Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen...

67
Studentenstatuut Bacheloropleiding Bouwkunde Studiejaar 2014 – 2015

Transcript of Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen...

Page 1: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Studentenstatuut

Bacheloropleiding Bouwkunde Studiejaar 2014 – 2015

Page 2: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens
Page 3: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Inhoudsopgave Inleiding 5 Deel I Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut 9 1.0 Algemene bepalingen 1.1 Toegang en toelating 1.2 Aanmelden voor onderwijs 1.3 Regeling Afstudeersteun Studenten (RAS) 1.4 Onderwijs 1.5 Studiepunten 1.6 Commissies 1.7 Studentenvoorzieningen 1.8 Huisregels en ordemaatregelen 1.9 Rechtsbescherming Deel II Onderwijs- en Examenregeling (OER) 27 2.0 Algemeen 2.1 Propedeuse 2.2 Bachelorfase 2.3 Tentamens 2.4 Studeren met een functiebeperking 2.5 Vrijstelling 2.6 Examens 2.7 Studiebegeleiding en studieadvies 2.8 Strijdigheid, wijziging en invoering Deel III Uitvoeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling 41 3.0 Semesterindeling 3.1 Samenstelling van het studieprogramma van de Propedeutische fase 3.2 Samenstelling van het studieprogramma van de (Postpropedeutische) Bachelorfase 3.3 Toelating tot en samenstelling van het Honours-programma in de (Postpropedeutische) Bachelorfase 3.4 Aanvang onderwijsprogramma (Postpropedeutische) Bachelorfase 3.5 Volgorde tentamens en toelating c.q. deelname aan practica 3.6 Integrerende toets of opdracht 3.7 Vorm van de tentamens / wijze van toetsen 3.8 Beoordelingsplan 3.9 Overgangsregeling Deel IV Regels en Richtlijnen van de Examencommissie 49 4.0 Algemeen 4.1 Aanmelden en terugtrekken 4.2 Tentamens en practica 4.3 Vrijstelling 4.4 Nadere regels stage en projecten 4.5 Nadere regels Bachelor eindwerkstuk 4.6 Elders afgelegde onderdelen 4.7 Zak- / slaagregelingen 4.8 Toekennen predikaat “met lof” 4.9 Getuigschriften en behaalde resultaten 4.10 Beroep en slotbepalingen Deel V Bijlagen 65 Bijlage I Jaarkalender Onderwijs 2014-2015

Page 4: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens
Page 5: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

5

Inleiding

Voor u ligt het Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut van de Bacheloropleiding Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft voor het studiejaar 2014-2015. In het Stu-dentenstatuut zijn de rechten en verplichtingen van studenten beschreven. De Wet op het Hoger Onderwijs (WHW) bepaalt in artikel 7.59 dat het Studentenstatuut een Opleidingsspe-cifiek deel en een Instellingsspecifiek deel omvat, en dat de Onderwijs- en Examenregeling in het Opleidingsspecifiek deel is opgenomen. Het Studentenstatuut is van toepassing op alle studenten die in het betreffende studiejaar zijn ingeschreven; voor zover er aansluiting noodzakelijk is met oudere regelgeving zijn daarvoor overgangsregelingen opgesteld. Instellingsspecifiek deel Het Instellingsspecifiek deel van het Studentenstatuut geldt voor studenten van elke oplei-ding van de TU Delft. Het Instellingsspecifiek deel bevat beschrijvingen van de rechten en verplichtingen van de studenten en een overzicht van regelingen die de rechten van studen-ten beogen te beschermen. Het Instellingsspecifiek deel is digitaal te raadplegen op de web-site van de TU Delft: www.student.tudelft.nl onder Rechtspositie > Reglementen. Opleidingsspecifiek deel Het Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut geldt voor één bepaalde opleiding en bevat: • een beschrijving van de studieopbouw en de ondersteunende faciliteiten die de student

door de instelling worden aangeboden, waaronder informatie over de opzet, organisatie en uitvoering van het onderwijs, de studentenvoorzieningen, en de faciliteiten betreffende de studiebegeleiding, en

• de Onderwijs- en Examenregeling (OER). De Onderwijs- en Examenregeling is onderver-deeld in een algemeen deel dat, uiteraard met uitzondering van de eindtermen van de op-leiding, gelijkluidend is voor de gehele TU Delft, en een Uitvoeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling waarin de bijzonderheden van de betreffende opleiding zijn geregeld. De “algemene” Onderwijs- en Examenregeling bevat naast de eindtermen onder meer bepalingen over toelating tot de opleiding en de taal van onderwijs en tenta-mens. De Uitvoeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling bevat vooral de beschrijving van de examenprogramma’s en eventuele voortgangs- of toela-tingseisen voor de deelname aan tentamens.

Opbouw Statuten Faculteit Bouwkunde De Faculteit Bouwkunde biedt de volgende opleidingen aan: • Bacheloropleiding Bouwkunde • Master of Science Architecture, Urbanism & Building Sciences • Master of Science Geomatics • European Post Master program in Urbanism (EMU) • Berlage Master of Architecture and Urban Design. Naast het algemene Instellingsspecifiek deel van het Studentenstatuut kennen de hierboven genoemde opleidingen elk hun eigen Opleidingsspecifiek deel, waarvan de Onderwijs- en Examenregeling, inclusief de Uitvoeringsregeling, deel uitmaakt. Regels en Richtlijnen van de Examencommissie Daarnaast heeft de Examencommissie van de Faculteit Bouwkunde, op grond van de artike-len 7.10, 7.11 en 7.12 van de WHW, Regels en Richtlijnen vastgesteld, die voor de Bache-loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens tentamens, maatregelen in geval van fraude etc.

Page 6: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

6

Documenten onderwijsregelgeving Dit document bevat alle relevante stukken van de onderwijsregelgeving voor de Bache-loropleiding Bouwkunde, met uitzondering van het Instellingsspecifiek deel van het Studen-tenstatuut: • het Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut • de Onderwijs- en Examenregeling (OER) • de Uitvoeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling (UR) • de Regels en Richtlijnen van de Examencommissie (RRvE). Overgangsregelingen In principe zijn de bepalingen van het Studentenstatuut (Opleidingsspecifiek deel), de On-derwijs- en Examenregeling, de Uitvoeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examen-regeling en de Regels en Richtlijnen van de Examencommissie op alle studenten van toepas-sing. Waar aansluiting bij oudere regelingen noodzakelijk is, is dat zo veel mogelijk geregeld in overgangsregelingen die deel uitmaken van deze documenten. In gevallen waar dit niet adequaat geregeld is, of waar toepassing van de regeling tot onbillijkheid zou leiden, kan een beroep gedaan worden op de Examencommissie. De wet stelt regels over de zaken die in de diverse reglementen moeten worden geregeld. Daardoor komen bepaalde onderwerpen in verschillende documenten terug. Dan is bijvoorbeeld een bepaalde procedure beschreven in het Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut, maar staat de eigenlijke regelgeving daarover in de Onderwijs- en Examenregeling en/of de Uitvoeringsregeling, en zijn er ook nog uitvoeringsbepalingen rond de tentaminering die weer de verantwoordelijkheid van de Examencommissie zijn en daarom in de Regels en Richtlijnen van de Examencommissie zijn opgenomen.

Page 7: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

7

Instellingsspecifiek deel van het Studentenstatuut

TU Breed

Regels en Richtlijnen van de Examencom-missie

Opleidings-

specifiek

Apart voor

Bachelor, Master

en Post Master

Opleidings-specifiek deel van het Studentensta-tuut

Opleidings-specifiek

Apart voor Bachelor, Master en Post Master

Onderwijs- en Examen-regeling (OER)

Opleidings-

specifiek

Uitvoerings-regeling

Opleidings-

specifiek

Studentenstatuut

Page 8: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

8

Page 9: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel I

Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut

Bacheloropleiding Bouwkunde Studiejaar 2014 – 2015

Page 10: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel I – Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

10

Page 11: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel I – Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

11

Inhoudsopgave 1.0 Algemene bepalingen 13 Artikel 1 Evalueren en vaststellen Studentenstatuut Bacheloropleiding Bouwkunde 1.1 Toegang en toelating 13 Artikel 2 Toelatingseisen opleiding Artikel 3 Colloquium Doctum Artikel 4 Deficiënties Artikel 5 Andere vooropleiding Artikel 6 Vrijstellingen 1.2 Aanmelden voor onderwijs 14 Artikel 7 Intekenen voor het onderwijs Artikel 8 Terugtrekking voor het onderwijs Artikel 9 Uitsluiting deelname onderwijs bij afwezigheid eerste keer contactonderwijs Artikel 10 Bachelorrooster 1.3 Regeling Afstudeersteun Studenten (RAS) 15 1.4 Onderwijs 15 1.4.1 Inrichting van de opleiding 15 Artikel 11 Het Didactisch Concept Artikel 12 Onderwijsvormen Artikel 13 De opbouw van de Bacheloropleiding Artikel 14 Minor Artikel 15 Het Honours Programme Bachelor Artikel 16 Studeren in het buitenland 1.4.2 Studeerbaarheid en kwaliteit van onderwijs 18 Artikel 17 Studeerbaarheid van het onderwijsprogramma Artikel 28 Vervanging docenten Artikel 19 Evaluatie onderwijsprogramma 1.4.3 Studiebegeleiding en studievoortgangscontrole 19 Artikel 20 Studieadviseurs Artikel 21 Studeren met een handicap Artikel 22 Bindend Studieadvies eerste studiejaar Artikel 23 Onderwijs in het Nederlands 1.5 Studiepunten 21 1.5.1 Studielast en studiepunten 21 1.5.2 Tentamens en examens 21 Artikel 24 Deelname aan tentamens 1.5.3 Verwante regelgeving 22 Artikel 25 Onderwijs- en Examenregeling Artikel 26 Regels en Richtlijnen van de Examencommissie 1.6 Commissies 23 Artikel 27 Commissies

Page 12: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel I – Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

12

1.7 Studentenvoorzieningen 24 Artikel 28 Informatieverstrekking over onderwijs Artikel 29 Onderwijs- & Studentenadministratie 1.8 Huisregels en ordemaatregelen 24 Artikel 30 Beperkte capaciteit Artikel 31 Onvoldoende belangstelling Artikel 32 Procedure eenmalige keuzeonderdelen Artikel 33 Tentamens en examens Artikel 34 Aanvragen Propedeusediploma Artikel 35 Aanvragen Bachelordiploma Artikel 36 Studiekosten 1.9 Rechtsbescherming 25 Artikel 37 Beroep Artikel 38 Ombudsman Artikel 39 Klachtencoördinator Artikel 40 Vertrouwenspersonen

Page 13: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel I – Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

13

1.0 Algemene bepalingen

Artikel 1 Evalueren en vaststellen Studentenstatuut Bacheloropleiding Bouwkunde Jaarlijks neemt de afdeling Onderwijs- & Studentenzaken het initiatief om het Opleidingsspe-cifiek deel van het Studentenstatuut van de Bacheloropleiding en alle bijbehorende docu-menten te actualiseren en, waar nodig, te verbeteren en uit te breiden. Het Opleidingsspeci-fiek deel van het Studentenstatuut, inclusief de daarin opgenomen Onderwijs- en Examenre-geling, behoeft instemming van de Facultaire Studentenraad, met uitzondering van een aan-tal in de WHW met name genoemde onderwerpen. Deze uitzonderingen hebben vooral be-trekking op de inhoudelijke aspecten van het studieprogramma en de toelatingseisen van de opleiding. Het gehele Studentenstatuut wordt daartoe aan de Facultaire Studentenraad voor-gelegd; advies wordt ingewonnen bij de Opleidingscommissie en informeel bij commissies en personen die geacht mogen worden inzicht te hebben in de opleiding en de situatie van de studenten. De ervaringen met de toepassing van het actuele Studentenstatuut worden nadrukkelijk in de adviezen betrokken. De procedure is zodanig dat jaarlijks voor aanvang van het studiejaar de geactualiseerde versie beschikbaar is op de studentenportal van de Bouwkunde website (http://bk.studenten.tudelft.nl > Regelementen en Regelingen > Studen-tenstatuut). De eerstejaars studenten worden in de Ontvangstweek (OWEE) op de hoogte ge-steld van de vindplaats van het statuut. 1.1 Toegang en toelating

Artikel 2 Toelatingseisen opleiding De toelatingseisen van de Bacheloropleiding Bouwkunde zijn opgenomen in het Instellings-specifiek deel van het Studentenstatuut van de Technische Universiteit Delft in hoofdstuk 2 en bijlage 9. Artikel 3 Colloquium Doctum Het Colloquium Doctum is opgenomen in artikel 6 van de Onderwijs- en Examenregeling van de Bacheloropleiding. Artikel 4 Deficiënties De regelingen rondom deficiënties tot de Bacheloropleiding Bouwkunde zijn opgenomen in het Instellingsspecifiek deel van het Studentenstatuut in hoofdstuk 2 en bijlage 9. Artikel 5 Andere vooropleiding Studenten met een andere vooropleiding dan in de toelatingseisen is aangegeven met een buitenlands diploma (dus óók Nederlanders met een buitenlands diploma) dienen zich eerst tot het centrale International Office te wenden: International Office, Jaffalaan 9a, 2628 BX in Delft, telefoon: 015 – 2788012. Studenten met een andere vooropleiding dan in de toela-tingseisen is aangegeven met een Nederlands diploma dienen zich te melden bij Onderwijs en Studentenzaken Bouwkunde (e-mail: [email protected]). Artikel 6 Vrijstellingen De regels voor het verlenen van vrijstelling van een examenonderdeel / tentamen zijn vast-gelegd in artikel 22 van de Onderwijs- en Examenregeling en in artikel 22 en 23 van de Re-gels en Richtlijnen van de Examencommissie. De aanvraagformulieren voor vrijstellingen zijn te vinden op het studentenportal van de Bouwkunde website (http://bk.studenten.tudelft.nl > Formulieren). Aankomende studenten, die menen dat zij op grond van eerdere opleiding in aanmerking komen voor vrijstellingen van een substantieel deel van de Bacheloropleiding (minimaal twee volledige semesters), kunnen zich wenden tot Onderwijs en Studentenzaken van de faculteit Bouwkunde. De decaan stelt vast, gehoord hebbende de opleidingscoördina-tor van de Bacheloropleiding Bouwkunde, in welke mate vrijstellingen verleend kunnen wor-den. Het individuele programma wordt pas van kracht nadat eventuele deficiënties zijn op-geheven. Aanvragen voor een dergelijke 'inschaling' kunnen het best zo vroeg mogelijk wor-den ingediend. De aanvraag moet altijd schriftelijk worden ingediend, en worden gericht aan het secretariaat van Onderwijs- & Studentenzaken via een standaard formulier. Dit formulier is te vinden op de website van Onderwijs- & Studentenzaken en kan gericht worden aan: Fa-culteit Bouwkunde, Postbus 5043, 2600 GA Delft.

Page 14: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel I – Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

14

Bij de aanvraag zijn nodig: • gewaarmerkte kopieën van diploma’s • gewaarmerkte kopieën van de cijferlijst(en), waarop de relevante vakken staan vermeld • gewaarmerkte kopieën van certificaten van behaalde deficiënties. De student ontvangt eventueel een uitnodiging om het verzoek toe te lichten. Bij dit gesprek is het materiaal op grond waarvan vrijstelling wordt verlangd (bijvoorbeeld een portfolio) nuttig. De toegezonden stukken en het getoonde materiaal worden getoetst aan de eisen die de opleiding stelt. Gezien de grote toeloop aan het begin van een studiejaar moet rekening worden gehouden met ruime behandelingstermijnen. Vanaf het moment waarop de aanvraag is ontvangen bij de faculteit tot het moment waarop een beslissing wordt genomen, verlopen maximaal twee maanden. Tot slot: De inschaling is gericht op de Bacheloropleiding Bouw-kunde. De vooropleiding wordt daarom getoetst aan de verschillende aspecten (leerdoelen) die deel uitmaken van de Bacheloropleiding Bouwkunde in Delft. 1.2 Aanmelden voor onderwijs

Artikel 7 Intekenen voor het onderwijs Een student dient zich ieder semester in te tekenen voor het onderwijs van het volgende semester. Alleen voor het semester direct na de eerste inschrijving aan de TU Delft geldt deze verplichting niet. Intekening vindt altijd plaats in het semester direct voorafgaand aan het semester waarin het onderwijs plaatsvindt, en is alleen mogelijk in de vastgestelde inte-kenperiodes. Deze intekenperiodes zijn aangegeven in de Jaarkalender Onderwijs, die wordt gepubliceerd op het studentenportal van de Bouwkunde website (http://bk.studenten.tudelft.nl > Intekening & SVO > Intekenen & Uittekenen Onderwijs). De intekening wordt bovendien door Onderwijs- & Studentenzaken aangekondigd per e-mail aan het TU Delft e-mailadres van de student. Bijzonderheden met betrekking tot de intekening worden eveneens per e-mail bekend gemaakt. Intekening vindt plaats via het studentenportal van de Bouwkunde website (http://bk.studenten.tudelft.nl > Intekening & SVO > Intekenen & Uittekenen Onderwijs). De student kan voor een maximum van 40 studiepunten aan onder-wijs intekenen per semester. Intekenen voor onderwijs bij andere opleidingen vindt plaats op de wijze en het moment zoals door de desbetreffende opleiding is aangegeven. Er wordt geen gelegenheid voor na-intekening geboden aan studenten die verzuimen in te tekenen in de vastgestelde periode. Voor het intekenen op een Minor (zie Paragraaf 1.5.2) heeft de TU Delft een afzonderlijke regeling. Details daarover zijn te vinden op de studentenportal van de Bouwkunde website (http://bk.studenten.tudelft.nl >Onderwijs >Bacheloropleiding Bouw-kunde > Minor (Bachelor 5)). Artikel 8 Terugtrekking voor het onderwijs Als een student na het intekenen voor het onderwijs besluit om het onderwijs toch niet te volgen, dient de student zich terug te trekken voor het onderwijs via het intekenprogramma met de persoonlijke inlogcode. Dit is mogelijk tot de eerste onderwijsdag van het nieuwe semester. Artikel 9 Uitsluiting deelname onderwijs bij afwezigheid eerste keer contact- onderwijs De student kan geen aanspraak maken op onderwijs, wanneer de student bij de eerste bij-eenkomst afwezig is, indien: • er sprake is van werk in groepen vanaf de eerste bijeenkomst, of • studenten in de eerste bijeenkomst worden ingedeeld in docentgroepen in verband met

optimale inzet van docenten. Artikel 10 Bachelorrooster Wanneer de student intekent voor onderdelen van eenzelfde semester, garandeert de oplei-ding de student een conflictvrij rooster. Onderwijs- & Studentenzaken publiceert de onder-wijsroosters voor elk semester uiterlijk een week voor de aanvang van het semester op de studentenportal van de Bouwkunde website (http://bk.studenten.tudelft.nl > Roosters en Plattegronden).

