Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

25
STUDIEKEUZE GESPREKKEN: WAT WERKT?

Transcript of Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

Page 1: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

STUDIEKEUZEGESPREKKEN: WAT WERKT?

Page 2: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

Studiesucces en studie-uitval staan hoog op de agenda van zowel de

onderwijsinstellingen als de politiek. Een passende studiekeuze is cruciaal

voor het studiesucces van een student, daar is iedereen het over eens.

Maar hoe help je studenten de juiste studie te vinden? De minister van

OCW vroeg SURFfoundation te onderzoeken of het voeren van studie-

keuzegesprekken een positieve rol kan spelen in het keuzeproces van

studenten. Samen met VSNU, HBO-raad en de studentenorganisaties LSVB

en ISO is daartoe het programma ‘Studiekeuzegesprekken: wat werkt?’

ontwikkeld.

In dit programma kunnen instellingen voor hoger onderwijs, in 18 experi-

menten, onderzoeken hoe verschillende vormen van studiekeuzegesprek-

ken voor de start van de opleiding voor een betere match tussen student

en opleiding kunnen zorgen. Hoewel het nog te vroeg is om harde uitspra-

ken te doen over het effect van studiekeuzegesprekken op de uitvalcijfers,

hebben de achttien experimenten al bijzondere resultaten en bevindingen

opgeleverd.

In dit boekje geven de projectleiders van de experimenten u een bijzonder

inkijkje in hun project. Laat u vooral inspireren door hun ervaringen, tips en

aanbevelingen: de mogelijkheden die in dit programma zijn uitgeprobeerd

en getoetst, bieden interessante informatie voor alle instellingen voor

hoger onderwijs.

De projectleiders, docenten, studenten, decanen en onderzoekers die

betrokken zijn geweest bij het programma ‘Studiekeuzegesprekken: wat

werkt?’ hebben met hun inzet en enthousiasme iets heel moois in gang

gezet. Ik sluit mij dan ook van harte aan bij de woorden van een van de

projectleiders: “De ingrediënten zijn er, we zijn alleen nog op zoek naar de

gouden formule. Dit is nog maar de start van wat we willen bereiken en

onderzoeken. We zijn alleen maar ambitieuzer geworden.”

Dr. W.B.G. Liebrand

Directeur Stichting SURF

1

VO

OR

WO

OR

D

Page 3: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

32

VOORWOORD

INLEIDING4

PROJECTEN STUDIEKEUZEGESPREKKEN 2009/2010

PROJECTEN STUDIEKEUZEGESPREKKEN 2010/2011

SAXION HOGESCHOLENKom verder. Saxion.

HOGESCHOOL VAN AMSTERDAMVoorstel voor een beroepsgerichte studieadvisering

ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAMEffi ciënt opzetten van studiekeu-zegesprekken bij grote groepen studenten

FONTYS HOGESCHOLENBoeien? & Binden!

HOGESCHOOL INHOLLAND Intake assessment bij INHolland

NHTV BREDAVerbetering matching voor Game Architecture and Design en Media and Entertainment Management

RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGENWeet je het zeker? Refl ectie aan de poort

UNIVERSITEIT UTRECHTHet optimaliseren van studiekeu-zegesprekken bij Liberal Arts and Sciences

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAMVan gesprek naar studiesucces

HOGESCHOOL UTRECHTVliegende start voor studiesucces

HOGESCHOOL WINDESHEIMGo or no go

ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAMVan scholier naar student

UNIVERSITEIT MAASTRICHT We blijven op de kleintjes letten

OPEN UNIVERSITEITStudiekeuzegesprekken met volwassen studenten

STENDEN HOGESCHOOLSpreek je uit! Een groepsgesprek voor een zorgvuldige start

UNIVERSITEIT UTRECHTOranje, rood, GROEN!

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAMDe toegevoegde waarde van stu-diekeuzegesprekken

HOGESCHOOL WINDESHEIMHet studiekeuzegesprek: een schakel in de keten

6-7

8-9

10-11

12-13

14-15

16-17

18-19

20-21

22-23

24-25

26-27

28-29

30-31

32-33

34-35

36-37

38-39

40-41

Page 4: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

54

ST

UD

IEK

EU

ZE

GE

SP

RE

KK

EN

: W

AT

WE

RK

T?

Het programma ‘Studiekeuzegesprekken: wat werkt?’ is bedoeld om

inzichten over studiekeuzegesprekken te vergaren die voor alle instellin-

gen nuttig zijn. De resultaten en ervaringen van de experimenten worden

daarom ter beschikking gesteld aan alle instellingen voor hoger onderwijs.

Naast praktijkbeschrijvingen van de experimenten gaat het ook om instru-

menten en documenten die nodig zijn om studiekeuzegesprekken goed uit

te voeren, beschrijvingen van procedures en werkprocessen, onderzoeks-

resultaten en menings- en gedachtevorming over studiekeuzegesprekken.

De resultaten van het programma zijn van groot belang voor de instellin-

gen voor hoger onderwijs, en ook voor het Ministerie van OCW. Ze kunnen

aanleiding zijn voor wijzigingen in het beleid.

Hoewel nog niet alle experimenten zijn afgerond, en er nog geen resultaten

van de cross-case-analyse zijn, wijzen alle signalen erop dat het program-

ma op het juiste moment komt. In dit boekje komen de projectleiders van

de achttien experimenten van het programma ‘Studiekeuzegesprekken:

wat werkt?’ aan het woord. Zij bieden inzicht in de uiteenlopende en inven-

tieve methoden die binnen het programma zijn ontwikkeld om studiekeu-

zegesprekken te organiseren. Op basis van de eerste resultaten is het de

verwachting dat studiekeuzegesprekken bijdragen aan een verbetering van

het studiekeuzeproces, omdat studenten beter worden voorbereid, beter

gemotiveerd worden en succesvol studeren.

De keuze voor een passende opleiding is cruciaal voor het studiesucces

van een student. Veel studenten die besluiten te stoppen met hun oplei-

ding, hadden bij aanvang een verkeerd beeld van de opleiding. Stoppen

met een opleiding is frustrerend voor studenten, en kostbaar voor onder-

wijsinstellingen. Studiekeuzegesprekken zijn geen selectiemiddel, maar een

manier om studenten een bewuste keuze te laten maken. Ze kunnen mis-

schien voorkomen dat aankomende studenten een studie kiezen die niet

aansluit bij hun interesse, verwachtingen of competenties, doordat zo’n

gesprek ze een reëel beeld biedt van de opleiding.

Studenten, onderwijsinstellingen en de politiek zijn enthousiast over het

idee om studenten een studiekeuzegesprek aan te bieden. Het Ministerie

van OCW heeft SURFfoundation daarom gevraagd te onderzoeken hoe

je dit soort gesprekken het beste kunt organiseren, en welke initiatieven

onder welke omstandigheden effectief zijn. SURFfoundation voert dat on-

derzoek uit met behulp van het programma ‘Studiekeuzegesprekken: wat

werkt?’. Het programma is vormgegeven in nauwe samenspraak met de

VSNU, de HBO-raad en de studentenorganisaties LSVB en ISO.

Het programma ‘Studiekeuzegesprekken: wat werkt?’ biedt onderwijs-

instellingen de gelegenheid experimenten met studiekeuzegesprekken

uit te voeren die aansluiten op hun specifi eke situatie, en gegevens te

verzamelen over wat werkt en wat niet. Hiervoor ontvangen instellingen

subsidie. Op deze manier wordt gegarandeerd dat het onderzoek naar

succesfactoren volledig aansluit bij de dagelijkse praktijk binnen de instel-

lingen. Bovendien kan zo een breed palet aan mogelijkheden om studie-

keuzegesprekken te voeren onderzocht worden. De belangstelling voor het

programma laat zien dat het thema studiekeuzegesprekken voor het hoger

onderwijs heel actueel is. In totaal worden in het programma achttien ex-

perimenten uitgevoerd.

Het zoeken naar succes- en faalfactoren bij het voeren van studiekeuzege-

sprekken onder nationale regie heeft een grote meerwaarde ten opzichte

van het individueel uitvoeren van pilots en experimenten. SURFfounda-

tion zorgt bijvoorbeeld voor kennisuitwisseling tussen de instellingen die

experimenten uitvoeren, en zorgt ervoor dat ook instellingen die geen

experiment uitvoeren bij het programma betrokken worden. Om conclusies

te kunnen trekken over de manier waarop studiekeuzegesprekken op een

goede manier georganiseerd kunnen worden, is de vergelijkbaarheid van

de afzonderlijke experimenten van groot belang. SURFfoundation zorgt er

daarom voor dat alle instellingen die deelnemen aan de experimenten ge-

bruikmaken van hetzelfde onderzoeksmodel. Op basis van een cross-case

analyse, die op dit moment wordt uitgevoerd, kunnen algemene conclusies

getrokken worden uit de resultaten van de verschillende experimenten.

• Studiekeuzegesprekken zijn individuele of groepsgewijze kennis-

makingsgesprekken tussen aankomende bachelorstudenten en

een onderwijsinstelling.

• De gesprekken hebben tot doel een betere match tussen de

toekomstige student en de opleiding tot stand te brengen.

Studiekeuzegesprekken kunnen helpen voorkomen dat aanko-

mende studenten een studie kiezen waarvan later blijkt dat de

studie niet aansluit bij hun interesses of competenties.

• Studiekeuzegesprekken worden niet ingezet als selectiemiddel,

maar als middel om aanstaande studenten een meer bewuste

studiekeuze te laten maken.

• De studiekeuzegesprekken vinden plaats vóór de start van de

opleiding, zodat het gesprek nog kan leiden tot heroriëntatie

op een andere opleiding.

Page 5: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

met negen partijen panelgesprek-

ken gevoerd. In de panels zaten

bijvoorbeeld scholieren, decanen in

het voortgezet onderwijs, managers

en studieloopbaanbegeleiders van

Saxion, en studentorganisaties. Het

mooie was dat er heel veel informa-

tie boven water kwam. We kwamen

er ook achter dat veel mensen in de

organisatie eigenlijk met hetzelfde

bezig zijn, maar dat we niet altijd

effi ciënt samenwerkten.”

UITDAGING“Ik vind het misschien wel de

grootste uitdaging om leerlingen

zelf in beweging te zetten, liefst zo

vroeg mogelijk in het keuzeproces.

Tijdens het project merkte ik dat

hoe meer wij aanboden, hoe meer

de jongeren onderuit gingen han-

gen. Ik vind dit gedrag choquerend.

Daarom hebben we scholieren in

de panelgesprekken gevraagd hoe

wij hen enthousiast kunnen krijgen.

Zij gaven aan dat ze vooral eerlijke,

concrete informatie willen over de

opleiding. Mensen uit het bedrijfsle-

ven geven volgens hen de meest re-

levante informatie als het gaat over

de minder leuke kanten van het

beroep; de scholen zelf stellen het

beroepsbeeld te rooskleurig voor.

Daarnaast hebben we geleerd om

scholieren goed duidelijk te maken

wat een assessment of studiekeuze-

gesprek hen kan opleveren. Met een

duidelijker doel voor ogen worden

ze actiever.”

INBEDDING“Studiekeuzegesprekken krijgen

vooral meerwaarde als ze goed zijn

ingebed in de organisatie. Met dit

project heeft Saxion hogeschool-

breed een mooi pakket neergelegd,

de opleidingen kunnen hier verder

zelf mee aan de slag. Ook lijken er

volop kansen te zijn om dit pro-

ject aan te haken in de bestaande

organisatie. Dit is de basis voor een

betere inbedding. Overigens heeft

het hele project ook iets anders

in gang gezet. We waren al langer

bezig met de vraag hoe we de juiste

student op de juiste plek krijgen. Dit

project heeft deze zoektocht vorm

gegeven en ook wat pijnpunten bo-

ven water gebracht. Zo werkten we

niet altijd even effi ciënt samen.”

AANLEIDING“Saxion wil met het project ‘Kom

verder. Saxion.’ onderzoeken welke

interventies bijdragen aan minder

uitval van de eerstejaarsstudenten.

En hoewel we nog geen harde ge-

gevens hebben en het dus te vroeg

is om resultaten te melden, kan ik

wel zeggen dat we verder gaan

met studiekeuzegesprekken. Het

verhoogt in ieder geval de binding

tussen student en opleiding en als

je het juiste instrument bij de juiste

student op het juiste moment inzet,

zijn het pareltjes. De ingrediënten

zijn er, we zijn alleen nog op zoek

naar de gouden formule. Dit project

is dus nog maar de start van wat

we willen bereiken en onderzoeken.

We zijn alleen maar ambitieuzer

geworden.”

UNIEK“We hebben zelf een digitaal zelf-

assessment ontwikkeld. Het bestaat

uit twee delen. In het algemene

deel wordt de toekomstige student

getoetst op vier profi elen: interesse,

motivatie studiekeuze, beroep/werk

en opleiding/studie. Daarnaast is er

een opleidingsspecifi ek gedeelte

waarin studenten worden getoetst

op de benodigde competenties. Het

unieke eraan is dat we de gegevens

uit het assessment visueel kunnen

vertalen in een zogeheten web-

radar. Met zo’n spinnenweb worden

de studentcompetenties afgezet te-

gen het opleidingsprofi el dat vereist

is, en dat geeft heel duidelijk weer

of een student past bij de opleiding.

Een student kan bijvoorbeeld heel

goed scoren op ‘communicatief’ en

‘sociaal’ en minder op ‘technisch’

en ‘actief’. Zo’n uitslag kan wel eens

naar een heel andere studie wijzen

dan waar de student zich voor wil

inschrijven. Ook geeft het aan waar

eventuele talenten en defi ciënties

liggen. De gespreksleiders vonden

het heel prettig dat ze zo’n tastbaar

resultaat van het assessment in

handen kregen. Studenten vonden

het verhelderend.”

SAMENWERKING“Ik pleit voor veel meer samenwer-

king met het voortgezet onderwijs,

want eigenlijk wordt de basis van

de studiekeuze al gelegd tijdens de

profi elkeuze in de derde klas. Met

domeinvoorlichting in een vroeg

stadium kunnen we scholieren laten

ervaren welk domein eigenlijk goed

bij ze past. Pas daarna kunnen ze

zich oriënteren op specifi eke oplei-

dingen. Daarbij vind ik het belang-

rijk om uit te dragen dat het nooit

te laat is om je keuze te herzien.”

EVALUATIE“Ik vind het belangrijk om het

onderwerp studiekeuzegesprekken

breed op te pakken. Het is namelijk

geen losstaand instrument; het is

een onderdeel van een heel oriën-

tatiekeuzeproces, waarbij veel part-

ners zijn betrokken. Om een breed

draagvlak te creëren, hebben we

Gerda Perenboom

“De gespreksleiders vonden het heel prettig dat ze met het spinnenweb zo’n tastbaar resul-taat van het assessment in handen kregen. Het bleek een prima startpunt voor een gesprek.”

7

“DE

IN

GR

ED

IËN

TE

N

ZIJ

N E

R, N

U N

OG

DE

G

OU

DE

N F

OR

MU

LE

”PROJECTNAAM

Kom verder. Saxion.

PROJECTBESCHRIJVING

Saxion experimenteert met drie typen

gespreksvormen, voorafgegaan door

een voorbereidend digitaal assess-

ment. De groepsgewijze gesprekken

met maximaal vijftien studenten zijn

de eerste vorm. De tweede vorm, de

zogeheten driehoeksgesprekken, is

voor leerlingen die al een duidelijke

keuze hebben gemaakt. Zij kunnen

hun keuze toetsen. De driehoeksge-

sprekken worden gevoerd met de

VO-decaan, de studieloopbaanbege-

leider van Saxion en de student. De

derde gespreksvorm is gericht op de

preaanmelders. Binnen de gespreks-

vormen wordt geëxperimenteerd met

factoren als tijd, groepsgrootte en ke-

tenbetrokkenheid. Een belangrijk deel

van de evaluatie is uitgevoerd door

middel van panelgesprekken met alle

betrokken partijen.

BETROKKEN OPLEIDINGEN

Vier verschillende opleidingen:

Financiën, Economie en Management

(FEM); Hospitality and Business

School, afdeling Hospitality (HBS-

HTRO); Hospitality and Business

School, afdeling Facility Management

(HBS-FM); en diverse afdelingen bij

Academie Bestuur en Recht (ABR).

PROJECTLEIDER

Gerda Perenboom,

projectmanager Saxion.

Tel: 0570-603076

[email protected]

6

Saxion heeft zelf een digitaal assessment ontwikkeld, en dit blijkt een goed startpunt voor een studiekeuzegesprek. De goede onderzoeksopzet en de heldere onderzoeksvragen maken het project interessant, net als het feit dat er wordt geëxperimenteerd met drie typen gesprekken. Projectleider Gerda Perenboom vindt het vooral erg prettig dat iedereen nu bij elkaar aan tafel zit. “Er is vanuit de partners enorm veel informatie boven tafel gekomen.”

Page 6: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

die beter bij hen passen. Op deze

manier zorgen we ervoor dat de

juiste student op de juiste plek komt,

en dat zal zeker de uitval beperken.”

