Strijdkreet 12

24
Het licht dat leven geeft Magazine van het Leger des Heils Jaargang 128 nr. 12

description

De vluchtelingencrisis, IS in het Midden-Oosten, bloederige aanslagen in het Westen: de wereld lijkt soms een donkere plek. Wat doen we tegen alle haat en terreur? Is er een remedie tegen het duister? Als het donker is, doe je een lamp aan. Licht zorgt dat het duister verdwijnt. Andersom is onmogelijk. Je kunt geen duisternis1 gebruiken om het licht te doven. Als je dus duisternis en licht samenvoegt, wint het licht. Altijd.

Transcript of Strijdkreet 12

Het licht dat leven geeft

Magazine van het Leger des HeilsJaargang 128 nr. 12

redactieHoofdredactieMenno de Boer

EindredactieSuzanne Janse

Redactie | [email protected] SietsemaWillemijn de JongNathan SudmeierMarko Mellema

VormgevingNathan Sudmeier

TrafficArnoud van Roosmalen

CoverRuben Timman

reageren & abonnementenLEGER DES HEILST.A.V. REDACTIEPOSTBUS 3006, 1300 EH, ALMERERedactie | [email protected] | www.legerdesheils.nl

drukSenefelder Misset BVMercuriusstraat 357006 RK Doetinchem

strijdkreetMAGAZINE VAN HET LEGER DES HEILSStichter | William BoothInternationaal leider | Generaal André CoxLeider Nederland | Commissioner Hans van Vlietwww.legerdesheils.nl | [email protected]

© Leger des Heils 2015Het Leger des Heils is een internationale beweging en behoort tot de universele christelijke kerk. Zijn boodschap is gebaseerd op de Bijbel. Zijn dienstverlening wordt gestimuleerd door de liefde tot God. Zijn opdracht is het Evangelie van Jezus Christus te prediken en in Zijn naam menselijke nood te lenigen zonder enige vorm van discriminatie.

nr. 12

4Licht is leven

8Kerstverhaal:

De dode prediker

10De lichtkunstenaar

12Inspiratie voor een

winteravond

14Van vier hoognaar beneden

17Regen in je soep:

mee met de Soepbus

20Kerst bij het Leger

22Licht verspreiden

De vluchtelingencrisis, IS in het Midden-Oosten, bloederige aanslagen in het Westen: de wereld lijkt soms een donkere plek. Wat doen we tegen alle haat en terreur? Is er een remedie tegen het duister? Als het donker is, doe je een lamp aan. Licht zorgt dat het duister verdwijnt.

Andersom is onmogelijk. Je kunt geen duisternis gebruiken om het licht te doven. Als je dus duisternis en licht samenvoegt, wint het licht. Altijd.

strijdkreet | 3

4 | strijdkreet

De favoriete lichtmomenten van boswachter Evert zijn aan de randen van de dag, bij

zonsopgang en zonsondergang. “Als ik ’s avonds de zon zie ondergaan, word ik onrustig van binnen. Dan zeg ik tegen mijn vrouw: sorry, ik ben een kwartiertje weg. Dan móet ik er even bij zijn.”

Voor de foto’s bij dit gesprek is gekozen voor de

zonsondergang. Evert kent ‘zijn’ gebied op zijn

duimpje en wijst de fotograaf de plekken waar hij

moet zijn. Daar waar het dempende licht het mooist

over het vennengebied of tussen de sparren door

schijnt. Tijdens het fotograferen vliegen Nijlganzen

over die overwinteren in het gebied, en is er leven te

horen rond de dassenburcht. “De ouders gaan nu weer

op zoek naar eten voor hun jongen. Ze lopen soms wel

25 kilometer per nacht op zoek naar regenwormen,

kevers, bessen of bramen. Dassen leven ’s nachts. Ze

hebben een enorm goed ontwikkeld reukvermogen.

Daardoor hebben ze hun ogen niet zo hard nodig. Je

hebt hier ook veel uilen. Die kun je ’s avonds horen

roepen. En natuurlijk vleermuizen. Laatst telde ik er

een stuk of 130.”

Adders in de zonEvert is inmiddels achtentwintig jaar boswachter. Al

heel vroeg wist hij wat hij later wilde worden. Het

was zijn vader die hem van jongs af aan meenam de

Amsterdamse Waterleidingduinen in. Daar struinde

hij, op zoek naar nesten en eieren, ook later nog veel

rond. “Ik ben blij dat de boswachter mij daar toen niet

betrapt heeft bij de ondeugende dingen die ik deed,

zoals eieren meenemen.”

Het kantoor van Staatsbosbeheer waar Evert nu

Licht is leven

Tekst Jurjen Sietsema Beeld Ruben Timman

strijdkreet | 5

6 | strijdkreet

werkt, staat aan de rand van het indrukwekkende

natuurgebied ‘Hart van Drenthe’. Dat ligt ruwweg

tussen Hooghalen, Westerbork en Grolloo.

