakelijke activiteit:

-1- Importeren en exporteren

-2- Sluiten van licentieovereenkomsten

-3- Franchising

-4- Het vormen van strategische allianties en joint ventures

-5- Het doen van rechtstreekse buitenlandse investeringen

Licentieovereenkomst= om in ruil voor royaltys de producten van een ander bedrijf te verkopen

Alliantie=samenwerkingsverband met 1 ander bedrijf, waarby technologien etc worden uitgewisseld

Joint venture= Dit is een samenwerking tussen twee of meer ondernemingen in een

dochteronderneming met het doel gezamenlijk en product op de markt te brengen.


H3: Ethiek en maatschappelijk verantwoord ondernemen

Wat wordt er bedoeld met ethisch gedrag/werken:

-Mensen die ethisch verantwoord werken, houden zich aan alle relevante wet- en regelgeving,

handelen op eerlijke wijze, communiceren naar waarheid en doen andere geen schade toe.

Noem drie invloeden op ethisch gedrag:

1. Culturele verschillen.

2. Kennis van de gevolgen van bepaalde besluiten.

3. Handelingen en toewijding aan ethisch gedrag op het werk.

Hoe moedigen bedrijven ethisch gedrag aan?

-Ethiek managers, ethische hotlines.

Voordelen klokkenluiden:

-Het bedrijf wordt gedwongen de problemen aan te pakken.

Nadelen klokkenluiden:

-Het bedrijfsimago wordt geschaad.

-Management is veel tijd kwijt aan de kwestie.

-De klokkenluider zelf kan gehinderd worden in zijn of haar werk.

Welke vragen kan jij jezelf stellen als je een ethische beslissing moet nemen:

1. Wordt er geen wet overtreden?

2. Is het eerlijk voor alle betrokkenen?

3. Geeft het besluit mij een goed gevoel?

4. Is het besluit in de praktijk toepasbaar?

Wat is het verschil tussen ethisch dilemma en een ethische misstap?

-Een ethisch dilemma is een kwestie met twee conflicterende maar wettige zijden.

-Een ethische misstap is als er iemand een besluit neemt dat illegaal, immoreel of onethisch is.

Beschrijf de tegenstelling rond maatschappelijk verantwoord ondernemen:

-Volgens de minimalistische zienswijze van de MVO, voldoen bedrijven aan hun

verantwoordelijkheden ten opzichte van de samenleving door de wet te eerbiedigen en hun winst te

maximaliseren.

-Aanhanger menen dat bedrijven het geld van de belastingbetaler niet mogen gebruiken om

maatschapplijke doelen na te streven.

-Critici stellen dat MVO vaak niet meer is dan public relations mooie woorden om de aandacht af te

leiden van een dubieuze werkpraktijk.


Hoe kunnen bedrijven maatschappelijk verantwoord gedrag vertonen?

-Bedrijven kunnen onderzoeken of hun werkwijze wel maatschappelijk verantwoord is.

*Op basis van deze informatie kunnen ze ervoor kiezen een bijdrage te leveren door filantropie (=het doneren

van tijd, geld of andere resources) of strategisch MVO (=maatschappelijke investeringen die passen bij de

bedrijfsdoelen).

-Ze kunnen het milieu beschermen, om de CO2-uitstoot te verminderen.

-Ze kunnen rekening houden met de wensen en behoeften van de consument.

-Ze kunnen zich houden aan de vier elementaire rechten eerbiedigen

*Het recht op veilige producten, het recht op informatie, het recht op vrije keuze en het recht om gehoord te

worden(klacht in kunnen dienen)

-Tot slot kunnen ze voor goede personeelsrelaties zorgen door werknemers eerlijk en rechtvaardig te

behandelen en voor een veilige werkomgeving te zorgen.

H4: Bedrijfssystemen

Noem acht principes van systeemanalyse waarmee je jouw vaardigheden als manager kunt

uitbreiden:

1. Anderen helpen bij het zien van het grote plaatje, inclusief de wijze waarop individuele

werknemers en afdelingen een bijdrage kunnen leveren aan de algemene bedrijfsdoelen.

Zodat men zich niet alleen richt op de eigen , specifieke doelen.

2. Begrijpen hoe afzonderlijke systemen praktisch functioneren, en hoe ze met elkaar zijn

verbonden, zodat toegepaste veranderingen elkaar niet in de weg zitten.

3. Probeer problemen te begrijpen voordat je ze oplost. Vaak is er sprake van de quick fi,

zonder dat goed nagedacht wordt over de onderliggende problemen.