Page 15: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel I – Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

15

1.3 Regeling Afstudeersteun Studenten (RAS)

Zie hiervoor hoofdstuk 4 en bijlage 2 van het Instellingsspecifiek deel van het Studentensta-tuut van de Technische Universiteit Delft. 1.4 Onderwijs

1.4.1 Inrichting van de opleiding

Artikel 11 Het Didactisch Concept Afwisseling van kennisverwerving en ontwerpen De eerste vier semesters van de Bacheloropleiding zijn verdeeld in een kenniskwartaal en een ontwerpkwartaal. In het ontwerpkwartaal kunnen de studenten hun aandacht groten-deels aan het ontwerpproject geven. Het zesde semester bestaat voornamelijk uit twee ont-werpprojecten en het eindwerkstuk. Dit semester kan gezien worden als een proeve van be-kwaamheid. Leerlijnen De leerlijnen vormen het inhoudelijk ordenend beginsel van de opleiding. Alle studieonder-delen maken deel uit van een leerlijn. Binnen de leerlijnen: • wordt de inhoudelijke opbouw door de jaren heen bewaakt • wordt literatuur afgesproken • kunnen onderdelen worden samengevoegd en of uitgewisseld • worden toetsen vastgesteld en afgestemd Brede Bacheloropleiding, bestaande uit 6 leerlijnen Alle studieonderdelen uit het curriculum zijn geordend in zes leerlijnen: • Ontwerpen • Technologie • Grondslagen • Maatschappij, praktijk en proces • Academische vaardigheden • Overdracht en Vorm Een leerlijn is een combinatie van een lijnprogramma en praktische oefeningen. Lijnpro-gramma’s zijn gericht op kennisverwerving en toepassing van vakgebieden die een opbouw vertonen. Een lijnprogramma begint met basiskennis en basisvaardigheden (in semester 1 of semester 2), waaraan vervolgens meer diepgaande en specifieke kennis en vaardigheden worden toegevoegd. Aan het einde van de Bacheloropleiding beheerst de student de belang-rijkste feiten, begrippen en regels van het betreffende vakgebied en is hij op de hoogte van de opbouw en de samenhang ervan. De belangrijkste werkvormen van het lijnprogramma zijn werk- en hoorcolleges, ontwerpprojecten, instructies en practica, oefeningen, schrijfop-drachten, gecombineerd met zelfstudie. Toetsing van het kennisniveau geschiedt door be-knopte werkstukken of schriftelijke tentamens. De beoordeling van oefeningen geschiedt aan de hand van beknopte schriftelijke werkstukken, onderzoeks- en practicumverslagen en handmatige en digitale tekeningen en maquettes. Ontwerpen centraal In de Bacheloropleiding Bouwkunde staat het ontwerponderwijs centraal: ontwerpen leer je door het dikwijls te doen (‘learning by doing’). Ontwerpen betekent integratie van de in lijn-programma’s en oefeningen verworven kennis en vaardigheden en het maken van keuzes, consistent onderbouwd in een individueel ontwerp (kennisintensief ontwerpen). Tijdens het ontwerpproces wordt zowel gewerkt aan een methodische en systematische aanpak, als aan een creatieve en inventieve ontwerphouding. Vaste onderdelen van ieder ontwerpproces zijn: • analyse van de opgave • kennis van precedenten (goede voorbeelden) • intuïtieve, associatieve stappen • reflectie (terugblik op het proces)

Page 16: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel I – Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

16

Beoordeling vindt plaats aan de hand van ontwerpwerkstukken (beeldmateriaal) en een pre-sentatie en veelal een verslag waarin het ontwerp wordt toegelicht en beargumenteerd. Ateliermodel Kern van het ontwerponderwijs is dat studenten regelmatig in één ruimte samenwerken: het atelier. Zij worden daar begeleid door een ontwerpdocent. Studenten leren ook van elkaar, zij moeten leren zich als ontwerper een mening te vormen over het ontwerpen en hun eigen rol daarin. Het atelier is ook de plek waar ontwerp-experimenten worden uitgevoerd, waar werkmaquettes worden gemaakt en waar een student zijn werk ophangt. De opbouw in de ontwerplijn: van eenvoudig naar complex In de Bacheloropleiding wordt een klassieke reeks ontwerpoefeningen gevolgd, van betrek-kelijk eenvoudige tot betrekkelijk ingewikkelde opgaven. In ieder semester staat een ont-werpproject centraal. De projecten nemen toe in complexiteit. Onderzoek en uitwerking van de ontwerpopgave vragen steeds meer specifieke kennis en een meer diepgaande analyse. Ontwerpvaardigheden worden geoefend in samenhang met kennis van techniek, het bouw-proces en de representatie. De oefeningen betreffen bovendien programma’s, functies of opgaven ‘die een ontwerper in opleiding een keer verkend moet hebben’. Voor elk project zijn twee of drie hoogleraren verantwoordelijk, veelal een vooraanstaand architect, construc-teur, stedenbouwkundige of adviseur. In het vijfde semester hebben de studenten de vrije keuze uit een aantal Minoren van de faculteit Bouwkunde en van andere faculteiten of uni-versiteiten. Het semester Bachelor 6 kan gezien worden als de proeve van bekwaamheid. Twee projecten staan hierbij centraal waarbij vakgebieden geïntegreerd moeten worden. In de management game Gebiedsontwikkeling in het eerste kwartaal ontwikkelt elke groep stu-denten een Masterplan voor een stedelijk ontwikkelingsgebied. Iedere student speelt een andere rol, van ontwerper tot beleidsambtenaar. In het tweede kwartaal worden architectuur en bouwtechniek geïntegreerd in het project Gebouw en Techniek. In het Eindwerkstuk van de Bacheloropleiding Bouwkunde, reflecteert de student op het ontwerpproces van dit laatste project. Studeerbaarheid Andere ordenende organisatorisch-didactische principes zijn toegepast om de opleiding stu-deerbaar te maken. Dit betreft: • een student werkt hooguit aan twee modules tegelijkertijd. Hierdoor kan de student zijn

aandacht volledig richten op die modules en wordt de kans op verdringen tussen modules kleiner. Dit betekent ook dat de modulecoördinatoren de piekmomenten binnen een kwartaal hebben afgestemd.

• er is gekozen voor modules van vijf of tien studiepunten. Onderwijskundig onderzoek heeft geleerd dat een student grotere modules belangrijk vindt en er daarom voldoende aandacht aan besteedt.

• onderwijs in de semesters een tot en met vier wordt slechts een maal per jaar aangebo-den. Als onderwijs vaak wordt aangeboden zal een student sneller een vak laten vallen. Door het eenmaal aan te bieden heeft de student de keuze: of meedoen, of een jaar wach-ten.

• een student kan een module slechts een keer per jaar herkansen. Ook hierdoor wordt de student gemotiveerd om de module af te ronden.

• door deze maatregelen is ook het rooster eenvoudig. Deze eenvoud zorgt er ook voor dat het programma goed studeerbaar is.

Artikel 12 Onderwijsvormen De eindtermen (artikel 4 van de Onderwijs- en Examenregeling) geven een overzicht van de onderwerpen waarmee de student tijdens de Bacheloropleiding in aanraking komt. De stu-dent doet hiervan grondige kennis op en past deze toe tijdens het (leren) ontwerpen. Ken-nisverwerving en de toepassing van kennis gaan hand in hand. Werkvormen Zoals bij elke universitaire opleiding neemt zelfstudie bij de Faculteit Bouwkunde een be-langrijke plaats in. Uitgaande van 40 studieweken in een heel academisch jaar, besteedt de student per week gemiddeld 28 uur aan zelfstudie en volgt hij gemiddeld 14 uur onderwijs.

Page 17: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel I – Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

17

De tentaminering is ingebed in de modules. De werkvormen van de opleiding zijn bedoeld om de zelfstudie te stimuleren en te ondersteunen. Het onderwijsprogramma biedt een af-wisseling van allerlei werkvormen: ontwerpateliers, vakoefeningen, practica, werkgroepen, hoorcolleges, scriptiebegeleiding, enzovoort. Veel onderwijs vindt plaats in kleine groepen, waarin onder leiding van een docent studenten gezamenlijk en individueel werken aan vra-gen en opgaven, en commentaar op elkaars werk leveren. De opleiding beschouwt dit als een belangrijke stimulans voor activerend en uitdagend onderwijs. Toetsing en beoordeling Naast variatie in werkvormen, kent de opleiding ook uiteenlopende vormen van toetsing en beoordeling: schriftelijk tentamen, ontwerpwerkstuk(ken), mondelinge presentatie, paper etc. De keuze voor een specifieke toetsvorm hangt af van wat studenten na afloop van een studieonderdeel moeten kunnen (de leerdoelen) en met welk studieproduct dit het beste kan worden aangetoond. Wanneer bijvoorbeeld een studieonderdeel hoofdzakelijk gericht is op kennisverwerving, wordt meestal een schriftelijk tentamen afgenomen. Is het hoofddoel le-ren ontwerpen, dan vindt doorgaans een beoordeling plaats van het ontwerpwerkstuk (teke-ningen en maquettes) en de presentatie daarvan. Andere toetsvormen zijn practicumversla-gen, essays en scripties. Al deze toetsvormen worden beschouwd als tentamens in de zin van de wet. In de Onderwijs- en Examenregeling zijn daarover nadere bepalingen opgeno-men (zie paragraaf 2 en 3). In elk semester worden uiteenlopende toetsvormen gebruikt. Welke dat zijn, staat aangegeven bij de beschrijving van de betreffende onderwijseenheden in de studiegids (http://studiegids.tudelft.nl). Het zesde en afrondende semester van de Ba-cheloropleiding kent twee ontwerpprojecten en een daaraan gerelateerd eindwerkstuk. Hier wordt getoetst of aan de generieke (3 TU) eindtermen van de Bacheloropleiding wordt vol-daan. Artikel 13 De opbouw van de Bacheloropleiding De Bacheloropleiding kent twee fasen: de propedeutische fase en de Bachelorfase. De prope-deutische fase omvat het onderwijs van het eerste jaar, en heeft een oriënterende, selec-terende en verwijzende functie. De Bachelorfase, waarin na de propedeuse de opleiding wordt afgerond, omvat het onderwijs van het tweede en derde jaar. De examenprogramma’s van de Bacheloropleiding Bouwkunde zijn opgenomen in hoofdstuk 3.1 en 3.2 van de Uitvoe-ringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling. De onderwijseenheden en tentamens zijn nader omschreven in de Digitale Studiegids Bouwkunde: (http://studiegids. tudelft.nl). Deze biedt een overzicht van de Bacheloropleiding Bouwkunde met daaronder de programma- en vakbeschrijvingen. Dit digitale overzicht maakt deel uit van dit statuut. De digitale studiegids is ook beschikbaar via de Blackboard Website (http://blackboard. tudelft.nl). Artikel 14 Minor Het vijfde semester bestaat uit een Minor. De Minor heeft als primaire doelstelling kennis-verbreding. Tevens heeft de Minor de verdere ontwikkeling van academische vaardigheden tot doel. Een Minor vormt een samenhangend geheel van vakken met een studielast van tenminste 30 studiepunten dat door de student zelf kan worden gekozen. De Minor dient van voldoende academisch niveau te zijn. In de Digitale Studiegids (http://studie-gids.tudelft.nl) staan de diverse Minoren opgenomen die de TU Delft standaard aanbiedt. Ook kunnen Minoren van andere universiteiten worden gevolgd. Vrije Minor Een student kan zelf uit het onderwijsaanbod van de TU Delft en/of andere universiteiten een samenhangend vakkenpakket van voldoende omvang en niveau samenstellen: een “vrije Minor”. Een vrije Minor dient te worden goedgekeurd door de Examencommissie. De aan-vraag daarvoor dient tenminste twee maanden voor de aanvang van de Minor te worden in-gediend. Stageminor Een Stageminor kan, in overleg met de Stagecoördinator van de desbetreffende track, ge-combineerd worden met een aantal praktijkgerichte onderwijseenheden tot een samenhan-gende Minor van 30 studiepunten. De studielast van de stage bedraagt 20 studiepunten, het

Page 18: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel I – Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

18

verslag en de reflectie 5 studiepunten en 5 studiepunten voor het verplichte vak POPping in de praktijk. Een Stageminor dient goedgekeurd te worden door de Examencommissie. De aanvraag daarvoor dient tenminste twee maanden voor de aanvang van de Minor te worden ingediend. Artikel 15 Het Honours Programme Bachelor Het Honours Programme Bachelor is een afwisselend onderwijsprogramma voor Bachelorstu-denten die bovengemiddeld presteren en meer uitdaging in hun studie willen. Zie artikel 12 van de Onderwijs en Examenregeling. Studenten die het Honours Programme Bachelor suc-cesvol hebben doorlopen, ontvangen een Honours certificaat dat wordt ondertekend door de voorzitter van de examencommissie en de Rector Magnificus, en een aanbevelingsbrief van de Conrector van de TU Delft. Studenten die belangstelling hebben voor deelname aan het Honours Programme Bachelor, kunnen meer informatie vinden in hoofdstuk 3.3 van de Uit-voeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling of op: http:// Ho-nours.bk.tudelft.nl. Master Honours programme Studenten die de Bacheloropleiding nominaal en met een gemiddelde van 7.5 of hoger heb-ben afgesloten kunnen toegelaten worden tot een Honours Programme in de Masteroplei-ding. Studenten die belangstelling hebben voor deelname een het Master Honours Program-me kunnen nadere informatie vinden in artikel 9 van de Course and Examination Regulations Master of Science, Architecture, Urbanism and Building Sciences. Artikel 16 Studeren in het buitenland De Faculteit Bouwkunde stimuleert studenten om een studieperiode als onderdeel van het studieprogramma in het buitenland door te brengen. De faculteit heeft mede daarom met diverse buitenlandse universiteiten samenwerkingsovereenkomsten afgesloten. Voor studie in het buitenland zijn er fondsen beschikbaar waaruit beurzen worden verstrekt, zoals het Socrates / Erasmus Programma voor studie in Europa (Erasmus beursprogramma EU) en het STIR Programma voor studie buiten Europa (beursprogramma TU Delft). De websites van de faculteit Bouwkunde (Study Abroad), International Office van de TU Delft en het NUFFIC (http://www.nuffic.nl/) geven informatie over studeren in het buitenland en ten behoeve van de voorbereiding van de buitenlandse studieperiode, zoals aanmeldings- en toelatingsproce-dure, beurzen, aanpak, studieplanning, oriëntatie op de buitenlandse universiteit. Daarnaast is er in het Student Facility Center ook informatie beschikbaar zoals studiegidsen van buiten-landse universiteiten, studieverslagen, etc. Voorwaarden Om tijdens de Bacheloropleiding in het kader van een uitwisselingsprogramma deel te kun-nen nemen aan het onderwijs van een buitenlandse universiteit en/of een stage, al of niet in het kader van een Minor, dient het programma van het 1e tot en met het 3e semester volle-dig te zijn behaald. Voor studenten die vanaf 1 september 2007 met de opleiding zijn be-gonnen, geldt de voorwaarde dat het in het buitenland te behalen programma moet worden goedgekeurd als Minor of gedeelte van de Minor. Aanmelden Voor de aanmelding en selectie voor het uitwisselingsprogramma moet het aanmeldingsfor-mulier ‘Application form Study Abroad’ ingeleverd worden bij International Office Bouwkun-de. Het formulier is te downloaden vanaf de studentenportal van de Bouwkunde website (http://bk.studenten.tudelft.nl > Onderwijs > Study Abroad > Forms). Een portfolio maakt geen deel uit van de selectieprocedure en moet uitsluitend op verzoek van International Offi-ce Bouwkunde worden ingeleverd (als onderdeel van de aanmeldingsprocedure van de part-neruniversiteit). Over onder andere het te volgen studieprogramma en de mogelijke erken-ning van studieresultaten moeten afspraken gemaakt worden met International Office Bouw-kunde.

Page 19: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel I – Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

19

1.4.2 Studeerbaarheid en kwaliteit van onderwijs

Artikel 17 Studeerbaarheid van het onderwijsprogramma Het programma wordt ‘studeerbaar’ geacht als het voldoet aan de volgende criteria, die gel-den als richtlijnen voor de verdeling van contacttijd, leeractiviteiten, studietijd en toetstijd over een periode. De maximaal toegestane hoeveelheid studentcontacttijd per volledig se-mester bedraagt 33% van de totale studielast. Bovendien bedraagt de maximale hoeveelheid studentcontacttijd per studieweek 20 uren en per dag maximaal 8 uur. De studentcontacttijd voor de verplichte examenonderdelen kan per semester op één dag per week ’s avonds ge-roosterd worden. Daarnaast kan ook het onderwijs in keuzeonderdelen ’s avonds worden aangeboden. Met betrekking tot het keuzeonderwijs geldt dat ten minste één week voor de aanvang van het semester bekend zal zijn of dit avondonderwijs betreft. Onder studentcon-tacttijd is niet de eventueel geroosterde, onbegeleide zelfstudie begrepen. Voor zelfstudie worden per studieweek tenminste 2 dagdelen (ochtend of middag) van 4 aaneengesloten uren vrijgehouden van onderwijsactiviteiten. De in de roosters aangegeven perioden waarin ontwerpateliers beschikbaar zijn voor zelfwerkzaamheid maken deel uit van deze zelfstudie-tijd. Lezingen en hoorcolleges worden uiterlijk na 2 klokuren onderbroken door een pauze van minimaal een kwartier. De faculteit conformeert zich aan de door het College van Be-stuur vastgestelde jaarindeling. De verplichte literatuur voor tentamens dient binnen de ge-raamde studielasturen te kunnen worden bestudeerd, uitgaande van 7 pagina’s per uur. Aanvullende literatuur ter verdieping kan worden aanbevolen, maar mag geen deel uitmaken van de tentamenstof. Alleen bij intekening op (onderdelen van) één heel semester garandeert de opleiding de student een studeerbaar rooster. Op basis van de roosters per semester van het studentenportal van de Bouwkunde website (http://bk.studenten.tudelft.nl > Roosters en plattegronden) kunnen studenten nagaan of en hoe contactintensief onderwijs van verschil-lende semesters te combineren is. Artikel 18 Vervanging docenten De leerstoelhouder draagt zorg voor vervanging van een docent binnen een week na de mel-ding van afwezigheid. De vervanging kan tot gevolg hebben dat het rooster van de desbe-treffende groep moet worden aangepast. Artikel 19 Evaluatie onderwijsprogramma De faculteit heeft een kwaliteitszorgsysteem ten behoeve van het onderwijs. Na elk semester wordt steekproefsgewijs getoetst of het onderwijs aan vooraf gestelde normen voldoet, en wordt geïnventariseerd hoe studenten en docenten het onderwijs hebben ervaren. In dit on-derzoek wordt ingegaan op inhoudelijke, didactische en organisatorische aspecten van het onderwijs. De Facultaire Studentenraad en de Opleidingscommissie ontvangen de uitkom-sten van het onderzoek. De uitkomsten worden bovendien gepubliceerd op de website van Kwaliteitszorg. Jaarlijks stelt de decaan vast welke specifieke aandachtsgebieden met name zullen worden geëvalueerd in het volgend studiejaar, en welke instrumenten daarvoor zullen worden ingezet. De Facultaire Studentenraad en de Opleidingscommissie adviseren over het kwaliteitszorgplan. Voor gedetailleerde informatie over de wijze waarop evaluatie van het onderwijsprogramma plaatsvindt wordt verwezen naar de website Kwaliteitszorg (http://kwaliteitszorg.bk.tudelft.nl/). 1.4.3 Studiebegeleiding en studievoortgangscontrole

Artikel 20 Studieadviseurs De studieadviseurs zijn binnen de faculteit de aangewezen personen om studenten te helpen bij vragen en problemen die verder strekken dan wat administratief afgehandeld kan wor-den. Door de positie van de studieadviseurs hebben studenten de gelegenheid om in ver-trouwen met hen over diverse zaken te spreken. De studieadviseurs kunnen worden inge-schakeld bij alles wat in verband staat met de studie-, leef- en werkomstandigheden van stu-denten. In nauw overleg met de student proberen zij reeds in een beginstadium problemen in de studie op te sporen en de student te helpen om studievertraging zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Page 20: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel I – Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

