Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

68
Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016 Faculteit Geowetenschappen Willem C. van Unnikgebouw Heidelberglaan 2 Postbus 80115 3508 TC UTRECHT Tel. 030 – 253 9559 Utrecht, juli 2015

Transcript of Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

Page 1: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

1

Studiegids

Masterprogramma

Geo-communicatie

2015-2016

Faculteit GeowetenschappenWillem C. van Unnikgebouw

Heidelberglaan 2Postbus 80115

3508 TC UTRECHTTel. 030 – 253 9559

Utrecht, juli 2015

Page 2: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

2

Adressen en postvakken

Adressen

Het bezoekadres van de faculteit is:Faculteit GeowetenschappenHeidelberglaan 2,3584 CS UtrechtTel. 030 – 253 2044, Internet: www.uu.nl/geo

Het postadres van de faculteit is:Faculteit GeowetenschappenPostbus 80.1153508 TC Utrecht

De balie van het Student Affairs:Victor J. Koningsbergergebouw, 1ste verdiepinginfo: http://students.uu.nl/praktische-zaken/wie-wat-waarTel. 030 – 253 9559E-mail: [email protected]

Secretariaat Sociale Geografie en PlanologieKamer 601, 6de verdieping W.C. van UnnikgebouwTel. 030 – 253 1399Fax. 030 – 253 2037

De V.U.G.S, studievereniging voor sociaal geografen en planologenRuppertgebouwTel. 030 – 253 2789E-mail: [email protected], Internet: http://vugs.uu.nl

European Geography Association (EGEA), een samenwerkingsverband van Europese studieverenigingenRuppertgebouwTel. 030 – 253 9708E-mail: [email protected], Internet: http://www.egea.eu/entity/utrecht

Postvakken

De postvakken van docenten en medewerkers van het departement Sociale Geografie en Planologie vind je in het Willem C. van Unnikgebouw op de 6e verdieping bij kamer 635.

De postvakken van V.U.G.S./Drift ’66/EGEA, voorlichting en PR vind je op de 7e verdieping.

Bij het studiepunt kun je brieven inleveren voor de examencommissie of per [email protected]

Grafische verzorging: UU - Faculteit Geowetenschappen - Communicatie & Marketing - (Carto)grafische Vormgeving 2015 (8886)

Page 3: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

3

Inhoudsopgave

Voorwoord 5

Een eerste kennismaking (Een rijk verleden) 7

Masterprogramma’s Sociale Geografie en Planologie 9

Cursusinschrijving en regels 11

Bestuur en onderwijsorganisatie 17

Masterprogramma Geo-communicatie 19

Onderwijs- en examenregeling Masterprogramma’s Studiejaar 2015-2016 29

Reglement examencommissie Geowetenschappen 2015-2016 51

Adressenlijst docenten en overige stafleden departement SG&PL 57

Het Van Unnikgebouw 59

Belangrijke informatie voor studenten/Waar kan ik terecht voor …? De voorzieningen 61

Master Cursuskalender 2015-2016 65

Jaarkalender 2015-2016 67

Page 4: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

4

Page 5: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

5

Voorwoord

De masteropleiding is voor de meeste studenten de afronding van een heel lange onderwijscarrière. En misschien ter opluchting: het is ook de kortste opleiding die je volgt, maar één of hooguit twee jaar. Het is de laatste stap op weg naar een professionele beroepscarrière. Dat bepaalt ook het karakter van de masters. Eerst wordt de actuele specialisti-sche kennis behandeld, maar de meeste tijd wordt besteed aan het toepassen in een praktijkgericht onderzoek, al dan niet in combinatie met een stage.

De masterprogramma’s van het departement SGPL worden gecoördineerd in de Academic School Geografie en Planologie, maar vallen ook onder de Graduate School van de faculteit. Een toelatingscommissie bepaalt of studenten worden toegelaten tot de master, eventueel na een prémasterprogramma.

De tweejarige masteropleiding Human Geography and Planning (Research Master) valt onder de Graduate School van de faculteit en heeft een selectieve toegang.

In deze studiegids staat specifieke informatie over je masterprogramma. Maar eerst volgt een algemene toelichting op de masterprogramma’s van de Academic School. Het gaat om de opzet van de programma’s en een paar belangrijke organisatorische zaken. Achter in de gids vind je informatie over studentenvoorzieningen op de faculteit en in de Uithof en zaken en begrippen die je als student van de faculteit moet weten. Ook staat daar een overzicht van de docen-ten van SGPL en de onderwijskalender van alle mastercursussen. Ook de regels voor examens (OER) zijn in deze gids opgenomen.

Veel inspiratie en succes toegewenst in dit nieuwe studiejaar!

Dr. T. BénekerVoorzitter Academic School Sociale Geografie en Planologie

Page 6: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

6

Page 7: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

7

Een eerste kennismaking (Een rijk verleden)

Sociale (en fysische) geografie is aan de Utrechtse universiteit al meer dan honderd jaar oud. Het Geographisch Instituut der Rijks-Universiteit Utrecht (tegenwoordig onderdeel van de faculteit Geowetenschappen) werd opgericht in 1908. Het instituut begon bescheiden, met twee hoogleraren, enkele assistenten en een handvol studenten. Die studenten volgden geografie slechts als bij- of keuzevak. Hun hoofdstudie was bijvoorbeeld geschiedenis, Nederlands, wis- of na-tuurkunde. Ze wilden echter als leraar op een HBS of Gymnasium gaan werken, en dan was een lesbevoegdheid in de aardrijkskunde meegenomen. Daarvoor moesten ze een tentamen sociale geografie en een tentamen fysische geogra-fie doen.

In 1921 werden de sociale en de fysische geografie twee zelfstandige studierichtingen. Sinds dat jaar kun je je aan-melden als eerstejaars sociale of fysische geografie. Wel kreeg je veel vakken gezamenlijk, want uiteindelijk kwamen de meeste afgestudeerden destijds als aardrijkskundedocent voor de klas te staan. En dan moest je van beide het no-dige weten. De nieuwe studierichtingen waren ook een stimulans om een eigen studentenvereniging op te richten: de roemruchte V.U.G.S. (1922).De geografen kregen in 1929 een eigen, prestigieus pand in de binnenstad, vlakbij het Janskerkhof. Loop, als je eens in de buurt bent, langs Drift 21. Het pand is nog steeds in gebruik door de universiteit; de centrale hal is befaamd om haar architectuur en lichtval (geen wonder dat ze af en toe wordt gebruikt als locatie om discussieprogramma’s voor de televisie op te nemen). Op dat adres liepen veertig jaar lang studenten geografie college, maakten ze tentamens, en organiseerde de V.U.G.S. er lezingen en feesten. En de planologie werd er steeds belangrijker.In 1970 volgde de verhuizing naar de gloednieuwe Uithof, naar wat toen Trans II heette en tegenwoordig het Willem C. van Unnikgebouw (Van Unnik was een hoogleraar theologie). Het oude pand aan de Drift was veel te klein gewor-den voor het steeds groeiende aantal studenten, docenten en onderzoekers, maar er werd toch met enige weemoed afscheid genomen. De Uithof bood veel ruimte, maar was ook onpersoonlijk en zeker toen nog ver weg van de gezel-lige binnenstad.Op de Uithof is het Geografisch Instituut zo groot geworden, dat een splitsing in twee departementen noodzakelijk was. Het huidige Departement Sociale Geografie en Planologie telt meer dan honderd medewerkers en duizend stu-denten. Samen met het Departement Fysische Geografie en twee andere departementen (Aardwetenschappen en Innovatie- en Milieuwetenschappen) vormt ze de faculteit Geowetenschappen.

Ondanks alle veranderingen is er tussen 1908 en 2014 ook veel hetzelfde gebleven. Al in de zomer van 1909 bijvoor-beeld vertrokken studenten met de trein naar de Eifel om daar mee te doen aan een meerdaagse excursie over de geomorfologie van het landschap; in 1912 bezochten zij meerdere weken de Alpen. Ook tegenwoordig zijn er nog ex-cursies – zo zijn in juni 2010 34 studenten naar de Zwitserse Alpen gegaan, 99 jaar na het eerste bezoek van Utrechtse geografiestudenten aan dit gebied. De trein is nu ingewisseld voor de bus, en de geomorfologie voor planologische en sociaal-geografische onderwerpen. Gebleven is de interesse om via eigen waarneming de omgeving te leren begrijpen – een echte boekenstudie zal de geografie nooit worden.

De Alpen zijn tot op de dag van vandaag een geliefde excursiebestemming. Uitrusten ergens halverwege een bergwandeling (1921)

Page 8: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

8

Page 9: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

9

Masterprogramma’s Sociale Geografie en Planologie

Doel masterprogramma’s

Het algemene doel van de SGPL masterprogramma’s is om de masterstudent:• een academische kritische houding, gespecialiseerde kennis, onderzoeksvaardigheden en inzicht bij te brengen op

het gebied van de sociale geografie en planologie, in het bijzonder de economische geografie, de stadsgeografie, geografie en communicatie, de internationale ontwikkelingsgeografie, management van geografische informatie en de planologie;

• te leren om individueel en zelfstandig in een relevante praktijkomgeving een academisch onderzoek op te zet-ten, organiseren en uit te voeren, en de resultaten daarvan adequaat te communiceren met verschillende belanghebbenden;

• voor te bereiden op de beroepsuitoefening als onafhankelijk, academisch en kritisch denkende sociaal-geograaf/planoloog, in de sfeer van toegepast onderzoek, beleid en management.

De doelstellingen zijn verder per programma gespecificeerd.

De programma’s

Binnen de Academic School Geografie en Planologie worden de volgende masterprogramma’s aangeboden:• het eenjarige programma Economische Geografie (Nederlandstalig, start in september; ook in deeltijd)• het eenjarige programma Geo-communicatie (Nederlandstalig, start in september; ook in deeltijd)• het eenjarige programma Urban Geography (Engelstalig, start in september; ook in deeltijd)• het eenjarige programma Planologie (Nederlandstalig, start in september; ook in deeltijd)• het eenjarige programma International Development Studies (Engelstalig, start in september; samen met de

Faculteit Sociale Wetenschappen en ISS).

Daarnaast participeert Sociale Geografie en Planologie in de volgende masterprogramma’s:• het tweejarige programma Geographical Information Management and Applications (Engelstalig, start in septem-

ber; ook in deeltijd; inschrijving bij de Universiteit Utrecht; Wageningen Universiteit; ook het ITC Enschede en de Technische Universiteit Delft (is penvoerder) participeren)

• het tweejarige programma Geografie: educatie en communicatie (Nederlandstalig, start in september en februari; ook in deeltijd; samen met Coluu)

• het tweejarige programma Human Geography and Planning (Research Master met selectieve toegang op basis van resultaten in de vooropleiding en motivatie; Engelstalig, start in september)

In deeltijd

In deeltijd studeren betekent dat je in een onderwijsperiode één cursus doet, in plaats van twee cursussen tegelijk. Het programma van één jaar duurt dan twee jaar.Omdat het aantal deeltijdstudenten dat de volledige opleiding in deeltijd wil volgen, zeer gering is, wordt er geen apart deeltijdonderwijs aangeboden. Dit betekent, dat deze studenten het onderwijs – in aangepast tempo – volgen met de voltijdstudenten. Het onderwijs wordt op diverse dagen in de week aangeboden, afhankelijk van de tijdsloten waarin elk onderdeel is geroosterd.De deeltijdopleiding is inhoudelijk gelijk aan de voltijdse opleiding en gaat uit van een studiebelasting (colleges, zelfstu-die) van twintig uur per week.

Inlichtingen over studeren in deeltijd zijn te verkrijgen bij: drs. J. Bierbooms, studieadviseur, kamer 301, tel. 030 253 3251

Page 10: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

10

Opzet en globale inhoud van de masterprogramma’s

• Indeling van een jaar in vier periodes van negen of tien weken.• Aanvang van de studie altijd begin september (periode 1).• Elke periode bestaat uit twee parallelle – halftijdse – cursussen van 7,5 studiepunten. Een studiepunt is een

Europees vastgestelde eenheid voor een studielast en komt overeen met 28 uur studeren.• Elk masterprogramma kent minimaal twee vakinhoudelijke specialisatie cursussen.• Elk masterprogramma kent minimaal een vakspecifieke onderzoeksvaardigheid cursus, zoveel mogelijk toegespitst

op de betreffende master.• Elk masterprogramma bevat een afstudeeronderzoek van minimaal vijftien studiepunten, uitmondend in een mas-

terthesis. Zie hiervoor verder de specifieke beschrijving van je masterprogramma, verderop in de studiegids.• In ieder masterprogramma is het mogelijk een stage te doen als apart onderdeel of geïntegreerd met het afstudeer-

onderzoek. Zie hiervoor verder de specifieke beschrijving van je masterprogramma, verderop in de studiegids.• Ten behoeve van een snelle voortgang in het onderzoeksproces is een ‘protocol vertraging afstuderen’ ontworpen,

waarbij vertraagde studenten (die langer dan een half jaar over stage/thesis doen) worden opgeroepen om een concreet en realistisch plan van aanpak te schrijven dat door mastercoördinator en begeleider wordt getoetst op haalbaarheid. Zie verder de masterthesis-studiewijzer per masterprogramma.

Page 11: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

11

Cursusinschrijving en regels

Het onderwijsjaar is ingedeeld in vier onderwijsperioden. Binnen elke onderwijsperiode kunnen er twee cursussen paral-lel worden gevolgd, elk met een omvang van 7,5 studiepunten (samen ongeveer 200 uur studiebelasting). De cursus-sen zijn zo geprogrammeerd in de week (verschillende tijdsloten) dat je ze naast elkaar kunt volgen. Voor deelname aan deze cursussen moet je je inschrijven via OSIRIS Student. Zonder tijdige inschrijving is deelname aan cursussen niet mogelijk!In de cursuskalender (zie bijlage) vind je een overzicht van alle cursussen van SGPL en de tijdsloten waarin de cursussen gegeven worden.

Tijdsloten

Elke cursus heeft een eigen tijdslot. Dat is een aantal vaste momenten in de week waarbinnen de activiteiten in een cursus plaatsvinden. Er zijn de volgende combinaties:A: maandagochtend, woensdagochtendB: dinsdagochtend, donderdagmiddagC: maandagmiddag, donderdagochtendD: woensdagmiddag, hele vrijdagOp dinsdagmiddag wordt in principe geen onderwijs verzorgd, wel kan die middag voor individuele besprekingen ge-bruikt worden. Door het werken met tijdsloten weet je wanneer je op de universiteit verwacht kunt worden. Hier kun je rekening mee houden in je planning.

Onderwijsperioden

Het onderwijs vindt plaats in twee semesters, die elk weer opgesplitst zijn in twee perioden van negen of tien weken. Het weekschema voor 2015-2016 is:

Periode Periodedata Opmerking

1 31 augustus 2015 t/m 30 oktober 2015

2 9 november 2015 t/m 29 januari 2016 week 52 53 en week 1 vakantie 3 8 februari 2016 t/m 8 april 20164 25 april 2016 t/m 1 juli 2016

Het tweejarige programma Geographical Information Management and Applications is anders opgebouwd in verband met de samenwerking met het ITC, TUD en WUR. Hier zijn drie perioden en geen tijdsloten en het is afstandsonderwijs met contactweken.

Inschrijven voor cursussen

1. Het is verplicht je voor elke cursus in te schrijven (NB: studenten van buiten Universiteit Utrecht: voor de cursussen waarmee je start met de opleiding word je automatisch ingeschreven) via https://www.osiris.universiteitutrecht.nl.

2. Bij tijdige inschrijving voor een verplichte cursus word je geplaatst.3. Inschrijving in een keuzecursus biedt geen garantie op een plaats. Bij overtekening vindt loting of selectie plaats.

Afhankelijk van de aard van de cursus gelden plaatsingsregels of wordt er geloot.4. Inschrijven verplicht tot deelname aan de verplichte werkvormen en aanwezigheid bij de eerste bijeenkomst, zoals

omschreven in de studiewijzer van de cursus.

Page 12: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

12

5. Als je afziet van deelname schrijf je dan direct uit om een plaats vrij te maken. Dit kan tot twee weken na aanvang van de cursus, maar doe het liever eerder. Zonder tijdige uitschrijving wordt als cursusresultaat NVD (niet voldaan) geregistreerd en zal je bij de volgende plaatsing voor een keuzecursus geheel onder aan de volgordelijst komen.

6. Voor studenten in de masteropleiding: schrijf je direct bij aanvang van je thesis en/of stage éénmalig in; de inschrij-ving daarvoor staat altijd open.

7. Schrijf je in voor een cursus tijdens de inschrijfdata via Osiris Student. Na-inschrijving is alleen mogelijk voor cursus-sen waar nog plaats is. Ook verplichte cursussen kunnen intussen vol zijn. Dit zijn de data:

Voor periode Inschrijfdata Na-inschrijving

1 1 juni t/m 28 juni 2015 17 en 18 augustus 20152 14 september t/m 28 september 2015 26 en 27 oktober 20153 2 november t/m 29 november 2015 18 en19 januari 20164 25 januari t/m 21 februari 2016 4 en 5 april 2016

8. Een docent heeft geen zeggenschap over in- of uitschrijvingen.9. Je kunt je maar voor twee cursussen per periode inschrijven via Osiris Student (voor mastercursussen: dat is exclusief

thesis en stage).

Didactische aspecten en wederzijdse verwachtingen

In het onderwijs worden de volgende principes toegepast:• Activerend onderwijs• Inspanningsverplichting• Meerdere toetsmomenten per cursus

De punten worden kort toegelicht.1. In het onderwijs worden activerende onderwijsvormen toegepast. Activerend onderwijs is een onderwijsvorm

waarbij studenten voor een belangrijk deel zelf het leerproces moeten vormgeven, via het maken van individuele of groepsopdrachten of opgaven, het deelnemen aan debatten of simulatiespelen en het toepassen van aangeleerde methodieken. Activerend onderwijs gaat gepaard met een goede ondersteuning door de docent, via studieaanwij-zingen, instructies, handleidingen en feedback op geleverde prestaties. Er wordt vooral gewerkt in kleine groepen.

2. De opleiding stelt zich ten doel een inspirerend en kwalitatief hoogwaardig studeerklimaat aan te bieden. Inzet van de opleiding is om samen met de student maximale kennisverwerving te verwezenlijken. Alle bij de opleiding betrokken docenten en ondersteuners hanteren het uitgangspunt dat indien de student zich ten volle inzet voor de studie, een zo groot mogelijke garantie gegeven kan worden dat de afzonderlijke cursussen met goed gevolg wor-den afgesloten.

3. Binnen iedere cursus bestaan meerdere toetsmomenten. De eindbeoordeling van een cursus hangt dus niet al-leen af van een eventuele eindtoets, die vaak de vorm van een schriftelijk tentamen heeft. Er zijn al toetsmomenten (en soms herkansingsmogelijkheden) gaandeweg de cursus.

Zak/slaag regeling en inspanningsverplichting

Kijk zorgvuldig in de studiewijzer van de cursus wat de gestelde eisen zijn. De opleiding hanteert de volgendezak/slaag regeling:Als het eindcijfer van de cursus voor afronding groter of gelijk is aan een 5,50 dan ben je voor de cursus geslaagd.Wanneer het gewogen gemiddelde van de deelcijfers voor afronding lager is dan 4,00 ben je gezakt en zijn er geen mogelijkheden tot verbetering van het cijfer. Je moet dan de cursus helemaal opnieuw doen (als het om een verplichte cursus gaat) of eventueel een andere cursus kiezen.Als het cijfer voor de eindbeoordeling voor afronding groter of gelijk aan 4,00 en lager of gelijk aan 5,49 is, dan be-staat voor studenten die hebben voldaan aan de aanwezigheids- en inspanningsverplichting de mogelijkheid

Page 13: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

13

om het cijfer te verbeteren. Hoe dit gestalte krijgt, zal per cursus verschillen, maar de regel is dat dit gebeurt door mid-del van een aanvullende toets die in de volgende weken plaatsvindt:

Voor periode Aanvullende toetsing

1 week 482 week 83 week 204 week 29 (maandag 18 juli 2016)

In verband met de zomervakantie kan het zijn dat deze herkansingen niet binnen 10 werkdagen zijn nagekeken.

De exacte data worden bekend gemaakt via de website van het Studiepunt Geowetenschappen, op het rooster van het cursusjaar 2015-2016.

Dit is in principe ook de inleverdatum van opdrachten die moeten worden herkanst of verbeterd.Indien men slaagt voor de herkansing of reparatie wordt het eindcijfer een 6.

De opleiding hanteert voor de inspanningsverplichting van de kant van studenten de volgende regels:• De studiewijzer voor iedere cursus maakt duidelijk voor welke activiteiten aanwezigheidsplicht geldt;• De norm is dat studenten bij alle verplichte onderdelen aanwezig zijn; aanwezigheid wordt geregistreerd;• Studenten die afwezig zijn bij een niet-verplichte bijeenkomst, hebben zelf de verantwoordelijkheid om (via mede-

studenten) te achterhalen welke stof is behandeld en welke afspraken zijn gemaakt in de gemiste bijeenkomst. ‘Ik wist het niet, want ik was er niet’ is nooit een geldig excuus;

• Het verlaat inleveren van opdrachten kan een mindering op het betreffende cijfer betekenen; en de mogelijkheid tot deelname aan een eventuele herkansing zal komen te vervallen;

• Het is zeer ernstig als een student afwezig is bij toetsen. Er is geen automatisch recht op een (individuele) herkan-sing. Het is aan de docent te bepalen of er werkelijk sprake is van overmacht en of daarom eventueel een extra kans gerechtvaardigd is. Wanneer je naar het oordeel van de docent in aanmerking komt voor een aanvullende toetsing, kan de docent er voor kiezen om je deel te laten nemen aan de reguliere herkansing aan het eind van de cursus. Wanneer dit het geval is (en uitsluitend in dit geval!), dan geldt niet bovenstaande regel dat je na deelname aan de aanvullende toetsing alleen nog maar een 6 als eindcijfer voor de cursus kunt halen. Het behaalde cijfer voor de aanvullende toetsing zal in dit geval op de normale wijze meewegen in de totstandkoming van het eindcijfer.

