Strategisch beïnvloeden in veranderprocessen Joris …...gedragsverandering in organisaties niet...
Transcript of Strategisch beïnvloeden in veranderprocessen Joris …...gedragsverandering in organisaties niet...
1
Stakeholdermanagement
Strategisch beïnvloeden in
veranderprocessen
Joris de Bie (Berenschot)
Frank Wijnands (WUR)
2
1. Voorwoord 3
2. Uitdagingen in verandertrajecten 4
2.1 Het probleem is van niemand 4
2.2 Mislukken van verbeterprogramma’s 4
2.3 Bezuinigingen en decentralisaties 4
2.4 Maatschappelijke vraagstukken zonder doorzettingsmacht 4
2.5 Ondoorzichtig krachtenveld 5
3. Verandertheorie 6
3.1 Wat is een Verandertheorie? 6
3.2 Het belang van een Verandertheorie? 6
3.3 De resultaten van een Verandertheorie 9
4. Stakeholdermanagement in vogelvlucht 10
4.1 Wat is een stakeholder? 10
4.2 Wat is stakeholdermanagement? 11
4.3 Karakteristieken van stakeholdermanagement 12
4.4 Opbrengst van stakeholdermanagement 13
4.5 De drie fasen van stakeholdermanagement 15
4.6 Welke vaardigheden zijn nodig? 15
5. Hoe werkt stakeholdermanagement? 17
5.1 Van stakeholderanalyse naar stakeholderenrollment 17
5.2 Strategische focus van de stakeholdermanager 19
5.3 Informfase: invloed krijgen bij relevante stakeholders 20
5.4 Informfase: stappenplan 23
5.5 Consultfase: beïnvloeden van relevante stakeholders 25
5.6 Consultfase: stappenplan 30
5.7 Collaboratefase: invloed afstaan aan relevante stakeholders 35
5.8 Collaboratefase: stappenplan 37
5.9 Afronding van stakeholdermanagement 41
3
1. Voorwoord
De wereld van organisaties is in verandering. Steeds vaker moeten veranderingen gerealiseerd
worden over afdelings-en organisatiegrenzen heen, met stakeholders die allemaal een stukje
van de puzzel hebben om de verandering te doen slagen in de keten.
Als het gaat om economische groei, concurrentievoordeel, duurzaamheidsdoelen,
maatschappelijke belangen meenemen in de product en dienstverlening, doorlooptijdverkorting,
kwaliteitsverbetering, minder verspilling en meer toegevoegde waarde voor de klant via continue
procesverbetering, en marktregulering, is het eenzijdig afdwingen van gewenste
gedragsverandering in organisaties niet meer van deze tijd. Actoren gaan zich steeds meer
oriënteren op de afhankelijkheidsrelaties die we dienen te ontwikkelen richting een
netwerkmaatschappij, iets waar grote en kleine organisaties op dit moment mee worstelen.
Door aan te haken bij belangen van betrokken partijen en gestructureerd stakeholders mee te
nemen in noodzakelijke veranderingen en bijbehorend gewenst gedrag, is er sprake van invloed
uitoefenen, regie voeren en actief coördineren van gewenste manieren van werken. Dit vanuit
een vooraf gedefinieerd common purpose om daarbinnen de eigen invloed uit te oefenen in het
actuele krachtenveld dat voortdurend in beweging is.
In dit boek wordt de Stakeholder Management Methode uiteengezet die handen en voeten kan
geven aan veranderuitdagingen die alleen met een bijdrage van meerdere specifieke partijen
gerealiseerd kunnen worden. De in dit boek beschreven methode heb ik in samenwerking met
Wageningen University (WUR) in de persoon van Frank Wijnands in de praktijk beproefd. De
methode heeft tastbare resultaten opgeleverd als schonere waterbronnen en behaalde
milieunormen die in de land- en tuinbouwsector van belang zijn, gericht op de common purpose
om toekomstig telen veilig te stellen (license to operate mandaat rondom duurzaam
ondernemen). Dit door stakeholders binnen de agrarische industrie in Nederland actief te
betrekken bij het verbeteren en vernieuwen van werkprocessen in de keten.
In dit boek wordt verslag gedaan van een aantal concrete stakeholder casussen waarbij
projectgroep Telen met Toekomst van de WUR best practices vanuit de wetenschap
praktijkgericht heeft weten door te vertalen voor en in samenwerking met telers. Dit is gelukt
door stakeholders samen te brengen en de in dit boek beschreven methode van expliciteren van
belangen toe te passen. Met als resultaat het doorvoeren van nieuwe oplossingen voor
innovatieve toekomstige en vooral duurzame teelmethoden goed voor mens en milieu!
Drs. Joris de Bie
4
2. Uitdagingen in verandertrajecten
2.1 Het probleem is van niemand
U bevindt zich in een situatie waarin iedereen het probleem erkent, maar niemand in beweging
komt. Geen van de betrokken partijen voelt de verantwoordelijkheid om iets te gaan doen.
Bovendien is er veel ruimte om anderen de schuld te geven. Een complicerende factor is dat
niemand de doorzettingsmacht heeft om de impasse te doorbreken. Hoe creëer je urgentie bij
partijen om in beweging te komen?
2.2 Mislukken van verbeterprogramma’s
U herkent het wel in uw organisatie. Het ene na het andere verbeterprogramma wordt
geïntroduceerd. Ze schieten als paddenstoelen uit de grond en hebben flitsende namen, maar
uiteindelijk maar een beperkt effect. Hoe is dit mogelijk? Iedereen erkent het probleem, deelt de
probleemanalyse en de oplossingsrichting, maar desondanks is het effect minimaal. In de
werkelijkheid verandert er niets. Hoe zorg je dat stakeholders verantwoordelijkheid gaan nemen
voor de problemen in de organisatie?
2.3 Bezuinigingen en decentralisaties
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning, de
Participatiewet en de jeugdzorgvoorziening. Tegelijk moeten gemeenten bezuinigen. Naast de
veranderende taak van de gemeenten zelf worden veel andere partijen door de decentralisaties en
bezuinigingen geraakt. Voor de bestaande (zorg)organisaties die deze taken nu uitvoeren, staat
opeens hun bestaansrecht op het spel. Vroeger ging het over het professionele kader, nu gaat het
vooral over geld. Zij worden gevangen in het spel dat zij niet gewend zijn om te spelen. Zij moeten
hun positie weer zien veilig te stellen. Hoe zorg je dat je weet wie de belangrijkste stakeholders zijn
en wat hun belangen zijn?
2.4 Maatschappelijke vraagstukken zonder doorzettingsmacht
Een voorbeeld van een netwerkomgeving is de wijkaanpak, waarin gemeente, woningcorporaties,
projectontwikkelaars, politie, jongerenwerk, schuldhulpverlening en andere partijen samen moeten
werken om problemen in een wijk (zowel fysiek als sociaal) effectief aan te pakken. Er is immers
geen enkele partij die haar wil kan opleggen aan andere partijen wier medewerking ook
noodzakelijk is voor doelgericht handelen. Hoe zorg je dat relevante partijen zich vrijwillig
committeren aan een bepaald doel en zich laten aanspreken op hun bijdrage aan het
verwezenlijken ervan?
5
2.5 Ondoorzichtig krachtenveld
Veel organisaties hebben geen zicht op het krachtenveld waarin zij zich bevinden. Zij werken vooral
van binnen naar buiten. Wat is onze visie en hoe kunnen we die uitdragen? Ze vergeten dat ze
onderdeel zijn van een groter geheel. De belangen van de belangrijkste stakeholders zijn dus niet in
beeld. Deze organisaties zijn niet in staat om coalities te vormen en het eigen belang te borgen of
een hefboom te creëren door eigen initiatieven te verbinden met initiatieven van belangrijke
stakeholders. Hier liggen veel kansen door met deze stakeholders in contact te komen én te blijven.