4. Probeer de mogelijke impact van oplossingen in te schatten voor invoering.

5. Verplaats het probleem niet Los het op.

6. Vermijdt het bigger hammer-syndroom, waarbij je verkeerde oplossingen op dezelfde

manier en met steeds meer energie toepast.

7. Begrijpen hoe feedback in een systeem werkt, zodat je processen kunt verbeteren door te

leren van ervaringen.

8. Leer van gemaakte fouten en verbeter ze.

Wat is een waardeketen?

-Een handige manier om alle waardetoevoegende elementen en processen in kaart te brengen.

Het concept van de waardeketen is het meest zinvol als bedrijven de meeste of alle voornaamste

bedrijfsfuncties zelf uitvoeren. Naarmate steeds meer bedrijven afhankelijk zijn van zakenpartners en

uitbestede processen, wordt het waardeweb een steeds realistischer model.

Wat is supply chain management?

- SCM combineert zakelijke processen beleid met computersystemen die diverse elementen van de

supply chain in een samenhangend systeem integreren en omvat alle externe leveranciers en

distributiepartners van het bedrijf.


Wat is het belang van Suply chain management?

SCM wordt strategisch steeds belangrijker, omdat het bedrijven helpt met het beheersen van risicos,

relatiebeheer en het beheren van de vele interacties die in de supply chain voorkomen.

Wat zijn de verschillen tussen kwaliteitscontrole en kwaliteitsborging?

-Kwaliteitscontrole omvat het vergelijken van de productkwaliteit met gevestigde standaarden nadat

het product of dienst is afgeleverd en defecten zijn verholpen

-Kwaliteitsborging behelst een meer omvattende en proactieve benadering, bestaande uit

organisatiebrede beleidsregels en procedures om zeker te stellen dat kwaliteit vanaf de geboorte van

het product is ingebouwd.

Wat zijn de voornaamste manieren waarop bedrijven informatie gebruiken?

1. R&D (van het begrijpen van klantbehoeften tot de ontwikkeling van nieuwe producten).

2. Planning en controle (het groeperen van plannen en het monitoren hoe ze binnen het bedrijf

worden uitgevoerd).

3. Marketing en sales (het contact met de klant).

4. Communicatie en samenwerking (het delen van informatie en hoe dat door het gehele

bedrijf heen in elkaar grijpt).

Wat is een operationeel, informatie, professioneel managementsysteem? Geef voorbeelden

-Een operationeel systeem verzamelt en verwerkt de gegevens en informatie die de dagelijkse

werkzaamheden in het bedrijf vertegenwoordigen, van verkoopbonnen en productie tot financile

gegevens. (systemen voor processen, relationship management, klantbeheersystemen)

-Professioneel managementsysteem ondersteunt de professionele en managementsystemen de

analyse en besluitvorming op een hoger bedrijfsniveau. (kennismanagementsysteem,

managementinformatiesysteem).

Wat zijn voor de manager de meest belangrijke informatiesysteemfactoren? (7 stuks)

(managers krijgen te maken met 7 technologisch gerelateerde uitdagingen

-1- Het waarborgen van privacy en beveiliging.

-2- De bescherming van eigendomsrecht.

-3- Het voorkomen van informatieoverbelasting.

-4- Het monitoren van productiviteit.

-5- Het beheren van de TCO(Total Cost of Ownership).

-6- Het helpen van werknemers met het ontwikkelen van de vereiste technische vaardigheden.

-7- Het behouden van menselijke waarden in het contact met werknemers en klant.


H5: Fusies, acquisities en allianties

Fusie= Een combinatie van twee ondernemingen waarbij het ene bedrijf het andere bedrijf

overneemt en het beheer over de activa en verplichtingen krijgt. (2 ondernemingen n identiteit)

Consolidatie= twee of meer ondernemingen waarbij de oude ondernemingen ophouden te bestaan

en samen een nieuwe onderneming vormen. (Ter versteviging van de machtspositie op de markt.)

Overname= is het opkopen door meestal een grote onderneming van de aandelen van een kleinere

onderneming.

Vijandige overname Hierbij probeert het bedrijf een meerderheid van aandeelhouders te verleiden

om het management te ontheffen van hun functies en voor overname te stemmen.

Bij een overname gefinancierd met vreemd vermogen (geleend geld) wordt het bedrijf overgenomen

door individuele of groepen investeerders. Meestal met de activa van het overgenomen bedrijf als

onderpand (voorraad, machines etc.).