VOLGEND JAAR “We gaan de opdrachten die

kandidaten bij inschrijving moeten

meesturen, nog uitgebreider en

specifi eker maken, zodat ze echt

moeite moeten doen om binnen te

komen. We hopen dat de minder

gemotiveerde en minder getalen-

teerde jongeren in die intakeproce-

dure inzien dat deze opleiding voor

hen niet de juiste is. Verder houden

we hetzelfde traject aan omdat dat

ons vorig jaar heel goed bevallen is.”

SAMENWERKING“We organiseren de beroepskeuze-

dagen altijd op een zaterdag, zodat

we niet in de knoop komen met

het reguliere onderwijsproces. Er

zijn per dag zo’n dertig docenten

en vijftig ouderejaars bij de intake

betrokken, en dat maakt het een

wezenlijk aspect van onze opleiding.

Docenten en studenten vinden het

altijd een eer en een uitdaging om

mee te mogen werken, en dat levert

een bijzondere samenwerking op.”

VERRASSING “Ik heb dit jaar beduidend minder

vragen gekregen naar aanleiding

van de negatieve adviezen. Voor-

heen werd ik altijd overstelpt met

boze of teleurgestelde telefoon-

tjes. Dit jaar hebben we blijkbaar

een heel gedegen advies gegeven,

vergezeld van de scores op de

opdrachten en de reacties van de

docent en de ouderejaars. Kennelijk

kunnen afgewezen kandidaten hier

beter mee leven. Ook bleef mijn

mailbox de afgelopen maanden ver-

rassend leeg. Ik kreeg als program-

mamanager propedeuse altijd veel

vragen en klachten van eerstejaars.

Dit jaar kan ik die vragen op de

vingers van één hand tellen. Ik denk

dat de gesprekken met de oudere-

jaars heel veel duidelijkheid hebben

gegeven over onze onderwijsme-

thode. Eerstejaars schrikken veel

minder, ze weten beter waar ze aan

beginnen.”

TIP“Ik kan iedere instelling aanraden

om een digitale test vóór de poort

in te voeren. Mits je de goede vra-

gen opstelt, geeft zo’n test enorm

veel waardevolle informatie over

de student. Je krijgt vroeg zicht op

lacunes, waardoor je vroeg kunt

ingrijpen met bijspijkercursussen of

extra begeleiding. Studenten wor-

den ook uitgenodigd tot zelfrefl ec-

tie, het geeft ze al een eerste beeld

van wat er van ze gevraagd wordt in

de opleiding.”

AANLEIDING“Intakegesprekken waarbij we letten

op aanleg en talent waren altijd al

onderdeel van onze toelatingspro-

cedure van de Hogeschool van Am-

sterdam, maar in het nieuwe traject

willen we kandidaten onderdompe-

len in de wereld van hun toekomsti-

ge beroepsveld. Veel uitvallers gaven

namelijk aan dat de wereld van de

mode toch niet zo goed bij hen past.

Het glamourbeeld van die wereld

werkt vertroebelend en vraagt om

een realitycheck. Dat doen we op

de intakedagen met onder andere

(thuiswerk)opdrachten, een digitale

test en twee intakegesprekken: een

motivatiegesprek met een oudere-

jaars student en een soort sollici-

tatiegesprek met een docent. Per

afstudeerrichting hebben we het

pakket aangepast aan de realiteit

van het toekomstige beroep. We

hopen dat studenten na dit arran-

gement beter weten waar ze aan

beginnen.”

UNIEK“Als je voor een hbo-opleiding kiest,

kies je niet alleen voor een oplei-

ding, maar ook voor een toekomstig

beroep. Daarom leggen we in het in-

takeproject heel duidelijk de nadruk

op de beroepsperspectieven die

de opleiding biedt. Alle onderdelen

zoals het portfolio, de opdracht en

het computer assessment zijn een

voorproefje van wat zij in hun latere

carrière zullen moeten laten zien.”

UITDAGING“Ik zie drie uitdagingen. We hebben

elk jaar zo’n 900 belangstellende

studenten, maar vaak met een heel

verkeerd beeld van de opleiding en

van het beroep. De eerste uitdaging

is dan ook om hier op een zorgvuldi-

ge manier ‘doorheen te prikken’. De

tweede uitdaging ligt in een goede

terugkoppeling naar deelnemers aan

de intakes. Zij krijgen, naast de brief

met het advies, ook hun scores op

verschillende onderdelen toege-

stuurd en, zo mogelijk, een advies

hoe zij zich zouden kunnen ontwik-

kelen om bij een volgende intake

beter beslagen ten ijs te komen. Wij

kunnen ook adviseren om te kiezen

voor een andere, beter bij hun talen-

ten passende opleiding. Mijn derde

uitdaging is van heel andere aard. Ik

zou willen dat de minister instellin-

gen de mogelijkheid geeft om zelf te

selecteren en zo te zorgen voor een

kwalitatief goede instroom. Uit de

hoge uitval blijkt dat veel studenten

niet op de juiste plek zitten. Instel-

lingen krijgen steeds beter zicht op

de succesfactoren, dus geef hen de

kans om zelf te selecteren en minder

geschikte kandidaten af te wijzen.

Zorg ervoor dat ze dit met redenen

omkleed doen en dat studenten

naar opleidingen worden verwezen

Ingrid Dokter

“De minister zou instellingen de mogelijkheid moeten geven om zelf, middels een zorgvul-dige intakeprocedure, te zorgen voor een kwa-litatief goede en passende instroom.”

9

“WIJ

BIE

DE

N M

ET

ON

ZE

IN

TA

KE

EE

N P

ITT

IGE

R

EA

LIT

YC

HE

CK

” PROJECTNAAM

Voorstel voor een beroeps-gerichte studieadvisering

PROJECTBESCHRIJVING

De kandidaten voeren twee gesprek-

ken: een informatief gesprek met

een ouderejaarsstudent en een

sollicitatiegesprek met een docent.

Daarnaast krijgen de kandidaten,

afhankelijk van de richting waarvoor

zij zich opgeven, één dagdeel óf

een gesimuleerde beroepssituatie,

óf een computer assessment, óf een

thuisopdracht. Doel is om beroep-

sperspectieven helder te krijgen,

waardoor kandidaten een bewustere

keuze maken. Een enquête moet

duidelijk maken welk effect de proce-

dure heeft gehad op de keuze. Na en-

kele weken krijgen de studenten een

schriftelijk advies, en hebben zij de

gelegenheid telefonische toelichting

te vragen.

BETROKKEN OPLEIDINGEN

AMFI- Amsterdam Fashion Institute,

Bachelor of Fashion Technology.

PROJECTLEIDER

Ingrid Dokter,

manager Propedeuse en Instroom.

Tel: 020-595 45 55,

[email protected]

8

Bij het AMFI- Amsterdam Fashion Institute van de Hogeschool van Amsterdam staan ieder jaar honderden jongeren voor de deur die ‘iets met mode willen doen’, of ‘dol zijn op shoppen’. Het is voor een belangrijk deel niet het soort studenten waar projectleider Ingrid Dokter op zit te wachten. “Wij bieden een pittige oplei-ding voor een beroepsveld waarin niet alles glitter en glamour is. Dit moeten we zo vroeg mogelijk duidelijk krijgen in die koppies.” Interessant is dat in het project ook ouderejaarsstudenten worden ingeschakeld.

Page 7: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

geen programma hebben gevolgd,

een aanzienlijk groter deel niet is

komen studeren. We hebben sterk

het vermoeden dat toch weer vooral

de sterk gemotiveerde studenten

naar de kennismakingsdagen zijn

gekomen. En we willen nu juist de

mensen ontvangen die niet kiezen,

of die niet-gemotiveerd hun keuze

maken. Ook zien we dat van de

invullers van de online-vragenlijst

een kleiner percentage zijn inschrij-

ving heeft voltooid. Zou dit dan toch

wijzen op zelfselectie? Daarentegen

heeft het invullen van de vragenlijst

nauwelijks effect op de prestaties

gemeten in EC’s en BSA’s. Je be-

grijpt dat ik razend benieuwd ben

naar de cijfers.”

KNELPUNT“Het is echt schipperen tussen de

tijden dat studenten beschikbaar

zijn en wanneer het nog nuttig is.

De late aanmelders hebben zo’n

aanpak het hardste nodig, maar die

zitten nu juist niet in je vangnet. Ik

pleit dan ook voor een landelijke

vervroeging van de aanmelddatum.

Je dwingt scholieren om eerder over

hun studiekeuze na te denken, en

voor de instellingen betekent het dat

ze de aankomende studenten op tijd

kunnen benaderen.”

TIP“De ouderejaars waren de gespreks-

leiders van de bijeenkomsten. Zij

deelden hun ervaringen met de

aspirant-studenten, dat zorgde voor

een prettige sfeer, terwijl de inhou-

delijke informatie prima was. Het

was ook mooi om te zien hoeveel

die ouderejaars gegroeid zijn in die

paar jaar. Hun inzet zorgt voor een

win-winsituatie; docenten worden

ontlast, ouderejaars ervaren hoeveel

ze al geleerd hebben, en studenten

voelen zich op hun gemak met bijna-

leeftijdsgenoten. Echt een aanrader

dus.”

VOLGEND JAAR“We gaan zeker door met deze op-

zet. De vragenlijst wordt aangepast

en de bijeenkomsten krijgen een

meer verplichtend karakter. Daar-

naast gaan we in volgend onderzoek

en in de opzet van de dag meer

focussen op factoren die volgens de

uitkomsten van de vragenlijst be-

palend zijn. We wisten bijvoorbeeld

al dat een hoog wiskundecijfer een

grote voorspellende waarde heeft

voor het studiesucces. Ook blijkt

het tijdstip van inschrijving opnieuw

veelzeggend. Hoe later studenten

zich inschrijven, hoe hoger en vroe-

ger de uitval, en ook in de cijfers zie

je het verband. Verder hebben we nu

sterke aanwijzingen dat specifi eke

motivaties voor studiekeuze van

invloed zijn, dat studievaardigheden

op het voortgezet onderwijs een rol

spelen en dat verwachtingen van

zowel ouders als van de aankomend

studenten belangrijk zijn. Tenslotte,

slechte studieresultaten en snel-

lere uitval zie je ook bij studenten

die zonder afmelding niet kwamen

opdagen bij de studiekeuzegesprek-

ken.”

AANLEIDING“Onze bacheloropleiding Bedrijfs-

kunde aan de Rotterdam School

of Management van de Erasmus

Universiteit heeft een hoge uitval,

zo’n 40%. Ik hoef niemand uit te

leggen wat de schadelijke gevolgen

hiervan zijn voor zowel de student

als de opleiding. Bij ons speelt nog

iets anders; we werken voor een

aantal opdrachten een jaar lang in

groepen, en door de hoge uitval zijn

er groepen die domweg ophouden

te bestaan. De onderzoeken die

al gedaan zijn op het gebied van

studiekeuze, -succes en –uitval, gaan

mij niet ver genoeg. Ik hoop dat

ons onderzoek meer zicht geeft op

welke factoren nu echt bepalend zijn

voor studiesucces.”

UNIEK“Als een van de weinige instellingen

die meedoen hebben wij de aan-

staande studenten aselect uitgeno-

digd voor het dagprogramma. We

lopen anders het risico dat we vooral

zeer gemotiveerde mensen met een

perfect profi el op onze studiekeu-

zebijeenkomsten krijgen, terwijl die

mensen zo’n dag niet echt nodig

hebben. Het grote voordeel daarvan

is dat we de onderzoeksresultaten

veel beter kunnen duiden omdat

we vergelijkbare studenten verschil-

lende trajecten bieden. De groep die

geen studiekeuzebijeenkomst heeft

gevolgd is dus de controlegroep.

Daarnaast hebben we ook nog

andere variabelen, zoals het tijdstip

van aanmelding en of er gereageerd

is op de uitnodiging. We verwach-

ten dat we waardevolle informatie

krijgen door verschillende groepen

studenten systematisch met elkaar

te vergelijken.”

UITDAGING“We hebben zowel een doel voor de

korte als voor de langere termijn. Op

korte termijn willen we vooral een

geslaagde formule vinden om grote

groepen aanstaande studenten goed

te laten kiezen. De grootste uitda-

ging zit ‘m echter in ons doel voor

de langere termijn. We willen onder-

zoeken welke factoren in welke mate

bijdragen aan studiesucces. Op basis

van (internationale) onderzoeken en

onze eigen ervaring hebben we ze-

ven factoren bepaald en onderzocht.

Het cijfer voor wiskunde op het vwo

is een belangrijke graadmeter, maar

bijvoorbeeld ook de studievaardig-

heden en het commitment van de

student.”

RESULTAAT“Ik vind dat je minstens een vol

studiejaar moet nemen om iets te

kunnen zeggen over de resultaten

van het project. Maar wat wel opvalt,

is dat bijna alle studenten die het

dagprogramma hebben gevolgd,

ook daadwerkelijk zijn gestart met

de studie. Kennelijk zorgt het dag-

programma niet voor een herover-

weging. Terwijl van de studenten die

De Rotterdam School of Management (RSM) van de Erasmus Universiteit Rotterdam is het beu dat zo’n vierhonderd van de duizend studenten in het eerste jaar uitvallen. Projectleider Ad Scheepers zoekt naar de beste formule om grote groepen studenten te laten beseffen wat het betekent om in Rotterdam te komen studeren. In het project krijgen veel studenten de kans om zich beter te oriënteren op hun studiekeuze.

“De bestaande onderzoeken gaan mij niet ver genoeg. Met deze onderzoeksopzet krijgen we hopelijk meer zicht op welke factoren bepa-lend zijn voor studiesucces”

11

PROJECTNAAM

Effi ciënt opzetten van studiekeuzegesprekken bij grote groepen studenten

PROJECTBESCHRIJVING

Via de aanmelding op Studielink

krijgen kandidaten een online vragen-

lijst waarin ze worden bevraagd op

zeven factoren die bepalend zijn

voor studiesucces. Daarna wordt een

aselecte groep uitgenodigd voor een

studiekeuzebijeenkomst. In groepen

werken de aankomende studenten

aan opdrachten die ze in de studie

ook zouden kunnen tegenkomen.

Met een triviantspel moet de discus-

sie loskomen. Dit alles moet de deel-

nemers een goed beeld geven van

wat de studie van hen vraagt, zodat

ze beter kunnen kiezen. Omdat de

studenten aselect worden uitgeno-

digd, kan onderzocht worden welke

factoren van belang zijn.

BETROKKEN OPLEIDING

Rotterdam School of Management

(RSM)

PROJECTLEIDER

Ad Scheepers,

beleidsmedewerker en

projectmanager bij RSM.

Tel: 010-408 23 59,

[email protected]

10

Ad Scheepers

“OU

DE

RE

JAA

RS

Z

OR

GE

N V

OO

R E

EN

W

IN-W

INS

ITU

AT

IE”

Page 8: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

SAMENWERKING“We proberen zoveel mogelijk sa-

men te werken met de decanen van

toeleverende scholen. Zo is onlangs

het Decanen Service Centrum bij

Fontys van start gegaan om de uit-

wisseling op het gebied van voor-

lichting, studiekeuze en aansluiting

te optimaliseren. En toen wij tijdens

een presentatie vertelden dat we

met het project ‘Boeien? & Binden!’

bezig waren, vroegen enkelen of zij

daar ook een rol in zouden kun-

nen spelen, bijvoorbeeld door de

gesprekken eerder en in samenwer-

king met de scholen te plannen.”

VALKUIL“Als je een nieuw project gaat

uitvoeren, zorg dan voor een breed

draagvlak. Betrek naast directie ook

benodigde collega’s erbij, liefst nog

voordat je je plan schrijft. Zorg er

ook voor dat je de administratieve

ondersteuning en het ICT-werk

goed borgt, want anders blijf je

tijdens het proces achter de feiten

– en de mensen – aan hollen. Wij

hebben bijvoorbeeld een pittig ge-

vecht moeten leveren om de cijfers

boven water te krijgen. Zeker als er

verschillende opleidingen meedoen,

moet je hier rekening mee houden.

Overigens is dit laatste probleem

getackeld; de Raad van Bestuur

heeft een programmamanager

Studentregistraties aangesteld, die

onder andere als taak heeft om de

studievoortganggegevens helder

te krijgen. In die zin is dit project

ook een aanjager geweest voor

meer kwaliteitszorg en een betere

administratie.”

TIP“Zorg voor een goede digitale

vragenlijst. Het is een van de eerste

contactmomenten met de opleiding

en in die zin een belangrijk visite-

kaartje. Daarnaast kun je met de

juiste vragen veel over je opleiding

vertellen en tevens de kandidaten

een spiegel voorhouden. Beant-

woording van de vragen brengt

de eerste zelfrefl ectie op gang. Je

kunt even aan de kandidaten ram-

melen, want vaak hebben ze geen

idee wat de studie en het beroeps-

veld van ze zullen vragen. Ze zijn

onbewust onwetend, en het eerste

wat je moet doen, is ze bewust

onwetend maken, zodat ze vragen

gaan stellen en openstaan voor

informatie. Verder is de vragenlijst

een goed aanknopingspunt voor

het gesprek met de SLB-er en de

verdere studieloopbaanbegeleiding.

Daarnaast kan ik iedereen aanraden

om studenten in een gesprek of een

schriftelijk advies een ‘tip’ en een

‘top’ te geven. Het is namelijk een

heel vriendelijke en toch duidelijke

manier om naast een compliment

ook een advies of aandachtspunt

mee te geven.”