Hoe breng je het krachtenveld in kaart en kun je belangen met elkaar verbinden?
Samengevat: dit boek geeft handvatten voor het aanpakken van de uitdagingen om verandering
effectief te begeleiden.
6
3. Verandertheorie
In dit hoofdstuk wordt de verandertheorie beschreven. Wat is het? Waarom is het van belang? En
wat levert het op?
3.1 Wat is de verandertheorie?
De verandertheorie beschrijft de gewenste verandering, de noodzakelijke tussenstappen, de
‘veranderroute’ per tussenstap en de succesindicatoren.
De functie van de verandertheorie is om op gezette tijden te controleren of de stakeholdermanager
nog op de route naar verandering zit. De veranderopgave in een verandertraject is immers vaak
groot. Voor een overzicht van het totaal, over langere tijdseenheden heen, werkt de verandertheorie
als spoorboekje. Op die manier kan de stakeholdermanager vaststellen waar hij zich inmiddels
bevindt in deze immense veranderopgave. Om stakeholdermanagement in het grote geheel van de
veranderopgave goed te kunnen inbedden, dient de stakeholdermanager te vertrekken vanuit een
helder geformuleerde verandertheorie.
3.2 Het belang van een verandertheorie
Het formuleren van een verandertheorie is belangrijk bij het doorvoeren van grote veranderingen.
Een goed geformuleerde verandertheorie geeft onder meer zicht op het totale verandertraject en de
aannames die de stakeholdermanager daarbij heeft gedaan. Daarnaast maakt het expliciteren van
een verandertheorie zichtbaar welke stappen er in welke volgorde gezet dienen te worden, inclusief
de achterliggende redenen waarom dat moet gebeuren, om het hogere doel (het langetermijndoel)
te bereiken.
Een verandertheorie werkt als een masterplan voor het hogere doel. Het helpt de
stakeholdermanager op de volgende zeven manieren:
Visie op succes Benodigde en
voorwaardelijke tussenstappen
Veranderroutes Succesindicatoren
7
1. Inzicht krijgen in hoe grote sociale veranderingen verlopen en wat er voor nodig is. Een
waarschijnlijke verandertheorie helpt stakeholdermanagers en organisaties te begrijpen hoe hun
werk, relaties en acties bijdragen aan complexe, sociale, langetermijnveranderingen. Een goed
ingevoerde verandertheorie biedt een helder raamwerk waarin stakeholdermanagers al hun
activiteiten kunnen plaatsen. De stakeholdermanagers kunnen de moeilijkheden en de
uitdagingen die opduiken zodra zij met hun aanpak bezig gaan door de verandertheorie beter
plaatsen in het grote geheel.
2. Overzicht houden waar een stakeholdermanager mee bezig is. Dit is nodig om de samenhang
van een groot aantal factoren te behappen en een voorwaardelijkheid aan te brengen. Elk groot
verandertraject kent een veelheid aan factoren die de grote gewenste sociale verandering
kunnen helpen en kunnen frustreren. Een goede verandertheorie maakt inzichtelijk waaraan
gewerkt dient te worden tijdens het veranderproces. Tevens wordt expliciet of de energie die in
het veranderproces gestoken wordt, gericht blijft op het langetermijndoel. Een goed uitgekiende
verandertheorie helpt om het overzicht te behouden en de context te kunnen blijven aangeven
waar men mee bezig is.
3. Een gezamenlijke visie ontwikkelen. Met het expliciteren ontwikkelt zich een gezamenlijke taal
waarmee de verandering verwoord wordt. Men kan ideeën delen en tot een gezamenlijke visie
komen. De verandering gaat uit de hoofden van de stakeholdermanagers en wordt de grondstof
van de veranderaanpak. Visie kan gezamenlijk met betrokken stakeholders worden ontwikkeld.
De verwoording zorgt voor een gezamenlijk kader (zingeving!) rond de verandering, waarin de
te bewandelen wegen zijn opgenomen, evenals alle aannames hieromtrent. Tevens geeft de
verwoording een antwoord op het waarom van elke te bewandelen weg. Dit is van belang voor
het behoud van een gezamenlijke visie.
4. Verantwoording afleggen wat een stakeholder waarom gaat doen. Door de verandertheorie kan
een stakeholdermanager op elk moment expliciet verwoorden wat hij waarom gaat doen.
Aannames worden verwoord. Door deze veranderaanpak via de verandertheorie dient iedere
stakeholdermanager zijn basisaannames te verwoorden over de vraag wat voorwaardelijke
(tussen)stappen zijn om tot verandering te komen. Hiermee wordt de verandering veel bewuster
en transparant tot uitvoering gebracht. De meetpunten die zijn aangebracht om vast te stellen of
de stakeholdermanagers - en de stakeholders – voldoende voortgang boeken gedurende de
loop van het verandertraject, kunnen ook dienen als verantwoordingsmechanisme.
5. Regie kunnen blijven voeren. Een verandertheorie helpt om veranderroutes vast te stellen en
geeft zelfs verklaringen waarom deze tussenstappen noodzakelijk zijn. De tussenstappen die de
stakeholdermanager dient te zetten om zijn langetermijndoel te bereiken, zijn daarnaast
concreet meetbaar. Niet in de laatste plaats omdat de verandertheorie voorschrijft dat er
gewerkt wordt met zeer duidelijk omschreven uitkomsten van iedere stap van het grote proces.
Zo dient de stakeholdermanager een aantal details rondom de aard van de gewenste
verandering steeds paraat te hebben, inclusief de gegevens over de doelgroep, de mate van
verandering die minimaal behaald dient te zijn om te spreken van succes en een gezamenlijk
vastgestelde tijdlijn waarop hij de veranderingen die plaatsvinden kan uitzetten. Op die manier
kan steeds gemeten worden in hoeverre de tussenstappen bijdragen aan de
8
langetermijndoelstelling en kan gestuurd worden op de beoogde resultaten. Andersom geldt dat
indien er na het doorlopen van de verandertheorie geen verandering plaatsvindt ofschoon aan
alle randvoorwaarden voldaan is, de stakeholdermanager ervan uit kan gaan dat hij een
verkeerde basisaanname gedaan heeft. Hij heeft een randvoorwaarde gemist, een cruciale
tussenstap blijkbaar overgeslagen. Juist doordat elk tussenstapje inzichtelijk en meetbaar wordt
gemaakt, kan het totaalproces gestuurd worden. Zo kan de stakeholdermanager zich blijven
concentreren op de korte termijn en zich optrekken aan haalbare en meetbare resultaten,
zonder dat hij het eindplaatje uit het oog verliest: zo houdt hij de regie over het totaal.
6. Stimuleren van wederzijdse verantwoordelijkheid (mutual accountability). Vanwege de
complexiteit van de verandering zal blijken dat de stakeholdermanager niet alles in eigen hand
heeft. Hij kan de gewenste verandering niet in zijn eentje doorvoeren: duurzaamheid kan door
een one-issue party omarmd worden, maar is zeker geen one-party issue. Een
stakeholdermanager zal merken dat hij sterk afhankelijk is van allerlei andere actoren in het
veld. Door een heldere verandertheorie op te stellen, wordt inzichtelijk welke eenzijdige en
wederzijdse afhankelijkheden er zijn. Daarna krijgt die afhankelijkheid een plaats in de
verandertheorie, in plaats van dat deze een oorspronkelijk plan in de war schopt. Terwijl
(wederzijdse) afhankelijkheidsrelaties tussen partijen in veel gevallen juist een stuurloos gevoel
in de hand werken, zorgt de verandertheorie ervoor dat er wederzijdse verantwoordelijkheid kan
ontstaan. De verandertheorie voorziet op die manier in een basis van wederzijdse
verantwoordelijkheid (mutual accountability) en leren. Het helpt de organisatie om strategische
samenwerkingen en coalities aan te gaan waarvan de impact groter is dan wanneer elke partij
voor zich aan de slag zou gaan.
