Strijdkreet 12
-
Upload
leger-des-heils -
Category
Documents
-
view
213 -
download
0
description
Transcript of Strijdkreet 12
redactieHoofdredactieMenno de Boer
EindredactieSuzanne Janse
Redactie | [email protected] SietsemaWillemijn de JongNathan SudmeierMarko Mellema
VormgevingNathan Sudmeier
TrafficArnoud van Roosmalen
CoverRuben Timman
reageren & abonnementenLEGER DES HEILST.A.V. REDACTIEPOSTBUS 3006, 1300 EH, ALMERERedactie | [email protected] | www.legerdesheils.nl
drukSenefelder Misset BVMercuriusstraat 357006 RK Doetinchem
strijdkreetMAGAZINE VAN HET LEGER DES HEILSStichter | William BoothInternationaal leider | Generaal André CoxLeider Nederland | Commissioner Hans van Vlietwww.legerdesheils.nl | [email protected]
© Leger des Heils 2015Het Leger des Heils is een internationale beweging en behoort tot de universele christelijke kerk. Zijn boodschap is gebaseerd op de Bijbel. Zijn dienstverlening wordt gestimuleerd door de liefde tot God. Zijn opdracht is het Evangelie van Jezus Christus te prediken en in Zijn naam menselijke nood te lenigen zonder enige vorm van discriminatie.
nr. 12
4Licht is leven
8Kerstverhaal:
De dode prediker
10De lichtkunstenaar
12Inspiratie voor een
winteravond
14Van vier hoognaar beneden
17Regen in je soep:
mee met de Soepbus
20Kerst bij het Leger
22Licht verspreiden
De vluchtelingencrisis, IS in het Midden-Oosten, bloederige aanslagen in het Westen: de wereld lijkt soms een donkere plek. Wat doen we tegen alle haat en terreur? Is er een remedie tegen het duister? Als het donker is, doe je een lamp aan. Licht zorgt dat het duister verdwijnt.
Andersom is onmogelijk. Je kunt geen duisternis gebruiken om het licht te doven. Als je dus duisternis en licht samenvoegt, wint het licht. Altijd.
strijdkreet | 3
De favoriete lichtmomenten van boswachter Evert zijn aan de randen van de dag, bij
zonsopgang en zonsondergang. “Als ik ’s avonds de zon zie ondergaan, word ik onrustig van binnen. Dan zeg ik tegen mijn vrouw: sorry, ik ben een kwartiertje weg. Dan móet ik er even bij zijn.”
Voor de foto’s bij dit gesprek is gekozen voor de
zonsondergang. Evert kent ‘zijn’ gebied op zijn
duimpje en wijst de fotograaf de plekken waar hij
moet zijn. Daar waar het dempende licht het mooist
over het vennengebied of tussen de sparren door
schijnt. Tijdens het fotograferen vliegen Nijlganzen
over die overwinteren in het gebied, en is er leven te
horen rond de dassenburcht. “De ouders gaan nu weer
op zoek naar eten voor hun jongen. Ze lopen soms wel
25 kilometer per nacht op zoek naar regenwormen,
kevers, bessen of bramen. Dassen leven ’s nachts. Ze
hebben een enorm goed ontwikkeld reukvermogen.
Daardoor hebben ze hun ogen niet zo hard nodig. Je
hebt hier ook veel uilen. Die kun je ’s avonds horen
roepen. En natuurlijk vleermuizen. Laatst telde ik er
een stuk of 130.”
Adders in de zonEvert is inmiddels achtentwintig jaar boswachter. Al
heel vroeg wist hij wat hij later wilde worden. Het
was zijn vader die hem van jongs af aan meenam de
Amsterdamse Waterleidingduinen in. Daar struinde
hij, op zoek naar nesten en eieren, ook later nog veel
rond. “Ik ben blij dat de boswachter mij daar toen niet
betrapt heeft bij de ondeugende dingen die ik deed,
zoals eieren meenemen.”
Het kantoor van Staatsbosbeheer waar Evert nu
Licht is leven
Tekst Jurjen Sietsema Beeld Ruben Timman
strijdkreet | 5
werkt, staat aan de rand van het indrukwekkende
natuurgebied ‘Hart van Drenthe’. Dat ligt ruwweg
tussen Hooghalen, Westerbork en Grolloo.
“Staatbosbeheer heeft ervoor gekozen dit gebied
weer terug te geven aan de natuur. Vroeger
werd hier hout gekapt, nu laten we het zichzelf
ontwikkelen. En dat levert prachtige beelden op.
Mooie vennen, heidegrond en prachtige bossen met
diverse boomsoorten en een rijke en gevarieerde
fauna, waaronder veel zangvogels, roofvogels en
dassen. Maar ook salamanders en adders die, als de
zon schijnt, langs de paden liggen te zonnen.”