“Staatbosbeheer heeft ervoor gekozen dit gebied

weer terug te geven aan de natuur. Vroeger

werd hier hout gekapt, nu laten we het zichzelf

ontwikkelen. En dat levert prachtige beelden op.

Mooie vennen, heidegrond en prachtige bossen met

diverse boomsoorten en een rijke en gevarieerde

fauna, waaronder veel zangvogels, roofvogels en

dassen. Maar ook salamanders en adders die, als de

zon schijnt, langs de paden liggen te zonnen.”

Eindeloze bron aan beeldenBeelden. Daar is Evert, die veel fotografeert voor

Staatsbosbeheer, voortdurend naar op zoek. “In

de natuur is een eindeloze bron aan beelden te

vinden die nooit opdroogt. Ik kom nu nog steeds

dingen tegen die me niet eerder zijn opgevallen of

die ik nog nooit heb gezien. Iedere keer denk ik:

nu heb ik het mooiste plaatje geschoten dat ik ooit

heb gemaakt. En toch ontdek ik dan weer nieuwe

taferelen waar ik met open mond naar sta te kijken.”

De randen van de dag, de grenzen van licht en

donker, zijn Everts favoriete momenten buiten. “Ik

ga vaak ’s ochtends bij zonsopgang even de natuur

in. Dan voelt het alsof de wereld even van mij is.

Alles komt dan tot leven. Insecten hangen in de

struiken met dauw aan de vleugels; ze kunnen nog

niet vliegen. Er scharrelt een das door het gras

die ook denkt dat hij nog alleen is, rustig op zoek

naar eten. Er grazen reeën in het veld. Het licht

is dan wonderbaarlijk mooi en daarmee ook de

veelheid aan kleuren die je hier hebt. Door de nevel

die er over het veld hangt, is het bijna mystiek.

Fantastisch. Ik kan iedereen aanraden om eens

’s morgens bij zonsopgang te komen kijken. Je weet

niet wat je ziet.”

Elk seizoen mooi lichtDe seizoenen zijn goed zichtbaar in het bos. In

het najaar is het vaak lang bewolkt, waardoor

de zon minder te zien is. “Wij mensen zijn heel

erg gericht op de dag”, zegt Evert. “Wij hebben

het licht nodig om gezond en in balans te

blijven. Dat wij steeds meer ’s nachts actief worden,

is biologisch gezien niet helemaal de bedoeling.

Zodra de zon gaat schijnen, zie je hier dat mensen

weer komen meegenieten van de natuur. Om bij

te tanken.” Het gebrek aan licht in de herfst doet

minder met het bos dan met ons, zegt hij. “De

natuur is ontzettend flexibel. Die stelt zich daar op

in. Ik heb niet zo’n hoge pet op van waarschuwingen

als ‘er komt een koude winter aan en dat is slecht

voor de natuur’. In de praktijk zie ik daar geen

gevolgen van. Dat zijn waarschuwingen die vanuit

de menselijke emotie komen. De natuur heeft veel

meer veerkracht dan mensen denken. ‘Licht is leven’

geldt voor ons mensen en voor bomen en planten,

maar niet voor alle dieren. De wereld die je ontdekt

na zonsondergang is minstens zo fascinerend als die

bij daglicht.”

In de herfst is de reflectie van de zon op het water

bovendien fantastisch, zegt Evert. “En als er dan nog

wat nevel bijhangt, dan schijnt er een mooi diffuus

licht.” Ook de winter levert de mooiste sferen op,

vindt hij. “De contrasten worden dan wat scherper.

Ik hou van ijs en van dingen die daarin ontstaan.

Dan gaan graspolletjes één kant op hangen en daar

komt dan rijp aan. Dat is zo mooi om naar te kijken.

En je kunt er prachtige foto’s van maken.” Eigenlijk

is er qua licht in elk seizoen iets moois te beleven,

zegt de boswachter. “Als je er oog voor hebt. Het

verveelt nooit.”

Bijna mystiek lichtEvert: “In mijn leven speelt licht een grote rol. Zoals

ik al zei: het is soms bijna mystiek. Verwondering

over al dat moois hoort dan ook echt bij mij. Ik raak

niet uitgekeken. Die verwondering deel ik graag met

mensen. Ik zie wel eens mensen die wat cynisch zijn

geworden. Dan zeg ik: ga eens de natuur in en laat

je meenemen door wat je ziet, ruikt, hoort en voelt.

Er gaat een wereld voor je open.”

‘Wij mensen hebben het licht nodig om gezond en in balans te blijven’

strijdkreet | 7

De dode prediker

Tekst Onbekend - bewerking Menno de Boer Beeld Shutterstock

In een ziekenhuis in de stad werd een jongen met spoed naar de operatiekamer gereden. Twee kogelwonden in zijn hoofd en een messteek in zijn borstkas. Dokters renden af en aan en de operatielamp bescheen het uitgeteerde lichaam van een verslaafde tiener.