7. Dienst doen als co creërend kader. De verandertheorie is niet alleen de statische weerslag van
een aantal aannames, een droge opsomming van de benodigde stappen, een klinische
beschrijving van een aantal veranderroutes of een logboek voor stakeholdermanagers waarin
staat wat ze waarom doen. De verandertheorie heeft ook co creërende kracht in zich. Wat
bedoelen we hiermee? De verandertheorie is ook stof om actief te bespreken met alle
stakeholders, inclusief voor- en tegenstanders van de verandering. Door de verandertheorie als
dialoogstof (theory of exchange) te hanteren, worden partijen betrokken en kunnen aannames
herzien worden. Hierdoor zullen eerdere strategieën worden bijgesteld, die juist door de
uitwisseling succesvoller zullen verlopen. Het feit dat partijen betrokken worden, zorgt daarbij al
voor het zogenaamde investment principle en maakt dat er commitment kan ontstaan door de
co creërende kracht.
9
3.3 De resultaten van een verandertheorie
Een goede verandertheorie is aannemelijk, haalbaar en meetbaar opgesteld. Een goede
verandertheorie biedt dus:
een hypothese van én een toetsingsinstrument voor het verloop van de verandering
een helder raamwerk voor strategievorming waarin de samenhang tot en met een gezamenlijk
eindpunt duidelijk wordt
een mogelijkheid om stakeholders te laten investeren in langere-termijnuitkomsten in plaats van
in kortetermijnprojecten
een mogelijkheid om de omvang van de transitie behapbaar te maken.
10
4. Stakeholdermanagement in vogelvlucht
Hieronder wordt een toelichting gegeven op de stakeholder en stakeholdermanagement. We starten
met de definities, de kenmerken en de opbrengsten.
4.1 Wat is een stakeholder?
In de definitie van stakeholder die wij hanteren, wordt het begrip gekoppeld aan een beoogde
verandering:
Een stakeholder is een persoon die een gevoeld belang heeft bij de uitkomst van een door te
voeren verandering.
Laten we de termen uit deze beschrijving eens nader bekijken.
‘…een persoon…’
Stakeholders zijn personen. Alleen personen kunnen namelijk een gevoeld belang hebben.
Belangen zijn persoonlijk en afhankelijk van de situatie. Het maakt nogal een verschil of iemand
een beleidsmaker is of dat hij het beleid uitvoert. Een kwaliteitscontroleur heeft weer andere
belangen dan het hoofd inkoop. Naast verschillen in verantwoordelijkheid spelen ook
karaktereigenschappen een rol. Een behoudend persoon heeft andere belangen dan een
innovatief en veranderingsgezind persoon. In één organisatie kunnen personen met eenzelfde
functie dus verschillende gevoelde belangen hebben. Omdat stakeholdermanagement draait om
de beïnvloeding via personen, moeten we die personen en hun invloed goed in beeld krijgen.
‘…een gevoeld belang…’
Een beoogde verandering raakt het gevoelde belang van de stakeholder, in positieve, in
neutrale of in negatieve zin. Een stakeholder zal bij veranderingen (bewust of onbewust) nagaan
hoe deze verandering zijn belang raakt en wat de gevolgen zijn voor zijn handelingsvrijheid en
voor wat hij zelf nastreeft.
‘…de uitkomst…’
Stakeholdermanagement is niet vrijblijvend. Uiteindelijk telt voor iedere stakeholder de uitkomst
van de verandering (Freeman, 1984). Door het over concrete uitkomsten te hebben met
stakeholders, worden de diverse belangen voelbaar. Ook wordt dan duidelijk dat stakeholders
werken aan iets wat een concreet effect zal hebben op hun omgeving. Daarnaast werkt de
stakeholdermanager binnen een van tevoren vastgesteld tijdsbestek naar tastbare uitkomsten
toe, wat voor de noodzakelijke druk op de ketel zorgt.
‘… een door te voeren verandering…’
De stakeholder krijgt te maken met een verandering. Dat wordt duidelijk op het moment dat hij
een doel heeft bepaald en dit kenbaar heeft gemaakt aan de stakeholders. Dit einddoel geeft
11
richting en betekent een nieuwe handelwijze voor iedere stakeholder. Pas als het doel duidelijk
is, gaan stakeholders na in hoeverre dit doel hun eigen belang raakt en gaan zij hun positie ten
opzichte van dit doel bepalen. En vanaf dat moment krijgt de stakeholdermanager, via de
reacties in houding en gedrag van de stakeholders, zicht op de belangen die voor deze
belanghebbenden in het geding zijn.
4.2 Wat is stakeholdermanagement?
Stakeholdermanagement is een verandermethode, die werkt via de effectieve beïnvloeding van
belanghebbenden, de stakeholders. De term stakeholdermanagement is verraderlijk, want er is bij
stakeholdermanagement geen sprake van een bedrijfsmatig, formeel management. Het woord
management heeft hier niet zozeer te maken met beheersen, maar meer met organiseren, beheren,
beïnvloeden en sturen. De stakeholdermanager kan niets opleggen, maar wil stimuleren, faciliteren
en initiëren. Wij hanteren voor het begrip stakeholdermanagement de volgende definitie:
Stakeholdermanagement is een methodische aanpak die – via het effectief beïnvloeden van alle
relevante belanghebbenden – het bestaande krachtenveld zodanig bewerkt, dat in de lijn van een
beoogde verandering stakeholders hun eigen concrete veranderdoelen blijvend kunnen en zullen
realiseren.
‘…een methodische aanpak…’
Stakeholdermanagement is een methode die systematisch een vast aantal stappen doorloopt.
De methode vindt haar fundament in sociaalwetenschappelijk onderzoek.
Stakeholdermanagement is een middel om doelen te bereiken en geen doel op zich. Het gaat
om een actieve methode die pas waarde krijgt als hij in de praktijk wordt toegepast.
‘…die via het effectief beïnvloeden…’
De stakeholdermanager heeft ten opzichte van de stakeholders geen formele machtsbasis
waarop hij zich kan beroepen. Stakeholdermanagement is een beïnvloedingsmethode. De
beïnvloeding is effectief als er een zichtbare – en gewenste – impact op de omgeving is.
‘…van alle relevante belanghebbenden…’
Een goede analyse van alle belanghebbenden met al hun achterliggende belangen is
noodzakelijk voor een beoogde verandering. Stakeholdermanagers kijken vanuit belangen van
alle betrokkenen naar de werkelijkheid en proberen via de achterliggende belangen van
personen het totale krachtenveld te beïnvloeden om het einddoel te bereiken.
‘…het bestaande krachtenveld zodanig bewerkt…’
Alle belangen bij elkaar leveren een krachtenveld op. Dit krachtenveld is vaak behoudend:
actoren zijn uit op lijfsbehoud en houden vast aan beproefde methodes. De belangen in dit
krachtenveld zijn onderling verbonden en de sociale controle tussen stakeholders houdt die
situatie in stand. De stakeholdermanager probeert via activiteiten en interventies dit
12
krachtenveld blijvend te veranderen, opdat de stakeholders zelf vorm gaan geven aan de
gewenste verandering.
‘…dat in de lijn van een beoogde verandering…’
De stakeholdermanager streeft naar een verandering in werkwijze en gedrag en het
krachtenveld van belangen zet zich rond deze beoogde verandering. De verandering heeft een
hoger einddoel; dat doel moet meerdere belangen raken en de meerderheid van de
stakeholders moet dit erkennen als een legitiem einddoel. Dat is nog geen kant-en-klare
oplossing, maar een doelstelling waaraan stakeholders op verschillende manieren kunnen
werken en waarbij hun inbreng onontbeerlijk is.