Eindeloze bron aan beeldenBeelden. Daar is Evert, die veel fotografeert voor
Staatsbosbeheer, voortdurend naar op zoek. “In
de natuur is een eindeloze bron aan beelden te
vinden die nooit opdroogt. Ik kom nu nog steeds
dingen tegen die me niet eerder zijn opgevallen of
die ik nog nooit heb gezien. Iedere keer denk ik:
nu heb ik het mooiste plaatje geschoten dat ik ooit
heb gemaakt. En toch ontdek ik dan weer nieuwe
taferelen waar ik met open mond naar sta te kijken.”
De randen van de dag, de grenzen van licht en
donker, zijn Everts favoriete momenten buiten. “Ik
ga vaak ’s ochtends bij zonsopgang even de natuur
in. Dan voelt het alsof de wereld even van mij is.
Alles komt dan tot leven. Insecten hangen in de
struiken met dauw aan de vleugels; ze kunnen nog
niet vliegen. Er scharrelt een das door het gras
die ook denkt dat hij nog alleen is, rustig op zoek
naar eten. Er grazen reeën in het veld. Het licht
is dan wonderbaarlijk mooi en daarmee ook de
veelheid aan kleuren die je hier hebt. Door de nevel
die er over het veld hangt, is het bijna mystiek.
Fantastisch. Ik kan iedereen aanraden om eens
’s morgens bij zonsopgang te komen kijken. Je weet
niet wat je ziet.”
Elk seizoen mooi lichtDe seizoenen zijn goed zichtbaar in het bos. In
het najaar is het vaak lang bewolkt, waardoor
de zon minder te zien is. “Wij mensen zijn heel
erg gericht op de dag”, zegt Evert. “Wij hebben
het licht nodig om gezond en in balans te
blijven. Dat wij steeds meer ’s nachts actief worden,
is biologisch gezien niet helemaal de bedoeling.
Zodra de zon gaat schijnen, zie je hier dat mensen
weer komen meegenieten van de natuur. Om bij
te tanken.” Het gebrek aan licht in de herfst doet
minder met het bos dan met ons, zegt hij. “De
natuur is ontzettend flexibel. Die stelt zich daar op
in. Ik heb niet zo’n hoge pet op van waarschuwingen
als ‘er komt een koude winter aan en dat is slecht
voor de natuur’. In de praktijk zie ik daar geen
gevolgen van. Dat zijn waarschuwingen die vanuit
de menselijke emotie komen. De natuur heeft veel
meer veerkracht dan mensen denken. ‘Licht is leven’
geldt voor ons mensen en voor bomen en planten,
maar niet voor alle dieren. De wereld die je ontdekt
na zonsondergang is minstens zo fascinerend als die
bij daglicht.”
In de herfst is de reflectie van de zon op het water
bovendien fantastisch, zegt Evert. “En als er dan nog
wat nevel bijhangt, dan schijnt er een mooi diffuus
licht.” Ook de winter levert de mooiste sferen op,
vindt hij. “De contrasten worden dan wat scherper.
Ik hou van ijs en van dingen die daarin ontstaan.
Dan gaan graspolletjes één kant op hangen en daar
komt dan rijp aan. Dat is zo mooi om naar te kijken.
En je kunt er prachtige foto’s van maken.” Eigenlijk
is er qua licht in elk seizoen iets moois te beleven,
zegt de boswachter. “Als je er oog voor hebt. Het
verveelt nooit.”
Bijna mystiek lichtEvert: “In mijn leven speelt licht een grote rol. Zoals
ik al zei: het is soms bijna mystiek. Verwondering
over al dat moois hoort dan ook echt bij mij. Ik raak
niet uitgekeken. Die verwondering deel ik graag met
mensen. Ik zie wel eens mensen die wat cynisch zijn
geworden. Dan zeg ik: ga eens de natuur in en laat
je meenemen door wat je ziet, ruikt, hoort en voelt.
Er gaat een wereld voor je open.”
‘Wij mensen hebben het licht nodig om gezond en in balans te blijven’
strijdkreet | 7
De dode prediker
Tekst Onbekend - bewerking Menno de Boer Beeld Shutterstock
In een ziekenhuis in de stad werd een jongen met spoed naar de operatiekamer gereden. Twee kogelwonden in zijn hoofd en een messteek in zijn borstkas. Dokters renden af en aan en de operatielamp bescheen het uitgeteerde lichaam van een verslaafde tiener.
Dit is het verhaal van een Afrikaanse moeder Nala en haar zoon Chidi. Toen Chidi aan de drugs raakte, stortte Nala haar hart uit bij God. “Red mijn jongen”, was haar dagelijks gebed. En op een zeker moment
kreeg ze antwoord van God. “Je zoon zal prediker worden!” hoorde ze in haar hart.
