Studiewijzer...beroepsonderwijs en de opleiding Learning and Development in Organisations. Instituut...
Transcript of Studiewijzer...beroepsonderwijs en de opleiding Learning and Development in Organisations. Instituut...
Studiewijzer
Scholing ten behoeve van de verwerving van het
Pedagogisch Didactisch Getuigschrift
Verzorgd door de lerarenopleidingen van
het Instituut voor leraar en school
van de
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Studiejaar 2018-2019
2
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD PDG ....................................................................................................................................... 3
DEEL 1 STUDIEGIDS ....................................................................................................................................... 4
1. Studeren bij het Instituut voor leraar en school ......................................................................... 4
2. Uitgangspunten van het onderwijs ............................................................................................. 5
2.1 De visie op leren en opleiden ............................................................................................................ 7
2.2 Ontwerpregels en uitgangspunten .................................................................................................... 9
3. De opbouw van het PDG traject ................................................................................................ 12
3.1 Overzicht van de eindkwalificaties waaruit de PDG-opleiding bestaat ............................................ 13
3.2 Beroepsprofiel, eindkwalificaties en eenheden van leeruitkomsten ............................................... 14
3.3 Overzicht leeruitkomsten en de Generieke Kennisbasis, kennisbasis Kwalificatiedossier MBO
docent en set beoogde leerresultaten van de HAN ILS .......................................................................... 19
4. Interne organisatie ............................................................................................................................. 24
DEEL 2 BESCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS ............................................................................................ 26
Leerplan Pedagogisch didactisch getuigschrift ..................................................................................... 26
Overzicht Modules met eenheden van leeruitkomsten PDG-opleiding .............................................. 27
Module 1 Beroepsgerichte leeromgeving (BL); Beroepsgericht vakdidactisch ontwerpen en toetsen
van leerarrangementen .......................................................................................................................... 27
Module 2 Beroepsgericht begeleiden (BB); Beroepsgericht begeleiden van het leren tijdens de
leerloopbaan ........................................................................................................................................... 38
Module 3 Onderzoekende Professional; Onderzoeken van de kwaliteit van de beroepsopleiding en de
eigen professionaliteit ............................................................................................................................ 45
Ontvankelijkheidscriteria ........................................................................................................................ 51
DEEL 3 ONDERWIJSARSENAAL ................................................................................................................... 52
Opbouw van de module .............................................................................................................................. 52
Boekenlijst PDG 2018 – 2019 ..................................................................................................................... 64
Verplichte boeken ................................................................................................................................... 64
Aanbevolen boeken ................................................................................................................................ 64
Tijdschriften en overige bronnen ............................................................................................................ 66
Bijlage 1 ....................................................................................................................................................... 67
Toetsplan PDG ......................................................................................................................................... 67
Toetsmatrijs PDG .................................................................................................................................... 72
3
VOORWOORD PDG
Deze studiewijzer is tot stand gekomen in directe samenwerking met de Gelderse mbo-scholen, Marant,
onderwijsadvies bureau, en de ILS Academie, onderdeel van de lerarenopleidingen van de Hogeschool
van Arnhem en Nijmegen.
Deze scholing, ook genoemd het PDG-traject, is gericht op de verwerving van het Pedagogisch Didactisch
Getuigschrift (PDG), zoals de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek aangeeft in
hoofdstuk 7A en wordt verzorgd door de lerarenopleidingen HAN ILS.
Het PDG-traject is een duale opleiding. Uitgangspunt voor de inrichting van dit traject voor cursisten van
de PDG-opleiding is geweest het Opleidingsstatuut van de lerarenopleidingen deeltijd en duaal 2018-
2019, waarbij het uitgangspunt voor de invulling van deze studiewijzer de uitgangspunten zijn van het
PDG-traject (zie deel 1) en hoe deze zijn door vertaald in het leerplan van de PDG-opleiding (zie deel 1, 2
en 3).
De studiestudiewijzer van het PDG-traject bestaat uit:
1. De Studiegids
In de studiegids, deel 1, vind je informatie over de opbouw van de opleidingen en over de
beroepstaken en competenties die in de opleidingen centraal staan. Verder krijg je informatie over
de organisatie van de opleidingen, de invulling van studieloopbaanbegeleiding en de faciliteiten die
er binnen de opleiding, het instituut of de HAN voor jou zijn. Ook krijg je de algemene informatie die
voor alle HAN- studenten geldt, zoals de jaarplanning.
2. Beschrijving van het onderwijs en het onderwijsarsenaal
Het onderwijs is nader beschreven in de delen 2 en 3. In deel 2 vind je onder andere informatie over
het curriculum van de opleidingen, de eenheden van leeruitkomsten, de onderwijseenheden en de
tentaminering.
In deel 3 is een beschrijving en nadere uitwerking van het onderwijsaanbod opgenomen.
4
DEEL 1 STUDIEGIDS
1. Studeren bij het Instituut voor leraar en school
Het Instituut voor Leraar en School en de Faculteit Educatie
Het Instituut voor Leraar en School, het ILS, omvat 12 lerarenopleidingen en de opleiding Learning and
Development in Organisations. Het ILS maakt deel uit van de Faculteit Educatie. De Faculteit Educatie
verzorgt de bachelor- en masteropleidingen bij de HAN op het gebied van onderwijs en opleiden. In het
kennisnetwerk van de Faculteit Educatie leren vak- en instituutsdocenten, didactici, trainers, lectoren,
onderwijskundigen, learning and development professionals, onderzoekers, practici uit het veld én
studenten van elkaar en met elkaar. Afdelingen van de Faculteit Educatie zijn:
Instituut voor Leraar en School: Lerarenopleidingen voortgezet onderwijs & middelbaar
beroepsonderwijs en de opleiding Learning and Development in Organisations.
Instituut HAN Pabo: Pabo Nijmegen en Pabo Arnhem
Kenniscentrum Kwaliteit van Leren: het Kenniscentrum ontwikkelt op basis van toegepast onderzoek
kennis en instrumenten die bijdragen aan de kwaliteit van leren in de beroepspraktijk en in het
bachelor- en masteronderwijs van de hogeschool.
Het beroep leraar
Je hebt gekozen voor een opleiding waarin je wordt opgeleid voor het beroep van docent in het mbo.
Het is een veelzijdig en breed beroep waarin je naast lesgeven en begeleiden ook allerlei andere taken
hebt.
Middelbaar beroepsonderwijs
Als mbo-docent kun je in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) op niveau 1, 2, 3 en 4 les geven. In het
middelbaar beroepsonderwijs, dat gegeven wordt in roc’s/aoc’s1, worden studenten opgeleid voor een
beroep. Dit kan variëren van automonteur tot secretaresse, van zelfstandig werkend kok tot hovenier.
Kortom, de variëteit aan mbo-opleidingen is erg groot.
Startbekwaam: doorgroeimogelijkheden
Door de taken die je uitvoert en de rollen die je vervult, maak je een brede ontwikkeling door. Je leert
om les te geven, te begeleiden, te structureren, mee te denken in schoolontwikkeling en te
communiceren met collega’s en werkveld. Dit zijn voorbeelden van taken/competenties die je ook kunt
inzetten binnen andere functies, rollen en organisaties. Als leraar kun je ook doorgroeien naar andere
functies in het onderwijs, bijvoorbeeld mentor, ict-coördinator, vakspecialist of decaan. Andere
doorgroeimogelijkheden zijn richting het management, bijvoorbeeld op het gebied van
onderwijsorganisatie en onderwijsvernieuwing. Aanvullend op je PDG-opleiding zou je er voor kunnen
kiezen om een tweedegraads lerarenopleiding te volgen. Deze opleidingen leiden op tot een 2e graads
bevoegdheid. Hierdoor ben je inzetbaar binnen een nog breder onderwijsveld, namelijk het vmbo en de
1 Regionale opleidingscentra / Agrarische opleidingscentra
5
onderbouw van havo en vwo. De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen biedt deze lerarenopleidingen
aan. Kortom, met een baan in het onderwijs kun je jezelf verbreden en verdiepen.
2. Uitgangspunten van het onderwijs
Visie op het onderwijs
De HAN beschrijft haar visie op het onderwijs als volgt: ‘Het beleid van de HAN is expliciet gericht op een
leven lang gepersonaliseerd leren, onderzoeken en werken in een door technologie ondersteunde
sociale en open leerwerkomgeving. Samenwerking met het werkveld is hierbij essentieel. We geven ons
onderwijs en onderzoek vorm in nauwe samenwerking met het werkveld en onze omgeving. Het
werkveld geeft als mede-eigenaar daadwerkelijk gestalte aan onderwijs en onderzoek.’
In het deeltijdse en duale onderwijs gaan we uit van standaardisatie op maat2, waarbij al het onderwijs
wordt georganiseerd op basis van standaardcomponenten; ook wel modules genoemd. Modules
hebben de volgende kenmerken:
1. modules zijn opgebouwd rond herkenbare taakgebieden uit de beroepspraktijk;
2. modules zijn als zelfstandige eenheden te volgen en worden afgesloten met een certificaat;
3. modules hebben een omvang van maximaal 30 studiepunten3;
4. binnen modules kunnen studenten met enige beperking zelf vorm geven aan hun onderwijs;
5. blended learning (een mix van contactonderwijs, online leren en werkplekleren) biedt
mogelijkheden tot personalisering binnen een module;
6. de leeropbrengsten van een module bevatten voor de beroepspraktijk relevante resultaten die
bijdragen aan de ontwikkeling van de werkplek.
Het deeltijdse en duale onderwijs worden daarnaast ook nog verder geflexibiliseerd door:
1. meerdere instroommomenten: iedere opleiding heeft minimaal 2 instroommomenten per jaar;
2. intake op moduleniveau: per module wordt gekeken welk leerarrangement het beste past bij de
student;
3. mogelijk maken van tempoverschillen;
4. variatie in werkvormen: deeltijdstudenten kunnen (deels) tijd- en plaatsonafhankelijk studeren. Bij
enkele leeruitkomsten kan de student een keuze maken tussen verschillende toetsvormen.
In het PDG-traject wordt de opleiding beschreven in eenheden van leeruitkomsten. Daarbij staat in de
beschrijving van de opleiding niet meer centraal welk onderwijs er gegeven wordt, maar welke kennis,
vaardigheden en attitude en welk inzicht, de student moet aantonen. Waar en hoe een student die
kennis, vaardigheden en attitude en dat inzicht heeft verworven of zal verwerven wordt per student
individueel bezien.
In dit traject kunnen studenten er dus voor kiezen om niet al het onderwijs dat de opleiding aanbiedt
ook daadwerkelijk te volgen. Dat kan het geval zijn als ze van mening zijn dat ze de inhoud van bepaalde
2 Beschreven in Opmaat naar flexibel deeltijdonderwijs, Adviesrapport van de raamleerplancommissie deeltijd van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Gepubliceerd in april 2014. 3 Op deze omvang zijn in enkele situaties uitzonderingen mogelijk. Deze uitzonderingen zijn beschreven in Artikel 3.5, lid 7 van de OER (Deel 2A van dit onderwijsstatuut).
6
eenheden van leeruitkomsten al beheersen of deze beter op hun werk dan in lessen en practica op
school kunnen verwerven. Iedere eenheid van leeruitkomsten wordt afgesloten met een tentamen. Een
tentamen kan één of meer eenheden van leeruitkomsten beslaan. Een tentamen kan bestaan uit
meerdere deeltentamens.
Leren via beroepstaken
De PDG-opleiding kent een centrale rol toe aan de beroepspraktijk in het onderwijs. Het leren via
beroepstaken is daarbij een sturend uitgangspunt. Beroepstaken zijn betekenisvolle, hele taken zoals
deze in al hun complexiteit in de werkelijkheid door de beroepsbeoefenaar (expert) worden uitgevoerd.
“Hele” taak wil zeggen dat deze niet wordt opgeknipt in deelaspecten, maar in zijn geheel wordt
beoefend. Reden voor de PDG-opleiding om als uitgangsdocument in het leerplan het kwalificatie
dossier van de mbo-docent te nemen. Dit document geeft een beschrijving van de taken en de
deeltaken van de docent in het middelbaar beroepsonderwijs. Ook komt aan de orde welke kennis en
vaardigheden de mbo-docent nodig heeft om zijn taken te vervullen (MBO Raad, 2015).
Modules en eenheden van leeruitkomsten en onderwijseenheden
Het PDG-traject is net als alle deeltijdse en duale opleidingen van de HAN opgebouwd uit modules en
eenheden van leeruitkomsten. De eenheden van leeruitkomsten en onderwijseenheden zijn
gegroepeerd in modules met een omvang van maximaal 30 studiepunten4. Modules zijn dus vaststaande
sets van eenheden van leeruitkomsten of vaststaande sets van onderwijseenheden. Eenheden van
leeruitkomsten en onderwijseenheden hebben een veelvoud van 2,5 studiepunten, tot een maximum
van 30 studiepunten. Iedere eenheid van leeruitkomsten of onderwijseenheid wordt afgesloten met een
tentamen dat kan bestaan uit meerdere deeltentamens.
Studieloopbaanbegeleiding
De PDG-opleiding hecht eraan zorg en ondersteuning te bieden bij het studeren aan de HAN en bij het
inrichten van jouw studie. Studieloopbaanbegeleiding is daarom een van de aspecten van ons onderwijs.
De studieloopbaanbegeleider helpt je bij het ontwikkelen van de zelfsturing die je nodig hebt om je
studie te volbrengen. Tevens is hij voor jou het eerste aanspreekpunt in bijzondere situaties,
bijvoorbeeld als de studie niet zo verloopt als je gepland had of bij langdurige ziekte of handicap. Hij kan
je dan helpen wegen te zoeken om resultaten te behalen en voortgang in je studie te boeken.
Een bijzondere taak van de studieloopbaanbegeleider is het samen met jou en je praktijkopleider 5vaststellen van de leerroute die je kiest, het studietempo waarin je studeert en het ondersteunen bij
het kiezen van de meest geschikte modules (en waar mogelijk de volgorde daarvan) in de
postpropedeutische fase van de opleiding.
4 Op deze omvang zijn in enkele situaties uitzonderingen mogelijk. Deze uitzonderingen zijn beschreven in Artikel 3.5, lid 7 van de OER (Deel 2A van dit onderwijsstatuut). 5 5 Praktijkopleiders zijn de begeleiders van de cursisten op de werkplek. De naam van de begeleider kan per instelling anders zijn. Denk aan werkplekbegeleider, praktijkopleider, praktijkopleider, schoolopleider, etc.
7
Onderwijsovereenkomst
Het PDG-traject is opgebouwd uit modules en leeruitkomsten en geeft jou als student meer ruimte om
jouw eigen leerroute te bepalen. We maken voorafgaand aan de module afspraken over de wijze
waarop je je gaat voorbereiden op het tentamen of de tentamens van de module en het moment
waarop je dit tentamen of de tentamens - of de deeltentamens waaruit een tentamen bestaat - aflegt.
Deze afspraken worden vastgelegd in jouw persoonlijk ontwikkelplan en besproken met jouw
begeleiders op de eigen werkplek en met de slb ’er op de HAN.
Praktijkleerovereenkomst
In ons deeltijd- en duale onderwijs neemt werkplekleren een belangrijke plaats in. Voor jou als PDG-
cursist speelt een groot deel van jouw leerroute zich af op jouw werkplek. Dit is in een werk-
leerovereenkomst tussen jou, de werkgever en de HAN vastgelegd.
Onderwijsarsenaal
Het onderwijsarsenaal beschrijft per leeruitkomst hoe je kunt aantonen dat je beschikt over het inzicht
en de kennis, vaardigheden en attitude die nodig zijn om het tentamen behorende bij die eenheid van
leeruitkomsten te behalen.
In Deel 4 van dit statuut, het onderwijsarsenaal, staat het onderwijsaanbod beschreven. Per module
wordt beschreven welk onderwijs er wordt gegeven en wanneer en hoe dat wordt gegeven.
De informatie in het onderwijsarsenaal heb je nodig om:
- besluiten te nemen over de leerroute die je kiest (zie ook Onderwijsovereenkomst);
- samen met jouw studieloopbaanbegeleider een keuze te maken uit de modules waaruit de
opleiding bestaat en de volgorde te bepalen waarin je deze gaat doorlopen.
2.1 De visie op leren en opleiden
De PDG-opleiding richt zich op het professionaliseren van docenten in het middelbaar
beroepsonderwijs. De opleiding wil een adequaat en actueel programma aanbieden dat kwalificeert
voor het uitoefenen van het beroep van mbo-docent. De cursisten ontwikkelen competenties waarmee
zij als beginnend beroepsbeoefenaar beroepstaken kunnen uitvoeren en competent zijn in het blijven
ontwikkelen van hun eigen bekwaamheid. De opleiding wil met haar programma een voorbeeld voor
haar cursisten zijn in het creëren van een krachtige leeromgeving.
Leerconcepten
De opleidingskundige visie van de PDG-opleiding is gebaseerd op verschillende leerconcepten, die
bestaande en nieuwe inzichten in het creëren van krachtige leeromgevingen integreren.
Bij de ontwikkeling van het leerarrangement is gebruik gemaakt van enerzijds het Deeltijd
Flexprogramma van de HAN. In dit programma worden de eindkwalificaties geoperationaliseerd in
leeruitkomsten. Leeruitkomsten zijn gedefinieerd als ‘inhoud en niveau van kennis, inzicht en
vaardigheden die zijn vereist om een bepaald aantal studiepunten te behalen’. Om een diploma of een
8
certificaat voor een module te verkrijgen, wordt vastgesteld of de cursist de vereiste leeruitkomsten
heeft behaald. De studiepunten zijn gekoppeld aan zogenoemde ‘eenheden van leeruitkomsten’. Als een
cursist alle leeruitkomsten die tot een eenheid van leeruitkomsten behoort, heeft behaald dan krijgt hij
de bijbehorende studiepunten. Anderzijds zal gebruik worden gemaakt van een ontwerpbenadering,
ontwerpmodel waarin niet de feiten en begripsmatige kennis, maar de kenmerkende situaties uit de
beroepspraktijk en de rollen van de bekwaamheden van de beroepsbeoefenaren uitgangspunt zijn
(Alten & Grotendorst, 2017; Deen & Rondeel, 2017). Dit model vertoont veel overeenkomsten met die
Kompetenzwerkstatt, een model dat gebruikt wordt door leerkrachten in Duitsland om cursisten een
beroep aan te leren (Howe & Knutzen, 2017). Dit model is gebruikt door de kenniskring beroepsgerichte
didactiek onder leiding van Lector Loek Nieuwenhuis.