Dit is het verhaal van een Afrikaanse moeder Nala en haar zoon Chidi. Toen Chidi aan de drugs raakte, stortte Nala haar hart uit bij God. “Red mijn jongen”, was haar dagelijks gebed. En op een zeker moment

kreeg ze antwoord van God. “Je zoon zal prediker worden!” hoorde ze in haar hart.

‘Jezus wil dat je leeft’Die jongen in het ziekenhuis, dat was Chidi. Moeder Nala werd op de hoogte gebracht door twee agenten. Maar toen ze het ziekenhuis belde, bleek haar zoon zojuist te zijn overleden. “Dat kan niet!” gilde Nala toen ze het vreselijke nieuws hoorde. “Dat kan echt niet. God heeft belooft dat Chidi prediker zou worden.” Nala stond erop dat ze doorverbonden

8 | strijdkreet

werd naar de intensive care. Uiteindelijk kreeg ze haar zin. “Zet me op de intercom,” riep ze. Normaal gesproken gebeurde dat nooit, maar nu deed de telefoniste wat de radeloze moeder van haar vroeg. “Chidi, Jezus wil dat je leeft!” klonk het luid en duidelijk in alle zalen van het ziekenhuis. Ook op de intensive care, waar ze al bezig waren de jongen af te leggen. “Chidi!” klonk het nogmaals. En tot ieders stomme verbazing opende Chidi zijn ogen en begon hij te ademen.

Hoewel de kogels nog in zijn hoofd zaten, genas hij volkomen. Maar dat betekende niet dat Chidi zijn oude leven vaarwel zei. Hij bleef verslaafd aan drugs, werd leider van een criminele bende, pleegde overvallen, zat in de vrouwenhandel en zwom in het geld. Nala begreep er niets van. Had ze God toch verkeerd begrepen? Maar die wonderbaarlijke opstanding dan…? Ze bleef bidden en vroeg God zich te houden aan Zijn belofte.

Seks, drugs en rock-’n-rollHet liep tegen kerst. Chidi had een groot feest georganiseerd in een prachtig penthouse. Het was een feest van seks, drugs en rock-’n-roll. Een van de aanwezige meisjes draaide volledig door van de drugs en wilde van het balkon springen. Dat nooit, dacht Chidi; straks krijgen we gedonder met de politie. Ik moet haar tegenhouden. Maar hoe hij en zijn vrienden ook probeerden haar op andere gedachten te brengen, het hielp niet. “Als je nu gewoon gaat zitten, krijg je geld van me,” probeerde

Chidi nog. “Rot op met je geld!” gilde het meisje en vloog weer naar het balkon. “Hier, je krijgt deze heroïne.” “Die troep hoef ik niet!” Chidi was radeloos en hief zijn hand op om haar bewusteloos te meppen. En ineens riep hij iets heel raars: “Ik wil wel voor je bidden!”

Kogels in het hoofdHet meisje keek Chidi aan en zei: “Ja, graag.” Het hielp. Ze werd helemaal rustig. Chidi moest nu wel. Ze trokken zich terug in een hoekje en Chidi bad met het meisje. De woorden kwamen vanzelf. “God, ik weet niet wat hier gebeurt, maar wilt U ons helpen?” begon hij. Tijdens dat gebed kwamen deze twee mensen bij God. En God liet hen nooit meer los. Het Licht kwam op het meest duistere moment in Chidi’s leven en veranderde alles radicaal. Het feest van de komst van het Licht in de wereld werd voor Chidi realiteit. Nala jubelde het uit: God had haar kind gered en hij was een prediker van het goede nieuws geworden.

Jaren later ontmoette een dominee uit Nederland Chidi op het vliegveld en begon een praatje. “Ik was dood, maar ik leef,” lachte de ex-gangster en vertelde zijn verhaal. “En weet je, altijd als ik op een vliegveld ben, kan ik mijn verhaal kwijt. Want als ik door de scan moet, gaat de metaaldetector af door de kogels in mijn hoofd. Die kogels zullen mij er altijd aan blijven herinneren dat God - tijdens kerst - door mij, een drugsverslaafde en crimineel, begon te spreken.”

strijdkreet | 9

Midden in het donkerste plekje van Nederland - de omgeving met de minste lichtvervuiling - woont Kees met zijn vrouw. Kees ‘ontwerpt’ al zo’n dertig jaar licht. Voor theatervoorstellingen, voor kunst, voor gebouwen, voor bruggen. Zijn studio staat vol met lampen en monitors waar ingewikkelde 3D-tekeningen op te zien zijn.