‘Jezus wil dat je leeft’Die jongen in het ziekenhuis, dat was Chidi. Moeder Nala werd op de hoogte gebracht door twee agenten. Maar toen ze het ziekenhuis belde, bleek haar zoon zojuist te zijn overleden. “Dat kan niet!” gilde Nala toen ze het vreselijke nieuws hoorde. “Dat kan echt niet. God heeft belooft dat Chidi prediker zou worden.” Nala stond erop dat ze doorverbonden
8 | strijdkreet
werd naar de intensive care. Uiteindelijk kreeg ze haar zin. “Zet me op de intercom,” riep ze. Normaal gesproken gebeurde dat nooit, maar nu deed de telefoniste wat de radeloze moeder van haar vroeg. “Chidi, Jezus wil dat je leeft!” klonk het luid en duidelijk in alle zalen van het ziekenhuis. Ook op de intensive care, waar ze al bezig waren de jongen af te leggen. “Chidi!” klonk het nogmaals. En tot ieders stomme verbazing opende Chidi zijn ogen en begon hij te ademen.
Hoewel de kogels nog in zijn hoofd zaten, genas hij volkomen. Maar dat betekende niet dat Chidi zijn oude leven vaarwel zei. Hij bleef verslaafd aan drugs, werd leider van een criminele bende, pleegde overvallen, zat in de vrouwenhandel en zwom in het geld. Nala begreep er niets van. Had ze God toch verkeerd begrepen? Maar die wonderbaarlijke opstanding dan…? Ze bleef bidden en vroeg God zich te houden aan Zijn belofte.
Seks, drugs en rock-’n-rollHet liep tegen kerst. Chidi had een groot feest georganiseerd in een prachtig penthouse. Het was een feest van seks, drugs en rock-’n-roll. Een van de aanwezige meisjes draaide volledig door van de drugs en wilde van het balkon springen. Dat nooit, dacht Chidi; straks krijgen we gedonder met de politie. Ik moet haar tegenhouden. Maar hoe hij en zijn vrienden ook probeerden haar op andere gedachten te brengen, het hielp niet. “Als je nu gewoon gaat zitten, krijg je geld van me,” probeerde
Chidi nog. “Rot op met je geld!” gilde het meisje en vloog weer naar het balkon. “Hier, je krijgt deze heroïne.” “Die troep hoef ik niet!” Chidi was radeloos en hief zijn hand op om haar bewusteloos te meppen. En ineens riep hij iets heel raars: “Ik wil wel voor je bidden!”
Kogels in het hoofdHet meisje keek Chidi aan en zei: “Ja, graag.” Het hielp. Ze werd helemaal rustig. Chidi moest nu wel. Ze trokken zich terug in een hoekje en Chidi bad met het meisje. De woorden kwamen vanzelf. “God, ik weet niet wat hier gebeurt, maar wilt U ons helpen?” begon hij. Tijdens dat gebed kwamen deze twee mensen bij God. En God liet hen nooit meer los. Het Licht kwam op het meest duistere moment in Chidi’s leven en veranderde alles radicaal. Het feest van de komst van het Licht in de wereld werd voor Chidi realiteit. Nala jubelde het uit: God had haar kind gered en hij was een prediker van het goede nieuws geworden.
Jaren later ontmoette een dominee uit Nederland Chidi op het vliegveld en begon een praatje. “Ik was dood, maar ik leef,” lachte de ex-gangster en vertelde zijn verhaal. “En weet je, altijd als ik op een vliegveld ben, kan ik mijn verhaal kwijt. Want als ik door de scan moet, gaat de metaaldetector af door de kogels in mijn hoofd. Die kogels zullen mij er altijd aan blijven herinneren dat God - tijdens kerst - door mij, een drugsverslaafde en crimineel, begon te spreken.”
strijdkreet | 9
Midden in het donkerste plekje van Nederland - de omgeving met de minste lichtvervuiling - woont Kees met zijn vrouw. Kees ‘ontwerpt’ al zo’n dertig jaar licht. Voor theatervoorstellingen, voor kunst, voor gebouwen, voor bruggen. Zijn studio staat vol met lampen en monitors waar ingewikkelde 3D-tekeningen op te zien zijn.
Tekst Willemijn de Jong Beeld Wendy Bos
De lichtkunstenaar
10 | strijdkreet
Wat doet een lichtontwerper?“Als lichtontwerper werk je bijvoorbeeld bij het theater. Je zorgt er samen met de dramaturg en decorontwerper voor dat het verhaal dat de regisseur wil vertellen, het beste uit de verf komt. Licht is erg belangrijk bij het uitbeelden van een verhaal. Het licht legt accenten en haalt elementen in of juist uit beeld. De lichtrichting, de aard van het licht – elke keus heeft een ander effect. Je zou kunnen zeggen dat ik het juiste licht werp op het verhaal. Met licht van onderaf wordt het toneelstuk bijvoorbeeld spookachtig, en met warm licht maak je het gezelliger dan met koud licht.”