Visie op leren
De PDG-opleiding leidt cursisten op die werkzaam zijn als docent in het mbo. Dat betekent dat er een
rijke wisselwerking tussen het leren van een beroep in de schoolse context en het leren van een beroep
in de praktijk hoort te zijn. We vinden het belangrijk deze twee ‘werelden’ van meet af aan met elkaar te
verbinden. Deze verbinding is direct bij de start van het traject tot stand gekomen door samen het PDG-
traject in te richten en vorm te geven.
Wij gaan uit van de kennis en ervaring die onze cursisten al hebben opgedaan in het beroep waarvoor zij
opleiden. Al onze studenten hebben een beroepsopleiding voltooid en hebben ervaring in het werkveld.
Wij vinden het belangrijk deze kennis en ervaring te erkennen, te waarderen en te benutten voor het
leerproces. We maken actief gebruik van praktijkervaringen en praktijkkennis en bouwen hierop voort,
met als focus het leraarschap. Cursisten kunnen gedurende de opleiding, afhankelijk van vooropleiding
en werkervaring, versnellen. De leeruitkomsten waarover de student (reeds) beschikt zijn daarbij
leidend.
Wij ondersteunen onze cursisten bij het verwerven van die bekwaamheden die nodig zijn om een goede
leraar te zijn. We richten ons daarbij niet alleen op het handelen van de mbo-docent, maar ook op het
denken achter dat handelen, het hanteren van nieuwe inzichten om het handelen te sturen en de
kritische en onderzoekende reflectie op het handelen. Wij willen daarin zelf een rolmodel zijn, door ons
eigen handelen als leraren te expliciteren, kritisch te beschouwen en ten dienste te stellen van het
leerproces.
Naast dit aspect van ‘kwalificeren’ voor het beroep van leraar, richten wij ons ook op de
beroepssocialisatie: wat zijn de kernwaarden van deze beroepsgroep, wat zijn relevante verschillen
binnen de professie en wat betekent het om zowel lid als mede-vormgever te zijn van een (school)team,
van het beroep en de beroepsgroep? (Geerdink e.a., 2015). Socialisatie van cursisten in het kader van de
PDG-opleiding is breder dan alleen beroepssocialisatie. (Aankomende) mbo-docenten moeten zich ook
verhouden tot de samenleving, die verwachtingen heeft ten aanzien van het onderwijs. Wij volgen
binnen de opleiding daarom actief het debat over kwaliteit van onderwijs en leraren en gaan daarover in
gesprek met onze studenten.
9
Onderwijs staat niet los van de persoon van de leraar. Wij vinden het belangrijk om onze cursisten te
ondersteunen en begeleiden in het ontdekken van hun passies in het beroep: wat motiveert hen in het
leraarschap, wat drijft hen om leraar te zijn of te willen worden, over welke kwaliteiten beschikken zij
die ze kunnen inzetten in hun leraarschap en hoe kijken zij tegen zichzelf als leraar aan? (Geerdink e.a.,
2015). Zo willen wij onze cursisten inspireren om dit gesprek ook met hun studenten aan te gaan en
zodoende een bijdrage te leveren aan de persoonsvorming van hun eigen studenten.
2.2 Ontwerpregels en uitgangspunten
Tijdens het ontwerpen van het PDG-traject zijn we uitgegaan van onderstaande uitgangspunten en
ontwerpregels.
Samen opleiden
Samen opleiden betekent dat de mbo-scholen en het PDG-traject samen verantwoordelijk zijn voor de
inhoud en de kwaliteit van de opleiding. Dit vraagt om co-makership tussen opleiding en werkplekken,
gericht op doelverheldering, afstemming en taakverdeling, om te zorgen voor goede inbedding in het
curriculum. Kennen van elkaars rationaliteiten vraagt om veelvuldig contact en personele uitwisseling.
Hybride leren
Een hybride leeromgeving vormt de leeromgeving van de opleiding en de cursist. Dit vraagt van de
opleiders en ontwerpers bekendheid met de beroepscontext waarin de mbo-docent werkzaam is.
Beroepstaken, werkprocessen en kritische beroepssituaties zijn richtinggevend voor het ontwerp.
Evenals een onderzoekende professionele houding.
Flexibilisering en maatwerk
Om aan te kunnen sluiten bij de leerbehoefte en -vraag van de cursist zijn flexibilisering en maatwerk
gewenst. Dit is mogelijk door te werken met leerarrangementen waarin modules en
leerwegonafhankelijke toetsen de mogelijkheid bieden om toe te werken naar het beoogde
eindresultaat. Om deze flexibilisering tot stand te brengen is gebruik gemaakt van de Bouwstenen van
High Impact Learning (Dochy, Berghmans, Koenen, & Segers, 2015).
Blended leeromgeving
Om het beroepsonderwijs aan te laten sluiten op de doelgroep worden de leeractiviteiten blended in
hybride omgevingen aangeboden. Dit betekent dat het leren plaatsvindt door middel van contact
onderwijs, online leren en leren op de werkplek.
Toetsing en beoordeling
Om cursisten goed voor te bereiden op hun toekomstige beroepspraktijk, dienen zij naast kennis ook
vaardigheden en een beroepshouding te ontwikkelen, zoals probleem oplossen, leiding geven,
analyseren, synthetiseren, coachen en presenteren. Om deze vaardigheden en beroepshouding te
10
kunnen toetsen dienen deze zoveel mogelijk in de authentieke omgeving te worden afgenomen. Dit
vraagt om meer en andersoortige toetsvormen.
Bij de deeltijdopleidingen van HAN-ILS vinden alle toetsing en beoordeling leerwegonafhankelijk plaats.
Dat wil zeggen dat de toetsing los staat van de door de cursist afgelegde leerroute.
Leerwegonafhankelijk toetsen impliceert summatief toetsen: het gaat om het resultaat en niet om (het
ondersteunen van) de leerweg ernaar toe. Leerwegonafhankelijke toetsing kan ook worden gebruikt
voor validering van resultaten van het leren buiten de opleiding en eerder verworven vaardigheden,
kennis en inzicht. De toetsvormen voor het beoordelen van werkplekleren zijn divers. Bij het beoordelen
van beroepsbekwaam handelen wordt gezocht naar een zo goed mogelijke mix van toetsvormen die
samen een uitgebalanceerd toetsprogramma vormen voor een module (zoals bij de deeltijd) of op het
niveau van een totale opleiding. Ook in arbeidsorganisaties is een groot aantal instrumenten
beschikbaar dat wordt gebruikt bij de beoordeling van prestaties en potentieel, zoals: assessment
centers, development centers, 360 gradenfeedbacksystemen, peer- en self-assessment, work samples
en portfolio’s. In het algemeen geldt ook in arbeidsorganisaties dat niet één instrument volstaat om een
volledig en voldoende genuanceerd beeld te krijgen van wat mensen kunnen. Van der Vleuten e.a.
(2010) gaat uit van een toetsprogramma waarin verschillende vormen van toetsen gecombineerd
worden, ieder vanuit zijn kracht en om de beperkingen van toetsvormen onderling te compenseren.
Door het invoeren van leerwegonafhankelijk toetsen worden onderwijsinstellingen onderdeel van de
bredere functie van leren, namelijk leven lang leren. Al voor de start van het onderwijs, tijdens de
intake, kunnen de cursist én de opleiding zicht krijgen op dat wat de cursist al kan en kent. Door te
reflecteren op zijn prestaties en het in beeld brengen van diens kennen en kunnen, levert de cursist al
vanaf de start een actieve bijdrage aan zijn leerproces en de beoordeling van zijn leren. Dit is een mooi
startpunt om duurzame ontwikkeling te stimuleren, waarbij de cursist zelf agent wordt van zijn eigen
leerproces en ontwikkeling (Nieuwenhuis & Peeters, 2017).
De vorm van een opleiding kan verschillen (voltijd, deeltijd), echter de voor de opleiding geformuleerde
beroepstaken en competenties zijn hetzelfde. Bij toetsing en beoordeling wordt gestreefd naar een
maximale validiteit en betrouwbaarheid. Bij validiteit stellen we ons de vraag of het tentamen meet wat
het zou moeten meten. Bij betrouwbaarheid kijken we naar de vergelijkbaarheid van de resultaten.
Binnen toetsen en beoordelen is er bij meerdere leeruitkomsten voor gekozen om de vorm van de
beoordeling los te laten, zodat cursisten op verschillende manieren kunnen aantonen dat zij beschikken
over de bekwaamheden.
Voor het toetsplan zie bijlage 1.
Kernelementen van het werkplekleren
In het leerplan is ook rekening gehouden met de kernelementen van het werkplekleren.
De kernelementen zijn:
1. sociale en structurele kenmerken van de werkplek;
2. leerpraktijken;
3. cursist gerelateerde kenmerken;
4. beoordeling.
11
De uitwerking van deze elementen heeft 11 ontwerpregels opgeleverd die door de opleidingsteams
ingekleurd worden in co-makership met het werkveld (Nieuwenhuis, Hoeve, Nijman, & Vlokhoven,
2018).
Zelfsturend leren
Wij leiden op tot beroepsbeoefenaren die in staat zijn om hun beroepstaken zelfstandig uit te voeren,
hun beroepshandelen continu te verbeteren en zelfstandig hun loopbaan te ontwikkelen. Met het
onderwijs willen wij je leren om zelfstandig beroepstaken uit te voeren, je beroepshandelen te
verbeteren en zelfstandig je loopbaan te ontwikkelen. Het gaat niet alleen om het succesvol afronden
van je studie, maar ook om het blijvend succesvol functioneren in het werkveld. Voor jou zal het
neerkomen op een geleidelijke ontwikkeling naar steeds meer zelfsturing en van afnemende sturing
door docenten.
Regie over eigen leerproces
Wij zien elke cursist als een actief persoon, die zijn leerproces zelfstandig weet vorm te geven. Je brengt
je kennis en ervaringen in en integreert deze in het leerproces. In het programma wordt dit
gestimuleerd door elke module te starten met een startdiagnose, waarbij je aan de hand van gerichte
opdrachten, je eigen beginsituatie onderzoekt en op basis daarvan leervragen formuleert en leerdoelen
bepaalt. De vraag of je je doelen bereikt, is voor een belangrijk deel afhankelijk van je eigen inzet. Wij
verwachten dat je doordachte keuzes maakt in je leerproces, dat je actief gebruik maakt van het
onderwijsaanbod en dat je tijd vrijmaakt voor zelfstudie.
De leerprocessen worden in principe vraaggestuurd begeleid; dit betekent dat het initiatief voor een
groot deel bij jou ligt. Jouw individuele beginsituatie is een belangrijk uitgangspunt voor de mate van
begeleiding. Daarnaast kun je de docent beschouwen als een monitor die jou feedback geeft op het
ontwikkelen van je competenties.
Samen leren en werken
Tijdens de contacttijden word je gestimuleerd om op basis van je leervragen je leerproces te plannen,
uit te voeren en te evalueren. Hiervoor ben je zelf verantwoordelijk. Het contact met anderen is hierbij
een belangrijke leerbron. Door samen te leren wordt kennis opgebouwd. Onze cursisten hebben
allemaal hun eigen expertises, ervaringen en bekwaamheden. Dit biedt een rijk potentieel, waardoor zij
veel van elkaar leren. Het delen van praktijkervaringen is hierbij heel belangrijk. Cursisten nemen
regelmatig de rol van coach op zich en geven elkaar feedback
De lerarenopleider als rolmodel
De opleiders van het PDG-traject hanteren als basis voor hun denken en handelen het manifest High
Impact teaching. In dit document, afgeleid van ‘Bouwstenen voor high impact learning’, hebben
docenten uit het beroepsonderwijs acht bouwstenen voor High Impact Teaching (HIT) geformuleerd
(Dekkers, 2018; Dochy, Berghmans, Koenen, & Segers, 2015). Practice what you teach is een van de
thema’s uit dit document en dat houdt in dat de opleiders congruent zijn in woord en handelen. Zij zijn
een rolmodel voor de cursisten door bewust te variëren in het aanbod van werkvormen en hun keuzes
hierbij ter discussie te stellen en te verantwoorden. Zo word jij je bewust van de didactische keuzes die
12
hieraan ten grondslag liggen en word je tijdens de opleiding steeds meer medeverantwoordelijk
gemaakt voor de didactische vormgeving van de lesbijeenkomsten.
3. De opbouw van het PDG-traject
De opleiding is een samenhangend geheel van eenheden van leeruitkomsten en onderwijseenheden.
Eenheden van leeruitkomsten en onderwijseenheden hebben een omvang van een veelvoud van 2,5
studiepunten tot een maximale omvang van 30 studiepunten. De totale PDG-opleiding telt 60
studiepunten. Met studiepunten drukken wij het gewicht uit van de eenheden van leeruitkomsten of de
onderwijseenheden ten opzichte van de hele opleiding.
Basisindeling van het PDG-traject
Modules
Het PDG-traject heeft een totale omvang van 60 ect en is opgebouwd uit drie modules. Samen vormen
ze de bouwstenen van de opleiding. De 60 ect staat voor 1680 klokuren waarvan er 840 uur op de
werkplek plaatsvindt, 160 klokuren op het Instituut en de overige 660 klokuren bestaat uit zelfstudie. De
modules zijn opgebouwd rond herkenbare taakgebieden uit de beroepspraktijk. De leeropbrengsten van
elke module bevatten voor de beroepspraktijk relevante resultaten. Deze leeruitkomsten zijn in
samenwerking met het werkveld vastgesteld. Iedere eenheid van leeruitkomsten wordt afgesloten met
een tentamen dat kan bestaan uit meerdere deeltentamens. Een uitgebreide beschrijving van alle
modules is te vinden in Deel 3 van deze studiewijzer.
Het PDG-traject kent een basisindeling van de module Beroepsgerichte leeromgeving bestaande uit 30
studiepunten, de module Beroepsgericht begeleiden bestaande uit 15 studiepunten en de module
Onderzoekende professional bestaande uit eveneens 15 studiepunten. De modules kunnen in principe
in een eigen te kiezen volgorde worden gevolgd, behalve de module Onderzoekende professional. Deze
wordt op het einde afgerond door de leeruitkomst Professioneel leiderschap waarin het eindassessment
is opgenomen. Het leerplanschema hieronder brengt de geadviseerde route in beeld.
13
3.1 Overzicht van de eindkwalificaties waaruit de PDG-opleiding bestaat
In onderstaande beschrijving wordt duidelijk gemaakt hoe de eenheden van leeruitkomsten en de
onderwijseenheden waaruit de opleiding bestaat, zich verhouden tot elkaar en tot de eindkwalificaties
van de opleidingen.
Beroepstaken
In het opleidingsprofiel van de PDG-opleiding, zijn de taken en competenties samengevat in zes
beroepstaken:
A. Ontwikkelen van het onderwijsprogramma
B. Uitvoeren van het onderwijsprogramma
C. Construeren, hanteren en evalueren van beoordelingsinstrumenten
D. Begeleiden van studenten tijdens de leerbaan
E. Actief betrokken bij de beroepspraktijkvorming
F. Professional zijn en blijven
Deze beroepstaken lopen als rode draad door de gehele opleiding. In elke module krijgen een of meer
van deze beroepstaken een zwaarder accent.
Onderstaand schema laat zien in welke modules welke beroepstaken centraal staan:
14
Beroepstaak A B C D E F
Module Beroepsgerichte leeromgeving
X
X
X
X
X
Module beroepsgericht begeleiden
X
X
X
Module Onderzoekende professional
X
X
X
X
X
X
3.2 Beroepsprofiel, eindkwalificaties en eenheden van leeruitkomsten
De mbo-docent
Binnen de PDG-opleiding leiden wij cursisten op tot start- en doorgroeibekwame leraren voor het
middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Deze leraren voldoen aan het landelijk raamwerk en de
bekwaamheidseisen, zoals vastgelegd in de wet Beroepen in het Onderwijs (wet BIO). We geven kleur
aan deze doelstelling, doordat we staan voor het opleiden van inspirerende, betrokken en innovatieve
leraren. Leraren die beschikken over een brede kennisbasis en een onderzoekende beroepshouding. Een
leraar die het getuigschrift van de PDG-opleiding heeft ontvangen, streeft naar kwaliteit, is betrokken bij
de ontwikkeling van zijn studenten en blijft ook zichzelf voortdurend ontwikkelen en uitdagen.
Bekwaamheidseisen voor leraren
Sinds 2006 gelden er landelijke
bekwaamheidseisen voor leraren. In de Wet op
Beroepen in het Onderwijs (Wet BIO) staat dat
de bekwaamheidseisen actueel moeten blijven.
De bekwaamheidseisen zijn vastgelegd in het
‘Besluit Bekwaamheidseisen
Onderwijspersoneel’. Ze beschrijven wat
leraren minimaal moeten weten en kunnen. De
nieuwe bekwaamheidseisen zijn per 1 augustus
2017 in werking getreden.
15
Bekwaamheidseisen m.b.t. het professioneel handelen
De eisen die te maken hebben met
samenwerking met collega’s en de
omgeving van de school en met reflectie
en ontwikkeling zijn gespecificeerd in wat
de leraar daarvoor vakinhoudelijk,
vakdidactisch en pedagogisch moet weten
en kunnen.
In het figuur hiernaast wordt in beeld
gebracht hoe de beroepstaken van onze
opleiding samenhangen met de inhoud
van het beroep van de mbo-docent.
16
In elke module wordt gewerkt aan meerdere samenhangende leeruitkomsten. Een leeruitkomst is een
beschrijving van de inhoud en het niveau van kennis, inzicht en vaardigheden waar je na afronding van
het leerproces over beschikt. De leeruitkomsten die in het PDG-programma centraal staan, zijn door de
opleiding geformuleerd met behulp van de Tuning-methodiek. Bij deze methodiek worden
leeruitkomsten systematisch met behulp van de types (bekwaamheidseisen), de subjects (GKB en VKB)
en de scope/context (DD en NLQF) beschreven in Tuning schema’s. In deze Tuning schema’s wordt
precies weergegeven hoe deze landelijke kaders in de EVL’en verwerkt zijn.
In de PDG-opleiding zijn de volgende kaders leidend:
- Basisdocument Eindkwalificaties lerarenopleidingen van de Faculteit Educatie (Hoofdwerkgroep
ILS, 2017). Deze set vormt een belangrijk kader voor de PDG-opleiding en beschrijft de
eindkwalificaties waar de leraren die opgeleid zijn bij de HAN aan voldoen. Hierin zijn de eisen
opgenomen, zoals gesteld in de wet BIO, namelijk de Dublin descriptoren en de generieke
kennisbasis (Onderwijscoöperatie, 2014; NVAO, 2004; Vereniging hogescholen, 2017).