AANLEIDING“Fontys Hogescholen kent een

intensief programma voor studie-

loopbaanbegeleiding, met onder

andere periodieke studievoort-

ganggesprekken met docenten

die ook werken als studieloop-

baanbegeleider (SLB-ers). Met het

project ‘Boeien? & Binden!’ willen

we onze studenten snel in beeld

krijgen. Hierdoor kunnen we op tijd

meedenken als studenten dreigen

af te haken of – wat vaker het geval

is - willen switchen. Met dit project

vervroegen we feitelijk de start van

de studieloopbaanbegeleiding. Het

eerste contact is namelijk al gelegd

voor de zomervakantie.”

UNIEK“Mooi was dat de jongeren tijdens

de carrousel op de ouderejaars af

vlógen; die waren absoluut favoriet.

De ouderejaars waren heel bereid-

willig, en de studenten durfden

vragen te stellen die ze bij docenten

toch liever niet willen neerleggen.

Er werden zelfs spontane rond-

leidingen gegeven. Volgend jaar

vragen we ook de alumni weer; zij

werden goed bevraagd over de

beroepspraktijk en zij waren zelf

ook heel enthousiast over deze

activiteit. Daarnaast is het goed om

alumni betrokken te houden bij je

opleiding.”

UITDAGING“Ik vind het een uitdaging om het

contact met de docenten zo laag-

drempelig mogelijk te maken, zodat

studenten niet pas bij ons komen

als de problemen ze al boven het

hoofd gegroeid zijn. We willen laten

zien dat het heel vanzelfsprekend

is om met de studieloopbaanbege-

leider om de tafel te zitten. Ik zeg

altijd maar dat ze niet pas moeten

komen als er problemen zijn; ze

mogen ook komen vertellen dat het

lekker loopt. Graag zelfs.”

VERRASSING“Uit de evaluatie blijkt dat studen-

ten vinden dat de opleiding door

de kennismakingsgesprekken een

gezicht heeft gekregen en dat ze

het gevoel hebben er al een beetje

bij te horen. Ze gaan niet meer

naar een gebouw om een studie te

volgen, maar naar een groep stu-

denten en docenten met wie ze de

komende jaren gaan samenwerken.

Dat maakt het een stuk persoon-

lijker. Overigens werkt de binding

twee kanten op. Een collega zei

me dat zij het ook prettig vond

om voor het begin van het nieuwe

studiejaar al wat koppies te kennen.

Zij voelde zich bij de start met haar

nieuwe studenten extra gemoti-

veerd om aan het nieuwe jaar te

beginnen. Ook omschreef zij de

sfeer van de kennismakingsactivitei-

ten als heel positief. ‘Het zinderde

een beetje’, zei ze.”

In de periode tussen de uitslag van het examen en de diploma-uitreiking worden aankomend studenten welkom geheten op de kennismakingscarrousel van Fontys Hogescholen. Projectleider Ivonne Jürgens: “Ze zijn klaar met school maar kunnen nog niet naar Spanje. Kom dan maar naar Eindhoven of Tilburg.” In het project worden ouderejaars ingeschakeld en er is een duidelijke koppeling met de studieloopbaanbegeleiding.

“Zorg voor draagvlak, want anders blijf je tijdens het proces achter de feiten – en de mensen – aan hollen.”

13

PROJECTNAAM

Boeien? & Binden!

PROJECTBESCHRIJVING

Aanmelders worden uitgenodigd

voor een dagdeel op de opleiding.

Tijdens de kennismakingscarrou-

sel vullen de aspirant studenten de

Vragenlijst Kennismaken in en voeren

daar vervolgens een gesprek over

met een SLB-er. Aan het eind van

dit gesprek krijgt de student een

`tip’ en een `top’ mee op papier. Dit

vormt onder andere de basis voor

verdere studieloopbaanbegeleiding.

In de carrousel waren per opleiding

verschillende kennismakingsactivitei-

ten georganiseerd zoals speeddaten

met ouderejaars in de Babbelcorner.

Ook konden ze in gesprek met een

beroepsbeoefenaar. In de Koffi ecor-

ner konden digitale testjes gedaan

worden, zoals de Fontys Interesse

Test (FIT). In de Kennismakingscor-

ner vond het gesprek met de SLB-er

plaats.

BETROKKEN OPLEIDINGEN

Verschillende opleidingen

in het exacte domein.

PROJECTLEIDER

Ivonne Jürgens,

consultant afdeling

Onderwijs en Onderzoek.

Tel: 0877-878669,

[email protected]

12

Ivonne Jürgens

“DIT

PR

OJE

CT

IS

EE

N

AA

NJA

GE

R V

OO

R

UIT

VA

LP

RE

VE

NT

IE”

Page 9: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

RISICO“Zeker als je studiekeuzegesprek-

ken zo grootschalig invoert, is het

heel belangrijk dat de processen en

randvoorwaarden op orde zijn. Je

wilt niet honderd studenten in huis

hebben en dat dan de computers

niet werken. Ook is het een uitda-

ging om de personele invulling rond

te krijgen; het speelt zich toch voor

een groot deel af in de zomermaan-

den. Ten slotte vind ik dat je altijd

kritisch moet blijven over wanneer

en bij wie je dit middel inzet. Een di-

gitaal assessment is geen Haarlem-

merolie!”

VOLGEND JAAR“We zijn de pilotfase natuurlijk al-

lang voorbij. We noemen het zelfs

geen project meer; het is onderdeel

van ons beleid. Dit betekent dat op-

leidingen het nu zelf moeten gaan

doen. Ik heb daar alle vertrouwen in

gezien de ervaringen van de afgelo-

pen jaren. Als stafmedewerker loop

je met je projecten eigenlijk min

of meer dwars door het primaire

proces heen. Docenten staan je dus

niet altijd juichend op te wachten.

Bij dit project was dat wel het geval.

Af en toe rende ik zelfs achter de

feiten aan, dan trokken de docenten

het helemaal naar zich toe.”

EFFECT“Ik denk dat instellingen door het

programma ‘Studiekeuzegesprek-

ken: wat werkt?’ het onderwerp

van de late inschrijfdatum op de

bestuurlijke en politieke agenda

hebben gezet. In gesprek met

het ministerie van OCW kwam de

vraag aan de orde of late aanmel-

ders meer uitvallen. Wij hebben de

gegevens van de laatste vijf jaar

geanalyseerd, en daaruit bleek dat

er inderdaad substantieel meer uit-

val in het eerste studiejaar is onder

studenten die zich na 1 juli hebben

aangemeld. Ook andere instellingen

ervaren het probleem dat je late

inschrijvers moeilijker kunt voorlich-

ten en dat ze sneller uitvallen. Of

en hoe dit probleem moet worden

aangepakt is nog onduidelijk, maar

het is in ieder geval goed dat het op

tafel ligt.”

TIP “Het is doodzonde als uit de intake

naar voren komt dat een student

een defi ciëntie heeft, maar dat er

vervolgens niets mee gedaan wordt.

De intake moet goed ingebed

worden in de rest van je onderwijs

en je begeleiding. Geef dus vervolg

aan wat er uit de intake naar voren

komt; geef een faalangstreductie-

training, begeleid een student die

het moeilijk vindt om in groepen te

werken, bied een timemanageme-

nentcursus aan, werk die defi ciëntie

weg. Als je niets doet met de gege-

vens uit het assessment, kun je net

zo goed een Libelletest afnemen!”

AANLEIDING “Studiekeuzegesprekken staan

binnen INHOLLAND hoog op de

bestuurlijke agenda. Al in 2008

hebben we een pilot ‘Intake assess-

ment’ gehouden met vierhonderd

studenten bij tien opleidingen. We

waren al begonnen met een hoge-

schoolbrede opschaling toen het

programma ‘Studiekeuzegesprek-

ken: wat werkt?’ op ons pad kwam.

Dit stimuleerde ons om de proces-

sen nog beter op een rij zetten, en

ook de evaluatie is meer gestructu-

reerd. Bovendien kunnen we leren

van de andere instellingen.”

INBEDDING “Toen we in 2008 onze eerste pilot

draaiden, kregen we daar intern en

extern enorm veel reacties op. Dit

gaf het project een enorme ‘swing’.

We kregen echt het idee dat we

met het instrument iets goeds in

handen hadden. Gelukkig kunnen

we nu, bijna twee jaar later, beves-

tigen dat we op het goede spoor

zaten. Daarom wordt het nu ook

hogeschoolbreed ingevoerd. Wij

hebben in de pilots geëxperimen-

teerd met verschillende vormen en

momenten van intake. Zo kun je

met gesprekken voor de zomer nog

werken aan defi ciënties en derge-

lijke. Het nadeel van dit moment is

de lage opkomst; leerlingen zitten

in hun examens of vieren vakantie.

Ook de organisatie is lastiger voor

de zomer. Als je het een en ander

in de eerste weken van de studie

organiseert, is dat veel makkelijker.

Bovendien is het dan gewoon een

onderdeel van de studie en moeten

studenten wel op komen dagen.

We hebben nu door al het geëx-

perimenteer een goed overzicht

wanneer je welke interventie moet

hanteren. Het is aan de opleidin-

gen om daarin hun eigen vorm te

kiezen.”

VERRASSING“Met de gegevens van de intake wil-

den we ook de excellente studenten

opsporen, om hen een Honourspro-

gramma aan te bieden waarmee

we ze konden aanspreken op hun

kwaliteiten. Want ook studenten die

onderpresteren, kunnen te maken

krijgen met demotivatie en uitval.

Maar de hypothese dat de excel-

lente leerlingen laag scoren op de

risicoanalyse klopt niet. Wij hebben

docenten gevraagd om de namen

van de vijftig best presterende stu-

denten. Dat rijtje kwam niet overeen

met het lijstje dat wij samenstelden

op basis van de digitale intake.

De gegevens uit het assessment

bieden overigens wel voldoende

aanknopingspunten voor de studie-

loopbaanbegeleider om een goed

gesprek met de excellente student

te hebben, maar dat geldt voor alle

studenten.”

Als uit het digitale assessment blijkt dat studenten een verhoogd risico op uitval lopen, krijgen ze een gesprek met de studieloop-baanbegeleider. Hogeschool INHOLLAND heeft al veel ervaring met studiekeuzegesprekken. Het project is breed opgezet, en biedt relevante informatie voor andere instellingen. Voorlopig is projectleider Margo Pluijter echter druk met de invoering in haar eigen organisatie. Tenminste, als de docenten haar niet voor zijn.

“Een digitaal assessment is geen Haarlemmerolie. Blijf kritisch over wanneer je het instrument inzet en bij wie.”

15

PROJECTNAAM

Intake assessment

PROJECTBESCHRIJVING

Studenten krijgen een digitaal web-

based assessment, waarvoor zij

naar INHOLLAND komen. De test is

gericht op capaciteiten, motivatie,

leerstijl, competenties en achter-

grondkenmerken. Met de risicostu-

denten wordt vervolgens in een zo

vroeg mogelijk stadium een gesprek

gevoerd door een studieloopbaan-

begeleider. Met de overige studenten

wordt het assessmentrapport in de

eerste periode besproken.

BETROKKEN OPLEIDINGEN

Zestien Schools, veel verschillende

opleidingen.

PROJECTLEIDER

Margo Pluijter,

senior beleidsadviseur

dienst Onderwijs, Kwaliteit,

Research en Development.

Tel: 06-15279222,

[email protected]

14

Margo Pluijter

“DE

EN

TH

OU

SIA

ST

E R

EA

C-

TIE

S G

AV

EN

HE

T P

RO

JE

CT

E

EN

EN

OR

ME

SW

ING

Page 10: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

hebben wat je over de opleiding

wilt vertellen. En welke output wil je

hebben? Pas als je die vragen hebt

beantwoord, kun je de vragen op-

stellen. Het assessment is voor onze

twee opleidingen hetzelfde, maar

we hebben een andere weging aan

sommige vragen gegeven, zodat ze

toch specifi ek iets zeggen over de

opleidingen. De toets is uitgebreid

getest door docenten en studenten

en geeft een goed beeld van onze

opleidingen. Daarnaast is de toets

laagdrempelig omdat hij is te ma-

ken via een open link op onze site.

Je hebt dus geen gedoe met codes

of inlognamen die studenten eerst

moeten opvragen.”

RESULTATEN“Ik ben erg benieuwd naar de

cijfers, want er zijn natuurlijk veel

factoren die een rol spelen bij uitval

van studenten. Zou een studiekeu-

zegesprek de verklarende factor

zijn? Het is nu nog niet mogelijk

om kwantitatieve cijfers te noemen,

maar de eerste indruk is positief.

Docenten zeggen dat zij door het

heldere gespreksformat van iedere

student waardevolle informatie ver-

krijgen. Studenten vinden het onder

andere zinvol omdat er veel ruimte

is voor hun vragen. Daarnaast is ons

online assessment sterk verbeterd.

We hebben het idee dat we studen-

ten beter voorbereiden op wat ze te

wachten staat.”

OVERDRAAGBAARHEID“De Universiteit Maastricht ontwik-

kelt ons assessment door voor hun

studenten binnen het programma

‘Studiekeuzegesprekken: wat

werkt?’ en ook intern binnen de

NHTV is er een opleiding die het

gaat gebruiken. Samen met deze

opleiding, Vrijetijdsmanagement,

maken we nieuwe vragen die speci-

fi ek over die opleiding gaan.”

VOLGEND JAAR “Dankzij dit project hebben we nu

voor de studiekeuzegesprekken een

goed protocol en een scoringsfor-

mulier met geoperationaliseerde

criteria. Eerder werkten we met een

topiclist, maar nu kunnen we objec-

tiever beoordelen of een student

echt bij onze opleiding past. En wel-

licht gaan we de nuttige informatie

uit de gesprekken gebruiken in de

verdere studieloopbaanbegelei-

ding.”

AANLEIDING“De uitval is bij de opleiding Game

Architecture and Design van de

NHTV is erg hoog, zo rond de

50%. Het is een zware opleiding en

vereist het nodige talent. Vergelijk

het met het conservatorium, dat

kan ook niet iedereen. We kun-

nen een deel van onze instroom

zelf selecteren, en hiervoor had-

den we al een goed functionerend

selectie-instrument ontwikkeld.

Maar we willen nu van selectie naar

matching; hoe krijgen we niet alleen

de beste studenten binnen, maar

vooral ook de juiste studenten op

de juiste plaats. Daarnaast zijn we

onlangs gestart met een variant op

de twee bestaande opleidingen;

des te meer reden om studenten

in een zo vroeg mogelijk stadium

op de best passende opleiding te

plaatsen. Hiervoor wilden we ons

huidige instrumentarium verbete-

ren. Het programma ‘Studiekeuze-

gesprekken: wat werkt?’ bood ons

die kans.”

UNIEK“Aankomende studenten moeten

nogal wat doen voordat ze über-

haupt mogen starten bij onze

studies. Alle stappen, zoals een

zelfassessment, het studiekeuzege-

sprek en verschillende opdrachten,

moeten zorgen voor een bewust-

wordingsproces. En het is een test

voor hun motivatie; als ze niet

gemotiveerd genoeg zijn voor de

studie, haken ze in dit traject van-

zelf af. Minder dan de helft van de

studenten die met het zelfassess-

ment beginnen, meldt zich uiteinde-

lijk voor de opleiding aan. Er is dus

inderdaad sprake van zelfselectie.”

UITDAGING“Studenten kunnen zich tot half mei

bij ons aanmelden. Aan de ene kant

is dit een groot voordeel; wij heb-

ben ruim de tijd om de studenten te

selecteren, en de gesprekken hoe-

ven niet in de zomervakantie plaats

te vinden. Aan de andere kant was

het vorig jaar een fi kse uitdaging

om alles voor half mei rond te krij-

gen omdat het subsidieproject op 1

maart startte. Wij hadden de eerste

gesprekken al in juni! Gelukkig is

alles goed gegaan. We proberen de

gesprekken met heel vroege aan-

melders wat meer over het jaar te

verdelen, zodat je de werkdruk bij

docenten wat kunt spreiden.”

TROTS“Ik ben vooral trots op het zelf-

assessment dat we hebben ont-

wikkeld. Deze online toets moet

potentiële studenten in staat stellen

om te beoordelen of ze een juist

beeld hebben van de opleiding. De

test gaat in op aspecten als studie-

vaardigheden, onderwijsconcept,

Engelse taalvaardigheid, beroeps-

vaardigheden en beroepsinteresses.

Het was nog een heel gepuzzel. Je

moet namelijk vooraf heel helder

De NHTV in Breda leidt studenten op voor het topsegment van de game-industrie. “Van de studenten wordt dan ook het nodige ver-wacht: veel inzet en veel talent”, zegt Mascha Lommertzen. Breda wil dus de beste maar vooral ook de juiste studenten toelaten. Maar hoe kom je tot de juiste match? Verschillende instrumenten moeten zorgen voor de nodige zelfselectie. De studiekeuze gesprekken zijn, bij de NHTV, goed ingebed in het hele studiekeuzetraject

“Alle stappen moeten zorgen voor een bewust-wordingsproces bij de student. En het is een test voor hun motivatie; als ze niet gemotiveerd genoeg zijn voor de studie, haken ze vanzelf af.”