Tekst Willemijn de Jong Beeld Wendy Bos

De lichtkunstenaar

10 | strijdkreet

Wat doet een lichtontwerper?“Als lichtontwerper werk je bijvoorbeeld bij het theater. Je zorgt er samen met de dramaturg en decorontwerper voor dat het verhaal dat de regisseur wil vertellen, het beste uit de verf komt. Licht is erg belangrijk bij het uitbeelden van een verhaal. Het licht legt accenten en haalt elementen in of juist uit beeld. De lichtrichting, de aard van het licht – elke keus heeft een ander effect. Je zou kunnen zeggen dat ik het juiste licht werp op het verhaal. Met licht van onderaf wordt het toneelstuk bijvoorbeeld spookachtig, en met warm licht maak je het gezelliger dan met koud licht.”

Hoe werp je het juiste licht“Je moet letterlijk eerst het licht zien”, lacht Kees. “Momenteel wordt het nieuwe gebouw van Naturalis ontworpen. Samen met de architect kijk ik hoe, per moment van de dag, het licht binnenvalt door de bloemachtige ramen die hij heeft ontworpen. Hiervoor gebruik ik eenprogramma met zonsimulatie. Al het licht dat binnenkomt moet kloppen, passenbij het gebouw. Soms worden er tijdens de bouw nog onderdelen van het ontwerpvan een gebouw aangepast vanwege de lichtval.” Wat doet licht met de omgeving?“Licht heeft verschillende kleuren en aarden. Met kleuren bedoel ik dat het een temperatuur heeft. We noemen dat graden Kelvin. Daglicht is 6.000 graden Kelvin, kunstlicht 3.000 graden Kelvin. De aard van het licht geeft de hardheid of geslotenheid aan.” Kees doet twee spotjes aan. Het een verspreidt een zachte, wijde glans over de vloer. Het tweede spotje is fel en verlicht alleen de printer. “Kijk, de aard bepaalt dus hoe het licht valt. In een theater kun je

met strak gesneden licht precies een deur uitlichten, terwijl je met een zachtere bundel een bepaalde sfeer neerzet.” Wat doet licht met ons?Kees: “Kleur heeft niet minder effect op onszelf. Het is je misschien wel eens opgevallen: rondom de evenaar, de landen waar de zon het meeste schijnt, eet je ‘s avonds in een restaurantje met koud tl-licht boven je hoofd. In het noorden zit je onder gelig warme lampen. Dat noemen we gevoelscompensatie; hoe de kleur van het licht overdag is, bepaalt voor welke kleur kunstlicht we kiezen. De belichting in een stad is vaak warm van kleur. Het maakt het prettiger om ‘s avonds buiten op straat te zijn. Warm licht geeft je daadwerkelijk een behaaglijker gevoel.” Kees ontwerpt momenteel ook licht voor de Leidschebrug in de Amsterdamse grachtengordel. Het licht dat in het ontwerp langs de onderkant van de brug valt, noemt hij ‘strijklicht’. “Als je de brug ziet met dit licht, dat net langs de muur met al zijn groeven schijnt, valt het reliëf veel meer op. Zo komt een brug veel beter tot zijn recht. En of je je daar nu bewust van bent of niet, je vindt hem ook mooier om te zien als je ‘s nachts door het centrum van Amsterdam dwaalt. Wat overigens een aanrader is.”

strijdkreet | 11

Inspiratie voor

een winteravond

N og niets te doen op een koude winteravond? Kerst

is hét moment om je huis te versieren met allerlei soorten lampjes. En de mooiste versiering maak je zelf! Een magische sterrenhemel in de gang maak je bijvoorbeeld door een lichtsnoer strak tegen het plafond te spannen. Je oude cd’s kun je gebruiken om heel bijzondere kerstballen te maken. Met kippengaas en (buiten)verlichting creëer je feeriek gekleurde bollen voor in de tuin. En wat dacht je van een wolk van pluizige watten met een beetje lijm, waarin je ledlampjes verstopt?

12 | strijdkreet

strijdkreet | 13

Rinus de Koning (71) uit Vlaardingen leidde ‘een leven vol mislukkingen’. Dat bracht hem uiteindelijk op het idee van zelfmoord. Zijn spullen zou hij nalaten aan het Leger des Heils. Maar God greep in. “Op mijn 71e heb ik een nieuw leven gekregen en een nieuwe familie. Ik mag nu getuigen: het is nooit te laat.”

Hij heeft zijn getuigenis al klaarliggen,

geprint op anderhalve A4, voor straks

tijdens de inzegening. Vanaf dan is hij

officieel lid van de kerk en soldaat bij het Leger

des Heils. Ergens vindt hij het wel jammer dat

zijn verhaal nu al verschijnt: “Dan is de verrassing

eraf.” Maar het verhaal van Rinus de Koning is

het waard om gedeeld te worden met een groter

publiek. Het is het verhaal van een man die dacht

dat zijn leven voorbij was, maar tot het besef

kwam dat God nog iets voor hem in petto heeft.