Bekwaamheidseisen van de leraar
Generieke kennisbasis
Het landelijk raamwerk PDG Dit raamwerk, waarin de uitgangspunten en inhoud van het PDG-
traject staan beschreven, is gezamenlijk met de mbo-instellingen en de tweedegraads
lerarenopleidingen tot stand gekomen (NVAO, 2014). Het landelijk raamwerk PDG bevat de
volgende kernpunten (Ecorys, 2013):
a) uitgangspunten van het PDG-traject;
b) elementen die onderdeel dienen te zijn van een geschiktheidsverklaring, als voorwaarde voor
instroom in een PDG-traject;
c) inhoud van de PDG-trajecten;
d) afspraken over leren op de werkplek;
e) wijze van beoordeling van het eindniveau van de deelnemer;
f) studielast, organisatie en andere minimumeisen als voorwaarde voor deelname aan het PDG-
traject;
g) kwaliteitsborging en de rol van NVAO en Inspectie van het Onderwijs.
Europese Dublin descriptoren Hierin worden de internationaal geldende hbo-competenties,
uitgedrukt in de Dublin descriptoren beschreven. In elke module ligt het accent in meer of
mindere mate op enkele van deze descriptoren.
Dublin descriptor Kwalificaties
Kennis en inzicht Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij
wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het beroepsonderwijs
en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau
waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige
aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen
in het vakgebied vereist is.
17
NLQF niveaus Het Nederlands Kwalificatieraamwerk (NLQF) maakt duidelijk op welke niveaus
iemand leert of functioneert in Nederland of een ander Europees land. Het biedt cursisten de
mogelijkheid om ook internationaal hun werk- en denkniveau aan te tonen. Het
kwalificatieraamwerk telt acht niveaus, van basiseducatie tot universiteit, en beschrijft per niveau
de bijbehorende kennis en vaardigheden en de mate van verantwoordelijkheid en zelfstandigheid.
De modules van de PDG-opleiding zijn afgestemd op niveau 6 (bachelor niveau).
- Daarnaast zijn de eindkwalificaties opgenomen die kleur geven aan het type leraar die ILS HAN
wil opleiden binnen de Faculteit Educatie (FE), zoals de leerlijn leren en lesgeven met ICT en
de eindkwalificaties leerlijn onderzoek (Hoofdwerkgroep ILS, 2015; Hoofdwerkgroep ILS,
2013).
- Tevens is het Landelijke Raamwerk als kaderdocument gebruikt (MBO Raad, 2014). Hierin
staan de uitgangspunten beschreven hoe de opleiding PDG moet zijn vormgegeven, zoals is
vastgelegd in de wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW).
- In de opleiding staat de relatie tussen het beroepenveld, de branche, de beroepsopleiding en
de cursist centraal.
a. De opleiding wordt vormgegeven volgens de principes van ‘samen opleiden’. De
lerarenopleiding en de mbo-instelling zijn samen verantwoordelijk voor de inhoud en
kwaliteit van de opleiding; het opleidingsinstituut is eindverantwoordelijk.
b. Het opleidingsconcept wordt in overleg tussen de mbo-school en de lerarenopleiding
vastgesteld.
c. Het beroepsprofiel docent mbo, gebaseerd op de bekwaamheidseisen uit de wet BIO, de
generieke kennisbasis plus addendum (ECBO) en de Dublin descriptoren vormen de
onderleggers voor de PDG-opleiding.
d. De opleiders werken voorbeeldmatig (double loop-leren).
e. Het eindniveau van de PDG-opleiding is bachelor niveau.
Toepassen kennis
en inzicht
Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te
passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of
beroep laat zien en beschikt verder over competenties voor het
opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van
problemen op het vakgebied.
Oordeelsvorming Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren
met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het
afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke
of ethische aspecten.
Communicatie Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op
een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten.
Leervaardigheden Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie
die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan.
18
- Het kwalificatiedossier van de mbo-docent is als bron ingezet en de hierin beschreven
beroepstaken zijn mede richtinggevend geweest. Dit document beschrijft de taken en deeltaken
van de mbo-docent.
In het volgende hoofdstuk wordt beschreven hoe de eenheden van leeruitkomsten waaruit de opleiding
bestaat, zich verhouden tot de eindkwalificaties van de opleiding.
Onderstaand overzicht brengt in beeld uit welke eenheden van leeruitkomsten (EVL) de opleiding
bestaat en onder welke modules deze zijn onder gebracht.
Module Eenheid van leeruitkomsten Leeruitkomsten
Beroepsgerichte
leeromgeving
1.1 Ontwerpen van
beroepsgerichte leereenheden
1.1 Ontwerpen van beroepsgerichte
leereenheden
1.2 (Her)ontwerpen van een
toetsinstrument
1.2.1 (Her)ontwerpen toetsinstrument
1.2.2 Ontwikkelen eigen
beoordelaarsbekwaamheid
1.3 Organiseren van
beroepsgerichte activerende
leereenheden en
begeleidingsprocessen in de groep
1.3.1 Organiseren van beroepsgerichte
activerende leereenheden en
groepsprocessen in de groep
1.3.2 Ontwikkelen eigen
docentbekwaamheden
Beroepsgericht
begeleiden
2.1 Begeleiden van studenten in de
BPV
2.1.1 Voorbereiding op de
beroepspraktijkvorming
2.1.2 Begeleiden tijdens de
beroepspraktijkvorming
2.2 Coachen van studenten tijdens
de leerloopbaan
2.2 Coachen van studenten tijdens de
leerloopbaan
Onderzoekende
professional
3.1 Onderzoeken van de eigen
onderwijspraktijk
3.1 Onderzoeken van de eigen
onderwijspraktijk
3.2 Professioneel leiderschap 3.2 Professioneel leiderschap
3.3 Overzicht leeruitkomsten en de Generieke Kennisbasis, kennisbasis Kwalificatiedossier mbo-docent en set beoogde
leerresultaten van de HAN ILS
In onderstaand overzicht wordt duidelijk gemaakt hoe de eenheden van leeruitkomsten waaruit de opleiding bestaat, zich verhouden
tot elkaar en tot de eindkwalificaties van de opleiding.
Eenheid van
Leeruitkomsten
Generieke Kennisbasis
2e graads
lerarenopleidingen
Kennisbasis
kwalificatiedossier
mbo-docent
Set beoogde leerresultaten
HAN ILS
1.1 Ontwerpen van
beroepsgerichte
leerprocessen
Professionele basis
Vakinhoudelijk bekwaam
Vakdidactisch bekwaam
Pedagogisch bekwaam
A1. Opvattingen over
leren en leerconcepten
(3.2)
A2. Onderwijsconcepten
A4. Leren- en
motivatieprocessen (1.2,
2.1)
A6. Hanteren van doelen
(1.3, 2.2)
A7. Ontwerpen van
onderwijs
C6. ICT-vaardigheden in
de onderwijscontext
Vakkennis beroepstaak 1;
F. Professional/ docent
bekwaam zijn en blijven
(1.2, 1.3, 2.1, 2.2, 3.1, 3.2)
Vakkennis beroepstaak 2;
A. Ontwerpen van het
onderwijsprogramma
PB 6
Hij houdt zijn onderwijs in inhoud, vorm en activiteiten
actueel en is innovatief.
VI 1
Hij staat ‘boven’ de leerstof en kan die zo samenstellen,
kiezen en/of bewerken dat zijn leerling(en) die
kunnen/kan leren.
VD 1
Hij brengt in leerplannen en leertrajecten een duidelijke
relatie tussen de leerdoelen, het niveau en de
kenmerken van zijn studenten, de vakinhoud en de
inzet van de verschillende methodieken en middelen
aan.
P 1
Hij volgt de ontwikkeling van zijn studenten in hun leren
en gedrag en stemt zijn handelen daarop af, passend bij
het onderwijs van deze tijd.
20
1.2 Herontwerpen van
een toetsinstrument
Professionele basis
Vakdidactisch bekwaam
Pedagogisch bekwaam
A6. Hanteren van doelen
(1.1, 2.2)
A8. Toetsen en evalueren
Vakkennis beroepstaak 1;
F. Professional/ docent
bekwaam zijn en blijven
(1.1, 1.2, 2.1, 2.2, 3.1, 3.2)
Vakkennis beroepstaak 6;
C. Herontwerpen van een
toetsinstrument
VD 2
Hij volgt bij de uitvoering van zijn onderwijs de
ontwikkeling van zijn studenten; hij beoordeelt en
analyseert regelmatig en adequaat of de leerdoelen
behaald worden en hoe dat gebeurt; op basis van zijn
analyse stelt hij zo nodig zijn onderwijs bij.
P 1
Hij volgt de ontwikkeling van zijn studenten in hun leren
en gedrag en stemt zijn handelen daarop af, passend bij
het onderwijs van deze tijd.
1.3 Begeleiden van
activerende
leerprocessen
Professionele basis
Vakinhoudelijk bekwaam
Vakdidactisch bekwaam
Pedagogisch bekwaam
A3. Hersenen en leren
A4. Leer- en
motivatieprocessen (1.1,
2.1)
A5. Begeleiden bij
leerprocessen (2.1 en
2.2)
B2. Pedagogische functie
van de school (3.2)
B3. Pedagogisch klimaat
in school en klas
B5.
Ontwikkelingstheorieën
(2.2)
Vakkennis beroepstaak 1;
F. Professional/ docent
bekwaam zijn en blijven
(1.1, 1.3, 2.1, 2.2, 3.1, 3.2)
Vakkennis beroepstaak 3;
B. Uitvoeren van het
onderwijsprogramma
Begeleiden
Vakkennis beroepstaak 4;
D. Begeleiden van
studenten tijdens de
leerloopbaan (2.1, 2.2)
PB 2
Hij stimuleert het leren én het leren leren van alle
lerenden, onder meer door hen te leren omgaan met
onzekerheden, hun zelfbeeld en motivatie te vergroten,
aan te sluiten bij hun interesses en een inspirerend
rolmodel te zijn.
VI 2
Hij legt vanuit zijn vakinhoudelijke expertise verbanden
met het dagelijks leven, werk en wetenschap en draagt
daarmee bij aan de algemene vorming van zijn
studenten.
VD 2
Hij volgt bij de uitvoering van zijn onderwijs de
ontwikkeling van zijn studenten; hij beoordeelt en
analyseert regelmatig en adequaat of de leerdoelen
behaald worden en hoe dat gebeurt; op basis van zijn
analyse stelt hij zo nodig zijn onderwijs bij.
21
C1. Ontwikkelingen in
het onderwijs
P 2
Hij stimuleert en begeleidt de ontwikkeling van de
leerling tot een zelfstandige en verantwoordelijke
volwassene/burger.
P 3
Hij sluit in zijn handelen aan bij de naaste ontwikkeling
van zijn studenten op sociaal-emotioneel en moreel
gebied.
P 4
Hij begeleidt de leerling, in de context van het
beroepsgerichte onderwijs, bij zijn oriëntatie op
vervolgonderwijs en beroepen en het ontwikkelen van
(beroeps)identiteit (alleen voor de
tweedegraadsopleidingen).
2.1 Begeleiden van
studenten in de BPV
Professionele basis
Vakdidactisch bekwaam
Vakinhoudelijk bekwaam
Pedagogisch bekwaam
A6. Hanteren van doelen
(1.1, 1.3)
B4. Studentbegeleiding
(2.1)
B5.
Ontwikkelingstheorieën
(1.2)
Vakkennis beroepstaak 1;
F. Professional/ docent
bekwaam zijn en blijven
(1.1, 1.2, 1.3, 2.1, 3.1, 3.2)
Vakkennis beroepstaak 4;
D. Begeleiden van
studenten tijdens de
leerloopbaan (1.2, 2.1)
Vakkennis beroepstaak 5;
PB 3
Hij werkt samen met collega’s in - en waar relevant ook
buiten - de eigen instelling en stemt zijn professionele
handelen waar nodig met hen af.
VD 2
Hij volgt bij de uitvoering van zijn onderwijs de
ontwikkeling van zijn studenten; hij beoordeelt en
analyseert regelmatig en adequaat of de leerdoelen
behaald worden en hoe dat gebeurt; op basis van zijn
analyse stelt hij zo nodig zijn onderwijs bij.
P 4
22
E. Actief betrokken bij de
beroepspraktijkvorming
(3.2)
Hij begeleidt de leerling, in de context van het
beroepsgerichte onderwijs, bij zijn oriëntatie op
vervolgonderwijs en beroepen en het ontwikkelen van
(beroeps)identiteit (alleen voor de
tweedegraadsopleidingen).
2.2 Coachen van
studenten tijdens
de leerloopbaan
Professionele basis
Vakinhoudelijk bekwaam
Pedagogisch bekwaam
A4 Leer- en
motivatieprocessen (1.1,
1.2)
A5. Begeleiden van
leerprocessen
B1. School in de
pluriforme maatschappij
B4. Studentbegeleiding
(2.2)
Vakkennis beroepstaak 1;
F. Professional/ docent
bekwaam zijn en blijven
(1.1, 1.2, 1.3, 2.2, 3.1, 3.2)
Vakkennis beroepstaak 4;
D. Begeleiden van
studenten tijdens de
leerloopbaan (1.2, 2.2)
PB 2
Hij stimuleert het leren én het leren leren van alle
lerenden, onder meer door hen te leren omgaan met
onzekerheden, hun zelfbeeld en motivatie te vergroten,
aan te sluiten bij hun interesses en een inspirerend
rolmodel te zijn.
P 1
Hij volgt de ontwikkeling van zijn studenten in hun leren
en gedrag en stemt zijn handelen daarop af, passend bij
het onderwijs van deze tijd.
P 4
Hij begeleidt de leerling, in de context van het
beroepsgerichte onderwijs, bij zijn oriëntatie op
vervolgonderwijs en beroepen en het ontwikkelen van
(beroeps)identiteit (alleen voor de
tweedegraadsopleidingen).
3.1 Onderzoeken van de
eigen onderwijspraktijk
Professionele basis
Vakinhoudelijk bekwaam
C1. Ontwikkelingen in
het onderwijs
C2. Werken in de
schoolorganisatie (3.2)
Vakkennis beroepstaak 1;
F. Professional/ docent
bekwaam zijn en blijven
(1.1, 1.2, 1.3, 2.1, 2.2, 3.2)
PB 4
Hij heeft een onderzoekende, resultaat- en
ontwikkelingsgerichte houding;
PB 6
Hij houdt zijn onderwijs in inhoud, vorm en activiteiten
actueel en is innovatief.
23
Vakdidactisch bekwaam
Pedagogisch bekwaam
C4. Onderzoekend
vermogen
3.2 Professioneel
leiderschap = Integrale
eindtoets
Professionele basis
Vakinhoudelijk bekwaam
Vakdidactisch bekwaam
Pedagogisch bekwaam
A1. Opvattingen over
leren en leerconcepten
B2. Pedagogische functie
van de school (1.2)
C2. Werken in de
schoolorganisatie (3.1)
C3. Persoonlijke
professionele
ontwikkeling
C5. Professionele
identiteit
Vakkennis beroepstaak 1;
F. Professional/ docent
bekwaam zijn en blijven
(1.1, 1.2, 1.3, 2.1, 2.2, 3.1)
Vakkennis beroepstaak 5;
E. Actief betrokken bij de
beroepspraktijkvorming
(2.2)
PB 1
Hij werkt zelfbewust en inspirerend vanuit een
onderbouwde visie op onderwijs en draagt deze op
micro, meso- en macroniveau uit.
PB 3
Hij werkt samen met collega’s in - en waar relevant ook
buiten - de eigen instelling en stemt zijn professionele
handelen waar nodig met hen af.
PB 4
Hij heeft een onderzoekende, resultaat- en
ontwikkelingsgerichte houding; hij wil zich blijven
ontwikkelen in zijn werk.
PB 5
Hij is zich voortdurend bewust van het feit dat zijn
handelen - dat wat hij doet én niet doet - gevolgen
heeft voor anderen en de wereld om hem heen en vice
versa.
PB 6 Hij houdt zijn onderwijs in inhoud, vorm en
activiteiten actueel en is innovatief.
4. Interne organisatie
Lesdagen en lestijden
De vrijdag is de vaste dag voor de PDG-opleiding. De lestijden vinden plaats tussen 09.00 en 16.30 uur.
Jaarplanning PDG opleiding
Rooster Opleiding PDG
januarigroep 2019 – ILN-A1C
cohort 2018-2019, opleidingsdag: vrijdag Trainers: Marco Zwartkruis / Myrthe vd Blink wk datum Trainingsdag VRIJDAG Lokaal/opmerking
4 21-01-2019 Startdag 1 en 2
donderdag 24 januari en vrijdag 25 januari 2019
E4.20 E3.23
7 11-02-2019 Dag 3 15 februari
Voorjaarsvakantie
12 18-03-2019 Dag 4 22 maart
15 08-04-2019 Dag 5 12 april
17 22-04-2019 Dag 6 26 april Inleveren 1.1 Ontwerpen van een leereenheidnleereenheid
Meivakantie
20 13-05-2019 Dag 7 17 mei
23 03-06-2019 Dag 8 7 juni
25 17-06-2019 Dag 9 21 juni
27 01-07-2019 Dag 10 5 juli Inleveren 1.2 (Her)ontwerpen van een toetsinstrument
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
zomervakantie
38 16-09-2019 Dag 11 20 september
Inleveren 1.3 Organiseren van beroepsgerichte activerende leereenheden en begeleidingsprocessen in de groep
41 07-10-2019 Dag 12 11 oktober
Herfstvakantie
44 28-10-2019 Dag 13 1 november
47 18-11-2019 Dag 14 22 november
50 09-12-2019 Dag 15 13 december
25
Kerstvakantie
Kerstvakantie
3 13-01-2020 Dag 16 17 januari 2020 Inleveren 2.1 Begeleiden van studenten in de BPV
6 03-02-2020 Dag 17 7 februari 2020
Voorjaarsvakantie
10 02-03-2020 Dag 18 6 maart Inleveren 3.1 Onderzoek van eigen onderwijspraktijk
13 23-03-2020 Dag 19 27 maart
16 13-04-2020 Dag 20 17 april Inleveren 2.2 Coachen van studenten tijdens de leerloopbaan
Voor overige inhoud zie Opleidingsstatuut lerarenopleidingen HAN-ILS Deeltijd deel 1 en 2
2018 – 2019
26
DEEL 2 BESCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS
Behorend bij de Kader OS/OER voor de ten dele aan het experiment leeruitkomsten deelnemende
deeltijdse en duale bacheloropleidingen van de HAN. De inhoud van dit deel maakt onverkort deel uit
van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) dat in deel 2 van het opleidingsstatuut is opgenomen. Zie
OSOER deeltijdstudies HAN ILS deel 1 en 2 1819.
DEEL 2.1 BESCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS DAT WORDT UITGEVOERD IN EENHEDEN VAN
LEERUITKOMSTEN
Het deeltijdse (en duale onderwijs) van de HAN is opgebouwd uit eenheden van leeruitkomsten en uit
onderwijsmodules. Die modules bevatten onderwijsonderdelen. Een module is dus een vaststaande set
van eenheden van leeruitkomsten waaraan onderwijs verbonden is.