• Wanneer ziekte de reden is van afwezigheid, dan moet je dit vooraf telefonisch melden bij de coördinator van de cursus of bij het Secretariaat SG&PL, telefoon 030 – 253 1399. Zodra je beter bent, moet je een doktersverklaring inleveren en een afspraak maken met de coördinator van de cursus om het tentamen z.s.m. in te halen. Alleen dan heb je recht om het tentamen op een ander tijdstip te maken.

Gang van zaken tijdens colleges

Om het onderwijs in goede banen te leiden, zijn er enkele (soms ongeschreven) regels en gewoonten.• Een hoorcollege bestaat meestal uit tweemaal 45 minuten college, met een pauze van een kwartier.• Zorg dat je op tijd aanwezig bent bij de verschillende studievormen.• Wanneer je toch te laat bent, ga dan zachtjes via de achteringang van de collegezaal naar binnen.• Tijdens hoorcolleges is het natuurlijk logisch dat je aandachtig luistert. De inhoud van de hoorcolleges kan immers

getentamineerd worden, het is dus verstandig om aantekeningen te maken.• Rumoer in de zaal is irritant voor de docent, maar ook voor medestudenten die aandachtig willen luisteren.• Zorg dat tijdens de verschillende cursussen en tentamens je mobiel uit is.• Neem geen eten mee tijdens een college.• Bij tentamens wordt je collegekaart gecontroleerd, meenemen dus!• Het eerste college van een cursus heeft een aanwezigheidsverplichting.

Page 14: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

14

Rechten & Plichten

Net als alle andere bewoners van Nederland, heb je als student rechten maar ook plichten. Hiervoor zijn enkele officiële reglementen en statuten opgesteld voor de student. Op de faculteit Geowetenschappen kun je drie reglementen en statuten onderscheiden:• Het Facultair reglement geeft informatie over de bestuurlijke structuur van de faculteit en de taken en bevoegd-

heden van de verschillende organen, zoals faculteitsleiding en faculteitsraad. In dit reglement kun je als student gedeeltelijk nalezen welke zaken in welke raad, commissie of bestuur aan de orde gesteld kunnen worden.

• Het Onderwijs- en examenreglement (OER) geeft informatie over tentamens, herkansingen, afstuderen, stu-diepunten, ingangseisen, werkwijze van examencommissies etc. Hierin staat ook hoe je als student bezwaar kan maken tegen een bepaalde beslissing of een vrijstelling kan aanvragen. Je kunt in deze gids het OER terugvin-den na de cursusomschrijvingen, of je kunt het nalezen op: http://students.uu.nl/praktische-zaken/wie-wat-waar/facultaire-studiepunten

• Het Opleidingsstatuut biedt informatie over bestuur en medezeggenschap. Het statuut regelt de rechten en plichten van de studenten enerzijds en de Universiteit Utrecht en de faculteit Geowetenschappen anderzijds. Hierin staan praktische zaken zoals informatie over inschrijving, opzet van de opleiding, studiebegeleiding en voorzienin-gen. Je kunt het volledige statuut nalezen op: http://www.uu.nl/masters/

• De examencommissie houdt zich bezig met regelingen inzake onderwijs/tentamens en examens. Hier kun je ook verzoekschriften indienen. Enkele voorbeelden van verzoekschriften zijn: vrijstellingen, deelname extra cursussen, overgangsregelingen, etc.

Fraude en Plagiaat

Het plegen van fraude en plagiaat wordt streng bestraft. Dit betreft zowel fraude bij schriftelijke tentamens als het il-legaal gebruik maken van andermans teksten of werkstukken. Haal dus nooit letterlijke informatie van het internet en schrijf geen lappen tekst van anderen over: je moet zélf je opdrachten maken. Zorg altijd voor een goede bronvermel-ding. Vraag bij twijfel raad aan de docent. De examencommissie zal doorgaans bepalen dat fraudeplegers minimaal één jaar uitgesloten worden van de betreffende cursus.

Onder fraude valt onder meer:• tijdens het tentamen spieken. Degene die gelegenheid biedt tot spieken is medeplichtig aan fraude;• tijdens het tentamen in het bezit te zijn van hulpmiddelen (voorgeprogrammeerde rekenmachine, mobiele telefoon,

boeken, syllabi, aantekeningen etc.), waarvan de raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan;• door anderen laten maken van (delen van) een studieopdracht;• zich voor de datum of het tijdstip waarop het tentamen zal plaatsvinden, in het bezit te stellen van de vragen of op-

gaven van het desbetreffende tentamen;• fingeren van enquête- of interviewantwoorden of onderzoekgegevens.

Van plagiaat is sprake bij het in een scriptie of ander werkstuk gegevens of tekstgedeelten van anderen overnemen zonder bronvermelding. Onder plagiaat valt onder meer:• het knippen en plakken van tekst van digitale bronnen zoals encyclopedieën of digitale tijdschriften zonder aanha-

lingstekens en verwijzing;• het knippen en plakken van teksten van het internet zonder aanhalingstekens en verwijzing;• het overnemen van gedrukt materiaal zoals boeken, tijdschriften of encyclopedieën zonder aanhalingstekens en

verwijzing;• het opnemen van een vertaling van bovengenoemde teksten zonder aanhalingstekens en verwijzing;• het parafraseren van bovengenoemde teksten zonder verwijzing. Een parafrase mag nooit bestaan uit louter ver-

vangen van enkele woorden door synoniemen;• het overnemen van beeld-, geluid- of testmateriaal van anderen zonder verwijzing en zodoende laten doorgaan

voor eigen werk;

Page 15: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

15

• het overnemen van werk van andere studenten en dit laten doorgaan voor eigen werk. Indien dit gebeurt met toe-stemming van de andere student is de laatste medeplichtig aan plagiaat;

• wanneer in een gezamenlijk werkstuk door een van de auteurs plagiaat wordt gepleegd, zijn de andere auteurs me-deplichtig aan plagiaat, indien zij hadden kunnen of moeten weten dat de ander plagiaat pleegde;

• het indienen van werkstukken die verworven zijn van een commerciële instelling (zoals een internetsite met uitrek-sels of papers) of die tegen betaling door iemand anders zijn geschreven.

Page 16: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

16

Page 17: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

17

Bestuurlijke en onderwijsorganisatie

Universiteit en faculteit

Het bestuur van de universiteit is georganiseerd op drie niveaus: de universiteit, de faculteiten en de departementen. Op alle niveaus is er inspraak en medezeggenschap van de wetenschappelijke staf, de technische en administratieve staf en van de studenten. Raadpleeg voor de leden en contactadressen van de verschillende besturen en organisaties de webpagina’s van de faculteit.

Faculteitsleiding GeowetenschappenDe decaan, de vice-decaan, de directeur en een studentlid vormen het bestuursteam van de faculteit. Secretariaat: Kamer 723, Willem C. van Unnikgebouw.De faculteitsraad, het medezeggenschapsorgaan, telt veertien leden, waarvan de helft student is en de andere helft personeel. De raad vergadert vijf keer per jaar. Zie voor de samenstelling van het bestuur en de raad de website van de faculteit.

DepartementenEr zijn vier departementen in de faculteit Geowetenschappen: Aardwetenschappen, Fysische Geografie, Innovatie-, Milieu- en Energiewetenschappen en Sociale Geografie en Planologie. Ieder departement heeft een bestuur dat bestaat uit een voorzitter en de directeuren onderzoek en onderwijs. Dit team beslist over het beleid en financiële en personele aangelegenheden.

OnderwijsbesturenHet meeste onderwijs wordt per departement georganiseerd. De onderwijsdirecteur van een departement is de eindver-antwoordelijke voor het bachelorprogramma en de eenjarige masteropleidingen. Er is een bestuur voor de bachelorop-leiding SGPL en een bestuur voor de éénjarige masteropleidingen SGPL en de tweejarige masteropleiding Geographical Information Management and Applications. De beide besturen bestaan uit staf (onderwijscoördinatoren) en een stu-dentenvertegenwoordiging en houden zich bezig met de programmering, organisatie, coördinatie en kwaliteitszorg van het onderwijs. De onderwijsdirecteur vormt samen met de voorzitters van de beide besturen en onderwijs-coördinator het onderwijsmanagementteam (OMT), waarin strategische onderwijszaken worden besproken.

Undergraduate School GeosciencesDe Undergraduate School Geowetenschappen wil studenten uitdagen, het beste uit zichzelf te halen, zodat ze uit-groeien tot kundige en betrokken academici. De School biedt vijf maatschappelijk zeer relevante bacheloropleidingen aan, die nauw aansluiten bij de actualiteit. Deze wordt bestuurd door de onderwijsdirecteuren onder leiding van de vice-decaan.

Graduate School GeosciencesDe tweejarige researchmasterprogramma’s van de masteropleidingen Earth Sciences, Environmental Sciences, Science and Innovation Management en de master Human Geography and Planning en de eenjarige masters Sociale Geografie en Planologie zijn onderdeel van de Graduate School Geosciences. Deze wordt bestuurd door een Board of Studies, die bestaat uit de onderwijs- en onderzoekdirecteuren van de faculteit, studentlid en PhDlid onder leiding van de vice-decaan.De Board of Studies is verantwoordelijk voor de inhoudelijke programmering, de kwaliteitszorg en de toelating tot de diverse programma’s. De logistieke organisatie van het onderwijs van de researchmasterprogramma’s is ondergebracht bij de inhoudelijk aanpalende departementen en de facultaire diensten.

OpleidingscommissiesIn de wet op het hoger onderwijs is vastgesteld dat er per opleiding een opleidingscommissie is, bestaande uit eenzelf-de aantal staf en studentenvertegenwoordigers. Deze commissie moet adviezen geven over de jaarlijks vast te stellen

Page 18: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

18

onderwijsprogramma’s en onderwijs examenreglementen en kan gevraagd of ongevraagd adviseren over het onderwijs, zoals organisatie, kwaliteit, enzovoorts.

ExamencommissiesEr is een examencommissie voor de Undergraduate school en een examencommissie voor de Graduate school. Beide zijn onderverdeeld in kamers. Een examencommissie bestaat uit stafleden, die gemiddeld 10 keer per jaar vergadert.De examencommissie is o.a. verantwoordelijk voor de kwaliteit van de toetsing. Zij houdt toezicht op de uitvoering van de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Ze reikt in openbare zittingen de diploma’s uit. Een examencommissie beoordeelt onder andere ook verzoeken voor goedkeuring van het volgen van onderwijs buiten de faculteit, verzoeken om vrijstellingen en vervangingen. Brieven en verzoeken aan de examencommissies kunnen worden ingeleverd bij het Student Affairs Faculty of Geosciences of per e-mail [email protected]

StudieadviseursJe kunt terecht bij de studieadviseurs met vragen over de inhoud en de planning van je opleiding, maar ook met alle (studeer)problemen die je ondervindt en die je studie nadelig kunnen beïnvloeden. Veelal kunnen de studieadviseurs direct adviseren of anders doorverwijzen. Voor het departement Sociale Geografie en Planologie is ditdrs. A.P.J. Bierbooms, tel. 030 253 3251, e-mail: [email protected]

Medezeggenschap: jouw stem telt

De opleiding hecht veel waarde aan de mening van studenten over het onderwijs. Studenten hebben dan ook zitting in besturen en commissies, zoals hiervoor vermeld. Hoe kun je als student invloed hebben op het onderwijs?Dat begint bij de diverse cursussen, die vaak worden afgesloten met een schriftelijke evaluatie. Neem de tijd om de vragen te beantwoorden, want de resultaten van een evaluatie worden serieus besproken. Indien je ontevreden bent met de gang van zaken bij een cursus dan kun je natuurlijk wachten op de evaluatie, maar het is veel beter om over de problemen te praten met de desbetreffende docent. Meestal kan dan wel een oplossing gevonden worden.Dat gebeurt bijvoorbeeld in de opleidingscommissie, waar de dagelijkse gang van zaken van het onderwijs wordt be-sproken. In deze commissie zitten ook studenten.Ook via de studentenorganisaties zoals de V.U.G.S. kun je meedenken over het onderwijs. De V.U.G.S. heeft tevens een onderwijscommissie die zich bezig houdt met de onderwijsontwikkelingen binnen de opleiding. Hier worden klachten, vernieuwingen en de laatste ontwikkelingen met betrekking tot de opleiding Sociale Geografie & Planologie behandeld.

Klachtenregeling

Mocht je er bij problemen niet uitkomen via de docent of de studentvertegenwoordigers, dan kun je gebruik maken van de formele klachtenregeling.• Als individu, maar ook als groep, kun je een klacht indienen, wanneer je vindt dat bepaalde afspraken niet worden

nagekomen, of als iets dat je redelijkerwijs mag verwachten niet gebeurt en je daar nadeel van ondervindt. Bij het indienen van een klacht geldt wel een bepaalde volgorde van handelen die je stap voor stap moet volgen (zie oplei-dingsstatuut: www.uu.nl).

• Als je het niet eens bent met beslissingen die de opleiding t.a.v. jou genomen heeft met betrekking tot tentamens en examens, dan kun je hiervoor in beroep gaan bij het College van Beroep voor Examens. Beroep moet plaatsvin-den binnen 6 weken na bekendmaking van de beslissing. Een digitaal formulier is in te dienen via http://students.uu.nl/praktische-zaken/regelingen-en-procedures/klachten-bezwaar-en-beroepwww.uu.nl/studenten/klachtenloket.

• Meer informatie over klachten, bezwaar en beroep vind je op http://students.uu.nl/praktische-zaken/regelingen-en-procedures/klachten-bezwaar-en-beroep.

Page 19: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

19

Masterprogramma Geo-communicatie

Programma coördinatorDr. T. Béneker

Zie ook: http://www.geo.uu.nl/onderwijs

Inhoud

Geografen doen onderzoek naar gebieden of ruimtelijke vraagstukken en produceren daarmee geografische kennis. Maar zij zijn niet de enigen! Allerlei organisaties en overheden overladen ons met informatie over gebieden en geogra-fische thema’s: de VN in haar rapportage over de Millenium Development Goals, het NOS journaal over de Arabische Lente, de reisorganisatie Voyage & Culture tijdens een reis naar St. Petersburg, de Volkskrant over klimaatverandering en de Europese Unie op de site Uw Europa met informatie voor ondernemers over investeren in Europese regio’s.In de master Geo-communicatie analyseer je deze informatie vanuit het geografische vakperspectief. Je kijkt daarbij naar de beeldvorming die ontstaat, naar de maatschappelijke achtergronden van die beeldvorming en naar het com-municatieproces. Een belangrijke motivatie hiervoor is dat je vanuit je geo-vakkennis kunt bijdragen aan de kwaliteit van de geo-informatie en -communicatie. Dat kan door een goede politiek-geografische analyse te maken. Maar ook door het gebruik van geografische informatie in de praktijk te evalueren en door ervaring op te doen in het ontwerpen van educatief geografisch materiaal.

Centraal in de master staat de communicatie over geografische kennis in de samenleving. Daarbij leg je accenten bij jouw specifieke interesse via keuze modulen in cursussen, je stage en het onderzoek. De geo-accenten in de master lig-gen bij regio’s, landschap & erfgoed en mondiale vraagstukken. Bij de toepassingsvelden kun je denken aan overheids-communicatie, beleidsvoorlichting en -advies, educatief toerisme, journalistiek, erfgoed-, natuur & milieu of ontwikke-lingseducatie en het aardrijkskundeonderwijs.

De eindkwalificaties van het masterprogramma Sociale Geografie

Als uitvloeisel van de EU Bologna afspraken heeft een internationale groep van deskundigen kwalitatieve beschrijvingen ontwikkeld voor Bachelor en Masteropleidingen. De zo genoemde Dublin-descriptoren worden door het Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) gebruikt voor de beoordeling van opleidingen. De eindkwalificaties van de opleiding zijn hierop afgestemd. Voor een volledige (Engelstalige) omschrijving van de eindkwalificaties wordt ver-wezen naar de zelfstudie van het masterprogramma Human Geography. Hieronder wordt volstaan met een korte Nederlandstalige samenvatting van het algemene doel en een iets verder uitgewerkte Engelstalige versie.

Het algemene doel van het masterprogramma Sociale Geografie is om de masterstudent:• een academische kritische houding, gespecialiseerde kennis, onderzoeksvaardigheden en inzicht bij te brengen op

het gebied van de sociale geografie, in het bijzonder de economische geografie, de stadsgeografie, geografie en communicatie;

• te leren om individueel en zelfstandig in een relevante praktijkomgeving een academisch onderzoek op te zet-ten, te organiseren en uit te voeren, en de resultaten daarvan adequaat te communiceren met verschillende belanghebbenden;

• voor te bereiden op de beroepsuitoefening als onafhankelijk, academisch en kritisch denkende sociaal-geograaf, in de sfeer van toegepast onderzoek, beleid en management.

De doelstellingen zijn verder per programma gespecificeerd.

Page 20: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

20

The Master’s program Human Geography has four central aims:1. To assist students in developing an advanced academic attitude, knowledge and skills in their chosen specialization

by offering an interactive learning environment inspired by the field of specialization and research activities of lectu-rers. This entails providing students with:

a. a critical attitude towards academic research and debate and an awareness of the role and use of (academic) geographical knowledge in society;

b. knowledge and understanding of the research frontiers in the academic disciplines as well as their applications in society;

c. research skills (advanced methods and techniques) for carrying out geographical research, and design skills for the adequate communication of geographical information.

2. To teach students to individually formulate, develop, organize, and conduct empirical research, with an emphasis on:

a. the identification of relevant research questions concerning current complex geographical issues and socio-spati-al challenges in society;

b. the selection of relevant academic knowledge, theories, and publications; c. the selection, application, and use of appropriate methodology, methods and techniques; d. the presentation, interpretation, and critical evaluation of the outcomes, and the contemplation of the relevance

and implications of those outcomes in a broader academic and societal context.3. To teach students how to communicate the outcomes of (applied) academic geographical research to stakeholders

and translate these outcomes into design projects of geographical information, also for different types of audiences (e.g., in education or for communication with the public).

4. To provide students with opportunities to refine their attitudes, knowledge, and skills: a. by applying their learning in ‘real-life’ settings (fieldtrips, assignments, guest lectures by alumni); b. through experience in relevant ‘work environments’ (via internships).

Arbeidsmarkt

Op de Nederlandse arbeidsmarkt is behoefte aan geografen die vakinhoudelijk op de hoogte zijn, maar daar ook goed over kunnen communiceren. Afgestudeerden komen terecht in verschillende sectoren, mede afhankelijk van de invul-ling van hun thesis en stage. In grote lijnen:• Advies-, beleids- en onderzoekswerk bij overheid, semi-overheid en adviesbureaus. Vaak op het terrein van cultuur-

landschapsbehoud, regionaal-economische ontwikkeling, city-promotie, of toerisme en recreatie. Soms ook in het buitenland;

• Educatieve beroepen in het onderwijs, educatieve uitgeverijen, schooltv, organisaties op het gebied van ontwikke-lings-, erfgoed of natuur&milieu educatie, musea en bezoekerscentra;

• Vrije beroepen, vaak in de journalistiek of als free-lance auteur (reisgidsen), programmamaker, reisleider.Afgestudeerden kunnen natuurlijk ook een jaar verder studeren om de eerstegraads bevoegdheid voor leraar aardrijks-kunde te behalen. Zeer getalenteerde afgestudeerden kunnen ook wetenschappelijk onderzoek gaan verrichten over vraagstukken van geografische kennisproductie.

Opbouw masterprogramma Geografie & Communicatie

Het programma is zodanig opgezet dat studenten maximale flexibiliteit wordt geboden. Er is één startmoment in sep-tember. Daarnaast kan het programma ook in deeltijd gevolgd worden.

De master kent in het eerste semester vier 7.5 EC cursussen. Twee cursussen geven studenten een aanzienlijke inhou-delijke verdieping. De cursus over beeldvorming (7.5 EC) kijkt vanuit wetenschappelijk onderzoek naar de constructie en het gebruik van geografische kennis. De cursus over het landschap (7.5 EC) kijkt vanuit het gebruik en de beleving van de omgeving naar beleid en actoren, hun belangenstrijd en de communicatie daarbij. De andere cursus atelier

Page 21: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

21

educatief ontwerpen besteedt aandacht aan de theorie en methodiek van het educatief ontwerpen (7.5 EC). Het zelf kunnen maken en presenteren van informatie en het kunnen beoordelen van de kwaliteit van informatie is een belang-rijke vaardigheid voor communicatiegeografen. Tijdens de cursus Onderzoek en onderzoeksmethoden bespreken we aan de hand van de onderzoekscyclus de specifieke kenmerken van verschillende soorten onderzoek en analyseren we voorbeelden van onderzoek.

In het tweede semester staan het onderzoek (thesis) en de stage gepland. Studenten zoeken, in overleg met de docen-ten, zelf naar een geschikte stageplek. Thesisonderzoek en stage kunnen naast elkaar of na elkaar worden ingevuld. Tijdens het onderzoek presenteren studenten hun onderzoeksopzet en de resultaten aan elkaar en aan docenten. Aan het eind van het jaar is er ook een stage middag waarbij over de praktijk en de stages wordt gesproken.