17

PROJECTNAAM

Verbetering matching voor Game Architecture and Design en Media and Entertainment Management

PROJECTBESCHRIJVING

Studenten moeten een aantal stadia

doorlopen voordat zij zich kunnen

aanmelden bij de opleiding. Zo moe-

ten ze eerst het online zelfassess-

ment maken. Daarna is er een online

sollicitatieprocedure waarin zij een

sollicitatiebrief en een portfolio moe-

ten uploaden. Als derde stap krijgen

studenten een voorkennistest (IMEM)

of een huiswerkopdracht (IGAD).

Daarna volgt bij IMEM een groeps-

opdracht, en ten slotte is er nog een

persoonlijk interview, het eigenlijke

studiekeuzegesprek. Deze stappen

werken als zelfselectie; vooral gemo-

tiveerde studenten met voldoende

talent zullen uit de trechter komen.

BETROKKEN OPLEIDINGEN

Game Architecture and Design

en Media and Entertainment

Management.

PROJECTLEIDER

Mascha Lommertzen,

beleidsadviseur Bureau

Strategie en Beleid.

Tel: 076-5332186,

[email protected]

16

Mascha Lommertzen

“WE

KU

NN

EN

NU

BE

TE

R

BE

OO

RD

EL

EN

OF

EE

N

ST

UD

EN

T B

IJ O

NS

PA

ST

Page 11: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

PROJECTNAAM

Weet je het zeker? Refl ectie aan de poort

PROJECTBESCHRIJVING

Aankomende studenten die volgens

de criteria van het project een risico

lopen, worden uitgenodigd voor een

individueel kennismakingsgesprek.

Eerst krijgen zij een digitale intake. In

het gesprek met de docent, studiead-

viseur of ouderejaars wordt getoetst

of de verwachtingen van de student

ten aanzien van de studie en het

beroepsveld realistisch zijn. Ook is er

refl ectie op de motivatie. Indien de

student na het studiekeuzegesprek

twijfelt, wordt extra begeleiding bij

de studiekeuze aangeboden. Na de

tentamenperiode is er een follow-up

van het gesprek.

BETROKKEN OPLEIDINGEN

Psychologie, Pedagogische

Wetenschappen en Onderwijskunde,

Nederlands Recht, Bedrijfsweten-

schappen en Filosofi e

PROJECTLEIDER

Carla van Wely,

hoofd afdeling

studentenbegeleiding.

Tel: 024-3611781,

[email protected]

uit dat laatkiezers een risicogroep

vormen wat betreft studiesucces.

Wij denken nog over een oplossing

om deze studenten te ‘vangen’,

maar dat is nog niet eenvoudig

omdat het juist in het begin van het

studiejaar voor opleidingen al zo

druk is. Het zou daarom goed zijn

als er door het ministerie van OCW

in overleg met VSNU en HBO-raad

wordt onderzocht of er een uiterste

aanmelddatum voor een opleiding

in het Hoger Onderwijs kan worden

ingesteld.”

INBEDDING“Ik denk dat we een vervolg van

dit project moeten inbedden in de

organisatie. We kunnen het dan nog

beter afstemmen op en integreren

in de reguliere voorlichtingsacti-

viteiten. Daarnaast kunnen we het

follow-up gesprek laten samenval-

len met het reguliere gesprek dat

we met onze eerstejaars altijd na

vier maanden voeren. Gelukkig is er

bestuurlijk veel draagvlak om het

project te verbreden en te continu-

eren.”

SAMENWERKING“Betrek je studieadviseurs in alle

stadia bij het inzetten van studie-

keuzegesprekken, zorg voor een

goede samenwerking. Bij ons is

dat van groot belang gebleken.

Ze hebben meegewerkt aan het

samenstellen van de vragenlijst, het

opstellen van de uitnodiging en het

maken van het protocol. Dit zorgde

voor veel draagvlak. Ook in de

evaluatie waren de gespreksvoer-

ders enthousiast. De conclusie was

dat een studiekeuzegesprek goed is

voor elke student omdat die in zo’n

gesprek zijn verwachtingen kan

toetsen aan de realiteit.”

TIP “Zorg voor een enthousiaste, uitno-

digende toonzetting van je materi-

aal. Daarnaast mag de uitnodiging

ook best stellend zijn. We hebben

veel aandacht besteed aan het

opstellen van de brief en de wijze

van benadering. Studenten kregen

een uitnodigingsbrief, een bevesti-

gingsmail en ook nog een sms-je of

telefoontje vlak voor de afspraak.

Die inzet betaalde zich uit in een

hoge opkomst. Dit was voor ons

een belangrijke succesfactor.”

VOLGEND JAAR“We hebben goed zicht op wat we

beter willen doen. We blijven met

risicogroepen werken, maar we

willen de schooldecanen van de

toeleverende scholen eerder en be-

ter benaderen. We kregen nu maar

dertien doorverwijzingen van hen

binnen, terwijl er volgens ons meer

studenten in die doelgroep passen.

Met de faculteiten wordt gezocht

naar een waterdichte registratie

van de decentrale voorlichtings-

activiteiten. Ten slotte zijn we nog

aan het bedenken op welk moment

in het jaar we de gesprekken gaan

voeren.”

UNIEK“Bij de Radboud Universiteit in

Nijmegen werken we met drie doel-

groepen waarvan wij weten dat ze

een hoger risico lopen op uitval. Dit

zijn vwo-scholieren die geen voor-

lichting aan onze instelling hebben

gevolgd, hbo-propedeusestudenten

en ten slotte leerlingen die door hun

schooldecaan zijn doorverwezen.

Een kwart van de vwo-instroom

blijkt aan geen enkele vorm van

voorlichting te hebben deelgeno-

men, terwijl uit cijfers blijkt dat het

rendement in die groep beduidend

lager ligt dan bij studenten die zich

wel hebben laten voorlichten. Het

propedeuserendement na één jaar

is universiteitsbreed bij vwo-scho-

lieren zonder voorlichting 29,8 %.

Bij scholieren die wel voorlichting

volgen, is het rendement 42,2%.

Reden genoeg om die instroom als

risicogroep aan te wijzen, dus. Ook

de instroom vanuit het hbo kent een

hogere uitval. Met de vo-decanen

werken we al langer aan een betere

aansluiting tussen onze onderwijs-

instellingen, en zij kunnen prima een

signalerende functie vervullen. We

vragen hen de leerlingen door te

verwijzen van wie zij twijfelen aan

hun keuzebewustzijn.”

RESULTAAT“Van de 263 studiekiezers die we

hebben uitgenodigd heeft bijna

90% het digitale intakeformulier re-

tour gestuurd. Met 201 aanstaande

studenten (85% van de mensen die

het intakeformulier terugstuurde)

is ook daadwerkelijk een kennis-

makingsgesprek gevoerd. Ik ben

enorm content met die toch wel

uitzonderlijk hoge opkomst. Van

die 201 personen hebben 31 (15,4%)

zich uiteindelijk niet ingeschreven

aan de Radboud Universiteit. We

gaan deze groep vragen waarom ze

niet voor onze instellingen hebben

gekozen en welke rol het kennis-

makingsgesprek in die afweging

heeft gespeeld. Feit is wel dat

bijna negen van de tien studenten

zeggen dat ze het kennismakings-

gesprek zinvol vonden. Ze kregen

nieuwe informatie en vonden de

persoonlijke aandacht prettig. Een

studente zei bijvoorbeeld dat ze het

idee had gekregen dat ze bij ons

op de opleiding goed terechtkwam.

De effectmetingen naar uitval en

studieresultaat vinden later dit jaar

plaats.”

KNELPUNT“Als een vwo-scholier niet aan een

voorlichtingsactiviteit van de Rad-

boud Universiteit had meegedaan,

viel hij in onze doelgroep. Echter,

de registratie door de faculteiten

bleek nog niet 100% dekkend. De

gekozen doelgroep is goed, maar

de operationalisatie kan beter. Wel-

licht nog belangrijker is dat er een

belangrijke risicogroep buiten beeld

is gebleven: de late aanmelders.

Onderzoek van ResearchNed wijst

Bij de Radboud Universiteit Nijmegen wisten de deelnemende opleidingen een extreem hoge opkomst voor de studiekeuzege-sprekken te genereren. Projectleider Carla van Wely werd zelfs gebeld door studenten die niet in de risicogroep zaten en dus niet uitgenodigd waren. Waarom zij niet mochten komen. Carla’s advies? “Zorg voor de juiste toonzetting in de uitnodiging.” In het project wordt samengewerkt met de vo-decanen.

“Besteed veel aandacht aan de toonzetting van je uitnodiging; dit betaalt zich uit in een hoge opkomst.”

1918

Carla van Wely

“DE

GE

KO

ZE

N R

ISIC

OG

RO

E-

PE

N Z

IJN

GO

ED

, D

E O

PE

RA

-T

ION

AL

ISA

TIE

KA

N B

ET

ER

Page 12: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

PROJECTNAAM

Het optimaliseren van studiekeuzegesprekken bij Liberal Arts and Sciences

PROJECTBESCHRIJVING

Alle belangstellenden in de ba-

cheloropleiding van Liberal Arts

and Sciences wordt gevraagd een

motivatiebrief te schrijven. Daarna

is er, liefst voor de zomervakantie,

een studiekeuzegesprek met de

studieadviseur of de opleidingscoör-

dinator. In het gesprek van een half

uur worden de wederzijdse verwach-

tingen besproken. De motivatiebrief

en een gesprekspuntenlijst vormen

aanknopingspunten voor het gesprek

waarin vooral de student aan het

woord wordt gelaten. Er wordt veel

nadruk gelegd op de context waarin

studenten studeren en het interdis-

ciplinaire karakter van de studie. Na

het gesprek volgt een advies dat

‘positief’, ‘negatief’ of ‘twijfel’ kan

luiden. De student besluit zelf of hij

dit advies opvolgt. Eventueel wordt

er doorverwezen.

BETROKKEN OPLEIDING

Liberal Arts and Sciences

PROJECTLEIDER

Steven Dijkstra,

coördinator tutoraat

Liberal Arts and Sciences

en docent antropologie.

Tel: 030-253 60 28 of

06-40490308,

[email protected]

UITDAGING“Uit het onderzoek blijkt dat de

studenten en de gespreksleiders

de gesprekken in de huidige vorm

positief waarderen, onder andere

vanwege de informele sfeer en de

mogelijkheid zelf vragen te kunnen

stellen. Los van of het een lagere

uitval genereert, is het gesprek

gewenst omdat het zorgt voor we-

derzijdse sociale binding. We willen

wel meer contact met de studenten,

maar als ze 80% van de vakken

elders volgen, is dat nog niet een-

voudig. Een oplossing is het vormen

van tutorgroepen uit eerstejaarsstu-

denten die samen het kernvak ‘De

schrijfacademie’ volgen in blok I. Je

profi teert dan van het groepsproces

dat al gaande is. Er is daarnaast een

digitale omgeving waar de studen-

ten elkaar kunnen ontmoeten, maar

de antropoloog in mij zegt dat er

ook een fysieke ontmoetingsplek

moet zijn. Het is dus nog een hele

uitdaging om een blijvende sociale

binding tussen opleiding en studen-

ten te creëren, omdat die er niet

vanzelfsprekend is.”

VOLGEND JAAR “We gaan op basis van het onder-

zoek de studiekeuzegesprekken

fi netunen, onder andere door nog

meer nadruk te leggen op het

belang van discipline en doorzet-

tingsvermogen en het gebrek aan

een sociale context. De opleiding

vereist nu eenmaal veel zelfstandig-

heid. Ook is het een optie om in het

studiekeuzegesprek nog meer door

te vragen of de student een grote

interesse heeft in een specifi ek

vakgebied, zodat we sneller duide-

lijk krijgen of iemand niet beter bij

een specifi eke opleiding past dan

bij het interdisciplinaire opleiding.

Het is nog een schot voor de boeg,

maar we zouden bij de helft van de

studiekeuzegesprekken een oude-

rejaars kunnen betrekken, en bij de

andere helft niet. Ik vind het interes-

sant om te kijken wat dit oplevert.”

TIP“Zorg dat je de juiste cijfers boven

water krijgt. Vraag je dus altijd af

wat de bron is van de bestaande

cijfers en wat ze betekenen. Bij LAS

hebben we te maken met verschil-

lende faculteiten, en niet ieder

systeem hoest met dezelfde vraag

dezelfde cijfers op. En wat betreft

het studiekeuzegesprek zelf: heb

het niet alleen over de inhoud van

de studie, maar benoem ook de

specifi eke context. Wat is er nodig

om te slagen? Welke instelling

wordt er van iemand verwacht?

Waar liggen zijn interesses, en pas-

sen die bij deze studie?”

AANLEIDING“Sinds de oprichting van Liberal

Arts and Sciences (LAS) van de

Universiteit Utrecht in 2004 houden

we al studiekeuzegesprekken met

de aankomende studenten. Toch

hebben we geen lagere uitval

dan andere, vergelijkbaar brede

bacheloropleidingen waar geen stu-

diekeuzegesprekken plaatsvinden.

Het uitvalpercentage van het cohort

2007-2008 lag zelfs vrij hoog op

33%, waarvan 23% als gevolg van

het destijds ingevoerde Bindend

Studie Advies. Met het onderzoek

willen we de procedure, de effecten

en de ervaringen van studenten en

opleidingsmanagement evalueren.

We hebben hiervoor onafhankelijk

onderzoek laten doen door het

IVLOS.”

UNIEK“De interdisciplinaire opzet van LAS

vergt nogal wat van de student

omdat hij zelf zijn programma moet

samenstellen bij verschillende facul-

teiten. Niet alleen moet hij inhoude-

lijke verbindingen leggen tussen de

verschillende cursussen; de grote

keuzevrijheid gaat ook gepaard met

de uitdaging steeds weer nieuwe

contacten te leggen met steeds

weer andere studenten. Niet iedere

student gaat dit meteen even mak-

kelijk af. In die zin wordt er een

groot beroep gedaan op de sociale

vaardigheden van de student, iets

wat in de studiekeuzegesprekken

dan ook steeds aan de orde komt.”

RESULTAAT“Toen we in aanloop naar het

cohort 2008-2009 in het studie-

keuzegesprek meer nadruk legden

op het belang van discipline en

doorzettingsvermogen, is het aantal

niet-instromers gestegen van 10%

naar 30%. In die zin vindt er wellicht

een sterkere zelfselectie plaats.

Ook is het opvallend dat het aantal

negatieve bindend studieadviezen

(BSA’s) na een jaar is gehalveerd,

terwijl de februariuitstroom juist

is verdubbeld. Nu zit er achter elk

cijfer natuurlijk een verhaal. Vaak is

uitval ook geen defi nitieve uitval,

maar wordt er geswitcht naar een

disciplinaire opleiding. We vinden

het belangrijk dat elke student op

de juiste plaats terecht komt, dus

wij zien dat overstappen niet per se

als probleem. Het doet wel de vraag

rijzen naar de reden van deze over-

stap, en of die al eerder voorzien

of voorkomen had kunnen worden.

En of we niet nog meer moeten

benadrukken dat de student voor

een interdisciplinaire studie kiest.

Onze opleiding is niet bedoeld voor

studenten die niet weten wat ze

willen, wel voor studenten die veel

willen.”

De studenten die Liberal Arts and Sciences studeren aan de Uni-versiteit Utrecht, volgen 80% van hun tijd elders college. Volgens projectleider Steven Dijkstra moet de student tijdens zijn studie daarom niet alleen inhoudelijke samenhang creëren; hij wordt ook uitgedaagd om zelf voor sociale verbanden te zorgen. Discipline en doorzettingsvermogen zijn daarom de afgelopen jaren in de studiekeuzegesprekken extra benadrukt. De Univeriteit Utrecht houdt al sinds 2004 studiekeuzegesprekken.

“Achter elk cijfer zit een verhaal. Vraag je daarom altijd af wat de bron is van de cijfers die je gebruikt en wat die cijfers betekenen.”

2120

Steven Dijkstra

“ER

IS

DIS

CIP

LIN

E V

OO

R

NO

DIG

OM

IN

TE

RD

ISC

IPL

INA

IR

TE

KU

NN

EN

ST

UD

ER

EN

Page 13: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

UITDAGING“Ik heb een google-alert op ‘studie-

succes’, en gezien het toenemend

aantal meldingen dat ik krijg, is

er steeds meer aandacht voor dit

onderwerp. Uit al die onderzoeken

en publicaties blijkt dat er nog veel

meer mogelijkheden zijn om het

studiesucces te verhogen; ik ben

ervan overtuigd dat je een heel

pakket aan maatregelen nodig

hebt. Doorlopende begeleiding van

studenten is in ieder geval een be-

langrijk element naast een studie-

keuzegesprek.”

VOLGEND JAAR “We willen, tijdens de studiekeuze-

gesprekken, nog explicieter maken

wat we van studenten verwachten

in de opleiding. En misschien is

het een goed idee om een soort

studiecontract op te stellen, hoewel

je studie-inzet nooit kunt afdwingen

natuurlijk.”