Afwijkend gedrag‘Een aaneenschakeling van mislukkingen.’ Zo

omschrijft Rinus de Koning zijn leven. Hij

werd geboren in de hongerwinter (1944) in

Rotterdam. Zijn ouders konden nooit goed met

elkaar opschieten, zegt Rinus. “Er waren altijd

spanningen.” Dit zorgde ervoor dat Rinus op de

lagere school ‘afwijkend gedrag’ vertoonde, zoals

hij het zelf noemt. “Ik was onzeker en kroop altijd

in mijn schulp. Als een juf of meester iets tegen

mij zei, kreeg ik een rood hoofd. Mijn bijnaam

was ‘krootje’; rode biet. Ik werd flink gepest.”

Na de lagere school ging hij naar de lts. “Daar

moest ik van mijn vader mee stoppen. Hij vond

dat ik moest gaan werken. Dat heb ik toen

gedaan. Alles wat ik verdiende, moest ik bij hem

inleveren. Eerst werkte ik in de staalindustrie,

daarna op een scheepswerf waar ik een diploma

kon halen. Dat lukte helaas niet. Tijdens het

praktijkexamen zei een van de examinatoren

iets tegen mij. Ik dacht dat hij tegen mij stond

te schelden, wat achteraf niet zo bleek te zijn,

en raakte daarvan zo in de war dat ik ben

weggelopen en even verderop ben flauwgevallen.

Herkansen kon niet.”

De baas in huisZijn dienstplicht noemt hij de beste tijd van

zijn leven. “Daar heb ik de kans gekregen om

volwassen te worden en op eigen benen te staan.

Toen ik weer thuis kwam, probeerde mijn vader

mij opnieuw te onderdrukken. Op een dag stond

ik met een stoel in mijn handen om hem te slaan.

Hij schreeuwde ‘ik ben hier nog steeds de baas in

huis!’ Ik was toen 21 en heb hem gezegd dat hij

misschien de baas in huis was, maar niet meer

over mij. Ik heb de stoel weer neergezet omdat

ik het uiteindelijk niet aandurfde om hem ermee

te slaan, maar de verstandhouding is altijd slecht

Van vier hoognaar benedenTekst Jurjen Sietsema Beeld Wendy Bos

14 | strijdkreet

strijdkreet | 15

gebleven.” De onveilige situatie thuis, zijn

verlegenheid en zijn onzekerheid bleven Rinus

altijd achtervolgen. Ze hebben hem gevormd,

zegt hij. Bijna was hij getrouwd met de dochter

van iemand waar hij een tijd in de kost was.

De man vond hem echter geen goede partij

voor zijn dochter. Rinus: “Hij had een dokter

of advocaat voor haar in gedachten.” Nadat

de relatie - door tussenkomst van haar vader

- was beëindigd, braken jaren aan van grote

eenzaamheid. Hij kroop steeds verder in zijn

schulp.

KluizenaarsbestaanVia een relatiebemiddelingsbureau leerde hij

begin jaren ’90 een vrouw kennen met wie

hij trouwde. Ze scheidden negen jaar later,

omdat het niet boterde tussen hem en haar

kinderen. “Opnieuw een mislukking. Drie

jaar later raakte ik, na een dienstverband van

bijna 25 jaar, ook nog eens mijn baan kwijt

door een reorganisatie. Nog eens vier jaar

later, in 2006, overleed mijn beste vriend

aan kanker. Zijn aftakelingsproces heb ik

van dichtbij meegemaakt. Na zijn overlijden

stortte mijn wereld langzaam maar zeker

in en trok ik me nog verder terug. Ik leidde

een kluizenaarsbestaan, wantrouwde alles

en iedereen en wilde eigenlijk ook niet meer

leven.” Het omslagpunt kwam na de zelfmoord

van een alleenstaande bovenbuurman. “Hij

sprong om middernacht van de galerij van

vier hoog naar beneden. Ik zag een brancard

staan met een deken erover waar twee voeten

onderuit staken. Ik dacht: dit kan mij ook

gebeuren. Ik kreeg vreselijke nachtmerries en

slaapproblemen. Dat heeft me aan het denken

gezet.”

De NalatenschapLater dat jaar zag Rinus het programma

‘De Nalatenschap’ op tv. “Omdat ik ook had

gezien hoe de gemeentelijke reinigingsdienst

de woning van mijn buurman ontruimde -

een mensonterende gebeurtenis - besloot ik

het Leger des Heils te bellen om te praten

over mijn nalatenschap.” Trix Kruisinga,

buitendienstmedewerkster van de afdeling

Nalatenschappen, bezocht hem thuis in

Vlaardingen. “Dat gesprek was binnen een

kwartier klaar. Toen ze mij daarna vroeg

om iets over mijzelf te vertellen, heb ik mijn

levensverhaal verteld. Dat duurde drie uur.

Aan het eind van het gesprek vroeg ze of ze

met mij mocht bidden. Dat gebed was heel

emotioneel en indrukwekkend voor mij.”