Leerplan Pedagogisch didactisch getuigschrift
Opbouw leerplan PDG
De PDG-opleiding is opgebouwd uit 3 thema’s. Deze thema’s zijn tot stand gekomen samen met het
werkveld. Deze thema’s, in het toetsplan modules genoemd, zijn het uitgangspunt van de eenheden van
leeruitkomsten (EVL) geworden. De twee omliggende cirkels, beroepspraktijk en professional, zijn
geïntegreerd in de modules.
Figuur 1: Samenhang van de thema’s in de PDG-opleiding
27
Overzicht Modules met eenheden van leeruitkomsten PDG-opleiding
Module 1 Beroepsgerichte leeromgeving (BL); Beroepsgericht vakdidactisch ontwerpen
en toetsen van leerarrangementen
Module BL Beroepsgerichte leeromgeving (BL); Beroepsgericht vakdidactisch
ontwerpen en toetsen van leerarrangementen
Ingangseisen Hbo-werk- en -denkniveau
Werkzaam in het mbo-onderwijs
Niveau Afstudeerbekwaam
Onderwijsvorm Duaal en deeltijd
Overzicht van
eenheden van
leeruitkomsten
waaruit de module is
opgebouwd
Naam Eenheid van Leeruitkomsten Studiepunten Deel-
tentamens
BL
1.1
Ontwerpen van beroepsgerichte
leereenheden
Voorwaardelijk 1
BL
1.2
(Her)ontwerpen van een
toetsinstrument
Voorwaardelijk 2
BL
1.3
Organiseren van beroepsgerichte
activerende leereenheden en
begeleidingsprocessen in de groep
30 2
EVL BL 1.1 Ontwerpen van beroepsgerichte leereenheden
Beroepstaak/taken
A. Ontwerpen van onderwijsprogramma
F. Professional zijn en blijven
Beroepscontext
De cursist werkt als docent in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Hij
verzorgt onderwijs/beroepsgerichte leereenheden en begeleidt studenten
bij het leren. Om ervoor te zorgen dat de studenten de gewenste doelen
behalen, is het van belang dat de cursist zich goed voorbereidt op een
leereenheid, lessenreeks en/of onderwijs(dag).
Hierbij maakt de cursist gebruik van een (les)voorbereidingsmodel.
Daarnaast is het belangrijk dat de cursist zijn doelgroep heeft verkend en
een beeld heeft van de beginsituatie van zijn studenten, dat hij duidelijk
voor ogen heeft welke doelen de studenten behoren te halen en dat hij
met zijn leereenheidontwerp (leerinhouden, leeractiviteiten en
werkvormen) hierbij kan aansluiten, zodat de studenten gemotiveerd
worden om te leren.
Bekwaamheidseis Vakdidactisch bekwaam
28
Vakinhoudelijk bekwaam
Pedagogisch bekwaam
Professionele basis
Aantal studiepunten Voorwaardelijk
Beschrijving leeruitkomst(en) waaruit deze module is opgebouwd
BL 1.1 Ontwerpen van beroepsgerichte leereenheden
De cursist kan beroepsgerichte leereenheden ontwerpen en evalueren.
Hij ontwerpt vanuit de beroepscontext van de student een leereenheid/
lessenreeks of onderwijsprogramma. Hij onderzoekt de
beroepskwalificaties, de pedagogisch didactische visie van de organisatie
en verwerkt deze in het ontwerp. Stemt bij het ontwerp af op de
beginsituatie, bestaande uit het niveau, de belevingswereld, ontwikkelfase,
leerstijl en leerbehoefte van de student. Hij doet dit doelmatig met behulp
van een (les)voorbereidingsmodel.
Het ontwerp stemt hij af met collega’s uit het team.
Hij analyseert de cognitieve, affectieve en metacognitieve kenmerken van
de groep studenten en de verschillen tussen de studenten onderling in
relatie tot de leerdoelen/-vragen.
Hij past in zijn ontwerp motiverende en beroepsgerichte activerende
didactiek toe door gevarieerde leeractiviteiten en werkvormen in te zetten
die ervoor zorgen dat de studenten geactiveerd worden tot leren.
De cursist evalueert na afloop van de bijeenkomst het uitgevoerde
onderwijsprogramma/de lessenreeks/het leerplan met de studenten en
zijn collega’s uit het team. Hij onderzoekt of de leerdoelen/ -vragen
behaald of beantwoord zijn en beargumenteert dit.
Hij geeft aan welke onderdelen van het onderwijsprogramma/leerplan
verbetering behoeven en wat hij een volgende keer anders zou aanpakken,
zodat de studenten geactiveerd worden en de leerdoelen/ -vragen behalen
of kunnen beantwoorden.
Tentaminering
BL 1.1 Ontwerpen van beroepsgerichte leereenheden
Weging Voorwaardelijk
Omvat de
leeruitkomst(en)
1.1. Ontwerpen van beroepsgerichte leereenheden
Tentamenvorm/
vormen
Ontwerpdocument met daarin het ontwerp van een leereenheid of
lessenreeks, de verantwoording en de feedback van het werkveld
Tentamenmoment Op aanvraag van de cursist
Generieke
Kennisbasis
A1 Opvattingen over leren en leerconcepten (3.2)
A2 Onderwijsconcepten
A4 Leren- en motivatieprocessen (1.2, 2.1)
A6 Hanteren van doelen (1.3, 2.2)
29
A7 Ontwerpen van onderwijs
C6 ICT-vaardigheden in de onderwijscontext
Beoordelings-
dimensies
Beoordelingscriteria
Ontwerpen van een beroepsgerichte leereenheid (= een op zichzelf staand
en samenhangend geheel van systematisch begeleide leeractiviteiten dat
deel uitmaakt van een groter geheel)
Ontvankelijkheids-
criteria
Het product heeft dusdanige kwaliteit dat de inhoud getoetst kan
worden en dat de toetsing valide en betrouwbaar is.
Beschrijving
leereenheid voor
docenten
De leereenheid is een zodanige beschrijving van samenhangende
leeractiviteiten dat een collega de leereenheid probleemloos kan
gebruiken.
Oriëntatie op
beginsituatie
Het leerplan, gebaseerd op de leereenheid die ontworpen gaat
worden, omvat een beknopte omschrijving van de kenmerken van de
doelgroep en de beginsituatie, waarmee in de leereenheid rekening
wordt gehouden.
Vaststellen beoogde
leeruitkomsten (lees
ook leerdoelen)
Het leerplan omvat een beschrijving van de beoogde leeruitkomst(en)
passend bij het beroep waarvoor wordt opgeleid. Daar waar mogelijk
met inzet van middelen uit de authentieke beroepspraktijk.
De leeruitkomst(en) sluiten logisch aan bij gemaakte afspraken met
werkveldpartners in de regio en de afspraken in het
kwalificatiedossier.
Inrichting van de
leereenheid
Het leerplan bevat een beschrijving van de wijze waarop de
leereenheid wordt ingericht (= leerresultaten, leerdoelen,
leeractiviteiten, activerende didactische werkvormen en
docentrol(len)), inclusief een tijdsplanning.
Koppeling naar
beroepspraktijk
In het leerplan zijn verbindingen naar de beroepspraktijk ontworpen.
Overzicht
ondersteunende
middelen
Het leerplan bevat een overzicht van passende ondersteunende
leermiddelen, die tijdens de leereenheid gebruikt worden.
Waar mogelijk worden passende ICT-middelen ingezet.
Kennis en toepassing
van bestaande
inzichten
Kent de relevante literatuur over ontwerpen van beroepsgerichte
leereenheden en past geschikte inzichten, aansluitend bij de visie van
zijn school, systematisch toe.
Uitwerking opbouw
leereenheid
Het leerplan is planmatig uitgewerkt en sluit aan op inzichten uit de
beroepsgerichte didactiek.
Bruikbaarheid van de
leereenheid
Het leerplan biedt een logische structuur en tijdspad.
Het leerplan is realistisch en bruikbaar in de praktijk.
30
Theoretische
verantwoording
Het leerplan omvat een verantwoording van gemaakte keuzes voor
specifieke leerinhoud en activerende werkvormen.
Inzet van leermiddelen, plaats van leren en tijdspad worden
onderbouwd.
Uit de verantwoording blijkt dat de theorie en methodische inzichten
op de juiste wijze zijn toegepast.
Uit de verantwoording blijkt dat er afstemming heeft plaats gevonden
met collega’s.
Minimaal oordeel
leeruitkomst totaal
Voldaan / niet voldaan
EVL BL 1.2 (Her)ontwerpen van een toetsinstrument
Beroepstaak/ taken
C. Construeren, hanteert en evalueert beoordelingsinstrumenten
F. Professional zijn en blijven
De cursist werkt als docent in het mbo. De cursist stelt in samenwerking
met collega’s toetsen samen, waarmee vastgesteld kan worden of de
studenten hun leerdoelen hebben bereikt. Hij maakt hierbij gebruik van
een toetsmatrijs en selecteert passende toetsmomenten/ -vormen die een
realistische afspiegeling van de (beroeps)taken zijn, zodat op basis daarvan
een goede inschatting van de beroepsontwikkeling kan worden gemaakt.
Hij zorgt dat de toetsen die gebruikt worden, voldoen aan gangbare
kwaliteitseisen voor eigentijds toetsen. Hij neemt toetsen af, beoordeelt
de toetsresultaten en koppelt zijn beoordeling en feedback terug naar de
studenten. De cursist reflecteert hierbij steeds op zijn eigen
beoordelaarsbekwaamheid en is zich bewust van het risico van
beoordelaarseffecten.
Bekwaamheidseis Vakinhoudelijk bekwaam
Vakdidactisch bekwaam
Professionele basis
Aantal studiepunten Voorwaardelijk
Beschrijving leeruitkomst(en) waaruit deze module is opgebouwd
BL 1.2.1 (Her)ontwerpen van een toetsinstrument
De cursist kan een passend beoordelingsinstrument (her)ontwerpen om de
beroepsontwikkeling van studenten te toetsen. Hij oriënteert zich hierbij
op hoe het toetsen, beoordelen en evalueren in zijn beroepspraktijk
georganiseerd is. Hij verdiept zich in verschillende toetsen en vormt zich
een oordeel over de kwaliteit hiervan. In samenwerking (met een
medecursist of collega) analyseert hij een bestaand toetsinstrument dat
verbetering behoeft. Op basis van deze kritische analyse verbetert of
31
vernieuwt hij een bestaand of ontwerpt hij een nieuw toetsinstrument. Hij
maakt hierbij gebruik van een bestaande toetsmatrijs (= een schematisch
overzicht waarin de inhoud van de te toetsen leerstof/ leerdoelen is
afgezet tegen de vragen van de toets op inhoud en niveau) en kiest voor
passende toetsmomenten/-vormen.
Het (her)ontworpen toetsinstrument voldoet aan gangbare kwaliteitseisen
(zoals validiteit, betrouwbaarheid en transparantie). Het instrument omvat
alle benodigde elementen, zoals een instructie, beoordelingscriteria, een
nakijk/antwoordmodel, cesuur- en cijferbepaling.
De cursist verantwoordt dit volledige toetsinstrument op basis van theorie
en inzichten. Hij verzamelt feedback uit de praktijk over de kwaliteit en
bruikbaarheid van zijn (her)ontworpen toetsinstrument. Daarnaast
verantwoordt hij dat hij in de samenwerking een constructieve bijdrage
heeft geleverd ten aanzien van het proces en product. Hij maakt hierbij
gebruik van de feedback van zijn samenwerkingspartner(s).
BL 1.2.2 Ontwikkelen van de eigen beoordelaarsbekwaamheid
De cursist oriënteert zich op de verschillende rollen die de mbo-docent
heeft rond toetsing en beoordeling. Hij brengt in kaart welke
bekwaamheden dit vraagt en onderzoekt in hoeverre hij daar zelf over
beschikt. Op basis van eigen leervragen en ontwikkelpunten zoekt hij
kansen en mogelijkheden in de praktijk om zijn eigen
beoordelaarsbekwaamheid te vergroten. Hij vervult daartoe een actieve
rol in diverse toets- en beoordelingssituaties, zoals het afnemen van
vaardigheidstoetsen, het beoordelen van beroepsprestaties, het voeren
van een beoordelingsgesprek, het feedback geven op een praktijktoets. Hij
verzamelt de feedback die hij heeft ontvangen op zijn
beoordelaarsbekwaamheid en neemt deze mee in zijn reflectie op zijn
eigen aanpak en op de nieuw opgedane inzichten.
Hij maakt hierbij gebruik van theoretische inzichten over o.a.
beoordelaarseffecten en principes als feed-up, feedback en feedforward.
De cursist formuleert op basis hiervan leervoornemens en/of
ontwikkeldoelen voor de toekomst.
Tentaminering
BL 1.2 (Her)ontwerpen van een toetsinstrument
Weging Voorwaardelijk
Omvat de
leeruitkomst(en)
1.2.1 (Her)ontwerpen van een toetsinstrument
1.2.2 Beoordelen eigen beoordelaarsbekwaamheid
Tentamenvorm/
vormen
1.2.1 Schriftelijke uitwerking van een ontwikkelingsgerichte toets met
bijbehorend beoordelingsinstrument. Een studenten- en
docententoetsinstructie. Het verslag voldoet aan de
ontvankelijkheidscriteria.
32
1.2.2. Reflectieverslag aansluitend de manier waarop dat in de eigen
organisatie gebruikelijk is.
Tentamenmoment Op aanvraag van de cursist.
Generieke
Kennisbasis
A6 Hanteren van doelen (1.1, 2.2)
A8 Toetsen en evalueren
Beoordelings-
dimensies 1.2.1
Beoordelingscriteria
(Her)ontwerp van een toetsinstrument
Ontvankelijkheids-
criteria
Het product heeft dusdanige kwaliteit dat de inhoud getoetst kan
worden en dat de toetsing valide en betrouwbaar is.
Oriënteren en
beschrijving van de
toetscontext
Beschrijving van de context waarin de toets wordt afgenomen (visie,
doelgroep op leren en toetsen, situering in de opleiding/praktijk) en de
functie die de toets daarin heeft.
Analyse van de
toetskwaliteit
Analyse van de kwaliteit van de bestaande toets met behulp van
gangbare criteria voor toetskwaliteit.
Aanbevelingen voor
het (her)ontwerp
Concrete aanbevelingen voor het (her)ontwerp van de toets,
onderbouwd vanuit de kwaliteitseisen en relevante theorie over
toetsing.
Gebruik toetsmatrijs Heldere toetsmatrijs, zoals deze in de eigen organisatie wordt gebruikt
(incl. taxonomie en kerntaken en werkprocessen uit het
kwalificatiedossier), waarmee de validiteit van de toets en van de
toetsitems kan worden geborgd.
Kwaliteit van het
(her)ontworpen
toetsinstrument
Overzichtelijk vormgegeven toets die voldoet aan de criteria voor
toetskwaliteit en die aansluit bij de aanbevelingen uit de analyse.
Kwaliteit van het
antwoordmodel en
cesuurmethode
Transparant en bruikbaar antwoordmodel/observatiemodel en
transparante en bruikbare cesuurmethode, passend bij de ontworpen
toets.
Kennis en toepassing
van bestaande
inzichten
Kent de relevante literatuur over toetsing en past geschikte inzichten,
aansluitend bij de visie van zijn school, systematisch toe.
Verantwoording
gemaakte keuzes
Heldere navolgbare verantwoording van het toetsontwerp en de
daarbij gemaakte keuzes aan de hand van de kwaliteitscriteria voor
toetsing.
Verantwoording
samenwerking
Heldere verantwoording van hoe tijdens het analyse- en
ontwerpproces is samengewerkt met betrokkenen en hoe hierbij voor
afstemming en draagvlak is gezorgd.
Minimaal oordeel
deeltentamen
Voldaan / niet voldaan
Beoordelings-
dimensies 1.2.2
Beoordelingscriteria
Beoordelen eigen beoordelingsbekwaamheid
33
Zelfanalyse Kritische analyse van de eigen (start)bekwaamheid in toetsen en
beoordelen, uitmondend in relevante leerdoelen om de eigen
beoordelaarsbekwaamheid te vergroten.
Beschrijving van
leeractiviteiten
Heldere beschrijving van de (leer)activiteiten die in diverse toets- en
beoordelingssituaties zijn uitgevoerd om de eigen leerdoelen, zoals
beschreven in het persoonlijk ontwikkelplan, te realiseren.
Reflectie op
leerervaringen
Reflectie op enkele essentiële leerervaringen met betrekking tot
toetsen en beoordelen, waarbij de cursist onderzoekt welke
vaardigheden, overtuigingen en drijfveren van invloed zijn op zijn
aanpak.
Feedback uit de
praktijk
De feedback uit de praktijk maakt inzichtelijk dat de cursist een actieve
rol in diverse toets- en beoordelingssituaties heeft vervuld en een
ontwikkeling in zijn beoordelaarsbekwaamheid heeft laten zien.
Gebruik van
relevante bronnen
Gebruik van relevante bronnen om inzichten op te doen in de praktijk
van toetsen en beoordelen en in de bekwaamheden die dat van hem
vraagt.
Formuleren van
leervoornemens
Beschrijving van concrete en passende leervoornemens voor het eigen
leren en handelen als beoordelaar.
Minimaal oordeel
deeltentamen
Voldaan / niet voldaan
Minimaal oordeel
leeruitkomst
Voldaan / niet voldaan
EVL BL 1.3 Organiseren van beroepsgerichte activerende leereenheden en
begeleidingsprocessen in de groep
Beroepstaak/taken
B. Uitvoeren van het onderwijsprogramma
D. Begeleiden van studenten tijdens de leerloopbaan
F. Professional zijn en blijven
De cursist werkt als docent in het mbo. Hij verzorgt leereenheden en
begeleidt studenten bij hun leerproces. Tijdens deze leer- en
begeleidingssituaties moet de cursist zijn studenten ‘bij de les’ houden en
activeren om te leren. Dit doet hij door met de leeractiviteiten en
werkvormen aan te sluiten bij de beginsituatie, de belevingswereld, de
actuele beroepspraktijk van de student, de cultuur van deze
beroepspraktijk en de beroepshouding die hierbij past en door duidelijk
instructie te geven, op de juiste manier te communiceren, te investeren in
de relatie met studenten, zijn klassenmanagement op orde te hebben en
door ordeverstoringen te signaleren en hanteren etc. Hij weet hierbij af te
34
stemmen op de diversiteit van studenten door onder andere te
differentiëren.
Hij neemt verschillende rollen aan om ervoor te zorgen dat er een veilige
sfeer ontstaat en dat de studenten geactiveerd worden tot leren.