20

Bij de volgende onderwerpen kunnen de studenten rekenen op advies van de studieadviseur: • arbeidsmarktoriëntatie • bestuursbeurzen en commissiewerk • beurzen en fondsen algemeen • buiten-curriculaire activiteiten • financiële problemen • Regeling Afstudeersteun Studenten (zowel oriëntatie als indienen van aanvraag) • handicap (c.q. functiestoornis) en studie • DUO c.q. studiefinanciering • Mentoraat • omzwaaien en/of studiestaken • onderwijsproblematiek, keuzeproblematiek of (gecombineerd) afstuderen • overmacht bij niet-naleving van regelgeving • persoonlijke problemen • ziekte. De studieadviseurs zijn door de Decaan, de Directeur Onderwijs en door de Examencommis-sie gemandateerd om namens hen te besluiten over de meest voorkomende kwesties rond toelating tot onderwijs en tentamens waarbij om redenen van billijkheid individuele afspra-ken, afwijkend van de geldende regelgeving, noodzakelijk kunnen zijn. De bereikbaarheid van de studieadviseurs is aangegeven op het studentenportal van de Bouwkunde website (http://bk.studenten.tudelft.nl > Contact > Studieadviseurs). Artikel 21 Studeren met een handicap Zowel op landelijk en universitair als op facultair niveau zijn er specifieke regelingen voor studenten die gehinderd worden bij hun studie door een handicap of functiestoornis. In samenwerking tussen studentenartsen, studentenpsychologen en studieadviseurs wordt getracht zowel groepsgebonden als individueel oplossingen te bedenken ter bevordering van een zo effectief mogelijk studiepad en studietempo voor deze studenten. Als een student, als gevolg van ziekte of een handicap, niet in staat is de opleiding binnen de periode van gemengde studiefinanciering met goed gevolg af te ronden, kan hij een verlenging met 12 maanden van de studiefinancieringsduur en/of de diplomatermijn aanvragen bij de DUO. In deze regeling wordt een chronische fysieke of psychische ziekte gelijkgesteld met een han-dicap. Daarnaast bestaat binnen de Technische Universiteit Delft de mogelijkheid van finan-ciële ondersteuning binnen de Regeling Afstudeersteun Studenten (RAS). Binnen de opleiding Bouwkunde zijn er diverse bijzondere faciliteiten mogelijk als het gaat om het volgen van onderwijs of het afleggen van examens. Deze alternatieven worden in overleg met de studie-adviseurs en Examencommissie per individu vastgelegd en indien nodig jaarlijks verlengd of aangepast. Zie artikel 21 van de Onderwijs- en Examenregeling. Nadere inlichtingen over al deze regelingen en mogelijkheden zijn te verkrijgen bij de studieadviseurs. Artikel 22 Bindend Studieadvies eerste studiejaar De Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek schrijft voor dat iedere stu-dent uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving wordt geadviseerd over voortzetting van zijn of haar studie. De TU Delft maakt daarbij gebruik van de mogelijkheid om een “Bindend Studieadvies” uit te brengen, hetgeen inhoudt dat studenten die niet aan een gestelde norm voldoen voor een aantal jaren worden uitgesloten van de opleiding. De-tails van de regeling staan in artikel 24 en 25 van de Onderwijs- en Examenregeling. Om te zorgen voor optimale begeleiding van eerstejaars studenten met het oog op een verant-woord advies aan het einde van het eerste jaar, wordt aan elke student die zich inschrijft voor de Propedeutische fase een van de docenten van de faculteit als begeleider toegewe-zen. Deze docent spreekt maximaal vier maal per jaar (individueel en/of in groepsverband) met de studenten die hij begeleidt. Twee maal per jaar worden studenten uitgenodigd voor een individueel gesprek. Onderwerpen van deze gesprekken zijn: 1. het beeld over de studie 2. de motivatie voor de studie, en 3. de capaciteiten voor de studie. Het doel ervan is om zelfreflectie bij de student te stimuleren: heb ik de goede studie geko-zen, is mijn studiehouding juist? Als er sprake blijkt te zijn van problemen die nadere inhou-

Page 21: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel I – Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

21

delijke begeleiding vereisen, verwijst de begeleider de student door naar een van de studie-adviseurs. Aan het einde van het studiejaar (uiterlijk in de maand augustus) wordt op grond van de eind augustus behaalde resultaten aan elke eerstejaars student een positief of bin-dend negatief studieadvies gegeven. Artikel 23 Onderwijs in het Nederlands Het onderwijs in de Bacheloropleiding is in de Nederlandse taal. In bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Zie artikel 9 van de Onderwijs- en Examenregeling voor de mo-gelijkheden. 1.5 Studiepunten

1.5.1 Studielast en studiepunten

Zie voor de studielast en het aantal punten per onderwijseenheid hoofdstuk 3.1 en 3.2 van de Uitvoeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling. 1.5.2 Tentamens en examens

Artikel 24 Deelname aan tentamens Advies Bij de vakken van de Bacheloropleiding is sprake van opbouw

van kennis door de semesters heen, waardoor het wenselijk is deel te nemen aan de tentamens in de volgorde van de semes-ters. Binnen de algemene regel van het intekenen is het de ver-antwoordelijkheid van de student zelf om tijdig de juiste voor-kennis te verwerven. Zie hoofdstuk 3.7 van de Uitvoeringsrege-ling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling.

Tijdstippen Het aantal malen, waarop een tentamen of deel daarvan kan worden afgelegd, is geregeld in artikel 13 van de Onderwijs- en Examenregeling. De perioden waarin de gelegenheid tot het af-leggen van tentamens wordt geboden, worden nader bekend gemaakt via de jaarkalender op het studentenportal van de Bouwkunde website (http://bk.studenten.tudelft.nl > Roosters en plattegronden).

Toelating tot tentamens De student dient zich bij een tentamen te kunnen legitimeren conform de eisen die daaraan gesteld worden in Artikel 10, lid 3b en Artikel 16, lid 2 van de Regels en Richtlijnen van de Exa-mencommissie. Indien de student hiertoe niet in staat blijkt, zal hij/zij niet toegelaten worden tot het tentamen, hetgeen inhoudt dat het tentamen niet wordt beoordeeld.

Huishoudelijke maatre-gelen tijdens schriftelij-ke toetsen

Huishoudelijke maatregelen zijn weergegeven in artikel 16 van de Regels en Richtlijnen van de Examencommissie.

Normen beoordeling De wijze van beoordeling alsmede de beoordelingsnormen zijn geregeld in de Regels en Richtlijnen van de Examencommissie. De zogeheten zak- / slaagregeling is vastgelegd in artikel 33 van de Regels en Richtlijnen van de Examencommissie.

Bekendmaking cijfers De bekendmaking van de cijfers is geregeld in artikel 18 van de Onderwijs- en Examenregeling.

Nabespreking Nabespreking van tentamens is geregeld in artikel 20 van de Onderwijs- en Examenregeling.

Herkansingen Het aantal herkansingen is geregeld in artikel 13 van de Onder-wijs- en Examenregeling. Geldigheid tentamens – De geldigheid van behaalde tentamens is geregeld in artikel 15 van de Onder-wijs- en Examenregeling.

Mondeling tentamen Het mondeling tentamen is geregeld in artikel 14 van de Regels en Richtlijnen van de Examencommissie.

Page 22: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel I – Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

22

1.5.3 Verwante regelgeving

Artikel 25 Onderwijs- en Examenregeling De Onderwijs- en Examenregeling maakt deel uit van het Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut. De Onderwijs- en Examenregeling wordt jaarlijks vastgesteld door de De-caan, na advies te hebben ingewonnen van de Opleidingscommissie. De Facultaire Studen-tenraad heeft instemmingsrecht met betrekking tot het Opleidingsspecifiek deel van het Stu-dentenstatuut. Instemming van de Facultaire Studentenraad heeft voor wat betreft de On-derwijs- en Examenregeling betrekking op artikel 7.13 van de WHW, lid 2 sub h tot en met v. Dit betreft de organisatorische aangelegenheden van het onderwijs: h. het aantal en de volgtijdelijkheid van de tentamens alsmede de momenten waarop deze

afgelegd kunnen worden i. de voltijdse, of deeltijdse of duale inrichting van de opleiding j. waar nodig, de volgorde waarin, de tijdvakken waarbinnen en het aantal malen per stu-

diejaar de gelegenheid wordt geboden tot het afleggen van de tentamens en examens k. waar nodig, de geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde tentamens, behoudens

de bevoegdheid van de Examencommissie die geldigheidsduur te verlengen l. of de tentamens mondeling, schriftelijk of op andere wijze worden afgelegd, behoudens

de bevoegdheid van de Examencommissie in bijzondere gevallen anders te bepalen m. de wijze waarop lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten redelijkerwijs in de

gelegenheid worden gesteld de tentamens af te leggen n. de openbaarheid van mondeling af te nemen tentamens, behoudens het recht van de

Examencommissie in bijzondere gevallen anders te bepalen o. de termijn waarbinnen de uitslag van een tentamen bekend wordt gemaakt alsmede of

en op welke wijze van deze termijn kan worden afgeweken p. de wijze waarop en de termijn gedurende welke degene die een schriftelijk tentamen

heeft afgelegd, inzage krijgt in zijn beoordeelde werk q. de wijze waarop en de termijn gedurende welke kennis genomen kan worden van vragen

en opdrachten, gesteld of gegeven in het kader van een schriftelijk afgenomen tenta-men, en van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden

r. de gronden waarop de Examencommissie voor eerder met goed gevolg afgelegde ten-tamens of examens in het hoger onderwijs, dan wel voor buiten het hoger onderwijs op-gedane kennis of vaardigheden, vrijstelling kan verlenen van het afleggen van een of meer tentamens

s. waar nodig, dat het met goed gevolg afgelegd hebben van tentamens voorwaarde is voor de toelating tot het afleggen van andere tentamens

t. waar nodig, de verplichting tot het deelnemen aan praktische oefeningen met het oog op de toelating tot het afleggen van het desbetreffende tentamen, behoudens de bevoegd-heid van de Examencommissie vrijstelling van die verplichting te verlenen, al dan niet onder oplegging van vervangende eisen

u. de bewaking van studievoortgang en de individuele studiebegeleiding v. de wijze van beoordeling van gevallen als bedoeld in artikel 7.31a, derde lid (vrijstelling

op grond van verwante opleidingen in het beroepsonderwijs). Uitgezonderd zijn de onderdelen genoemd in lid 2 sub a tot en met g. Over deze onderdelen wordt aan de Facultaire Studentenraad advies gevraagd. Deze onderdelen hebben betrekking op het volgende: a. de inhoud van de opleiding en van de daaraan verbonden examens b. de inhoud van de afstudeerrichtingen binnen een opleiding en de inhoud van de binnen

een opleiding voorkomende differentiaties c. de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die een student zich bij

beëindiging van de opleiding moet hebben verworven d. waar nodig, de inrichting van praktische oefeningen e. de studielast van de opleiding en van elk van de daarvan deel uitmakende onderwijseen-

heden f. de nadere regels, bedoeld in de artikelen 7.8b, zesde lid (nadere regels over studiead-

vies Propedeutische fase, i.h.b. studieresultaten, voorzieningen en termijn studieadvies), en 7.9, vijfde lid (nadere regels over verwijzing in Postpropedeutische fase, in het bij-

Page 23: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel I – Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

23

zonder verschil in afstudeerrichtingen, studieresultaten en de aansluiting van program-maonderdelen en de afstudeerrichtingen van de opleiding)

g. ten aanzien van welke opleiding toepassing is gegeven aan artikel 7.4, zevende lid (210 in plaats van 168 studiepunten), en artikel 7.8a, eerste lid (Bachelorfase); ook zijn uitge-zonderd de toelatingseisen voor aansluitende Masteropleidingen als bedoeld in artikel 7.30a van de WHW: daarover wordt eveneens aan de Facultaire Studentenraad advies ge-vraagd.

Artikel 26 Regels en Richtlijnen van de Examencommissie Door de Examencommissie worden Regels en Richtlijnen van de Examencommissie vastge-steld. De Regels en Richtlijnen van de Examencommissie hebben vooral betrekking op de wijze van vaststelling van de uitslag van tentamens en examens en de goede gang van zaken tijdens de tentamens en examens van de opleiding. 1.6 Commissies

Artikel 27 Commissies Opleidingscommissie van de Faculteit Bouwkunde (OC)

De Opleidingscommissie is ingesteld op grond van artikel 9.18 WHW. De commissie bestaat uit zes docenten en zes studenten. Een studieadviseur, medewerker kwaliteitszorg en een lid van de FSR zijn toehoorders. De OC adviseert de Decaan over onderwijsaangelegenheden. In het bijzonder adviseert de OC over de Onderwijs- en Examenregeling en evalueert zij de uitvoering van deze regeling. De Oplei-dingscommissie adviseert over de kwaliteit van het onder-wijs op de faculteit Bouwkunde.

Facultaire Studentenraad (FSR)

De Facultaire Studentenraad is ingesteld op grond van arti-kel 9.30 lid 3 WHW. Zij is het gekozen medezeggenschaps-orgaan van de studenten binnen de Faculteit Bouwkunde. De FSR heeft instemmingsrecht bij het Faculteitsreglement en delen van de Onderwijs- en Examenregeling. Daarnaast kan de FSR onder meer advies uitbrengen over de resterende delen van de Onderwijs- en Examenregeling (voornamelijk het onderwijsprogramma), voorzieningen voor studenten, de begroting en bij samenwerking met andere faculteiten of instellingen.

Examencommissie van de Faculteit Bouwkunde (EC)

De Examencommissie is ingesteld op grond van artikel 7.12 WHW. Zij bestaat uit door de Decaan benoemde leden van de wetenschappelijke staf. De Examencommissie is eindver-antwoordelijk voor de goede gang van zaken tijdens de ten-tamens en examens van de Faculteit Bouwkunde. Daartoe stelt zij regelingen op (Regels en Richtlijnen van de Examen-commissie). Daarnaast verleent zij vrijstellingen, verklarin-gen van geen bezwaar, goedkeuring van de aanvraag afstu-deren, etc.

BSA commissie van de Facul-teit Bouwkunde (Bindend Studie Advies)

Het Bindend Studieadvies wordt gegeven door de Decaan. De Decaan laat zich hierbij adviseren door de Facultaire BSA commissie. Wanneer de BSA commissie oordeelt dat de per-soonlijke omstandigheden de studievoortgang in die mate hebben beïnvloed dat de norm van 45 studiepunten niet haalbaar was, dan kan de commissie de Decaan adviseren de student uitstel van het BSA te verlenen. Dit houdt in dat de student geen negatief BSA krijgt maar in het volgende studiejaar 45 studiepunten moet behalen uit de Propedeuse, bovenop de reeds behaalde punten of de Propedeuse moet afronden als er geen 45 studiepunten resteren in de Prope-deuse.

Harde Knip beoordeling bij de Faculteit Bouwkunde

De Decaan heeft de Directeur Onderwijs gevraagd om hem of haar te adviseren inzake de toelating van studenten tot

Page 24: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel I – Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

24

de Master opleidingen. De Directeur Onderwijs toetst in hoeverre aan de toelatingseisen is voldaan en beoordeelt in samenspraak met de studieadviseur of er speciale omstan-digheden meespelen. De Directeur Onderwijs adviseert ook over toelating tot het Master 3 onderwijs, voor die studen-ten die niet onder de Harde Knip regeling vallen.

1.7 Studentenvoorzieningen

Artikel 28 Informatieverstrekking over onderwijs Informatie over de inrichting en organisatie van het onderwijs wordt jaarlijks gepubliceerd in de Onderwijs- en Examenregeling en de Digitale Studiegids (http://studiegids.tudelft.nl/), en op Blackboard. Tussentijdse wijzigingen in het onderwijsaanbod worden gepubliceerd via announcements op Blackboard (Onderwijsnieuws Bouwkunde). Wijzigingen van het onder-wijs, die gedurende het studiejaar van kracht worden, zullen niet ten nadele van de student zijn. Deze wijzigingen worden overigens altijd eerst ter advisering aan de Opleidingscom-missie en aan de Facultaire Studentenraad voorgelegd. Bekendmaking van wijzigingen in het onderwijs geschiedt in ieder geval door mededelingen op Blackboard. In geval van ingrijpen-de of urgente wijzigingen wordt ook een mailing aan het TU Delft emailadres van de betrok-ken studenten verzorgd. Aanvullende informatie aan studenten mag geacht worden vol-doende bekend te zijn, wanneer hiervoor één van onderstaande middelen is gebruikt: 1. e-mail naar het TU Delft e-mailadres 2. Blackboard 3. brief aan, bij de TU Delft bekend, huis- of postadres. Artikel 29 Onderwijs- & Studentenadministratie Voor het bepalen van examenuitslagen, het toetsen van toelatingsvoorwaarden, het geven van adviezen etc. is de informatie die is vastgelegd in de Onderwijs- & Studentenadministra-tie van de TU Delft bepalend, tenzij de student aantoont dat deze informatie onjuist of on-volledig is. Deze informatie is uiterlijk 24 uur na verwerking voor de student toegankelijk via Blackboard. De student dient er rekening mee te houden dat voor de verificatie van een ge-melde fout of onvolledigheid en het verwerken van de correctie een periode van ten minste drie weken nodig is. Regelmatige controle van de vastgelegde gegevens en snelle melding van veronderstelde onjuistheid of onvolledigheid is dan ook aan te raden, om teleurstelling bij bijvoorbeeld het voorbereiden van een buitenlandse uitwisseling of het inschrijven voor de Masteropleiding te voorkomen. 1.8 Huisregels en ordemaatregelen

Artikel 30 Beperkte capaciteit Voor keuzeonderdelen kan de Decaan in verband met de beperkte beschikbaarheid van do-centencapaciteit en onderwijsmiddelen een maximum aantal deelnemers vaststellen. De toewijzing van plaatsing geschiedt op basis van volgorde van intekening. Ook kunnen kwali-tatieve criteria zijn gesteld ten aanzien van het cijfer voor onderwijseenheden of onderdelen daarvan, die voorbereidend zijn voor het betreffende keuzeonderdeel. Waar geen voorkennis bij onderdelen staat geformuleerd, is volgorde van intekenen het selectiecriterium. Artikel 31 Onvoldoende belangstelling Indien de belangstelling voor een keuzeonderdeel zo gering blijkt, dat het didactisch of eco-nomisch ongewenst zou zijn het uit te voeren, kan de decaan uiterlijk twee weken voor de voorgenomen aanvangsdatum bepalen dat het onderdeel in de betreffende periode alsnog niet zal worden aangeboden. Aan studenten die hun belangstelling voor het vervallen onder-deel hadden kenbaar gemaakt, wordt in overleg vervangend onderwijs aangeboden. Artikel 32 Procedure eenmalige keuzeonderdelen Naast het vanuit de faculteit georganiseerde aanbod van keuzeonderdelen kunnen eenmalige keuzeonderdelen worden georganiseerd vanuit de staf en de studenten. Ook speciale work-shops kunnen hiervoor in aanmerking komen en dus studiepunten opleveren. Op basis van een voorstel van de initiatiefnemers kan de Directeur Onderwijs namens de Decaan eenmalig

Page 25: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel I – Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

25

studiepunten toekennen. Het aanbod valt onder het reguliere programma van het betreffen-de studiejaar en wordt overeenkomstig behandeld. Criteria voor goedkeuring door de Direc-teur Onderwijs zijn: het inhoudelijk niveau, de argumentatie omtrent wat het onderdeel toe-voegt aan het reguliere aanbod, een verantwoorde toetsing van de te bereiken resultaten en tenslotte de gegarandeerde financiering, bijvoorbeeld doordat op de kosten een akkoord van de betrokken afdelingsvoorzitter is gegeven. Artikel 33 Tentamens en examens Voor huishoudelijke maatregelen inzake tentamens en examens zie artikel 16 van de Regels en Richtlijnen van de Examencommissie. Artikel 34 Aanvragen Propedeusediploma Studenten die na 1 september 2014 aanvangen met hun studie ontvangen geen Propedeuse-diploma. Studenten die voor 1 september 2014 aan de opleiding zijn begonnen, ontvangen tot 1 sep-tember 2016 een Propedeusediploma overeenkomstig de volgende zak-slaagregeling: 1. De student is geslaagd voor het propedeutisch examen wanneer is voldaan aan de vol-

gende eisen: a. voor alle vakken is een resultaat behaald: een cijfer, voldaan (V) of een vrijstelling

(VR); b. er mag geen cijfer lager dan 6,0 voorkomen.

2. De wijze van beoordelen is zo doorzichtig dat de student kan nagaan hoe de uitslag van het examen tot stand is gekomen.

3. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van het bepaalde in lid 1. Zo nodig stelt zij daartoe aanvullende eisen vast.

Artikel 35 Aanvragen Bachelordiploma Indien de student alle onderwijsonderdelen behorend tot de Bacheloropleiding heeft behaald volgens de geldende regeling, dan kan het Bachelordiploma worden aangevraagd middels het diploma-aanvraagformulier, beschikbaar op het studentenportal van de Bouwkunde web-site (http://bk.studenten.tudelft.nl > Formulieren). De onderwijsadministratie controleert maandelijks of een student alle onderdelen van de Bacheloropleiding heeft behaald. Als dat het geval is dan kennen zij het Bachelordiploma toe. Artikel 36 Studiekosten Op basis van de Richtlijn 2014 – 2015 zijn de volgende studiekosten berekend: a. kosten boeken en syllabi: per studiejaar circa € 600,-- b. kosten overige leermiddelen: per studiejaar circa € 450,-- Kosten voor binnenlandse excursies zijn inbegrepen in de kosten overige leermiddelen. Voor buitenlandse excursies geldt dat dit geen verplichte delen zijn van het curriculum; de stu-dent kiest hier zelf voor. Het is altijd mogelijk studieonderdelen te kiezen waar geen extra kosten aan verbonden zijn. Subsidie Via stichting Stylos wordt subsidie verstrekt aan studenten ten behoeve van excursies buiten het onderwijs tot een totaal van maximaal € 150,-- per student, gerekend over de gehele duur van de inschrijving aan de TU Delft. De gelden zijn beschikbaar binnen een totaal van tevoren vastgesteld gelimiteerd budget, dat bij overschrijding niet wordt aangevuld. Voor voorwaarden en aanvragen benadert de student stichting Stylos. 1.9 Rechtsbescherming

Artikel 37 Beroep Wanneer de student het niet eens is met een beslissing van de Examencommissie en/of van een examinator kan hij of zij beroep aantekenen bij het College van Beroep voor de Examens (CBE). Een klacht indienen tegen de vaststelling van een beoordeling (inhoudelijk) door een examinator is wettelijk niet mogelijk. Wel kan beroep worden aangetekend tegen de wijze waarop de beoordeling tot stand is gekomen (procedureel). In dit geval is het CBE de aange-

Page 26: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel I – Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

26

wezen instantie. Voordat de student dit doet, wordt hij of zij geadviseerd gebruik te maken van de mogelijkheid tot nabespreking, zoals staat beschreven in artikel 20 van de Onderwijs- en Examenregeling. Op basis daarvan kan de student bepalen of alleen sprake is van mis-communicatie of dat de student het echt niet eens is met de beslissing. De student moet er wel voor zorgen dat het beroep binnen 20 werkdagen, nadat het cijfer in Osiris bekend is, bij het CBE binnen is. Het is raadzaam zaken in eerste instantie door te spreken met één van de studieadviseurs van Bouwkunde. Zij kennen de weg in de organisatie en regelgeving. Artikel 38 Ombudsman Zie bijlage 6 van het Instellingsspecifiek deel van het Studentenstatuut. Artikel 39 Klachtencoördinator Elke student of medewerker kan een klacht indienen. Dit kan middels een email aan de klachtencoördinator: [email protected]. Voor elke klacht geldt dat deze eerst op het laagste betrokken operationele niveau ingediend en behandeld moet worden. Bijvoorbeeld: een klacht over de roostering wordt eerst met de medewerkers van Roostering zelf opgenomen. Als men het niet met de geboden oplossing eens is kan men zich wenden tot de Klachtencoördinator. Leidt ook dat niet tot een bevredigende uitkomst, dan kan een klacht worden ingediend bij de Decaan, en tenslotte eventueel bij de TU Delft Ombudsman. De klacht mag zowel betrekking hebben op het onderwijs, de organisatie, de procedures, etc. Elke klacht zal zorgvuldig behandeld worden en tevens zal beoordeeld worden of de aard van de klacht een incident is of dat er structureel zaken moeten worden opgepakt en verbeterd. De binnengekomen klachten worden besproken binnen de dienst Onderwijs- & Studentenzaken. Daar worden de klachten uitgezet bij de personen in de afdeling of faculteit die voor het oplossen ervan verantwoordelijk zijn. De indiener ontvangt bericht van ont-vangst en een opgave van de termijn waarin het aangekaart wordt en hoe het opgelost of opgepakt wordt. Nadat een klacht is afgewikkeld ontvangt de indiener hiervan ook een be-richt. Tevens wordt hij er op gewezen dat hij in beroep kan gaan bij de Decaan indien hij het niet met de wijze van afhandeling eens is. Artikel 40 Vertrouwenspersonen Wanneer last wordt ondervonden van ongewenst gedrag van anderen, dan kun men voor hulp, opvang en advies terecht bij de vertrouwenspersonen van de TU Delft. De faculteit Bouwkunde heeft een eigen vertrouwenspersoon. TU-medewerkers en -studenten zijn echter vrij om vertrouwenspersonen van andere faculteiten of diensten te raadplegen. Voor verdere gegevens kunt u terecht op het studentenportal van de Bouwkunde website (http://bk.studenten.tudelft.nl > Contact > Vertrouwenspersoon). TU-medewerkers en -studenten zijn echter vrij om vertrouwenspersonen van andere faculteiten of diensten te raadplegen. Meer informatie over gegevens van de vertrouwenspersonen aan de TU Delft is te vinden op de website van de TU Delft. Deze regeling treedt in werking op 1 september 2014 Vastgesteld door de waarnemend Decaan van de Faculteit Bouwkunde Prof.dr.ir. J.W.F. Wamelink

Page 27: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel II

Onderwijs- en Examenregeling (OER)

(ex artikel 7.13 WHW)

Bacheloropleiding Bouwkunde Studiejaar 2014 – 2015

Page 28: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel II – Onderwijs- en Examenregeling (OER), Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

28

Page 29: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel II – Onderwijs- en Examenregeling (OER), Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

29

Inhoudsopgave 2.0 Algemeen 31 Artikel 1 Toepassingsgebied van de regeling Artikel 2 Begripsbepalingen Artikel 3 Doel van de opleiding Artikel 4 Eindtermen van de opleiding Artikel 5 Toelating tot de opleiding Artikel 6 Afronding Schakelprogramma voor toelating tot een Masteropleiding Artikel 7 Colloquium Doctum Artikel 8 Voltijdse dan wel deeltijdse inrichting van de opleiding Artikel 9 Taal 2.1 Samenstelling studieprogramma en examen 34 Artikel 10 Samenstelling studieprogramma en examen 2.2 Bachelorfase 35 Artikel 11 Samenstelling studieprogramma Artikel 12 Honours Programme Bachelor 2.3 Aanmelden en terugtrekken van tentamens 35 Artikel 13 Aanmelding schriftelijke tentamens Artikel 14 Aanmelden praktische oefening Artikel 15 Terugtrekking voor tentamens 2.4 Tentamens 36 Artikel 16 Aantal, tijdvakken en frequentie tentamens Artikel 17 Volgorde tentamens Artikel 18 Geldigheidsduur tentamens Artikel 19 Vorm van de tentamens en de wijze van toetsen Artikel 20 Mondelinge tentamens Artikel 21 Vaststelling en bekendmaking van de uitslag Artikel 22 Het inzagerecht Artikel 23 De nabespreking van tentamens 2.5 Studeren met een functiebeperking 38 Artikel 24 Aanpassingen ten behoeve van studenten met een functie- beperking 2.6 Vrijstelling 39 Artikel 25 Vrijstelling van een tentamen, examen of practicum 2.7 Examens 39 Artikel 26 Bachelor examen 2.8 Studiebegeleiding en studieadvies 39 Artikel 27 Bindend Studieadvies Begeleiding Artikel 28 Bindend Studieadvies Artikel 29 Studievoortgangscontrole 2.9 Strijdigheid, wijziging en invoering 40 Artikel 30 Strijdigheid met de regeling Artikel 31 Wijziging regeling Artikel 32 Overgangsregeling Artikel 33 Bekendmaking Artikel 34 Inwerkingtreding

Page 30: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel II – Onderwijs- en Examenregeling (OER), Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

30

Page 31: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel II – Onderwijs- en Examenregeling (OER), Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

31

2.0 Algemeen

Artikel 1 Toepassingsgebied van de regeling 1. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de Bacheloroplei-

ding Bouwkunde, hierna te noemen de opleiding. 2. De opleiding wordt verzorgd onder verantwoordelijkheid van de faculteit Bouwkunde van

de Technische Universiteit Delft, hierna te noemen de faculteit. 3. Voor de opleiding is een Uitvoeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examenre-

geling van de Bacheloropleiding van kracht die onderdeel uitmaakt van deze regeling. Artikel 2 Begripsbepalingen De in deze regeling voorkomende begrippen hebben, indien die begrippen ook voorkomen in de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW), de betekenis die deze wet eraan geeft. In deze regeling wordt verstaan onder: De Wet De Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek, af-

gekort tot WHW, Staatsblad 593 en zoals sindsdien gewijzigd. Opleiding De Bacheloropleiding bedoeld in artikel 7.3a lid 1 onder a van de

Wet. Student Hij of zij die als student of extraneus is ingeschreven aan de Techni-

sche Universiteit Delft voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en het examen van de opleiding.

Cohort De groep studenten die zich in een bepaald studiejaar voor het eerst voor de opleiding heeft ingeschreven.

Propedeutische fase De eerste periode in de opleiding met een studielast van 60 studie-punten als genoemd in artikel 7.8, lid 8 van de wet.

Vak of Module Een onderwijseenheid van de opleiding als bedoeld in artikel 7.3 le-den 2 en 3 van de wet.

Practicum Een praktische oefening als genoemd in artikel 7.13 lid 2 onder d van de wet, in een van de volgende vormen: - het maken van een scriptie - het maken van een werkstuk of een proefontwerp - het uitvoeren van een ontwerp- of onderzoekopdracht - het verrichten van een literatuurstudie - het doen van een stage - het deelnemen aan veldwerk of een excursie - het uitvoeren van proeven en experimenten - of het deelnemen aan een andere onderwijsactiviteit die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden.

Tentamen Een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student met betrekking tot een vak, alsmede de beoordeling van dat onderzoek door tenminste één daartoe door de Examencommis-sie aangewezen examinator.

Deeltentamen Onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student met betrekking tot een deelgebied binnen een vak, alsmede de beoordeling van dat onderzoek door tenminste één daartoe door de Examencommissie aangewezen examinator.

Examen Toetsing, waarbij door de Examencommissie overeenkomstig artikel 7.10 van de wet wordt vastgesteld of alle tentamens van de tot de Propedeuse respectievelijk tot de Bachelorfase behorende onderde-len met goed gevolg zijn afgelegd.

Examencommissie De Examencommissie van de opleiding ingesteld overeenkomstig artikel 7.12 van de Wet.

Examinator Degene die conform artikel 7.12c van de wet door de Examencom-missie wordt aangewezen ten behoeve van het afnemen van tenta-mens.

Uitvoeringsregeling De Uitvoeringsregeling behorende bij deze Onderwijs- en Examenre-geling.

Studiepunt Studiepunt of European Credit conform het European Credit Transfer System (ECTS), één studiepunt heeft een studiebelasting van 28 uur.

Page 32: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel II – Onderwijs- en Examenregeling (OER), Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

32

Werkdag Maandag tot en met vrijdag met uitzondering van de erkende feest-dagen.

Studiegids De digitale gids voor de opleiding die specifieke informatie met be-trekking tot de vakken van de opleiding bevat.

Instelling Technische Universiteit Delft. Blackboard Het elektronisch systeem dat bestemd is voor het uitwisselen van

onderwijs informatie. Osiris Het elektronisch onderwijsregistratiesysteem. Functiebeperking Alle aandoeningen die (vooralsnog) chronisch of blijvend van aard

zijn en die de student structureel beperken bij het volgen van on-derwijs en/of het doen van tentamens of practica.

Studieadvies Prope-deutische fase

Het advies bedoeld in artikel 7.8b lid 1 van de wet, dat aan iedere student uiterlijk aan het eind van diens eerste jaar van inschrijving voor de Propedeutische fase wordt gegeven.

Bindend Studiead-vies

De afwijzing verbonden aan het studieadvies Propedeutische fase bedoeld in artikel 7.8b lid 3 eerste volzin van de wet; deze kan niet eerder dan tegen het einde van het eerste jaar van inschrijving aan een student worden gegeven.

Artikel 3 Doel van de opleiding Met de opleiding wordt beoogd: 1. Studenten op te leiden tot Bachelor of Science in de bouwkunde, waarbij de eindtermen

zoals beschreven in artikel 4 van de Onderwijs- en Examenregeling bereikt dienen te worden.

2. Toelating tot een of meer op de opleiding aansluitende Masteropleidingen, zijnde de Masteropleiding Architecture, Urbanism & Building Sciences of de Masteropleiding Geo-matics.

Artikel 4 Eindtermen van de opleiding Studenten met een Bachelordiploma zullen (Academische criteria, 3 TU): 1. kundig zijn in één of meer wetenschappelijke disciplines 2. bekwaam zijn in onderzoeken 3. bekwaam zijn in ontwerpen 4. een wetenschappelijke benadering toepassen 5. intellectuele basisvaardigheden bezitten 6. bekwaam zijn in samenwerken en communiceren 7. rekening houden met de temporele en maatschappelijke context Daarnaast zal de Bachelor Bouwkunde: 1. Een ontwerp kunnen maken voor een stedelijk gebied, stedelijk fragment (of ensemble),

gebouw en bouwdeel, op de daarvoor geëigende schaal, met oog voor de samenhang tussen de verschillende planniveaus: - op basis van analyse van de opgave - met begrip van de maatschappelijke betekenis van het programma - afgestemd op mens en milieu - voor een gegeven locatie - met bestudering van relevante precedenten - met begrip van technologie en materialisatie - met gelijktijdige toepassing van kennis uit relevante wetenschapsgebieden - gefaseerd, binnen een gegeven tijdsbestek

2. Gevoel hebben voor functionaliteit en het vermogen tot analyse van functionele vraag-stukken en tot synthese in ontwerpoplossingen.

3. Kunnen denken in systemen, kunnen ontwerpen in varianten en afgewogen keuzes kun-nen maken in bouwopgaven in relatie tot de sociale, milieu- en economische aspecten van duurzame ontwikkeling en op grond hiervan ontwerpbeslissingen kunnen nemen.

4. In de loop van het ontwerpproces en bij de presentatie van het ontwerp en van onder-zoeksresultaten geschikte media kunnen toepassen, het ontwerp zowel mondeling als schriftelijk kunnen verantwoorden en op een wetenschappelijke manier bevindingen kunnen rapporteren en presenteren, afgestemd op een gegeven forum.

Page 33: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel II – Onderwijs- en Examenregeling (OER), Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

33

5. Inzicht hebben in het theoretisch en methodologisch kennisdomein van de architectuur. 6. Passende kennis hebben van typologie van gebouwen, architectonische compositie, ma-

terialisatie van gebouwen, woningbouw, interieur en restauratie. 7. Een gebouwontwerp methodisch kunnen beargumenteren en bij een ontwerpopgave

gemotiveerd uitgangspunten kunnen kiezen in relatie tot de context. 8. Kennis hebben van de basisbegrippen op het gebied van theorie en methoden van ste-

denbouwkundig ontwerpen, landschapsarchitectuur en ruimtelijke planning. 9. Begrip hebben van de samenhang tussen stedenbouwkundige compositie, landschappe-

lijke context en functioneel programma, en deze samenhang in verband kunnen brengen met een maatschappelijke context.

10. De ontwikkelingslijnen kunnen beschrijven in de geschiedenis van de westerse architec-tuur, stedenbouw en (beeldende) kunst en deze kunnen relateren aan theorieën en pre-cedenten, alsmede aan de maatschappelijke en culturele context.

11. Van gebouwen de bouwconstructies kunnen ontwerpen en globaal dimensioneren, op grond van inzicht, uitgaande van eisen van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, ener-giezuinigheid en milieu en met randvoorwaarden voortkomend uit het architectonisch en stedenbouwkundig ontwerp, de vervaardiging en de uitvoering, gebruik makend van al-gemene bouwconstructieve principes en van de bouwfysica, materiaalkunde, statica en sterkteleer.

12. Van gebouwen de draagconstructies kunnen ontwerpen en globaal dimensioneren, op grond van inzicht, uitgaande van eisen van veiligheid en bruikbaarheid en met rand-voorwaarden voortkomend uit het architectonisch en stedenbouwkundig ontwerp, de vervaardiging en de uitvoering, gebruik makend van statica en sterkteleer.

13. Van gebouwen het klimaatconcept in samenhang met de bouwkundige context kunnen ontwerpen en globaal dimensioneren, op grond van inzicht, uitgaande van eisen van vei-ligheid, gezondheid, comfort, energiezuinigheid en milieu en met randvoorwaarden voortkomend uit het architectonisch en stedenbouwkundig ontwerp, de vervaardiging en uitvoering, gebruik makend van kennis van bouwfysica, installatietechniek en duur-zaamheid.

14. Op basis van de resultaten van (empirisch) onderzoek voor een ontwerpopgave een pro-gramma van eisen (in ruimtelijke, functionele en technische zin) kunnen opstellen.

15. Op basis van programmatische uitgangspunten ontwerpbeslissingen kunnen plaatsen, beargumenteren en afstemmen in de maatschappelijke, economische, technische, be-stuurlijke, juridische en management context, afzonderlijk maar ook in samenhang.

16. De stand van zaken in het bouwmanagement kunnen relateren aan theorieën en prece-denten, alsmede aan de culturele en maatschappelijke context.

17. Op basis van een analyse van bouwprojecten de rol kunnen aangeven van relevante pro-cessen, procedures en participanten bij de totstandkoming van de gebouwde omgeving.

18. De stand van zaken in vastgoedmanagement en volkshuisvesting kunnen relateren aan theorieën en precedenten, alsmede aan de culturele en maatschappelijke context.

19. De beheer- en (her)ontwikkelingsopgave van een gebouw en een gebied mede kunnen onderbouwen vanuit kennis van de gebruikers(eisen) en economische en juridische randvoorwaarden.

20. Gemotiveerd een onderzoekbare bouwkundige vraag kunnen stellen of een bouwkundig probleemveld kunnen definiëren en deze empirisch of formeel respectievelijk praktisch onderzoeken, en de resultaten wetenschappelijk kunnen vastleggen binnen een gegeven tijd.

21. Observaties en bevindingen wetenschappelijk kunnen vastleggen: beschrijven, illustre-ren, vergelijken, interpreteren, bekritiseren, evalueren, binnen een gegeven tijd.

22. Statistische en analytische basiswiskunde kunnen toepassen. 23. Weloverwogen vaardigheden kunnen toepassen bij de documentatie en communicatie

van resultaten van leren, denken en beslissen in het ontwerpproces. 24. Effectieve ruimtelijke (schaal)modellen kunnen vervaardigen, gebruikmakend van uiteen-

lopende maquettetechnieken, gericht op beeldvorming en begrip en ten behoeve van de presentatie.

25. Een actieve, onderzoekende houding hebben ten aanzien van vormgevende vraagstuk-ken en het vermogen hebben tot het synthetiseren en analyseren van een formele pro-bleemstelling, gebruikmakend van verschillende ontwerp- en presentatiemedia.

Page 34: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel II – Onderwijs- en Examenregeling (OER), Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

34

Artikel 5 Toelating tot de opleiding Voor toelating tot de opleiding dient de student te voldoen aan de in hoofdstuk 2 “Toegang en toelating” en bijlage 1 “Retributie- en inschrijvingsbeleid” van het Studentenstatuut (cen-traal gedeelte) beschreven voorwaarden. Artikel 6 Afronding Schakelprogramma voor toelating tot een Masteropleiding 1. De student die bij de opleiding is ingeschreven met het doel een schakelprogramma te

doen voor een masteropleiding aan de TU Delft, dient dit schakelprogramma af te ronden binnen één studiejaar of binnen de studieduur die door de opleiding met de student is overeengekomen, verlengd met twaalf maanden.