Huilen als een kindMeerdere bezoeken volgden en daarmee ook de

uitnodiging om een samenkomst van het Leger

des Heils te bezoeken. “Op 16 maart 2014

ben ik gegaan. Ik heb de halve samenkomst

zitten huilen als een kind. Trix bezocht me

ook daarna nog. Bij een van haar bezoeken

voelde ik tijdens het gebed een warme energie

door mij heen stromen. Ik kan het niet goed

verklaren, maar ik weet wel dat mijn leven

daarna 180 graden is omgedraaid. Ik voelde

me vanaf dat moment niet meer somber. Nu

ben ik elke zondag bij de bijeenkomst.”

Rinus is ervan overtuigd dat hij is aangeraakt

door Gods Heilige Geest. “Zo introvert

als ik mijn hele leven was, zo extravert

ben ik nu. Ik voel me geaccepteerd in de

korpsgemeenschap, doe vrijwilligerswerk. Ik

ben als herboren. Daarom maak ik de stap

naar het heilssoldaatschap.” In december

wordt Rinus ingezegend. “Op mijn 71e heeft

God mij een nieuw leven gegeven. Toen ik in

dat grote zwarte gat zat en plannen had om

uit het leven te stappen, had ik hier nooit van

durven dromen. Maar God heeft ingegrepen en

heeft voor mij een opdracht. Door Zijn genade

mag ik nu een getuige zijn. Twijfel niet, God is

er! Dat is nu mijn boodschap. En ik mag tegen

anderen zeggen: het is nooit te laat.”

16 | strijdkreet

Regen in je soep

Tekst Willemijn de Jong Beeld Wendy Bos

Koud tl-licht valt op de natgeregende stoep voor het instroomhuis van het Leger des Heils. Een man van rond de zestig brengt op een drafje

grote zilveren soepketels van het instroomhuis naar de soepbus.“Ik vraag me af hoe druk het is vanavond, met zulk guur weer”, zegt Tris, veldwerker van de Gemeente Amsterdam. Haar collega Karlijn

knikt en huivert in haar jas.

strijdkreet | 17

Pieter, Tris en Karlijn bemannen vanavond de

soepbus van het Leger des Heils, die drie keer

per week zijn ronde doet in Amsterdam. Ze

delen soep, koffie, boterhammen en fruit uit –

voor sommige mensen in deze stad het enige

eten dat ze die dag krijgen.

CapuchonsDe bus rijdt naar de eerste ‘stop’ in Amsterdam

Noord. De miezer is veranderd in een stortbui als

de soepbus arriveert, maar er staan toch enkele

mannen onder de bomen bij het pleintje. De

capuchons van de dikke truien over hun hoofd,

handen in de zakken. “Hey”, zegt chauffeur

Pieter, al jaren vrijwilliger bij het Leger des

Heils. “Hey”, antwoorden de mannen. Ze kennen

elkaar wel, na al die jaren soepbusdienst van

Pieter, maar wisselen niet veel woorden. Het is

geen vraag waarom ze hier staan te wachten,

en ze lijken geen van allen in voor een gesprek.

Maar warme rundvleessoep, geserveerd in een

wit plastic bakje, gaat er wel in. En een tweede

portie. Een appel in de jaszak, en, vooruit, nog

eentje, als dat mag. “Niet te veel boterhammen

meegeven hoor,” zegt Tris, “anders hebben we

niet genoeg brood voor onze laatste stop, daar

is het altijd druk.”

Doperwtjes en pastasausDan komt Henk aanlopen. Grote rode jas,

bouwvakkersschoenen. Hij is minder stil dan

de mannen die hun soep zwijgend eten. “Ik

kom hier voor de gezelligheid, hoor”, maar

hij giet drie koppen soep naar binnen en één

sinaasappel is ook voor hem niet genoeg.

“Nog een voor m’n vriendin graag… Ik heb

nog doperwtjes en pastasaus hoor, ik ben niet

rijk maar ik ken wel eten.” Hij grijnst zijn nog

resterende tanden bloot in een poging zijn

woorden kracht bij te zetten. Karlijn knipoogt.

Als de mannen zijn voorzien duiken Karlijn,

Tris en Pieter de droge bus weer in. Niet te

lang wachten, de soep en de koffie worden

er niet warmer op. Terwijl de witte bus het

pleintje verlaat, verdwijnen de capuchons in het

druilende donker.

18 | strijdkreet

‘Soep helpt tegen de kou, op je huid en inje hart’

Pieter werkt een paar keer per maand op de

soepbus en elke dinsdag in opvang ‘De Haven’

in het centrum van Amsterdam. Gewoon, omdat

hij het gezellig vindt. De dames van Veldwerk

Amsterdam gebruiken de soepbus

vanwege de signaleerfunctie. Tris: “Je ziet wie

er op straat zit, kijkt of je wat voor mensen kunt

doen. Al is het maar een jas of slaapzak regelen.”

Want die liggen ook achterin de bus, net als een

stapel dekens. Dat weten de mannen; ze vragen

regelmatig om warme kleren. Er wordt ook wel

eens een ov-chipkaart of simkaart geregeld.