Cursusschema

De opzet van het masterprogramma geo-communicatie is als volgt. In de cursuskalender (bijlage) staat in welk timeslot de cursussen worden gegeven.

Wie het programma in deeltijd volgt doet eerst zoveel mogelijk de inhoudelijke cursussen en de M&T cursus en daarna de stage en de thesis.

Start september (eventueel thesis, stage in andere volgorde)

Periode

1 Beeldvorming: Geografie & samenleving Atelier Educatief ontwerpen2 Landschap als arena Onderzoek en onderzoeksmethoden3 Stage/thesis Stage/thesis4 Stage/thesis Stage/thesis

Cursusvermelding in OSIRIS:

Cursuscode Titel studiepunten

GEO4-3702 Atelier Educatief Ontwerpen 7,5 GEO4-3708 Landschap als arena 7,5GEO4-3713 Onderzoek en onderzoeksmethoden 7,5GEO4-3707 Beeldvorming: geografie & samenleving 7,5GEO4-3705 Masterstage 7,5 of 15,0GEO4-3706 Master thesis Geo-communicatie 15 of 22,5

Page 22: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

22

Beeldvorming: geografie en samenleving

Code: GEO4-3707 Studiepunten: 7,5 EC Niveau: M

Periode/Timeslot: 1 AVoertaal NederlandsCoördinator C.P. Terlouw (tel. 253 4348) ([email protected])Docent(en) T. Beneker, L.J. Paul, C.P. Terlouw

CursusinhoudDoelen De student is in staat om:

• de productie en gebruik van geografische kennis in de samenleving met betrekking tot regionale ontwikkeling en mondiale verhoudingen te analyseren en te beschrijven, en deze te begrijpen in de context van de veranderingen in de samenleving;

• om via keuze elementen zijn/haar kennis te verdiepen van;• geografische achtergronden van communicatieprocessen over regio’s in Europa;• de beeldvormingsprocessen van gebieden en vraagstukken;• ontwikkelingen in educatie en communicatieprocessen over geografische inhouden.

Inhoud De cursus begint met gecombineerde hoor- en werkcolleges waarin vanuit verschillende wetenschappelijke perspectieven gekeken wordt naar de rol van geografische kennis in de samenleving. Waar vind je geografische kennis, waar bestaat die uit, door wie en met welke intenties wordt deze kennis geproduceerd? Wat betekenen de belangrijke veranderingen in de samenleving, zoals globalisering en de veranderingen van het belang van verschillende schaalniveaus, voor de relevantie van geografische kennisproductie? Na het veldwerk in het Ruhrgebied en het tentamen over dit gemeenschappelijke deel vindt verdere verdieping plaats via het organiseren van een seminar. In het tweede gedeelte van dit vak organiseren studenten in kleinere groepjes verschillende seminars over de recente ontwikkelingen in een van de met geografie & communicatie verbonden deelvelden. Hierbij kan je denken aan onderwerpen als burgerparticipatie, place branding, de constructie van regionale identiteiten, beeldvorming van Oost- En Midden Europa, educatie en geografische kennis en wereldburgerschap.

Werkvormen Hoorcollege (Verplicht)Seminar (Verplicht)Veldwerk Ruhrgebied (Verplicht)Werkcollege (Verplicht)

Toetsen Wat wordt beoordeeldTentamen, seminar en bronnendocument.

Studiemateriaal Verplicht:Literatuur: Reader en leeslijst

Page 23: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

23

Atelier educatief ontwerpen voor geografen

Code: GEO4-3702 Studiepunten: 7,5 EC Niveau: M

Periode/Timeslot: 1 DVoertaal NederlandsCoördinator T. Beneker (tel. 253 2039) ([email protected])Docent(en) T. Beneker

CursusinhoudDoelen De student is in staat om:

• verschillende (trends) in educatieve ontwerpprocessen (methoden) te herkennen en de eigen (geleerde) ontwerpmethode daar in te plaatsen;

• methoden en technieken van educatief ontwerpen in eigen werk toe te passen en te reflecteren op product en proces;

• de kwaliteit te beoordelen van geografische informatie voor communicatieve doeleinden.

Inhoud Het maken van informatie is een belangrijke beroepsvaardigheid voor geografen met een belangstelling voor communicatie. De cursus bestaat uit de theorie en methodiek van het ontwerpen en het toepassen daarvan. Bestaand materiaal wordt beoordeeld op ontwerpkwaliteit. In werkbijeenkomsten is er instructie over en oefening met de verschillende stappen van het ontwerpen van educatief materiaal. Bij al deze activiteiten staat centraal, hoe met geografische inhoud wordt omgegaan in het educatieve ontwerpproces. Tijdens de cursus werken studenten aan twee ontwerpproducten, op basis van een vraag uit de praktijk. In een groepsopdracht wordt onderwijsmateriaal gemaakt en in een individuele opdracht wordt aan een journalistiek product gewerkt.

Werkvormen Excursie (Verplicht)Werkcollege (Verplicht)

Toelichting op werkvorm

Excursie:Werkbijeenkomsten, opdrachten, werkstukken.

Toetsen Wat wordt beoordeeldDrie opdrachten: beoordeling tentoonstelling, ontwerpopdracht onderwijsmateriaal, ontwerpopdracht journalistiek verhaal.

Studiemateriaal Verplicht:Literatuur: Divers, op Blackboard.

Page 24: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

24

Landschap als arena

Code: GEO4-3708 Studiepunten: 7,5 EC Niveau: M

Periode/Timeslot: 2 AVoertaal NederlandsCoördinator J. Renes (tel. 253 5806) ([email protected]) Docent(en) J. Renes, V. Cortenraede

CursusinhoudDoelen De student is in staat om:

• visies en belevingen van omgeving en landschap van verschillende actoren te analyseren;• verschillen in visies en belevingen van lanschap te verklaren (o.a. door deze te herleiden tot twee

grondtegenstellingen: natuur – cultuur en behoud – ontwikkeling);• om via keuze elementen zijn/haar kennis van landschapsbeelden van gebruikers (toeristen, bewoners),

beleidsmakers en in toeristische informatie te verdiepen.

Inhoud In politiek en samenleving is het landschap omstreden. Landschap wordt soms omschreven als een arena, waarin verschillende actoren hun conflicten uitvechten. Allerlei actoren (geografen, ecologen, bewoners, bezoekers, boeren, beleidsmakers etc.) kijken naar en communiceren over het landschap of hun omgeving vanuit heel verschillende perspectieven. Die perspectieven hebben deels te maken met hun belangen en doelen. Daarnaast zijn deze perspectieven terug te voeren op een achterliggende visie op landschap en natuur. Na een gezamenlijke start over de verschillende perspectieven op het landschap volgt een tentamen. Daarna zal een specifiek gebied centraal staan in de cursus. In kleine groepjes kiezen de studenten een thema of probleem dat in dit gebied speelt. Studenten schrijven hier een paper over. Om de dataverzameling mogelijk te maken verblijft de groep als geheel enkele dagen in het gebied.

Werkvormen Hoorcollege (Verplicht)Veldwerk (Verplicht)Werkcollege (Verplicht)

Toetsen Wat wordt beoordeeldTentamen, veldwerkverslag, journalistiek verslag Engelse toelichting: Exam, field work report, journalistic report

Studiemateriaal Verplicht:Boek: John Wylie (2007), Landscape. Routledge, London/New York.Reader: Aanvullende artikelen

N.B. Aan het veldwerk zijn kosten verbonden voor reis en verblijf

Page 25: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

25

Onderzoek en onderzoeksmethoden

Code: GEO4-3713 Studiepunten: 7,5 EC Niveau: M

Periode/Timeslot: 2 CVoertaal NederlandsCoördinator T. Beneker (tel. 253 2039) ([email protected])Docent(en) T. Beneker, Docenten onderwijsinstituut SGPL

CursusinhoudDoelen De student is in staat om:

• verschillende soorten onderzoek (op terrein geografie, communicatie en educatie) te onderscheiden naar doel, onderzoeksmethode en output;

• bestaand onderzoek te beoordelen op relevantie en kwaliteit van vraagstelling, theoretische onderbouwing, methodologie en verslaglegging;

• een (kwalitatieve) analyse van interviews of andere brondocumenten uit te voeren;• een goed gestructureerd onderzoeksvoorstel (thesisonderzoek) te schrijven waarin de meest relevante

(theoretische) concepten worden besproken, een relevante vraagstelling is geformuleerd en een daarbij behorende onderzoeksmethodiek wordt verantwoord;

• het onderzoeksvoorstel voor het thesisonderzoek te presenteren en verdedigen in een groep met ‘critical friends’ van docenten en medestudenten. Onderzoeksvoorstellen van medestudenten inhoudelijk van commentaar kunnen voorzien.

Inhoud Het terrein van geografie, educatie en communicatie kent zijn eigen specifieke soorten onderzoek die gebruikt worden om (de processen van) de totstandkoming van geografisch relevante informatie en de effecten ervan op gebruikers te onderzoeken: zoals beeldvormingsonderzoek, behoeftenonderzoek, effectmetingen en praktijk- en actieonderzoek in het onderwijs. Tijdens de cursus bespreken we aan de hand van de onderzoekscyclus de specifieke kenmerken van verschillende soorten onderzoek en analyseren we voorbeelden van onderzoek. Voor- en nadelen en gevolgen van een keuze voor de opzet, aanpak, technieken en de rol van de onderzoeker daarin (ethische aspecten) komen aanbod. Extra aandacht besteden we aan veel gebruikte technieken om in kwalitatieve zin documenten en interviews te kunnen analyseren/interpreteren. Bovendien gaan de studenten aan de slag met de voorbereiding van hun afstudeeronderzoek in de master. De voorbereiding gebeurt zelfstandig en aan de hand van (groeps)besprekingen met een begeleidende docent. Aan het eind van de cursus presenteren de studenten hun voorstel en treden op als referent bij een onderzoek van een medestudent. Tijdens twee startbijeenkomsten besteden we aandacht aan het onderzoeksproces en de onderzoeksopzet en aan onderzoeksethiek.

Werkvormen Werkcolleges (Verplicht)

Toelichting op werkvorm

Werkcollegeszelfstandig werken aan onderzoeksvoorstel onder begeleiding docent, presentaties van de onderzoeksvoorstellen

Toetsen Wat wordt beoordeelda) verschillende opdrachten waarbij onderzoek en methodiek vergeleken en beoordeeld wordt en een inhoudsanalyse van interviews of teksten (50%)b) onderzoeksvoorstel (40%), presentatie (5%) en optreden als referent (5%) Zowel het geheel van de verschillende opdrachten behorende bij onderzoeksmethoden (a 50%) als het onderzoeksvoorstel (b 40%) behoren voldoende te zijn.

Studiemateriaal Verplicht:Studiewijzer:Wordt nader bekendgemaakt:

Page 26: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

26

Master stage Geo-communicatie

Code: GEO4-3705 Studiepunten: 15 EC Niveau: M

Periode/Timeslot: JAAR -Voertaal NederlandsCoördinator T. Beneker (tel. 253 2039) ([email protected])Docent(en) Diverse docenten

CursusinhoudDoelen De student is in staat om:

• in de vorm van een stageverslag te rapporteren over en te reflecteren op de uitgevoerde activiteiten en de opgedane leerervaringen;

• de toepassingsmogelijkheden van het vak te doorgronden, door middel van het uitvoeren van een praktische onderzoeks- of ontwerpopdracht;

• deel te nemen aan en te reflecteren op werkwijzen, omgangs- en overlegvormen, interne structuur en maatschappelijke positie van de stage instelling.

Inhoud De stage is bedoeld om de student praktische werkervaring op te laten doen binnen het werkveld van geo-communicatie bij een binnenlandse of buitenlandse instantie. Binnen het brede werkveld kiest de student een stageinstelling die bij zijn/haar belangstelling past. De stage en de werkzaamheden daarbinnen zullen een afspiegeling zijn van het toekomstige beroepsveld van de student. Gedurende de stage zal de student veelal een praktische onderzoeks- of ontwerpopdracht uitvoeren. Daarnaast schrijft de student een stageverslag. De student heeft de keuze voor een stage van 7,5 of 15 ects. Bij een korte stage verdient het de voorkeur deze duidelijk te relateren aan (een aspect van) de master thesis. Bij een langere stage kan/mag dit ook. De studenten presenteren over hun stage tijdens een stagedag op de universiteit.

Werkvormen Stage (Verplicht)

Toetsen Wat wordt beoordeeldStageverslag en stageopdracht Engelse toelichting: Report internship and assignment

IngangseisenVoorkennis Een acceptatiebrief voor de master Geo-communicatie en ten minste 15 EC van de master met succes

afgerond. De stage moet vooraf door de coördinator worden goedgekeurd.

Page 27: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

27

Master stage Geo-communicatie

Code: GEO4-3705S Studiepunten: 7,5 EC Niveau: M

Periode/Timeslot: JAAR -Voertaal NederlandsCoördinator T. Beneker (tel. 253 2039) ([email protected])Docent(en) Diverse docenten

CursusinhoudDoelen De student is in staat om:

• in de vorm van een stageverslag te rapporteren over en te reflecteren op de uitgevoerde activiteiten en de opgedane leerervaringen;

• de toepassingsmogelijkheden van het vak te doorgronden, door middel van het uitvoeren van een praktische onderzoeks- of ontwerpopdracht;

• deel te nemen aan en te reflecteren op werkwijzen, omgangs- en overlegvormen, interne structuur en maatschappelijke positie van de stage instelling;

Inhoud De stage is bedoeld om de student praktische werkervaring op te laten doen binnen het werkveld van geo-communicatie bij een binnenlandse of buitenlandse instantie. Binnen het brede werkveld kiest de student een stageinstelling die bij zijn/haar belangstelling past. De stage en de werkzaamheden daarbinnen zullen een afspiegeling zijn van het toekomstige beroepsveld van de student. Gedurende de stage zal de student veelal een praktische onderzoeks- of ontwerpopdracht uitvoeren. Daarnaast schrijft de student een stageverslag. De student heeft de keuze voor een stage van 7,5 of 15 ects. Bij een korte stage verdient het de voorkeur deze duidelijk te relateren aan (een aspect van) de master thesis. Bij een langere stage kan/mag dit ook. De studenten presenteren over hun stage tijdens een stagedag op de universiteit.

Werkvormen Stage (Verplicht)

Toetsen Wat wordt beoordeeld (evt. %)Stageverslag en stageopdracht Engelse toelichting: Report internship and assignment

IngangseisenVoorkennis Een acceptatiebrief voor de master Geo-communicatie en ten minste 15 EC van de master met succes

afgerond. De stage moet vooraf door de coördinator worden goedgekeurd.

Page 28: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

28

Masterthesis Geo-communicatie

Code: GEO4-3706 Studiepunten: 15 EC of 22,5 EC Niveau: M

Periode/Timeslot: JAAR -Voertaal NederlandsCoördinator B. van Gorp (tel. 253 4915) ([email protected])Docent(en) Diverse docenten

Cursusinhoud (in voertaal cursus)Doelen De student is in staat om:

• zelfstandig toegepast wetenschappelijk onderzoek op het terrein van geo-communicatie op te zetten, uit te voeren en daarover te rapporteren, zowel schriftelijk als mondeling;

• in de thesis de eigen inhoudelijke en methodische vakkennis en ervaringen als mede een kritische houding aan te tonen.

Inhoud Het onderzoek varieert van 15 tot 22,5 ects. Het (individuele) onderzoek, dat uitmondt in de master thesis, zal gaan over een vraagstuk uit het brede veld van geo-communicatie. De drie hoofdthema’s in het onderzoek zijn:• beeldvorming;• achtergronden bij de communicatie over gebieden en geografische thema’s;• geografische informatie en communicatieprocessen. Soms zal het onderzoek voortborduren op de ervaringen uit de stage.Er wordt verwacht dat de student empirisch onderzoek doet en daarover rapporteert. Mogelijke vormen van onderzoek zijn belevingsonderzoek, beeldvormingsonderzoek, een gebruikersonderzoek, een behoefteonderzoek of een evaluatieonderzoek In werkgroepen bespreken studenten de voortgang en geven elkaar feedback.Studenten organiseren een terugkomdag met (in ieder geval) mondelinge presentaties van de thesis.

Werkvormen Individueel (Verplicht)Onderzoek (Verplicht)

Toelichting op werkvorm

Individueel onderzoek, voortgangsbesprekingen, presentatie.

Toetsen Wat wordt beoordeeldThesis

IngangseisenVoorkennis(250 posities)

Een acceptatiebrief voor de master GeoCommunicatie en ten minste 15 EC aan mastercursussen waaronder Advanced M&T voor Geo-communicatie, hebben behaald.

Page 29: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

29

Onderwijs- en examenregeling 2015-2016

voor de masteropleidingen

• Earth Sciences• Environmental Sciences• Geographical Sciences• Human Geography and Planning• Science and Innovation• Development Studies• Planologie• Sociale Geografie

Graduate School of GeosciencesUniversiteit Utrecht

Inhoud

Paragraaf 1 – Algemene bepalingen 31Art. 1.1. – toepasselijkheid van de regeling 31Art. 1.2 – begripsbepalingen 31

Paragraaf 2 – Toelating 31Art. 2.1 – toelatingseisen opleidingen 31Art. 2.2 – Engelse taal 32Art. 2.3 – Nederlandse taal voor studenten met een buitenlandse vooropleiding 32Art. 2.4 – deficiënties 32Art. 2.5 – toelatingsprocedure 32

Paragraaf 3 – Inhoud en inrichting van de opleiding 33Art. 3.1 – doel van de opleidingen 33Art. 3.2 – vorm van de opleidingen 33Art. 3.3 – taal waarin de opleidingen worden verzorgd 34Art. 3.4 – studielast 34Art. 3.5 – programma’s; startmomenten 34Art. 3.6 – samenstelling programma’s 35Art. 3.7 – onderdelen elders 35Art. 3.8 – feitelijke vormgeving onderwijs 35

Paragraaf 4 – Onderwijs 35Art. 4.1 – cursus 35Art. 4.2 – ingangseisen cursussen 35Art. 4.3 – inschrijving voor cursussen 35Art. 4.4 – aanwezigheids- en inspanningsverplichting 35

Paragraaf 5 – Toetsing 36Art. 5.1 – algemeen 36Art. 5.2 – examencommissie 36Art. 5.3 – toetsing stage of onderzoeksopdracht en scriptie 36

Page 30: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

30

Art. 5.4 – cijfers 36Art. 5.5 – reparatie: aanvullende of vervangende toets 37Art. 5.6 – toetsvorm 37Art. 5.7 – mondelinge toetsen 37Art. 5.8 – toetsvoorziening bijzondere gevallen 37Art. 5.9 – termijn beoordeling 38Art. 5.10 – geldigheidsduur 38Art. 5.11 – inzagerecht 38Art. 5.12 – bewaartermijn toetsen 38Art. 5.13 – vrijstelling 38Art. 5.14 – fraude en plagiaat 38Art. 5.15 – beroepsrecht 40

Paragraaf 6 – Examen 40Art. 6.1 – examen 40Art. 6.2 – judicium cum laude 40Art. 6.3 – graad 41Art. 6.4 – getuigschrift 41Art. 6.5 – Grade Point Average (GPA) 41

Paragraaf 7 – Studiebegeleiding 41Art. 7.1 – studievoortgangsadministratie 41Art. 7.2 – studiebegeleiding 41Art. 7.3 – handicap 41

Paragraaf 8 – Overgangs- en slotbepalingen 42Art. 8.1 – vangnetregeling 42Art. 8.2 – cum laude voor studenten die voor 1 september 2013 zijn gestart 42Art. 8.3 – wijziging 42Art. 8.4 – bekendmaking 42Art. 8.5 – inwerkingtreding 42

Bijlagen 1. Toelatingseisen masterprogramma’s 432. Samenstelling masterprogramma’s 48In de Onderwijs- en Examenregeling zijn de opleidingsspecifieke rechten en plichten opgenomen van studenten ener-zijds en de Universiteit Utrecht anderzijds. In het (algemene universitaire) Studentenstatuut staan de rechten en plichten die voor alle studenten gelden.

Deze regeling is vastgesteld door de decaan van de Graduate School van de Faculteit Geowetenschappen op 21 april 2015 met instemming van de faculteitsraad d.d. 21 april 2015.