Soorten fusies:

-1- Verticale fusie: bij een verticale fusies gaan twee of meerdere bedrijven uit dezelfde

bedrijfskolom met elkaar fuseren. Zij hebben niet dezelfde functie. Dit zouden elkaars

leveranciers en afnemers kunnen zijn. Als bedrijven dit doen, doen ze dat vaak om de kosten

te verkleinen.

-2- Horizontale fusie: bij een horizontale fusie bevinden de twee of meerdere bedrijven zich in de

dezelfde bedrijfstak. Zij hebben ook een soort van gelijke functie, zij bieden dezelfde

producten of diensten aan. Het zijn dus concurrenten.

-3- Conglomeraatfusie: bij een conglomeraatfusie hebben de twee bedrijven qua bedrijfstakken

en bedrijfskolommen met elkaar helemaal niets te maken.

Market extension merger (samenvoeging van markten): ondernemingen fuseren die vergelijkbare

producten of diensten verkopen op verschillende markten.

Product extension merger (een samenvoeging van producten) Uitbreiding productlijn, maar geen

middelen hiervoor om te ontwikkelen.

H6: Het MKB en ondernemerschap

Welke bijdrage leveren kleine bedrijven?

-Kleine bedrijven introduceren nieuwe ideen, processen en energie in de markt. Ze introduceren

nieuwe goederen en diensten en leveren aan grote bedrijven. Bovendien steken ze ongeveer

dezelfde hoeveelheid geld in de economie als grote bedrijven.


Wat zijn de verschillen tussen grote en kleine ondernemingen?

-Kleine bedrijven verkopen minder producten en diensten aan een kleiner marktsegment. Vaak

informeler contact met hun klanten. Ze staan open voor innovaties omdat ze minder te verliezen

hebben. Snellere beslissingen, individueel uitoefenen van gezag. Eigenaren moeten harder werken

en meerder rollen vervullen.

Drie factoren die ervoor zorgen dat het aantal kleine ondernemingen groeit:

-Door internet, e-commerce en andere technieken is het gemakkelijk een bedrijf op te richten (vanuit huis)

-Stijging van aantal vrouwen en minderheden dat zelfstandig ondernemer wordt, omdat ze vrijheid willen

hebben en zelf beslissingen willen nemen.

-Inkrimping van de economie en uitbesteding, waardoor veel professionals gedwongen worden voor zichzelf te

beginnen.

Typische persoonskenmerken van ondernemers:

-Hoge discipline

-Intutief en innovatief

-Ambitieus en bereid om te leren en trends te creren

-Houden van spanning en risico. Ze doen het meestal niet om rijk te worden.

H7: Accounting en financieel beheer

De planning voor de huidige en toekomstige financile vereisten van het bedrijf vormt de basis van

financieel management (financin).

In resultatenrekening worden de netto-inkomsten van het bedrijf verkregen winst/verlies

Cashflow= stroom van geldontvangsten en-uitgaven van een onderneming gedurende een bepaalde

periode. Nettowinst plus afschrijving van een onderneming.

Financile controle= het analyseren en aanpassen van de financile planning in reactie op recente

resultaten

Kapitaalinvestering= Investeringen in activa met een hoge of permanente waarde voor het bedrijf.

Kapitaalbegroting= Het proces voor het evalueren van beoogde investeringen in projecten die op de

langere termijn rendement voor het bedrijf opleveren.

Financiering met vreemd vermogen= financiering regelen door aandelen in het bedrijf te verkopen.

Financiering met vreemd vermogen= financiering regelen door geld te lenen.

Wat is het doel van de resultatenrekening en het cashflowoverzicht?

-De resultatenrekening is een afspiegeling van de resultaten van de operationele activiteiten

gedurende een bepaalde periode. Zegt iets over omvang en prestaties van het bedrijf.

-Het cashflowoverzicht maakt duidelijk hoe geld wordt verdiend en uitgegeven op de 3 volgende

gebieden: 1; operationele activiteiten. 2; investeringen. 3; financieringen.


Wat is het doel van ratioanalyses en noem de vier hoofdcategorien daarvan:

-Ratioanalyses verstrekken de informatie die nodig is om de gezondheid en financile toekomst van

het bedrijf te beoordelen. Ze vergemakkelijken het vergelijken van bedrijven van verschillende

groottes en het vergelijken van bedrijfsprestaties met branchegemiddelden.

1) Rentabiliteitsratios (informatie over winstgevendheid)

2) Liquiditeitsratios (informatie over het vermogen van bedrijf om aan kortetermijnverplichtingen te

voldoen).