2. Wanneer de student het schakelprogramma niet binnen genoemde tijd heeft afgerond, wordt zijn inschrijving beëindigd met ingang van de eerste van de maand volgend op de maand waarin de student het schakelprogramma had moeten afronden. De uitsluiting van het schakelprogramma en de opleiding geldt gedurende de vier studiejaren aanslui-tend aan het studiejaar waarin de inschrijving is beëindigd.

Artikel 7 Colloquium Doctum 1. De uitvoering van het toelatingsonderzoek bedoeld in artikel 7.29 leden 2 en 3

WHW, het Colloquium Doctum, is opgedragen aan de voor de gezamenlijke oplei-dingen ingestelde TU-commissie Colloquium Doctum. Deze commissie bestaat uit twee leden: een docent van de opleiding Technische Wiskunde en een docent van de opleiding Technische Natuurkunde.

2. Degenen die de leeftijd van eenentwintig jaar hebben bereikt en in aanmerking willen komen voor een Colloquium Doctum moeten beschikken over een deelcer-tificaat van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, VWO, in de vakken wiskunde en natuurkunde conform de eisen die daartoe in de ministeriële "Rege-ling nadere vooropleidingseisen hoger onderwijs" zijn gesteld, dan wel in het be-zit te zijn van een certificaat van een bijscholingscursus of van een bij de instel-ling afgelegde toets.

3. De TU-commissie Colloquium Doctum onderzoekt of de kandidaat over de in lid 2 ge-noemde (deel)certificaten beschikt. Wanneer dit het geval is, voert de commissie een ge-sprek met de kandidaat, waarin zij een nader onderzoek doet en tevens dient vast te stel-len of de kandidaat over voldoende uitdrukkingsvaardigheid in de Nederlandse taal be-schikt om met de opleiding te kunnen beginnen.

Artikel 8 Voltijdse dan wel deeltijdse inrichting van de opleiding De opleiding wordt uitsluitend voltijds verzorgd. Artikel 9 Taal 1. Het onderwijs wordt gegeven en de tentamens en examens worden afgenomen in het

Nederlands. 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kan de Decaan in bepaalde gevallen toestemming

geven om het onderwijs in het Engels te geven: - wanneer het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege door een Engelsta-

lige docent wordt gegeven - indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs dan wel de

herkomst van de studenten daartoe noodzaakt 3. Indien een student verzoekt een of meer onderdelen van een tentamen of examen in een

andere taal dan het Nederlands te mogen afleggen, is het bepaalde daarover in de Re-gels en richtlijnen van de Examencommissie van toepassing.

2.1 Samenstelling studieprogramma en examen

Artikel 10 Samenstelling studieprogramma en examen Het studieprogramma van de Propedeuse en de daarbij behorende overgangsregelingen zijn vastgelegd in de Uitvoeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling.

Page 35: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel II – Onderwijs- en Examenregeling (OER), Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

35

2.2 Bachelorfase

Artikel 11 Samenstelling studieprogramma 1. Het studieprogramma van de opleiding en de daarbij behorende overgangsregelingen

zijn vastgelegd in de Uitvoeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examenrege-ling.

2. Aan de opleiding is het Bachelorexamen verbonden met een studielast van 180 studie-punten.

3. Het Bachelorexamen wordt afgerond met een integrerende toets of opdracht die nader is omschreven in de Uitvoeringsregeling. Uit deze toets of opdracht blijkt dat de student de in de opleiding opgedane kennis, inzicht en vaardigheden heeft en kan toepassen.

Artikel 12 Honours Programme Bachelor 1. Studenten die de het eerste cursusjaar in één jaar hebben afgerond en voldoen aan de in

de Uitvoeringsregeling genoemde criteria, worden uitgenodigd om zich aan te melden voor het Honours Programme Bachelor voor excellente Bachelorstudenten.

2. De studenten worden door de Directeur Onderwijs of een door de Directeur Onderwijs ingestelde Honourscommissie op basis van de in de Uitvoeringsregeling genoemde crite-ria geselecteerd en toegelaten tot het Honours Programme Bachelor.

3. Het Honours Programme Bachelor bestaat uit 20 studiepunten. a. Ten minste 5 studiepunten worden gedaan in het instellingsbrede deel van het Ho-

nours Programme Bachelor programma, dat bestaat uit de volgende componenten: - een generiek programma - maatschappelijke betrokkenheid - ondernemerschap - ontwikkelen van specifieke competenties

b. Tenminste15 studiepunten worden gedaan in het facultaire deel van het Honours Programme Bachelor, waarvan de samenstelling - inhoud en keuzemogelijkheden - wordt beschreven in de Uitvoeringsregeling.

4. De student die voor deelname aan het Honours Programme Bachelor is geselecteerd, legt de keuze die hij uit het facultaire deel heeft gemaakt ter goedkeuring voor aan de Direc-teur Onderwijs of de Honourscommissie.

5. De beoordeling of aan alle eisen van het Honours Programme Bachelor is voldaan, ge-schiedt door de examencommissie.

6. De student die met goed gevolg aan het Honours Programme Bachelor heeft deelgeno-men, krijgt hiervoor een certificaat dat wordt ondertekend door de voorzitter van de examencommissie en de rector magnificus van de TU Delft.

2.3 Aanmelden en terugtrekken van tentamens

Artikel 13 Aanmelden schriftelijke tentamens 1. De aanmelding voor deelname aan een schriftelijk tentamen geschiedt door invoering

van de gevraagde gegevens in het tentamenaanmeldsysteem, uiterlijk 14 kalenderdagen (niet werkdagen) voor het tentamen.

2. Na afloop van de in het eerste lid genoemde termijn kan de student tot uiterlijk twee werkdagen voor het betreffende tentamen bij het centrale tentamenloket een verzoek tot inschrijven voor dat tentamen doen. Het verzoek wordt ingewilligd voor zover na afloop van genoemde termijn plaatsen in de geroosterde tentamenzaal of -zalen beschikbaar zijn. De student ontvangt hierover uiterlijk een werkdag voor het betreffende tentamen bericht.

3. Wanneer sprake is van overmacht waardoor de student zich niet voor het tentamen heeft kunnen aanmelden, kan de examencommissie de student alsnog toestaan aan het ten-tamen deel te nemen.

4. Bij het binnengaan van de tentamenzaal geldt dat: a. alleen studenten met een geldig identiteitsbewijs toegang krijgen tot het tentamen.

Als identiteitsbewijs worden geaccepteerd een campuskaart, een paspoort, een iden-titeitskaart of een rijbewijs.

en

Page 36: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel II – Onderwijs- en Examenregeling (OER), Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

36

b. studenten alleen toegang krijgen tot het tentamen met een geldig tentamenticket en/of als zij voorkomen op de lijst van deelnemers.

5. Indien de student zonder geldig tentamenbewijs aan een tentamen heeft deelgenomen, is het tentamenwerk niet geldig, wordt het niet beoordeeld en kan niet leiden tot een re-sultaat.

6. De student kan bij de examencommissie een met redenen omkleed verzoek indienen om het als ongeldig aangemerkte tentamenwerk geldig te laten verklaren en te laten beoor-delen.

7. De examencommissie willigt het verzoek slechts in indien er sprake is van bijzondere omstandigheden.

Artikel 14 Aanmelden praktische oefening 1. De aanmelding voor deelname aan een praktische oefening geschiedt op de wijze en

binnen de termijn die in de studiegids of op Blackboard voor de betreffende praktische oefening is aangegeven.

2. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van de in lid 1 genoemde aanmeldingstermijn, echter alleen ten gunste van de student.

3. Studenten die zich niet tijdig voor een praktische oefening hebben aangemeld, kunnen niet aan die oefening deelnemen. Alleen wanneer sprake is van bijzondere omstandig-heden kan de examencommissie de student alsnog toestaan aan de praktische oefening deel te nemen.

4. Bij onterechte deelname aan een praktische oefening kan de examencommissie het re-sultaat voor die oefening ongeldig verklaren.

Artikel 15 Terugtrekking voor tentamens 1. Uiterlijk tot 14 werkdagen voordat het tentamen plaatsvindt, kan men zich via het ten-

tamenaanmeldsysteem van een tentamen terugtrekken. Na afloop van deze termijn kan de student zich terugtrekken van een tentamen bij het centrale tentamenloket tot uiter-lijk 3 werkdagen voor het betreffende tentamen.

2. Wanneer een student zich van een tentamen heeft teruggetrokken, dient deze zich voor een volgende gelegenheid opnieuw aan te melden overeenkomstig het bepaalde in arti-kel 12.

2.4 Tentamens

Artikel 16 Aantal, tijdvakken en frequentie tentamens 1. Tot het afleggen van de tentamens van de opleiding wordt ten minste twee maal per jaar

de gelegenheid gegeven. Het aantal, de tijdstippen en de frequentie van de tentamens zijn vastgelegd in het tentamenrooster, dat voor het begin van het studiejaar wordt be-kend gemaakt.

2. Indien ten aanzien van een tentamen niet is aangegeven hoeveel keer per studiejaar het kan worden afgelegd omdat het gaat over een vak dat niet door de opleiding zelf wordt verzorgd, is het daaromtrent bepaalde in de Onderwijs- en Examenregeling van de des-betreffende andere opleiding van toepassing. De Examencommissie kan hierover een afwijkende beslissing nemen.

3. De Examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan dat wordt afgeweken van het aantal malen dat tentamens kunnen worden afgelegd.

Artikel 17 Volgorde tentamens In de Uitvoeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling wordt de meest wenselijke volgorde bepaald waarin de tentamens kunnen worden afgelegd en aan de practi-ca kan worden deelgenomen. Artikel 18 Geldigheidsduur tentamens 1. Een tentamenresultaat is zes jaar geldig. De Examencommissie kan een aanvullend ten-

tamen of een vervangend tentamen opleggen, wanneer een tentamenresultaat ouder is dan 6 jaar.

2. Een deeltentamenresultaat is in de Bacheloropleiding één kalenderjaar geldig.

Page 37: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel II – Onderwijs- en Examenregeling (OER), Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

37

Artikel 19 Vorm van de tentamens en de wijze van toetsen 1. De tentamens worden afgelegd op de wijze zoals in de studiegids staat beschreven. 2. De Examencommissie kan ten gunste van de student van het bepaalde in lid 1 afwijken. Artikel 20 Mondelinge tentamens 1. Mondeling wordt niet meer dan één student tegelijk getentamineerd, tenzij de examina-

tor anders heeft bepaald. 2. Bij het afnemen van een mondeling examen is een tweede examinator aanwezig, tenzij

de Examencommissie anders heeft bepaald. 3. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de Examencommissie in

een bijzonder geval anders heeft bepaald dan wel de student tegen de openbaarheid be-zwaar heeft gemaakt.

4. De examinator moet voor aanvang van een mondeling tentamen de student verzoeken zich te legitimeren.

Artikel 21 Vaststelling en bekendmaking van de uitslag 1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag

vast en reikt de student daarvan een schriftelijke verklaring uit. 2. De examinator stelt de uitslag van tentamen zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen

15 werkdagen na afloop van de zitting vast. De examinator verschaft de onderwijs-administratie van de opleiding de nodige gegevens. De onderwijsadministratie zorgt voor registratie en publicatie van de uitslag binnen 20 werkdagen na afloop van de zit-ting met in achtneming van de privacy van de student. In afwijking van het voorgaande geldt dat de resultaten van schriftelijke tentamens die in de herkansingsperiode in au-gustus zijn gedaan, uiterlijk op de laatste werkdag van de week volgend op de tenta-menweek vastgesteld, geregistreerd en gepubliceerd dienen te zijn. De examinator draagt er zorg voor dat de onderwijsadministratie ten minste één werkdag heeft voor de registratie en publicatie van de resultaten. Indien de examinator door bijzondere om-standigheden niet tot tijdige vaststelling van de uitslag in staat is, meldt hij dit met re-denen omkleed aan de Examencommissie, en brengt de student hiervan zo spoedig mo-gelijk op de hoogte.

3. Bij de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht als be-doeld in artikel 20 van de Onderwijs- en Examenregeling alsmede op de beroepsmoge-lijkheid bij het College van Beroep voor de examens.

Artikel 22 Het inzagerecht 1. Gedurende tenminste 20 werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een schrif-

telijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeelde werk. Indien een student voornemens is beroep aan te tekenen tegen de beoordeling van zijn werk, wordt hem een kopie van zijn beoordeelde werk verstrekt.

2. Gedurende de termijn genoemd in lid 1 kan elke belangstellende kennisnemen van de vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen alsmede van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden.

3. De Examencommissie kan bepalen dat de in de leden 1 en 2 bedoelde inzage of kennis-neming geschiedt op een van tevoren vastgestelde plaats en op tenminste twee van te-voren vastgestelde tijdstippen. Indien de student aantoont buiten zijn schuld verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijk-heid geboden, zo mogelijk binnen de in lid 1 genoemde termijn. Plaats en tijdstippen bedoeld in de eerste volzin worden tijdig bekend gemaakt.

Artikel 23 De nabespreking van tentamens 1. Zo spoedig mogelijk na de bekendmaking van de uitslag van een mondeling tentamen

vindt op verzoek van de student dan wel op initiatief van de examinator een nabespre-king plaats tussen de examinator en de student. De gegeven beoordeling wordt dan ge-motiveerd.

2. Gedurende een termijn van 20 werkdagen na de bekendmaking van de uitslag kan de student die een schriftelijk tentamen heeft afgelegd, aan de desbetreffende examinator

Page 38: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel II – Onderwijs- en Examenregeling (OER), Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

38

om een nabespreking verzoeken. De nabespreking geschiedt binnen een redelijke ter-mijn op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip.

3. Indien door of vanwege de Examencommissie een collectieve nabespreking wordt geor-ganiseerd, kan de student een verzoek als bedoeld in het vorige lid pas indienen, wan-neer hij bij de collectieve bespreking aanwezig is geweest en het desbetreffende verzoek motiveert, of wanneer hij buiten zijn schuld verhinderd is geweest bij de collectieve be-spreking aanwezig te zijn.

4. Het bepaalde in lid 3 is van overeenkomstige toepassing, indien de Examencommissie danwel de examinator de student gelegenheid biedt om zijn uitwerkingen te vergelijken met modelantwoorden.

5. De Examencommissie kan toestaan dat van het bepaalde in de leden 2 en 3 wordt afge-weken.

2.5 Studeren met een functiebeperking

Artikel 24 Aanpassingen ten behoeve van studenten met een functiebeperking 1. Studenten met een functiebeperking komen op een daartoe strekkend schriftelijk ver-

zoek in aanmerking voor aanpassingen in het onderwijs, de tentamens en de practica. Deze aanpassingen worden zoveel mogelijk op hun individuele functiebeperking afge-stemd, maar mogen de kwaliteit of moeilijkheidsgraad van een vak of het examenpro-gramma niet wijzigen. De te verlenen faciliteiten kunnen bestaan uit een op de indivi-duele situatie afgestemde vorm of duur van de tentamens en/of practica, of het ter be-schikking stellen van praktische hulpmiddelen (zie bijlage 1 van de Onderwijs- en Exa-menregeling).

2. Het verzoek genoemd in lid 1 wordt vergezeld van een recente verklaring van een arts of een psycholoog of, indien er sprake is van dyslexie, van een BIG-, NIP-, of NVO-geregistreerd testbureau. Zo mogelijk geeft deze verklaring een schatting van de mate waarin de studievoortgang wordt belemmerd.

3. Op verzoeken over aanpassingen die de onderwijsvoorzieningen betreffen beslist de Decaan of namens hem de Directeur Onderwijs. Op verzoeken over aanpassingen die de examinering betreffen, beslist de Examencommissie.

Aanpassingen in de examinering, daarin tentaminering en andere toetsingen begrepen, kun-nen onder andere de volgende zaken betreffen: • de inhoud (alternatieve doch gelijkwaardige leerstof aanbieden) • het studiemateriaal (bijvoorbeeld beschikbaar stellen van beter toegankelijk studiemateri-

aal) • de vorm (bijvoorbeeld vervangen van een schriftelijke toets door een mondelinge of om-

gekeerd, het toetsen van de leerstof in de vorm van deeltentamens of het verlenen van ontheffing van aanwezigheidsplicht)

• het tijdsbestek (bijvoorbeeld meer tijd bij tentamen, meer spreiding tentamens over de tentamenperiode, verlenen van ontheffing van toelatingseisen of verlengen van de perio-de waarin een onderdeel moet worden afgerond)

• de hulpmiddelen die tijdens de toetsing worden toegestaan (bijvoorbeeld een Engels-Nederlands woordenboek voor dyslectici)

• de locatie (het afleggen van het tentamen in een aparte prikkelarme ruimte) Aanpassingen in de onderwijsvoorzieningen kunnen onder andere zijn: • het beschikbaar stellen van aangepast meubilair in de onderwijs- en tentamenruimtes • het beschikbaar stellen van speciale apparatuur (bijvoorbeeld vergrotings- of braille-

apparatuur voor slechtziende en blinde studenten of ringleidingen en solo-apparatuur voor slechthorende en dove studenten)

• het beschikbaar stellen van beter toegankelijk studiemateriaal • het beschikbaar stellen van speciale computerfaciliteiten (bijvoorbeeld spraakherken-

nings- of spraaksynthese software) • het beschikbaar stellen van een aparte prikkelarme ruimte voor het afleggen van een ten-

tamen • het beschikbaar stellen van een rustruimte

Page 39: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel II – Onderwijs- en Examenregeling (OER), Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

39

2.6 Vrijstelling

Artikel 25 Vrijstelling van een tentamen, examen of practicum De Examencommissie kan na advies van de desbetreffende examinator te hebben ingewon-nen, vrijstelling verlenen van een tentamen, examen of practicum op grond van: • een eerder met goed gevolg afgelegd tentamen, examen of practicum in het hoger on-

derwijs binnen Nederland of daarbuiten dat wat inhoud en studielast betreft overeenkomt met het tentamen, examen of practicum waarvoor vrijstelling wordt verzocht, of

• kennis en/of vaardigheden die buiten het hoger onderwijs zijn opgedaan. 2.7 Examens

Artikel 26 Bachelor examen Het Bachelor examen is behaald op het moment dat alle cursusonderdelen met positief re-sultaat zijn afgerond. 2.8 Studiebegeleiding en studieadvies

Artikel 27 Bindend Studieadvies Begeleiding Aan iedere student die voor het eerst in het eerste semester van de opleiding is ingeschreven wordt uiterlijk aan het eind van zijn eerste jaar van inschrijving voor de opleiding door de Decaan een bindend advies uitgebracht over de voortzetting van zijn studie binnen of buiten de opleiding. De Decaan draagt zorg voor studiebegeleiding van de studenten die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen binnen of buiten de opleiding. De Decaan draagt tevens zorg voor een goede ondersteuning en begeleiding van studenten bij het maken van keuzes betreffende de studie. De Decaan geeft aan iedere student die voor het eerst staat ingeschreven in het eerste studiejaar van de opleiding: • een preadvies (tevens waarschuwing) in maart • een studieadvies begin augustus voor die studenten, van wie niet zeker is dat op 31 au-

gustus alle relevante studieresultaten bekend zullen zijn • een Bindend Studieadvies voor die studenten die de norm niet gehaald hebben. Het Bin-

dend Studieadvies wordt uiterlijk 31 augustus gegeven Artikel 28 Bindend Studieadvies 1. De student die aan het eind van het eerste studiejaar (laatste resultaatdatum 31 augus-

tus) minder dan 45 studiepunten behaald heeft, krijgt een negatief bindend studiead-vies. De inschrijving van deze student wordt met ingang van de eerste van de maand volgend op de dagtekening van het besluit waarin dit advies staat vermeld, beëindigd, echter niet eerder dan met ingang van 1 september van het jaar volgend op het eerste studiejaar.