Page 31: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

31

PARAGRAAF 1 – ALGEMENE BEPALINGEN

art. 1.1 – toepasselijkheid van de regelingDeze regeling geldt voor het studiejaar 2015-2016 en is van toepassing op het onderwijs en de examens van de mas-teropleidingen Development Studies, Earth Sciences, Environmental Sciences, Geographical Sciences, Sociale Geografie, Human Geography and Planning (research), Planologie en Science and Innovation (hierna te noemen de opleidingen).De opleidingen en programma’s worden verzorgd door de Graduate School of Geosciences binnen de faculteit Geowetenschappen.

art. 1.2 – begripsbepalingenIn deze regeling wordt verstaan onder:a. wet: de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW)b. student: degene (m/v) die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen

van de toetsen en van het examen van de opleidingc. studiepunt (EC): (Europees uniform vastgestelde) eenheid waarin de studielast wordt uitgedrukt; 1 studiepunt komt

overeen met 28 uren studerend. opleiding: de masteropleidingen genoemd in art. 1.1 van deze regeling, bestaande uit een samenhangend geheel

van onderwijseenheden. Een masteropleiding kan bestaan uit verschillende masterprogramma’se. onderdeel: een onderwijseenheid (cursus) van de opleiding, opgenomen in de studiegids en in de Universitaire

Onderwijscatalogusf. cursus: het geheel van onderwijs en toetsing van een onderdeelg. toets: tentamen als bedoeld in art. 7.10 van de weth. examen: het afsluitend masterexamen van de opleiding dat met goed gevolg is afgelegd, als aan alle verplichtingen

van de gehele masteropleiding is voldaani. contract onderwijsvoorzieningen: het door de onderwijsdirecteur (of andere functionaris namens de opleiding) en

gehandicapte student afgesloten contract, waarin is vastgelegd op welke noodzakelijke en redelijke voorzieningen de student recht heeft

j. Internationaal Diploma Supplement: de bijlage bij het bachelorgetuigschrift waarin een toelichting is opgenomen m.b.t. de aard en de inhoud van de opleiding (mede in internationale context).

k. Board of Studies: de Board van de Graduate School of Geosciencesl. Student Affairs Geosciences: onderwijs-informatiebalie en de studievoortgangsadministratie van de faculteitm. studiewijzer: document waarin van een cursus is aangegeven: de eindtermen; de eisen (o.a. de aanwezigheids- en

inspanningsverplichtingen) waaraan een student moet voldoen om de eindtermen te bereiken; de wijze waarop het eindcijfer tot stand komt; het rooster en de werkvormen; naam en bereikbaarheid van de cursuscoördinator

n. academische vakantie: periode gelegen tussen het einde van semester 2 en de start van semester 1 in het volgend studiejaar, conform de universitaire jaarkalender

o. examinator: beoordelaar

De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent.

PARAGRAAF 2 – TOELATING

art. 2.1 – toelatingseisen programma’s1. Toelaatbaar tot een programma is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma die beschikt over ken-

nis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitair bachelordiploma en die aantoont te beschikken over de specifieke kennis, inzicht en vaardigheden zoals vastgelegd per programma in bijlage 1.

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

a) motivatie en talent (mede op basis van GPA en studievoortgang);

Page 32: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

32

b) niveau van de relevante kennis en van de beheersing van methoden & technieken uit het betreffende vakgebied;

c) algemeen academisch denk- en werkniveau; d) beheersing van de in het programma gehanteerde taal of talen.Aan de hand hiervan wordt bezien of betrokkene in staat is om het masterprogramma met goed gevolg af te ronden binnen de nominale duur.

art. 2.2 – Engelse taal (voor Engelstalige masteropleidingen)1. Inschrijving voor de opleidingen is pas mogelijk nadat is aangetoond dat voldaan is aan de eis van voldoende be-

heersing van de Engelse taal. Deficiënties in de vooropleiding in Engels worden voor aanvang van de opleiding ver-vuld door het afleggen van één de volgende toetsen:

• IELTS (International English Language Testing System), academic module. De minimum vereiste IELTS score (over-all band) is: 6,5 met tenminste 6,0 voor het onderdeel ‘writing’.

• TOEFL (Test Of English as a Foreign Language). De minimum vereiste TOEFL score is 93 (internet-based test). • Cambridge EFL (English as a Foreign Language) Examinations, met een van de volgende certificaten: –

Cambridge Certificate in Advanced English; minimum score: B; – Cambridge Certificate of Proficiency in English; minimum score: C.

2. De bezitter van een in Nederland behaald universitair bachelordiploma voldoet aan de eis met betrekking tot vol-doende beheersing van de Engelse taal.

art. 2.3 – Nederlandse taal voor studenten met een buitenlandse vooropleiding (voor Nederlandstalige masteropleidingen)De bezitter van een buitenlands diploma kan pas inschrijven:1. nadat voldaan is aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal door het met goed gevolg af-

leggen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal, programma 2 dan wel het certificaat Nederlands als Vreemde Taal, ‘Profiel Academische Taalvaardigheid’ (PAT) of ‘Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs’ (PTHO), en

2. nadat is aangetoond dat voldaan is aan de eis van voldoende beheersing van de Engelse taal. Deficiënties in de vooropleiding in Engels worden voor aanvang van de opleiding vervuld door het afleggen van één de volgende toetsen:

• IELTS (International English Language Testing System), academic module. De minimum vereiste IELTS score (overall band) is: 6,5 met tenminste 6,0 voor het onderdeel ‘writing’.

• TOEFL (Test Of English as a Foreign Language). De minimum vereiste TOEFL score is 93 (internet-based test). • Cambridge EFL (English as a Foreign Language) Examinations, met een van de volgende certificaten: –

Cambridge Certificate in Advanced English; minimum score: B; – Cambridge Certificate of Proficiency in English; minimum score: C.

art. 2.4 – deficiënties1. De toelatingscommissie van de Graduate School kan aan degenen die niet aan de toelatingseisen genoemd in art.

2.1 voldoen, een op het betreffende masterprogramma toegesneden pakket van cursussen van de Universiteit Utrecht opleggen, tot een maximum van 60 studiepunten, om deficiënties in de vooropleiding weg te werken.

2. De toelatingscommissie kan in het toelatingsbesluit vastleggen dat deficiënties binnen een bepaalde tijd en vooraf-gaand aan toelating tot de masteropleiding moeten worden weggewerkt.

art. 2.5 – toelatingsprocedure1. De toelating tot de opleiding en de onderscheiden programma’s van de Graduate School is opgedragen aan de toe-

latingscommissie van de Graduate School.2. Met het oog op de toelating tot de opleiding stelt de toelatingscommissie een onderzoek in naar de kennis, het

inzicht en de vaardigheden van de kandidaat. In aanvulling op schriftelijke bewijzen van de gevolgde opleiding(en) kan de commissie bepaalde kennis, inzicht en vaardigheden laten toetsen door deskundigen in of buiten de universiteit.

Page 33: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

33

3. Met het oog op de toelating tot een programma van de opleiding onderzoekt de toelatingscommissie of de kandi-daat voldoet dan wel tijdig zal voldoen aan de daarvoor in art. 2.1, eerste gestelde voorwaarden. De commissie oor-deelt bij haar onderzoek over de in artikel 2.1 tweede lid genoemde kerncompetenties van de kandidaat, alsmede de kennis van de kandidaat van de taal waarin het onderwijs van het programma wordt verzorgd. Op basis hiervan komt de toelatingscommissie tot een oordeel over de geschiktheid van de kandidaat om met voldoende inspanning binnen de daarvoor gestelde tijd de eindkwalificaties van het masterprogramma te kunnen halen.

4. Een verzoek te worden toegelaten tot één van de opleidingen en een bepaald programma wordt voor 1 april resp. 1 september ingediend bij de toelatingscommissie. In bijzondere gevallen kan de toelatingscommissie een na deze sluitingsdata ingediend verzoek in behandeling nemen.

5. De toelatingscommissie beslist binnen een termijn van 15 werkdagen vanaf het moment dat het dossier compleet binnen is. De toelating wordt verleend onder de voorwaarde dat de kandidaat uiterlijk op de betreffende beginda-tum van de opleiding zal voldoen aan de in art. 2.1 bedoelde eisen t.a.v. kennis en vaardigheden, zoals die blijken uit getuigschriften van door hem gevolgde opleidingen.

6. De kandidaat ontvangt een schriftelijk bewijsstuk van de toelatings- c.q. afwijzingsbeslissing tot de opleiding en een bepaald programma. Hierin wordt gewezen op de beroepsmogelijkheid bij het College van beroep voor de examens.

PARAGRAAF 3 – INHOUD EN INRICHTING VAN DE OPLEIDING

art. 3.1 – doel van de opleidingen1. Met de opleiding wordt beoogd: o gespecialiseerde kennis, vaardigheid en inzicht op het gebied van de Geowetenschappen en het bereiken van

de eindkwalificaties genoemd in het tweede lid o voorbereiding op de beroepsuitoefening als op één of meer het de deelgebieden van de Geowetenschappen, en o voorbereiding op de opleiding tot onderzoeker op het gebied van de Geowetenschappen.

2. De afgestudeerde: o heeft diepgaande kennis van en inzicht in het vakgebied van de Geowetenschappen; o heeft een grondige kennis van een specialisme binnen de opleiding, en een gedegen kennis op het snijvlak van

de opleiding en een ander vakgebied; o heeft de vaardigheid om zelfstandig problemen op het terrein van de Geowetenschappen te signaleren, formu-

leren, analyseren en eventuele oplossingen aan te dragen; o heeft de vaardigheid om onderzoek in de Geowetenschappen uit te voeren en daarover te rapporteren op een

wijze die voldoet aan de gebruikelijke disciplinaire normen; o beschikt over professionele en academische vaardigheden, in het bijzonder met betrekking tot de

Geowetenschappen; o is in staat om kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn

werk of beroep laat zien; o is in staat om conclusies, alsmede kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen over te

brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten.In de studiegidsen van de verschillende opleidingen zijn de vakspecifieke eindkwalificaties van de verschillende pro-gramma’s opgenomen.

art. 3.2 – vorm van de opleidingenDe opleidingen Development Studies, Earth Sciences, Environmental Sciences, Human Geography and Planning (re-search programma), Science and Innovation worden voltijds verzorgd. De opleidingen Planologie, Geographical Sciences en Sociale Geografie worden voltijds en deeltijds aangeboden.

Page 34: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

34

art. 3.3 – taal waarin de opleidingen worden verzorgdDe opleidingen Development Studies, Earth Sciences, Environmental Sciences, Geographical Sciences, Human Geography and Planning (research programma) en Science and Innovation worden in het Engels verzorgd. De opleidin-gen Planologie en Sociale Geografie worden verzorgd in het Nederlands. Het masterprogramma Urban Geography bin-nen de opleiding Sociale Geografie wordt in het Engels verzorgd.

art. 3.4 – studielastDe opleidingen Earth Sciences, Environmental Sciences, Geographical Sciences, Human Geography and Planning (research programma) en Science and Innovation hebben een studielast van 120 studiepunten. De opleidingen Development Studies, Planologie en Sociale Geografie hebben een studielast van 60 studiepunten.

art. 3.5 – programma’s; startmomenten1. De Graduate School of Geosciences kent de volgende opleidingen en programma’s.

Opleidingen: Programma’s

Earth Sciences Earth, Life and Climate Earth Structure and Dynamics Earth Surface and Water Marine Sciences Water Science and Management

Environmental Sciences Sustainable Development Water Science and Management

Geographical Sciences Geographical Information and Management Applications

Human Geography and Planning Human Geography and Planning

Science and Innovation Innovation Sciences Energy Science Sustainable Business and Innovation

Development Studies International Development Studies

Planologie Planologie

Sociale geografie Economische geografie Geo-communicatie Urban Geography

De opleidingen bereiden studenten voor op het verrichten van onderzoek binnen één of meer van de deelgebieden van de Geowetenschappen

2. De opleidingen Earth Sciences (met uitzondering van het programma Marine Sciences), Environmental Sciences en Science and Innovation starten twee maal per jaar: 1 september en 1 februari. De opleidingen Development Studies, Geographical Sciences, Human Geography and Planning (research opleiding), Planologie, en Sociale Geografie en het programma Marine Sciences starten één maal per jaar: 1 september.

Page 35: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

35

art. 3.6 – samenstelling programma’s1. De verplichte onderdelen van de onderscheiden masterprogramma’s met de daarbij vermelde studielast staan be-

schreven in bijlage 2.2. De student kiest onder goedkeuring van de Examencommissie één of meerdere onderdelen. De studielast van de

keuzeonderdelen van de specifieke masterprogramma’s staan beschreven in bijlage 2.3. In de studiegids van de masterprogramma’s worden de inhoud en de onderwijsvorm van de onderdelen van de

onderscheiden programma’s nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die gewenst is om aan het desbetreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen.

art. 3.7 – onderdelen elders1. Voorwaarde voor het behalen van het getuigschrift van het masterexamen van de opleiding is dat ten minste de

helft van het onderwijsprogramma is behaald via onderdelen verzorgd door de Universiteit Utrecht.2. Onderdelen die tijdens de opleiding elders behaald worden, kunnen uitsluitend met voorafgaande toestemming van

de examencommissie worden ingebracht in het examenprogramma van de student.3. Voor onderdelen die voorafgaand aan de start van de masteropleiding zijn behaald aan een instelling voor hoger

onderwijs, kan slechts op grond van art. 5.13 vrijstelling worden verleend.

art. 3.8 – feitelijke vormgeving onderwijsIn de Universitaire Onderwijscatalogus en/of in de studiewijzers en/of in de digitale leeromgeving (Blackboard), is van elke cursus de programmering van de onderwijsactiviteiten aangegeven.De student kan de zalenroosters van het onderwijs waarvoor hij staat ingeschreven, inzien via Osiris Student. Voorts kan de student in Osiris Student zien waar en wanneer de toetsen van de cursussen waarvoor hij staat ingeschreven, plaatsvinden.

PARAGRAAF 4 – ONDERWIJS

art. 4.1 – cursusAlle cursussen die deel uit maken van de opleidingen zijn opgenomen in de studiegidsen van de programma’s en zijn te vinden op de studentensite.

art. 4.2 – ingangseisen cursussenDe Board of Studies bepaalt de volgorde waarin verplichte onderdelen van een masterprogramma moeten worden be-haald. Dit wordt bekend gemaakt in de studiegids en/of studiewijzer.

art. 4.3 – inschrijving voor cursussenAan een cursus kan pas worden deelgenomen nadat de student zich tijdig daarvoor heeft inschreven. De Board of Studies bepaalt hoe en wanneer de inschrijving plaatsvindt. Inschrijfregels en inschrijftermijnen worden bekend ge-maakt via de studentensite.

art. 4.4 – aanwezigheids- en inspanningsverplichting1. Van elke student wordt actieve deelname verwacht aan de cursus waarvoor hij staat ingeschreven.2. Naast de algemene eis dat de student actief participeert in het onderwijs, worden de aanvullende eisen per onder-

deel in de Universitaire Onderwijscatalogus en de studiewijzer omschreven.3. Indien aantoonbaar sprake is van overmacht (bv. als gevolg van ziekte of familieomstandigheden) vervalt de aanwe-

zigheidsplicht. De beoordeling hiervan is aan de cursuscoördinator. De student dient afwezigheid vooraf te melden bij het onderwijssecretariaat van de opleiding en dient, indien de cursuscoördinator of de onderwijsdirecteur hierom vraagt een schriftelijk bewijs van de bijzondere omstandigheden te overleggen.

4. Bij een kwalitatief of kwantitatief onvoldoende deelname kan de cursuscoördinator de student uitsluiten van ver-dere deelname aan de cursus of een gedeelte daarvan.

Page 36: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

36

5. Inspanningsverplichtingen (zoals het houden van een presentatie of het schrijven van een paper) kunnen nimmer vervallen. Wanneer een student door overmacht niet tijdig aan een bepaalde inspanningsverplichting kan voldoen, bepaalt de cursuscoördinator een nieuwe datum waarop aan deze verplichting moet worden voldaan.

6. Studenten die in aanmerking willen komen voor een bijzondere regeling ten aanzien van cursusver-plichtingen we-gens chronische ziekte, handicap of topsportstatus, kunnen hiertoe een verzoek richten aan de examencommissie.

PARAGRAAF 5 – TOETSING

art. 5.1 – algemeen1. Tijdens de cursus wordt de student op academische vorming getoetst en wordt getoetst of de student in voldoende

mate de gestelde leerdoelen bereikt. De toetsing van de student is afgerond bij het einde van de cursus.2. In de Universitaire Onderwijscatalogus en/of in de studiewijzer staat beschreven aan welke prestaties de student

moet voldoen om de cursus met succes af te ronden en wat de criteria zijn waarop de student beoordeeld wordt. Bij verschil van inzicht wordt de studiewijzer gevolgd.

3. Indien een cursus wordt herhaald, dan is het laatst behaalde judicium het geldend judicium.4. Wanneer een student is geslaagd voor een cursus, maar niettemin besluit de cursus te herhalen, dan dient de vol-

ledige cursus te worden herhaald.5. In het Reglement van de examencommissie (zie: studentensite) staat de gang van zaken bij toetsing beschreven.

art. 5.2. – examencommissie1. De decaan stelt voor elke opleiding of groep van opleidingen een examencommissie in en draagt er zorg voor dat

het onafhankelijk en deskundig functioneren van de examencommissie voldoende wordt gewaarborgd.2. De decaan benoemt de voorzitter en de leden van de examencommissie voor een termijn van drie jaar op basis van

hun deskundigheid op het terrein van de betreffende opleiding(en) of het terrein van toetsing, waarbij: • ten minste één lid is afkomstig van buiten de desbetreffende (groep van) opleiding(en), en • ten minste één lid als docent verbonden is aan de desbetreffende (groep van) opleiding(en). Herbenoeming is mogelijk. Alvorens tot benoeming over te gaan, hoort de decaan de leden van de desbetreffende

examencommissie.3. Als lid of voorzitter van de examencommissie kan niet benoemd worden diegene die een managementfunctie

met financiële verantwoordelijkheid bekleedt of (deel)verantwoordelijkheid voor een onderwijsprogramma heeft. Hieronder worden in ieder geval verstaan: de decaan, vice-decaan, directeur/hoofd/manager van een departement, lid van een departementaal management/bestuursteam, lid/voorzitter van de board of studies van de Graduate School of Undergraduate School en de onderwijsdirecteur.

4. Het lidmaatschap van de examencommissie eindigt bij het verstrijken van de benoemingstermijn. Voorts wordt aan de voorzitter en de leden door de decaan op eigen verzoek ontslag verleend. De voorzitter en de leden worden door de decaan ontslagen, indien zij niet meer voldoen aan de vereisten genoemd in lid 2 of lid 3 van dit artikel. Voorts kan de decaan de voorzitter en de leden ontslaan indien is gebleken dat zij de wettelijke taken onvoldoende uitvoeren.

5. De decaan maakt de samenstelling van de examencommissie(s) aan de studenten en docenten bekend.

art. 5.3 – toetsing stage of onderzoekopdracht en scriptie1. De toetsing van een stage of van een onderzoekopdracht wordt verricht door de desbetreffende begeleider en één

of meer andere interne en/of externe deskundigen.2. Masterscripties worden door tenminste twee examinatoren beoordeeld.

art. 5.4 – cijfers1. Cijfers worden gegeven op een schaal van 1 tot en met 10. De eindbeoordeling van een cursus is voldoende dan

wel onvoldoende, in cijfers uitgedrukt: 6 of hoger, respectievelijk 5 of lager.2. Het eindcijfer van een cursus wordt afgerond op één decimaal; deelcijfers worden nooit afgerond.

Page 37: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

37

3. Het eindcijfer 5 wordt niet van decimalen voorzien; een gemiddeld cijfer van 4,95 t/m 5,49 is onvoldoende (5); een gemiddeld cijfer van 5,50 t/m 5,99 wordt voldoende (6).

4. De wijze waarop het eindcijfer van een cursus tot stand komt, is vermeld in de studiewijzer.5. Alfanumerieke resultaten worden in onderstaande gevallen toegekend: - de student die staat ingeschreven voor een cursus en niet aan een toetsonderdeel heeft deelgenomen, ontvangt

een NV (Niet Verschenen); in geval wegens overmacht niet is deelgenomen aan de toets, ontvangt de student een ND (Niet Deelgenomen);

- de student die niet aan alle toetsonderdelen heeft deelgenomen, ontvangt een NVD (Niet VolDaan); - indien de student heeft voldaan aan een onderdeel, maar hier geen cijfer voor ontvangt, kan de student een V

(Voldoende) als resultaat worden toegekend; - indien de student niet heeft voldaan aan een onderdeel, maar hier geen cijfer voor ontvangt, kan de student

een ONV (Onvoldoende) als resultaat worden toegekend - de student aan wie vrijstelling is verleend door de examencommissie ontvangt een VR (VRijstelling); - indien fraude is geconstateerd door de examencommissie, kan de student een FR (FRaude) als resultaat worden

toegekend.

art. 5.5 – reparatie: aanvullende of vervangende toets1. Indien de student aan alle inspanningsverplichtingen tijdens de cursus heeft voldaan en hem niettemin geen vol-

doende is toegekend, wordt hij, uitsluitend bij een onvoldoende eindbeoordeling van tenminste 4.00 voor afron-ding, eenmaal in de gelegenheid gesteld een aanvullende toets af te leggen.

2. De docent bepaalt de inhoud en de vorm alsmede de datum en tijd van de aanvullende toets.3. Indien voor de individuele aanvullende toets een voldoende resultaat wordt behaald, wordt als eindcijfer voor de

gehele cursus een 6,00 in de studievoortgangadministratie opgenomen. Eerder behaalde deelresultaten worden niet meer meegewogen in de totstandkoming van het eindcijfer van de aanvullende toets.

4. Indien de aanvullende toets een onvoldoende resultaat oplevert, wordt het oorspronkelijke eindcijfer in de studie-voortgangsadministratie verwerkt en zijn daarmee alle deelresultaten van de cursus vervallen.

5. Indien de student door aantoonbare overmacht een (deel)toets mist, wordt hij slechts eenmaal in de gelegenheid gesteld een vervangende toets af te leggen. Alleen studenten die zich direct na het ontstaan van de hiervoor be-doelde overmachtssituatie bij het secretariaat van de opleiding melden komen in aanmerking voor een vervangende toets.