‘… stakeholders hun eigen concrete veranderdoelen…’
De verandering moet via concrete doelen verlopen; dat zijn doelen die uitdagend en tegelijkertijd
realiseerbaar zijn. Stakeholders gaan daarbij in de loop van het proces hun eigen
veranderdoelen formuleren en vormgeven.
‘…blijvend…’
De stakeholdermanager streeft naar een verandering die beklijft. De verandering rust in de loop
van het proces niet langer op de schouders van de stakeholdermanager. Het doel is altijd: het
bewerkstelligen van een verandering in het krachtenveld, gedragen door de stakeholders zelf
(stakeholder enrollment). Om de verandering blijvend te laten zijn, moet er sprake zijn van een
verandering van binnenuit, van een nieuwe houding en zelfgekozen nieuw gedrag, niet van een
opgelegde verandering.
‘…kunnen en zullen realiseren.’
Effectief stakeholdermanagement leidt tot concrete, meetbare activiteiten die breken met de
manier van werken tot nog toe. Kunnen gaat over de potentie en mogelijkheden van
stakeholders om hun veranderdoelen te bereiken. Zullen staat voor commitment, voor de
toekomstige tijd en de belofte om een verandering op te pakken.
De stakeholdermanager zet voor een bepaald vraagstuk bewust stakeholdermanagement in. Hij
werkt samen met zijn stakeholders aan een andere houding en ander gedrag ten opzichte van het
nieuwe doel. Dit gebeurt op een manier die past bij de belangen van de individuele stakeholders.
4.3 Karakteristieken van stakeholdermanagement
De aanpak van stakeholdermanagement is moeilijk, intensief en vergt veel inzet van de
stakeholdermanagers.
Stakeholdermanagement vergt van de stakeholdermanager een grote betrokkenheid, veel
kennis en vele vaardigheden:
Stakeholdermanagement doe je met je hart, want zonder innerlijke overtuiging verliest het ־
aan kracht.
13
Stakeholdermanagement vergt veelzijdige kennis. De stakeholdermanager dient kennis te ־
hebben van uiteenlopende domeinen, variërend van de vakinhoudelijke kant van de
beoogde verandering tot en met veranderkunde, communicatie en monitoring & evaluatie.
Stakeholdermanagement vergt een brede set aan vaardigheden op het terrein van ־
onderhandelen, gespreksvoering, advisering, participatieve werkvormen, processturing, etc.
Stakeholdermanagement vindt plaats vanuit een afhankelijke positie:
De stakeholdermanager kan alleen invloed uitoefenen, hij heeft geen macht en moet zijn ־
mandaat voortdurend in stand houden en uitbreiden om effectief te kunnen zijn.
Het besluit om ander gedrag te gaan vertonen, ligt uiteindelijk bij de stakeholders. Met hun ־
acties moeten zij het veranderdoel realiseren.
Stakeholdermanagement kost tijd en is bewerkelijk:
De stakeholdermanager heeft – zeker in de beginfase – veel tijd nodig om een invloedrijke ־
rol te verkrijgen.
Om invloed over een langere tijd uit te kunnen blijven oefenen, dient de stakeholdermanager ־
trouw, consciëntieus en zorgvuldig alle mogelijkheden te benutten, op te volgen en in te
vullen. Dat vergt veel tijd en inzet in iedere fase.
,De stakeholdermanager zal elke stakeholder apart moeten behandelen en beïnvloeden ־
omdat stakeholdermanagement een situationeel en persoonlijk karakter heeft.
Stakeholdermanagement vergt veel tijd achter de schermen om de juiste condities te
scheppen voor constructieve betrokkenheid. Stakeholdermanagement is werken met
onzekere uitkomsten, kent geen formele regels en vergt veel creativiteit.
Afhankelijk van de criteria waar de stakeholdermanager mee komt, kiest de stakeholder in ־
de collaborate-fase zelf zijn oplossingsrichting. Daarmee is de uitkomst van de beïnvloeding
onzeker; wat de uitkomst is of wordt, heeft de stakeholdermanager niet meer in de hand.
Stakeholdermanagement kent geen formele regels, procedures of maatregelen. Uit alle ־
beschikbare interventies kiest de stakeholdermanager met voortschrijdend inzicht de meest
effectieve voor dat moment. Al improviserend speelt hij in op situaties en kansen die zich
aandienen.
4.4 Opbrengsten van stakeholdermanagement
Stakeholdermanagement kan, mits goed uitgevoerd, tot waardevolle uitkomsten leiden. De methode
verdient de kwalificatie high impact vanwege verschillende aspecten:
Stakeholdermanagement leidt tot een duurzame relatie met een uitgebreid netwerk aan
stakeholders:
De aanpak geeft goed inzicht in belangen, visies en normen en waarden van stakeholders in ־
het veld.
14
De aanpak leidt ertoe dat er bij meerdere partijen draagvlak en veranderingsbereidheid ־
ontstaat met betrekking tot de veranderingsopgave.
Stakeholdermanagement leidt tot professionele, creatieve en gedragen oplossingen die de
stakeholders zelf uitvoeren:
De stakeholders ontwerpen de oplossingen zelf, waarbij ze hun professionaliteit optimaal ־
inzetten.
.Er is ruimte voor cocreatie, waardoor stakeholders zich meer betrokken gaan voelen ־
Oplossingen kunnen traditionele opvattingen over de landbouw van verzuilde partijen of ־
eenzijdige bedrijfsbelangen overstijgen en tot échte innovaties, unieke
samenwerkingsverbanden en doorbraken in rolopvatting leiden.
.De stakeholders zijn zelf verantwoordelijk voor de problematiek en voor de oplossingen ־
Stakeholdermanagement leidt tot blijvende verandering van houding en gedrag.
Stakeholdermanagement stimuleert systematisch tweede-orde-leren, het veranderen van ־
dieper liggende overtuigingen en aannames over wat belangrijk is en waarom.
Stakeholders veranderen van binnenuit en kiezen er zelf voor hun houding en gedrag aan te ־
passen.
.Stakeholdermanagement stimuleert bewustwording bij grotere groepen mensen ־
Stakeholdermanagement leidt tot echte veranderingen in de praktijk:
De aanpak schept ruimte voor veranderingen, doordat stakeholdermanagement ingrijpt op ־
de fundamentele, gevoelde belangen van diverse stakeholders. Stakeholdermanagement
doorgrondt de belangen van diverse partijen en zoekt naar werkbare manieren om
bedrijfsbelangen en andere gevoelde belangen werkelijk aan te laten sluiten bij de
veranderopgave.
.De aanpak leidt tot meetbare impact (via proces- en resultaatindicatoren) ־
De aanpak zorgt ervoor dat nieuwe waarden (bijvoorbeeld duurzaamheid) verankerd worden ־
bij relevante stakeholders.
Stakeholdermanagement is een bruikbaar sturingsinstrument voor transities:
-De aanpak biedt handvatten om op de diepere lagen van weerstand – zogenaamd blocker ־
gedrag – te interveniëren.
De aanpak biedt mogelijkheden om complexe, vastzittende problematiek samen met de ־
spelers in het krachtenveld te doorbreken.
De aanpak zorgt ervoor dat de kracht van het netwerk beter en slimmer gebruikt kan ־
worden. Onderdeel van de methodiek is dat ook stakeholders elkaars belangen in de loop
van het proces onderling gaan beïnvloeden.
15
.Er ontstaat een heroriëntatie op en herordening van bestaande belangen ־
De aanpak heeft impact op de gehele branche waar de beïnvloeding zich op richt, terwijl ־
positionele macht ontbreekt.