Hoe werp je het juiste licht“Je moet letterlijk eerst het licht zien”, lacht Kees. “Momenteel wordt het nieuwe gebouw van Naturalis ontworpen. Samen met de architect kijk ik hoe, per moment van de dag, het licht binnenvalt door de bloemachtige ramen die hij heeft ontworpen. Hiervoor gebruik ik eenprogramma met zonsimulatie. Al het licht dat binnenkomt moet kloppen, passenbij het gebouw. Soms worden er tijdens de bouw nog onderdelen van het ontwerpvan een gebouw aangepast vanwege de lichtval.” Wat doet licht met de omgeving?“Licht heeft verschillende kleuren en aarden. Met kleuren bedoel ik dat het een temperatuur heeft. We noemen dat graden Kelvin. Daglicht is 6.000 graden Kelvin, kunstlicht 3.000 graden Kelvin. De aard van het licht geeft de hardheid of geslotenheid aan.” Kees doet twee spotjes aan. Het een verspreidt een zachte, wijde glans over de vloer. Het tweede spotje is fel en verlicht alleen de printer. “Kijk, de aard bepaalt dus hoe het licht valt. In een theater kun je
met strak gesneden licht precies een deur uitlichten, terwijl je met een zachtere bundel een bepaalde sfeer neerzet.” Wat doet licht met ons?Kees: “Kleur heeft niet minder effect op onszelf. Het is je misschien wel eens opgevallen: rondom de evenaar, de landen waar de zon het meeste schijnt, eet je ‘s avonds in een restaurantje met koud tl-licht boven je hoofd. In het noorden zit je onder gelig warme lampen. Dat noemen we gevoelscompensatie; hoe de kleur van het licht overdag is, bepaalt voor welke kleur kunstlicht we kiezen. De belichting in een stad is vaak warm van kleur. Het maakt het prettiger om ‘s avonds buiten op straat te zijn. Warm licht geeft je daadwerkelijk een behaaglijker gevoel.” Kees ontwerpt momenteel ook licht voor de Leidschebrug in de Amsterdamse grachtengordel. Het licht dat in het ontwerp langs de onderkant van de brug valt, noemt hij ‘strijklicht’. “Als je de brug ziet met dit licht, dat net langs de muur met al zijn groeven schijnt, valt het reliëf veel meer op. Zo komt een brug veel beter tot zijn recht. En of je je daar nu bewust van bent of niet, je vindt hem ook mooier om te zien als je ‘s nachts door het centrum van Amsterdam dwaalt. Wat overigens een aanrader is.”
strijdkreet | 11
Inspiratie voor
een winteravond
N og niets te doen op een koude winteravond? Kerst
is hét moment om je huis te versieren met allerlei soorten lampjes. En de mooiste versiering maak je zelf! Een magische sterrenhemel in de gang maak je bijvoorbeeld door een lichtsnoer strak tegen het plafond te spannen. Je oude cd’s kun je gebruiken om heel bijzondere kerstballen te maken. Met kippengaas en (buiten)verlichting creëer je feeriek gekleurde bollen voor in de tuin. En wat dacht je van een wolk van pluizige watten met een beetje lijm, waarin je ledlampjes verstopt?
12 | strijdkreet
Rinus de Koning (71) uit Vlaardingen leidde ‘een leven vol mislukkingen’. Dat bracht hem uiteindelijk op het idee van zelfmoord. Zijn spullen zou hij nalaten aan het Leger des Heils. Maar God greep in. “Op mijn 71e heb ik een nieuw leven gekregen en een nieuwe familie. Ik mag nu getuigen: het is nooit te laat.”
Hij heeft zijn getuigenis al klaarliggen,
geprint op anderhalve A4, voor straks
tijdens de inzegening. Vanaf dan is hij
officieel lid van de kerk en soldaat bij het Leger
des Heils. Ergens vindt hij het wel jammer dat
zijn verhaal nu al verschijnt: “Dan is de verrassing
eraf.” Maar het verhaal van Rinus de Koning is
het waard om gedeeld te worden met een groter
publiek. Het is het verhaal van een man die dacht
dat zijn leven voorbij was, maar tot het besef
kwam dat God nog iets voor hem in petto heeft.
Afwijkend gedrag‘Een aaneenschakeling van mislukkingen.’ Zo
omschrijft Rinus de Koning zijn leven. Hij
werd geboren in de hongerwinter (1944) in
Rotterdam. Zijn ouders konden nooit goed met
elkaar opschieten, zegt Rinus. “Er waren altijd
spanningen.” Dit zorgde ervoor dat Rinus op de
lagere school ‘afwijkend gedrag’ vertoonde, zoals
hij het zelf noemt. “Ik was onzeker en kroop altijd
in mijn schulp. Als een juf of meester iets tegen
mij zei, kreeg ik een rood hoofd. Mijn bijnaam
was ‘krootje’; rode biet. Ik werd flink gepest.”