6. De docent bepaalt de inhoud en de vorm van de vervangende toets.7. Indien de student niet aanwezig is bij de vervangende toets, ofwel niet tijdig voldoet aan de voorwaarden van de

vervangende toets, dan vervalt daarmee zijn recht op vervanging.

art. 5.6 – toetsvorm1. Toetsing binnen een cursus vindt plaats op de wijze als vermeld in de studiewijzer.2. Op verzoek kan de examencommissie toestaan dat een toets op een andere wijze dan krachtens het eerste lid is be-

paald, wordt afgelegd.

art. 5.7 – mondelinge toetsen1. Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getoetst, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald.2. Het mondeling afnemen van een toets is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in

een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt.

art. 5.8 – toetsvoorziening bijzondere gevallen1. Indien het niet verlenen van een individuele toetsvoorziening zou leiden tot een ‘bijzonder geval van onbillijkheid

van overwegende aard’ kan de examencommissie besluiten een toetsvoorziening toe te kennen.2. Verzoeken om een bijzondere toetsvoorziening moeten zo snel mogelijk met bewijsstukken worden ingediend bij

de examencommissie via de studieadviseur.

Page 38: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

38

art. 5.9 – termijn beoordeling1. De examinator stelt binnen 24 uur na het afnemen van een mondelinge toets het oordeel vast en reikt de student

een desbetreffende schriftelijke verklaring uit.2. De examinator stelt het oordeel over een schriftelijk of op andere wijze afgenomen (deel)toets vast binnen 10 werk-

dagen na de dag waarop deze is afgenomen en verschaft de administratie van de faculteit de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijke of elektronisch bewijsstuk van het oordeel aan de student.

3. Gedurende de academische vakantie gelden geen beoordelingstermijnen.4. Op de schriftelijke verklaring van het oordeel over een toets wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld

in art. 5.11 en op de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens.

art. 5.10 – geldigheidsduur1. De geldigheidsduur van behaalde cursussen is acht jaar.2. In afwijking hiervan kan de examencommissie in geval van bijzondere omstandigheden, op verzoek van de student,

voor een cursus een verlengde geldigheidsduur bepalen, ofwel kan de examencommissie een aanvullende dan wel een vervangende toets opleggen.

3. Deeltoetsen en opdrachten die behaald zijn binnen een cursus die niet met goed gevolg is afgelegd, vervallen na het studiejaar waarin zij zijn behaald, tenzij een cursus meer dan één keer per studiejaar wordt gedoceerd, dan ver-vallen de deeltoetsen en opdrachten die zijn behaald na de periode waarin zij zijn behaald.

art. 5.11 – inzagerecht1. Binnen dertig werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijke toets krijgt de student op zijn

verzoek inzage in zijn beoordeeld werk. Tevens wordt hem op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van dat werk.

2. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belanghebbende kennis nemen van vragen en opdrach-ten van de desbetreffende toets, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden.

Art. 5.12 – bewaartermijn toetsen1. De opgaven, uitwerkingen en het beoordeelde werk van de schriftelijke toetsen worden in papieren of digitale

vorm gedurende twee jaar na de beoordeling bewaard.2. Het afstudeerwerk en de beoordeling daarvan wordt in papieren of digitale vorm gedurende zeven jaar na de be-

oordeling bewaard.

art. 5.13 – vrijstellingDe examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van een onderdeel van het programma, indien de student:a. hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft

voltooid;b. hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het

desbetreffende onderdeel.

art. 5.14 – fraude en plagiaat1. Onder fraude en plagiaat wordt verstaan het handelen of nalaten van een student waardoor een juist oordeel over

zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt. Onder fraude valt onder meer: • tijdens het tentamen spieken. Degene die gelegenheid biedt tot spieken is medeplichtig aan fraude; • tijdens het tentamen in het bezit (d.w.z. bij zich te hebben/te dragen) te zijn van hulpmiddelen (voorgeprogram-

meerde rekenmachine, mobiele telefoon, smartwatch, smartglasses, boeken, syllabi, aantekeningen etc), waar-van de raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan;

• door anderen laten maken van (delen van) een studieopdracht en het voordoen als eigen werk;

Page 39: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

39

• zich voor de datum of het tijdstip waarop het tentamen zal plaatsvinden, in het bezit te stellen van de vragen, opgaven of antwoorden van het desbetreffende tentamen;

• fingeren van enquête- of interviewantwoorden of onderzoekgegevens; Van plagiaat is sprake bij het in een scriptie of ander werkstuk gegevens of tekstgedeelten van anderen overnemen

zonder bronvermelding. Onder plagiaat valt onder meer: • het knippen en plakken van tekst van digitale bronnen zoals encyclopedieën en digitale tijdschriften zonder aan-

halingstekens en verwijzing; • het knippen en plakken van teksten van het internet zonder aanhalingstekens en verwijzing; • het overnemen van gedrukt materiaal zoals boeken, tijdschriften en encyclopedieën zonder aanhalingstekens en

verwijzing; • het opnemen van een vertaling van bovengenoemde bronnen zonder aanhalingstekens en verwijzing; • het parafraseren van bovengenoemde teksten zonder (deugdelijke) verwijzing; parafrasen moeten als zodanig

gemarkeerd zijn (door de tekst uitdrukkelijk te verbinden met de oorspronkelijke auteur in tekst of noot), zodat niet de indruk wordt gewekt dat het gaat om eigen gedachtegoed van de student;

• het overnemen van beeld-, geluids- of testmateriaal van anderen zonder verwijzing en zodoende laten door-gaan voor eigen werk;

• het zonder bronvermelding opnieuw inleveren van eerder door de student gemaakt eigen werk en dit laten doorgaan voor in het kader van de cursus vervaardigd oorspronkelijk werk, tenzij dit in de cursus of door de do-cent uitdrukkelijk is toegestaan;

• het overnemen van werk van andere studenten en dit laten doorgaan voor eigen werk. Indien dit gebeurt met toestemming van de andere student is de laatste medeplichtig aan plagiaat;

• ook wanneer in een gezamenlijk werkstuk door een van de auteurs plagiaat wordt gepleegd, zijn de andere au-teurs medeplichtig aan plagiaat, indien zij hadden kunnen of moeten weten dat de ander plagiaat pleegde;

• het indienen van werkstukken die verworven zijn van een commerciële instelling (zoals een internetsite met uit-treksels of papers) of die tegen betaling door iemand anders zijn geschreven.

2. a. Wanneer fraude of plagiaat wordt geconstateerd of vermoed, deelt de examinator dit schriftelijk mee aan de student en de examencommissie.

b. De examencommissie stelt de student in de gelegenheid: • schriftelijk daarop te reageren; • te worden gehoord.3. De examencommissie stelt vast of er sprake is van fraude of plagiaat en deelt de student schriftelijk haar besluit

en de sancties conform het bepaalde in het vierde lid mede, onder vermelding van de beroepsmogelijkheid bij het College van beroep voor de examens.

4. Fraude en plagiaat wordt door de examencommissie als volgt bestraft: a. In ieder geval: • ongeldig verklaren van het ingeleverde werkstuk of tentamen • berisping, die aangetekend wordt in OSIRIS. b. En eventueel voorts, afhankelijk van aard en omvang van de fraude of plagiaat, en van de studiefase van de stu-

dent, één of meer van de volgende sancties: • verwijderen uit de cursus • het niet meer in aanmerking komen voor een positief judicium (cum laude) als bedoeld in art.6.2 • uitsluiting van deelname aan tentamens of andere vormen van toetsing die behoren bij het betreffende onder-

wijsonderdeel voor het lopende academisch jaar, dan wel voor een periode van 12 maanden • volledige uitsluiting van deelname aan alle tentamens of andere vormen van toetsing voor een periode van 12

maanden. c. Indien de student reeds eerder een berisping heeft gekregen: volledige uitsluiting van deelname aan alle tenta-

mens of andere vormen van toetsing voor een periode van 12 maanden. d. Bij zeer ernstige en/of herhaalde fraude kan de examencommissie het college van bestuur voorstellen de in-

schrijving voor de opleiding van de betrokkene definitief te beëindigen.5. Als de examencommissie vaststelt dat er sprake is van grootschalige of georganiseerde fraude, welke van een om-

vang is dat het de tentamenresultaten in hun geheel zal beïnvloeden, beslist de examencommissie onverwijld dat

Page 40: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

40

het desbetreffende tentamen ongeldig is en dat alle deelnemers op korte termijn het hele tentamen moeten over-doen. Daarbij stelt de examencommissie de datum vast waarop het tentamen moet worden overgedaan. Deze da-tum ligt uiterlijk twee weken na het vaststellen van de fraude, zodat de deelnemers nog baat hebben bij hun voor-bereiding voor het tentamen.

art. 5.15 – beroepsrechtTegen beslissingen van de examencommissie of van examinatoren staat, tot 6 weken nadat aan de toets of het examen is deelgenomen dan wel nadat de beslissing is genomen, gemotiveerd en schriftelijk beroep open bij het College van Beroep voor de Examens ex artikel 7.61 WHW 1992.

PARAGRAAF 6 – EXAMEN

art. 6.1 – examen1. De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast en reikt het getuigschrift als bedoeld in art. 6.4 uit zodra

de student aan de eisen van het examenprogramma heeft voldaan.2. Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen, kan de examencommissie zelf een onderzoek instellen naar de

kennis van de student m.b.t. een of meer onderdelen of aspecten van de opleiding, indien en voor zover de uitsla-gen van de desbetreffende toetsen haar daartoe aanleiding geven.

3. Beoordeling van het examendossier maakt deel uit van het afsluitend examen. Als datum voor het examen geldt de laatste werkdag van de maand waarin de examencommissie heeft vastgesteld dat de student aan de eisen van het examenprogramma heeft voldaan.

4. Voor het behalen van het examen geldt als voorwaarden dat – voor alle onderdelen een voldoende is behaald; – de samenstelling van het afgelegde cursuspakket voldoet aan de gestelde niveaueisen.5. Voor het behalen van het examen en de afgifte van het getuigschrift geldt tevens als voorwaarde dat de student

ingeschreven was voor de opleiding in de periode dat de toetsen zijn afgelegd. Ingeval de student niet aan deze voorwaarde voldoet, kan het college van bestuur een verklaring van geen bezwaar afgeven met betrekking tot het behalen van het examen en de afgifte van het getuigschrift nadat de student de verschuldigde collegegelden en ad-ministratiekosten voor de ‘ontbrekende’ perioden heeft betaald.

6. Degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd en aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, kan de examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan. Dit verzoek moet worden ingediend binnen twee weken nadat de student op de hoogte is gebracht van de uitslag van het examen. Bij dit verzoek geeft de student aan wanneer hij het getuigschrift wil ontvangen. De examencommissie willigt het verzoek in ieder geval in wanneer de student

o een bestuursfunctie gaat vervullen waarvoor een bestuursbeurs van de Universiteit Utrecht beschikbaar is o een stage of onderdeel in het buitenland gaat volgen. De examencommissie kan het verzoek tevens inwilligen indien het niet inwilligen van het verzoek zal leiden tot een

onbillijkheid van overwegende aard vanwege de omstandigheid dat betrokkene in de studieplanning geen rekening heeft kunnen houden met het automatisch afstuderen.

7. Nadat het examen is afgelegd, kan de student de instelling verzoeken te worden uitgeschreven.

art. 6.2 – judicium cum laude1. Indien de student tijdens de opleiding blijk heeft gegeven van uitzonderlijke bekwaamheid, dan wordt dit op het

diploma vermeld met de woorden “cum laude”.2. Het judicium ‘cum laude’ wordt toegekend aan het masterexamen, indien voldaan is aan elk van de volgende

voorwaarden: 1. voor de onderdelen van het programma is gewogen gemiddeld (naar EC) tenminste het cijfer 8,00 behaald; 2. voor de masterthesis is minimaal het eindcijfer 8,00 behaald;

Page 41: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

41

3. voor maximaal 7,5 studiepunten (1-jarige opleidingen) of maximaal 15 studiepunten (2-jarige opleidingen) zijn niet-meetellende vrijstellingen verkregen;

4. er is geen beslissing van de examencommissie (als bedoeld in art. 5.14) inhoudend dat vanwege vastgestelde fraude/plagiaat de student niet meer in aanmerking komt voor een positief judicium (cum laude);

5. het masterexamen is binnen anderhalf jaar behaald (1-jarige masteropleidingen) of het masterexamen is binnen drie jaar behaald (2-jarige opleidingen).

3. De examencommissie kan besluiten het judicium “cum laude” toch toe te kennen, als aan de in lid 2 genoemde voorwaarden niet geheel is voldaan. Een dergelijk besluit kan alleen met algemene stemmen worden genomen.

4. Andere judicia dan cum laude worden niet op het diploma vermeld.

art. 6.3 – graad1. Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad “Master of Science” verleend.2. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend.

art. 6.4 – getuigschrift1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift

uitgereikt.2. De examencommissie voegt aan dit getuigschrift het Internationaal Diploma Supplement toe, waarmee (internatio-

naal) inzicht wordt verschaft in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding.

Art. 6.5 – Grade Point Average (GPA)1. Op het Internationaal Diploma Supplement is het final Grade Point Average (GPA) vermeld om de academische

prestaties van een student weer te geven.2. Het final GPA is het gemiddelde cijfer van de resultaten die zijn behaald binnen het examenprogramma van de op-

leiding, gewogen naar studiepunten en uitgedrukt op een schaal van 1 tot en met 4 met twee decimalen.3. De berekening van het final GPA gaat als volgt: - alle geldende cursusresultaten, behaald in het examenprogramma van de masteropleiding worden omgerekend

naar quality points; - quality points zijn het geldend cursusresultaat x aantal studiepunten (EC) van het betreffende onderdeel; - het totaal aantal behaalde quality points gedeeld door het totaal aantal behaalde studiepunten (EC) geven het

gemiddeld cursusresultaat; - het gemiddeld cursusresultaat wordt omgezet in het final GPA.

PARAGRAAF 7 – STUDIEBEGELEIDING

art. 7.1 – studievoortgangsadministratie1. De faculteit registreert de individuele studieresultaten van de studenten en stelt deze via Osiris-student ter

beschikking.2. Bij Student Affairs Geosciences kan de student zijn studievoortgangsdossier laten waarmerken.

art. 7.2 – studiebegeleiding1. De faculteit draagt zorg voor de introductie en de studiebegeleiding van de studenten die voor de opleidingen zijn

ingeschreven.2. De studiebegeleiding omvat: - het bevorderen van het communitygevoel van studenten; - begeleiding bij keuzes in het programma; - begeleiding bij de oriëntatie op de arbeidsmarkt. - een introductie in de eerste week van het eerste semester van het eerste studiejaar, zowel voor het startmoment

in september als in februari; - het bieden van verwijzing en hulp bij door studenten ervaren moeilijkheden tijdens de studie;

Page 42: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

42

art. 7.3 – handicapAan de student met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden het onderwijs te volgen en de toetsen af te leggen op de wijze zoals vastgelegd in zijn Contract onderwijsvoorzieningen. Verzoeken om een studiecontract af te sluiten worden ingediend bij de studieadviseur.

PARAGRAAF 8 – OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

art. 8.1 – vangnetregelingIn die gevallen waarin deze regeling niet voorziet, niet duidelijk voorziet of tot kennelijke onredelijke uitkomsten leidt, wordt door of namens de decaan beslist, na de examencommissie te hebben gehoord.Indien de beslissing op basis van de wet behoort tot de bevoegdheden van de examencommissie, stuurt de decaan het verzoek naar de examencommissie ter afhandeling.

art. 8.2 – cum laude voor studenten die voor 1 september 2013 zijn gestartIn afwijking van artikel 6.2 geldt voor studenten die vóór 1 september 2013 voor de opleiding waren ingeschreven tot en met het studiejaar 2016-2017 dat het judicium ‘cum laude’ wordt toegekend aan het masterexamen, indien vol-daan is aan elk van de volgende voorwaarden:1. voor de onderdelen van het programma gemiddeld tenminste het cijfer 8,00 behaald2. voor maximaal 15 studiepunten zijn niet-meetellende vrijstellingen verkregen3. er is geen beslissing van de examencommissie (als bedoeld in art. 5.14) inhoudend dat vanwege vastgestelde frau-

de/plagiaat de student niet meer in aanmerking komt voor een positief judicium (cum laude)4. het masterexamen is binnen anderhalf jaar behaald (1-jarige masteropleidingen) of het masterexamen is binnen drie

jaar behaald (2-jarige opleidingen).

art. 8.3 – wijziging1. Wijzigingen van deze regeling worden door de decaan, gehoord de opleidingscommissie en na overleg met de fa-

culteitsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld.2. Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studen-

ten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad.3. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op een beslissing die krachtens deze rege-

ling door de examencommissie is genomen ten aanzien van een student.

art. 8.4 – bekendmakingDe decaan draagt zorg voor bekendmaking van deze regeling, alsmede van elke wijziging daarin, via internet.

art. 8.5 – inwerkingtredingDeze regeling treedt in werking op 1 september 2015.

Page 43: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

43

BIJLAGE 1 Toelatingseisen masterprogramma’s

Earth, Life and ClimateToelaatbaar tot het programma Earth, Life and Climate is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma die beschikt over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitair bachelordiploma en die aantoont te beschikken over de volgende specifieke kennis, inzicht en vaardigheden:a) kennis op het gebied van Aardwetenschappen, Biologie of Scheikunde op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau

van de major Aardwetenschappen, Biologie of Scheikunde van de Universiteit Utrechtb) inzicht in Aardwetenschappen op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Aardwetenschappen,

Biologie of Scheikunde van de Universiteit Utrechtc) academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden van of gelijkwaardig aan de major Aardwetenschappen,

Biologie of Scheikunde van de Universiteit Utrecht

Earth Structure and DynamicsToelaatbaar tot het programma Earth Structure and Dynamics is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma die beschikt over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitair bachelordiploma en die aantoont te beschikken over de volgende specifieke kennis, inzicht en vaardigheden:a) kennis op het gebied van Aardwetenschappen of Natuurkunde op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de

major Aardwetenschappen of Natuurkunde van de Universiteit Utrechtb) inzicht in Aardwetenschappen op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Aardwetenschappen of

Natuurkunde van de Universiteit Utrechtc) academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden van of gelijkwaardig aan de major Aardwetenschappen of

Natuurkunde van de Universiteit Utrecht

Earth Surface and WaterToelaatbaar tot het programma Earth Surface and Water is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma die beschikt over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitair bachelordiploma en die aantoont te beschikken over de volgende specifieke kennis, inzicht en vaardigheden:a) kennis op het gebied van Aardwetenschappen op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major

Aardwetenschappen van de Universiteit Utrechtb) inzicht in Aardwetenschappen op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Aardwetenschappen van de

Universiteit Utrechtc) academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden van of gelijkwaardig aan de major Aardwetenschappen van

de Universiteit Utrecht

Economische GeografieToelaatbaar tot het programma Economische Geografie is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma die beschikt over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitair bachelordiploma en die aantoont te beschikken over de volgende specifieke kennis, inzicht en vaardigheden:a) kennis op het gebied van Economische Geografie op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Sociale

Geografie en Planologie van de Universiteit Utrechtb) inzicht in Economische Geografie op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Sociale Geografie en

Planologie van de Universiteit Utrechtc) academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden van of gelijkwaardig aan de major Sociale Geografie en

Planologie van de Universiteit Utrecht

Energy ScienceToelaatbaar tot het programma Energy Science is de bezitter van een Nederlands of buitenlands diploma die beschikt over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitair bachelordiploma en die aantoont te beschikken over de volgende specifieke kennis, inzicht en vaardigheden:

Page 44: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

44

a) Kennis op het gebied van Milieu-natuurwetenschappen, Natuurwetenschap & Innovatiemanagement, Natuur-kunde of Scheikunde, op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Milieu-natuurwetenschappen, Natuurwetenschap & Innovatiemanagement, Natuurkunde of Scheikunde van de Universiteit Utrecht

b) Kennis van thermodynamica, energieanalyse en wiskundec) Inzicht in Milieu-natuurwetenschappen, Natuurwetenschap & Innovatiemanagement, Natuurkunde of Scheikunde,

op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Milieu-natuurwetenschappen, Natuurwetenschap & Innovatie management, Natuurkunde of Scheikunde van de Universiteit Utrecht

d) Academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden van of gelijkwaardig aan de major van Milieu-natuur-wetenschappen, Natuurwetenschap & Innovatiemanagement, Natuurkunde of Scheikunde van de Universiteit Utrecht

Geo-CommunicatieToelaatbaar tot het programma Geo-Communicatie is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma die beschikt over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitair bachelordiploma en die aantoont te beschikken over de volgende specifieke kennis, inzicht en vaardigheden:a) kennis op het gebied van Sociale of Fysische Geografie op of gelijkwaardig aan het gevorderd niveau van de major

Sociale Geografie en Planologie of Aardwetenschappen van de Universiteit Utrechtb) inzicht Sociale of Fysische Geografie op of gelijkwaardig aan het gevorderd niveau van de major Sociale Geografie

en Planologie of Aardwetenschappen van de Universiteit Utrechtc) academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden van of gelijkwaardig aan de major Sociale Geografie en

Planologie of Aardwetenschappen van de Universiteit Utrecht

GIMA (Master of Science in Geographical Information Management and Applications)Toelaatbaar tot het programma Geographical Information Management and Applications (GIMA) is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma dat gelijkwaardig is aan een universitair bachelordiploma en die daarnaast aan-toont te beschikken over de volgende specifieke kennis, inzicht en vaardigheden (op een universitair bachelorniveau, bijvoorbeeld gelijkwaardig aan het gevorderd niveau van de major Sociale Geografie en Planologie van de Universiteit Utrecht):a) kennis op het gebied van geo-informatie, geografie, GIS of een ander aan GIMA gerelateerd vakgebiedb) inzicht in processen van geografische data en informatie verzameling, verwerking en verspreidingc) academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden

Human Geography and Planning (Research Master)Toelaatbaar tot het research master programma Human Geography and Planning is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma die beschikt over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitair bachelor-diploma en die aantoont te beschikken over de volgende specifieke kennis, inzicht en vaardigheden:a) kennis op het gebied van Sociale Geografie of Planologie op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major

Sociale Geografie en Planologie van de Universiteit Utrechtb) inzicht in Sociale Geografie of Planologie op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Sociale Geografie

en Planologie van de Universiteit Utrechtc) academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden van of gelijkwaardig aan de major Sociale Geografie en

Planologie van de Universiteit Utrecht

Innovation SciencesToelaatbaar tot het programma Innovation Sciences is de bezitter van een Nederlands of buitenlands diploma die be-schikt over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitair bachelordiploma en die aantoont te be-schikken over de volgende specifieke kennis, inzicht en vaardigheden:a) Kennis op het gebied van Natuurwetenschap & Innovatiemanagement, Natural Sciences of Life Sciences, op of ge-

lijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Natuurwetenschap & Innovatiemanagement, Natural Sciences of Life Sciences, van de Universiteit Utrecht

b) Kennis op het gebied van emerging technology issues and complex multidisciplinary problems

Page 45: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

45

c) Inzicht in Natuurwetenschap & Innovatiemanagement, Natural Sciences of Life Sciences, op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Natuurwetenschap & Innovatiemanagement, Natural Sciences of Life Sciences, van de Universiteit Utrecht

d) Academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden van of gelijkwaardig aan de major Natuurwetenschap & Innovatiemanagement, Natural Sciences of Life Sciences, van de Universiteit Utrecht

International Development StudiesToelaatbaar tot het programma International Development Studies is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma die beschikt over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitair bachelordiploma en die aantoont te beschikken over de volgende specifieke kennis, inzicht en vaardigheden:a) kennis op het gebied van Development Geography of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Sociale

Geografie en Planologie van de Universiteit Utrechtb) inzicht in Development Geography op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Sociale Geografie en

Planologie van de Universiteit Utrechtc) academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden van of gelijkwaardig aan de major Sociale Geografie en

Planologie van de Universiteit Utrecht

Marine SciencesToelaatbaar tot het programma Marine Sciences is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma die be-schikt over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitair bachelordiploma en die aantoont te be-schikken over de volgende specifieke kennis, inzicht en vaardigheden:a) kennis op het gebied van Aardwetenschappen of Biologie op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major

Aardwetenschappen of Biologie van de Universiteit Utrechtb) inzicht in Aardwetenschappen of Biologie op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Aardweten-

schappen of Biologie van de Universiteit Utrechtc) academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden van of gelijkwaardig aan de major Aardwetenschappen of

Biologie van de Universiteit Utrecht

PlanologieToelaatbaar tot het programma Planologie is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma die beschikt over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitair bachelordiploma en die aantoont te beschikken over de volgende specifieke kennis, inzicht en vaardigheden:a) kennis op het gebied van Planologie op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Sociale Geografie en

Planologie van de Universiteit Utrechtb) inzicht in Planologie op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Sociale Geografie en Planologie van de

Universiteit Utrechtc) academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden van of gelijkwaardig aan de major Sociale Geografie en

Planologie van de Universiteit Utrecht

Sustainable Business and InnovationToelaatbaar tot het programma Sustainable Business and Innovation is de bezitter van een Nederlands of buitenlands diploma die beschikt over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitair bachelordiploma en die aantoont te beschikken over de volgende specifieke kennis, inzicht en vaardigheden:a) Kennis op het gebied van Natuurwetenschap & Innovatiemanagement, Milieu-natuurwetenschappen, Milieumaat-

schappijwetenschappen of Economie op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Natuur-wetenschap & Innovatiemanagement, Milieu-natuurwetenschappen, Milieu-maatschappijwetenschappen of Economie van de Universiteit Utrecht

b) Kennis van duurzame ontwikkeling en/of innovatiewetenschappenc) Basale kennis van de natuurwetenschappen op Bachelor niveau, inclusief wiskunde, en/of scheikunde en/of

natuurkunde

Page 46: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

46

d) Inzicht in Natuurwetenschap & Innovatiemanagement, Milieu-natuurwetenschappen, Milieu-maatschappij-wetenschappen of Economie op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Natuurwetenschap & Innovatie management, Milieu-natuurwetenschappen, Milieu-maatschappijwetenschappen of Economie van de Universiteit Utrecht

e) Academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden van of gelijkwaardig aan de major Natuurwetenschap & Innovatiemanagement, Milieu-natuurwetenschappen, Milieu-maatschappijwetenschappen of Economie van de Universiteit Utrecht

Sustainable Development, track Energy & MaterialsToelaatbaar tot het programma Sustainable Development, track Energy & Materials is de bezitter van een Nederlands of buitenlands diploma die beschikt over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitair bachelor-diploma en die aantoont te beschikken over de volgende specifieke kennis, inzicht en vaardigheden:a) Kennis op het gebied van Milieu-natuurwetenschappen, Natuurwetenschap & Innovatiemanagement, Aardweten-

schappen, Natuurkunde of Scheikunde, op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Milieu-natuur-weten schappen, Natuurwetenschap & Innovatiemanagement, Aardwetenschappen, Natuurkunde of Scheikunde van de Universiteit Utrecht

b) Kennis op het gebied van thermodynamica en duurzaamheidsvraagstukkenc) Inzicht in Milieu-natuurwetenschappen, Natuurwetenschap & Innovatiemanagement, Aardwetenschappen,

Natuurkunde of Scheikunde op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Milieu-natuurwetenschappen, Natuurwetenschap & Innovatiemanagement, Aardwetenschappen, Natuurkunde of Scheikunde van de Universiteit Utrecht

d) Academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden van of gelijkwaardig aan de major Milieu-natuur-wetenschappen, Natuurwetenschap & Innovatiemanagement, Aardwetenschappen, Natuurkunde of Scheikunde van de Universiteit Utrecht

Sustainable Development, track Global Change and EcosystemsToelaatbaar tot het programma Sustainable Development, track Global Change and Ecosystems is de bezitter van een Nederlands of buitenlands diploma die beschikt over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitair bachelordiploma en die aantoont te beschikken over de volgende specifieke kennis, inzicht en vaardigheden:a) Kennis op het gebied van Milieu-natuurwetenschappen, Aardwetenschappen, Biologie of Scheikunde, op of ge-

lijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Milieu-natuurwetenschappen, Aardwetenschappen, Biologie of Scheikunde van de Universiteit Utrecht

b) Kennis op het gebied van duurzaamheidsvraagstukkenc) Inzicht in Milieu-natuurwetenschappen, Aardwetenschappen, Biologie of Scheikunde, op of gelijkwaardig aan ge-

vorderd niveau van de major Milieu-natuurwetenschappen, Aardwetenschappen, Biologie of Scheikunde van de Universiteit Utrecht

d) Academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden van of gelijkwaardig aan de major Milieu-natuurweten-schappen, Aardwetenschappen, Biologie of Scheikunde van de Universiteit Utrecht

Sustainable Development, track Environmental GovernanceToelaatbaar tot het programma Sustainable Development, track Environmental Governance is de bezitter van een Nederlands of buitenlands diploma die beschikt over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitair bachelordiploma en die aantoont te beschikken over de volgende specifieke kennis, inzicht en vaardigheden:a) Kennis op het gebied van Milieu-maatschappijwetenschappen, Sociale Geografie en Planologie, Bestuurs- en

Organisatie wetenschappen, Economie of Sociale Wetenschappen, op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Milieu-maatschappijwetenschappen, Sociale Geografie en Planologie, Bestuurs- en Organisatie-wetenschappen, Economie of Sociale Wetenschappen, van de Universiteit Utrecht

b) Kennis op het gebied van duurzaamheidsvraagstukkenc) Inzicht in Milieu-maatschappijwetenschappen, Sociale Geografie en Planologie, Bestuurs- en Organisatie-

wetenschappen, Economie of Sociale Wetenschappen, op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major

Page 47: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

47

Milieu-maatschappijwetenschappen, Sociale Geografie en Planologie, Bestuurs- en Organisatiewetenschappen, Economie of Sociale Wetenschappen, van de Universiteit Utrecht

d) Academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden van of gelijkwaardig aan de major Milieu-maatschappij-wetenschappen, Sociale Geografie en Planologie, Bestuurs- en Organisatiewetenschappen, Economie of Sociale Wetenschappen, van de Universiteit Utrecht

Sustainable Development, track International DevelopmentToelaatbaar tot het programma Sustainable Development, track International Development is de bezitter van een Nederlands of buitenlands diploma die beschikt over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitair bachelordiploma en die aantoont te beschikken over de volgende specifieke kennis, inzicht en vaardigheden:a) Kennis op het gebied van Milieu-maatschappijwetenschappen, Sociale Geografie en Planologie of Sociale

Wetenschappen, op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Milieu-maatschappijwetenschappen, Sociale Geografie en Planologie of Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht

b) Kennis op het gebied van duurzaamheidsvraagstukken en ontwikkelingsgeografiec) Inzicht in Milieu-maatschappijwetenschappen, Sociale Geografie en Planologie of Sociale Wetenschappen, op

of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Milieu-maatschappijwetenschappen, Sociale Geografie en Planologie of Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht

d) Academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden van of gelijkwaardig aan de major Milieu-maatschappij-wetenschappen, Sociale Geografie en Planologie of Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht

Urban GeographyToelaatbaar tot het programma Urban Geography is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma die beschikt over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitair bachelordiploma en die aantoont te beschikken over de volgende specifieke kennis, inzicht en vaardigheden:a) kennis op het gebied van Urban Geography op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Sociale

Geografie en Planologie van de Universiteit Utrechtb) inzicht in Urban Geography op of gelijkwaardig aan gevorderd niveau van de major Sociale Geografie en Planologie

van de Universiteit Utrechtc) academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden van of gelijkwaardig aan de major Sociale Geografie en

Planologie van de Universiteit Utrecht

Water Science and ManagementToelaatbaar tot het programma Water Science and Management is de bezitter van een Nederlands of buitenlands di-ploma die beschikt over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitair bachelordiploma en die aan-toont te beschikken over de volgende specifieke kennis, inzicht en vaardigheden:a) Kennis op het gebied van Aardwetenschappen, Environmental Sciences of Natural Sciences, op of gelijkwaardig aan

gevorderd niveau van de major Aardwetenschappen of Milieu-natuurwetenschappen van de Universiteit Utrechtb) Inzicht in Aardwetenschappen, Environmental Sciences of Natural Sciences op of gelijkwaardig aan gevorderd ni-

veau van de major Aardwetenschappen of Milieu-natuurwetenschappen van de Universiteit Utrechtc) Academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden van of gelijkwaardig aan de major van Aardweten-

schappen of Milieu-natuurwetenschappen van de Universiteit Utrecht

Page 48: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

48

BIJLAGE 2 Samenstelling masterprogramma’s

Earth, Life and Climate

Theoretical courses: required electives 45 ECDeficiency courses 0 - 15 ECMSc research/thesis 30 - 45 ECIndividual programme/internshipVerplicht 2e report

up to 30 EC

Additional theoretical courses, seminar modules, advanced-level courses 0 - 45 EC

Earth Structure and Dynamics

Theoretical courses: required electives 45 ECDeficiency courses 0 - 15 ECMSc research/thesis 30 - 45 ECIndividual programme/internshipVerplicht 2e report

up to 30 EC

Additional theoretical courses, seminar modules, advanced-level courses 0 - 45 EC

Earth Surface and Water

Theoretical courses: required electives 45 ECDeficiency courses 0 - 15 ECMSc research/thesis 30 - 45 ECIndividual programme/internshipVerplicht 2e report

up to 30 EC

Additional theoretical courses, seminar modules, advanced-level courses 0 - 45 EC

Economische Geografie

Required/theoretical 22.5 ECMethods of research 7.5 ECMSc research/thesis 30 EC

Energy Science

Required/theoretical 22.5 ECMethods of research 15 ECMSc thesis/internship 30 - 52.5 ECElective 22.5 - 37.5 EC

Geo-communicatie

Required/theoretical 30 ECIndividual project/internship 7.5 - 15 ECMSc research/thesis 15 - 22,5 EC

Geographical Information Management and Applications

Required/theoretical 40 ECRequired (practical methods) 20 ECMSc research/thesis 30 ECInternship or Individual programme 30 EC

Human Geography and Planning

Required/theoretical 60 ECElective 15 ECMSc research/thesis 45 EC

Page 49: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

49

International Development Studies

Required/theoretical 20 ECMethods of research 10 ECMSc research/thesis 30 EC

Marine Sciences

Theoretical courses 45 ECElective courses 15 - 30 ECMSc research/thesis 30 - 45 ECIndividual programme/internshipVerplicht 2e report

15 - 30 EC

Planologie

Required/theoretical 22.5 ECMethods of research 7.5 ECMSc research/thesis 30 EC

Innovation Sciences

Required/theoretical 37.5 ECMethods of research 22.5 ECMSc research/thesis 45 ECElective 15 EC

Sustainable Development

Required/theoretical 45 ECMethods of research 15 ECMSc research/thesis 30 - 45 ECElective 15 - 30 EC

Sustainable Business and Innovation

Required/theoretical 45 ECMethods of research 15 ECMSc thesis/internship 45 ECElective 15 EC

Urban Geography

Required/theoretical 22.5 ECMethods of research 7.5 ECMSc research/thesis 30 EC

Water Science and Management

Required/theoretical 75 ECMSc research/thesis (verplicht extern internship format) 30 - 45 ECElective/MSc individ. programme

0 - 15 EC

Page 50: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

50

Page 51: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

51

Reglement examencommissie

Geowetenschappen 2015-2016

(regels & richtlijnen ex art. 7.12b, 3e lid WHW)

Reglement examencommissie, vastgesteld door de examencommissie van de Graduate School Geowetenschappen aan de Universiteit Utrecht, op 6 juli 2015.Dit reglement treedt in werking op 1 september 2015.

De examencommissie van de Graduate School Geowetenschappen bestaat uit een centrale examencommissie en drie uitvoerende kamers. Deze uitvoerende kamers voeren het examenbeleid zelfstandig uit binnen de kaders die worden gesteld door de centrale examencommissie van de Undergraduate School Geowetenschappen. De voorzitters van de uitvoerende kamers vormen de centrale examencommissie van de Undergraduate School Geowetenschappen. De cen-trale examencommissie functioneert als een kaderstellend en als een controlerend orgaan. Zij bepaalt het examenbeleid en stelt de kaders vast in de vorm van regelingen en procedures. De centrale examencommissie stelt jaarlijks het regle-ment examencommissie vast. Verder waakt zij in haar controlerende rol over de kwaliteit van de besluiten en de uitvoe-ring van het examenbeleid door de kamers.

Verzoeken aan de examencommissie komen centraal binnen en worden door de centrale examencommissie vervolgens toegewezen aan de uitvoerende kamers.

Inhoud

PARAGRAAF 1 – ALGEMENE BEPALINGEN 52art. 1 – toepassingsgebied 52art. 2 – examencommissie 52art. 3 – maatstaven 52art. 4 – examinatoren 52

PARAGRAAF 2 – ORGANISATIE TOETSEN EN GOEDE GANG VAN ZAKEN 53art. 5 – tijdstippen toetsen 53art. 6 – aanmelding toetsen 53art. 7 – terugtrekking toets 53art. 8 – de orde tijdens een examen of toets 53

PARAGRAAF 3 – BEOORDELING TOETSEN, THESIS 54art. 9 – beoordeling toetsen 54art. 10 – beoordeling thesis, onderzoeksopdrachten, scripties 54art. 11 – nabespreking 54

PARAGRAAF 4 – BORGEN KWALITEIT EXAMINERING 54art. 12 – borgen kwaliteit toetsen 54art. 13 – onderzoeken kwaliteit toetsen 54art. 14 – borgen van kwaliteit examens (eindniveau van de afgestudeerden) 55

PARAGRAAF 5 – VRIJSTELLINGEN 55art. 15 – vrijstelling 55

Page 52: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

52

PARAGRAAF 1 – ALGEMENE BEPALINGEN

art. 1 – toepassingsgebiedDit reglement is van toepassing op de toetsen en de examens van de bacheloropleidingen Aardwetenschappen, Milieu-natuurwetenschappen, Milieu-maatschappijwetenschappen, Natuurwetenschap en Innovatiemanagement en Sociale Geografie en PlanologieDe in de Onderwijs- en Examenregeling van deze opleidingen omschreven begrippen zijn ook van toepassing op dit reglement.

art. 2 – examencommissie1. De examencommissie wijst uit haar midden een lid aan dat belast is met de behartiging van de dagelijkse gang van

zaken van de examencommissie.2. De examencommissie neemt besluiten bij gewone meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken is de stu-

dent c.q. zijn verzoek afgewezen.3. De examencommissie neemt een beslissing binnen zes weken na ontvangst van een verzoekschrift. Met uitzonde-

ring van de academische vakanties en gedurende de veldwerkperiodes.4. Besluiten van een examencommissie worden in notulen vastgelegd. De notulen worden ten minste door of namens

de voorzitter gefiatteerd.5. De examencommissie stelt jaarlijks per studiejaar een verslag van haar werkzaamheden op en verstrekt dit uiterlijk 1

december volgend op het betreffende studiejaar aan de decaan.6. De examencommissie wordt in zijn werkzaamheden ondersteund door een ambtelijk secretaris. Deze maakt geen

deel uit van de examencommissie. De ambtelijk secretaris draagt zorg voor: - het voorbereiden, bijeenroepen en notuleren van de vergaderingen; - het bewaken van de uitvoering van genomen besluiten; - het communiceren van besluiten aan studenten en andere betrokkenen; - het opstellen van periodieke rapportages; - het archiveren van behandelde verzoeken, bezwaren en genomen besluiten.

art. 3 – maatstavenDe examencommissie neemt bij haar beslissingen de volgende maatstaven tot richtsnoer:a. het behoud van kwaliteitseisen van een examen(programma) of toets;b. doelmatigheidseisen, onder meer tot uitdrukking komend in een streven om: - zoveel mogelijk beperken van tijdverlies voor studenten, die een snelle voortgang met de studie maken; - studenten zo snel mogelijk te bewegen hun studie af te breken, indien het slagen voor een examen of toets on-

waarschijnlijk is geworden;c. bescherming tegen zichzelf van de student die een te grote studielast op zich wil nemen;d. mildheid ten opzichte van studenten, die door omstandigheden buiten hun schuld in de voortgang van hun studie

vertraging hebben ondervonden.

art. 4 – examinatoren1. Leden van de wetenschappelijke staf, die belast zijn met het onderwijs van een cursus, zijn als examinator verant-

woordelijk voor de toetsing van de cursus. De examencommissie kan overige leden van het wetenschappelijk perso-neel en deskundigen van buiten de opleidingen als examinator aanwijzen.

2. De examencommissie kan overgaan tot intrekking van de aanwijzing als examinator indien de examinator zich niet houdt aan wet- en regelgeving of richtlijnen van de examencommissie, of als de competentie van examinator op het gebied van toetsen (maken, afnemen, beoordelen) herhaaldelijk van onvoldoende kwaliteit is gebleken.

Page 53: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

53

PARAGRAAF 2 – ORGANISATIE TOETSEN EN GOEDE GANG VAN ZAKEN

art. 5- tijdstippen toetsen1. Schriftelijke toetsen worden afgenomen op tijdstippen, die tenminste 14 dagen voor aanvang van de betreffende

periode door de examencommissie zijn vastgesteld.2. Bij de vaststelling van de tijdstippen van toetsen wordt zoveel mogelijk voorkomen dat toetsen samenvallen.3. Wijziging van vastgestelde tijdstippen vindt uitsluitend plaats in geval van overmacht.4. Mondelinge toetsen worden op een door de betreffende examinator(en) zo mogelijk na overleg met de student te

bepalen tijdstip afgenomen.5. Tijdstippen voor schriftelijke aanvullende of vervangende toetsen worden tenminste twee weken van tevoren vast-

gesteld en bekend gemaakt. Er zitten minimaal vijf werkdagen tussen het bekendmaken van het resultaat en de aanvullende toets.

art. 6 – aanmelding toetsen1. Deelname aan een reguliere toets kan slechts plaatsvinden na deugdelijke en tijdige aanmelding voor een cursus via

Osiris Student binnen de universitaire cursusinschrijfperiode (zie www.uu.nl/inschrijfperiodes).2. De examencommissie kan toestaan dat van de in lid 1 genoemde periode wordt afgeweken als de student aantoont

door overmacht te zijn verhinderd zich tijdig in te schrijven.

art. 7 – terugtrekking toets1. Indien de student niet verschijnt bij de toets op het tijdstip waarvoor hij zich heeft aangemeld, dan wel zich minder

dan tien werkdagen voor dat tijdstip afmeldt, dan wordt hij uitgesloten van deelname aan die toets in het lopende cursusjaar.

2. De examencommissie kan besluiten deelname toch toe te staan, indien de student aantoont door overmacht ver-hinderd te zijn geweest deel te nemen aan resp. zich tijdig terug te trekken voor de toets.

art. 8 – de orde tijdens een examen of toets1. De examinator draagt ervoor zorg, dat ten behoeve van de schriftelijke tentaminering voldoende surveillanten wor-

den aangewezen, die erop toezien dat de toets in goede orde verloopt.2. De student is verplicht zich op verzoek van of vanwege de examencommissie te legitimeren met behulp van zijn col-

legekaart en een geldig identiteitsbewijs. De toegang tot de toets wordt ontzegd, indien de student zich niet kan legitimeren.