Bekwaamheidseis Vakdidactisch bekwaam
Vakinhoudelijk bekwaam
Pedagogisch bekwaam
Professionele basis
Aantal studiepunten 30
Beschrijving leeruitkomst(en) waaruit deze module is opgebouwd
BL 1.3.1 Organiseren van beroepsgerichte activerende leereenheden en
groepsprocessen in de groep
De cursist kan studenten taakgericht, persoonsgericht en procesgericht
begeleiden bij leer- en groepsactiviteiten (dit zijn alle activiteiten die
studenten uitvoeren in het kader van hun beroepstaken en werkprocessen
tijdens contactonderwijs, online leren en werkplekleren).
Hij schept tijdens het onderwijsprogramma en de begeleidingssituaties
voorwaarden voor een goed leer- en werkklimaat. Hij doet dit door het
groepsproces op een positieve manier te beïnvloeden, te begeleiden, af te
stemmen en te differentiëren op de diversiteit in de groep.
Tijdens de uitvoering van het onderwijsprogramma en de
begeleidingssituaties zorgt hij er voor dat steeds de verbinding wordt
gelegd tussen binnen- en buitenschoolse leerervaringen, zodat de
studenten de samenhang tussen school en werk gaan zien. Dit doet hij
onder andere door inzet van gastdocenten uit het werkveld, de
aangeboden stof te illustreren en verduidelijken aan de hand van
praktijkvoorbeelden, te werken met materialen, methoden en opdrachten
uit de beroepspraktijk.
Hij stuurt op het groepsproces door vertrouwen te wekken, leiderschap te
tonen en, indien nodig, adequaat conflicten te hanteren. Hij beschikt over
een variëteit aan mogelijkheden om het gedrag van studenten en van
groepen in de gewenste richting te beïnvloeden.
Daarnaast laat hij zien dat hij in staat is een goede werkrelatie op te
bouwen met zijn groep. Hij observeert de onderlinge verhoudingen binnen
de groep en signaleert problemen in de groepscommunicatie en
groepssamenwerking. Problemen binnen de groep of tussen studenten kan
hij bespreekbaar maken. Hij doet dit op basis van inzichten in
groepsnormen, groepscohesie, (stadia van) groepsvorming en behoeften
van individuen (veiligheid, invloed en contact).
Hij laat dit zien door leereenheid te geven aan een groep studenten waarin
hij de 6 rollen van de docent toepast (gastheer, presentator, didacticus,
35
pedagoog, afsluiter en coach) en onderbouwt zijn handelen vanuit de
literatuur.
BL 1.3.2
Ontwikkelen van de eigen docentbekwaamheden
De cursist reflecteert methodisch aan de hand van praktijkvoorbeelden op
de 6 rollen van de docent, zodat hij inzicht krijgt in de rollen die hem goed
af gaan (sterke kant) en de rollen waaraan hij moet werken
(ontwikkelpunten).
Tentaminering
BL 1.3 Organiseren van beroepsgerichte activerende leereenheden en
begeleidingsprocessen in de groep
Weging 100 %
Omvat de
leeruitkomst(en)
1.3.1. Organiseren van de activerende leer- en begeleidingsprocessen
1.3.2. Ontwikkelen van de eigen docentbekwaamheden
Tentamenvorm/
vormen
1.3.1 Filmopname van een uitgevoerde, activerende leereenheid en
begeleidingsproces. Een door het werkveld ingevuld
observatieformulier. Een reflectie op het eigen handelen met
daarin een verantwoording van de gemaakte keuzes (vrije vorm).
1.3.2. Reflectie op de 6 rollen (vrije vorm)
Tentamenmoment Op aanvraag van de cursist.
Generieke
Kennisbasis
A3 Hersenen en leren
A4 Leer- en motivatieprocessen (1.1, 2.1)
B2 Pedagogische functie van de school (3.2)
B3 Pedagogisch klimaat in school en klas
B5 Ontwikkelingstheorieën (2.2)
C1 Ontwikkelingen in het onderwijs
Beoordelings-
dimensies
Beoordelingscriteria
Organiseren van beroepsgerichte activerende leereenheden en
begeleidingsprocessen in de groep
Methode voor het
organiseren van het
leerproces
Voor het organiseren van de leereenheid wordt gebruik gemaakt van
een geschikte methodiek en deze wordt op de juiste wijze toegepast.
Doelgerichte
opbouw van het
leerproces
De studenten worden op een planmatige manier begeleid bij het
doorlopen van het leerproces (start – kern – afsluiting).
Afstemmen op de
beginsituatie Het ontwerp van de leereenheid en het begeleidingsproces zijn
afgestemd op het niveau en de ontwikkelingsgerichte kenmerken van
de groep studenten.
Motiveren van
studenten De studenten worden gemotiveerd voor het uitvoeren van hun
leeractiviteiten.
De studenten worden begeleid bij het leren van en met elkaar.
36
Begeleiden van
studenten De studenten worden begeleid in de voortgang van de beoogde
beroepsontwikkeling.
Zorgdragen voor een
veilige leer- en
werkomgeving
Er is sprake van een veilige leer- en werkomgeving, waarin studenten
op een respectvolle manier met elkaar en met de leermaterialen
omgaan.
Evaluatie van de
leereenheid Er wordt geëvalueerd of de studenten de beoogde leerdoelen hebben
behaald en of het leerproces aansluit op hun leerbehoefte- en
strategie.
Kennis en toepassing
van bestaande
inzichten
Kent de relevante literatuur over het organiseren van activerende
leereenheden en begeleidingsprocessen en past geschikte inzichten,
aansluitend bij de visie van zijn school, systematisch toe.
Verantwoording
gemaakte keuzes
Heldere en navolgbare verantwoording van de organisatie van het
activerende leer- en begeleidingsproces en de daarbij gemaakte
keuzes aan de hand van de gekozen methodiek.
Verantwoording
samenwerking
Heldere verantwoording van de samenwerking met betrokkenen
tijdens de voorbereiding en de uitvoering en hoe hierbij voor
afstemming en draagvlak is gezorgd.
Minimaal oordeel
deeltentamen
Voldaan / niet voldaan
Beoordelings-
dimensies
Beoordelingscriteria
Ontwikkelen van de eigen docentbekwaamheden
Methodische
reflectie op de
kritieke
beroepssituatie
Methodische reflectie op de rollen van de docent; onderzoekt welke
vaardigheden, overtuigingen en drijfveren van invloed zijn op zijn
aanpak wat het organiseren van activerende leereenheden en
begeleidingsprocessen in de groep betreft.
Feedback en
evaluaties Er wordt een heldere samenvatting van de feedback en evaluaties
gemaakt die zijn ontvangen vanuit de verschillende bronnen
(praktijkopleider, studenten etc.).
Interpretatie van de
feedback en
evaluaties
De feedback en evaluatiegegevens worden geïnterpreteerd in het licht
van overeenkomsten en verschillen, oorzaken en verbanden waarbij
een koppeling met de theorie wordt gemaakt.
Conclusie eigen
kwaliteiten, valkuilen
en uitdagingen
Er worden conclusies getrokken over de eigen kwaliteiten, valkuilen en
uitdagingen m.b.t. het organiseren van activerende leereenheden en
begeleidingsprocessen in de groep.
Handelingsalterna-
tieven Er worden handelingsalternatieven benoemd vanuit de gekregen
feedback, evaluaties en theorie en er wordt uitgelegd welke hij in de
toekomst gaat uitproberen.
37
Ontwikkelpunten Er worden ontwikkelpunten voor de toekomst benoemd m.b.t. het
organiseren van activerende leereenheden en begeleidingsprocessen
in de groep.
Plan van aanpak De ontwikkelpunten worden uitgewerkt in een plan van aanpak.
Minimaal oordeel
deeltentamen
Voldaan / niet voldaan
Minimaal oordeel
leeruitkomst
Voldaan / niet voldaan
Minimaal oordeel
module totaal
Voldaan / niet voldaan
38
Module 2 Beroepsgericht begeleiden (BB); Beroepsgericht begeleiden van het leren
tijdens de leerloopbaan
Module BB Beroepsgericht begeleiden (BB); Beroepsgericht begeleiden van het leren
tijdens de leerloopbaan
Ingangseisen Hbo-werk- en -denkniveau
Werkzaam in het mbo-onderwijs
Niveau Afstudeerbekwaam
Onderwijsvorm Duaal en deeltijd
Overzicht van LUK
waaruit de module is
opgebouwd
Naam Eenheid van Leeruitkomsten Studiepunten Aantal
deeltentames
BB
2.1
Begeleiden van studenten in de
BPV
voorwaardelijk 2
BB
2.2
Coachen van studenten tijdens de
leerloopbaan
15 1
BB 2.1 Begeleiden van studenten in de BPV
Beroepstaak/taken
E. Actief betrokken bij de beroepspraktijkvorming
D. Begeleiden van studenten tijdens de leerloopbaan
F. Professional zijn en blijven
De cursist werkt in het mbo en is expert in het beroepenveld. De cursist
begeleidt studenten bij het ontwikkelen van hun beroepsvaardigheden.
De cursist verzorgt passende voorlichting, zodat de studenten weten wat
zij kunnen leren in de BPV en wat er van hen verwacht wordt. De cursist
geeft uitleg over de begeleiding die de studenten ontvangen, zowel van de
school als vanuit de beroepspraktijk.
De cursist heeft kennis van de BPV-plaats, weet wat de kern van de
beroepsuitoefening is en wat de leermogelijkheden voor de studenten zijn.
De cursist draagt uit dat het opleiden van studenten een gezamenlijke
verantwoordelijkheid is van school en beroepspraktijk.
De cursist kan de relatie onderhouden met de betreffende BPV-plaats en
heeft oog voor ontwikkelingen die relevant zijn voor het curriculum en de
begeleiding van de studenten.
Bekwaamheidseis Vakinhoudelijk bekwaam
Vakdidactisch bekwaam
Pedagogisch bekwaam
Professionele basis
Aantal studiepunten Voorwaardelijk
39
Beschrijving leeruitkomst(en) waaruit deze module is opgebouwd
BB 2.1.1 Voorbereiding op de beroepspraktijkvorming
De cursist bereidt de studenten voor op de beroepspraktijkvorming van de
betreffende beroepsopleiding. Hij is op de hoogte is van de actuele
leersituatie in dat werkveld. De cursist stimuleert de samenwerking van
studenten zowel binnen de school- als de stage-/werksituatie, daar waar
mogelijk samen met de praktijkopleider.
De cursist geeft passende voorlichting bij het leerjaar waarin de student
stage loopt en bespreekt de opleidingseisen vanuit de mbo-opleiding.
Hierin worden de leermogelijkheden en de specifieke kenmerken van BPV-
plaats meegenomen. Na het geven van de voorlichting evalueert de cursist
deze met de studenten en vraagt hij feedback van de praktijkopleider of
een andere collega/professional.
BB 2.1.2 Begeleiden tijdens de beroepspraktijkvorming
De cursist begeleidt studenten bij het ontwikkelen van hun
beroepsvaardigheden in de beroepspraktijk. Hij onderzoekt samen met de
studenten welke leermogelijkheden er zijn binnen de verschillende
beroepenvelden en wat zij nodig hebben om daarbinnen hun
beroepstaken af te kunnen ronden.
De cursist werkt daarbij samen met de verschillende praktijkopleiders en
bespreekt met hen wat er nodig is binnen de stage om te kunnen werken
aan de beroepstaken van de opleiding en welke begeleiding een student
daarbij nodig zal hebben.
De cursist stemt de begeleiding af op het leerproces en de leervraag van
de student op dat moment. Hij ondersteunt de student bij het zicht krijgen
op de eigen ontwikkeling zodat deze in staat is de in een POP opgestelde
doelen en eigen leervragen op de werkplek te realiseren. De cursist
signaleert hoe de voortgang van het leerproces van de student tijdens de
BPV verloopt. Tijdens de begeleiding stemt hij af met de BPV-begeleider
van de student en maakt eventuele verschillende inzichten over het
functioneren van de student bespreekbaar.
Door de gesprekken met de verschillende praktijkopleiders kan de cursist
een netwerk opbouwen in het beroepenveld en is hij in staat in de context
van het beroepsgerichte onderwijs zijn contacten uit dit werkveld te
onderhouden en te benutten.
Tentaminering
BL 2.1 Begeleiden van studenten in de BPV
Weging Voorwaardelijk
Omvat de
leeruitkomst(en)
2.1.1 Voorbereiding op de beroepspraktijkvorming
2.1.2 Begeleiden tijdens de beroepspraktijkvorming
40
Tentamenvorm/
vormen
2.1.1 Plan van aanpak met verantwoording (vorm is vrij). Reflectie op de
voorlichting door de student
2.1.2 360 graden feedback van de student en praktijkopleider en/of BPV
begeleider
Tentamenmoment Op aanvraag van de cursist.
Generieke
kennisbasis
A6 Hanteren van doelen (1.1, 1.3)
B4 Studentbegeleiding (2.1)
B5 Ontwikkelingstheorieën (1.2)
Beoordelings-
dimensies
Beoordelingscriteria
Voorbereiding op de beroepspraktijkvorming
Kennis en toepassing
van bestaande
inzichten
Kent de relevante literatuur over werkplekleren en past geschikte
inzichten, aansluitend bij de visie van zijn school, systematisch toe.
Kennis van het
beroep en
ontwikkelingen in de
branche
Toont actuele kennis van en ontwikkelingen in het beroep waarvoor
wordt opgeleid.
Ontwikkelen van een
voorlichting
Ontwikkelt in afstemming met het team een ‘voorlichtingsmoment’
voor solliciteren, kennismaken met en gedragsregels in het leerbedrijf.
Informatie geven
over de begeleiding
en mogelijkheden in
de BPV
Geeft informatie over begeleiding en leermogelijkheden in de BPV
waardoor de student op de hoogte is van wat hij in het leerbedrijf kan
leren, wat hij van zijn begeleider kan verwachten en hoe hij in het
bedrijf zijn leerresultaten kan bijhouden.
Informatie geven
over de rol van de
student
Geeft informatie over de taken en verantwoordelijkheden van de
student in de BPV in relatie tot de fase van de opleiding.
Ruimte geven voor
leervragen
Zet de student aan tot het formuleren en bespreken van eigen
leervragen.
Vastleggen van eigen
aanpak
Geeft een beschrijving van eigen aanpak tijdens de begeleiding van de
student in de BPV.
Minimaal oordeel
deeltentamen
Voldaan / niet voldaan
Beoordelings-
dimensies
Beoordelingscriteria
Begeleiden tijdens de beroepspraktijkvorming
Uitvoering geven aan
de begeleiding
Geeft uitvoering aan proces- en taakgerichte begeleiding in
verschillende leercontexten.
Expliciteren van de
leerfase van de
student en
kenmerken van de
BPV-plaats
Leert studenten reflecteren op het opbouwen van
regulatievaardigheden, voor verder leren in opleiding of beroep.
Benoemt de leerfase en leerdoelen van de student en wat deze kan
leren op de betreffende BPV-plaats.
41
Samenwerken in het
team en met de
beroepspraktijk
Werkt samen en vervult verschillende rollen in een heterogeen team
in en buiten de school.
Stemt af met de BPV-begeleider over het functioneren van de student
en maakt eventuele verschillende inzichten van de student
bespreekbaar.
Bouwt een netwerk op door de gesprekken met de verschillende
praktijkopleiders en is in staat in de context van het beroepsgerichte
onderwijs zijn contacten uit dit werkveld te onderhouden en te
benutten.
Feedback uit de
praktijk van student
en praktijkopleider
Legt uit welke feedback hij heeft ontvangen en hoe deze in relatie
staat tot eigen visie op de rol van BPV begeleider.
Reactie op de
feedback
Legt uit welke inzichten zijn verkregen uit de feedback en hoe hij deze
waardeert.
Leervoornemens Benoemt concrete en onderbouwde leervoornemens passend bij zijn
rol als BPV-begeleider voor de toekomst.
Minimaal oordeel
deeltentamen
Voldaan / niet voldaan
Minimaal oordeel
leeruitkomst
Voldaan / niet voldaan
EVL BB 2.2 Coachen van studenten tijdens de leerloopbaan
Beroepstaak/ taken
D. Begeleiden van studenten tijdens de leerbaan
F. Professional zijn en blijven
De cursist werkt als docent op een mbo-opleiding. Hij begeleidt en coacht
individuele studenten bij hun leerproces en bij de ontwikkeling van hun
beroepsvaardigheden en hun beroepshouding. Hij voert (individuele)
begeleidings- en/of coachingsgesprekken met studenten. Bereidt deze
gesprekken voor aan de hand van een gespreksplan. Het initiatief voor
deze gesprekken kan uitgaan van de opleiding en dan heeft het een
verplicht karakter of op initiatief van de student, bijvoorbeeld omdat hij
een (leer)vraag heeft of problemen ervaart tijdens zijn studie, stage of
werk. In deze gesprekken staat altijd het leren of functioneren van de
student centraal. Doel is om de student te stimuleren zich met behulp van
eigen kracht, energie en creativiteit te ontwikkelen.
Bekwaamheidseis Pedagogische bekwaamheid
Vakinhoudelijk bekwaam
Professionele basis
Aantal studiepunten 15
42
Beschrijving leeruitkomst(en) waaruit deze module is opgebouwd
BB 2.2 Coachen van studenten tijdens de leerloopbaan
De cursist begeleidt een of meerdere studenten tijdens de leerloopbaan in
de ontwikkeling van zijn beroepsidentiteit en beroepstaken door
individuele begeleidingsgesprek(ken) met hen te voeren. Tijdens deze
individuele coachgesprekken is de cursist oprecht betrokken bij de student
(o.a. door zijn grondhouding, het kunnen omgaan met emoties), toont hij
in zijn handelen aan bekwaam te zijn (o.a. het kunnen onderzoeken van de
situatie, het geven van een passende mate van sturing, het beschikken
over gespreksvaardigheden, het structureren van het gesprek en het geven
van feedback).
De cursist bereidt het gesprek voor aan de hand van een gespreksplan.
De cursist beschikt over methodieken om de student tot leren aan te
zetten en past deze adequaat toe.
De cursist heeft inzicht in het eigen functioneren bij het coachen van
studenten en trekt op basis van deze inzichten conclusies over het eigen
toekomstig handelen.