2. Voor opleidingen die gezamenlijk met een andere instelling worden aangeboden, zal de norm in overleg met de betreffende instelling worden vastgesteld.

3. De uitsluiting van de opleiding geldt gedurende de vier studiejaren na het studiejaar waarover het advies is uitgebracht.

4. De 45 studiepunten zijn afkomstig uit het programma van het eerste studiejaar van de opleiding waarvoor de student is ingeschreven.

5. In het geval aan de student vrijstellingen zijn verleend, mogen deze worden meegeteld voor de norm van 45 studiepunten als de activiteit op basis waarvan vrijstelling is ver-leend, heeft plaatsgevonden in hetzelfde academisch jaar als dat waarover het bindend studieadvies wordt gegeven. De vrijstellingen mogen niet worden meegeteld als de acti-viteit op basis waarvan vrijstelling is verleend, heeft plaatsgevonden voorafgaand aan het academisch jaar waarover het bindend studieadvies wordt gegeven.

6. Indien de Decaan oordeelt dat een student op grond van persoonlijke omstandigheden de norm van 45 studiepunten niet heeft kunnen halen, verleent hij de student toestem-ming om in het volgende studiejaar de norm van 45 studiepunten uit het programma voor het eerste studiejaar van de opleiding waarvoor de student is ingeschreven te beha-

Page 40: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel II – Onderwijs- en Examenregeling (OER), Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

40

len, waarbij de reeds in het eerste studiejaar behaalde studiepunten niet mogen worden meegerekend, dan wel het eerste studiejaar geheel af te ronden.

7. Indien de decaan oordeelt dat inschrijving na 1 oktober in die mate heeft beïnvloed dat de norm van 45 studiepunten niet haalbaar was, verleent hij deze student toestemming om in het volgende studiejaar de norm van 45 studiepunten uit het programma voor het eerste studiejaar van de opleiding waarvoor de student is ingeschreven te behalen, waarbij de reeds in het eerste studiejaar behaalde studiepunten niet mogen worden meegerekend, dan wel het eerste studiejaar geheel af te ronden.

Artikel 29 Studievoortgangscontrole De onderwijsadministratie draagt er zorg voor dat iedere student de door hem behaalde re-sultaten via Osiris kan inzien en controleren. 2.9 Strijdigheid, wijziging en invoering

Artikel 30 Strijdigheid met de regeling Indien een studiegids en/of overige regelingen die het studieprogramma en/of het examen-programma raken, in strijd zijn met deze regeling of de daarbij behorende Uitvoeringsrege-ling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling gaat het bepaalde in deze regeling met inbegrip van de Uitvoeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling voor. Artikel 31 Wijziging regeling 1. Wijzigingen van deze regeling worden door de Decaan bij afzonderlijk besluit vastge-

steld. 2. Geen wijzigingen vinden plaats die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij

de belangen van de studenten hierdoor redelijkerwijze niet worden geschaad. 3. Wijzigingen kunnen niet ten nadele van de student van invloed zijn op enige beslissing

die krachtens deze regeling door de Examencommissie ten aanzien van een student is genomen.

Artikel 32 Overgangsregeling Indien de samenstelling van het studieprogramma inhoudelijk wijziging ondergaat danwel indien deze regeling wordt gewijzigd, wordt door de Decaan een overgangsregeling vastge-steld die wordt opgenomen in de Uitvoeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Exa-menregeling. In deze overgangsregeling worden in ieder geval opgenomen: • een regeling omtrent vrijstellingen die verkregen kunnen worden op grond van reeds be-

haalde tentamens • de geldigheidsduur van de overgangsregeling Indien een vak uit een studieprogramma is vervallen wordt na het laatste onderwijs in dit vak nog twee maal de gelegenheid geboden het tentamen in dit vak te doen, te weten het tenta-men aansluitend op het onderwijs en een herkansing in datzelfde studiejaar. Artikel 33 Bekendmaking De Decaan zorgt voor een passende bekendmaking van deze regeling en de daarbij beho-rende Uitvoeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling alsmede van de wijziging ervan. De Onderwijs- en Examenregeling en de daarbij behorende Uitvoeringsrege-ling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling worden in ieder geval geplaatst op de website van de opleiding. Artikel 34 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2014 Vastgesteld door de waarnemend Decaan van de Faculteit Bouwkunde Prof.dr.ir. J.W.F. Wamelink

Page 41: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel III

Uitvoeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling

(OER) (ex artikel 7.13 WHW)

Bacheloropleiding Bouwkunde Studiejaar 2014 – 2015

Page 42: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Uitvoeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014–2015

42

Page 43: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Uitvoeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014–2015

43

Inhoudsopgave 3.0 Semesterindeling 44 3.1 Samenstelling van het studieprogramma van de Propedeutische fase 44 3.2 Samenstelling van het studieprogramma van de (Post-Propedeutische) Bachelorfase 44 3.3 Toelating tot en samenstelling van het Honours Programme Bachelor in de (Postpropedeutische) Bachelorfase 47 3.4 Aanvang onderwijsprogramma (Post)propedeutische Bachelorfase 48 3.5 Volgorde tentamens en toelating c.q. deelname aan practica 48 3.6 Integrerende toets of opdracht 48 3.7 Vorm van de tentamens / wijze van toetsen 48 3.8 Beoordelingsplan 48 3.9 Overgangsregeling 48

Page 44: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Uitvoeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014–2015

44

3.0 Semesterindeling

De opleiding is georganiseerd conform de uniforme 3 TU jaarindeling in semesters, die elk zijn onderverdeeld in twee kwartalen (zie jaarkalender in bijlage III). Curriculumstructuur Bachelor Bouwkunde

3.1 Samenstelling van het studieprogramma van de Propedeutische fase

De Propedeutische fase heeft een studielast van 60 studiepunten en omvat de volgende on-derwijseenheden. Bachelor 1 Code Titel Studiepunten BK1GR1 Grondslagen 1 Programma en Ruimte: Huis en Tuin 5

BK1ON1 Ontwerpen 1 Huis en Verankering 10 BK1OV1 Overdracht en Vorm 1 Ruimte en Vorm 5 BK1TE1 Technologie 1 Technisch Wetenschappelijke Fundamenten I 5

BK1TE2 Technologie 2 Materiaal en Constructie 5 30

Bachelor 2 Code Titel Studiepunten

BK2AC1 Academische Vaardigheden 1 Bouwkunde als Wetenschappe-lijke Discipline

5

BK2GR2 Grondslagen 2 Openbare Ruimte en het Publieke Gebouw 5 BK2ON2 Ontwerpen 2 Ontwerp en Engineering 10

BK2OV2 Overdracht en Vorm 2 Structuur en Detail 5 BK2TE3 Technologie 3 Technisch Wetenschappelijke Fundamenten II 5

30

3.2 Samenstelling van het studieprogramma van de (Postpropedeutische) Bachelorfase

De Postpropedeutische Bachelorfase heeft een studielast van 120 studiepunten., waarvan 30 studiepunten te kiezen via een minor. Bachelor 3 Code Titel Studiepunten

BK3GR3 Grondslagen 3 Wonen, Gebouw en Omgeving 5 BK3MA1 Maatschappij, Proces en Praktijk 1 Planning en Programma 5

BK3ON3 Ontwerpen 3 Stad en Openbare Ruimte 10

Page 45: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Uitvoeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014–2015

45

BK3OV3 Overdracht en Vorm 3 Parametrisch Ontwerpen: Ontwerpana-lyse en –optimalisatie

5

BK3TE4 Technologie 4 Constructie en Klimaatontwerp 5 30

Bachelor 4 Code Titel Studiepunten

BK4AC2 Academische Vaardigheden 2 Empirisch Onderzoeksproject 5 BK4GR4 Grondslagen 4 De Europese Metropool 5

BK4MA2 Maatschappij, Proces en Praktijk 2 Ontwerp en Bouwma-nagement

5

BK4ON4 Ontwerpen 4 Woongebouw en Woonomgeving 10 BK4TE5 Technologie 5 Woningbouwtechnologie 5

30

Bachelor 5 – Minor Stageminor Een Stageminor kan, in overleg met de Stagecoördinator van de desbetreffende track, ge-combineerd worden met een aantal praktijkgerichte onderwijseenheden tot een samenhan-gende Minor van 30 studiepunten. De studielast van de stage bedraagt 20 studiepunten, het verslag en de reflectie 5 studiepunten en 5 studiepunten voor het verplichte vak BK5TPO. Een Stageminor dient goedgekeurd te worden door de Examencommissie. De aanvraag daar-voor dient tenminste twee (2) maanden voor de aanvang van de Minor te worden ingediend. BK-Mi-141-14 Stageminor Code Titel Studiepunten Architectuur BK5STA Stage Architectuur 20

BK5STVA Stageverslag Architectuur 5 BK5STPO Stage: Persoonlijke Ontwikkeling 5

Bouwtechnologie

BK5STB Stage Bouwtechnologie 20 BK5STVB Stageverslag Bouwtechnologie 5

BK5STPO Stage: Persoonlijke Ontwikkeling 5 Real Estate & Housing

BK5STR Stage Real Estate and Housing 20 BK5STVR Stageverslag Real Estate and Housing 5

BK5STPO Stage: Persoonlijke Ontwikkeling 5 Stedenbouwkunde BK5STU Stage Stedenbouwkunde 20

BK5STVU Stageverslag Stedenbouwkunde 5 BK5STPO Stage: Persoonlijke Ontwikkeling 5

Vrije Minor Code Titel Studiepunten

Samenhangend vakkenpakket van voldoende omvang en niveau 30

BK-Mi-083-14 Green Blue City - future proof neighbourhoods Code Titel Studiepunten BK7210 Urban Analysis and Design 3

BK7250 Sustainable Urbanism 3 BK7252 Transformation Strategies for Deprived Districs 3

BK7263 Future Proof Urban Project 9 BK7264 Future Proof Spatial Transformation Strategy 9

BK7265 Urban Design Evaluation 3 30

Page 46: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Uitvoeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014–2015

46

BK-Mi-103-14 Landschapsarchitectuur Code Titel Studiepunten

BK7600 Ontwerpproject: tuin, park, landschap in de stadsrand 15

BK7610 Workshop: planten, bodem, water en ecosystemen in het Hollands laagland

5

BK7620 Seminar: analyseoefening object en context 5

BK7630 Lezingenreeks, tuin, park, landschap als landschapsarchitec-tonisch object

5

30

BK-Mi-123-14 House of the Future Code Titel Studiepunten

BK7800 Project House of the Future 15 BK7810 Analyse en Modelstudie 7,5

BK7820 Beeldvorming en Presentatie 7,5 30

BK-Mi-142-14 Identiteit en Interventie Code Titel Studiepunten

BK7550 Landschap en Interventie 5 BK7551 Geschiedenis van landschap, stad en gebouw 5

BK7552 Erfgoedkunde 5 BK7553 Gebouw en Interventie 5

BK7554 Kunstgeschiedenis 5 BK7555 Stad en Interventie 5

30

BK-Mi-145-14 Retail Design Code Titel Studiepunten BK7060 Retail Design: Ontwerpproject 15

BK7061 Retail Design: Lezingenreeks 5 BK7062 Toolkit 5

BK7063 Retail Design: Workshop 5 30

BK-Mi-146-14 Archineering Code Titel Studiepunten

BK7460 Archineering 1 15 BK7461 Archineering 2 15

30

De minor Archineering (BK-Mi-146-14) wordt ook in het voorjaar van het studiejaar 2014-2015 aangeboden. Let wel: Minoren hebben alleen doorgang wanneer zij in hun eerste jaar minimaal 15 studen-ten deelnemen, 20 studenten in het tweede jaar en 30 studenten in het derde jaar van de Minor deelnemen. Bachelor 6 Code Titel Studiepunten

BK6AC3 Academische Vaardigheden 3 Eindwerkstuk Ontwerpreflectie 5

BK6MA3 Maatschappij, Proces en Praktijk 3 Beheer en (Her)Ontwikkeling

5

BK6ON5 Ontwerpen 5 Gebiedsontwikkeling 10

BK6ON6 Ontwerpen 6 Eindproject Gebouw en Techniek 10 30

Page 47: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Uitvoeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014–2015

47

3.3 Toelating tot en samenstelling van het Honours Programme Bachelor (HPB) in de (Postpropedeutische) Bachelorfase

Toelating tot het Honours Programme Bachelor Geïnteresseerde Bachelorstudenten worden toegelaten tot het Honours Programme Bachelor op basis van toelatingseisen en motivatie. De motivatie voor deelname aan het excellentie-programma wordt getoetst door de Honours Commissie. Het Honours Programme Bachelor is bedoeld voor studenten die: • de P-in-1 met een gemiddelde van 7.5 of hoger hebben gehaald • of het tweede en derde semester nominaal hebben gehaald • of een andere goede reden hebben om mee te mogen doen Motivatie is erg belangrijk voor deelname aan het Honours Programme Bachelor. Geïnteres-seerde studenten schrijven een motivatiebrief aan de Honours Programme Bachelor Commis-sie met bijgevoegd het Curriculum Vitae en een mini-portfolio via de secretaris van de com-missie (mail: [email protected]). Vervolgens wordt de student uitgenodigd voor een ken-nismakingsgesprek met één of meerdere leden van de commissie. Op basis van toetsing van de toelatingsvoorwaarden, de motivatiebrief en het kennismakingsgesprek wordt besloten of de student wordt toegelaten tot het Honours Programme Bachelor. Zie artikel 12 van het Onderwijs en Examen Regelement van de Bacheloropleiding Bouwkunde. Onderwijseenheden Honours Programme Bachelor Interfacultaire vakken (geen intekening nodig bij BK) Code Titel Studiepunten WM0225HPB Climate City Campus: de stad als klimaatlaboratorium 4

WM0226HPB 2 WM0216HPB Consultancy Track: bedrijven verder helpen met je kennis 2

WM0217HPB 4 WM0231HPB Design Thinking 2

WM0224HPB Hoogbegaafde leerlingen begeleiden: geef je kennis door 1 WM0215HPB Journal Club: met experts in debat over wetenschap en tech-

niek 2

WM0227HPB D-exto: duurzame technische innovatie in de praktijk 5 WM0229HPB Persoonlijk leiderschap 3

WM0238HPB Presenteren en debatteren over wetenschap 2 WM0230HPB The Green Village: de LED-revolutie 6

WM0316HPB Wetenschapsfilosofie: wat is waar in de wetenschap? 3 WM0228HPB Wetenschappelijk schrijven 2

WM0219HPB Workshops pitchen en debatteren 0

Facultaire vakken (wel intekening nodig bij BK) Code Titel Studiepunten BK3MA1HPB HP-module: Maatschappij, Proces en Praktijk 1 2

BK3ON3HPB HP-module: Verduurzaamd 2 BK9070HPB HP Filosofie 3

BK9140HPB HP Voorstelbaarheid 3 BK9130HPB HP De positie van de Architect 3

BK9020HPB HP Design 1 Re-use 3 BK9124HPB HP Design 2 Workshop/Excursie 4

BK3030HPB HP-module: Geschiedenis 1 5 BK9080HPB HP Businesscase Herbestemming 3

Overige facultaire vakken zie website honours.bk.tudelft.nl/formulieren Code Titel Studiepunten

Bk9040HPB HP Masterclass 1 BK9010HPB HP Organisatie 1 tot 2

BK9050HPB HP Onderzoek 1 tot 3 BK9030HPB HP Essay 1 tot 3

BK9060HPB HP Bouwplaats 2 tot 3

Page 48: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Uitvoeringsregeling behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014–2015

48

Het programma zal nog worden aangevuld met modules gedurende het collegejaar. Deze worden gepubliceerd op de website en gecommuniceerd aan de betrokken Honours studen-ten. 3.4 Aanvang onderwijsprogramma (Post)propedeutische Bachelorfase

Een student die zich voor de eerste keer inschrijft bij de TU Delft, Faculteit Bouwkunde, kan alleen in het najaarssemester aanvangen met het onderwijsprogramma van de (Post) prope-deutische Bachelorfase. 3.5 Volgorde tentamens en toelating c.q. deelname aan practica

Er is sprake van opbouw van kennis door de semesters heen, waardoor het wenselijk is de tentamens in volgorde van de semesters te doen. Het is de verantwoordelijkheid van de stu-dent de juiste voorkennis verworven te hebben. Het staat de student vrij om deel te nemen aan een tentamen / practicum als hij een voorgaand vak nog niet voldoende heeft afgerond. 3.6 Integrerende toets of opdracht

De Bacheloropleiding wordt afgesloten met twee ontwerpprojecten in Bachelor 6 en het Ba-chelor eindwerkstuk. Deze twee opdrachten vormen samen een integrerende opdracht met als doel om te toetsen of de student voldoet aan de eindtermen van de opleiding. 3.7 Vorm van de tentamens / wijze van toetsen

De tentamens die behoren tot het Propedeutisch examen en het Bachelorexamen worden afgelegd op de wijze zoals in de digitale studiegids is beschreven. 3.8 Beoordelingsplan

Voor elke onderwijseenheid (als bedoeld in artikel 7.3 WHW) wordt een beoordelingsplan vastgesteld door de verantwoordelijk docent. Een beoordelingsplan bevat een schema waarin de relaties tussen de leerdoelen, de eisen (in termen van vereiste producten), de toetsvorm en de beoordelingsmaatstaven zijn weergegeven, op een zodanige wijze dat: 1. de student bij aanvang van het onderwijs weet op welke criteria hij beoordeeld zal wor-

den. 2. de student zelf kan nagaan hoe de uitslag van zijn tentamen tot stand is gekomen. 3. verantwoording kan worden afgelegd met betrekking tot de wijze waarop een cijfer voor

de prestatie van een student tot stand is gekomen. De docent toetst conform de gouden regels van het toetsen, die zijn vastgelegd door de Examencommissie. 3.9 Overgangsregeling

Het curriculum voor het studiejaar 2014-2015 is niet gewijzigd ten opzichte van het curricu-lum voor het studiejaar 2013-2014.