3. Aanwijzingen van de examencommissie, c.q. de examinator of surveillant, die voor, tijdens en onmiddellijk na af-loop van de toets gegeven worden, dienen door de student te worden opgevolgd.

4. Volgt de student een of meer aanwijzingen als bedoeld in het derde lid niet op, dan kan hij door de examencom-missie c.q. examinator worden uitgesloten van verdere deelname aan de desbetreffende toets. Dat kan betekenen dat de zaal verlaten moet worden. De uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag van die toets wordt vastgesteld. Voordat de examencommissie een besluit tot uitsluiting neemt, stelt zij de student op zijn verzoek in de gelegenheid terzake te worden gehoord.

5. De duur van een toets is zodanig dat studenten redelijkerwijs voldoende tijd hebben om de vragen te beantwoorden.

6. Laatkomers worden tot een toets toegelaten tot ten hoogste 30 minuten na de aanvang van de toets. Indien een student door overmacht niet binnen deze tijdslimiet aanwezig kan zijn beslist de examencommissie, c.q. examina-tor, of hij alsnog tot de toets wordt toegelaten. Laatkomers hebben geen recht op extra tentamentijd.

7. Studenten mogen de zaal waar de toets wordt afgenomen niet verlaten binnen 30 minuten na aanvang van de toets.

8. Nadat deelnemers de zaal hebben verlaten, worden geen laatkomers meer tot de toets toegelaten.9. Studenten zijn verplicht indien de examencommissie, c.q. de examinator of surveillant daarom verzoekt, hun tassen,

jassen, en elektronische apparatuur, bij aanvang van de toets in te leveren bij de surveillanten.

Page 54: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

54

10. Studenten die tijdens de toets in het bezit blijken te zijn van ingeschakelde mobiele telefoons of andere ingescha-kelde elektronische apparatuur (m.u.v. apparatuur die voor het tentamen is toegestaan door de examencommissie c.q. examinator) kunnen worden uitgesloten van verdere deelname aan de desbetreffende toets.

PARAGRAAF 3 – BEOORDELING TOETSEN, THESIS

art. 9 – beoordeling toetsen1. De examencommissie ziet er op toe dat de beoordeling van schriftelijke toetsen geschiedt aan de hand van tevoren

schriftelijk vastgelegde, en eventueel naar aanleiding van de correctie bijgestelde, normen.2. Ingeval bij de beoordeling van de toets meer dan één examinator is betrokken, ziet de examencommissie erop toe,

dat alle examinatoren beoordelen aan de hand van dezelfde normen.3. De wijze van beoordeling is zodanig dat de student kan nagaan hoe de uitslag van zijn toets tot stand is gekomen.4. Voor de beoordeling van het resultaat van een toets/cursus geldt het laatst toegekende cijfer.

art. 10 – beoordeling thesis, onderzoeksopdrachten, scripties1. De examencommissie ziet er op toe dat beoordelingscriteria voor de thesis, onderzoeksopdrachten, scripties vastge-

steld worden en dat deze in de cursus- of scriptiehandleiding worden opgenomen.2. Indien bij praktische oefeningen door meerdere studenten een bijdrage wordt geleverd aan één gezamenlijk werk-

stuk, hanteert de examencommissie de volgende richtlijnen:a. afspraken over de taakverdeling van de door de studenten te verrichten werkzaamheden worden, voordat de werk-

zaamheden een aanvang nemen, door de verantwoordelijke examinator(en) schriftelijk vastgelegd;b. studenten worden op grond van de door hen verrichte werkzaamheden individueel beoordeeld.3. De beoordeling van de thesis vindt plaats door twee examinatoren. Het judicium komt tot stand door het gemiddel-

de te bepalen van het oordeel van deze examinatoren. Indien het oordeel van de examinatoren meer dan 2 punten verschilt, neemt de examencommissie een beslissing over het judicium. Deze beslissing is bindend voor alle partijen.

4. De examinatoren geven met behulp van een beoordelingsformulier inzicht in de manier waarop het eindoordeel tot stand is gekomen.

art. 11 – nabespreking1. Zo spoedig mogelijk na de bekendmaking van de uitslag van een mondelinge toets vindt desgevraagd dan wel op

initiatief van de examinator een nabespreking plaats tussen de examinator en de student, waarbij de examinator de beslissing motiveert.

2. Gedurende een termijn van 30 dagen, die aanvangt op de dag na de bekendmaking van de uitslag van een schrifte-lijke toets, kan de student de examinator om een nabespreking verzoeken. De nabespreking geschiedt op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip.

3. Indien een collectieve nabespreking wordt georganiseerd, kan de student een verzoek als bedoeld in het tweede lid pas indienen, wanneer hij bij de collectieve bespreking aanwezig is geweest en hij het desbetreffende verzoek moti-veert of wanneer hij door overmacht verhinderd is geweest bij de collectieve nabespreking aanwezig te zijn.

4. Het bepaalde in het vorige lid is van overeenkomstige toepassing, indien de examinator aan de student gelegenheid biedt om zijn uitwerking te vergelijken met modelantwoorden.

PARAGRAAF 4 – BORGEN KWALITEIT EXAMINERING

art. 12 – borgen kwaliteit toetsenDe examencommissie ziet er op toe dat:a. er een toetsbeleid/toetsplan is dat wordt uitgevoerdb. toetsen worden gemaakt op basis van de leerdoelen en eindtermen van de cursusc. er uniforme afspraken zijn over de manier waarop toetsen worden gemaakt

Page 55: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

55

art. 13 – onderzoeken kwaliteit toetsen1. De toetscommissie is belast met de analyse en advisering ten aanzien van de kwaliteit van de toetsing. Daartoe

onderzoekt zij steekproefsgewijs – en naar aanleiding van klachten, uitkomsten evaluaties, slagingspercentages en dergelijke – de kwaliteit van afzonderlijke toetsen met betrekking tot de validiteit (zij meten kennis, vaardighe-den en competenties) en betrouwbaarheid (zij zijn consistent en nauwkeurig) en informeert de examencommissie daarover.

2. De examencommissie kan de toetscommissie opdracht geven tot het verstrekken van informatie, het doen van on-derzoek en het doen van voorstellen met betrekking tot de inrichting van de toetsing. De toetscommissie is ver-plicht om deze opdrachten uit te voeren. De toetscommissie is voor de uitvoering van deze opdrachten verantwoor-ding verschuldigd aan de examencommissie.

art. 14 – borgen van kwaliteit examens (eindniveau van de afgestudeerden)De examencommissie ziet er op toe dat:a. de eindkwalificaties van de opleiding zoals beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling, zijn vertaald in toets-

bare leerdoelen per cursusb. er systematisch wordt nagegaan of er voldoende aansluiting is tussen de cursusdoelen en de eindtermen, of de op-

telsom van de leerdoelen per cursus overeen komt met de eindkwalificaties van de opleiding.

PARAGRAAF 5 – VRIJSTELLINGEN

art. 15 – vrijstelling1. De student die voor één of meer vrijstellingen in aanmerkingen wenst te komen, dient een gemotiveerd verzoek in

bij de examencommissie. Het verzoek is ondertekend en bevat: - naam, adresgegevens en studentnummer - een omschrijving van de gronden waarop de vrijstelling wordt verzocht - voor welke cursus(sen) de vrijstelling wordt verzocht - een gewaarmerkte kopie van diploma, cijferlijst of een bewijs van eerder afgelegde toetsen - en/of een beschrijving van de buiten het hoger onderwijs opgedane kennis en ervaring, vergezeld van relevante

documenten waaruit dit blijkt.2. De examencommissie legt het verzoek voor advies voor aan de examinator(en) die belast is (zijn) met het onderwijs

van de cursus(sen) waarvoor de vrijstelling wordt verzocht.3. De examencommissie beslist binnen 6 weken na datum van ontvangst van het verzoek over het verlenen van de

vrijstelling. Met uitzondering van de academische vakanties en gedurende de veldwerkperiodes.

Page 56: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

56

Page 57: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

57

Adressenlijst docenten en overige

stafleden departement SG&PL

Sect

ie:

Geo

-co

mm

un

icat

ie (

Reg

ion

ale,

Po

litie

ke e

n C

ult

ure

le G

eog

rafi

e)

Naa

mTi

tel

Fun

ctie

Kam

erTe

lefo

on

E-m

ail

Pers

oo

nlij

ke p

agin

a

Béne

ker,

Tine

Dr.

Uni

vers

itair

Hoo

fddo

cent

3.05

030-

2532

039

t.be

neke

r@uu

.nl

http

://w

ww

.uu.

nl/s

taff

/Tbe

neke

rBi

erbo

oms,

Jos

Drs

.U

nive

rsita

ir D

ocen

t3.

0103

0-25

3325

1a.

p.j.b

ierb

oom

s@uu

.nl

http

://w

ww

.uu.

nl/s

taff

/APJ

Bier

boom

sBr

ink,

Pau

l van

den

Dr.

Uni

vers

itair

Doc

ent

3.08

B03

0-25

3172

5p.

p.w

.j.va

nden

brin

k@uu

.nl

http

://w

ww

.uu.

nl/s

taff

/PPW

Jvan

denB

rink

Gor

p, B

ouke

van

Dr.

Uni

vers

itair

Doc

ent

3.06

030-

2534

915

b.va

ngor

p@uu

.nl

http

://w

ww

.uu.

nl/s

taff

/BH

vanG

orp

Kro

gt, P

eter

van

der

Dr.

Uni

vers

itair

Doc

ent

4.10

030-

2532

052

p.c.

j.van

derk

rogt

@uu

.nl

http

://w

ww

.uu.

nl/s

taff

/PC

Jvan

derK

rogt

Pate

r, Be

n de

Dr.

Uni

vers

itair

Hoo

fddo

cent

3.08

A03

0-25

3139

1b.

c.de

pate

r@uu

.nl

http

://w

ww

.uu.

nl/s

taff

/BC

dePa

ter

Paul

, Leo

Dr.

Uni

vers

itair

Hoo

fddo

cent

3.15

030-

2534

421

l.j.p

aul@

uu.n

lht

tp://

ww

w.u

u.nl

/sta

ff/L

JPau

lRe

nes,

Han

sPr

of. D

r.U

nive

rsita

ir D

ocen

t3.

0203

0-25

3580

6j.r

enes

@uu

.nl

http

://w

ww

.uu.

nl/s

taff

/Jre

nes

Sche

e, J

oop

van

der

Prof

. Dr.

Hoo

gler

aar

3.04

030-

2531

397

j.a.v

ande

rsch

ee@

uu.n

lht

tp://

ww

w.u

u.nl

/sta

ff/J

Ava

nder

Sche

eTe

rlouw

, Kee

sD

r.U

nive

rsita

ir D

ocen

t3.

18 A

030-

2534

348

c.p.

terlo

uw@

uu.n

lht

tp://

ww

w.u

u.nl

/sta

ff/C

PTer

louw

Topp

en, F

red

Drs

.U

nive

rsita

ir D

ocen

t4.

1903

0-25

3388

7f.

j.top

pen@

uu.n

lht

tp://

ww

w.u

u.nl

/sta

ff/F

JTop

pen

Voch

t, A

lpho

ns d

eD

rs.

Uni

vers

itair

Doc

ent

6.08

030-

2531

404

a.g.

a.de

voch

t@uu

.nl

http

://w

ww

.uu.

nl/s

taff

/AG

Ade

Voch

tW

olfe

nsbe

rger

, Mar

caD

r.U

nive

rsita

ir D

ocen

t3.

0303

0-25

3139

6m

.v.c

.wol

fens

berg

er@

uu.n

lht

tp://

ww

w.u

u.nl

/sta

ff/

MV

CW

olfe

nsbe

rger

Bes

tuu

r D

epar

tem

ent

Naa

mTi

tel

Fun

ctie

Kam

erTe

lefo

on

E-m

ail

Pers

oo

nlij

ke p

agin

a

Dijs

t, M

artin

Prof

. Dr.

Voor

zitt

er D

epar

tem

ent

6.31

030-

2534

442

m.j.

dijs

t@uu

.nl

http

://w

ww

.uu.

nl/s

taff

/MJD

ijst

Hui

jgen

, Chr

isD

rs.

Man

ager

bed

rijfs

voer

ing/

Best

uurs

secr

etar

is6.

2403

0-25

3155

9g.

c.hu

ijgen

@uu

.nl

http

://w

ww

.uu.

nl/s

taff

/GC

Hui

jgen

Schu

tjens

, Ver

oniq

uePr

of. D

r.O

nder

wijs

dire

cteu

r6.

1203

0-25

3452

8v.

a.j.m

.sch

utje

ns@

uu.n

lht

tp://

ww

w.u

u.nl

/sta

ff/V

AJM

Schu

tjens

Vaca

ture

Prof

. Dr.

Ond

erzo

eksd

irect

eur

On

der

wijs

inst

itu

ut

Naa

mTi

tel

Fun

ctie

Kam

erTe

lefo

on

E-m

ail

Pers

oo

nlij

ke p

agin

a

Béne

ker,

Tine

Dr.

Coö

rdin

ator

Mas

ter/

Voor

zitt

er

Aca

dem

ic S

choo

l3.

0503

0-25

3203

9t.

bene

ker@

uu.n

lht

tp://

ww

w.u

u.nl

/sta

ff/T

bene

ker

Bier

boom

s, J

osD

rs.

Stud

iead

vise

ur S

G&

PL3.

0103

0-25

3325

1a.

p.j.b

ierb

oom

s@uu

.nl

http

://w

ww

.uu.

nl/s

taff

/APJ

Bier

boom

sG

orp,

van

Bou

keD

r.St

udie

loop

baan

Coo

rdin

ator

3.06

030-

2534

915

b.va

ngor

p@uu

.nl

http

://w

ww

.uu.

nl/s

taff

/BH

vanG

orp

Mid

delk

oop,

Erik

a va

nC

oörd

inat

or O

nder

wijs

inst

ituut

/Se

cret

aris

Exa

men

com

mis

sie/

Coö

rdin

ator

Alu

mni

bele

id

6.32

030-

2532

086

e.p.

vanm

idde

lkoo

p@uu

.nlh

ttp:

//ww

w.u

u.nl

/sta

ff/E

Pvan

Mid

delk

oop

Schu

tjens

, Ver

oniq

uePr

of. D

r.O

nder

wijs

dire

cteu

r SG

&PL

6.12

030-

2534

528

v.a.

j.m.s

chut

jens

@uu

.nl

http

://w

ww

.uu.

nl/s

taff

/VA

JMSc

hutje

nsTo

ppen

, Fre

dD

rs.

Coö

rdin

ator

Bac

helo

r/Vo

orzi

tter

Ba

chel

orbe

stuu

r4.

1903

0-25

3388

7f.

j.top

pen@

uu.n

lht

tp://

ww

w.u

u.nl

/sta

ff/F

JTop

pen

Wol

fens

berg

er, M

arca

Dr.

Coö

rdin

ator

Hon

ours

Pro

gram

ma

3.03

030-

2531

396

m.v

.c.w

olfe

nsbe

rger

@uu

.nl

http

://w

ww

.uu.

nl/s

taff

/M

VC

Wol

fens

berg

er

Page 58: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

58

Secr

etar

iaat

Naa

mTi

tel

Fun

ctie

Kam

erTe

lefo

on

E-m

ail

Pers

oo

nlij

ke p

agin

a

Chr

istia

n-va

n de

r M

eer,

Tibi

say

Secr

etar

esse

SG

&PL

6.01

030-

2531

399

secr

etar

iaat

sgpl

.geo

@uu

.nl

http

://w

ww

.uu.

nl/s

taff

/TA

vand

erC

hris

tianv

ande

rMee

rD

ispa

, Mar

ielle

Secr

etar

esse

SG

&PL

6.35

030-

2536

260

secr

etar

iaat

sgpl

.geo

@uu

.nl

http

://w

ww

.uu.

nl/s

taff

/MM

Dis

pa

Savi

dis,

Ann

emar

ieSe

cret

ares

se S

G&

PL6.

0103

0-25

3139

9se

cret

aria

atsg

pl.g

eo@

uu.n

lht

tp://

ww

w.u

u.nl

/sta

ff/A

DSa

vidi

s

Spee

lman

, Gee

rtje

Drs

.Se

cret

ares

se S

G&

PL6.

3503

0-25

3626

0se

cret

aria

atsg

pl.g

eo@

uu.n

lht

tp://

ww

w.u

u.nl

/sta

ff/G

CM

Spee

lman

Page 59: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

59

Het Van Unnikgebouw

Verdieping:

11de Milieuwetenschappen10de NW&I7de Bestuur Faculteit6de Stadsgeografie Economische Geografie Secretariaat SGPL5de Cartografie4de GIS/Methoden en

Technieken Planologie3de Ontwikkelingsgeografie (IDS) Geo-Communicatie (regio-

naal & culturele geografie) Studieadviseur SGPL2de Collegezalen

Geowetenschappen1ste Computerleerzalen Computerhelpdesk Traverse naar bibliotheek Studielandschap

Page 60: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

60

Geo

-w

eten

-sc

happ

en(g

epla

nd)

P

P

P

PP

P

P

PP

P

P

P

P

P

Aar

d-w

eten

-sc

happ

en

Buys

Bal

lot-

labo

rato

rium

Fort

Hoo

fddi

jk

Bota

nisc

he

Tuin

en

Ond

erw

ijs-

cent

rum

FSB

Mar

inus

Rup

pert

gebo

uw

Will

em C

.va

n U

nnik

-ge

bouw

J. Zo

nnev

eld-

vleu

gel

Best

uurs

gebo

uw

Ond

erw

ijs-

cent

rum

UM

C

Spor

tcen

trum

O

lym

pos

Spor

tpar

k

Hub

rech

tIn

stit

uut

Nie

uwG

ildes

tein

Park

eerg

arag

eU

MC

Utr

echt

H.R

. Kru

ytge

bouw

Mar

tinu

s J.

Lang

evel

d-ge

bouw

(per

sone

el) A

ndro

clus

gebo

uw

Min

naer

tgeb

ouw

Educ

ator

ium

Stud

ente

n-hu

isve

stin

g

Bike

In

Loca

tie

WKZ

Loca

tie

AZU

Uni

vers

itei

tsBi

blio

thee

k

Ale

xand

er N

uman

-ge

bouw

TNO

Bou

w e

nO

nder

gron

d/D

elta

res

6

8

4

5

1

82

8/12

1

99

100

19

4

3

311

A.A

. Hijm

ans

van

den

Berg

h-ge

bouw

98

Stud

ente

n-hu

isve

stin

g(in

aan

bouw

)

Stud

ente

n-hu

isve

stin

g

Stud

ente

n-hu

isve

stin

g6

Uni

vers

itai

r M

edis

ch

Cent

rum

Utr

echt

Dav

id d

e W

iedg

ebou

w 99

GM

L

P P+R

Vic

tor

J.Ko

ning

sber

ger-

gebo

uw4a

-b

12-2

8

28

12-2

8

28

10-2

8-30

-32

242-

281-

283

287-

297

12

Zandlaa

n

BolognalaanBolognalaanBolognalaan

Oxford

pad

De Bo

eijela

an

Sorbonnelaan

Cam

brid

gela

an

Aar

husl

aan

Helsinkilaan

Sorbonnelaan

Oxf

ordp

ad

Weg

tot

de

Wet

ensc

hap

Sorbonnelaan

Prin

ceto

n-pl

ein

Prin

ceto

nlaa

n

Leuv

enla

an

Budapestlaan

Leuv

enla

an

Padu

alaa

nH

eide

lber

glaa

n

Genèvelaan

Hoo

fddi

jk

Bisschopsst

eeg

Universiteitsweg

Heidelb

ergla

an

LimalaanMünsterlaan

Yale

laan

Mün

ster

laan

Mün

ster

laan

Toul

ouse

laan

Har

vard

laan

Harvardlaan

Universiteitsweg

Uppsalalaan

Lundlaan

Lundlaan

Hoo

fddi

jk

Bunnikseweg

Hoo

fddi

jk

Coimbrapad

Salamancapad

Leuv

enpl

ein

Heidelberglaan

Stellenboschlaan

010

0 m

A27

A28

De Bilt

Rhijn

auw

en

Bunnik/

Rhijnau

wen

Bunnik/Zeist

Hoew

el a

an d

e sa

men

stel

ling

van

deze

kaa

rt ui

ters

te z

org

is be

stee

d, k

an n

iet w

orde

n in

gest

aan

voor

eve

ntue

le (z

et)fo

uten

en

onvo

lledi

ghed

en. U

itgev

er e

n m

aker

aan

vaar

den

daar

voor

gee

n aa

nspr

akel

ijkhe

id. I

nhou

delij

ke re

actie

s ku

nt u

stu

ren

naar

geo

med

ia@

geo.

uu.n

l.

© 2

014

UU -

Facu

lteit

Geo

wet

ensc

happ

en (8

672)

weg

gee

n to

egan

g vo

or a

uto

door

gaan

de a

utor

oute

fiets

pad

park

eerg

arag

e

inva

lidep

arke

erpl

aats

park

eerte

rrein

info

rmat

iebo

rd

over

dekt

e fie

tsen

stal

ling

voet

pad

gebo

uwen

loka

tie c

ursu

ssen

inga

ng m

et h

uisn

umm

er

busr

oute

met

hal

te

begi

n-/e

indh

alte

busn

umm

ers

12 -

28 -

51

12-2

816

P P

De

mee

ste

curs

usse

n vi

nden

pla

ats

in d

e vo

lgen

de g

ebou

wen

:Bu

ys B

allo

tlabo

rato

rium

Pr

ince

tonp

lein

5M

inna

ertg

ebou

w

Leuv

enla

an 4

Educ

ator

ium

Le

uven

laan

19

Mar

inus

Rup

pertg

ebou

w

Leuv

enla

an 2

1M

artin

us J.