VERRASSING “We hebben al vrij veel ervaring

met studiekeuzegesprekken, maar

doordat we het allemaal op papier

hebben gezet, bleken sommige

opleidingen al meer te doen dan ze

dachten. Dit tot hun eigen verras-

sing. Ook hebben de drie oplei-

dingen van elkaar geleerd. Mijn

conclusie is dat niet één manier de

beste is. Bekijk daarom altijd wat

bij de opleiding past, bij de unieke

populatie studenten. Daarnaast was

ik als projectleider verrast toen ik

erachter kwam dat bij één opleiding

de dialoog met de student vooral

plaatsvond via e-mailverkeer. Overi-

gens heeft dit wel zo zijn voordelen:

een gesprek kan nog wel eens ver-

schillend geïnterpreteerd worden,

of studenten vergeten of verdringen

bepaalde elementen. Een e-mail kun

je nog eens nalezen.”

TIP“Zorg, als opleiding, dat je aanmeld-

procedure op orde is, met een goed

opgezet computersysteem. Wij

konden het bestaande systeem niet

gebruiken, en daarom hebben we

zelf ‘Pontifex’ gebouwd, vernoemd

naar de priesters die in de Romein-

se tijd wegbereider en bruggenbou-

wer waren. Dit systeem zorgt voor

een eerste, automatische beoorde-

ling van de ingevulde intakeformu-

lieren. Deze voorselectie wordt nog

wel handmatig gecontroleerd, maar

de investering in het programma

verdient zich snel terug. Daarnaast

kan ik aanraden om met studenten

meer contact te onderhouden via

de mail. Je kunt op je eigen tijd de

mail beantwoorden en teruggrijpen

op eerder mailverkeer.”

AANLEIDING“De studietijd is een belangrijke

overgangsfase van jongvolwassene

naar volwassene. Ik zie het altijd

maar als een overgangsritueel,

een ‘rite de passage’ van loslaten,

keuzes maken en stappen zetten.

Vroeger konden studenten nog

eindeloos switchen en twijfelen,

maar de student van nu moet veel

eerder weten wat hij gaat doen. We

kunnen het ons dus niet veroorlo-

ven om pas ná de poort te kijken of

student en opleiding wel bij elkaar

passen. Het doel van dit project van

de Universiteit van Amsterdam is

dan ook om voor de poort te on-

derzoeken of student en opleiding

matchen. Deels doen we dit door de

motivatie te meten, deels door de

student te helpen om zijn zelfbeeld

en studiehouding helder te krijgen.

Zowel het instituut als de student

moeten het gevoel hebben dat ze

zich aan elkaar kunnen verbinden.”

UNIEK“De brede opleiding Bèta-Gamma

trekt zowel studenten die kiezen

voor die breedte, als studenten die

niet weten wat ze willen kiezen. De

eerste groep heeft veelal succes, de

tweede valt snel af. Dit was een van

de redenen om deze opleiding te

betrekken bij ons project, zodat we

in een vroeg stadium verwachtin-

gen kunnen bijstellen. We vragen de

aankomende studenten om aan de

hand van een afbeelding een essay

te schrijven. Op basis van dit essay

kunnen we een eerste inschatting

maken of ze het juiste conceptuele

niveau hebben. Bovendien krijgen

studenten een beter idee van de

studie. Ten slotte realiseren we door

deze opdracht ook nog een zekere

zelfselectie.”

RESULTAAT“Studenten evalueren de studiekeu-

zegesprekken als zeer positief: ze

voelen zich serieus genomen. Uit

een eerste kwalitatieve analyse zie

je dat er meer binding en een bete-

re motivatie is. Ook constateren we

dat studenten bewuster kiezen en

studeren. Een gewaarschuwd mens

telt voor twee, dus we hopen dat

áls studenten uitvallen of switchen,

ze dit in een vroeger stadium doen.

Bij Media en cultuur, dat al enige

jaren studiekeuzegesprekken voert,

zien we nog steeds uitval, maar die

uitval gebeurt wel eerder in het jaar.

Gelukkig kunnen we deze studenten

helpen om een goede overstap te

maken. Voordat we het verband

tussen studiekeuzegesprekken en

studiesucces goed kunnen duiden,

hebben we overigens nog een lange

weg te gaan. Daarom hebben we nu

een methodoloog ingezet, zodat we

de effecten van de studiekeuzege-

sprekken goed boven tafel krijgen.

Hieruit blijkt dat met name het

gemiddeld eindexamencijfer een

goede voorspeller is voor studie-

succes.”

Het project van de Universiteit van Amsterdam is helder en veelbelovend ontworpen. Tevens is de indeling in verschillende soorten gesprekken interessant. Projectleider Theo Bakker zelf is mateloos geïnteresseerd in de ‘rite de passage’ die jongeren moeten doormaken als zij gaan studeren, en is voorstander van een totaalpakket aan maatregelen om jongeren te leren kiezen. “Studiekeuzegesprekken passen prima in zo’n pakket.”

“Zowel het instituut als de student moeten het gevoel hebben dat ze zich aan elkaar kunnen verbinden.”

23

PROJECTNAAM

Van gesprek naar studiesucces

PROJECTBESCHRIJVING

Alle studenten worden na hun aan-

melding op Studielink uitgenodigd

om een intakeformulier in te vullen.

Bij Bèta-Gamma moeten studenten

een essay schrijven, en voeren ze een

gesprek waarin de motivatie voor

hun studiekeuze besproken wordt

aan de hand van een structurerend

protocol. Bij Psychologie en Media &

Cultuur krijgen alleen studenten die

op basis van het digitale intakefor-

mulier tot de risicogroep gerekend

worden, een studiekeuzegesprek. Bij

alle opleidingen wordt het resultaat

van het gesprek meegenomen in de

verdere studieloopbaanbegeleiding.

Doel van het project is een aantal

vormen van studiekeuzegesprekken

te analyseren op het eventuele effect

op studiesucces, studiekeuze, studie-

inzet en studie-uitval.

BETROKKEN OPLEIDINGEN

Bacheloropleidingen

Bèta-Gamma, Psychologie en Media

en cultuur.

PROJECTLEIDER

Theo Bakker,

informatiemanager onderwijs.

Tel: 020-5254595,

[email protected]

22

Theo Bakker

“EE

N A

FZ

ON

DE

RL

IJK

E

INT

ER

VE

NT

IE W

ER

KT

N

IET

VO

LD

OE

ND

E”

Page 14: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

ze hier rond met een houding die

uitstraalde dat ze hier hoorden. Dat

was prachtig om te zien. Het reali-

teitsgehalte, de noodzaak om met

elkaar samen te werken en het feit

dat ze iets konden doen, maakte

kennelijk veel in ze los.”

RESULTATEN“Het is nog even wachten op de

kwantitatieve gegevens, maar de

eerste evaluaties met docenten

en studenten geven een hoopvol

beeld. Alleen al door de boost die

docenten ervan kregen, was het

bij wijze van spreken de moeite al

waard. Hoewel er slechts dertig

docenten bij het project betrokken

waren, ging hun energie als een

golf door de faculteit heen. En dat

terwijl sommigen vooraf hadden

aangegeven niet veel zin te hebben

om hun vakantieweek op te offeren.

Achteraf vertelden ze me dat die

intensieve week ook voor hen de

perfecte motivatie bood om het

nieuwe studiejaar goed te begin-

nen.”

OVERDRAAGBAARHEID“Een deel van het project is gefi nan-

cierd door ons College van Bestuur

met de uitdrukkelijke opdracht om

onze kennis binnen de hogeschool

te delen en waar mogelijk het

project op te schalen. Maar eigenlijk

gaat dit bijna vanzelf. We krijgen

namelijk ontzettend veel vragen

van andere faculteiten. Kennelijk

zijn we iets aan het doen waarop

mensen hebben zitten wachten. We

moeten wel oppassen dat we niet

vooruit lopen op wat we hopen dat

de effecten zullen zijn, want feitelijk

weten we nog niet precies wat de

effecten zijn en waaraan we dat

kunnen toerekenen.”

VOLGEND JAAR “De kwalitatieve evaluaties zijn

positief. Daarom gaat onze facul-

teit de studievoorbereidingsweek

onderbrengen in het curriculum

en krijgen alle 1800 eerstejaars

het aanbod om aan te haken. Ook

andere faculteiten zijn ermee aan

de slag gegaan. We hebben wel een

paar verbeterpunten. Zo willen we

nog beter uitleggen wat het doel is

van het programma, zodat studen-

ten beter begrijpen waarom ze be-

paalde onderdelen voorgeschoteld

krijgen. Ook gaan we meer oudere-

jaars inzetten omdat zij zich beter

kunnen inleven in de aanstaande

studenten.”

DILEMMA“We hebben nog steeds discus-

sie over het moment waarop je de

week het beste kunt organiseren.

Alle momenten hebben voor- en

nadelen. Als we het vervroegen,

bereik je waarschijnlijk alleen de

zeer gemotiveerde kiezers, terwijl

die doelgroep het juist minder no-

dig heeft. En als je de week verlaat,

trek je wel de notoire twijfelaars,

maar voor hen wordt het wel heel

moeilijk om in zo’n laat stadium van

studie te switchen. We zijn er dus

nog niet over uit.”

AANLEIDING“De Hogeschool Utrecht voerde

in 2008 al op kleine schaal ge-

sprekken met studenten tijdens de

introductieweek. Het waren slechts

welkomstgesprekken; ze gingen

niet diep in op aspecten als moti-

vatie en studiehouding. Toch beviel

het goed, en we wilden dat graag

uitbouwen. Dankzij het programma

‘Studiekeuzegesprekken: wat

werkt?’ waren we in staat om echte

studiekeuzegesprekken te organi-

seren en deze een goede plek te

geven in de rest van het studievoor-

bereidingsprogramma. Studenten

stelden het zeer op prijs om één op

één met iemand te kunnen praten.

Zij kregen echt het gevoel dat het

om hen ging.”

UNIEK“Studenten zijn in de op een na

laatste week van de zomervakan-

tie een week lang te gast op onze

faculteit. Doel is om aanstaande

studenten intensief te laten ken-

nismaken met de opleiding, te laten

zien wat er van de studenten zelf

verwacht wordt en wat de faculteit

biedt aan ondersteuning. Als ze

dat weten door de bijeenkomsten,

toetsen en een game, is het ook

eenvoudiger om in het studiekeuze-

gesprek to the point te komen: wat

betekent dit voor jouw studieloop-

baan? Op basis van de uitkomsten

van de diagnostische toetsen en het

gesprek krijgen ze vervolgens de

rest van de week een programma

op maat aangeboden. Studenten

die bereid zijn zelf het initiatief te

nemen, worden op hun wenken

bediend.”

UITDAGING“De grootste uitdaging heb ik

ervaren vlak voor de uitvoering van

de programmaweek. We hadden

een klein maar enthousiast en jong

projectteam. En toen moest op het

moment suprême een collega voor-

tijdig afhaken vanwege een tijdelijk

contract. Dat was best een ader-

lating, want zij wist precies van de

hoed en de rand. Bovendien vraagt

het nogal wat stressbestendigheid

van je projectteam. Met veel kunst-

en vliegwerk hebben we de bezet-

ting weer op orde gekregen, maar

achteraf gezien had ik een beter

vangnet moeten regelen.”

TROTS“Ik ben best trots op de game die

we zelf hebben ontwikkeld. Stu-

denten moeten in groepsverband

laptops fabriceren en in het spel

wordt het nodige gevraagd van hun

samenwerkingsvaardigheden en

strategisch inzicht. Het spel maakte

de studenten losser en zelfverze-

kerder. De eerste dag zie je ze toch

heel gespannen en onzeker binnen

komen druppelen op de faculteit.

Die onzekerheid bleef in het begin

nog een beetje aan ze kleven. Tot

de dag dat we de interactieve

game gingen doen. Toen zag je hun

houding veranderen; opeens liepen

Op de faculteit Economie & Management van de Hogeschool Utrecht geven ze aankomende studenten graag een vliegende start. Projectleider Inez Meurs: “Een week lang dompelen we ze onder in colleges, games en natuurlijk een studiekeuzegesprek.’’ Het concept dat de faculteit voor de gesprekken hanteert is in-novatief en origineel.

“We zijn duidelijk dingen aan het doen waarop anderen hebben zitten wachten.”

25

PROJECTNAAM

Vliegende start voor studiesucces

PROJECTBESCHRIJVING

Studenten krijgen een week lang een

intensief kennismakingsprogramma

om een goed beeld te krijgen van

wat de opleiding van hen vraagt. Met

diagnostische toetsen en individu-

ele studiekeuzegesprekken wordt

getoetst en gerefl ecteerd op kennis,

competenties, samenwerkingsvaar-

digheden, motivatie en keuzeproces-

sen. Het opgebouwde dossier wordt

overgedragen aan de studiebegelei-

ders.

BETROKKEN OPLEIDING

Faculteit Economie &

Management

PROJECTLEIDER

Inez Meurs,

projectmanager faculteit

Economie & Management.

Tel: 030-258 6336,

[email protected]

24

Inez Meurs

“HU

N E

NE

RG

IE G

ING

A

LS

EE

N G

OL

F D

OO

R

DE

FA

CU

LTE

IT H

EE

N”

Page 15: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

OVERDRAAGBAARHEID “Het is belangrijk dat de verschil-

lende interventies nu in de lijn van

de organisatie worden gebracht. De

onderwijsmanagers en uitvoerders

moeten hun deel oppakken. Ik zie

overigens veel kansen. Medewer-

kers zijn enthousiast, onder andere

omdat het arrangement een aantal

concrete instrumenten bevat die

relatief eenvoudig kunnen worden

aangepast aan de eigen situatie. Zo

gaat de afdeling afstandsleren van

de School of Education dit jaar nog

hogeschoolbreed intakes invoeren.

Verder doet de School of Built, En-

vironment en Transport nu met een

eigen project mee. Daarnaast ad-

viseer ik nog twee andere Schools

die iets willen met intakes. Omdat

we alle processen hebben moeten

opschrijven, is er nu een duidelijk

overzicht van welke interventies

werken bij bepaalde problemen.”

RISICO“Het hele intaketraject staat of

valt met de inzetbaarheid van

docenten, de bedrijfsbureaus en

de ondersteunende systemen. Het

is een heel praktische operatie die

tegelijkertijd de hele organisatie

raakt. Je kunt het er dus niet even

bij doen. Verder zou het jammer zijn

als het instrument ‘studiekeuzege-

sprekken’ te los wordt ingezet van

andere activiteiten die gericht zijn

op studiesucces. Zo is de aanslui-

ting bij studieloopbaanbegeleiding

volgens mij onontbeerlijk. Het is in

ons project helaas niet altijd gelukt

om de intakes te laten doen door

de toekomstige studieloopbaanbe-

geleider van de student. Een ander

risico dat we erkennen, is dat we

in dit traject misschien vooral de

gemotiveerde studenten hebben

gezien. We hebben namelijk weinig

negatieve adviezen hoeven geven.

De vraag is in hoeverre we de juiste

studenten hebben bereikt.”

TIP“Ik zou liever de term kennisma-

kingsgesprek willen gebruiken in

plaats van intake, om de deelname

aan het traject te vergroten. We

merkten namelijk dat veel studen-

ten in de sollicitatiestand schoten,

terwijl wij een ontspannen gesprek

wilden voeren waarin we wederzijd-

se verwachtingen op tafel krijgen.

Anderzijds zit er natuurlijk ook een

toetsonderdeel en een advies in het

traject, dus alleen een vrijblijvende

kennismaking is het ook weer niet.”

AANLEIDING“In de gesprekken die we, bij de Ho-

geschool Windesheim, al voerden

met jongeren merkten we steeds

weer hoe onbewust het studiekeu-

zeproces zich afspeelt. Veel jonge-

ren hebben dan ook begeleiding

nodig bij hun studiekeuze, en dat

betekent niet dat je ze meer folders,

websites of presentaties moet

voorschotelen. Refl ectie begint

met een dialoog. Je moet dus met

studenten in gesprek, over wat die

informatie in folders en op websites

met ze doet. Met de antwoorden op

onze digitale vragenlijst krijgen we

een beter beeld van wat aanko-

mend studenten verwachten van

de gekozen opleiding en beroep en

van hun motivatie. In het gesprek

stellen we de verwachtingen zo

nodig bij. Ook is er een protocol en

een soort scoreformulier gemaakt

voor het gesprek. Beide elementen

geven docenten meer handvatten

om gerichter dóór te vragen en de

studenten uit te nodigen om te re-

fl ecteren op hun keuze. We moeten

in het hoger onderwijs meer mét

studenten gaan praten, in plaats

van óver hen. Door het project ‘Go

or no go’ hebben we hierin een

fl inke stap vooruit kunnen zetten.”

UNIEK“Na afl oop van het studiekeuze-

gesprek stellen de docent en de

student samen een studieadvies op.

Hierin staat waar de student aan

moet of mag werken om succesvol

te zijn in het eerste jaar. Dit advies

wordt gebruikt in het eerste studie-

loopbaangesprek. Beide partijen

weten zo wat er van ze verwacht

wordt en waar op moet worden ge-

let tijdens de studievoortgang. Wat

hier nog aan verbeterd zou kunnen

worden, is dat de intake vootaan

gedaan wordt door de toekomstige

studieloopbaanbegeleider. Dit is

beter voor de sociale binding.”