Tentaminering
BL 2.2 Coachen van studenten tijdens de leerloopbaan
Weging 100 %
Omvat
leeruitkomst(en)
2.2 Coachen van studenten tijdens de leerloopbaan
Tentamenvorm/
vormen
Beeldmateriaal van het verloop van het gesprek
- Beschrijving van het gespreksplan
- Reflectie op het gesprek inclusief het verbeterplan voor de toekomst
(vorm is vrij); hierin zijn opgenomen de feedback van de student en de
begeleider
Tentamen moment Op aanvraag van de cursist
Generieke
kennisbasis
A4 Leer- en motivatieprocessen (1.1, 1.2)
A5 Begeleiden van leereenheden
B1 School in de pluriforme maatschappij
B4 Studentbegeleiding (2.2)
Beoordelings-
dimensies
Beoordelingscriteria
Coachen van studenten tijdens de leerloopbaan
Kennis en toepassing
van bestaande
inzichten
Kent de relevante literatuur over coaching en past geschikte inzichten,
aansluitend bij de visie van zijn school, systematisch toe.
Voorbereiding
gesprek
Voorbereiden van het gesprek aan de hand van een gespreksplan.
Is continu alert: heeft goed oogcontact en een uitnodigende houding.
Stemt goed af.
43
Creëren van sfeer
van veiligheid en
vertrouwen
Luistert actief: geeft altijd verbale en non-verbale
ontvangstbevestiging.
Stelt (samen met de
student) het doel
van
het gesprek vast
Bepaalt samen met de student duidelijk het doel van het gesprek.
Houdt het doel gedurende het gesprek steeds voor ogen.
Benoemt duidelijk zijn verwachtingen en vraagt die na van de student.
Stelt, waar nodig, eisen aan de student.
Zet de student aan
tot het onderzoeken
van de situatie
Zet de student actief aan tot het onderzoeken van de situatie.
Stimuleert hem om kritisch na te denken over de eigen opvattingen en
gedrag. Analyseert, ordent en interpreteert de informatie.
Stimuleert de student te zoeken naar een oplossing.
Geeft de student
feedback op zijn
gedrag
Geeft de student concrete en specifieke feedback op zijn gedrag.
Benoemt concreet het effect van het gedrag van de student.
Benoemt concreet het gewenste gedrag.
Checkt of de feedback begrepen is.
Veroordeelt de student niet.
Koppelt het gedrag in het hier en nu aan het doel van het gesprek.
Kan omgaan met
emoties
Herkent en benoemt de emoties van de student. Geeft op juiste wijze
erkenning voor de emotie.
Onderzoekt goed waar de emoties vandaan komen.
Maakt samen met de
student concrete
afspraken en
evalueert het
gesprek
Begeleidt de student op juiste wijze bij het maken van keuzes, komt
tot concrete afspraken en bespreekt goed wat de student nodig heeft
om de afspraken uit te voeren.
Streeft commitment na bij de student over de gemaakte afspraken en
gaat na bij de student of deze zich hierin kan vinden.
Laat gedurende het
gehele gesprek een
passende balans zien
tussen leiding
nemen (sturen) en
volgen
Sluit goed aan bij het niveau van zelfsturing en stimuleert op juiste
wijze het nemen van eigen verantwoordelijkheid .
Stemt de adviezen goed af op de capaciteiten van de student.
Feedback van
anderen
Toont aan feedback verzameld en gebruikt te hebben van anderen: hij
benoemt de betekenis van de verkregen feedback voor zijn
ontwikkeling in begeleidingsvaardigheden (LOB).
Reflecteren op de
eigen begeleidings-
vaardigheden
Toont aan dat hij d.m.v. reflectie actief werkt aan de ontwikkeling van
zijn begeleidingsvaardigheden (LOB).
44
Benoemen van leer-
en ontwikkelpunten
Trekt op basis van feedback en reflectie conclusies over het eigen
toekomstig handelen, uitmondend in concrete leer- en
ontwikkelpunten t.a.v. zijn begeleidingsvaardigheden (LOB).
Minimaal oordeel
leeruitkomst
Voldaan / niet voldaan
Minimaal oordeel
module totaal
Voldaan / niet voldaan
45
Module 3 Onderzoekende professional; Onderzoeken van de kwaliteit van de
beroepsopleiding en de eigen professionaliteit
Module 3 OP Onderzoekende professional; Onderzoeken van de kwaliteit van de
beroepsopleiding en de eigen professionaliteit
Ingangseisen Hbo-werk- en -denkniveau
Werkzaam in het mbo-onderwijs
Niveau Afstudeer bekwaam
Onderwijsvorm Duaal en deeltijd
Overzicht van
eenheden van
leeruitkomsten
waaruit de module
is opgebouwd
Naam eenheid van leeruitkomst Studiepunten Aantal
deeltentames
OP
3.1
Onderzoek van de eigen
onderwijspraktijk
Voorwaardelijk 1
OP
3.2
Professioneel leiderschap 15 1
EVL OP 3.1 Onderzoek van de eigen onderwijspraktijk
Beroepstaak/ taken
F. Professional zijn en blijven
De cursist werkt als docent in het mbo. Hij onderzoekt binnen deze context
een eigen praktijkprobleem. Het doel hiervan is om zichzelf verder te
ontwikkelen als onderzoekende docent. Het te onderzoeken probleem of
verbeterpunt heeft inhoudelijke raakvlaken met zijn dagelijks handelen als
mbo-docent.
De cursist zet het praktijkonderzoek zelfstandig op en voert dit uit, in
overleg met collega’s. De cursist ontvangt feedback van collega’s uit zijn
team. De cursist deelt de verworven inzichten (professionaliseert) met zijn
collega’s uit het team en medecursisten.
De cursist volgt met een onderzoekende houding actuele onderwijskundige
en/of vakinhoudelijke ontwikkelingen. De cursist richt zich hierbij op
ontwikkelingen rondom zijn rol als docent in het mbo.
Bekwaamheidseis Vakdidactisch bekwaam
Vakinhoudelijk bekwaam
Pedagogisch bekwaam
Professionele basis
Aantal
studiepunten
Voorwaardelijk
Beschrijving leeruitkomst(en) waaruit deze module is opgebouwd
OP 3.1 Onderzoek van de eigen onderwijspraktijk
46
De cursist onderzoekt planmatig vanuit een onderzoekende houding actuele
ontwikkelingen in het beroepenveld. Hij levert hiermee in het team een
bijdrage aan onderwijsontwikkeling, innovatie en kwaliteitszorg.
De cursist doet dit door met een onderzoekende houding zich te oriënteren
op een praktijkprobleem uit de eigen onderwijssituatie en formuleert een
onderzoekbare vraagstelling rondom dit praktijkprobleem. Het
onderzoeken van dit praktijkprobleem draagt bij aan de eigen professionele
ontwikkeling. Het praktijkprobleem en de vraagstelling wordt in
samenwerking met collega’s gekozen.
De cursist toont hierbij een onderzoekende houding door vragen te stellen
over en kritisch te kijken naar de eigen praktijk. Op basis van de
waarneming aangevuld met informatie uit verschillende bronnen (zoals
literatuur, werkveldraadpleging), maakt de cursist een voorstel voor een
systematisch verbetertraject. Elementen van dit verbetertraject zijn een
probleemanalyse, een interventie, monitoring en evaluatie van deze
interventie.
Voor de monitoring en de evaluatie selecteert hij valide en betrouwbare
instrumenten. De monitoring en evaluatie helpen bij de bijstelling en
verdere implementatie van de interventie. Door deze manier van werken
krijgt de cursist inzicht in het cyclische karakter van onderwijsverbetering.
De cursist rapporteert over het gehele verbetertraject om zo de verworven
inzichten vast te leggen en te delen.
Hij voert het praktijkonderzoek zelfstandig uit, maar stemt wel af met
collega’s uit het team over de opzet en uitvoering.
De cursist deelt zijn (nieuwe opgedane) kennis en inzichten, opgedaan
tijdens zijn onderzoek, met collega’s uit zijn beroepsgroep en gaat met hen
in dialoog over de betekenis hiervan voor de beroepspraktijk.
Tentaminering
OP 3.1 Onderzoek van de eigen onderwijspraktijk
Weging Voorwaardelijk
Omvat de
leeruitkomst(en)
3.1 Onderzoeken van de eigen onderwijspraktijk
Tentamenvorm/
vormen
Beschrijving van de systematische verbeteraanpak
Presentatie en dialoog van de opbrengsten inclusief verantwoording
van het praktijkonderzoek
Reflectie op de eigen onderzoekende houding (eigen vorm)
Tentamenmoment Op aanvraag van de cursist
Generieke
kennisbasis
C1 Ontwikkelingen in het onderwijs
C2 Werken in de schoolorganisatie (3.2)
C4 Onderzoekend vermogen
Beoordelings- Beoordelingscriteria
47
dimensies Onderzoeken van de eigen onderwijspraktijk
Ontvankelijkheids-
criteria
Het product heeft dusdanige kwaliteit dat de inhoud getoetst kan
worden en dat de toetsing valide en betrouwbaar is.
Beschrijving huidige
situatie
De cursist beschrijft de huidige situatie door een analyse van context
met gebruikmaking van literatuur, werkveld, collegiale consultatie en
relevante eigen databronnen.
Beschrijving
praktijkprobleem
Analyse en formuleren van het praktijkprobleem.
Interventie Beschrijft meerdere oplossingsrichtingen en maakt daarbij gebruik van
inzichten uit de literatuur.
Verantwoordt de gemaakte keuze om een specifieke oplossing uit te
werken in een interventie.
Beschrijving van de uitgewerkte interventies.
Werkhypothese
Beschrijving van de redenering hoe deze interventie gaat bijdrage aan
een oplossing van het praktijkprobleem (waarom gaat dit nu helpen?).
Beschrijving van hoe deze mechanismen onderzocht zullen worden.
Monitoring en
evaluatie
Beschrijving van plan van aanpak voor monitoring en evaluatie.
Delen resultaten en
voeren van de
dialoog
Laat zien wat het gesprek met de collega’s uit het team heeft
opgeleverd.
Conclusie en
discussie
Laat op eigen wijze zien welke conclusies zijn getrokken.
Laat zien wat de opbrengst is van de discussie.
Reflectie op eigen
onderzoeksmatig
handelen
Laat zien waar hij gedurende het onderzoeksmatig handelen bewust
van is geworden.
Trekt op basis van feedback en reflectie conclusies over het eigen
toekomstig handelen, uitmondend in concrete leer- en ontwikkelpunten
t.a.v. zijn onderzoeksvaardigheden.
Minimaal oordeel
leeruitkomst
Voldaan / niet voldaan
EVL OP 3.2 Professioneel leiderschap
Beroepstaak/ taken
G. Ontwikkelen van het onderwijsprogramma
H. Uitvoeren van het onderwijsprogramma
I. Construeren, hanteren en evalueren van beoordelingsinstrumenten
48
J. Begeleiden van studenten tijdens de leerbaan
K. Actief betrokken bij de beroepspraktijkvorming
L. Professional zijn en blijven
De cursist werkt als docent in het mbo. Als mbo-docent oriënteert hij zich
op de verschillende rollen van docent. Op basis hiervan krijgt hij inzicht in
deze rollen en weet deze in een persoonlijke doorlopende leerlijn uit te
werken. Hij maakt binnen het team deel uit van de professionele
leergemeenschap. Hij volgt maatschappelijke en organisatorische
ontwikkelingen en trends die van betekenis zijn voor zijn rol als docent in
het mbo.
Door te reflecteren op de eigen kwaliteiten en bekwaamheden,
overtuigingen en drijfveren in relatie tot de verschillende rollen van de
docent in het mbo en de ontwikkelingen in het werkveld, ontwikkelt de
cursist zelfkennis. Deze zelfkennis stelt de cursist in staat om zijn koers te
bepalen en zijn eigen potentieel tot ontwikkeling te brengen.
Professioneel leiderschap betekent dat de cursist in staat is om te voldoen
aan de bekwaamheidseisen van de startbekwaam docent door optimaal
gebruik te maken van zijn eigen kwaliteiten en talenten. Hij weet wat zijn
persoonlijke stijl is en wat zijn drijfveren zijn, maar hij is zich ook bewust van
zijn zwakke kanten en mogelijke valkuilen. Hij weet hoe hij dit alles kan
inzetten om op een bewuste manier keuzes te maken.
Bekwaamheidseis Vakdidactisch bekwaam
Vakinhoudelijk bekwaam
Pedagogisch bekwaam
Professionele basis
Aantal
studiepunten
15
Beschrijving leeruitkomst(en) waaruit deze module is opgebouwd
OP 3.2 Ontwikkeling professioneel leiderschap
Professioneel leiderschap
De cursist kan verantwoorden hoe hij zich heeft georiënteerd en bekwaamd
in de diverse rollen als docent. Hij geeft aan wat zijn sterke en minder
sterke kanten hierin zijn, verduidelijkt hoe hij hier in de praktijk mee omgaat
en hoe hij zich in een doorlopende leerlijn steeds weet te ontwikkelen in de
professionele leergemeenschap waar hij deel van uit maakt. De cursist laat
zien dat hij goed op de hoogte is van actuele trends en ontwikkelingen in
zijn werkveld en deze weet te vertalen naar zijn eigen beroepspraktijk.
De cursist laat zien dat hij als mbo-docent een persoonlijke visie heeft op
vakinhoudelijk, didactisch en pedagogisch gebied. Hij neemt op basis
hiervan zelfstandig beslissingen en kan zijn handelen ethisch, persoonlijk en
49
professioneel verantwoorden binnen het team en of beroepscontext. Hij
beschrijft wat dat van hem als (startbekwaam) professional vraagt.
De cursist trekt conclusies over waar hij staat in zijn ontwikkeling en wat hij
nog te ontwikkelen heeft in de toekomst.
Tentaminering
OP 3.2 Professioneel leiderschap
Weging 100 %
Omvat de
leeruitkomst(en)
3.2 Professioneel leiderschap
Tentamenvorm/
vormen
Presentatie (vorm is vrij) van het portfolio
Criteriumgericht interview op basis van de Dublin descriptoren en de
beroepstaken van de mbo-docent.
Tentamenmoment Op aanvraag van de cursist ter afronding van de opleiding
Generieke
kennisbasis
A1 Opvattingen over leren en leerconcepten
B2 Pedagogische functie van de school (1.2)
C2 Werken in de schoolorganisatie (3.1)
C3 Persoonlijke professionele ontwikkeling
C5 Professionele identiteit
Beoordelings-
dimensies
Beoordelingscriteria
Professioneel leiderschap
Zelfsturing in zijn
ontwikkeling in de
verschillende rollen
Verantwoording van hoe hij eigenaarschap heeft getoond/ zelfsturing
heeft gegeven aan zijn handelen en professionele ontwikkeling aan de
hand van alle beroepstaken, Dublin descriptoren en bekwaamheidseisen
van de mbo-docent.
Reflecteren op
eigen ontwikkeling
en profiel
Reflecteert op eigen wijze op zijn professionele ontwikkeling en zijn
beroepsprofiel en maakt daarbij gebruik van recente literatuur.
Persoonlijke visie
op het werk als
mbo-docent
Verantwoordt zijn visie op beroepsgericht leren en weet deze visie te
verbinden aan die van de eigen organisatie en aan relevante inzichten
uit de literatuur.
Professioneel
communiceren
over
ontwikkelingen in
het werkveld
Verantwoordt hoe het werkveld aan zijn ontwikkeling als mbo-docent
heeft bijgedragen.
Gebruiken van
feedback van
anderen
Heeft de feedback van anderen meegenomen in zijn reflectie op zijn
ontwikkeling als mbo-docent
50
Ontwikkeldoelen
voor de toekomst
Trekt op basis van feedback en reflectie conclusies over het eigen
toekomstig handelen, uitmondend in concrete leer- en ontwikkelpunten
t.a.v. zijn professioneel leiderschap.
Inzichten delen Verzorgt op geheel eigen wijze een bijdrage waarin hij laat zien hoe hij
gedurende de opleiding heeft gewerkt aan zijn beroepstaken afgeleid
van de bekwaamheidseisen en Dublin descriptoren.
Minimaal oordeel
deeltentamen
Voldaan / niet voldaan
Minimaal oordeel
module totaal
Voldaan / niet voldaan
51
Ontvankelijkheidscriteria
Naam van de leeruitkomst:
Naam cursist:
Cohort:
Naam beoordelaar:
0 1e Kans 0 2e kans
Ontvankelijkheid
Doel: Het product heeft dusdanige kwaliteit dat de inhoud getoetst kan worden en dat de toetsing
valide en betrouwbaar is.
Datum:
Criterium
Refereren: hanteren van een heldere bronvermelding, zowel in de tekst als in de
bronverwijzing.
Minimale eisen, zoals beschreven in de APA vermeld onder Verwijzingen in Office
word.
Ja/Nee
Zakelijke communicatie: duidelijk, correct, efficiënt, aantrekkelijk, gepast
taalgebruik
Ja/Nee
Opbouw & vormgeving: helder, handleiding volgend, gepast, tekst(en) met elk een
logische, volgbare inhoudelijke lijn. Geen onnodige visualiseringen. Beperkt aantal
(korte) bijlagen.
Lettertype: Calibri hoofdtekst 11
Ja/Nee
Omvang: (exclusief literatuurlijst, exclusief bijlagen)
Zie toetsopdracht.
Op elk document is het aantal woorden aangeven.
Ja/Nee
Dit product is wel/niet ontvankelijk.
Feedback/feed forward bij niet ontvankelijk:
Naam en handtekening beoordelaar:
52
DEEL 3 ONDERWIJSARSENAAL
In het onderwijsarsenaal beschrijft de opleiding per leereenheid welk onderwijsaanbod ze biedt voor de
leereenheden van de opleiding.
In afstemming met de opleiding bepaalt de cursist of hij wel of niet gebruik wil maken van dit
onderwijsaanbod. Deze keuze wordt vervolgens opgenomen in de onderwijsovereenkomst.
Opbouw van de module
module BL Beroepsgerichte leeromgeving (BL); Beroepsgericht vakdidactisch
ontwerpen en toetsen van leerarrangementen
Onderwijsperiode Bijeenkomst 1 t/m 10
Duur 7 maanden
Overzicht van EVL’en
waaruit de module is
opgebouwd
# Naam eenheid van leeruitkomsten Aantal
studiepunten
BL
1.1
Ontwerpen van beroepsgerichte leereenheden Voorwaardelijk
BL
1.2
(Her)ontwerpen van een toetsinstrument Voorwaardelijk
BL
1.3
Organiseren van beroepsgerichte activerende
leereenheden en begeleidingsprocessen in de groep 30
ONDERWIJSARSENAAL
BL 1.1 Ontwerpen van beroepsgerichte leereenheden
BL 1.1 Ontwerpen van beroepsgerichte leereenheden
On
der
wijs
aan
bo
d
Co
nta
cto
nd
erw
ijs
On
der
wijs
a
anb
od
On
der
wijs
a
anb
od
Contactonderwijs
Onderwijsleergesprek, casusbesprekingen, instructie,
werkopdrachten, presentaties van cursisten zelf,
voorbeelden bespreken en (peer)feedback
Online leren Opdrachten en leermiddelen via OnderwijsOnline
53
Werkplekleren
Bestuderen van leereenheden/ leerplan/ lesplannen/leermaterialen/leermethoden die aanwezig zijn
Oriënteren op het gehele leerplan/curriculum
Informatie verzamelen over de (werkelijke en wenselijke) inrichting en vormgeving van het leerplan d.m.v. interviews en documentenstudie
Methodisch analyseren van de kwaliteit van een leerplan(onderdeel)
Observeren/bevragen van praktijkopleider/collega’s m.b.t. het ontwerpen van leereenheden/ lesplannen/leermaterialen
Bespreken en verdiepen van conclusies met de (praktijk)begeleiders en andere betrokkenen
Experimenteren met het ontwerpen van lesplannen/leermaterialen
Presenteren van de analyse en aanbevelingen
Uitvoeren en evalueren van zelf ontworpen leereenheden/ lesplannen/ leerplan onderdeel
Feedback vragen aan en reflecteren met de (stage)begeleider
Individuele
begeleiding
Begeleiding en feedback door de studieloopbaanbegeleider en
praktijkopleider.