Hulpverlening ‘on the spot’.

OordopjesBij de volgende stop staat ook maar een

handjevol mannen. “Het is echt heel rustig. De

winteropvang is zeker weer open?”, zegt Pieter.

René staat vooraan de rij. Hij wil alleen

boterhammen. “Geef de rest maar aan die

vluchtelingen.” Dat zeggen ze vaker volgens

Karlijn. “Pas op!” gebaart ze naar een donkere

man met lang rastahaar, wiens soep gevaarlijk

klotst in het bakje. Hij blijft bewegen op de

muziek van zijn oordopjes, ook tijdens het eten.

“Het helpt tegen de kou, op je huid en in je hart”,

zegt hij in gebrekkig Engels.

Koude vingersDe laatste stop is op de Kadijk, naast een andere

organisatie die cake en koffie deelt. “Handig,

want onze koffie is tegen de tijd dat we hier zijn

meestal niet meer heel warm”, zegt Pieter. Er

staat een veel grotere groep dan bij de eerste

twee stops, maar nog steeds niet zo groot als

anders. Er zijn drie vrouwen. Enkele mannen uit

Hongarije vragen of er nog dikke jassen zijn. Die

zijn er. Tris heeft vooraf plastic zakjes om een

groot deel van de boterhammen gedaan, maar

de ‘voorverpakte’ boterhammen beginnen nu

toch snel op te raken. Dan maar een stapeltje

boterhammen met het zakje erbij. “Even zelf

het zakje eromheen doen, alsjeblieft”. Dat lukt

niet iedereen. “Ik voel mijn vingers niet, ze

zijn te koud. Kun jij het zakje voor mij doen,

mevrouw?” Dames gaan niet voor, in de rij voor

de soep. Maar bij de boterhammen eist een

dame toch haar rechten op. “Ik eet er het hele

weekend van”, zegt ze. De snelheid van haar

bewegingen lijken een versnelde versie van haar

spreektempo. Haar handen trillen en haar ogen

hebben donkere kringen, maar staan op scherp.

Als een vermoeide havik. “Ik wil deze tas vol

met boterhammen! Die Polen hier zie ik ook met

tassen vol, ik werk niet minder hard dan zij.” Ze

krijgt zes boterhammen, drie met kaas en drie

met salami. “Ik kies altijd voor mixed, een beetje

afwisseling is lekker.” Ze is blij met de soep. Er

zit veel meer vlees in dan de vorige keer.

Warm lichtpuntjeEr wordt bij deze laatste stop meer met elkaar

gekletst. Het is inmiddels droog, dat helpt.

“Het zijn vaak dezelfde mensen die hier komen.

Veel illegalen die amper Nederlands of Engels

spreken, maar ook mensen die gewoon een

huis hebben maar echt even een praatje willen,”

legt Tris uit. Waar de mannen uit Oost-Europa

slapen? “Onder de brug of in een boot. En soms,

nadat ze ons tegenkwamen bij de soepbus, in

een opvang.”

De soep, de boterhammen en het fruit zijn

op. Tijd om weer terug te rijden naar het

instroomhuis. Vanavond was een warm

lichtpuntje – het duurt een lang, koud weekend

tot het volgende kopje soep.

strijdkreet | 19

Leiden

18/12, 10:00 uur, Kerstviering

Gouda

11/12, 18:00 uur, Kaarsjesavond

18/12, Seniorenkerstfeest

Hilversum

26/12, Kerst-in

Bovenkarspel

20/12, 19:00 uur, Volkskerstzang

Almere 20/12, 19:00 uur, Kerstsing-in

met brassband, kinderkoor en

het Christmas Gospel Choir

Kerstbij het

Leger

Kerstbij het

LegerLeger

Rotterdam-oost

19/12, 16:00 uur, Buurtkerstfeest

Spijkenisse

18/12, Kerstfeest met theater

Walcheren

20/12, 16:00 uur, Kinderkerstfeest

B ij het Leger des Heils ben je van harte welkom om een kerstviering mee te maken! In veel plaatsen kun je op Eerste

en Tweede Kerstdag bovendien terecht voor gezelligheid en een kerstdiner. Kijk voor alle informatie op www.legerdesheils.nl/kerst.