3) Activiteitsratios (hiermee wordt geanalyseerd hoe goed het bedrijf gebruikmaakt van activa).

4) Schuldratios (informatie over het vermogen van het bedrijf om aan de langetermijnverplichtingen

te voldoen).

Verantwoordelijkheden financieel manager:

- Het ontwikkelen en implementeren van een financieel plan, het monitoren van de cashflow,

beslissingen nemen over overschotten, budgetteren voor huiden en toekomstige uitgaven,

onderhouden van het contact met banken en de kapitaalmarkt.

H8.1: Geld en financile instellingen

Wat zijn de functies van geld?

- Ruilmiddel. -Rekenmiddel (waarde van dingen). -Oppotmiddel (opzij zetten tot je nodig hebt).

Valuta= het munt en papiergeld dat de cashvoorraad van een land vormt.

Direct opvraagbare depositos Spaarrekeningen met tegoeden die direct kunnen worden

opgenomen.

Termijn depositos spaarrekeningen met hogere rente-uitkering, maar die opnamemogelijkheden

van de klant beperkt.

Verschillende soorten rekeningen:

-Betaalrekening/ spaarrekening: particuliere bankrekening waarop salaris wordt gestort en waaruit

uitgaven worden bekostigd.

-Rekening-courant: zakelijke bankrekening waarop dagelijks de omzetten worden gestort en van

waaruit uitgaven worden bekostigd.

Doorlopend krediet: leenvorm voor particulieren waarbij van tevoren niet bekend is wat de hoogte

van de uitgaven zullen zijn (reparaties huis etc.)

Rekening-courantkrediet: een rekening waarbij de rekeninghouder tot een bepaald bedrag rood mag

staan, waarbij dat gedekt is door een onderpand.

Creditcards= pasjes waarmee iemand een transactie kan voltooien en later pas hoeft te betalen.

Smartcards= pasjes met computerchips waarin een saldo bedrag en soms persoonsgegevens worden

opgeslagen. (OV jaarkaart)

Chipknip= Nederlands versie van de smartcard, maar zonder opslag van additionele gegevens.


Depositos accepteren stortingen van klanten of leden en bieden rekeningencourant, spaarrekening

etc. aan.

Non-depositos: bieden specifieke financile diensten aan (pensioenfonds, verzekeraars,

investeringsbanken).

Kredietfacilliteit: een van te voren vastgestelde maximale hoeveelheid geld die de bank bereid is een

bepaalde periode uit te lenen (Zodra dit is geregeld, mag het bedrijf zonder onderpand leningen

afsluiten tot het vastgestelde bedrag is bereikt).

H9: Marketingconcepten en strategien

Wat is marketing?

-Alles wat een bedrijf doet om de verkoop van producten te bevorderen. Het omvat beslissingen op

het gebied van productkenmerken, prijs datum introductie, distributie, promotie en verkoop. Ook

omvat het analyseren van de behoeften en het koopgedrag van de klant en het onderhouden van

een langetermijnrelatie na verkoop.

Beschrijf vier vormen van waardetoevoeging:

Aantrekkingskracht van producten en diensten verhogen door waarde toe te voegen.

-1- Aanpassen van de vorm: wanneer bedrijven grondstoffen omzetten in de door de klant

gewenste eindproducten.

-2- Overbruggen van tijd: het product beschikbaar maken op het door de consument gewenste

tijdstip.

-3- Overbruggen van afstand-plaats: wanneer het product aangeboden wordt in een voor de

consument handige locatie.

-4- Overdragen van bezit: de voldoening die de klant haalt uit het bezitten van een bepaald

product.

Social commerce= het creren en delen van productinformatie in gemeenschappen van klanten

Toestemmingsgerichte marketing= methode waarbij bedrijven toestemming vragen aan de

consument om bepaalde boodschappen te verzenden en beloven om de boodschap te beperken tot

de onderwerpen waarin de consument interesse heeft getoond.

Hoe kan social commerce en toestemmingsgerichte marketing zorgen voor een goede klantrelatie?

-Social commerce is belangrijke methode om klanten deel te laten nemen aan het marketingsproces,

het geeft de koper meer macht.

-Toestemmingsgerichte marketing helpt met het opbouwen van een op de langere termijn gerichte

relatie (klant staat centraal geplaatst en men is bereid rekening te houden met zijn/haar behoeften

en wensen).


Waarom en hoe verzamelen bedrijven informatie over hun klanten?