Voertaal n.v.t.
Literatuur,
software en overig
materiaal
Geerts, W., & Van Kralingen , R. (2016). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. Deel A hoofdstuk 2 en 3
Teitler, P. (2015). Lessen in orde in het MBO. Bussum: Coutinho.
Hoofdstuk 4 en 3.3
Aanbevolen
Aalsma, E. (2011). De omgekeerde leerweg. Een perspectief voor het beroepsonderwijs. Den Haag: Eburon.
Bijkerk, L., & Van der Heide, W. (2006). Het gaat steeds beter! Activerende werkvormen voor de opleidingspraktijkj. Houten: Bohn Stafleu van Lochem.
Bijkerk, L., & Van der Heide, W. (2012). Activerend opleiden! Didactiek voor resultaatgericht beroepsonderwijs. Houten: Bohn Stafleu Van Lochem.
Bolle, T., & van Meelis , I. (2017). Taalbewust beroepsonderwijs. Vijf vuistregels voor effectieve didactiek. Bussum: Uitgeverij Coutinho.
Van den Akker, J., & Thijs, A. (2009). Leerplan in Ontwikkeling. Enschede: SLO. Opgehaald van SLO Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling: file:///C:/Users/ELLEN/AppData/Local/Packages/Microsoft.MicrosoftEdge_8wekyb3d8bbwe/TempState/Downloads/Leerplan-in-ontwikkeling%20(1).pdf
54
Tieleman, M. (2015). Levensfasen. De psychologische ontwikkelingen van de mens. Den Haag: Boom Lemma.
Van der Veen, T., & Van der Wal, J. (2016). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Groningen Houten: Noordhoff.
Van der Wal, J., & De Wilde, J. (2017). Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum : Coutinho.
http://www.canonberoepsonderwijs.nl/curriculumontwerp www.burgerschapmbo.nl https://www.s-bb.nl/bpvprotocol
ONDERWIJSARSENAAL
BL 1.2 (Her) ontwerpen van een toetsinstrument
BL 1.2.1 (Her) ontwerpen van een toetsinstrument
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs Onderwijsleergesprek, instructies, werkopdrachten, presentaties
en (peer)feedback
Online leren Opdrachten en leermiddelen via OnderwijsOnline
Werkplekleren
Oriënteren op het toetsbeleid en op de organisatie van toetsen, beoordelen en evalueren
Analyseren van de kwaliteit van toetsinstrumenten en bespreken van de conclusies met de betrokkenen
Bekijken van bestaande toetsmatrijsen
Ontwerpen van de eigen toetsmatrijs
Verbeteren of vernieuwen van een toetsinstrument en voorleggen voor feedback
Bekijken van bestaande antwoordmodellen
Antwoorden van bestaande antwoordmodellen
Indien mogelijk: afnemen van het (her)ontworpen toetsinstrument bij de doelgroep
Individuele
begeleiding
Begeleiding en feedback door de studieloopbaanbegeleider en
praktijkopleider
Voertaal n.v.t.
Literatuur,
software en
overig materiaal
Geerts, W., & Van Kralingen , R. (2016). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. Hoofdstuk 5
Aanbevolen
Kallenberg, T., Van der Grijspaarde, L., Ter Braak, A., & Baars, G. (2014). Leren (en) doceren in het hoger onderwijs. en Haag: Boom Lemma .
http://www.canonberoepsonderwijs.nl/beoordelen-van-leren
http://www.canonberoepsonderwijs.nl/Beoordeling-bij-
praktijkleren
http://www.canonberoepsonderwijs.nl/2_1247_Examineren_in_h
et_MBO.aspx
55
file:///C:/Users/ELLEN/AppData/Local/Packages/Microsoft.Microso
ftEdge_8wekyb3d8bbwe/TempState/Downloads/toetsen-en-
beoordelen-met-het-ERK%20(1).pdf
https://www.s-bb.nl/bpvprotocol
BL 1.2.2 Beoordelen van de eigen beoordelingsbekwaamheid
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs Onderwijsleergesprek, casusbesprekingen, werkopdrachten,
intervisie, peerfeedback
Online leren Opdrachten en leermiddelen via OnderwijsOnline
Werkplekleren
Oriënteren op de verschillende rollen rond toetsing en beoordeling
Observeren en nabespreken van diverse toets- en beoordelingssituaties
Participeren in toets- en beoordelingssituaties en nabespreken van de eigen ervaring en aanpak
Feedback vragen aan en reflecteren met de (stage)begeleider
Uitvoeren van portfolio-opdrachten
Individuele
begeleiding
Begeleiding en feedback door de studieloopbaanbegeleider en
praktijkopleider
Voertaal N.v.t.
Literatuur,
software en
overig materiaal
Geerts, W., & Van Kralingen , R. (2016). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho.
Teitler, P. (2015). Lessen in orde in het MBO. Bussum: Coutinho.
Aanbevolen
Kallenberg, T., Van der Grijspaarde, L., Ter Braak, A., & Baars, G. (2014). Leren (en) doceren in het hoger onderwijs. en Haag: Boom Lemma .
http://www.professioneleidentiteit.nl/
ONDERWIJSARSENAAL
BL 1.3 Organiseren van beroepsgerichte activerende leereenheden en
begeleidingsprocessen in de groep
BL 1.3.1 Organiseren van beroepsgerichte activerende leereenheden en
begeleidingsprocessen in de groep
On
der
w
ijsaa
nb
od
Contactonderwijs Onderwijsleergesprek, casusbesprekingen, werkopdrachten,
peerfeedback, presentaties van studenten zelf
Online leren Opdrachten en leermiddelen via OnderwijsOnline
56
Werkplekleren
Observeren van praktijkopleider wanneer hij lesgeeft/studenten begeleidt
Observeren van praktijkopleider/mbo-docent wanneer hij lesgeeft/studenten begeleidt waarbij diversiteitaspecten een rol spelen
Analyseren van de doelgroep waarin diversiteitaspecten een rol spelen
Observeren en analyseren van dynamiek in diverse groepen
Observeren van studenten m.b.t. diversiteitsaspecten
Bespreken van de situaties waarbij diversiteitaspecten een rol spelen met de praktijkopleider/mbo-docent
Experimenteren met lesgeven/begeleiden van studenten
Vragen van feedback aan praktijkopleider m.b.t. het lesgeven/begeleiden van studenten
Begeleiden van groepsprocessen
Experimenteren met interventies
Toepassen van een werkvorm (dialoogmethode bijv.) om een actueel thema met studenten te bespreken
Feedback vragen aan en reflecteren met collega’s
Individuele
begeleiding
Begeleiding en feedback door de studieloopbaanbegeleider en
praktijkopleider
Voertaal n.v.t.
Literatuur,
software en
overig materiaal
Geerts, W., & Van Kralingen , R. (2016). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. Hoofdstuk 4, 6, 7, 8, 13
Teitler, P. (2015). Lessen in orde in het MBO. Bussum: Coutinho.
Aanbevolen
Bolle, T., & van Meelis , I. (2017). Taalbewust beroepsonderwijs. Vijf vuistregels voor effectieve didactiek. Bussum: Uitgeverij
Coutinho. Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2015). Effectief leren. Houten: Noordhoff. Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2016). Samenwerkend leren; praktijkboek. Houten: Noordhoff. Korthagen , F., & Lagerwerf, B. (2011). Leren van binnenuit. Kwaliteit en inspiratie in het onderwijs. Den Haag: Boom Lemma. Korthagen, F., & Lagerwerf, B. (2014). Een leraar van klasse. Een goede docent worden en blijven. Den Haag: Boom Lemma. Ros, A., Castelijns, J., Van Loon, A.-M., & Verbeeck, K. (2014). Gemotiveerd leren en lesgeven. De kracht van intrinsieke motivatie. Bussum: Coutinho. Van der Veen, T., & Van der Wal, J. (2016). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Groningen Houten: Noordhoff. Voerman, L., & Faber, F. (2016). Didactisch coachen. Baarn : De Weijer . https://ecbo.nl/kennis-zoeken-en-vinden/#canon-beroepsonderwijs
57
http://www.canonberoepsonderwijs.nl/zelfgestuurd-leren
BL 1.3.2 Ontwikkelen van de eigen docentbekwaamheden O
nd
erw
ijsaa
nb
od
Contactonderwijs Onderwijsleergesprek, casusbesprekingen, werkopdrachten,
intervisie, peerfeedback
Online leren Opdrachten en leermiddelen via OnderwijsOnline
Werkplekleren
Observeren van praktijkopleider wanneer hij lesgeeft/studenten begeleidt
Experimenteren met lesgeven/begeleiden van studenten
Uitvoeren en evalueren van de verschillende leraarsrollen
Vragen van feedback aan praktijkopleider m.b.t. het lesgeven/begeleiden van studenten aan de hand van de verschillende leraarsrollen
Vragen van feedback aan praktijkopleider m.b.t. het reflecteren
Kritisch reflecteren op de eigen bekwaamheden m.b.t. de mbo-docentrollen
Maken organogram van de organisatie
Interviewen van mbo-docenten in kader van rollen en taken
In kaart brengen van actuele ontwikkelingen binnen het mbo (in relatie tot planning eigen ontwikkeling)
Ontwikkelen van een visie op beroepsonderwijs nu en in de toekomst
Interviewen teamleider / sectievoorzitter / … in kader van rollen en taken
Analyseren functiebeschrijving mbo-docent in relatie met eigen kwaliteiten, bekwaamheden, drijfveren en ambities
Deelnemen aan (relevante) overlegsituaties en werkgroepen in het kader van een brede oriëntatie op het beroep en werkveld
Deelnemen aan overlegsituaties in het kader van de voortgang van het leerproces van studenten
Individuele
begeleiding
Begeleiding en feedback door de studieloopbaanbegeleider en
praktijkopleider.
Voertaal N.v.t.
Literatuur,
software en
overig materiaal
Geerts, W., & Van Kralingen , R. (2016). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. Hoofdstuk 11
Teitler, P. (2015). Lessen in orde in het MBO. Bussum: Coutinho.
Hoofdstuk 11.
Aanbevolen
Slooter, M. (2018). De zes rollen van de leraar. Handboek voor effectief lesgeven. Huizen: Pica. http://www.professioneleidentiteit.nl/
58
module BB Beroepsgericht Begeleiden (BB); Beroepsgericht begeleiden van het leren tijdens de
leerloopbaan
Onderwijs-
periode
Bijeenkomst 11 t/m 15
Duur 4 maanden
Overzicht
van EVL’en
waaruit de
module is
opgebouwd
# Naam eenheid van leeruitkomsten Aantal studiepunten
BB 2.1 Begeleiden van studenten in de BPV Voorwaardelijk
BB 2.2 Coachen van studenten tijdens de
leerloopbaan
15
ONDERWIJSARSENAAL
BB 2.1 Begeleiden van studenten in de BPV
BB 2.1.1 Voorbereiding op de beroepspraktijkvorming
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs
Online leren Opdrachten en leermiddelen via OnderwijsOnline
Werkplekleren
Verdiepen in de BPV-begeleiding op de werkplek
Begeleidingsstructuur, handboek, gesprekken voeren met BPV-begeleiders en studenten
Bijwonen van voorlichtingsmomenten aan studenten, overlegmomenten met werkveld
Experimenteren met het verzorgen van voorlichtingsmomenten aan studenten m.b.t. de BPV
Studenten leren eigen leervragen te formuleren
Contacten leggen met begeleiders op de werkplek
Individuele
begeleiding
Begeleiding en feedback door de studieloopbaanbegeleider en
praktijkopleider
Voertaal n.v.t.
Literatuur,
software en
overig materiaal
Geerts, W., & Van Kralingen , R. (2016). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho.
Aanbevolen
Karsten, S. (2016). De hoofdstroom in de Nederlandse onderwijsdelta. Antwerpen-Apeldoorn: Garant-Uitgevers.
MBO-Raad. (2012, juli). Handleiding LOB in het MBO. Opgehaald van expertisepunt LOB: https://www.expertisepuntlob.nl/materialen/handleiding-lob-scan-mbo Voerman, L., & Faber, F. (2016). Didactisch coachen. Baarn : De Weijer . https://ecbo.nl/kennis-zoeken-en-vinden/#canon-beroepsonderwijs www.burgerschapmbo.nl https://www.s-bb.nl/bpvprotocol
59
https://www.han.nl/onderzoek/nieuws/werkpleklerenvolgens-het/
BB 2.1.2 Begeleiden tijdens de beroepspraktijkvorming
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs Onderwijsleergesprek, casusbesprekingen, werkopdrachten,
intervisie, peerfeedback, presentaties van studenten
Online leren Opdrachten en leermiddelen via OnderwijsOnline
Werkplekleren
Verdiepen in de BPV-begeleiding op de werkplek
Begeleidingsstructuur, handboek, gesprekken voeren met BPV-begeleiders en studenten
Observeren van begeleidings- en beoordelingsgesprekken
Oefenen met het voeren van begeleidingsgesprekken met studenten
Feedback vragen aan student en praktijkopleider over het gevoerde begeleidingsgesprek
Contacten leggen met begeleiders op de werkplek
Individuele
begeleiding
Begeleiding en feedback door de studieloopbaanbegeleider en
praktijkopleider
Voertaal n.v.t.
Literatuur,
software en
overig materiaal
Geerts, W., & Van Kralingen , R. (2016). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. Hoofdstuk 13
Aanbevolen
MBO-Raad. (2012, juli). Handleiding LOB in het MBO. Opgehaald van expertisepunt LOB: https://www.expertisepuntlob.nl/materialen/handleiding-lob-scan-mbo Voerman, L., & Faber, F. (2016). Didactisch coachen. Baarn : De Weijer . https://ecbo.nl/kennis-zoeken-en-vinden/#canon-beroepsonderwijs www.burgerschapmbo.nl https://www.s-bb.nl/bpvprotocol https://www.han.nl/onderzoek/nieuws/werkpleklerenvolgens-het/
ONDERWIJSARSENAAL
BB 2 Coachen van studenten tijdens de leerloopbaan
BB 2.2 Coachen van studenten tijdens de leerloopbaan
On
der
w
ijsaa
nb
od
Contactonderwijs Oefening, (peer)feedback, training en coaching in
coachingsbijeenkomsten in kleine groepen
Online leren Opdrachten en leermiddelen via OnderwijsOnline
60
Werkplekleren
Bekijken en collega’s bevragen op bestaande begeleidingsplannen
Experimenteren met het maken van eigen begeleidingsplannen
Feedback vragen op het eigen ontwerp van de begeleidingsplannen
Observeren en nabespreken van coachings- en begeleidingsgesprekken
Oefenen met coachings- en begeleidingsgesprekken
Nabespreken en feedback vragen op coachings- en begeleidingsgesprekken
Individuele
begeleiding
Begeleiding en feedback door de studieloopbaanbegeleider en
praktijkopleider
Voertaal n.v.t.
Literatuur,
software en
overig materiaal
Geerts, W., & Van Kralingen , R. (2016). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho.
Teitler, P. (2015). Lessen in orde in het MBO. Bussum: Coutinho.
Aanbevolen
Korthagen, F., & Nuijten, E. (2015). Krachtgericht coachen. Een aanpak voor diepgaand leren en effectief functioneren. Den Haag: Boom Lemma.
MBO-Raad. (2012, juli). Handleiding LOB in het MBO. Opgehaald van expertisepunt LOB: https://www.expertisepuntlob.nl/materialen/handleiding-lob-scan-mbo Voerman, L., & Faber, F. (2016). Didactisch coachen. Baarn : De Weijer . https://ecbo.nl/kennis-zoeken-en-vinden/#canon-beroepsonderwijs www.burgerschapmbo.nl https://www.s-bb.nl/bpvprotocol https://www.han.nl/onderzoek/nieuws/werkpleklerenvolgens-het/ www.han.video.nl (kennisclips)
module OP Onderzoekende professional; Onderzoeken van de kwaliteit van de
beroepsopleiding en de eigen professionaliteit
Onderwijsperiode Bijeenkomst 16 t/m 20
Duur 4 maanden
Overzicht van EVL’en
waaruit de module is
opgebouwd
# Naam eenheid van leeruitkomsten Aantal studiepunten
OP
3.1
Onderzoek van de eigen onderwijspraktijk Voorwaardelijk
61
OP
3.2
Professioneel leiderschap 15
ONDERWIJSARSENAAL
OP 3.1 Onderzoek van de eigen onderwijspraktijk
OP 3.1 Onderzoek van de eigen onderwijspraktijk
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs
Collegiaal ondersteunend leren (COL), werkgroepen,
peerfeedback, casusbesprekingen, werkopdrachten,
presenteren, onderwijsleergesprekken.
Online leren Opdrachten en leermiddelen via OnderwijsOnline
Werkplekleren
Kiezen van praktijkprobleem in samenwerking met collega’s
Praktijkprobleem verkennen
Presenteren en delen van het praktijkprobleem aan en met collega’s
Uitproberen methoden van dataverzameling
Dataverzameling t.b.v. het onderzoek
Vertalen van onderzoeksresultaten naar de eigen onderwijspraktijk
Verzamelen feedback van collega’s
Delen onderzoeksresultaten op werkplek en opleiding
Individuele
begeleiding
Begeleiding en feedback door de studieloopbaanbegeleider en
praktijkopleider
Voertaal n.v.t.
Literatuur,
software en
overig materiaal
www.han.video.nl (kennisclips)
Geerts, W., & Van Kralingen , R. (2016). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. Bladzijde 399 – 402
Aanbevolen Kallenberg , T., Koster, B., Onstenk, J., & Scheepsma, W. (2011).
Ontwikkeling door onderzoek - Een handreiking voor leraren. Amersfoort: Thieme Meulenhof.