4.5 De drie fasen van stakeholdermanagement
Binnen stakeholdermanagement zijn er twee belangrijke activiteiten: analyse en enrollment. Per
project wordt het tijdpad in drie fasen opgedeeld: de inform-fase, de consultfase en de collaborate-
fase. Dit zijn de drie managementfasen van beïnvloeding. De stakeholdermanager dient deze drie
managementfasen van beïnvloeding in de juiste volgorde te doorlopen. Elke fase kent daarbij haar
eigen doelstellingen en werkmethoden. De gehele beïnvloeding dient opgesloten te zijn tussen een
vooraf gedefinieerde startsituatie en een vooraf (!) gedefinieerde eindsituatie. Hierdoor ontstaat een
beperking van tijd, die nodig is om de juiste druk te geven en te houden op het gehele
beïnvloedingsproces. Het geheel kan als volgt in worden gevisualiseerd:
Vooraf
gedefinieerde
startsituatie
Stakeholder-
analyse
Stakeholder enrollment
Vooraf
gedefinieerde
eindsituatie
Inform Consult Collaborate
Inzicht
krijgen in de
relevante
stakeholders
Invloed krijgen
bij relevante
stakeholders
Beïnvloeden
van relevante
stakeholders
Invloed
afstaan aan
relevante
stakeholders
Effectieve beïnvloeding
via sleutelmechanismen
In het toepassen van stakeholdermanagement is het van belang dat de stakeholdermanager geen
fase overslaat. Een stakeholdermanager dient ook niet in één van de fasen te blijven hangen.
Elke fase binnen stakeholdermanagement kent niet alleen haar eigen doelstelling, maar ook haar
eigen werkmethoden, sleutelmechanismen en strategieën. Dat wordt in hoofdstuk 5 verder
toegelicht.
4.6 Welke vaardigheden zijn nodig?
De stakeholdermanager moet over voldoende branche- en vakinhoudelijke kennis beschikken en
daarnaast de volgende competenties en managementvaardigheden beheersen:
Onderhandelvaardigheden en conflicthantering.
Kennis van groepsdynamica en gevoel voor menselijke verhoudingen.
Inzet van participatieve werkvormen en interventietechnieken.
Sociale vaardigheden.
16
Communicatievaardigheden, waaronder gespreks- en interviewtechnieken.
Monitoring- en evaluatietechnieken.
Let wel: een stakeholdermanager kan groepsbijeenkomsten organiseren, inform- of
consultgesprekken voeren, iemand opties voorleggen met alternatief en gewenster gedrag, maar als
de wil, de motivatie en het werkelijk gevoelde belang ontbreken, werkt stakeholdermanagement
niet.
Een stakeholdermanager heeft veelal twee petten op. Hij werkt tegelijkertijd op verschillende
niveaus en brengt zo paradoxen bij elkaar. Hij verbindt schijnbaar tegengestelde mensen, ideeën en
werkwijzen. Hij werkt met stakeholders die een geheel andere kijk op de zaak hebben dan hijzelf.
Hij integreert graag verschillende zienswijzen en overwint zo de heersende paradoxen:
Macro-microparadox – de stakeholdermanager houdt zich én bezig met het grotere perspectief
van duurzaamheid op macroniveau én gaat op microniveau (per gesprek en per situatie) in op
overwegingen en beslissingen van stakeholders.
Relatie-confrontatieparadox – de stakeholdermanager bouwt én goede relaties op én is
tegelijkertijd niet bang om de confrontatie aan te gaan. Hij is hard op de inhoud, zacht op de
relatie.
Belangen-inhoudparadox – de stakeholdermanager houdt én de belangen in de gaten én
beheerst tegelijkertijd de inhoud van het werk. Hij werkt op procesniveau aan enrollment en op
inhoudsniveau aan concrete, meetbare resultaten.
In het gehele stakeholderproces zal de stakeholdermanager moeten schakelen en mee moeten
groeien met de ontwikkelingen die zich voordoen. Hij moet over veel kennis en vaardigheden
beschikken en met paradoxen kunnen omgaan. Hij moet intrinsiek gemotiveerd zijn, En hij moet in
elke fase zijn juiste rol innemen. Stakeholdermanager zijn is een grote uitdaging. De inform-fase, de
consultfase en de collaborate-fase hebben immers elk zo hun eigen specifieke focus:
In de inform-fase staan vaardigheden als de beoogde verandering communiceren, het oprekken
van mogelijkheden, het uitbouwen van contacten (netwerken) en analyseren centraal.
In de consultfase moeten stakeholdermanagers met name het palet aan effectieve
beïnvloedingsprincipes kunnen toepassen; van druk organiseren tot verleiden en inzicht bieden.
In de collaborate-fase gaan stakeholdermanagers veranderingen zoals ze in het krachtenveld
zijn opgepakt verder uitbouwen en begeleiden.
Elke fase vraagt dus weer een andersoortige begeleiding en andere kwaliteiten van de
stakeholdermanager. Een goede stakeholdermanager past zijn begeleiding, houding en interventies
bewust aan de verschillende fasen aan.
17
5. Hoe werkt stakeholdermanagement?
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op twee kernbegrippen van stakeholdermanagement:
stakeholderanalyse en stakeholder-enrollment. Daarnaast worden de drie fasen van
stakeholdermanagement weergegeven door de belangrijkste thema’s en een stappenplan te
beschrijven.
5.1 Van stakeholderanalyse naar stakeholder-enrollment
Voordat we verdergaan met de methode, gaan we in op twee kernbegrippen die in iedere fase van
stakeholdermanagement terugkomen.
5.1.1 Stakeholderanalyse: de stakeholder in beeld
Bij stakeholderanalyse worden stakeholders systematisch in kaart gebracht (mapping). Dit vindt
plaats in alle drie de fasen van stakeholdermanagement, maar is vooral in de inform-fase dominant.
De stakeholderanalyse richt zich op:
de sleutelpersonen
hun belangen, hun houding en gedrag ten opzichte van het einddoel
wijzigingen in belangen, houding en gedrag tijdens het proces.
Door deze aspecten steeds in beeld te brengen, wordt inzichtelijk of en zo ja waarom bepaalde
partijen en individuen voor of tegen de verandering zijn. Op basis van belang en positie en rol in het
krachtenveld helpt de stakeholder-map bij het bepalen van welke activiteiten, met welke
stakeholders en met welk doel georganiseerd gaan worden. Het bijhouden van de stakeholder-map
maakt zichtbaar hoe partijen in de loop van de tijd veranderen of juist niet.
[
G
e
e
f
e
e
n
c
i
t
a
a
t
u
i
t
h
e
t
d
18
Stakeholder-map: houding van stakeholders ten opzichte van de beoogde verandering
Groep Individu B F M Belang/opmerking
LTO Veehouderij
Dhr. AAA
V Veehouder is met vee bezig. Wij hebben niks met gewasbeschermingsmiddelen te maken.
Cumela Mw BBB V Imago: wij willen bekend staan als schone werkers.
Agrodis Dhr CCC V Over tien jaar willen wij ook nog producten kunnen verkopen. Verbod op middelen dient voorkomen te worden. Uitgangspunt is niet minder middelen, maar pakket middelen verantwoord en duurzaam inzetten.
Syngenta MW
DDD
V Wij zijn gebaat bij verantwoord gebruik van middelen. Ontwikkelingskosten middelen erg hoog. Duurzaam gebruik noodzakelijk. Verbod middelen verlies investering.
Waterschap
Aa en Maas
Dhr.
EEE
V Wij willen waterkwaliteit beschermen om ecologie in
stand te houden en wij willen aan toekomstige normen
Kaderrichtlijn Water voldoen.