UITDAGING“Het blijkt nogal een uitdaging

om kwantitatieve gegevens zoals

studiepunten tijdig boven water te

krijgen. In die zin is het programma

‘Studiekeuzegesprekken: wat

werkt?’ ook wel een aanjager voor

ons; het zet onze studievoortgang-

systemen op scherp. Het is ook

een uitdaging om evidence based

te werken. Het enthousiasme voor

intakes wordt overgenomen door

andere Schools hier op Windes-

heim. Maar soms wordt dat meer

ingegeven door de drang om alles

te doen aan de lage rendemen-

ten, dan dat het gebaseerd is op

betrouwbare gegevens over de

werkelijke effecten ervan. Aan ons

de taak om de opbrengst meetbaar

boven water te krijgen.”

Ook de School of Education van de Hogeschool Windesheim heeft al de nodige ervaring met intakegesprekken. Projectleider Jacqueline van Lieshout wil graag de kwaliteit en de effecten ervan verbeteren. Dit doen we onder andere door een online assessment toe te voegen als input voor het gesprek. Het pro-ject is interessant omdat samen met de student een studieadvies wordt opgesteld.

“We moeten mét onze studenten praten, in plaats van dat we óver ze praten”

27

PROJECTNAAM

Go or no go

PROJECTBESCHRIJVING

Aanmelders worden uitgenodigd

een digitale vragenlijst in te vullen

over achtergrond, motivatie, beeld

van de opleiding (op basis van de

studiegids) en het beeld dat ze

hebben van het beroep. Dit laatste

doen ze aan de hand van stellingen

bij beeldmateriaal. De antwoorden

leveren een score op en die is

samen met de toetsresultaten van

opleidingsgebonden toetsen input

voor het gesprek tussen docent en

student. Tot slot stellen de docent

en de aankomende student een

studieadvies op waarin staat of een

student wel, niet of met twijfel kan

starten aan de studie. In het laatste

geval wordt erin opgenomen wat

de student moet bijspijkeren. Het

studieadvies is de basis voor verdere

studieloopbaanbegeleiding.

BETROKKEN OPLEIDINGEN

School of Education waaronder de

Pabo, de Lerarenopleiding Engels,

de Lerarenopleiding Geschiedenis en

Theologie & Levensbeschouwing.

PROJECTLEIDER

Jacqueline van Lieshout,

adviseur Student & Onderwijs

Services Windesheim.

Tel: 06-41327563,

[email protected]

26

Jacqueline van Lieshout

“RE

FL

EC

TIE

OV

ER

S

TU

DIE

KE

UZ

E S

TA

RT

M

ET

EE

N D

IALO

OG

Page 16: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

niet eenvoudig is om de academi-

sche omgeving van een universiteit

uit te leggen als je die zelf niet van

binnenuit kent. We willen ze daarbij

ondersteunen en faciliteren, onder

andere met een training. Ook zet-

ten we oud-decanen in van wie ik

weet dat ze de academische mores

goed kennen. Gecombineerd met

tweede- en derdejaarsstudenten

vormen ze een goed team om met

de leerlingen in groepjes te gaan

werken.”

DOELGROEP“We gaan in het voorjaar aan de

slag met leerlingen van tien mid-

delbare scholen in de Rotterdamse

regio. Het zijn scholen waar we al

jarenlang veel instroom van krijgen,

dus het eventuele verwijt dat we

het doen om de instroom te verho-

gen leg ik naast me neer. We willen

écht de juiste student op de juiste

plek. Dit past ook in de strategische

visie van de Erasmus Universiteit

om een meer gerichte instroom te

genereren. De doelgroep die we

gaan benaderen bestaat uit twee

groepen. Eén groep leerlingen

wordt echt actief benaderd. Dit zijn

de leerlingen met een gemiddeld 5

vwo-cijfer tussen de 5,5 en de 6,5,

leerlingen met een lage score op

relevante vakken en leerlingen die

door de decaan worden genoemd.

Alle andere 6-vwo-leerlingen mo-

gen ook deelnemen, maar worden

minder actief benaderd.”

TIP“Ongeveer de helft van de scholie-

ren geeft aan dat ze niet tevreden

zijn met de bestaande studiekeu-

zebegeleiding en dat ze te veel zelf

moeten uitzoeken. Ze willen bij-

voorbeeld meer persoonlijke bege-

leiding door een deskundig persoon

die hen concrete informatie geeft

over beroepsperspectieven en over

wat ze kunnen verwachten van de

opleiding. Dit kun je niet allemaal

op het bordje van de schooldecaan

leggen, dus neem daar als onder-

wijsinstelling je verantwoordelijk-

heid in. Ik vind dat je deze informa-

tie het beste in een vroeg stadium

kunt bieden, want als jongeren

eenmaal gekozen hebben, zullen ze

niet makkelijk switchen. De groep

heroverwegers is altijd klein. Het

vergt namelijk behoorlijk veel moed

om kritisch te zijn ten aanzien van

je eigen, eenmaal gemaakte keuze.”

AANLEIDING“Ik zie een vorm van keuzeluiheid

onder sommige leerlingen. Eerst

denken ze dat ze nog tijd genoeg

hebben om te kiezen, daarna heb-

ben ze het druk met de examens,

vervolgens met Lorret de Mar, en

aan het einde van de vakantie moet

er opeens nog gekozen worden

voor een studie. Er is een grote

groep die niet bewust kiest. Terwijl

uit onderzoek van ResearchNed

blijkt dat als leerlingen tijdens de

schoolperiode hun motivatie ooit

goed onder woorden hebben ge-

bracht, hun risico op uitval een stuk

lager ligt. Je moet ze dus dwingen

om erover na te denken. Ik zie het

als een gedeelde verantwoorde-

lijkheid van het voortgezet en het

hoger onderwijs om daar samen

aan te werken, om leerlingen in een

vroeg stadium te activeren.”

UNIEK“Met gewone voorlichtingsactivitei-

ten bereik je vooral de studenten

die al intrinsiek gemotiveerd zijn,

anders kwamen ze niet naar die

open dagen of naar het proefstude-

ren. En begrijp me niet verkeerd, dit

blijven we, bij de Erasmus Univer-

siteit, natuurlijk ook gewoon doen.

Maar met dit project hoop ik de

leerlingen te bereiken die anders

zo’n last-minute-doe-dan-maar-

rechten-keus maken, de jongeren

die kiezen op grond van de drie ’S-

en’: stad, salaris, status. Ik vind het

onze maatschappelijke plicht om

deze jongeren te léren kiezen.”

UITDAGING“Het DNA van een middelbare

school verschilt niet zoveel van

het DNA van een hbo, terwijl het

DNA van een universiteit wezen-

lijk anders is. Om als student aan

een universiteit te slagen moet je

weten waar je aan begint. Ik zeg wel

eens dat je op een universiteit niet

leert om problemen op te lossen,

maar om ze te bedenken. Dit vergt

toch een andere instelling waarbij

nieuwsgierigheid en verwondering

belangrijke eigenschappen zijn. Aan

ons de uitdaging om dit over te

brengen. Door ze hier op de cam-

pus uit te nodigen, er in groepjes

over te praten en ze opdrachten te

laten uitvoeren, plaatsen we ze in

die academische context, zodat ze

de wetenschap kunnen voelen en

proeven. Zo weten ze beter waar ze

voor kiezen.”

SAMENWERKING“We werken actief samen met de

decanen uit het voortgezet onder-

wijs. Ik ben zelf jarenlang decaan

geweest in deze regio, dus ik ken

het vak en de mensen. En de doel-

groep ken ik natuurlijk ook. Uit er-

varing weet ik dat het voor decanen

Hoe vroeg in het studiekeuzeproces moet je een interventie plegen? Terwijl de projectleiders in het programma ‘Studiekeuze-gesprekken: wat werkt?’ hier volop over discussiëren, benadert de Erasmus Universiteit Rotterdam de potentiële studenten ver vóór de poort, midden in het keuzeproces. Doel? Leren kiezen. Er is goed is nagedacht over de selectiecriteria en er wordt nauw samengewerkt met het voortgezet onderwijs. Projectleider Gerard Hogendoorn was zelf jarenlang decaan in de regio en benut zijn netwerk optimaal.

2928

Gerard Hogendoorn

“WE

HE

BB

EN

DE

MA

AT

SC

HA

P-

PE

LIJ

KE

PL

ICH

T O

M J

ON

GE

RE

N

TE

LE

RE

N K

IEZ

EN

”PROJECTNAAM

Van scholier naar student

PROJECTBESCHRIJVING

Scholieren met een verhoogd risico

op uitval worden benaderd om mee

te doen aan twee groepsgesprek-

ken. Het eerste gesprek is op de

school zelf en gaat over hoe je een

goede keuze maakt. Voor het tweede

gesprek gaan de leerlingen naar de

universiteit om te ervaren wat zo’n

academische omgeving betekent.

Gesprekken worden gehouden in

kleine groepen van ongeveer vijf leer-

lingen. Ze worden begeleid door een

getrainde ouderejaarsstudent en een

decaan. De gesprekken vinden nog

vóór hun eindexamen plaats.

BETROKKEN OPLEIDINGEN

Universiteitsbreed

PROJECTLEIDER

Gerard Hogendoorn,

coördinator aansluiting vwo-wo.

Tel: 010-4082034,

[email protected]

“Op een universiteit leer je niet om problemen op te lossen, maar om ze te bedenken. Dat vergt een andere, nieuwsgierige instelling, en daar moet je leerlingen op voorbereiden.”

Page 17: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

UITDAGING“Van de ouderejaars wordt best

veel verwacht; via videoconferen-

cing moeten zij een groep van acht

aankomende studenten uitdagen

om over hun studiekeuze te praten.

Omdat dit via nieuwe technologie

gaat, is dit nog dynamischer en

complexer dan in een leslokaal. Je

krijgt als gespreksleider toch min-

der non-verbale signalen. Gelukkig

hebben we al ervaring met groeps-

gerichte videoconferencing door

het project Webspijkeren en onze

voorbereidende cursus Economie

voor bachelor studenten, en er is

nog een testfase met middelbare

scholieren. Bovendien draait de

jeugd zelf zijn hand niet om voor

nieuwe technologie, en worden de

ouderejaars goed getraind voor

deze klus.”

INBEDDING“Uit eerder onderzoek is gebleken

dat de factor ‘academische aan-

passing’ de beste voorspeller is

van studiesucces. Op basis van dit

gegeven hebben we vier stappen

in het arrangement georganiseerd.

Daarin hebben we ons specifi eke

onderwijssysteem, het Probleem

Gestuurd Onderwijs, geïntegreerd.

Eerst krijgen de studiekiezers

een individueel gesprek met de

studiebegeleider. In dit gesprek

formuleren ze hun eigen leerdoelen

ten aanzien van hun studiekeuze,

bijvoorbeeld dat ze nog een defi ci-

entie hebben, dat ze meer vertrou-

wen willen krijgen in hun keuze, of

dat ze meer willen weten over ons

onderwijssysteem. Vervolgens gaan

ze samen met anderen aan die leer-

doelen werken via videoconferen-

cing. Het voordeel is dat zij ervaren

wat Probleem Gestuurd Onderwijs

is, meer inzicht krijgen in hun eigen

probleem, en dat zij zien hoe ande-

ren met hun vragen omgaan. Pas

na de videoconferencing krijgen ze

het digitaal assessment. Omdat we

het in deze volgorde doen, kunnen

we zien in hoeverre ze zich acade-

misch kunnen aanpassen. Snappen

ze wat een academische studie

van ze vraagt? Zijn ze bereid hun

denkbeelden aan te passen? Valt

het kwartje? Achteraf krijgen ze een

nabespreking aangeboden.”

VOLGEND JAAR“Er is al een breed pakket aan

maatregelen tegen studie-uitval, en

de studiekeuzegesprekken passen

hier prima in. De centrale afdeling

Studentenwerving is ook positief.

Volgend jaar wil ik kijken of we

meer kunnen samenwerken met de

decanen van de vooropleidingen,

bijvoorbeeld door te werken aan

een overdracht tussen de voorop-

leiding en onze instelling en na te

gaan welke vragen er leven bij de

aankomende studenten. Wij kunnen

dan een vliegende start maken in

de begeleiding van zo’n student.”

AANLEIDING“De twee relatief kleine, specialisti-

sche opleidingen Fiscale Economie

en Econometrie kennen een forse

studie-uitval van ruim 40% na twee

jaar. Dat is op zich reden genoeg

om iets te gaan doen. Daarnaast

krijgen de twee algemene oplei-

dingen binnen onze School in 2010

een numerus fi xus met decentrale

selectie. Er is een reële kans dat

uitgelote studenten zonder goede

overweging zullen kiezen voor

Fiscale Economie of Econometrie.

Dit geeft een verhoogd risico op

uitval, want vaak weten ze niet eens

waarvoor ze kiezen. Deze switchers

moeten vóór de poort dus goed

voorgelicht worden.

Overigens slaat de naam van het

project ‘We blijven op de kleintjes

letten’ van de School of Business

van de Universiteit Maastricht op

het feit dat de twee andere oplei-

dingen binnen de SBE tien keer zo

groot zijn. Het zegt dus niets over

het beeld van de projectgroep over

de aanstaande studenten.”

GELEERD “We gaan het digitale self-assess-

ment dat ontwikkeld is door de

NHTV Breda gebruiken. We gaan

het assesment testen in een andere

opleiding met meer internationale

studenten, en ik hoop dat de test

daar nog breder inzetbaar van

wordt.”

UNIEK“Studenten worden steeds mobieler,

en meer instellingen zullen interna-

tionale studenten krijgen. Reistijd

en reiskosten kunnen een aanzien-

lijke drempel zijn om deel te nemen

aan studiekeuzegesprekken. Video-

conferencing verlaagt die drempel,

in die zin is ons project wel uniek.

Daarnaast hebben we heel bewust

onze onderwijsvorm, het Probleem

Gestuurd Onderwijs, een plek

gegeven in de studiekeuzegesprek-

ken. Studiekiezers kunnen ervaren

– door videoconferencing - hoe

het is om in een onderwijsgroep te

functioneren, en ze kunnen tevens

onderling en met ouderejaarsstu-

denten sparren over hun denkbeel-

den. We hopen dat ze daarmee een

realistischer beeld krijgen van de

opleiding en dat ze hun zelfbeeld

kunnen aanscherpen.”

SAMENWERKING“We hebben in ons projectteam

gekozen voor een scheiding van

de taken van algemene project-

leider en meer uitvoerende pro-

jectmanager. De projectmanager

coördineert de gesprekken. Omdat

hij zelf studiebegeleider is, zit hij

dicht bij het vuur. Zelf zit ik meer

op de onderzoeksmatige kant van

het project. Dit blijkt nu al tot een

vruchtbare samenwerking te leiden;

we doen waar we goed in zijn en

leren van elkaar. Bovendien is het

grote voordeel dat we elkaar kun-

nen vervangen.”

Steeds meer instellingen krijgen buitenlandse studenten over de vloer. Om studenten tot ver over de grenzen uit te nodigen voor een studiekeuzegesprek is wat veel gevraagd. Om dit probleem te ondervangen heeft de Universiteit Maastricht een origineel en goed doordacht plan op tafel gelegd. “Videoconferencing is de oplossing”, aldus de projectleider Jan Nijhuis.

3130

Jan Nijhuis

PROJECTNAAM

We blijven op de kleintjes letten

PROJECTBESCHRIJVING

Alle aankomende studenten worden

benaderd om een traject van vier

stappen te doorlopen; eerst krijgen

ze een individueel gesprek met een

studieadviseur via skype. Daarna

nemen ze deel aan een werkgroep

via videoconferencing met acht

andere aankomende studenten en

een ouderejaars. Ook moeten ze een

digitaal self-assessment invullen. Ten

slotte is er een nabespreking met

studieadviseur.

BETROKKEN OPLEIDINGEN

School of Business and Economics

(SBE ), opleidingen Econometrie en

Fiscale Economie.

PROJECTLEIDER

Jan Nijhuis,

onderzoeker bij de

vakgroep Onderwijskundige

ontwikkeling en onderzoek.

Tel: 043- 38 83760,

[email protected]

“Academisch aanpassingsvermogen is een belangrijke voorspeller van studiesucces. Met ons arrangement gaan we dat testen bij de deelnemers.”“D

E J

EU

GD

DR

AA

IT Z

IJN

H

AN

D N

IET

OM

VO

OR

WA

T

NIE

UW

E T

EC

HN

OLO

GIE

Page 18: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

ken in het studiekeuzegesprek. Als

mensen beslissen daadwerkelijk

te gaan studeren, beginnen ze

met het kennismakingstraject van

tweehonderd studie-uren, waarin

ze worden getest op hun intellectu-

ele capaciteiten. Dit traject omvat

alle aspecten van management,

zodat studenten weten waaraan ze

beginnen. Na het kennismakings-

traject is er opnieuw een studiekeu-

zegesprek. Doel is om een keuze

passend te maken. Meestal is dat

verrassend eenvoudig. We hebben

zo’n uitgebreide snoepwinkel, ik

snoep er zelf ook uit. Er is altijd wel

een cursus of opleiding die past bij

zowel de intellectuele capaciteiten

als bij de levensfase waarin iemand

zich bevindt.”