Page 49: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel IV

Regels en Richtlijnen van de Examencommissie

Bacheloropleiding Bouwkunde Studiejaar 2014 – 2015

Page 50: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

50

Page 51: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

51

Inhoudsopgave 4.0 Algemeen 53 Artikel 1 Toepassingsgebied Artikel 2 Begripsomschrijving Artikel 3 Werkwijze Examencommissie Artikel 4 Besluiten van de Examencommissie Artikel 5 Examinatoren, commissies ad hoc en externe examinatoren Artikel 6 Maatstaven Artikel 7 Taal Artikel 8 Fraude Artikel 9 Termijnen 4.1 Aanmelden en terugtrekken 55 Artikel 10 Aanmelden tentamens Artikel 11 Aanmelden practica Artikel 12 Aanmelden examen en aanvragen getuigschrift Artikel 13 Terugtrekking tentamens 4.2 Tentamens en praktische oefening 55 Artikel 14 Afnemen schriftelijk / mondeling tentamen Artikel 15 Vragen en opgaven Artikel 16 Orde tijdens tentamens Artikel 17 Beoordeling Artikel 18 Mogelijkheid tot reparatie na initiële beoordeling Artikel 19 Doorgeven en bekend maken van de uitslag van tentamens en praktische oefeningen Artikel 20 Dateren afgelegde tentamens en praktische oefeningen Artikel 21 Bewaren werk en resultaten 4.3 Vrijstelling 58 Artikel 22 Procedure vrijstellingsverzoek Artikel 23 Dateren vrijstelling 4.4 Nadere regels stage en projecten 59 Artikel 24 Stage Artikel 25 Incidentele project(en) 4.5 Nadere regels Bachelor eindwerkstuk 59 Artikel 26 Samenstelling en werkwijze beoordelingscommissie BK6ON6 Artikel 27 Samenstelling en werkwijze beoordelingscommissie BK6AC3 Artikel 28 Samenstelling en werkwijze beoordelingscommissie BK6ON5 Artikel 29 Dateren resultaat Bacheloreindwerkstuk 4.6 Elders afgelegde onderdelen 59 Artikel 30 Opnemen in het examenprogramma Artikel 31 Aanleveren gegevens 4.7 Zak- / slaagregelingen en overgangsregeling 60 Artikel 32 Zak- / slaagregeling Bachelorexamen Artikel 33 Zak- / slaagregeling Honours Programme Bachelor Artikel 34 Overgangsregeling getuigschriften Propedeutisch examen en Bachelorexamen 4.8 Toekennen predikaat “met lof” 60 Artikel 35 Toekennen predikaat “met lof” Bachelorexamen Artikel 36 Overgangsregeling toekennen predikaat “met lof” Propedeutisch Examen en Bachelorexamen

Page 52: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

52

4.9 Getuigschriften en behaalde resultaten 62 Artikel 37 Getuigschrift, cijferlijst en diplomasupplement Artikel 38 Verklaring behaalde resultaten 4.10 Beroep en slotbepalingen 62 Artikel 39 Beroep tegen besluit Examencommissie Artikel 40 Wijziging Regels en richtlijnen van de Examencommissie Artikel 41 Niet voorziene situaties Artikel 42 Inwerkingtreding Bijlage 1 De gouden regels van het toetsen 63

Page 53: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

53

4.0 Algemeen

Artikel 1 Toepassingsgebied De Regels en Richtlijnen van de Examencommissie zijn van toepassing op de Bacheloroplei-ding Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft, hierna te noemen de Bacheloroplei-ding. Artikel 2 Begripsomschrijving De begripsbepalingen, zoals neergelegd in artikel 1.1 WHW en artikel 2 Onderwijs- en Exa-menregeling, Bacheloropleiding Bouwkunde zijn van toepassing. Artikel 3 Werkwijze Examencommissie 1. De Examencommissie vergadert in beginsel eenmaal per maand. 2. De Examencommissie kan bepaalde nauw omschreven taken mandateren. 3. De secretaris van de Examencommissie is belast met de behartiging van de dagelijkse

gang van zaken van de Examencommissie. De Examencommissie besluit, wie van haar leden de voorzitter bij diens afwezigheid vervangt.

4. De vergaderingen zijn niet openbaar. 5. Van het besprokene ter vergadering wordt een verslag gemaakt. 6. Indien een student een verzoek of klacht bij de Examencommissie indient, waarbij een

examinator is betrokken die lid is van de Examencommissie, neemt dit lid van de Exa-mencommissie geen deel van de behandeling van het verzoek of de klacht en verlaat daartoe tijdelijk de vergadering.

7. De Examencommissie stelt jaarlijks een verslag van haar werkzaamheden op over het afgelopen studiejaar en verstrekt dit verslag aan de decaan.

Artikel 4 Besluiten van de Examencommissie 1. De Examencommissie besluit bij gewone meerderheid van stemmen. 2. Staken de stemmen, dan geeft de stem van de voorzitter van de Examencommissie de

doorslag, tenzij het een schriftelijke stemming betreft. 3. Staken de stemmen bij een schriftelijke stemming, dan vindt eenmaal herstemming

plaats; staken de stemmen weer, dan is het voorstel waarover wordt gestemd, verwor-pen.

Artikel 5 Examinatoren, commissies ad hoc en externe examinatoren 1. Die leden van het personeel die met het verzorgen van het onderwijs van een vak zijn

belast, zijn examinator van dat vak. 2. De examencommissie kan deskundigen van buiten de instelling als examinatoren aan-

wijzen. Een dergelijke aanwijzing geschiedt voor een periode van ten hoogste 2 jaar met de mogelijkheid deze periode steeds voor ten hoogste 2 jaar te verlengen.

3. De examencommissie kan commissies ad hoc instellen. Artikel 6 Maatstaven De Examencommissie respectievelijk examinator neemt bij zijn beslissingen de volgende maatstaven tot richtsnoer en weegt bij strijdigheid het belang van hanteren van de ene maatstaf tegen dat van de andere af: a. het behoud van kwaliteits- en selectie-eisen van het examen of examenonderdeel b. doelmatigheid, ondermeer tot uitdrukking komend in een streven om:

- studievertraging voor studenten die goede voortgang met de studie maken, te beper-ken

- de student te bewegen de studie in de opleiding af te breken met zo min mogelijk tijdverlies wanneer het voltooien van de opleiding binnen een redelijke inschrijvings-duur onwaarschijnlijk is geworden

c. bescherming van de student tegen zichzelf wanneer die een te grote studielast op zich wil nemen

d. mildheid ten opzichte van de student die door omstandigheden buiten zijn schuld ver-traging ondervindt of heeft ondervonden in de voortgang van de studie.

Page 54: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

54

Artikel 7 Taal 1. Het verzoek van een student aan de Examencommissie, genoemd in artikel 9 lid 3 van

de Onderwijs- en Examenregeling van de Bachelor, om een of meer onderdelen van een examen in een andere taal te mogen afleggen, dient gemotiveerd te zijn.

2. Alvorens een besluit te nemen met betrekking tot het verzoek, wint de Examencommis-sie het advies van de desbetreffende examinator(en) in.

Artikel 8 Fraude 1. Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een student dat ertoe leidt dat

het vormen van een juist oordeel omtrent de kennis, het inzicht en de vaardigheden van die student of van een andere student geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt gemaakt. Onder fraude wordt ook begrepen het plegen van enige vorm van plagiaat, waaronder hier worden verstaan alle gevallen waarin wordt gesuggereerd dat het gaat om eigen werk terwijl dat niet het geval is.

2. Wanneer sprake is van een vermoeden van fraude door een student, wordt deze zaak behandeld door de examencommissie van de opleiding waarvoor de student is inge-schreven. Als een examencommissie een klacht over fraude ontvangt over een student die voor een andere opleiding is ingeschreven, stuurt zij deze klacht onverwijld door naar de examencommissie van die andere opleiding. Wanneer sprake is van fraude bij groepswerk waaraan studenten van verschillende opleidingen deelnemen, spreken de betrokken examencommissies met elkaar af welke examencommissie de klacht behan-delt. De behandelende examencommissie stelt de andere examencommissie(s) van de uitkomst op de hoogte.

3. Wanneer tijdens het afleggen van een tentamen fraude wordt geconstateerd of vermoed, wordt dit door de examinator of surveillant terstond aan de student meegedeeld en wordt dit zo spoedig mogelijk schriftelijk in een proces-verbaal vastgelegd. De examina-tor of de surveillant kan de student verzoeken eventuele bewijsstukken ter beschikking te stellen. Een weigering hiertoe van de student wordt in het proces-verbaal vermeld. Het proces-verbaal en eventuele bewijsstukken worden onverwijld bij de Examencommissie ingediend.

4. Wanneer anders dan tijdens het afleggen van een tentamen fraude van een student wordt geconstateerd of vermoed, wordt dit zo spoedig mogelijk door de examinator in een proces-verbaal vastgelegd. Het proces-verbaal en eventuele bewijsstukken worden onverwijld bij de Examencommissie ingediend.

5. De Examencommissie stelt de student in de gelegenheid een schriftelijk commentaar bij het proces verbaal van de examinator of surveillant te voegen.

6. De Examencommissie neemt een besluit over de fraude en kan de student afhankelijk van de ernst van de fraude, herhaalde fraude daaronder begrepen, de volgende sancties opleggen: a. berisping b. de beslissing dat voor de student geen uitslag van het betreffende tentamen- of de

betreffende praktische oefening wordt vastgesteld c. uitsluiting van het betreffende tentamen of practicum voor ten hoogste één jaar d. uitsluiting van een of meer tentamenperioden voor ten hoogste één jaar e. een combinatie van bovenstaande maatregelen.

Wanneer er sprake is van ernstige fraude kan de Examencommissie besluiten het college van bestuur voor te stellen de inschrijving van de student voor de opleiding definitief te beëindigen.

7. De Examencommissie neemt pas een besluit als in lid 6 genoemd nadat zij de student in de gelegenheid heeft gesteld te worden gehoord. Het horen kan achterwege blijven als de Examencommissie heeft vastgesteld dat er geen sprake is van fraude.

Artikel 9 Termijnen De Examencommissie beslist over een verzoek van een student binnen 40 werkdagen na ontvangst van het verzoek of, indien het verzoek is ingediend tijdens een academische va-kantie, dan wel binnen een periode van drie weken voorafgaande aan een academische va-kantie, binnen 40 werkdagen na afloop daarvan. De Examencommissie kan de beslissing voor ten hoogste 10 werkdagen verdagen. Van de verdaging wordt, voor de afloop van de in de eerste volzin genoemde termijn, schriftelijk mededeling gedaan aan de student.

Page 55: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

55

4.1 Aanmelden en terugtrekken

Artikel 10 Aanmelden tentamens Dit artikel is opgenomen in de Onderwijs en Examenregeling Bachelor Bouwkunde deel van het Studentenstatuut, Bacheloropleiding Bouwkunde. Artikel 11 Aanmelden practica Dit artikel is opgenomen in de Onderwijs en Examenregeling Bachelor Bouwkunde deel van het Studentenstatuut, Bacheloropleiding Bouwkunde. Artikel 12 Aanmelden examen (diploma aanvraag) en aanvragen getuigschrift 1. De aanmelding voor het examen (diploma aanvraag) en daarmee het aanvragen van een

getuigschrift dient uiterlijk 20 werkdagen voor het tijdstip waarop de student zijn di-ploma wil ontvangen, te geschieden bij de onderwijsadministratie. Dit gebeurt via het aanvraagformulier welke op de BK Studentenportal staat.

2. De student moet zijn definitieve examenprogramma uiterlijk op de dag waarop de in lid 1 genoemde termijn aanvangt, bij de onderwijsadministratie indienen. Het examenpro-gramma wordt vastgelegd in het Studie Voortgangsoverzicht in Osiris en moet voldoen aan de programmacriteria zoals vastgelegd in het Curriculumbesluit.

Voor studenten die zijn toegelaten tot de Bachelor via de Toelatingscommissie geldt het bij de toelating vastgestelde programma. Indien dit 3 of meer semesters omvat kan de student aanspraak maken op het Bachelordiploma.

3. De Onderwijsadministratie neemt een ingediende aanvraag in behandeling als aan alle verplichtingen voor het desbetreffende examen zijn voldaan en alle resultaten bij de on-derwijsadministratie bekend zijn.

4. De onderwijsadministratie heeft de mogelijkheid om een student voor te dragen voor een examen als zij heeft vastgesteld dat deze aan alle verplichtingen voor het examen heeft voldaan. De onderwijsadministratie stelt de student van haar voornemen tot voor-dragen voor het examen in kennis. De onderwijsadministratie ziet van haar voornemen af wanneer de student binnen de daartoe gestelde termijn aangeeft dat hij een resultaat wenst te verbeteren of zijn programma wenst aan te vullen. In dat geval krijgt de student daartoe gedurende het lopende studiejaar nog de gelegenheid.

Artikel 13 Terugtrekking tentamens Dit artikel is opgenomen in het Opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut, Bache-loropleiding Bouwkunde. 4.2 Tentamens en praktische oefening

Artikel 14 Afnemen schriftelijk / mondeling tentamen 1. Wanneer hetzelfde tentamen, al dan niet tegelijkertijd, door meer dan een examinator

wordt afgenomen en de resultaten daarvan eveneens door meer dan een examinator worden beoordeeld, vindt deze beoordeling plaats aan de hand van daartoe tevoren vastgestelde (gelijkluidende) normen op de wijze als in artikel 17 lid 2 is bepaald. Zo nodig wijst de Examencommissie voor het examineren een eerst verantwoordelijke exa-minator aan.

2. De Examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan dat een student een tentamen in een andere vorm doet dan een schriftelijk tentamen. Het verzoek daartoe dient met redenen omkleed te zijn.

3. Het afnemen van een mondeling tentamen geschiedt bij voorkeur door twee examinato-ren, tenzij de Examencommissie in een individueel geval anders bepaalt.

4. De controle van de inschrijving als student bij het doen van een tentamen geschiedt door of namens de Examencommissie.

5. De examinator of surveillant verstrekt de student die schriftelijk tentamenwerk inlevert daarvoor een gedateerd en ondertekend bewijs van ontvangst.

Page 56: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

56

Artikel 15 Vragen en opgaven 1. De vragen en opgaven van een tentamen gaan de tevoren bekend gemaakte bronnen

waaraan de stof is ontleend, niet te buiten. Deze bronnen worden voor de aanvang van het onderwijs dat op het tentamen voorbereidt, in hoofdzaak bekend gemaakt. Uiterlijk een maand voor het afnemen van het tentamen wordt de precieze omvang van de stof definitief bekendgemaakt.

2. De vragen en opgaven van het tentamen zijn zo evenwichtig mogelijk gespreid over de te bestuderen stof.

3. Het tentamen representeert de leerdoelen naar inhoud en vorm. 4. De vragen en opgaven zijn duidelijk en ondubbelzinnig. Ook de aanwijzingen met be-

trekking tot de waardering van de vragen en opgaven zijn duidelijk en ondubbelzinnig en deze zijn zodanig gesteld dat de student kan weten hoe uitvoerig en gedetailleerd de antwoorden moeten zijn.

5. Geruime tijd voor het afnemen van een schriftelijk tentamen stelt de examinator de stu-denten in de gelegenheid kennis te nemen van voorbeelden van representatieve tenta-menvragen en beantwoording en de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden.

6. De duur van het tentamen is zodanig dat de student, naar redelijke maatstaven geme-ten, voldoende tijd heeft om de vragen te beantwoorden.

7. Op alle tentamens van de faculteit Bouwkunde zijn “de gouden regels van het toetsen” van toepassing, deze zijn te vinden in bijlage 1.

Artikel 16 Orde tijdens tentamens 1. De examinator draagt er zorg voor dat ten behoeve van een schriftelijk tentamen surveil-

lanten worden aangewezen die namens en onder verantwoordelijkheid van de Examen-commissie erop toezien dat de tentaminering in goede orde verloopt. De surveillant neemt daarbij de "Richtlijnen voor het surveilleren bij tentamens", die in de tentamenzaal aanwezig zijn, in acht.

2. De student is verplicht zich op verzoek van of namens de Examencommissie bij voorkeur te legitimeren met zijn/haar campuscard of anders een geldig legitimatiebewijs (pas-poort, identiteitsbewijs of rijbewijs).

3. Aanwijzingen van de Examencommissie, de examinator of de surveillant die voor de aanvang van het tentamen zijn gepubliceerd, alsmede aanwijzingen die tijdens het ten-tamen en onmiddellijk na afloop daarvan worden gegeven, dienen door de student te worden opgevolgd.

4. Een student die niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens het tweede en derde lid kan door de Examencommissie of de examinator worden uitgesloten van verdere deel-name. De uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag van het betreffende tentamen wordt vastgesteld.

5. Tentamenpapier en kladpapier worden door de opleiding verstrekt. De student dient echter zelf voor schrijf- en tekengerei te zorgen.

6. Wanneer bij een tentamen het gebruik van een rekenmachine is toegestaan, dient de student zelf te zorgen voor een rekenmachine die voldoet aan de door de examinator opgegeven maximum aan mogelijkheden.

7. Tijdens een tentamen mag de student geen boeken, dictaten, aantekeningen of andere geschriften voorhanden hebben of raadplegen, tenzij de examinator anders heeft beslist.

8. Tijdens een tentamen mag de student geen voorgeprogrammeerde rekenmachine, com-puter, buzzer, mobiele telefoon of apparaten met vergelijkbare functies voorhanden hebben of gebruiken, tenzij de examinator anders heeft beslist.

9. Tijdens een tentamen mag de student niet bij andere studenten afkijken of met hen, op welke wijze dan ook, binnen of buiten de tentamenruimte, informatie en/of materialen uitwisselen.

10. De tekst van de tentamenuitwerkingen mag niet met potlood worden geschreven, tenzij de examinator daarvoor tevoren toestemming heeft gegeven.

11. De tentamenopgaven mogen door de student na afloop van het tentamen worden mee-genomen, tenzij de examinator anders beslist.

12. Studenten die na een half uur na aanvang van een tentamenzitting met een duur van ten minste 90 minuten c.q. een kwartier na aanvang van een tentamenzitting met een korte-re duur nog aan het tentamen wensen deel te nemen, worden niet meer toegelaten.

Page 57: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

57

13. Binnen een half uur na de officiële aanvang van een tentamenzitting met een duur van ten minste 90 minuten c.q. een kwartier na aanvang van een tentamenzitting met een kortere duur is het een student niet toegestaan de ruimte te verlaten. In dringende ge-vallen kan na deze periode toestemming worden gegeven de tentamenruimte onder be-geleiding van een surveillant tijdelijk te verlaten. Niet meer dan één student tegelijk mag afwezig zijn.

14. Alvorens de tentamenruimte definitief te verlaten (niet eerder dan een half uur na aan-vang van de tentamenzitting) dient de student het tentamenwerk, voorzien van naam en studienummer op iedere bladzijde, aan de examinator of surveillant te overhandigen.

Artikel 17 Beoordeling 1. De wijze van beoordelen, met inbegrip van de weging van onderdelen, is zo doorzichtig

dat de student kan nagaan hoe de uitslag tot stand is gekomen. 2 De beoordeling van schriftelijke tentamens geschiedt, met inachtneming van artikel 14

lid 1 van de Regels en richtlijnen van de Examencommissie, aan de hand van tevoren schriftelijk vastgestelde en eventueel naar aanleiding van de correctie van het tentamen bijgestelde modelantwoorden en normen.

3. Een resultaat wordt aangegeven met een cijfer, een V (voldaan), een O (onvoldoende) of een VR (vrijstelling).

4. Een eindcijfer voor een vak wordt uitgedrukt in een heel cijfer of een half cijfer van 1,0 tot en met 10,0, waarvan de betekenis als volgt is: 9,5 – 10,0 Uitmuntend 8,5 – 9,0 Zeer goed 7,5 – 8,0 Goed 6,5 – 7,0 Ruim voldoende 6,0 Voldoende 4,5 – 5,5 Onvoldoende 3,5 – 4,0 Slecht 1,0 – 3,0 Zeer slecht

5. In het geval afronding plaats vindt naar halve en hele cijfers dan worden drie, vier, acht en negen tienden afgerond naar boven en één, twee, zes en zeven tienden naar bene-den.

6. Indien een vak uit meer delen bestaat, is in de vakbeschrijving in de studiegids aangege-ven hoe het eindcijfer tot stand komt. Daarbij gelden de volgende bepalingen: - het cijfer voor een deel van een vak wordt uitgedrukt in tienden - een resultaat van een deeltentamen of praktische oefening mag alleen in de totstand-

koming van het eindcijfer worden betrokken wanneer dit ten minste 5,0 is. 7. Eindcijfers die behaald zijn in een andere opleiding aan deze of een andere Nederlandse

universiteit, worden overgenomen zoals ze zijn gegeven, als heel of half cijfer of als cij-fer in decimalen, waarbij tevens de betekenis die door de andere opleiding aan deze cij-fers is toegekend wordt overgenomen. Voor eindcijfers die in het buitenland zijn be-haald, geldt het bepaalde in artikel 31 van de Regels en Richtlijnen van de Examencom-missie.

8. Wanneer voor een vak meer resultaten zijn behaald, wordt het hoogst behaalde resultaat in de beoordeling van het examen betrokken.

9. Indien een student kan aantonen dat ingeleverd tentamenwerk door doen of nalaten van de instelling verloren is gegaan, wordt het cijfer voor dat tentamen of deeltentamen vastgesteld op Voldoende.

Artikel 18 Mogelijkheid tot reparatie na initiële beoordeling Voor de herkansingen wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpprojecten en de andere modulen. Voor de ontwerpprojecten worden voor studenten, die in de reguliere onderwijspe-riode een onvoldoende gehaald hebben, intensieve herkansingsateliers aangeboden gedu-rende 2 weken per project in de zomerperiode (week 5.1-5.5). De herkansing is alleen voor die studenten, die een onvoldoende cijfer (5,5 en lager) in Osiris hebben staan. Een student mag zich inschrijven voor één herkansingsatelier per zomer. De herkanser moet uiterlijk in week 5.6 het ontwerpwerk inleveren bij de module/projectcoördinator: hij/zij beoordeelt het werk van de student, met een V (voldaan) of O (onvoldoende).