-Bedrijven verzamelen informatie over hun klanten om bij te kunnen blijven met huidige wensen en

behoeften, kwaliteitsproducten te kunnen aanbieden en goede klantenservice te kunnen verlenen.

(Herhalingsverkoop blijkt winstgevender dan verkoop aan nieuwe klanten).

-Hoe: informatie verzamelen over de klant door koopgedrag in de gaten te houden, marktonderzoek

te verrichten en klantgegevens vast te leggen en te analyseren.

Hoe ondersteunt marktonderzoek de marketingfunctie en hoe brengt het de beperkingen van

marketing aan het licht?

-Marktonderzoek helpt bedrijven met het vaststellen van doelen, het ontwikkelen van nieuwe

producten, het ontwikkelen van nieuwe producten, het segmenteren van markten, het plannen van

toekomstige marketingprogramma, het in de gaten houden van de concurrentie en het meten van de

klanttevredenheid.

-Het is een slechte voorspeller van de toekomstige wensen en behoeften van de klant. En het is geen

vervanger voor inschattingsvermogen en gezond verstand.

Noem de drie stappen in het strategische planningsproces voor marketing:

1) Het onderzoeken van de huidige marketingsituatie (Analyseren marketingsituatie, eerdere

prestaties, de concurrentie, interne zwakke/sterke punten, externe omgeving).

2) Het beoordelen van je mogelijkheden het formuleren van doelen.

3) Het ontwikkelen van de marketingstrategie (inclusief de marktsegmentatie, doelmarkten,

positionering van het product en de marketingmix).

Marktsegmentatie= Het opdelen van een markt in verschillende, van elkaar te onderscheiden

groepen afnemers, voor wie het wenselijk kan zijn een bepaalde marketingstrategie of marketingmix

toe te passen.

Wat zijn de belangrijkste instrumenten voor het segmenteren van markten?

-Demografie (externe statistische gegevens zoals leeftijd, inkomen, geslacht en beroep).

-Psychografie (interne gegevens zoals denkwijze, interesses en waarden, gedragingen en gewoontes).

-Geografie (locatie).

Wat zijn de vier elementen van de marketingmix?

1)Product: goederen, diensten, personen, plaatsen, ideen of ander zaken die aangeboden worden

om in bepaalde behoeften te voorzien.

2)Prijs: het bedrag dat klanten betalen voor het product.

3)Plaats/distributie: het georganiseerde netwerk van bedrijven die goederen en diensten van de

leverancier naar de afnemer verplaatsen.

4)Promotie/communicatie: de methoden die bedrijven gebruiken om te communiceren met hun

dolmarkten en de consumenten. (Informeren, overtuigen en herinneren) (Ook gelijk feedback, klanten

service)


H10: Product- en prijsbeleid

Beschrijf de vier fasen in de levenscyclus van een product:

1)Introductiefase: marketing gericht op het stimuleren van de vraag.

2)Groeifase: marketing gericht op uitbreiden van het marktaandeel.

3)Wasdomfase: marketing gericht op het verlengen van de levensduur van het product, door

verbeteringen te introduceren of het product in verschillende verpakkingsgroottes aan te bieden.

4)Dalingsfase: beslissen of product behouden moet blijven of dat de kosten verminderd moeten

worden ter compensatie van de dalende verkoop.

Beschrijf de zes fasen van productontwikkeling:

1)Brainstormen.

2)Selecteren van de meest veelbelovende ideen.

3)Analyseren van beste ideen om winst potentieel te bepalen.

4)Prototypefase, proefproducten worden gemaakt.

5)Product op beperkte schaal in de markt gezet, om te kijken hoe de klant reageert.

6)Vercommercialisering, de grootschalige productie en distributie van een product.

Merkloyaliteit= De mate waarin klanten voor een specifiek merk blijven kiezen.

Merkvermogen= Een door het bedrijf opgebouwd vertrouwen door klanttevredenheid.

Noem drie niveaus van merkloyaliteit:

1)Merkbewustzijn (ze kiezen voor het product omdat ze het al kennen)

2)Merkvoorkeur (voorkeur voor een product indien beschikbaar, indien niet kiezen ze wat anders).

3)Merkexclusiviteit (niveau waarop de klant geen alternatieven tolereert).

Functies van verpakkingen en etiketten:

-Verpakking zorgt voor bescherming, betere identificatie en het trekt de aandacht.

-Verpakkingen verbeteren het gebruiksgemak van het product en geven info over productkenmerken

-Etiketten kunnen worden gebruikt om het merk & het product te verduidelijken & te onderscheiden.