UITDAGING“Ik hoop dat we met dit project tot

waardevolle risicoprofi elen kun-

nen komen. Wat zijn belangrijke

dimensies, hoe werken ze op elkaar

in? Natuurlijk hebben we al een

aardig idee van de uitvalrisico’s

die op de loer liggen als volwas-

senen hier komen studeren, maar in

hoeverre ze precies bijdragen aan

de daadwerkelijke uitval moeten we

nog uitknobbelen. We willen dus

zelf ook van deze gesprekken leren.

En blijven leren. Want ook na dit

project zullen we de opzet blijven

evalueren, aanpassen en verbeteren,

zodat we onze aanstaande studen-

ten zo goed mogelijk op hun studie

kunnen voorbereiden.”

MEERWAARDE“Er is al veel aandacht voor dit pro-

ject binnen onze faculteit, maar het

grote voordeel van het feit dat we

meedoen met het programma ‘Stu-

diekeuzegesprekken: wat werkt?’

is dat het interne commitment min

of meer extern verankerd is. Omdat

we onze subsidie moeten verant-

woorden, weet ik zeker dat aan de

uitvoering prioriteit wordt gegeven.

Subsidie geeft toch net dat extra

steuntje in de rug.”

VOLGEND JAAR“De strategische visie ‘De Student

Meer Centraal’ blijft, dus we zullen

blijven werken aan de verbetering

aan onze aanpak. En als ik dan een

vooruitblik mag werpen op volgend

jaar, zeg ik dat dankzij dit project

de risicoprofi elen beter in kaart zijn

gebracht en dat er meer structuur

in de gesprekken zit omdat er een

goed gespreksprotocol ligt. En wat

mij betreft gaan we het ook breed

uitdragen. Ik denk namelijk dat

steeds meer opleidingen te maken

krijgen met afstandsonderwijs.

Deels omdat deze maatschappij

vraagt om continue bijscholing van

medewerkers, maar ook omdat de

huidige technologie het mogelijk

maakt om op afstand te studeren.

Wij hebben waardevolle expertise

in huis over hoe je deze studenten

binnenboord houdt, en die delen we

graag.”

AANLEIDING“De Open Universiteit heeft al

enkele jaren een uitgebreid ken-

nismakingstraject met daarin

studiekeuzegesprekken. Ook heb-

ben we in ons bachelorsmentoraat

een automatisch systeem waarbij

mogelijke uitval wordt getraceerd.

Als een student twee keer achter

elkaar zakt of acht maanden lang

geen punten haalt, benaderen we

hem. Dit alles past in onze strategie

‘De Student Meer Centraal’. Maar

nu wilden we meer inzicht in de

risicofactoren voor uitval. Er lag al

een plan om dit goed te onderzoe-

ken, maar hiervoor hadden we de

organisatie en de fi nanciën nog niet

op orde. Tot het programma ‘Stu-

diekeuzegesprekken: wat werkt?’

werd uitgeschreven. Nu kunnen we

een gedegen onderzoek uitvoeren.

Precies op tijd, als je het mij vraagt,

want ik heb het idee dat we veel

onnodige uitval kunnen voorkomen

door goede voorlichting te geven

over wat er nodig is voor studiesuc-

ces.”

UNIEK“Onze studenten zijn uniek. Ieder-

een ouder dan achttien jaar kan

instromen omdat wij geen eisen

stellen aan de vooropleiding. Dit

betekent dat de intellectuele capa-

citeiten niet altijd op het gewenste

niveau zijn. Daarnaast studeren

onze studenten op afstand, en

meestal parttime. Studenten kun-

nen zich nog meer dan bij andere

opleidingen verloren voelen. Het

ontbreken van een stevige sociale

integratie vergt dan ook een andere

voorlichting en een andere begelei-

ding. Dit bieden we in het studie-

keuzegesprek. In dit gesprek gaan

we uitgebreid in op persoonlijke

omstandigheden als studieritme,

privéomstandigheden, discipline en

studievaardigheden. Aanstaande

studenten zijn zich vaak niet bewust

van mogelijke risico’s, laat staan

dat ze al over oplossingen hebben

nagedacht. Overigens zijn de oplos-

singen vaak verbluffend simpel. Met

een vaste studiedag op een plek

waar je niet gestoord wordt, is al

een wereld gewonnen. Ook kunnen

we ze adviseren om een van onze

workshops te volgen, waarin ze be-

paalde studievaardigheden (verder)

kunnen ontwikkelen.”

PASSEND “Studenten die zich aanmelden bij

de Open Universiteit hoef je zelden

naar een andere faculteit of een

ander domein te verwijzen. Ze kie-

zen heel bewust voor een bepaalde

richting, ook al omdat hun keuze

meestal sterk samenhangt met het

beroep dat ze uitoefenen, zeker bij

onze faculteit Managementweten-

schappen. Je hoeft ze dan ook niet

te helpen kiezen. Je moet ze alleen

helpen om de keuze mogelijk te

maken. Zaken als de intensiteit, het

niveau, de begeleiding en de moge-

lijke inhoudelijke keuzes binnen de

opleiding worden daarom bespro-

We leven in een maatschappij waarin je nooit uitgeleerd bent en waarin er steeds meer behoefte is aan bijscholing. Studerenden zijn in toenemende mate werkende mensen die hun studie met werk en gezin moeten combineren. Volgens projectleider Peter Nederlof hoef je hen meestal niet te helpen bij het kiezen. Wel bij het moge-lijk maken van de studie bij de Open Universiteit Nederland.

3332

Peter Nederlof

PROJECTNAAM

Studiekeuzegesprekken met volwassen studenten

PROJECTBESCHRIJVING

Studenten krijgen een studiekeu-

zegesprek om mogelijke persoon-

lijke risico als studieritme, planning,

randvoorwaarden en discipline op te

sporen. Na het kennismakingstraject

van tweehonderd studie-uren volgt

weer een gesprek. Het project moet

leiden tot inzicht in risicoprofi elen,

een systematischer aanpak en hel-

dere gespreksprotocollen.

BETROKKEN OPLEIDING

Faculteit Management-

wetenschappen

PROJECTLEIDER

Peter Nederlof,

opleidingsmanager.

Tel: 045-5762344,

[email protected]

“Oplossingen zijn vaak verbluffend simpel. Met een vaste studiedag op een plek waar je niet gestoord wordt, is al een wereld gewonnen.”“W

E M

OE

TE

N H

EL

PE

N

OM

DE

ST

UD

IEK

EU

ZE

M

OG

EL

IJK

TE

MA

KE

N.”

Page 19: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

thousiasme in betere banen kunnen

leiden. We werden genoodzaakt om

de te nemen stappen heel goed uit

te denken. Dit dwong mij om het

hele project van een afstandje te

bekijken, waardoor ik als project-

leider alleen maar beter inzicht heb

gekregen in het hele proces.”

VERRASSEND“Ik was zeer verrast door het te-

lefoontje van de directeur van de

Hotelschool hier in Leeuwarden. Zij

houden al jaren selectiegesprekken

met de aanmelders, en hij bood ons

aan om hun expertise op dit gebied

te gebruiken. Bij ons gaat het na-

tuurlijk niet om een selectie, maar

we kunnen van hen wel leren hoe

je zo’n gesprek aangaat. Bovendien

ben ik altijd in voor een uitwisse-

ling van expertise. In de ontwikkel-

groep die we onlangs zijn gestart

wordt er fl ink gediscussieerd. Dit

duidt er alleen maar op dat mensen

heel betrokken zijn en dat kan ik

waarderen. Af en toe worden zelfs

de doelen en de effectiviteit van de

interventie in twijfel getrokken. Men

vraagt zich af of we werkelijk in één

gesprek het beeld dat iemand van

de opleiding heeft, kunnen beïn-

vloeden. Deze discussie is nuttig

om goed scherp te krijgen wat we

willen bereiken en hoe we dat doen,

maar de interventie zelf is natuur-

lijk al gekozen. Daar stappen we

niet meer vanaf. Ik ben benieuwd

hoe we volgend jaar op dit proces

terugkijken.”

EFFECT “Stenden Hogeschool heeft 22 op-

leidingen, waarvan er vier meedoen

in dit project. De verschillende

opleidingen werken vrij autonoom,

maar ik merk dat er meer uitwis-

seling komt. Andere opleidingen

zijn benieuwd naar ons project, dat

sterkt me in mijn overtuiging dat

we de koppen bij elkaar moeten

steken. Het start in ieder geval al

met de gesprekstrainingen voor de

docenten; we zetten de docenten

van de vier opleidingen bewust

bij elkaar. En we organiseren ook

intervisiebijeenkomsten na de

eerste gesprekken. Behalve dat er

meer uitwisseling komt, is het voor

de docenten zelf natuurlijk ook een

prima training, ook voor de rest van

hun werk.”

GELEERD “Stenden Hogeschool wil een ver-

nieuwend project opzetten rondom

studiekeuzegesprekken. Daarvoor

heb ik me eerst ondergedompeld in

alle documentatie. Hieruit bleek dat

het erg lastig is om late aanmelders

nog een studiekeuzegesprek aan te

bieden. Docenten hebben het dan

druk; ik las zelfs dat een docent

weigerde om zich in te laten plan-

nen. Daarom hebben wij gekozen

voor groepsgesprekken met alle

aanmelders, zonder een vragenlijst

vooraf. We houden de gesprekken

heel open en uitnodigend.”

UNIEK“Met de keuze voor groepsge-

sprekken tackelen we hopelijk het

probleem van de werkdruk aan het

eind en het begin van het studiejaar.

Daarnaast heeft het een ander voor-

deel. In een groepsgesprek worden

de leerlingen meer geprikkeld om

over hun denkbeelden en motivatie

te denken dan door het invullen van

een vragenlijst. Daarnaast kunnen

ze hun ideeën uitwisselen en aan

elkaar toetsen. Zo leren ze ook van

elkaar. De gesprekken bestaan uit

groepjes van vijf à zes leerlingen.

Groot genoeg voor de uitwisseling,

klein genoeg om iedereen aan het

woord te laten komen. De docenten

die de gesprekken gaan begeleiden

krijgen een speciale training, want

van hen wordt wel wat verwacht.

Hun wacht de schone taak om de

studiekiezers hun denkbeelden en

motivatie onder woorden te laten

brengen, terwijl die zich daarvan

vaak nog niet eens bewust zijn. Met

de aanwezigheid van een oudere-

jaars willen we extra veiligheid bie-

den; met een leeftijdsgenoot praat

het toch wat makkelijker.”

SAMENWERKING“Het ROC Friesland College volgt

het project op de voet en gebruikt

de resultaten in hun voorlichting.

Ook de decanen in het voortgezet

onderwijs stellen we op de hoogte.

We hopen dat zij hun leerlingen

stimuleren om zich in een vroeg

stadium aan te melden op Studie-

link. Bovendien is uit mijn contact

met de decanen nog wel iets

leuks voortgekomen. Ze waren zo

enthousiast over het project, dat ze

mij vroegen om een presentatie te

houden op de decanendag.”

RISICO“Het grootste risico is dat ik te

enthousiast ben. Ik heb het idee dat

ons plan zo goed doordacht en ons

team zo gedreven en gemotiveerd

is, dat het gewoon niet kán mis-

lukken. Wellicht hebben we in die

stemming ook de nogal ambitieuze

doelstelling van 33% minder uitval

geformuleerd. Misschien verwach-

ten we te veel van één zo’n inter-

ventie. Door de samenwerking met

SURFfoundation hebben we het en-

Stenden Hogeschool gaat studiekiezers in kleine groepen uitdagen om hun ideeën over de studie onder woorden te brengen. Ze doen dit via open benadering. Daarnaast biedt het project een oplossing voor de piekbelasting. Het eerste effect is al zichtbaar; docenten laten zich graag trainen tot professioneel gespreksleider en kijken zo ook over de muren van hun eigen opleiding heen. Projectleider Geja Kinds wordt gebeld door andere onderwijsinstellingen en is zelfs uitgenodigd om te spreken op het decanencongres.

3534

Geja Kinds

PROJECTNAAM

Spreek je uit! Een groepsgesprek voor een zorgvuldige start

PROJECTBESCHRIJVING

Getrainde docenten voeren zeer

open gesprekken in groepjes van vijf

tot zes studiekiezers om het beeld

dat ze van de opleiding hebben, te

toetsen aan de werkelijke situatie.

Ook de motivatie moet door de aan-

komende studenten onder woorden

worden gebracht. Alle aanmelders

worden uitgenodigd. Er is geen test

vooraf.

BETROKKEN OPLEIDINGEN

Vier opleidingen van Stenden

hogeschool, locatie Leeuwarden.

PROJECTLEIDER

Geja Kinds,

projectmanager van het

Student Career Centre.

Tel: 058-2441129,

[email protected]

“Onze docenten wacht een schone taak; de studiekiezers hun motivatie en denkbeelden te ontfutselen, terwijl die zich daarvan waar-schijnlijk niet eens bewust zijn.”“D

IT P

RO

JE

CT

K

ÁN

GE

WO

ON

NIE

T

MIS

LU

KK

EN

Page 20: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

ken. Dit gebeurt onder leiding van

een getrainde ouderejaars. De

manier waarop we het tot nu toe

deden, was dat we aanspreekbaar

waren op zo’n meeloopdag, maar

jongeren weten vaak helemaal niet

wat ze moeten vragen, en dan is

er maar weinig interactie. In onze

nieuwe opzet gebeurt dat wel, en je

ziet dat ze daardoor steviger in hun

schoenen komen te staan. Ze kiezen

bewuster.”

SAMENWERKING“Op een van de bijeenkomsten

van het programma ‘Studiekeuze-

gesprekken: wat werkt?’ kwam ik

in gesprek met het bedrijf Active

HRM. Dit bedrijf adviseert onder-

wijsinstellingen hoe zij studenten

beter kunnen begeleiden bij het

maken van studiekeuzes. Hiervoor

hebben ze een digitale vragen-

lijst op de markt gebracht die de

leerlingen meer zelfi nzicht biedt.

Active HRM zocht een instelling

waar ze hun vragenlijst konden toe-

passen en optimaliseren. Ik zocht

iemand met kennis over digitale

vragenlijsten. Met elkaar vormen

we een mooi tandem; we hebben

het projectvoorstel samen geschre-

ven, en Active HRM past voor het

project de vragenlijst aan. Daar-

naast werken we in dit project veel

samen met ons Centrum Studie-

keuze voor de gesprekstraining van

de ouderejaars. Dit centrum staat

paraat als de aspirant-student een

negatief vrijblijvend advies krijgt.

Het Centrum zoekt dan samen met

de student naar een beter passende

studie.”

RISICO“Het is prachtig dat we nu dit pro-

ject kunnen doen, maar ik vraag me

af of we het volgend jaar kunnen

voortzetten. We leven natuurlijk wel

in een tijd van bezuinigingen, en als

er bezuinigd moet worden, is zo’n

project al snel de dupe. Ik hoop

dat deze aanpak een enorm succes

wordt, zodat het straks niet wordt

gezien als kostenpost maar als een

zeer verantwoorde investering.”

UITDAGING“Het wordt nog een hele klus om

intern alles op een rijtje te krij-

gen, iedereen heeft het al zo druk.

Gelukkig kan ik de administratie

en de ICT inkopen, en komt er een

uitvoerend projectleider. Maar de

gesprekken die we als tutoren gaan

voeren met de risicocategorie ko-

men bovenop de normale taakbe-

lasting. Dat wordt dus liefdewerk

oud papier. We hebben de hoop

dat we door die gesprekken minder

begeleiding hoeven te bieden in het

eerste studiejaar, maar dat weten

we nog niet zeker.”

GELEERD “Door deel te nemen aan het pro-

gramma ‘Studiekeuzegesprekken:

wat werkt?’ heeft de opleiding So-

ciologie van de Universiteit Utrecht

het grote voordeel te kunnen leren

van de successen en valkuilen van

andere projecten. We hebben fl ink

zitten grasduinen in alle beschikbare

projectdocumenten. Mede op basis

daarvan hebben we besloten om

aspirant-studenten in een heel vroeg

stadium te benaderen; al op de

meeloopdag.”

UNIEK “In ons onderzoek betrekken we ook

de ouders, vrienden en bijvoorbeeld

de decaan van de aspirant-student.

Uit onderzoek blijkt namelijk dat

veel jongeren in deze fase van hun

leven nog sterk door hen beïnvloed

worden bij het maken van belang-

rijke keuzes. Zij krijgen daarom, via

de leerling, ook een vragenlijst om in

te vullen. Hiermee willen we factoren

als studiegedrag, persoonlijkheid

en motivatie in kaart brengen. Op

basis van de antwoorden worden de

studiekiezers gecategoriseerd naar

het gevaar op studie-uitval: risico -

enig risico – geen risico. Ongeveer

de helft van de studenten zal (enig)

risico op studie-uitval hebben.

Met deze studenten worden voor

aanvang van de studie individuele

gesprekken gevoerd. Ook de intensi-

teit van de begeleiding in het eerste

studiejaar hangt af van de categorie

waarin de student geplaatst wordt.”

AANPASSING“Nog voordat we goed en wel

begonnen zijn, hebben we de eerste

aanpassing al doorgevoerd. Ons

project heet ‘Oranje, rood, GROEN!’.

Dit zijn de categorieën waarin

studenten werden verdeeld naar

aanleiding van de vragenlijsten.