Na de lagere school ging hij naar de lts. “Daar
moest ik van mijn vader mee stoppen. Hij vond
dat ik moest gaan werken. Dat heb ik toen
gedaan. Alles wat ik verdiende, moest ik bij hem
inleveren. Eerst werkte ik in de staalindustrie,
daarna op een scheepswerf waar ik een diploma
kon halen. Dat lukte helaas niet. Tijdens het
praktijkexamen zei een van de examinatoren
iets tegen mij. Ik dacht dat hij tegen mij stond
te schelden, wat achteraf niet zo bleek te zijn,
en raakte daarvan zo in de war dat ik ben
weggelopen en even verderop ben flauwgevallen.
Herkansen kon niet.”
De baas in huisZijn dienstplicht noemt hij de beste tijd van
zijn leven. “Daar heb ik de kans gekregen om
volwassen te worden en op eigen benen te staan.
Toen ik weer thuis kwam, probeerde mijn vader
mij opnieuw te onderdrukken. Op een dag stond
ik met een stoel in mijn handen om hem te slaan.
Hij schreeuwde ‘ik ben hier nog steeds de baas in
huis!’ Ik was toen 21 en heb hem gezegd dat hij
misschien de baas in huis was, maar niet meer
over mij. Ik heb de stoel weer neergezet omdat
ik het uiteindelijk niet aandurfde om hem ermee
te slaan, maar de verstandhouding is altijd slecht
Van vier hoognaar benedenTekst Jurjen Sietsema Beeld Wendy Bos
14 | strijdkreet
gebleven.” De onveilige situatie thuis, zijn
verlegenheid en zijn onzekerheid bleven Rinus
altijd achtervolgen. Ze hebben hem gevormd,
zegt hij. Bijna was hij getrouwd met de dochter
van iemand waar hij een tijd in de kost was.
De man vond hem echter geen goede partij
voor zijn dochter. Rinus: “Hij had een dokter
of advocaat voor haar in gedachten.” Nadat
de relatie - door tussenkomst van haar vader
- was beëindigd, braken jaren aan van grote
eenzaamheid. Hij kroop steeds verder in zijn
schulp.
KluizenaarsbestaanVia een relatiebemiddelingsbureau leerde hij
begin jaren ’90 een vrouw kennen met wie
hij trouwde. Ze scheidden negen jaar later,
omdat het niet boterde tussen hem en haar
kinderen. “Opnieuw een mislukking. Drie
jaar later raakte ik, na een dienstverband van
bijna 25 jaar, ook nog eens mijn baan kwijt
door een reorganisatie. Nog eens vier jaar
later, in 2006, overleed mijn beste vriend
aan kanker. Zijn aftakelingsproces heb ik
van dichtbij meegemaakt. Na zijn overlijden
stortte mijn wereld langzaam maar zeker
in en trok ik me nog verder terug. Ik leidde
een kluizenaarsbestaan, wantrouwde alles
en iedereen en wilde eigenlijk ook niet meer
leven.” Het omslagpunt kwam na de zelfmoord
van een alleenstaande bovenbuurman. “Hij
sprong om middernacht van de galerij van
vier hoog naar beneden. Ik zag een brancard
staan met een deken erover waar twee voeten
onderuit staken. Ik dacht: dit kan mij ook
gebeuren. Ik kreeg vreselijke nachtmerries en
slaapproblemen. Dat heeft me aan het denken
gezet.”
De NalatenschapLater dat jaar zag Rinus het programma
‘De Nalatenschap’ op tv. “Omdat ik ook had
gezien hoe de gemeentelijke reinigingsdienst
de woning van mijn buurman ontruimde -
een mensonterende gebeurtenis - besloot ik
het Leger des Heils te bellen om te praten
over mijn nalatenschap.” Trix Kruisinga,
buitendienstmedewerkster van de afdeling
Nalatenschappen, bezocht hem thuis in
Vlaardingen. “Dat gesprek was binnen een
kwartier klaar. Toen ze mij daarna vroeg
om iets over mijzelf te vertellen, heb ik mijn
levensverhaal verteld. Dat duurde drie uur.
Aan het eind van het gesprek vroeg ze of ze
met mij mocht bidden. Dat gebed was heel
emotioneel en indrukwekkend voor mij.”