-Etiketten bevatten informatie over het product (ingredinten etc. UPC codes)

UPC codes/barcode: worden gebruikt voor het vastleggen van omzet en voorraadverloop.

Noem vier manieren om de productlijn uit te breiden + 2 risicos:

1)De productlijn opvullen: gaten opvullen (die nog niet door concurrenten zijn opgemerkt in

bestaande productlijn).

2)De productlijn uitbreiden: nieuwe productvarianten introduceren

3)Merkuitbreiding: merk toepassen op nieuwe productcategorie.

4)De productlijn uitrekken: goedkopere of duurdere productvarianten toe te voegen.

2 risicos:

-Verlies van merkidentiteit (verzwakking van de betekenis van het merk)

-Kannibalisatie van andere producten in de productlijn. (ten koste van de andere producten)


Invloeden van prijsbeslissingen:

- kosten productie en verkoop, concurrentie, de behoeften van groothandelaren en winkels,

marketingdoelstellingen, wet- en regelgeving van de overheid, kwaliteitsverwachting, marktvraag.

Veel voorkomende prijsstrategien:

-kostengerichte prijsstrategie

-vraaggerichte prijsstrategie

-concurrentiegerichte prijsstrategie

-prijsoptimalisatie

-penetratieprijsstrategie: lage prijs vragen voor 1 nieuw product om snel een hoge omzet te krijgen.

-afroomprijspolitiek (skimming): een hoge prijs bij introductie, om prijs later te kunnen verlagen.

-prijsdiscriminatie en differentiatie : het vragen van verschillende prijzen voor gelijke producten aan

verschillende afnemersgroepen.

-loss-leaderstrategie: met verlies verkopen van een product om klanten over te halen ook andere

producten van het bedrijf uit te proberen. (supermarkten)

Waarom kan kostengerichte prijsstrategie slecht uitpakken?

-Vaststellen van de variabele kosten kan lastig zijn, vaak afhankelijk van productie en verkoopvolume.

(Als het volume verandert kunnen ook de variabele kosten veranderen).

-Er wordt geen rekening gehouden met de invloed van concurrenten of klanten.

H11: Distributie en klantcommunicatie

Wat is de functie van tussenschakels?

-Tussenschakels brengen de producten van producenten naar de markt en zorgen ervoor dat deze

producten op het juiste moment, op de juiste plaats en in de juiste hoeveelheden worden

aangeboden.

Beschrijf de 7 primaire functies van tussenschakels:

-Brengen koper en verkopers bijeen. (bol.com)

-Verstrekken informatie over de markt. (wie koopt wat en hoeveel)

-Geven promotionele en verkoopondersteuning.

-Ze stellen het productassortiment samen (sorteren, standaardiseren en verdelen)

-Vervoeren producten en slaan ze op. (Ze houden voorraad zelf voor snelle levering)

-Nemen bepaalde risicos over. (beschadiging, diefstal, bederving etc.)

-Zorgen voor financiering. (grotere tussenschakels kunnen leningen aan kleine producenten

verschaffen)

Hoe fungeren groothandels en de detailhandel als specifieke tussenschakels?

-Groothandels kopen van de producenten en verkopen aan de detailhandel, andere groothandels of

aan zakelijke klanten zoals ondernemingen, overheden etc.

-Detailhandel koopt van producenten of groothandels en verkoopt de producten vervolgens aan de

eindgebruiker.


Wat is het verschil tussen intensieve, selectieve en exclusieve distributiestrategien?

-Intensieve distributiestrategie: een onderneming probeert de markt te verzadigen door de

producten via elk mogelijk verkooppunt aan te bieden. (goedkope goederen, kopieer papier)

-Selectieve distributiestrategie: een onderneming kiest een beperkt aantal detailhandelwinkels en

zorgt voor voldoende productondersteuning. (goederen met enige bedenktijd, koelkast)

-Exclusieve distributiestrategie: een onderneming geeft een enkele groothandel of winkel het recht

om het product in een enkel verkooppunt te verkopen. (dure, technische, luxe goederen)

Op welke 7 manieren kan men met de klant communiceren?

1)Persoonlijke verkoop (telefoon, interactieve media).

2)Adverteren (reclame boodschappen via massamedia).

3)Direct marketing (via mailen, internet promotie materiaal verspreiden, om reactie klant uit te

lokken).

4)Verkooppromotie (het stimuleren van de interesse in een product)

5)Public relations (een vorm van communicatie die zich erop richt een gunstig imago te vormen bij

een breed publiek).