LNV Mw FFF V Wij willen voldoen aan beleid en EU-normen
5.1.2 Stakeholder-enrollment: de stakeholder in beweging
Stakeholder-enrollment is een proces waarbij stakeholders steeds meer probleemeigenaar worden
van de beoogde verandering. Een enrolled stakeholder is positief over de verandering, voelt zich
meer en meer verantwoordelijk en verbindt zich persoonlijk met het doel. Als een stakeholder
maximaal enrolled is, onderneemt hij op eigen initiatief acties en geeft hij vorm aan zijn eigen versie
van de verandering. Aan de stakeholdermanager de belangrijke taak hierop actief te gaan sturen.
Stakeholder-enrollment vindt plaats in alle drie de fasen van stakeholdermanagement, maar wordt
vanaf de consultfase steeds belangrijker. Door stakeholder-enrollment komen stakeholders nu in
beweging omdat zij zelf voelen dat dit belangrijk is. Stap voor stap raakt de stakeholder meer en
meer betrokken.
Inform-fase Consultfase Collaborate-fase
Stappen in enrollment
Van keuzevrijheid naar
keuzeverantwoordelijkheid
De stakeholder
erkent het probleem
en is bereid om naar
criteria te kijken
De stakeholder stelt zijn
criteria op en is bereid
om oplossingen aan te
dragen en initiatieven te
ontplooien
Een stakeholder draagt
zelf oplossingen aan en
ontplooit zelf
initiatieven: hij draagt
daar verantwoordelijk-
heid voor
Mate van gevoelde
verantwoordelijkheid
Bewustwording dat
er keuzevrijheid is
Confrontatie om
bewuste keuze
(opnieuw) te laten
Versteviging om
gemaakte keuzes te
blijven doorzetten
19
maken
5.2 Strategische focus van de stakeholdermanager
We hebben vastgesteld dat van de inform- tot de collaborate-fase er een verschuiving plaatsvindt
van stakeholderanalyse naar stakeholder-enrollment. Daarnaast is er ook sprake van een
verschuiving in de focus van de stakeholdermanager. Hierna geven wij schematisch weer op welke
groep de stakeholdermanager zich richt en welk strategisch doel hij daarbij nastreeft.
Fase:
Inform Consult Collaborate
Strategische
focus:
Binden movers Confronteren
blockers
Betrekken floaters
Binden van de movers. De stakeholdermanager komt de blockers vanzelf wel tegen in het begin
van de inform-fase. Om dit krachtige bolwerk het hoofd te bieden, moet de stakeholdermanager
er in de eerste fase op uit zijn om zijn energie in de movers te steken en niet in de blockers.
Alleen door verschillende movers samen te brengen, kunnen zij richting de blockers een vuist
maken die stevig genoeg is om de verandering in gang te zetten. Ook wil de
stakeholdermanager dat verschillende movers – bij voorkeur uit verschillende domeinen – met
elkaar in contact komen, want door toekomstbeelden uit te wisselen, kan er zicht ontstaan op
een helder, krachtig eindbeeld. Dit geeft movers een gezamenlijke stip op de horizon waar zij
zich op kunnen richten. De stakeholdermanager faciliteert deze ontmoetingen. Aan het einde
van de inform-fase wil de stakeholdermanager kunnen bogen op een leidende coalitie die de
verandering actief wil vormgeven. Hij probeert de movers aan zichzelf, maar vooral aan elkaar
te binden. Om dit mogelijk te maken, werkt de stakeholdermanager voortdurend aan zijn
mandaat. De stakeholders moeten accepteren dat hij belt en langskomt om over het onderwerp
te praten en verschillende mensen bij elkaar brengt. Enthousiasme en persoonlijk vertrouwen
opbouwen zijn belangrijke eigenschappen in deze fase.
Confronteren van de blockers. Als zich een leidende coalitie heeft gevormd, is het in de
consultfase tijd dat de stakeholdermanager samen met deze coalitie de blockers gaat
beïnvloeden. Hij is erop uit om diverse belangen langs elkaar te laten schuren. Bijvoorbeeld
door stakeholders uit te nodigen voor een bijeenkomst om over emissieproblemen te praten. Hij
probeert met blockers een gesprek over criteria te voeren: wat moet er nog gebeuren voordat zij
besluiten wél mee te doen? Hij is als een horzel: hij blijft bij stakeholders terugkomen, niet om in
één keer een besluit af te dwingen, maar om stakeholders steeds weer de kans te geven om uit
eigen beweging ja of nee te zeggen. De stakeholdermanager organiseert een expliciet
keuzeproces rondom een waardevol doel als duurzaamheid en emissiebeperking. Hij probeert
20
aan de keuzevrijheid een keuzeverantwoordelijkheid te koppelen. Hij maakt daarbij gebruik van
de informatie die hij in de inform-fase heeft verzameld. Door blockers steeds weer keuzes voor
te leggen rondom de gewenste verandering, kan het krachtenveld gaan verschuiven. Dit
horzelen op blockers is belangrijk, omdat er meestal meerdere floaters aan één blocker
vastzitten. Zodra een blocker opschuift van vijandig naar de positie van floater (bereid om mee
te werken, mits hij een actieve rol kan vervullen), dan heeft deze verschuiving invloed op een
aantal andere stakeholders die met de voormalige blocker in contact staan. Als deze
verschuivingen in het krachtenveld ontstaan, springt de stakeholdermanager hier verder op in.
Zo zal hij de eerste kleine successen van movers communiceren, omdat deze successen het
geloof in de verandering versterken.
Betrekken van de floaters: in de collaborate-fase betrekt de nieuwe coalitie van movers de
floaters bij de verandering. De stakeholdermanager opereert nu veel meer op de achtergrond. In
het krachtenveld overtuigen movers de rest van het krachtenveld ervan dat de verandering
inmiddels onomkeerbaar is. Hiertoe laat de leidende coalitie kleine successen – behaald in een
klein deel van het krachtenveld - zien aan een veel grotere groep stakeholders. De floaters
volgen in grote lijn wat de meerderheid doet en stappen in wanneer de verandering handen en
voeten gekregen heeft. Anderen hebben nu de kastanjes uit het vuur gehaald.
Door belangen te kennen en te erkennen en de veranderopgave als keuzeproces actief voor te
leggen bij sleutelfiguren in het krachtenveld (movers & blockers), is de stakeholdermanager in staat
nieuwe ontwikkelingen op te starten die niet vanzelf ontstaan. Van keuzevrijheid naar
keuzeverantwoordelijkheid.
.
5.3 Inform-fase: invloed krijgen bij relevante stakeholders
De inform-fase is bedoeld om invloed te krijgen in het krachtenveld. Hiertoe gaat de
stakeholdermanager gesprekken met het krachtenveld aan. Op die manier informeert hij de
stakeholders over de beoogde verandering. Tegelijkertijd informeert de stakeholdermanager
zichzelf: hij peilt structureel de reacties van stakeholders op zijn plannen. Zijn agenda bestaat eruit
om alle posities én achterliggende belangen van alle stakeholders in kaart te brengen. Dit doet hij
om later zijn beïnvloeding zo effectief mogelijk te kunnen regelen. Ook is daarvoor een overzicht
van het totale krachtenveld aan stakeholders belangrijk.
De stakeholdermanager wil weten wie blocker, wie floater en wie mover is. Het is nodig dit te weten
om elke stakeholder effectief uit zijn ingenomen positie te kunnen losweken. Pas daarna kan de
stakeholdermanager elke stakeholder effectief gaan bedienen, bewerken en beïnvloeden op diens
gevoelde belang. Niet in de laatste plaats vanwege een aantal wetmatigheden rondom blockers,
floaters en movers. Hij kan daardoor beter inschatten in welke volgorde hij welke actie wel of niet
dient uit te voeren bij welke groep.
Om in de inform-fase de belangen van stakeholders goed te kunnen analyseren, zijn de volgende
thema’s cruciaal:
Posities versus belangen.
21
Basishoudingen: blockers, floaters en movers.
Leidende coalitie.
Na het bespreken van de hiervoor staande thema’s wordt het stappenplan weergegeven om tot een
goede stakeholderanalyse te komen.