Maar we waren bang dat de termen

rood en oranje stigmatiserend

zouden werken en dat kan natuurlijk

nooit de bedoeling zijn. Voor je het

weet is er sprake van self-fulfi lling

prophecy. Daarom hanteren we nu

de termen risico, enig risico en geen

risico.”

VERRASSING“Iedereen is zo positief, zowel bij

de opleiding als ook vrienden die

ik erover vertel. Zij verzuchten dat

ze destijds ook graag zo’n warm

welkom hadden gekregen. Ook de

eerste reacties van leerlingen die nu

voor de keuze staan, zijn hartver-

warmend. Ze vinden het moeilijk om

te kiezen, en vanuit de middelbare

school is de begeleiding beperkt. Je

studiekeuze is tot op zekere hoogte

toch een sprong in het duister. Door

onze aanpak wordt het keuzever-

mogen van leerlingen geactiveerd,

ook al omdat ze al op de meeloop-

dag in een groepje met elkaar hun

motivatie en denkbeelden bespre-

Is het niet zo dat de mensen in de omgeving van jonge studiekie-zers veel invloed hebben op de keuze van een studie? Dan moeten we ze ook betrekken bij het onderzoek. Dat is de gedachte van de opleiding Sociologie van de Universiteit Utrecht. En daarom krijgen ook ouders, vrienden en de decaan van de school een vragenlijst voorgelegd. Projectleiders Karien Dekker en Miranda Visser heb-ben goede hoop dat zij die vragenlijst willen invullen: “Op de open dagen zie ik altijd veel ouders. Ze zijn heel betrokken.”

3736

Karien Dekker & Miranda Visser

PROJECTNAAM

Oranje, rood, GROEN!

PROJECTBESCHRIJVING

Er is een activerende ketenbena-

dering; met behulp van digitale

vragenlijsten wordt inzicht gegeven

in risicofactoren op uitval. De vra-

genlijsten worden ingevuld door de

aankomende student en belangrijke

derden als ouders, vrienden, decaan

of mentor van de oude school. Op

basis van de antwoorden worden de

studenten in drie groepen verdeeld.

Met de groepen waar (enig) risico

is op uitval, worden individuele ge-

sprekken gevoerd.

BETROKKEN OPLEIDING

Opleiding Sociologie

PROJECTLEIDER

Karien Dekker,

universitair docent.

Tel: 030-2531948,

[email protected]

Miranda Visser,

[email protected]

“Ik hoop dat onze aanpak straks niet wordt gezien als kostenpost maar als een zeer ver-antwoorde investering.”“J

E Z

IET

DA

T Z

E S

TE

VIG

ER

IN

HU

N S

CH

OE

NE

N K

OM

EN

T

E S

TA

AN

Page 21: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

Individuele studiekeuzegesprekken zijn tijdsintensief en relatief duur. Daarom wil projectleider Adam Booij onderzoeken of ze wel een toegevoegde waarde hebben naast andere vormen van studie-keuzebegeleiding zoals een proefcollegedag of een studieadvies op maat. Het project van de opleiding Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit van Amsterdam is interessant en belangwekkend omdat het meer inzicht biedt in alternatieven voor studiekeuzege-sprekken voor grote opleidingen.

3938

Adam Booij

PROJECTNAAM

De toegevoegde waarde van studiekeuzegesprekken

PROJECTBESCHRIJVING

Aanmelders vullen een online in-

takeformulier in en krijgen op basis

daarvan een brief met een op maat

gesneden studieadvies. Daarnaast

krijgt een groep studenten een

studiekeuzegesprek met een oude-

rejaars, waarin objectieve succesfac-

toren benadrukt worden. Een andere

groep volgt een proefcollegedag

over ‘ Economics of Education’, met

de nadruk op onderzoek dat relevant

is voor hun studie. De controlegroep

krijgt alleen een welkomstbrief. On-

derzoek moet uitwijzen welke vorm

het meest effectief is.

BETROKKEN OPLEIDING

Opleiding Economie & Bedrijfskunde

PROJECTLEIDER

Adam Booij,

postdoconderzoeker bij het

Top Institute of Evidence Based

Education Research (TIER).

Tel: 020-5255024,

[email protected]

“Het wetenschappelijke karakter met contro-legroepen en het feit dat de studiekeuzege-sprekken en het proefcollege een verplichtend karakter hebben, maakt dat we straks een uit-spraak kunnen doen over te effectiviteit van de verschillende middelen.”“D

E E

XP

ER

IME

NT

EL

E

AA

NPA

K I

S E

EN

U

ITD

AG

ING

OP

ZIC

H”

GELEERD“We hopen dat we met ons project

een paar pijnpunten uit het pro-

gramma ‘Studiekeuzegesprekken:

wat werkt?’ kunnen tackelen. Qua

opleiding, grootte en soort uitval lij-

ken we het meest op de Rotterdam

School of Management (Erasmus

Universiteit), dus hun project heb-

ben we goed bestudeerd. Voor hen

was het lastig om ook de minder

gemotiveerde kandidaten op een

kennismakingsdag te krijgen. Terwijl

je hen juist wil bereiken. Boven-

dien kun je weinig zeggen over de

effectiviteit van de studiekeuze-

gesprekken versus de effectiviteit

van het proefcollege als je alleen

de gemotiveerde studenten op

bezoek hebt gehad. Daarom zal

onze uitnodiging om te komen veel

minder vrijblijvend van toon zijn

dan in Rotterdam. Daarnaast heb-

ben we geleerd van de Universiteit

Utrecht. Zij vonden het lastig om

het abstractieniveau goed over te

brengen in een studiekeuzegesprek.

Mede daarom hebben we gekozen

voor een proefcollegedag. En van

Nijmegen en Rotterdam hebben we

de tip gekregen om met een pro-

tocol te werken tijdens het gesprek

met de student.”

SAMENWERKING“We overwegen of we ook de Ho-

geschool van Amsterdam uitnodi-

gen op de proefcollegedag. Na zo’n

college zou het immers kunnen dat

een student ontdekt dat hij toch

meer praktisch is aangelegd en dat

een hbo-studie beter bij hem past.

Dan is het goed als wij hem alterna-

tieven kunnen aanbieden. Om die

reden gaan we waarschijnlijk ook

het loopbaanadviescentrum betrek-

ken bij de organisatie.”

VERRASSING“Ik was verrast door de complexi-

teit van de inschrijfprocedure op

de UvA. Dit heeft natuurlijk alles te

maken met het feit dat er bij ver-

schillende instanties veel mensen

aan werken. Het hele proces gaat

over zo veel schijven. Gelukkig is er

vorig jaar al meer lijn gebracht in de

inschrijfprocedure doordat een klein

groepje mensen meer overzicht

kreeg. Hierdoor was op een eerder

moment al meer informatie over

de nieuwe studenten beschikbaar

zodat we beter konden plannen.”

TIP“Wat mij is opgevallen is de enorme

hoeveelheid en ontoegankelijkheid

van informatie over studievoort-

gang, EC’s, BSA’s, uitval en derge-

lijke. Mijn tip is natuurlijk gekleurd

door mijn beroep als onderzoeker,

maar ik adviseer om deze data

beschikbaar te maken en helder en

toegankelijk te krijgen zodat je er

analyses op kunt loslaten. Zorg dat

je iemand hebt die zich daar een

weg in kan banen.”

AANLEIDING“De opleiding Economie & Bedrijfs-

kunde van de Universiteit van Am-

sterdam wil graag meedenken over

de meest effi ciënte en effectieve

manier van studiekeuzebegelei-

ding. Want waar wij niet op zitten

te wachten is een verplichting om

studiekeuzegesprekken te hou-

den in een vorm die in ons soort

organisatie helemaal niet werkt. Stel

je voor dat van bovenaf wordt op-

gelegd dat we met iedere aanmel-

der vooraf een individueel gesprek

moeten voeren? Daarvoor hebben

we veel te veel aanmelders.”

UNIEK“In onze experimentele opzet wor-

den groepen studenten verschil-

lend behandeld. De een krijgt een

brief, een ander wordt uitgenodigd

voor een proefcollege, en weer een

andere groep krijgt een een-op-een

studiekeuzegesprek aangeboden.

De wetenschappelijke opzet met

controlegroepen en het feit dat

de studiekeuzegesprekken en het

proefcollege een verplichtend ka-

rakter hebben, maakt dat we straks

een uitspraak kunnen doen over te

effectiviteit van de verschillende

middelen. Overigens is die experi-

mentele aanpak een uitdaging op

zich. Intern moet iedereen bijvoor-

beeld goed weten dat verschillende

mensen een verschillende behande-

ling krijgen. Dit vraagt nogal wat

van de interne informatievoorzie-

ning.”

HYPOTHESE“Onze hypothese is dat de proef-

colleges een groter zelfselecterend

effect hebben dan de individuele

keuzegesprekken, omdat de stu-

dent direct ervaart wat studeren

betekent en wat het benodigde

abstractieniveau is. Ook verwachten

we dat de gesprekken een groter

effect hebben dan het sturen van

een brief, omdat je de objectieve

succesfactoren expliciet naar voren

kunt laten komen. Als blijkt dat het

proefcollege kan zorgen voor min-

der uitval, is dit heel belangrijk voor

opleidingen met veel aanmeldingen.

Het is immers een kostbare, logis-

tiek lastige operatie om een paar

honderd kandidaten allemaal een

persoonlijk gesprek aan te bieden.”

UITDAGING“Wij onderzoeken ook de resultaten

van studenten die na een gesprek

of collegedag toch elders zijn gaan

studeren. Als blijkt dat zij op een

andere opleiding succesvol zijn,

zou het kunnen zijn dat de studie-

keuzegesprekken bijdragen aan de

‘nationale’ studievoortgang van alle

studenten samen. Het zou mooi zijn

om dit soort cijfers boven water te

krijgen.”

Page 22: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

kwaliteit van zijn keuze verbetert.

We doen meer dan slechts één

gesprek voeren met een student;

we bieden een keten van dialogi-

sche en informatieve activiteiten

waarin de student op verschillende

manieren steeds opnieuw zijn keuze

kan toetsen.”

RESULTATEN“Alle studenten krijgen op basis van

groepsgesprekken met ouderejaars-

studenten, een digitale assessment,

een studiekeuzegesprek en een

studieadvies aangeboden. Dit moet

ze helpen om meer verantwoorde-

lijkheid te nemen voor hun eigen

studiesucces. Dit studieadvies zit

ook in het startdossier dat gebruikt

wordt in de studieloopbaanbege-

leiding. Met dit hele pakket hopen

we de studenten met defi ciënties,

functiebeperkingen en taalachter-

standen eerder te kunnen identifi -

ceren, zodat we ze in een vroeger

stadium kunnen begeleiden of

doorverwijzen. Nu heb je vaak een

paar gesprekken nodig om proble-

men goed boven water te krijgen,

want de meeste technische studen-

ten zijn geen kei in communicatie

en al helemaal niet in het bespreken

van eventuele problemen. Ik hoop

dat we met alle informatie die we

in het voortraject alvast inwinnen,

de studiebegeleiding een vliegende

start geven.”

RISICO“De inzetbaarheid van de oudere-

jaarsstudenten is een risico. Precies

in de periode waarin de groeps-

gesprekken met de aankomende

studenten gaan plaatsvinden, zijn

de ouderejaars niet op de opleiding

vanwege stages of afstudeerop-

drachten. Terwijl dit aspect essenti-

eel is in ons plan. Uit eerdere onder-

zoeken bleek dat studiekiezers het

waarheidsgehalte van uitspraken

van ouderejaars hoger inschatten

dan van uitspraken van docenten.

Daarom willen we ze er graag bij

betrekken. De bulk van het werk ligt

echter bij de docenten. Als pro-

jectmanager zal ik ervoor moeten

zorgen dat zij hier ook genoeg tijd

voor kunnen vrijmaken.”

TIP“We zijn aan de ene kant heel blij

dat we dit project nu zo gedegen

en verantwoord kunnen aanpakken.

Als we niet mee hadden gedaan

met het programma ‘Studiekeuze-

gesprekken: wat werkt?’ had het

zomaar kunnen stranden vanwege

reorganisaties, bezuinigingen en

andere prioriteringen. Maar je moet

je wel realiseren dat het project

daardoor ook extra taken met zich

meebrengt, zoals het beschrijven

van alle interventies en resultaten.”

AANLEIDING“De Hogeschool Windesheim

voert al enige jaren beleid op het

genereren van meer instroom,

betere doorstroom en hogere

rendementscijfers. Hiervoor heb-

ben we geïnvesteerd in betere

studieloopbaanbegeleiding. Maar

uit exitgesprekken blijkt dat vooral

het ontbreken van een goed beeld

van de studie en het beroep zorgt

voor uitval van studenten. Het lijkt

erop dat vaak het verwachtingspa-

troon niet klopt met wat er tijdens

de studie wordt aangeboden. Als

mensen op basis van een verkeerd

idee voor onze studies kiezen,

valt daar met de meest intensieve

studiebegeleiding niets meer aan

te doen. Die mensen vallen meestal

toch uit. Daarom is naast meer in-

stroom vooral een kwalitatief goede

instroom van belang. Het studie-

keuzegesprek is hiervoor een van

de maatregelen. Daarnaast intensi-

veren we de oriëntatie- en voorlich-

tingsactiviteiten. Met de intensieve

studieloopbaanbegeleiding die we

al hebben, werken we zo aan een

versterking van de hele keten van

studie- en beroepskeuzevoorlich-

ting binnen de hogeschool.”

UNIEK“Alle geïnteresseerden voor de

school worden benaderd om mee te

doen aan de activiteiten, en niet al-

leen de mensen die zich aanmelden.

We zien namelijk al jaren dat er veel

geïnteresseerden zijn voor onze vier

technische opleidingen, maar uitein-

delijk krijgen we toch maar betrek-

kelijk weinig aanmeldingen. Daarom

krijgen ook jongeren die een folder

aanvragen of op een open dag

langskomen, een uitnodiging om

mee te doen aan het hele oriënta-

tieproces. Want studenten haken

tijdens hun studie niet alleen af om-

dat ze een verkeerd beeld hebben

van de opleiding of het beroep; het

is ook mogelijk dat geïnteresseer-

den afhaken omdat ze niet helder

krijgen wat de opleiding hun te

bieden heeft. En dat ze daarom niet

eens komen. We hopen dat we op

deze manier meer geïnteresseerden

binnenboord houden. Daarnaast is

het voor iedereen beter als de afha-

kers in een zo vroeg mogelijk sta-

dium afhaken: liever voor aanvang

van de studie dan halverwege.”

UITDAGING“Natuurlijk willen we studenten

verleiden om onze opleidingen te

komen volgen. Maar het is veel be-

langrijker dat we de juíste studen-

ten binnen krijgen. Daarom geven

we duidelijke, eerlijke en objectieve

informatie over de studie en het

beroep. Daarbij hebben we ook

oog voor de minder mooie kanten

van het vak. De uitdaging is om

voortdurend en op verschillende

manieren in gesprek te zijn met

de kiezende student, waardoor de

De Hogeschool Windesheim doet met meer projecten mee in het programma Studiekeuzegesprekken. De leerpunten uit het ene project zijn meegenomen in het andere; nadruk op dialoog met de student, laagdrempeligheid en een projectleider uit eigen gelede-ren. Natascha de Kruijf is die projectleider, namelijk van de School of Built Environment & Transport. Tijdens de studiekeuzegesprek-ken mogen ook de minder mooie kanten van de opleiding aan bod komen.

4140

Natascha de Kruijf

PROJECTNAAM

Het studiekeuzegesprek: een schakel in de keten

PROJECTBESCHRIJVING

Studiekiezers voeren groepsgesprek-

ken met ouderejaarsstudenten. Ook is

er een digitaal assessment. Daarna is

er een persoonlijk studiekeuzegesprek

waarin de nadruk ligt op kennismaking

en verheldering van wat de student wil

en kan. Dit arrangement mondt uit in

een studieadvies en een startdossier.

Het is het begin van een keten waarin

de School voortdurend in gesprek is

met studenten zodat zij hun keuzes

kunnen toetsen.

BETROKKEN OPLEIDINGEN

School of Built Environment &

Transport. Twee opleidingen doen

aan met het project, te weten Civiele

Techniek en Verkeerskunde.

PROJECTLEIDER

Natascha de Kruijf,

projectmanager School of Built

Environment & Transport.

Tel: 038-4699833,

[email protected]

“Uitspraken van ouderejaars hebben volgens studiekiezers een hoger waarheidsgehalte dan uitspraken van docenten” “W

E M

OE

TE

N Z

OR

GE

N

VO

OR

EE

N R

EL

BE

EL

D

VA

N D

E O

PL

EID

ING

Page 23: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

4342

WWW.SURFFOUNDATION.NL/STUDIEKEUZEGESPREKKEN

Page 24: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?

COLOFON

Teksten

Saskia Ridder - VanSas, Tekst & Communicatie

Fotografi e

Annemiek van der Kuil (PhotoA)

Ivar Pel

Vormgeving

Vrije Stijl, Utrecht

Druk

Drukkerij Libertas, Bunnik

© SURFfoundation

Maart 2010

44

Page 25: Studiekeuzegesprekken: wat werkt?