Huilen als een kindMeerdere bezoeken volgden en daarmee ook de
uitnodiging om een samenkomst van het Leger
des Heils te bezoeken. “Op 16 maart 2014
ben ik gegaan. Ik heb de halve samenkomst
zitten huilen als een kind. Trix bezocht me
ook daarna nog. Bij een van haar bezoeken
voelde ik tijdens het gebed een warme energie
door mij heen stromen. Ik kan het niet goed
verklaren, maar ik weet wel dat mijn leven
daarna 180 graden is omgedraaid. Ik voelde
me vanaf dat moment niet meer somber. Nu
ben ik elke zondag bij de bijeenkomst.”
Rinus is ervan overtuigd dat hij is aangeraakt
door Gods Heilige Geest. “Zo introvert
als ik mijn hele leven was, zo extravert
ben ik nu. Ik voel me geaccepteerd in de
korpsgemeenschap, doe vrijwilligerswerk. Ik
ben als herboren. Daarom maak ik de stap
naar het heilssoldaatschap.” In december
wordt Rinus ingezegend. “Op mijn 71e heeft
God mij een nieuw leven gegeven. Toen ik in
dat grote zwarte gat zat en plannen had om
uit het leven te stappen, had ik hier nooit van
durven dromen. Maar God heeft ingegrepen en
heeft voor mij een opdracht. Door Zijn genade
mag ik nu een getuige zijn. Twijfel niet, God is
er! Dat is nu mijn boodschap. En ik mag tegen
anderen zeggen: het is nooit te laat.”
16 | strijdkreet
Regen in je soep
Tekst Willemijn de Jong Beeld Wendy Bos
Koud tl-licht valt op de natgeregende stoep voor het instroomhuis van het Leger des Heils. Een man van rond de zestig brengt op een drafje
grote zilveren soepketels van het instroomhuis naar de soepbus.“Ik vraag me af hoe druk het is vanavond, met zulk guur weer”, zegt Tris, veldwerker van de Gemeente Amsterdam. Haar collega Karlijn
knikt en huivert in haar jas.
strijdkreet | 17
Pieter, Tris en Karlijn bemannen vanavond de
soepbus van het Leger des Heils, die drie keer
per week zijn ronde doet in Amsterdam. Ze
delen soep, koffie, boterhammen en fruit uit –
voor sommige mensen in deze stad het enige
eten dat ze die dag krijgen.
CapuchonsDe bus rijdt naar de eerste ‘stop’ in Amsterdam
Noord. De miezer is veranderd in een stortbui als
de soepbus arriveert, maar er staan toch enkele
mannen onder de bomen bij het pleintje. De
capuchons van de dikke truien over hun hoofd,
handen in de zakken. “Hey”, zegt chauffeur
Pieter, al jaren vrijwilliger bij het Leger des
Heils. “Hey”, antwoorden de mannen. Ze kennen
elkaar wel, na al die jaren soepbusdienst van
Pieter, maar wisselen niet veel woorden. Het is
geen vraag waarom ze hier staan te wachten,
en ze lijken geen van allen in voor een gesprek.
Maar warme rundvleessoep, geserveerd in een
wit plastic bakje, gaat er wel in. En een tweede
portie. Een appel in de jaszak, en, vooruit, nog
eentje, als dat mag. “Niet te veel boterhammen
meegeven hoor,” zegt Tris, “anders hebben we
niet genoeg brood voor onze laatste stop, daar
is het altijd druk.”
Doperwtjes en pastasausDan komt Henk aanlopen. Grote rode jas,
bouwvakkersschoenen. Hij is minder stil dan
de mannen die hun soep zwijgend eten. “Ik
kom hier voor de gezelligheid, hoor”, maar
hij giet drie koppen soep naar binnen en één
sinaasappel is ook voor hem niet genoeg.
“Nog een voor m’n vriendin graag… Ik heb
nog doperwtjes en pastasaus hoor, ik ben niet
rijk maar ik ken wel eten.” Hij grijnst zijn nog
resterende tanden bloot in een poging zijn
woorden kracht bij te zetten. Karlijn knipoogt.
Als de mannen zijn voorzien duiken Karlijn,
Tris en Pieter de droge bus weer in. Niet te
lang wachten, de soep en de koffie worden
er niet warmer op. Terwijl de witte bus het
pleintje verlaat, verdwijnen de capuchons in het
druilende donker.
18 | strijdkreet
‘Soep helpt tegen de kou, op je huid en inje hart’
Pieter werkt een paar keer per maand op de
soepbus en elke dinsdag in opvang ‘De Haven’
in het centrum van Amsterdam. Gewoon, omdat
hij het gezellig vindt. De dames van Veldwerk
Amsterdam gebruiken de soepbus
vanwege de signaleerfunctie. Tris: “Je ziet wie
er op straat zit, kijkt of je wat voor mensen kunt
doen. Al is het maar een jas of slaapzak regelen.”