6)Sociale media (wordt gebruikt voor het benvloeden en het ondersteunen van de interactie tussen

klanten).

7)Aftersales communicatie (gericht op het verbeteren van de klanttevredenheid en het stimuleren

van herhalingsaanschaf).

Waarom is gentegreerde marketingcommunicatie belangrijk?

-Wanneer een onderneming verschillende vormen van marketing gebruikt, dat stijgt de kans dat de

klant conflicterende boodschappen ontvangt. gentegreerde marketingcommunicatie omvat het

cordineren van alle promotionele en communicatieactiviteiten van de onderneming, zodat er n

en dezelfde boodschap naar de markt wordt verzonden. (betere effectiviteit van marketing)

Leg het doel van een kernboodschap in marketing uit:

-De kernboodschap is een korte, krachtige, boodschap die je over je product hoopt over te brengen

op de doelgroep. Alle communicatie-inspanningen kunnen vervolgens op deze boodschap worden

gebaseerd.

Hoe kan je sociale media gebruiken bij je marketingcommunicatie?

-Marketeers moeten zich richten op het stimuleren van de discussie tussen klanten en

enthousiastelingen, het benvloeden van de discussie door bruikbare en interessante informatie te

verstrekken en het reageren op vragen of kritische opmerkingen.

H12: Managementfuncties en vaardigheden

Beschrijf de vier elementaire functies van management:

1)Planning (het formuleren van doelen, doelstellingen en actieplannen)

2)Organiseren (het regelen van de middelen voor het uitvoeren van de bedrijfsplannen)

3)Leidinggeven (stimuleren en motiveren van werknemers om zich effectief in te zetten)

4)Controleren (kijken of er voorruitgang is, aanpassen van de koers, maatregelen nemen als

doelstellingen niet worden gehaald)


Wat is het strategische planningsproces?

-Maken van een visie op de toekomst

-Visie vertalen naar een missie (zodat het met alles organisatieleden kan worden gedeeld)

-Beoordeling sterke en zwakke punten, mogelijkheden en bedreigingen

-Voorspellingen over trends die de producten en het bedrijf kunnen benvloeden

-Analyseren van de concurrentie

Al deze informatie wordt gebruikt voor het formuleren van doelstellingen, die uiteindelijk worden

omgezet in actieplannen

Wat is het doel van een mission statement?

-Het beschrijft de bestaansreden van het bedrijf, wat het doet en wat het wilt bereiken.

Het statement geeft de organisatieleden focus en bevat richtlijnen voor toekomstige handelingen.

Wat zijn de voordelen van de SWOT-analyse?

-Door sterke en zwakke punten in kaart te brengen krijgt het bedrijf inzicht in de huidige

capaciteiten. (Het bedrijf moet dan beslissen of het zich nieuwe vaardigheden moet eigen maken om

huidige of toekomstige doelen te kunnen behalen.) Door de externe mogelijkheden en bedreigingen

in kaart e brengen, kan het bedrijf zich beter voorbereiden op ontwikkelingen die het behalen van de

eigen doelen belemmert.

Waarom zijn doelstellingen belangrijk?

-Doelstellingen beschrijven de targets op de kortere en langere termijn die managers helpen met het

in de praktijk brengen van het mission statement. --- Juiste doelen zorgt voor motivatie onder de

werknemers, ook krijgt men de beschikking over standaarden voor het meten van individuele en

groepsprestaties. Er wordt verduidelijkt wat het management van je verwacht.

Noem drie veel voorkomende stijlen van leiderschap:

-Autocratisch: om snel knopen door te hakken

-Democratisch: betrokkenheid van werknemers bij de besluitvorming belangrijk

-Laissez-faire: wanneer creatief moet worden gestimuleerd

Goede leiders zijn flexibel genoeg om de beste benadering voor een specifieke situatie te kiezen.

Managers:

-Sociale vaardigheden, technische vaardigheden, administratieve vaardigheden,

besluitvormingsvaardigheden.

Besluitvormingsproces:

-Probleem onderkennen, oplossingen bedenken, analyseren oplossingen, beste oplossingen gekozen

en uitgevoerd, resultaten controleren.


H13: organisatie, teamwork en motivatie

Wat is de functie van de organisatiestructuur?

-Het is een model waarmee de organisatie de werkzaamheden kan cordineren en controleren,

verantwoordelijkheden verdelen, gezag delegeren etc. Het organigram is de visuele weergaven van

dit model.

Toetsbaarheid= de verplichting om werkresultaten te rapporteren aan leidinggevenden of teamleden

en om slechte prestaties te rechtvaardigen.