5.3.1 Posities versus belangen
Om de belangen zo te sturen dat er een gewenste verandering optreedt – minder belasting van het
milieu – moeten we eerst de belangen van alle stakeholders in kaart brengen. Deze belangen
worden niet expliciet uitgedragen en zijn niet direct zichtbaar. De stakeholdermanager kan ze vaak
wel afleiden uit zichtbaar gedrag, zichtbare activiteiten en ingenomen - en soms fanatiek verdedigde
– posities. Hierna wordt de zichtbare en onzichtbare laag bij stakeholderanalyse weergegeven.
Zichtbaar
Activiteit Positie
(POSITIONERING?)
Onderliggend belang
Onzichtbaar
Wie de zichtbare laag bekijkt, ziet mensen een bepaalde positie innemen. Iemand komt bijvoorbeeld
in actie of twijfelt juist nog. Deze mensen voeren ook activiteiten uit. Er is een verschil tussen de
posities die mensen innemen en de belangen die erachter schuilgaan. Voor de stakeholdermanager
is het zaak dat hij dit onderscheid in de inform-fase leert aan te brengen. Vaak is goed te verklaren
waarom een stakeholder vasthoudt aan zijn positie. Vanuit een eerdere ervaring of gebeurtenis gold
deze positie waarschijnlijk als een geldige en werkende oplossing voor het probleem. En juist die
positie behartigde zijn belangen op dat moment het beste. Maar misschien zijn inmiddels ook
andere posities denkbaar die zijn belang behartigen. Zodra een stakeholdermanager zicht krijgt op
de achterliggende belangen, ontstaat er ruimte om de stakeholder – later in de consultfase – los te
weken van zijn positie zonder het achterliggende belang te schaden. Terugkomen op een ooit
ingenomen positie kan tot gezichtsverlies leiden. Dit kan de stakeholder ertoe doen besluiten zijn
positie te handhaven en zich dus te verzetten tegen de verandering. Stakeholdermanagement wil
opnieuw een keuzepalet van oplossingen voorleggen die wel aansluiten bij het gevoelde belang.
5.3.2 De basisverhoudingen: movers, floaters, blockers
Stakeholders verschillen: ze kunnen positief, afwachtend of negatief staan tegenover de beoogde
verandering. Deze basishoudingen karakteriseren we als mover, floater en blocker. Ze hebben grote
consequenties voor de te volgen werkwijze van de stakeholdermanager. Bij elke groep horen
namelijk specifieke activiteiten. Ook de volgorde van beïnvloeding verschilt. Het analyseren van
belangen en belanghebbenden wordt doorvertaald naar begrippen movers, floaters en blockers
waar stakeholdermanagers hun beïnvloeding op afstemmen.
Movers: zijn voorstander van de beoogde verandering, omdat deze in hun belang is. De
stakeholdermanager herkent movers gemakkelijk, doordat ze écht aan de slag gaan om de
22
beoogde verandering toe te passen. Een mover laat anderen zien dat hij de beoogde
verandering als belangrijk doel ziet, waar hij ook wat voor over heeft. Een mover moet rekening
houden met de organisatie en het netwerk waarin hij werkt en de personen met wie hij te maken
heeft. Logischerwijs is een verandering niet altijd mogelijk op de manier die de mover wil. Het is
vaak lastig om steun te organiseren en ideeën en activiteiten op gang te krijgen. Maar een
mover is gedreven om dit voor elkaar te krijgen. De stakeholdermanager helpt hem daarbij.
Floaters begrijpen de problematiek en de beoogde verandering wel, maar de uitkomst van de
verandering raakt hun belangen op dat moment nog niet zo. Zij vormen vaak de meerderheid,
die pas in beweging komt als duidelijker is hoe het krachtenveld zich zal ontwikkelen. Floaters
kunnen lang meebewegen met de positie die het minste inspanning kost. Ze hebben vaak een
gemiddelde opinie of helemaal geen mening. Floaters zijn geen twijfelende of nonchalante
mensen. Hun houding is te verklaren uit het feit dat hun belang niet direct wordt geraakt. En
doordat ze andere prioriteiten hebben dan de gewenste ingezette verandering. Een floater
wacht daarom meestal af hoe het krachtenveld rondom die andere stakeholders zich ontwikkelt.
Blockers zijn stakeholders die een tegengesteld belang hebben ten opzichte van de beoogde
verandering. Sommige stakeholdermanagers vinden het gedrag van blockers erg negatief. Maar
vanuit belangenmanagement is het heel logisch wat een blocker doet: hij probeert zijn belang te
beschermen en te behartigen – soms koste wat kost. Ze hebben vaak goede redenen om de
verandering niet te willen. Dit heeft niets te maken met persoonlijkheid: hun prioriteiten zijn
simpelweg tegenstrijdig aan de prioriteiten die bij de beoogde verandering horen. Blockers
hebben er belang bij om regelmatig uit te leggen waarom een verandering onmogelijk of
onwenselijk is. Nieuwe initiatieven van movers morrelen in de ogen van blockers te veel aan
bestaande rechten en verworven posities. Zij hebben tegelijkertijd wel vaak een scherp oog voor
het feit dat de vernieuwers onvoldoende weten aan te sluiten bij de complexe realiteit
waarbinnen ondernemers opereren en dat veranderacties onvoldoende aansluiten bij bestaande
belangen en beproefde werkwijzen. Ze zijn waardige opponenten en toetssteen van de
ophanden zijnde verandering. Blockers zorgen voor de wrijving die transitie mogelijk maakt. Zij
spelen dus uiteindelijk een belangrijke rol in het realiseren van de verandering.
Voor het identificeren van de movers, floaters en blockers is het goed te weten dat ze over het
algemeen voorkomen in een klassieke verhouding van 20 : 60 : 20 (movers : floaters : blockers).
Indien de beoogde verandering politiek gevoelig ligt, is er sprake van een scheve verdeling,
bijvoorbeeld 10 : 40 : 50 (movers : floaters : blockers). Zolang er geen regimewisseling heeft
plaatsgevonden, blijven de floaters en blockers altijd een meerderheid vormen. Indien er meer dan
50% movers worden gemeten in de stakeholderanalyse, dan zou het regime deze verandering
adapteren of is er voldoende bodem voor een regimewisseling. Bij meer dan 50% aan movers
kunnen er meerdere dingen aan de hand zijn:
De stakeholdermanager heeft geen goed onderscheid kunnen maken tussen movers en
floaters.
De stakeholdermanager mist nog stakeholders die het krachtenveld mede bepalen.
23
De movers zijn slecht gemobiliseerd of slecht te mobiliseren; stakeholders weten van elkaar niet
dat ze mover zijn, het ontbreekt hun aan organisatievermogen of er mist bijvoorbeeld een
bindende probleemdefinitie.
De stakeholdermanager staat aan de vooravond van een verandering op regimeniveau
(adaptatie of revolutie).
5.3.3 Leidende coalitie
Het belangrijkste resultaat van de inform-fase is het formeren van een leidende coalitie. Maak in het
begin een pact met de movers. Blockers hebben de macht van het verleden, maar movers de macht
van de toekomst. Zij hebben de visie. Zij hebben de macht van het potentieel: van dat wat zou
kunnen. In de inform-fase is het van belang om eerst de movers te identificeren en deze dienen
vervolgens gemobiliseerd te worden door de stakeholdermanager.
De leidende coalitie is noodzakelijk om later een vuist te kunnen maken tegen grote of machtige
groepen blockers of floaters. Movers kunnen bewijsmateriaal aanleveren waarom de beoogde
verandering echt nodig is. Het effect van dit pact is dat de stakeholdermanager naar buiten toe een
sterker beginverhaal creëert, waarin de wil en de commitment van een aantal movers besloten ligt.