Want die liggen ook achterin de bus, net als een
stapel dekens. Dat weten de mannen; ze vragen
regelmatig om warme kleren. Er wordt ook wel
eens een ov-chipkaart of simkaart geregeld.
Hulpverlening ‘on the spot’.
OordopjesBij de volgende stop staat ook maar een
handjevol mannen. “Het is echt heel rustig. De
winteropvang is zeker weer open?”, zegt Pieter.
René staat vooraan de rij. Hij wil alleen
boterhammen. “Geef de rest maar aan die
vluchtelingen.” Dat zeggen ze vaker volgens
Karlijn. “Pas op!” gebaart ze naar een donkere
man met lang rastahaar, wiens soep gevaarlijk
klotst in het bakje. Hij blijft bewegen op de
muziek van zijn oordopjes, ook tijdens het eten.
“Het helpt tegen de kou, op je huid en in je hart”,
zegt hij in gebrekkig Engels.
Koude vingersDe laatste stop is op de Kadijk, naast een andere
organisatie die cake en koffie deelt. “Handig,
want onze koffie is tegen de tijd dat we hier zijn
meestal niet meer heel warm”, zegt Pieter. Er
staat een veel grotere groep dan bij de eerste
twee stops, maar nog steeds niet zo groot als
anders. Er zijn drie vrouwen. Enkele mannen uit
Hongarije vragen of er nog dikke jassen zijn. Die
zijn er. Tris heeft vooraf plastic zakjes om een
groot deel van de boterhammen gedaan, maar
de ‘voorverpakte’ boterhammen beginnen nu
toch snel op te raken. Dan maar een stapeltje
boterhammen met het zakje erbij. “Even zelf
het zakje eromheen doen, alsjeblieft”. Dat lukt
niet iedereen. “Ik voel mijn vingers niet, ze
zijn te koud. Kun jij het zakje voor mij doen,
mevrouw?” Dames gaan niet voor, in de rij voor
de soep. Maar bij de boterhammen eist een
dame toch haar rechten op. “Ik eet er het hele
weekend van”, zegt ze. De snelheid van haar
bewegingen lijken een versnelde versie van haar
spreektempo. Haar handen trillen en haar ogen
hebben donkere kringen, maar staan op scherp.
Als een vermoeide havik. “Ik wil deze tas vol
met boterhammen! Die Polen hier zie ik ook met
tassen vol, ik werk niet minder hard dan zij.” Ze
krijgt zes boterhammen, drie met kaas en drie
met salami. “Ik kies altijd voor mixed, een beetje
afwisseling is lekker.” Ze is blij met de soep. Er
zit veel meer vlees in dan de vorige keer.
Warm lichtpuntjeEr wordt bij deze laatste stop meer met elkaar
gekletst. Het is inmiddels droog, dat helpt.
“Het zijn vaak dezelfde mensen die hier komen.
Veel illegalen die amper Nederlands of Engels
spreken, maar ook mensen die gewoon een
huis hebben maar echt even een praatje willen,”
legt Tris uit. Waar de mannen uit Oost-Europa
slapen? “Onder de brug of in een boot. En soms,
nadat ze ons tegenkwamen bij de soepbus, in
een opvang.”
De soep, de boterhammen en het fruit zijn
op. Tijd om weer terug te rijden naar het
instroomhuis. Vanavond was een warm
lichtpuntje – het duurt een lang, koud weekend
tot het volgende kopje soep.
strijdkreet | 19
Leiden
18/12, 10:00 uur, Kerstviering
Gouda
11/12, 18:00 uur, Kaarsjesavond
18/12, Seniorenkerstfeest
Hilversum
26/12, Kerst-in
Bovenkarspel
20/12, 19:00 uur, Volkskerstzang
Almere 20/12, 19:00 uur, Kerstsing-in
met brassband, kinderkoor en
het Christmas Gospel Choir
Kerstbij het
Leger
Kerstbij het
LegerLeger
Rotterdam-oost
19/12, 16:00 uur, Buurtkerstfeest
Spijkenisse
18/12, Kerstfeest met theater
Walcheren
20/12, 16:00 uur, Kinderkerstfeest
B ij het Leger des Heils ben je van harte welkom om een kerstviering mee te maken! In veel plaatsen kun je op Eerste
en Tweede Kerstdag bovendien terecht voor gezelligheid en een kerstdiner. Kijk voor alle informatie op www.legerdesheils.nl/kerst.