Page 58: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

58

De beoordeling vindt plaats in week 5.7-5.8, zodat de cijfers voor het begin van het nieuwe academische jaar verwerkt zijn. De ontwerpprojecten ON5 en ON6 worden 2x per jaar aan-geboden. Hier worden geen begeleide herkansingen in de zomer voor aangeboden. Wel mo-gen studenten hun Bachelor 6 ontwerpproject inleveren bij de modulecoördinator in week 5.6. Beoordeling vindt plaats op basis van V (voldaan) of O (onvoldoende). Voor de niet ont-werpmodulen is er een op-maat gemaakt schema voor de herkansingsmogelijkheid (zie hier-voor de informatie per vak in de studiegids), waarbij er gekozen is voor een spreiding opdat er een zo evenwichtig mogelijke verdeling van toetslast is. De onvoldoende (deel)cijfers kun-nen herkanst worden. De student mag een voldoende deelcijfer voor een gemaakte opdracht (bijvoorbeeld een plananalyse-opdracht of deeltentamen) behouden. Voldoende deelcijfers van niet geheel behaalde modules vervallen na afloop van het academische jaar. Ook hier geldt dat herkansingen van opdrachten met een V (van Voldaan) of met een O (van onvol-doende) beoordeeld worden. Artikel 19 Doorgeven en bekend maken van de uitslag van tentamens en praktische oefeningen 1. In artikel 20 van de Onderwijs- en Examenregeling is geregeld op welke wijze de resulta-

ten van een tentamen bekend worden gemaakt. 2. De examinator geeft de resultaten van tentamens aan de onderwijsadministratie door

onder vermelding van de datum waarop het schriftelijk tentamen is gehouden of het mondeling tentamen is afgelegd.

3. Indien geregeld is dat praktische oefeningen afzonderlijke onderdelen zijn, geeft de examinator de resultaten daarvan aan de onderwijsadministratie door onder vermelding van de datum waarop de praktische oefening is afgerond.

4. De examinator kan nadere regelingen vaststellen met betrekking tot de uiterste datum waarop een verslag moet zijn ingeleverd, dan wel een praktische oefening moet zijn af-gerond. Deze regeling dient bij de vakbeschrijving in de studiegids te worden vermeld.

Artikel 20 Dateren afgelegde tentamens en praktische oefeningen 1. Voor de datering van een tentamen geldt de datum waarop het schriftelijk tentamen is

gehouden of het mondeling tentamen is afgelegd. 2. Voor de datering van een praktische oefening, waaronder in elk geval begrepen presen-

taties, essays en scripties, geldt de datum waarop het verslag definitief is ingeleverd danwel de mondelinge eindpresentatie is gehouden, danwel, indien er geen sprake is van een verslag of een eindpresentatie, het practicum is afgerond.

Artikel 21 Bewaren werk en resultaten 1. In verband met mogelijke beroepsprocedures moet beoordeeld werk, met uitzondering

van driedimensionale werkstukken, ten minste één jaar na bekenmaking van het resul-taat bewaard worden.

2. In verband met her accreditatie van de opleiding moeten in afwijking van het eerste lid van het eindwerkstuk en de twee eindprojecten van Bachelor 6 en het bijbehorende in-gevulde beoordelingsformulier een digitale versie gedurende ten minste 7 jaar bewaard worden.

3. De resultaten van tentamens worden door de onderwijsadministratie ten minste tien jaar bewaard.

4.3 Vrijstelling

Artikel 22 Procedure vrijstellingsverzoek Een verzoek om vrijstelling voor een vak of een onderdeel daarvan wordt schriftelijk, met redenen omkleed en voorzien van eventuele bewijsstukken ingediend bij de Examencommis-sie. De student voegt het advies van de betrokken examinator bij het verzoek. Artikel 23 Dateren vrijstelling Voor de datering van een vrijstelling geldt de datum waarop door de Examencommissie de vrijstelling is verleend.

Page 59: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

59

4.4 Nadere regels stage en projecten

Artikel 24 Stage 1. De Examencommissie verleent een of meer docenten de bevoegdheid van stage-

examinator. 2. De stage wordt gedateerd op de datum waarop het verslag definitief is ingeleverd. Artikel 25 Incidentele project(en) 1. De Examencommissie wijst voor incidentele projecten die als onderwijseenheid zijn er-

kend een of meer docenten aan als examinator. 2. Een project wordt gedateerd op de datum waarop het verslag of werkstuk is ingeleverd

danwel de mondelinge eindpresentatie heeft plaats gevonden. 4.5 Nadere regels Bachelor eindwerkstuk

Artikel 26 Samenstelling en werkwijze beoordelingscommissie BK6ON6 Voor de begeleiding en beoordeling van het BK6ON6 wordt namens de Examencommissie een commissie ingesteld die bestaat uit ten minste twee examinatoren. Het ontwerp van elke student wordt in eerste instantie beoordeeld door zijn begeleidend ontwerpdocent via een beoordelingsformulier. De docent geeft een advies voor het eindcijfer. De definitieve beoor-deling geschiedt door de twee betrokken hoogleraren, nadat de student zijn werk heeft ge-presenteerd. Artikel 27 Samenstelling en werkwijze beoordelingscommissie BK6AC3 Voor de begeleiding en beoordeling van het BK6AC3 worden namens de Examencommissie beoordelaars aangewezen. Drie essays en een thematisch beelddossier worden door de be-geleidende docent beoordeeld. Het vierde essay wordt blind beoordeeld door een tweede beoordelaar. Bij de beoordeling wordt gebruik gemaakt van een beoordelingsformulier. Artikel 28 Samenstelling en werkwijze beoordelingscommissie BK6ON5 Voor de begeleiding en beoordeling van het BK6ON5 worden namens de Examencommissie beoordelaars aangewezen. Twee groepsdocenten beoordelen onafhankelijk van elkaar aan de hand van een beoordelingsformulier het werk van de student. Dit cijfer geldt voor 50%. De roldocent beoordeelt de rolinvulling middels een beoordelingsformulier. Ook dit cijfer geldt voor 50%. Artikel 29 Dateren resultaat Bacheloreindwerkstuk Het Bacheloreindwerkstuk wordt gedateerd op de datum waarop de definitieve versie van het schriftelijk werkstuk is ingeleverd of gepresenteerd. 4.6 Elders afgelegde onderdelen

Artikel 30 Opnemen in het examenprogramma Het totale aantal studiepunten van de onderdelen waarvoor vrijstelling wordt verleend en/of van onderdelen die van buiten de opleiding in het examenprogramma mogen worden, mag tezamen het aantal van 40 studiepunten niet te boven gaan. Artikel 31 Aanleveren gegevens 1. In het geval dat een student goedgekeurde onderdelen buiten de opleiding heeft afge-

legd dient de student zelf te zorgen voor een door de bevoegde instantie afgegeven ver-klaring waarop het betreffende onderdeel staat vermeld met naam en voor zover van toepassing vakcode, de elders daaraan toegekende norm uren studielast (studiepunten), het resultaat, de datum waarop het resultaat werd behaald en de datum waarop de ver-klaring werd opgesteld.

2. Voor onderdelen die de student in het buitenland heeft afgelegd, verzoekt hij de Exa-mencommissie de omvang in studiepunten vast te stellen alsmede het resultaat.

Page 60: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

60

4.7 Zak- / slaagregelingen en overgangsregeling

Artikel 32 Zak- / slaagregeling Bachelorexamen 1. De student is geslaagd voor het Bachelorexamen wanneer is voldaan aan de volgende

eisen: a. voor alle vakken is een resultaat behaald: een cijfer, een voldaan (V) of een vrijstel-

ling (VR) b. er mag geen cijfer lager dan 6,0 voorkomen.

2. De wijze van beoordelen is zo doorzichtig dat de student kan nagaan hoe de uitslag van het examen tot stand is gekomen.

3. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie afwijken van het bepaalde in lid 1. Zo nodig stelt zij daartoe aanvullende eisen vast.

Artikel 33 Zak- / slaagregeling Honours Programme Bachelor De student is geslaagd voor het Honours Programme Bachelor wanneer is voldaan aan de volgende eisen: a. Voor alle vakken van het Honours Programme Bachelor is een voldoende resultaat be-

haald. b. De geschoonde studieduur van de Bachelor en het Honours Programme Bachelor teza-

men is ten hoogste 3 jaar. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie van deze termijn afwijken.

Artikel 34 Overgangsregeling getuigschriften Propedeutisch examen en Bachelorexamen Studenten die voor 1 september 2014 aan de opleiding zijn begonnen, ontvangen tot 1 sep-tember 2016 een getuigschrift voor het propedeutisch examen en een getuigschrift voor het Bachelorexamen overeenkomstig de volgende zak- / slaagregeligen: Propedeutisch examen 1. De student is geslaagd voor het Propedeutisch examen wanneer is voldaan aan de vol-

gende eisen: a. voor alle vakken is een resultaat behaald: een cijfer, een voldaan (V) of een vrijstel-

ling (VR) b. er mag geen cijfer lager dan 6,0 voorkomen.

2. De wijze van beoordelen is zo doorzichtig dat de student kan nagaan hoe de uitslag van het examen tot stand is gekomen.

3. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie afwijken van het bepaalde in lid 1. Zo nodig stelt zij daartoe aanvullende eisen vast.

Bachelorexamen 1. De student is geslaagd voor het Bachelorexamen wanneer is voldaan aan de volgende

eisen: a. de student heeft het propedeutisch examen behaald of daarvoor een vrijstelling ge-

kregen; b. voor alle vakken van het tweede en derde cursusjaar is een resultaat behaald: een

cijfer, een voldaan (V) of een vrijstelling (VR) c. er mag geen cijfer lager dan 6,0 voorkomen.

2. De wijze van beoordelen is zo doorzichtig dat de student kan nagaan hoe de uitslag van het examen tot stand is gekomen.

3. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie afwijken van het bepaalde in lid 1. Zo nodig stelt zij daartoe aanvullende eisen vast.

4.8 Toekennen predikaat “met lof”

Artikel 35 Toekennen predikaat “met lof” Bachelorexamen 1. Een student kan voor het Bachelorexamen het predikaat “met lof” verkrijgen indien de

Examencommissie daartoe besluit en ten minste aan de volgende voorwaarden is vol-daan:

Page 61: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

61

a. het naar studiepunten gewogen gemiddelde van de resultaten van de vakken is ten minste een 8,0, waarbij beoordeling voldaan (V) en vrijstellingen (VR) buiten be-schouwing worden gelaten

b. het aantal studiepunten van de vakken waarvoor een V (voldaan) is behaald of waar-voor een vrijstelling is verleend, mag tezamen niet meer dan 40 studiepunten be-dragen

c. de studieduur van de Bacheloropleiding, inclusief de Propedeutische fase, is niet langer dan vier jaar geweest, waarbij rekening wordt gehouden met studievertraging die op basis van de Regeling Afstudeersteun Studenten (RAS) is erkend.

2. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie besluiten het predikaat “met lof” te ver-lenen aan een student die niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in lid 1, wanneer deze student op andere wijze in de opleiding blijk heeft gegeven van uitzonderlijke be-kwaamheden.

Artikel 36 Overgangsregeling toekennen predikaat “met lof” Propedeutisch examen en Bachelorexamen Studenten die voor 1 september 2014 aan de opleiding zijn begonnen, kunnen tot 1 sep-tember 2016 het predikaat “met lof” ontvangen overeenkomstig de volgende bepalingen: Propedeutisch examen 1. Een student kan voor het Propedeutisch examen het predikaat “met lof” verkrijgen indien

de Examencommissie daartoe besluit en ten minste aan de volgende voorwaarden is vol-daan: a. het naar studiepunten gewogen gemiddelde van de resultaten van de vakken voor

het Propedeutisch examen is ten minste 8,0, waarbij voldaan (v) en vrijstellingen (vr) buiten beschouwing worden gelaten

b. het aantal studiepunten van de vakken waarvoor een V (voldaan) is behaald of waar-voor een vrijstelling is verleend, mag tezamen niet meer dan 20 studiepunten be-dragen

c. de studieduur voor de Propedeutische fase is niet langer dan 1 jaar geweest, waarbij rekening wordt gehouden met studievertraging die op basis van de Regeling Afstu-deersteun Studenten (RAS) is erkend.

2. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie besluiten het predikaat “met lof” te ver-lenen aan een student die niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in lid 1, wanneer deze student op andere wijze in de opleiding blijk heeft gegeven van uitzonderlijke be-kwaamheden.

Bachelorexamen 1. Een student kan voor het Bachelorexamen het predikaat “met lof” verkrijgen indien de

Examencommissie daartoe besluit en ten minste aan de volgende voorwaarden is vol-daan: a. het naar studiepunten gewogen gemiddelde van de resultaten van de vakken van het

tweede en derde cursusjaar is ten minste een 8,0, waarbij beoordeling voldaan (V) en vrijstellingen (VR) buiten beschouwing worden gelaten

b. het aantal studiepunten van de vakken waarvoor een V (voldaan) is behaald of waar-voor een vrijstelling is verleend, mag tezamen niet meer dan 40 studiepunten be-dragen

c. de studieduur van de Bacheloropleiding, inclusief de Propedeutische fase, is niet langer dan vier jaar geweest, waarbij rekening wordt gehouden met studievertraging die op basis van de Regeling Afstudeersteun Studenten (RAS) is erkend.

2. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie besluiten het predikaat “met lof” te ver-lenen aan een student die niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in lid 1, wanneer deze student op andere wijze in de opleiding blijk heeft gegeven van uitzonderlijke be-kwaamheden.

Page 62: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

62

4.9 Getuigschriften en behaalde resultaten

Artikel 37 Getuigschrift, cijferlijst en diplomasupplement 1. Ten bewijze dat een examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door of namens de

Examencommissie een getuigschrift uitgereikt. 2. Het getuigschrift wordt namens de Examencommissie ondertekend door één van de le-

den van de Examencommissie. 3. Bij de uitreiking van het getuigschrift wordt een diplomasupplement verstrekt waarin in

ieder geval de behaalde resultaten vermeld worden. Artikel 38 Verklaring behaalde resultaten 1. De student die een of meer tentamens met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie, bij

het verlaten van de universiteit, geen getuigschrift als bedoeld in artikel 34 van de Re-gels en Richtlijnen van de Examencommissie kan worden uitgereikt, ontvangt op zijn verzoek een door de Examencommissie afgegeven verklaring. Op deze verklaring wor-den vermeld persoonsgegevens, vakcode, vaknaam, aantal studiepunten, resultaat en datum waarop het resultaat werd behaald.

2. Een verklaring als genoemd in lid 1 dient te worden aangevraagd bij het Secretariaat van de Examencommissie: [email protected]

4.10 Beroep en slotbepalingen

Artikel 39 Beroep tegen besluit Examencommissie Tegen een beslissing van de Examencommissie en/of een examinator staat gedurende 4 weken nadat deze beslissing aan betrokkene is bekend gemaakt, beroep open bij het Colle-ge van Beroep voor de examens bedoeld in artikel 7.60 WHW. De Examencommissie ver-meldt deze beroepsmogelijkheid bij haar beslissing. Artikel 40 Wijziging Regels en Richtlijnen van de Examencommissie Er kunnen geen wijzigingen plaats vinden in deze Regels en Richtlijnen van de Examencom-missie die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van studenten hierdoor redelijkerwijs niet worden geschaad. Artikel 41 Niet voorziene situaties Indien de Regels en Richtlijnen van de Examencommissie niet in een situatie voorzien, neemt de Examencommissie een besluit zoveel mogelijk in overeenstemming met het in deze Re-gels en Richtlijnen van de Examencommissie bepaalde. Artikel 42 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2014 Vastgesteld door de Examencommissie van de Faculteit Bouwkunde

Page 63: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

63

Bijlage 1 De gouden regels van het toetsen

Algemeen R1. De docent is verplicht om ten minste twee maal per jaar een toetsmoment aan de

student aan te bieden. Het aantal, de tijdstippen en de frequentie van de toetsen zijn vastgelegd in het tentamenrooster, dat voor het begin van het studiejaar bekend wordt gemaakt. Een herkansing wordt aangeboden in de periode na de toets.

R2. De docent voert de uitslag van een toets zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 15 werkdagen na afloop van de zitting in. Tevens wordt het ondertekende exemplaar bij het servicepunt ingeleverd.

R3. De docent richt zich in geval van vermoeden van fraude per omgaande tot de Exa-mencommissie.

Schriftelijke tentamens A4. De docent heeft zelf de training ‘Toetsing en Beoordeling’ doorlopen, of laat de

toetsopgaven controleren door een verantwoordelijk docent uit dezelfde leerstoel die deze training heeft gevolgd.

A5. Toetsopgaven worden door de docent gemaakt met behulp van een toetsmatrijs. A6. Toetsen worden door de docent beoordeeld door middel van een antwoordmodel. A7. Bij schriftelijke toetsen wordt een uniform voorblad gebruikt waarop aan de student

inzichtelijk wordt gemaakt wat de condities van de toetsafname zijn. R8. De verplichte literatuur voor tentamens dient binnen de geraamde studielasturen te

kunnen worden bestudeerd, uitgaande van 7 pagina’s per uur voor teksten in het Ne-derlands. Aanvullende literatuur ter verdieping kan worden aanbevolen, maar mag geen deel uitmaken van de tentamenstof.

A9. De tentamenstof wordt vermeld in de studiegids en/of het projectboek. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van digitale aanvullende tentamenstof in de vorm van onder andere PowerPoint of Collegerama.

R10. Gedurende tenminste 20 werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeelde werk.

R11. In verband met mogelijke beroepsprocedures moet beoordeeld werk, met uitzonde-ring van driedimensionale werkstukken, ten minste bewaard worden tot en met de einddatum van de tweede tentamenperiode na de periode waarin het betreffende ten-tamen is gehouden c.q. het werk is beoordeeld. De resultaten van tentamens worden door de onderwijsadministratie ten minste tien jaar bewaard.

Ontwerp tentamens A12. Alle ontwerpprojecten worden beoordeeld met behulp van een beoordelingsformulier. A13. De beoordeling van ontwerpen vindt plaats door tenminste twee personen. R14. Indien bij de beoordeling van een ontwerpopgave de examinator van mening is dat

het tentamenwerk weliswaar onvoldoende is, maar met een relatief geringe inspan-ning alsnog op een voldoende niveau kan worden gebracht, kan hij een voorlopig cij-fer geven en de student in de gelegenheid stellen een door de examinator duidelijk omschreven reparatie uit te voeren. Het verbeterde tentamenwerk dient in dat geval uiterlijk tien werkdagen na aanvang van het eerstvolgende onderwijskwartaal ter be-oordeling te worden aangeboden. Wordt het werk niet binnen de gestelde termijn op-nieuw ter beoordeling aangeboden, dan wordt het voorlopige cijfer alsnog definitief vastgesteld.

R15. Ingenomen driedimensionale werkstukken worden ten minste zes weken na bekend-making van het resultaat door de examinator bewaard.

Page 64: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

64

Page 65: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Deel V

Bijlagen

Bacheloropleiding Bouwkunde Studiejaar 2014 – 2015

Page 66: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Bijlagen bij het Studentenstatuut, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

66

Page 67: Studentenstatuut - TU Delft: TU Delft Medewerkers · loropleiding Bouwkunde en de Masteropleidingen gelden. Daarin zijn bepalingen opgenomen over zak- / slaagregelingen, orde tijdens

Bijlagen bij het Studentenstatuut, Bacheloropleiding Bouwkunde, 2014-2015

67

Bijlage I1 Jaarkalender Onderwijs 2014 – 2015