Van der Donk, C., & Van Lanen, B. (2016). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho.
http://www.mbo2025.nl/ https://www.nro.nl/wegwijzer/
ONDERWIJSARSENAAL
OP 3.2 Professioneel leiderschap
OP 3.2 Professioneel leiderschap
62
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs
Uitwisselen van relevante en urgente praktijkervaringen tijdens
de studieloopbaan. Uitwisselen van praktijkervaringen
gerelateerd aan de leeruitkomsten. Onderwijsleergesprek,
ruimte voor het delen van vakinhoudelijke, vakdidactische en
onderwijskundige ontwikkelingen en ruimte voor intervisie en
peerfeedback
Online leren
Opdrachten en leermiddelen via OnderwijsOnline
Inhoudelijk verdiepen in vakinhoudelijke, vakdidactische en
onderwijskundige ontwikkelingen en vernieuwingen
Werkplekleren
Oriënteren op de praktijk
Vaststellen van persoonlijke leerdoelen
Plan maken voor ontwikkeling in de praktijk
Verzorgen van lessen, begeleiden van lerenden
Uitvoeren van andere onderwijsgerelateerde taken
Uitvoeren van praktijkopdrachten
Evalueren van onderwijstaken
Reflecteren op de aanpak en sturing van het eigen leerproces
Reflecteren op eigen professionele ontwikkeling
Feedback vragen op deze reflectie
Oriënteren op ontwikkelingen en innovaties in de
beroepspraktijk
Onderzoeken van en verdiepen in een relevante actuele
ontwikkeling, vernieuwing of innovatie
Delen van (nieuw opgedane) kennis en inzichten met collega’s
Het aangaan van dialoog over betekenis van inzichten voor de
beroepspraktijk
Verzamelen van feedback
Individuele
begeleiding
Begeleiding en feedback door de studieloopbaanbegeleider en
praktijkopleider
Voertaal n.v.t.
Literatuur,
software en
overig materiaal
Geerts, W., & Van Kralingen , R. (2016). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho.
Teitler, P. (2015). Lessen in orde in het MBO. Bussum: Coutinho. Aanbevolen Geenen, M.-J. (2014). De reflectieve professional. Bussum:
Coutinho. Geenen, M.-J. (2017). Reflecteren: leren van je eigen ervaringen
als sociale professional. Bussum: Coutinho. Karsten, S. (2016). De hoofdstroom in de Nederlandse
onderwijsdelta. Antwerpen-Apeldoorn: Garant-Uitgevers.
63
Korthagen, F., & Lagerwerf, B. (2014). Een leraar van klasse. Een goede docent worden en blijven. Den Haag: Boom Lemma. Zie 4e hoofdthema Professionele ontwikkeling http://www.professioneleidentiteit.nl/ https://ecbo.nl/kennis-zoeken-en-vinden/#canon-beroepsonderwijs http://www.mbo2025.nl/
64
Boekenlijst PDG 2018 – 2019
Verplichte boeken Geerts, W., & Van Kralingen , R. (2016). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho.
Geerts, W., & Van Kralingen, R. (2015). Docent! Didactiek en praktijk in het hoger onderwijs. Bussum:
Coutinho.
Teitler, P. (2015). Lessen in orde in het MBO. Bussum: Coutinho.
Aanbevolen boeken Aalsma, E. (2011). De omgekeerde leerweg. Een perspectief voor het beroepsonderwijs. Den Haag:
Eburon.
Alten, J., & Grotendorst, A. (2017). Ontwerpen door de bril van functioneren en leren. Onderwijs en
Gezondheidszorg, 17-19.
Bijkerk, L. (2013). Aan het werk met Actiekaarten! 64 activerende wewrkvormen die het leereffect
vergroten. Houten: Bohn Stafleu Van Lochem.
Bijkerk, L., & Van der Heide, W. (2006). Het gaat steeds beter! Activerende werkvormen voor de
opleidingspraktijkj. Houten: Bohn Stafleu van Lochem.
Bijkerk, L., & Van der Heide, W. (2012). Activerend opleiden! Didactiek voor resultaatgericht
beroepsonderwijs. Houten: Bohn Stafleu Van Lochem.
Bolle, T., & van Meelis , I. (2017). Taalbewust beroepsonderwijs. Vijf vuistregels voor effectieve didactiek.
Bussum: Uitgeverij Coutinho.
Broesker, R. (2016). Effectieve didactiek. Groningen/Houten: Noordhoff.
Deen, E., & Rondeel, M. (2017). Opleidingskunde. Leren in het werk, rond het werk,voor het werk .
Alphen aan de Rijn: Vakmedianet.
Dochy, F., Berghmans, I., Koenen, A.-K., & Segers, M. (2015). Bouwstenen voor High Impacht Learning.
Het leren van de toekomst in onderwijs en organisaties. Amsterdam: Uitgevers Amsterdam.
Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2015). Effectief leren. Houten: Noordhoff.
Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2016). Samenwerkend leren; praktijkboek. Houten: Noordhoff.
Geenen, M.-J. (2014). De reflectieve professional. Bussum: Coutinho.
Geenen, M.-J. (2017). Reflecteren: leren van je eigen ervaringen als sociale professional. Bussum:
Coutinho.
Geenen, M.-J. (2017). Reflecteren: leren van je eigen ervaringen als sociale professional. Bussum:
Coutinho.
65
Kallenberg , T., Koster, B., Onstenk, J., & Scheepsma, W. (2011). Ontwikkeling door onderzoek - Een
handreiking voor leraren. Amersfoort: Thieme Meulenhof.
Kallenberg, T., Van der Grijspaarde, L., Ter Braak, A., & Baars, G. (2014). Leren (en) doceren in het hoger
onderwijs. en Haag: Boom Lemma .
Karsten, S. (2016). De hoofdstroom in de Nederlandse onderwijsdelta. Antwerpen-Apeldoorn: Garant-
Uitgevers.
Korthagen , F., & Lagerwerf, B. (2011). Leren van binnenuit. Kwaliteit en inspiratie in het onderwijs. Den
Haag: Boom Lemma.
Korthagen, F., & Lagerwerf, B. (2014). Een leraar van klasse. Een goede docent worden en blijven. Den
Haag: Boom Lemma.
Korthagen, F., & Nuijten, E. (2015). Krachtgericht coachen. Een aanpak voor diepgaand leren en effectief
functioneren. Den Haag: Boom Lemma.
MBO Raad. (2015, april 28). Kwalificatiedossier van de docent MBO. Opgehaald van MBO Raad:
https://www.mboraad.nl/sites/default/files/publications/kwalificatiedossier_docent_mbo_def.
MBO-Raad. (2012, juli). Handleiding LOB in het MBO. Opgehaald van expertisepunt LOB:
https://www.expertisepuntlob.nl/materialen/handleiding-lob-scan-mbo
Nieuwenhuis, L., & Peeters, A. (2017, april 24). Beoordelen van werkplekleren. Opgehaald van Specials
Han: http://specials.han.nl/sites/werkplekleren/werkplekleren/beoordelen/theorie/170424-
Beoordelen-van-werkplekleren-definitief.pdf
Nieuwenhuis, L., Hoeve, A., Nijman, D.-J., & Vlokhoven, H. (2018, Januari 5). Pedagogisch didactisch
vormgeving van werkplekken in het initieel beroepsonderwijs. Opgehaald van HAN
Kenniscentrum Kwaliteit van leren: https://www.han.nl/onderzoek/nieuws/werkplekleren-
volgens-
het/_attachments/pedagogisch_didactische_vormgeving_van_werkplekken_28_juni_2017.pdf
NVAO. (2004). Dublin Descriptoren HBO. Opgehaald van NVAO:
https://www.nvao.net/system/files/pdf/Dublin%20Descriptoren.pdf
Ros, A., Castelijns, J., Van Loon, A.-M., & Verbeeck, K. (2014). Gemotiveerd leren en lesgeven. De kracht
van intrinsieke motivatie. Bussum: Coutinho.
Slooter, M. (2018). De zes rollen van de leraar. Handboek voor effectief lesgeven. Huizen: Pica.
Tieleman, M. (2015). Levensfasen. De psychologische ontwikkelingen van de mens. Den Haag: Boom
Lemma.
Van den Akker, J., & Thijs, A. (2009). Leerplan in Ontwikkeling. Enschede: SLO. Opgehaald van SLO
Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling:
file:///C:/Users/ELLEN/AppData/Local/Packages/Microsoft.MicrosoftEdge_8wekyb3d8bbwe/Te
mpState/Downloads/Leerplan-in-ontwikkeling%20(1).pdf
66
Van der Donk, C., & Van Lanen, B. (2016). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho.
Van der Veen, T., & Van der Wal, J. (2016). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Groningen Houten:
Noordhoff.
Van der Vleuten, C. P. (2010). The assessment of professional competence: bilding blocks for theory
development. Best Practice & Research Clinical Obstetrics and Geneacology , 703-709.
Van der Wal, J., & De Wilde, J. (2017). Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum : Coutinho.
Vereniging hogescholen. (2017). Generieke kennisbasis. Opgehaald van 10 voor de Leraar:
https://www.10voordeleraar.nl/herijkte_kennisbases
Voerman, L., & Faber, F. (2016). Didactisch coachen. Baarn : De Weijer .
Tijdschriften en overige bronnen Tijdschrift voor ontwikkeling in organisaties TVOO
Profiel
https://ecbo.nl/kennis-zoeken-en-vinden/#canon-beroepsonderwijs
www.burgerschapmbo.nl
https://www.s-bb.nl/bpvprotocol
https://www.mboraad.nl/publicaties/kwalificatiedossiermbo-docent
https://www.han.nl/onderzoek/nieuws/werkpleklerenvolgens-het/
www.han.video.nl (kennisclips)
http://www.mbo2025.nl/
https://www.nro.nl/wegwijzer/
67
Bijlage 1
Toetsplan PDG
Toetsplan Pedagogisch Didactisch Getuigschrift
In samenspraak met de herontwerpgroep en het werkveld is dit toetsplan vormgegeven.
Uitgangspunten bij het toetsplan zijn de driehoek van Miller, waarin de toets daar plaatsvindt waar de
beroepsbeoefenaar de beroepstaak/bekwaamheidseis moet uitvoeren, en een mix aan verschillende
toetsvormen.
Figuur 1; Pyramide van Miller
Brigitte van Dijk, mbo-docent RijnIJssel
Marco Zwartkruis, opleider ILS Academie HAN
Aimee Hoeve, senior onderzoeker kenniscentrum HAN
Marion van Wijdeven, Service unit Onderwijs en onderzoek, HAN
Feedbackgroep: afgevaardigden van alle betrokken roc’s, Marant en ILS Academie
Ellen Leenaarts-Gunnewijk, coördinator PDG, HAN
Toetsplan PDG-opleiding
Juli 2018
Module EC Toetsplan PDG per EVL Plaats Bewijsstuk Module BL Duur 7 maanden Voorwaardelijk
1.1 Ontwerpen van beroepsgerichte leereenheden Ontwerp van een beroepsgerichte leereenheid, lessenreeks, gekoppeld aan een werkproces uit het kwalificatiedossier. Het ontwerp beschrijft minimaal 3 klokuren aan onderwijs. De gemaakte keuze in het ontwerp worden op basis van de literatuur en de feedback van het team verantwoord.
Feedback van collega’s uit het team Peerfeedback
Ontwerpdocument met daarin het ontwerp van een beroepsgerichte leereenheid, lessenreeks, de verantwoording en de feedback van het werkveld
1.2.1 (Her)ontwerpen van een toetsinstrument Het (her)ontwerp is een bestaande toets of een werkproces uit het kwalificatiedossier en in samenspraak met het team gekozen. De cursist beschrijft op basis van de kwaliteitseisen en criteria zijn verantwoording voor zijn keuzes binnen het (her)ontwerp.
Komen tot een keuze voor de toets samen met het team en indien mogelijk in samenspraak met het beroepenveld Feedback uit het team en de peergroep
Schriftelijke uitwerking van een ontwikkelingsgerichte toets met bijbehorend beoordelingsinstrument en een toetsinstructie voor studenten en docenten
1.2.2 Ontwikkelen van de eigen beoordelingsbekwaamheid Beschrijving van zijn ontwikkeling met betrekking tot zijn eigen beoordelingsbekwaamheid. Formulering van zijn leervoornemens en ontwikkeldoelen voor de toekomst.
Feed-back, -up, -forward uit het team en/ of peer
Reflectieverslag aansluitend op de manier waarop dat in de eigen organisatie gebruikelijk is. Reflectieverslag voldoet aan de ontvankelijkheidscriteria
69
Examen / Assessment Module BL 840 klokuren Contacttijd 10 x 8 = 80 Werkplekleren 420 Zelfstudie aan opdrachten 340 Beoordelaar van de assessments = de opleider van de PDG- opleiding die niet de rol van SLB’er heeft
30
1.3.1 EVL Organiseren van beroepsgerichte activerende leereenheden en begeleidingsprocessen in de groep Laat in een film van maximaal 60 minuten zien hoe hij zijn leereenheid uitvoert. De filmopname kent een kop, romp en staart en mag uit een compilatie van onderdelen van de leereenheid bestaan. Minimaal 3 activerende werkvormen laten zien waarin wordt samengewerkt en waarin minimaal bij één activiteit gebruik wordt gemaakt van ICT.
Feedback uit het team aan de hand van een observatieformulier Feedback mbo-studenten Peerfeedback instituut (mogelijk)
Filmopname van een uitgevoerde, activerende leereenheid en begeleidingsproces.
Een door het werkveld ingevuld observatieformulier
Een reflectie op het eigen handelen met daarin een verantwoording van de gemaakte keuzes (vrije vorm)
1.3.2 Ontwikkelen van de eigen docentbekwaamheden Reflectie op de 6 rollen van de mbo-docent aan de hand van praktijkvoorbeelden.
360 graden feedback uit het team en de peergroep op het instituut
Reflectie op de 6 rollen (vrije vorm)
Module EC Toetsplan PDG per EVL Plaats Bewijsstuk Module BB Duur 4 maanden Voorwaardelijk
2.1.1 Voorbereiding op de beroepspraktijkvorming Ontwerpt een voorbereidende activiteit m.b.t. de BPV. Vraagt hierbij om gebruikersfeedback van de studenten. Daar waar mogelijk doet hij dit doet samen met een werkplekbegeleider uit de beroepspraktijk en/of een collega.
Werkplek
Plan van aanpak met verantwoording (vorm is vrij). En een reflectie op de voorlichting door de studente(en).
2.1.2 Begeleiding tijdens de BPV Toont aan hoe hij in overleg met de student, de BPV-begeleider, werkplekbegeleider, een student tijdens de BPV begeleidt.
Beroepspraktijk van de student Werkplek
Verantwoordingsverslag waarin 360 graden feedback van de student en
70
Hij laat zien hoe hij zijn handelen verantwoordt. werkplekbegeleider en/of BPV-begeleider is opgenomen.
Toets/ Assessment Module BB 420 klokuren Contacttijd 5 x 8 = 40 Werkplekleren 210 Zelfstudie aan opdrachten 170 Beoordelaar van de assessments = de opleider van de PDG opleiding die niet de rol van studieloopbaanbegeleider heeft
15
2.2 Coachen van studenten tijdens de leerloopbaan Laat zien dat hij in staat is loopbaangesprekken met studenten te voeren aan de hand van een door hem gekozen gespreksmodel. Beschrijft vooraf het gespreksplan waarin tevens zijn visie op begeleiding van studenten en dat van de eigen roc zijn beschreven. Reflecteert op het gespreksplan, het verloop van het gesprek en de hierin meegenomen feedback van de student en zijn begeleider en komt tot een verbeterplan voor de toekomst.
Op de werkplek*
Beeldmateriaal van het verloop van het gesprek
Beschrijving van het gespreksplan
Reflectie op het gesprek inclusief het verbeterplan voor de toekomst (vorm is vrij); hierin zijn opgenomen de feedback van de student en de begeleider
Module EC Toetsplan PDG per EVL Plaats Bewijsstuk Module OP Duur 4 maanden
3.1 Onderzoek van de eigen onderwijspraktijk (Praktijk)onderzoek Toont een onderzoekende houding door op systematische wijze een verbeterproces te doorlopen en daar onderzoek aan te koppelen
Presentatie en dialoog met team op werkplek
Beschrijving van de systematische verbeteraanpak
Presentatie en dialoog van de opbrengsten
71
Voorwaardelijk
Presenteert aan team de opbrengst met verantwoording vanuit het eigen praktijkonderzoek. Feedback van het team en collega’s is verwerkt. Tevens beschrijft hij op geheel eigen wijze hoe hij terug- en vooruitkijkt op de proces.
inclusief verantwoording van het praktijkonderzoek
Reflectie op de eigen onderzoekende houding (vorm is vrij)
Eind examen/ Eind assessment Module OP 15 ec Contacttijd 5 x 8 = 40 Werkplekleren 210 Zelfstudie aan opdrachten 170 Beoordelaar = Onafhankelijk assessor (OA) samen met teamleider of SO. SO of teamleider heeft adviserende rol. Indien niet aanwezig twee OA
15 3.2 Professioneel leiderschap Verantwoordt door inzichtelijk te maken hoe hij gedurende de opleiding professioneel heeft gehandeld en zich heeft ontwikkeld op basis van de beroepstaken, bekwaamheidseisen en Dublin descriptoren. Verwoordt hierin zijn eigen visie op beroepsgericht leren en opleiden en de visie van de eigen organisatie en geeft aan waar zijn wensen voor de toekomst liggen.
Presentatie op het instituut m.b.t.
professionele ontwikkeling
onderwijskundige verantwoording didactisch en pedagogisch
visie op leren en opleiden
Presentatie (vorm is vrij) van het portfolio
Criteriumgericht interview op basis van de Dublin descriptoren en de beroepstaken van de mbo-docent
*Leereenheid: hieronder wordt verstaan een lesplan van een aantal lessen of arrangement van leeractiviteiten in een bepaald tijdsaspect gericht
op een specifiek onderdeel van het beroep
*Werkplek = eigen werkplek van de cursist
Voor het komend jaar worden alle toetsen met voldaan – niet voldaan beoordeeld.
72
Toetsmatrijs PDG
Eenheid van Leeruitkomsten
Kennis Inzicht Toepassing Analyse Synthese Evaluatie/ innovatie
BL 1.1 V VV 7 4 3 2
BL 1.2 V VV 5 6 2 3
BL 1.3 V V 6 Formats
4 Persoon &
Product
5 Keuzes
Verantwoording
3 Persoon &
product
BB 2.1 V 1
V 1
7 2 4 3
BB 2.2 V V 10 7 7 1
OP 3.1 V V 2 6 3 2
OP 3.2 4 4 1