20 | strijdkreet
Deventer
15/12, 11:00 uur, Seniorenkerstfeest
20/12, 16:00 uur, Kinderkerstfeest
Apeldoorn
25/12, 16:00 uur, Candlelight-viering
Breda
26/1
2, 18
:00 uu
r, Film
avon
d
met di
ner
Eindhoven
15/1
2, 19
:00 uu
r, Ker
stvier
ing vo
or
mense
n met
een v
ersta
ndeli
jke
bepe
rking
Zwolle 25/12, 11:00 uur, Kerstbrunch
Enschede 16/12, 16:00 uur, Kerstfeest voor
iedereen, met diner, theater
en kerstliederen
Leeuwarden
24/12, 19:00 uur, Musical: ‘Prinses
Sophie en een heel bijzonder
kerstfeest’ (Stadsschouwburg)
Bij Bosshardt U
rk
25/12, 19:00 uur, K
erstdiner
Bij Bosshardt E
mmeloord
25/12, Inloop m
et knutselen,
kerststukjes maken en een
kerstdiner
strijdkreet | 21
“U verspreidt veel licht,” zei de vrouw die voor mij in de rij stond. We hadden net geluisterd
naar de lezing van een arts over zijn werk in rampgebieden, en nu signeerde hij zijn boek. De arts knikte, duidelijk verlegen met de situatie, bedankte de vrouw en zette een handtekening.
Toen ik op weg naar huis nadacht over die uitspraak, trof mij de vergelijking tussen licht en een mens. De vrouw had weliswaar niet gezegd: ‘u bent een licht’, maar de opmerking raakte mij toch. Zelf hoor ik vaak de uitspraak voorbijkomen dat iemand juist géén helder licht is - meestal na een niet erg slimme daad of uitspraak. SpaarlampWe zeggen het niet vaak tegen iemand. Dat hij of zij licht verspreidt. Dat klinkt bijna alsof we iemand op een voetstuk willen zetten en daar zijn we over het algemeen niet zo van in ons nuchtere Nederland. En als we iemand dan willen vergelijken met een licht, met wat voor licht dan? Een zaklantaarn, een spaarlamp of juist een helder schijnend licht? Ik zie mijzelf niet tegen wie dan ook zeggen dat ik vind dat hij of zij een spaarlamp is, of een peertje waarvan de branduren er al bijna opzitten. Daar maak je namelijk geen vrienden mee. Licht speelt een grote rol in onze levens.
Vanaf het moment dat wij geboren worden. Als we onze ogen openen, kijken we in het licht. We kunnen niet zonder. We hebben licht nodig om te kunnen zien, om de zaken helder te krijgen. En als dat niet lukt omdat het te donker is, doen we het licht aan of pakken een zaklamp. Om ons richting te geven. Licht van de wereld“Licht is leven”, zegt de boswachter eerder in dit nummer. Mensen gedijen niet in het donker. Als ze er te lang in leven, ontstaan er gezondheidsproblemen. Licht is dus goed voor ons mensen. Wij zijn erop ‘gebouwd’. Ga maar na: als je door een lange tunnel rijdt, richt je je ogen op het eind van die tunnel. We richten ons naar het licht, naar het punt waarop het niet meer donker is. Daarom is het eigenlijk best bijzonder dat we in ons eigen leven er soms toch voor kiezen om onze donkere kant te laten spreken in bijvoorbeeld de omgang met anderen, door voor onszelf te kiezen ten koste van die ander, door de ander te negeren. Volgens de vrouw bij de signeersessie kan het ook anders. Maar hoe dan? Wat betekent dat eigenlijk, licht zijn of licht verspreiden? In de Bijbel komt de vergelijking van een mens met licht voor. In het Evangelie volgens Johannes wordt gesproken over Jezus Christus als ‘licht
Licht verspreiden
Tekst Jurjen Sietsema Beeld Shutterstock
22 | strijdkreet
van de wereld’. De evangelist zegt: “Hij is het licht dat schijnt in het donker. En het licht heeft het gewonnen van het donker.” Die laatste regel is hier van belang. Als het ergens donker is en je doet het licht aan, dan wint dat licht het van het donker. Het donker is dan letterlijk nergens meer.
Grote opruimingDat is precies wat Jezus Christus is. Het licht voor ons mensen. Hij heeft ons voorgeleefd hoe ook wij licht kunnen verspreiden. Door Hem te volgen en zijn woorden en leven als voorbeeld te nemen, verdwijnt het donker. En met dat donker bedoelen we dan onze slechte eigenschappen, onze negatieve gedachten en de dingen die wij telkens weer fout doen. Dingen die niet alleen schadelijk zijn voor onszelf, maar ook voor de mensen om ons heen. Dingen waarvan je denkt: ‘zonde eigenlijk, dat ik dat niet anders heb aangepakt’. Hoe zouden we het anders kunnen aanpakken? Misschien door ons te richten op het grootste licht dat ooit geschenen heeft: Jezus Christus. Als we hem de kans geven om onze donkere kant te beschijnen en zelf gaan zien waaruit die kant bestaat, kunnen we grote opruiming houden in onszelf. Dan verdwijnt het donker. En misschien gaan mensen dan ook tegen ons zeggen: jij verspreidt licht!
strijdkreet | 23