Gezag= de macht om beslissingen te nemen, opdrachten te geven, bepaalde handelingen te

verrichten en resources te verdelen.

Delegeren= het toewijzen van taken den voor de uitvoering van die taken noodzakelijke

bevoegdheden.

Vijf soorten organisatiestructuren:

-Functionele structuur: werknemers gegroepeerd op basis van vaardigheden

-Divisiestructuur: allemaal opzichzelfstaande miniorganisaties (retail, paneelbouw etc.)

-Matrixstructuur: werknemers uit verschillende functionele gebieden worden aan projectteams

toegewezen. Rapporteren moet aan hun afdelingsmanager en teamleider.

-Netwerkstructuur: bestaat uit aparte bedrijven die specifieke taken voor een hoofdkantoor

uitvoeren.

Voor- en nadelen teamwork:

-Voordelen: betere beslissingen, minder stres, meer flexibiliteit.

-Nadelen: inefficintie, groepsdenken, minder individuele motivatie, verstoring hirarchie.

5 fasen bij de teamontwikkeling:

1)Formeringfase: kennismaken met elkaar

2)Schikkingfase: conflicten doordat er coalities worden gesloten en machtsblokken ontstaan.

3)Normeringfase: conflicten oplossen, ontstaan van harmonie.

4)Uitvoeringsfase: teamleden richten zich op de doelen.

5)Afwikkelingsfase: taken worden afgerond en team wordt ontbonden.

Teamconflicten door: verwarring over de verantwoordelijkheden, slechte communicatie,

verschillende waarden, machtsstrijd etc.

In maslows behoeftenhirarchie worden individuele behoeften in vijf categorien verdeeld.

In Herzbergs tweefactorentheorie handelt over dezelfde werknemersbehoeften, maar verdeelt deze

in twee aparte groepen.

Waarom is de verwachtingstheorie een van de beste modellen voor werknemersgedrag?

-De verwachtingstheorie koppelt de inspanningen van de werknemer aan het resultaat dat die

werknemer van die inspanningen verwacht. Als een werknemer betwijfelt of inspanningen tot

acceptabele prestaties of erkenning leiden, dan zal hij waarschijnlijk minder goed zijn best doen.


H14: Human resources

Wat zijn de uitdagingen en voordelen van diversiteit?

-Uitdagingen: er moet goed kunnen worden samengewerkt tussen alle verschillende werknemers,

goede communicatie en goede motivatie.

-Voordelen: diversiteit in het personeelsbestand zorgt voor meer ideen en invalshoeken, het helpt

het bedrijf met het doorgronden van de markt.


Noem vier HRM-uitdagingen voor de moderne manager:

1)Afstemmen van het personeelsbestand op de vereisten van het bedrijf.

2)Stimuleren van loyaliteit in een tijd waarin bedrijven geen baangarantie voor het leven kunnen

geven.

3)Controleren van de werklast en het voorkomen van burn-out.

4)Helpen van werknemers om een goede balans tussen werk en priv te vinden.

Hoe kan je deze HRM-uitdagingen aanpakken?

-Flexwerkregelingen (werktijden afwisselen).

-Telewerken (vanuit huis of andere locatie werken).

-Functiedeling (fulltime functie delen met een collega).

-Sabbaticals (langdurig verlof).

Zes stappen selectieproces:

1)Selecteren van kandidaten

2)Afnemen van screeningsgesprekken

3)Afnemen van vervolggesprekken

4)Beoordelen van de kandidaten

5)Referentieonderzoek verrichten

6)Kiezen van beste kandidaat

Incentives= aanmoedingspremie

Populaire incentives:

-bonussens, comissies, winstdeling, prestatieloon, competentieloon, gain sharing.

Gain sharing= beloning gebaseerd op doelen als productiviteit of kwaliteitsverbeteringen.

Competentieloon= beloning die gekoppeld is aan het verwerven van kennis en vaardigheden.

Commissie= compensatie die gebaseerd is op een percentage van de door de werknemer behaalde

omzet.

Status werknemers kan veranderen door promotie of overplaatsing, ontslag, pensionering.

Werknemers vullen vacatures graag intern op, om twee redenen: de werknemer is opgeleid door het

bedrijf en kent de manier van werken, en ander werknemers krijgen de boodschap dat goed

presteren lonend kan zijn.

Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)

Stuvia 37841 Samenvatting Inleiding Tbk 26875 Husk

Documents

Transcript of Stuvia 37841 Samenvatting Inleiding Tbk 26875 Husk