20 | strijdkreet

Deventer

15/12, 11:00 uur, Seniorenkerstfeest

20/12, 16:00 uur, Kinderkerstfeest

Apeldoorn

25/12, 16:00 uur, Candlelight-viering

Breda

26/1

2, 18

:00 uu

r, Film

avon

d

met di

ner

Eindhoven

15/1

2, 19

:00 uu

r, Ker

stvier

ing vo

or

mense

n met

een v

ersta

ndeli

jke

bepe

rking

Zwolle 25/12, 11:00 uur, Kerstbrunch

Enschede 16/12, 16:00 uur, Kerstfeest voor

iedereen, met diner, theater

en kerstliederen

Leeuwarden

24/12, 19:00 uur, Musical: ‘Prinses

Sophie en een heel bijzonder

kerstfeest’ (Stadsschouwburg)

Bij Bosshardt U

rk

25/12, 19:00 uur, K

erstdiner

Bij Bosshardt E

mmeloord

25/12, Inloop m

et knutselen,

kerststukjes maken en een

kerstdiner

strijdkreet | 21

“U verspreidt veel licht,” zei de vrouw die voor mij in de rij stond. We hadden net geluisterd

naar de lezing van een arts over zijn werk in rampgebieden, en nu signeerde hij zijn boek. De arts knikte, duidelijk verlegen met de situatie, bedankte de vrouw en zette een handtekening.

Toen ik op weg naar huis nadacht over die uitspraak, trof mij de vergelijking tussen licht en een mens. De vrouw had weliswaar niet gezegd: ‘u bent een licht’, maar de opmerking raakte mij toch. Zelf hoor ik vaak de uitspraak voorbijkomen dat iemand juist géén helder licht is - meestal na een niet erg slimme daad of uitspraak. SpaarlampWe zeggen het niet vaak tegen iemand. Dat hij of zij licht verspreidt. Dat klinkt bijna alsof we iemand op een voetstuk willen zetten en daar zijn we over het algemeen niet zo van in ons nuchtere Nederland. En als we iemand dan willen vergelijken met een licht, met wat voor licht dan? Een zaklantaarn, een spaarlamp of juist een helder schijnend licht? Ik zie mijzelf niet tegen wie dan ook zeggen dat ik vind dat hij of zij een spaarlamp is, of een peertje waarvan de branduren er al bijna opzitten. Daar maak je namelijk geen vrienden mee. Licht speelt een grote rol in onze levens.

Vanaf het moment dat wij geboren worden. Als we onze ogen openen, kijken we in het licht. We kunnen niet zonder. We hebben licht nodig om te kunnen zien, om de zaken helder te krijgen. En als dat niet lukt omdat het te donker is, doen we het licht aan of pakken een zaklamp. Om ons richting te geven. Licht van de wereld“Licht is leven”, zegt de boswachter eerder in dit nummer. Mensen gedijen niet in het donker. Als ze er te lang in leven, ontstaan er gezondheidsproblemen. Licht is dus goed voor ons mensen. Wij zijn erop ‘gebouwd’. Ga maar na: als je door een lange tunnel rijdt, richt je je ogen op het eind van die tunnel. We richten ons naar het licht, naar het punt waarop het niet meer donker is. Daarom is het eigenlijk best bijzonder dat we in ons eigen leven er soms toch voor kiezen om onze donkere kant te laten spreken in bijvoorbeeld de omgang met anderen, door voor onszelf te kiezen ten koste van die ander, door de ander te negeren. Volgens de vrouw bij de signeersessie kan het ook anders. Maar hoe dan? Wat betekent dat eigenlijk, licht zijn of licht verspreiden? In de Bijbel komt de vergelijking van een mens met licht voor. In het Evangelie volgens Johannes wordt gesproken over Jezus Christus als ‘licht

Licht verspreiden

Tekst Jurjen Sietsema Beeld Shutterstock

22 | strijdkreet

van de wereld’. De evangelist zegt: “Hij is het licht dat schijnt in het donker. En het licht heeft het gewonnen van het donker.” Die laatste regel is hier van belang. Als het ergens donker is en je doet het licht aan, dan wint dat licht het van het donker. Het donker is dan letterlijk nergens meer.

Grote opruimingDat is precies wat Jezus Christus is. Het licht voor ons mensen. Hij heeft ons voorgeleefd hoe ook wij licht kunnen verspreiden. Door Hem te volgen en zijn woorden en leven als voorbeeld te nemen, verdwijnt het donker. En met dat donker bedoelen we dan onze slechte eigenschappen, onze negatieve gedachten en de dingen die wij telkens weer fout doen. Dingen die niet alleen schadelijk zijn voor onszelf, maar ook voor de mensen om ons heen. Dingen waarvan je denkt: ‘zonde eigenlijk, dat ik dat niet anders heb aangepakt’. Hoe zouden we het anders kunnen aanpakken? Misschien door ons te richten op het grootste licht dat ooit geschenen heeft: Jezus Christus. Als we hem de kans geven om onze donkere kant te beschijnen en zelf gaan zien waaruit die kant bestaat, kunnen we grote opruiming houden in onszelf. Dan verdwijnt het donker. En misschien gaan mensen dan ook tegen ons zeggen: jij verspreidt licht!

strijdkreet | 23

‘Al het leven komt van Hem. Het leven dat Hij brengt, is het licht voor de mensen. Hij is het licht dat schijnt in het donker. En het Licht heeft het gewonnen van het donker.’

Uit de Bijbel, Johannes 1 vers 4 & 5

doen wat we geloven