Lan

geve

ldge

bouw

He

idel

berg

laan

1W

illem

C. V

an U

nnik

gebo

uw

Heid

elbe

rgla

an 2

Page 61: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

61

Belangrijke informatie voor studenten/

Waar kan ik terecht voor …? De voorzieningen

Hier volgt een aantal begrippen en organisaties die je als student bij het Departement Sociale Geografie & Planologie kan tegenkomen.

OsirisstudentHet online computersysteem van de Universiteit Utrecht, met het aanbod van alle cursussen, studieresultaten en per-soonlijke gegevens van de studenten. Je krijgt voor Osiris een gebruikersnaam en wachtwoord toegestuurd. Als je je wachtwoord kwijt bent ga je met je collegekaart langs bij het Studenten Service Centrum. Osirisstudentgebruik je voor:• het inschrijven voor deelname aan cursussen• het doorgeven van adreswijzigingen, want alle universitaire post wordt naar dit adres verstuurd• bijhouden van je geregistreerde studieresultaten• de onderwijscatalogus met het cursussenaanbod. Kijk voor de volledigheid ook in de studiegids.• Link: https://www.osiris.universiteitutrecht.nl

Inschrijven voor cursusJe moet je voor elke cursus die je wilt volgen inschrijven, of het nu een verplichte of keuzecursus is. Dit gaat via Osiris Student. Zonder tijdige inschrijving wordt geen cursusresultaat geregistreerd. De inschrijftermijnen vind je in de studie-gids en bij de actuele mededelingen op de internetsite van de faculteit. Voor de eerste twee cursussen bij de start van een nieuwe opleiding (bachelor of master) geldt een uitzondering. Voor deze word je door het Studiepunt ingeschre-ven. Vlak voor de start van de cursussen is er een na-inschrijving, maar alleen voor de cursussen waar nog plaats is. Andere faculteiten hanteren mogelijk andere inschrijfperioden en -regels.

(Her)inschrijven opleidingJe moet je voor een opleiding (bachelor of master) altijd eerst aanmelden. Dan bekijkt de opleiding of je toegelaten kan worden. Bij toelating krijg je een toelatingsbeschikking. Beslis dan of je je gaat inschrijven. Je mag je voor meer oplei-dingen aanmelden maar je schrijft je maar voor één opleiding in. Doorstromers naar een master binnen SGPL dienen zich aan te melden voor 1 juni. Ook voor eigen bachelorstudenten SG&PL gelden toelatingseisen, zie het Onderwijs Examen Reglement (OER), art. 2.1

Studielink is het landelijke systeem voor het aanmelden en inschrijven voor alle opleidingen in het hoger onderwijs via Internet. Inloggen met DigiD. Je kunt hier ook zien hoever de voortgang van je aanmelding of inschrijving is.Als je een opleiding volgt moet je ieder jaar her-inschrijven via Studielink, ter bevestiging dat je doorstudeert bij je opleiding.

EmailIedere student krijgt van de universiteit een e-mailadres. Op dit emailadres kun je inloggen met je Solis-id (Is een naam die veel gebruikt wordt voor computertoepassingen van de universiteit (afgeleid van het logo van de universiteit: de Sol) en wachtwoord. De faculteit en universiteit sturen regelmatig belangrijke informatie naar dit emailadres, dus lees je berichten regelmatig. Stel eventueel zelf in dat berichten automatisch worden doorgestuurd naar een ander (privé) emailadres; dit is ook mogelijk voor Blackboard.Alle docenten hebben een emailadres dat is opgebouwd uit: [email protected].

Student Affairs Faculty of GeosciencesHet eerste aanspreekpunt voor studenten van de faculteit voor vragen over studieresultaten, roosters, examens en in-schrijving op cursussen en tentamens.

Page 62: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

62

De balie is te vinden in het Victor J. Koningsbergergebouw, Budapestlaan 4 a-b (1ste verdieping) Utrecht, Tel. 030 – 253 9559, e-mail: [email protected], openingstijden: maandag t/m vrijdag 09:30-12:00, 13:00-16:30 uur, tij-dens academische vakanties gelden beperkte openingstijden. Meer informatie: http://students.uu.nl/praktische-zaken/wie-wat-waar/facultaire-studiepunten

Studieadviseur Sociale Geografie en PlanologieJos Bierbooms is de studieadviseur voor SG&PL. Hij geeft advies aan studenten over allerlei studiezaken zoals studie-problemen (bv. wanneer je bang bent voor studieachterstand wegens ziekte), bijvakken, de samenstelling van vakken-pakketten enzovoorts. De studieadviseur zit op kamer 301 op de derde verdieping van het Van Unnikgebouw. Email: [email protected]

Studenten Service Centrum (UU for U)Voor algemene informatie, advies en diensten op het gebied van studeren en student zijn (inschrijven, uitschijven, beur-zen en dergelijke) kan je terecht bij de studentenservice. De studentenbalie bevindt zich op de begane grond van het Bestuursgebouw. Openingstijden van maandag tot en met vrijdag tussen 11:00 en 16:00. Email: [email protected], telefoon 030-253 7000.

KlachtenMet opmerkingen en klachten over onderwijs en voorzieningen kunnen studenten in eerste instantie terecht bij de do-cent en daarna bij het studiepunt Geowetenschappen. Indien gewenst wordt er doorverwezen naar de facultaire klach-tencoördinator. In de Onderwijs- en Examenregeling vind je informatie over het behandelen van klachten. Zie hiervoor de homepage van de faculteit http://students.uu.nl/praktische-zaken/wie-wat-waar/facultaire-studiepunten.

Wijzigen studieAls je je studie wil wijzigen, maak dan een afspraak met de studieadviseur. Bij het Studentenservice Centrum (UU for U) kun je je inschrijving laten wijzigen.

ZalenroosterAlle roosters van de opleidingen Sociale Geografie & Planologie zijn digitaal beschikbaar op de website van het studie-punt: http://students.uu.nl/geo.

Inleveren opdrachten/papers etc. (postvakken) De postvakken van de docenten SG&PL zijn te vinden op de 6de verdieping van het Van Unnikgebouw, naast kamer 635.

GroepsoverlegAndere ruimtes die speciaal geschikt zijn voor groepsoverleg:• op de eerste verdieping Van Unnikgebouw in de tussenruimte bij de computerzalen• op de begane grond Educatorium, in de kantine• in het Ruppertgebouw• op de eerste verdieping Langeveldgebouw in de kantine• in de lounge op de eerste verdieping tussen het Van Unnikgebouw en de bibliotheek

Informatie op internet• De facultaire homepage is de toegang voor veel informatie over onderwijs, onderzoek, organisatie en voorzienin-

gen: http://www.uu.nl/organisatie/faculteit-geowetenschappen• Informatie over roosters, studiegidsen, praktische informatie, arbeidsmarktoriëntatie etc. is te vinden op http://stu-

dents.uu.nl/geo

Page 63: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

63

Elektronische leeromgeving – BlackboardVoor digitale communicatie in een cursus wordt de elektronische leeromgeving Blackboard gebruikt. De leeromgeving is toegankelijk als je hebt ingeschreven voor de betreffende cursus. Je kunt inloggen via https://uu.blackboard.com met je Solis-id en wachtwoord. Op Blackboard worden zaken uitgewisseld als collegestof, opdrachten, toetsen, beoordelin-gen en evaluaties. Ook digitaal inleveren is mogelijk.

Computers Er zijn verschillende mogelijkheden voor het gebruik van computers:• leerzalen op de hele eerste verdieping Van Unnikgebouw en het Studielandschap in de traverse naar het

Educatorium (maandag-vrijdag 09:00-18:00)• leerzaal en werkplekken achter in het Ruppertgebouw (maandag-vrijdag 09:00-18:00)• in de bibliotheek, Heidelberglaan 3, (maandag-vrijdag 08:00-22:30; zaterdag- zondag 10:00-18:00 uur)• info-pc’s op diverse plaatsen in de gebouwen voor e-mail• zorg voor een goede werkplek in verband met je gezondheid (RSI); een desktop heeft dan meestal de voorkeur bo-

ven een laptop• de meeste gebouwen op de Uithof beschikken over draadloos netwerk Eduroam.• voor diegene die voor bijv. hun thesis langere tijd met GIS werken, is er de mogelijkheid op het GIS lab te werken in

het Van Unnikgebouw, kamer 422. Vraag hiervoor eerst toestemming.

StoringIn geval van een computerstoring kan je terecht bij de advieskamer van Infrastructurele Dienst Centrumgebied (IDC-IT) op de eerste verdieping Van Unnikgebouw (kamer 102).

ComputerprogrammatuurStudenten kunnen voor zeer gereduceerde prijzen (meestal enkele tientjes) programmatuur aanschaffen voor thuisge-bruik. Het gaat om programma’s voor tekstverwerken, rekenen, statistische analyse enzovoorts. De voorwaarde is dat de programma’s uitsluitend uitend worden bestemd voor eigen gebruik. Bestellen kan via de webwinkel www.surfspot.nl met je Solis-id. Zodra je geld is overgemaakt, krijg je de bestelling thuis.

Studiemateriaal (boeken en readers)In de cursusbeschrijving in de Onderwijscatalogus kun je lezen welke studiematerialen je nodig hebt voor een cursus. Cursussen hebben veelal ook een studiewijzer waar deze informatie in detail vermeld wordt. De informatie kan ook te vinden zijn in Blackboard. Boeken zijn verkrijgbaar bij de wetenschappelijke boekhandel, Study Store Heidelberglaan 6, openingstijden maandag – vrijdag tussen 09.00 – 17.00 uur. Je kunt je boeken ook bestellen bij een studievereniging V.U.G.S. Als je lid bent van een studievereniging krijg je korting.

Readers on demandDe meeste readers zijn via http://uu.xeroxwebwinkel.nl te bestellen. Je vindt de beschikbare readers door op ‘geo’ te zoeken in het invulveld. Bestel op tijd: houd er rekening mee dat het verwerken van je bestelling tot 8 dagen kan duren!

BibliotheekDe Universiteitsbibliotheek Utrecht (UBU) staat tegenover het Van Unnikgebouw en bevat o.a. de collectie geografie en planologie. Openingstijden zijn van maandag tot en met vrijdag tussen 08:00 en 22:30 en op zaterdag en zondag tussen 10:00 en 18:00. Voor meer informatie op: http://www.uu.nl/universiteitsbibliotheek. Via de website kun je hard-copy literatuur zoeken en reserveren, maar ook alle digitale tijdschriftenartikelen en boeken raadplegen. Gebruik hier-voor je Solis-id.

KaartencollectieDe faculteit Geowetenschappen heeft een omvangrijke collectie kaarten en atlassen die voor het grootste deel staat in de Universiteitsbibliotheek, verdieping zes. De faculteit beschikt ook over een groot aantal digitale kaartbestanden, zie http://bc.library.uu.nl/nl.

Page 64: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

64

Studieverenigingen: EGEAEuropean Geographers Association. Organiseert onder andere uitwisselingen en verzorgt jaarlijks de opvang van de buitenlandse studenten die hier komen studeren. Meer informatie: http://watisegea.webs.com/HelixHelix is de studievereniging voor studenten Natuurwetenschap en Innovatiemanagement. Meer informatie: http://www.nwsvhelix.nl/StormUtrechtse studievereniging voor studenten Milieuwetenschappen. Meer informatie: http://storm.geo.uu.nl/U.A.V.Utrechtse Aardwetenschappen Vereniging is een studentenvereniging voor aardwetenschappen en fysische geografie. Voorheen waren dit aparte verenigingen U.G.V. en Drift ‘66. Meer informtie: www.uavonline.nlV.U.G.S.Vereniging van Utrechtse Geografie Studenten. In de praktijk een studievereniging voor voornamelijk (Utrechtse) Sociale Geografie en Planologie studenten. Daarnaast ook toegankelijk voor andere studenten van de faculteit. Meer informa-tie: www.vugs.nl. Telefoon (030) 2532789.

Departement Faculteit GeowetenschappenAardwetenschappen (AW)Fysische Geografie (FG)Innovatie, Milieu en Energiewetenschappen (IMEW)Sociale Geografie en Planologie (SG&PL)

Onderzoeksinttituut departement SG&PL: URUIn het Urban and Regional research centre Utrecht is het onderzoek van de medewerkers van SGPL georganiseerd onder leiding van de onderzoeksdirecteur SGPL. Hier wordt het onderzoeksbeleid van het departement bepaald en uitgevoerd.

NethurNetherlands Graduate School of Housing and Urban Research biedt een onderwijsprogramma voor hen die met een promotie (PhD kandidaten) bezig zijn en is een samenwerkingsprogramma voor het onderzoek van de promoven-di en hun begeleiders. Nethur bestaat uit onderzoeksgroepen van de Universiteit Utrecht (SGPL-URU), TU Delft, TU Eindhoven, Radboud Universiteit Nijmegen en Universiteit Groningen. Meer informatie: www.nethur.nl

KNAGKoninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap is een vakvereniging voor geografen in Nederland en telt zo’n 4000 leden, waaronder studenten Sociale en Fysische Geografie. Meer informatie: www.knag.nl.

College van Bestuur Universiteit Utrecht (CvB)Het bestuur van de Universiteit bestaat uit drie personen: de Rector Magnificus (een Utrechtse hoogleraar), de voorzit-ter en een bestuurslid (“derde lid”). Het College wordt door de minster benoemd. Het is het hoogste bestuur van de universiteit. De Universiteitsraad zorgt voor de universitaire medezeggenschap met bepaalde bevoegdheden.

UBUUniversiteitsbibliotheek Utrecht, Heidelberglaan 3. Onder andere de collectie geografie is hier te vinden.

UCUUniversity College Utrecht, de Engelstalige driejarige bacheloropleiding Liberal Arts & Sciences van de Universiteit Utrecht.

Page 65: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

65

Master Cursuskalender 2015-2016

(incl. stage en thesis)

Periode 1 31augustus 2015 – 30 oktober 2015

Tijdslot/Timeslot AMa 9:00-12:45 (Mo)Wo 9:00-12:45 (We)

GEO4-3707 Beeldvorming: geografie en samenleving GEO4-3306 Advanced Urban Geography – Understanding Temporal and spatial dynamics in citiesGEO4-3636 Quantitative Urban and Economic Analytics

Tijdslot/Timeslot BDi 9:00-12:45 (Tu)Do13:15-17:00 (Th)

GEO4-3115 Beyond planning theoryGEO4-3208 Ondernemerschap in de regio

Tijdslot/Timeslot CMa 13:15-17:00 (Mo)Do 9:00-12:45 (Th)

GEO4-3207 Multinationale ondernemingenGEO4-3505 Development theoriesGEO4-3632 The New Science of Cities

Tijdslot/Timeslot DWo 13:15-17:00 (We)Vr 09:00-17:00 (Fr)

GEO4-3030 Advanced M&T geografie & planologieGEO4-3510 Development themesGEO4-3702 Atelier educatief ontwerpen

Periode 2 9 november 2015 – 29 januari 2016

Tijdslot/Timeslot AMa 9:00-12:45 (Mo)Wo 9:00-12:45 (We)

GEO4-3210 Ruimtelijk Economisch Beleid in EuropaGEO4-3708 Landschap als arena

Tijdslot/Timeslot BDi 9:00-12:45 (Tu)Do13:15-17:00 (Th)

GEO4-3112 Urban Governance (for sustainable spatial development)GEO4-3518 Advanced M&T development StudiesGEO4-3637 Doing Qualitative Research

Tijdslot/Timeslot CMa 13:15-17:00 (Mo)Do 9:00-12:45 (Th)

GEO4-3315 Track: Living in the City – Migration, residential mobility and neighbourhood effects.GEO4-3314 Track: Urban Daily Life – Cultures, consumption and mobilitiesGEO4-3515 Development practicesGEO4-3633 Urban Social DynamicsGEO4-3713 Onderzoek en onderzoeksmethoden

Tijdslot/Timeslot DWo 13:15-17:00 (We)Vr 09:00-17:00 (Fr)

GEO4-3030 Advanced M&T geografie & planologieGEO4-3310 Urban reflections in practice: fieldtrip AGEO4-3312 Urban reflections in practice: fieldtrip BGEO4-3117 Planning for Sustainable Cities

Stage/InternshipMasterthesis

GEO4-3111 Masterstage/Masterthesis PlanologieGEO4-3309 Internship Urban GeographyGEO4-3313 Masterthesis Urban GeographyGEO4-3639 MA thesis: guided research abroad

Page 66: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

66

Periode 3 8 februari 2016 – 8 april 2016

Tijdslot/Timeslot AMa 9:00-12:45 (Mo)Wo 9:00-12:45 (We)

GEO4-3638 Writing Competences

Tijdslot/Timeslot BDi 9:00-12:45 (Tu)Do13:15-17:00 (Th)

Tijdslot/Timeslot CMa 13:15-17:00 (Mo)Do 9:00-12:45 (Th)

GEO4-3634 Urban Resilience

Tijdslot/Timeslot DWo 13:15-17:00 (We)Vr 09:00-17:00 (Fr)

Stage/InternshipMasterthesis

GEO4-3212 Masterstage Economische geografieGEO4-3213 Masterthesis Economische GeografieGEO4-3705 Masterstage GeocommunicatieGEO4-3706 Masterthesis GeocommunicatieGEO4-3509 Internship/Masterthesis IDSGEO4-3111 Masterstage/Masterthesis PlanologieGEO4-3309 Internship Urban GeographyGEO4-3313 Masterthesis Urban GeographyGEO4-3639 MA thesis: guided research abroad

Periode 4 25 april 2016 – 1 juli 2016

Tijdslot/Timeslot AMa 9:00-12:45 (Mo)Wo 9:00-12:45 (We)

GEO4-3631 Masterthesis developing a proposal

Tijdslot/Timeslot BDi 9:00-12:45 (Tu)Do13:15-17:00 (Th)

GEO4-3624 Scientific research proposal

Tijdslot/Timeslot CMa 13:15-17:00 (Mo)Do 9:00-12:45 (Th)

GEO4-3635 Key Thinkers in Urban and Economic Geography

Tijdslot/Timeslot DWo 13:15-17:00 (We)Vr 09:00-17:00 (Fr)

GEO4-3625 Communication competences

Stage/InternshipMasterthesis

GEO4-3212 Masterstage Economische geografieGEO4-3213 Masterthesis Economische GeografieGEO4-3705 Masterstage GeocommunicatieGEO4-3706 Masterthesis GeocommunicatieGEO4-3509 Internship/Masterthesis IDSGEO4-3111 Masterstage/Masterthesis PlanologieGEO4-3313 Masterthesis Urban GeographyGEO4-3628 Masterthesis Human Geography and PlanningGEO4-3639 MA thesis: guided research abroad

Page 67: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

67

Jaarkalender 2015-2016

Jaarkalender

Periode 1

35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 4531-aug 7-sep 14-sep 21-sep 28-sep 5-okt 12-okt 19-okt 26-okt 2-nov

1 2 3 4 5 6 7 8 9 onderwijsvrij

Periode 2

46 47 48 49 50 51 52 53 1 2 3 4 59-nov 16-nov 23-nov 30-dec 7-dec 14-dec 21-dec 28-dec 4-jan 11-jan 18-jan 25-jan 1 feb

1 2 3herkans 1

4 5 6 vak. vak. vak. 7 8 9 Onderwijs vrij

Periode 3

6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 168-feb 15-feb 22-feb 29-feb 7-mrt 14-mrt 21-mrt 28-mrt 4-apr 11-apr 18-apr

1 2 3herkans

2

4 5 6 7 8 9 onderwijs vrij

onderwijs vrij

Periode 4

17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 2925-apr 2-mei 9-mei 16-mei 23-mei 30-mei 6-jun 13-jun 20-jun 27-jun 4-jul 11-jul 18-jul

1 2 3 4herkans 3

5 6 7 8 9 10 vakantie vakantie herkans4

FeestdagenKerst 25 en 26 december 2015Nieuwjaar 01 januari 2016Goede Vrijdag 25 maart 2016Tweede Paasdag 28 maart 2016Koningsdag 27 april 2016Bevrijdingsdag 05 mei 2016Hemelvaartsdag 05 mei 2016Tweede Pinksterdag 16 mei 2016

ActiviteitenCarrièredag V.U.G.S. 17 november 2015Symposium V.U.G.S. 10 mei 2015

Page 68: Studiegids Masterprogramma Geo-communicatie 2015-2016

68

Aanvullende toetsing:

Voor periode Aanvullende toetsing

1 week 482 week 73 week 194 week 29 (maandag 18 juli 2016)

In verband met de zomervakantie kan het zijn dat deze herkansingen niet binnen 10 werkdagen zijn nagekeken.

Inschrijfperioden voor cursussen (Osiris Student)

Voor periode Inschrijfdata Na-inschrijving

1 1 juni t/m 28 juni 2015 17 en 18 augustus 20152 14 september t/m 28 september 2015 26 en 27 oktober 20153 2 november t/m 29 november 2015 18 en 19 januari 20164 25 januari t/m 21 februari 2016 4 en 5 april 2016

Onderwijsperioden

Periode Periodedata Opmerking

1 31 augustus 2015 t/m 30 oktober 2015 2 9 november 2015 t/m 29 januari 2016 week 52 53 en week 1 vakantie 3 8 februari 2016 t/m 8 april 20164 25 april 2016 t/m 1 juli 2016