Hoe meer stakeholders het nieuwe belang onderstrepen, hoe sterker er gevolg aan gegeven kan
worden. Ook kunnen in deze eerste gesprekken met movers goede ideeën, krachtige toezeggingen,
innovatieve plannen, eventuele valkuilen en concrete toepassingsgebieden worden bepaald.
5.4 Inform-fase: stappenplan
De stakeholdermanager is aangekomen aan de daadwerkelijke stakeholderanalyse. Hierna staan
de desbetreffende stappen vermeld die de stakeholdermanager dient uit te voeren om te komen tot
een gedegen stakeholderanalyse in de inform-fase.
1. Maak een krachtenveldanalyse: allereerst dient de stakeholdermanager een overzichtskaart te
maken van alle stakeholders. Dit is de zogenaamde krachtenveldanalyse.
2. Breng van alle stakeholders de belangen in kaart: de stakeholdermanager schat in welke
posities elke partij gaat innemen en wat de achterliggende belangen zijn van elke partij. Deze
partijen en hun belangen brengt hij nu in kaart. In eerste instantie baseert de
stakeholdermanager zich daarbij op zijn vooronderstellingen.
3. Zoek individuele sleutelfiguren binnen alle stakeholderpartijen: tot nog toe is het speelveld in
kaart gebracht door partijen in kaart te brengen. Maar een stakeholdermanager spreekt niet met
partijen, maar met individuen. De stakeholdermanagers zijn erop uit om individuen te
beïnvloeden richting het veranderdoel en niet organisaties. De reden hiervoor is dat belangen
persoonsafhankelijk en –gebonden zijn. Daarom zoekt de stakeholdermanager naar
sleutelfiguren tot wie hij toegang heeft en van wie hij inschat dat deze persoon veel invloed heeft
door diens positie of belang. De stakeholdermanager bouwt vanaf nu een persoonlijke
stakeholdermap op die gevuld is met informatie over elke individuele sleutelpersoon.
24
4. Plan inform-gesprekken in op basis van drie criteria: bij het plannen van de inform-gesprekken
dient de stakeholdermanager voldoende rekening te houden met de volgende criteria:
Toegankelijkheid: een sterk mandaat helpt om zich toegang te verschaffen tot organisaties ־
en invloedrijke leden uit organisaties die op het oog onbereikbaar leken.
Belang / impact: de stakeholderanalyse is bepalend voor de vraag met wie de ־
stakeholdermanager zal gaan praten. De stakeholdermanager is op zoek naar stakeholders
die als sleutelfiguren aangemerkt kunnen worden. Sleutelfiguren zijn mensen die:
a) zelf een hoog belang hebben bij het einddoel
b) veel impact hebben op hun omgeving
c) een hoge veranderbereidheid tentoonspreiden.
Voldoende representatie van het totale krachtenveld: de stakeholdermanager dient het ־
totale krachtenveld in de gaten te houden: is er evenwicht in de inform-gesprekken tussen
de verschillende relevante groepen of mist de stakeholdermanager structureel informatie uit
bepaalde hoeken?
Het belangrijkste is dat de stakeholdermanager vaststelt tot wie hij toegang heeft of toegang kan
krijgen. Hij dient zich te realiseren dat een goed mandaat vele deuren kan openen. Ook kan hij
movers vragen om als ambassadeur te fungeren en een contact tot stand te brengen.
Uitgangspunt is dat de stakeholdermanager impact wil bereiken. Daarvoor dient hij de juiste
mensen te vinden. Dit zijn per definitie mensen die een hoog belang hebben bij de beoogde
verandering en daarbij veel impact kunnen hebben. Het totaal aan stakeholders met wie de
stakeholdermanager inform-gesprekken houdt, dient het totale krachtenveld voldoende te
representeren.
5. Voer inform-gesprekken: waarom gaat de stakeholdermanager inform-gesprekken voeren? Ten
eerste wil de stakeholdermanager de stakeholders informeren over de beoogde verandering.
Ten tweede informeert de stakeholdermanager zichzelf door te registreren hoe de stakeholders
reageren op het voorstel tot de beoogde verandering: hij zoekt de belangen achter de posities.
De stakeholdermanager toetst daarbij zijn vooronderstellingen. Daarnaast stelt de
stakeholdermanager tevens vast wat voor hem sleutelfiguren zijn op wie hij zich in de
consultfase kan richten. Ten derde wil de stakeholdermanager door middel van de inform-
gesprekken een basis leggen voor een goed contact met deze stakeholder gedurende het
gehele stakeholderproces en op die manier zijn netwerk opbouwen.
6. Indeling van de stakeholders op basis van belang en impact: stakeholderanalyse is een
dynamisch spel. Na het inventariseren van de blockers, floaters en movers stelt de
stakeholdermanager via stakeholderanalyse vast hoe al de belangen van al de verschillende
stakeholders onderling samenhangen. Deze onderlinge samenhang neemt de
stakeholdermanager mee in zijn strategie en aanpak. De belangen van stakeholders kunnen
onderling verknoopt zijn. Gaat een stakeholdermanager bij een stakeholder aan het ene belang
sleutelen, dan zal dat effect hebben op de belangen en opstelling van een aantal andere
25
partijen, die bijvoorbeeld hun belang in gevaar zien komen. Ook kan het zijn dat partij A het
veranderen van het belang van partij B aangrijpt om zijn eigen belang beter vertegenwoordigd te
krijgen. Stakeholdermanagement is soms net Mikado: door één stokje op te tillen, verschuiven
een heleboel andere stokjes ook, terwijl deze bindingen, stapelingen en afhankelijkheden in
statische toestand maar moeilijk in te schatten zijn. Het is voor een stakeholdermanager cruciaal
om rekening te houden met en gevoel te ontwikkelen voor deze onzichtbare belangen en de
onderling afhankelijke belangen tussen partijen. Stakeholderanalyse is de stakeholdermanager
daarbij tot hulp.
5.5 Consultfase: beïnvloeden van relevante stakeholders
Nu de stakeholdermanager de belangen in beeld heeft, gaat de daadwerkelijke beïnvloeding van
start. Via het organiseren van druk, verleiding en inzicht laat de stakeholdermanager samen met de
leidende coalitie de belangen van stakeholders langs elkaar schuren om de veranderopgave te
realiseren. Stakeholders worden in beweging gebracht. Hierna zijn de drie principes van
beïnvloeding weergegeven:
5.5.1 Principes van beïnvloeding
Druk organiseren
Via druk (tijdsdruk, sociale druk, ethische druk, psychologische druk) confronteert de
stakeholdermanager de stakeholders met hun eigen gedrag. Hij lokt zo reacties uit, waar hij
vervolgens weer op inspeelt. Druk ontstaat door verschillende belangen langs elkaar te laten
schuren. Dit kan alleen als deze verschillende belangen onontkoombaar met elkaar
geconfronteerd worden, dus door verschillende partijen tegelijkertijd uit te nodigen. De wrijving
die dan ontstaat, is nodig om stakeholders zelf een nieuwe opstelling te laten innemen. Zonder
druk komt dit veranderproces niet voldoende op gang. Een voorbeeld van druk organiseren is
de confrontatie. Door de confrontatie gaan stakeholders hun bestaande belangen herordenen
en de ander vertellen wat zij als probleem ervaren. Daardoor kan er een gemeenschappelijk
denkkader ontstaan, een ruimte waarin de verschillende probleemoriëntaties naar elkaar toe
kunnen groeien. Mits goed begeleid kennen deze confrontatiesessies vaak een grote
vernieuwingskracht.
Verleiding organiseren
Behalve druk kan ook verleiding mensen in beweging krijgen. Verleiding organiseren kenmerkt
zich door een aantal wetmatigheden; de wetten van commitment en consistentie zijn daarbij het
belangrijkste. Daarnaast zijn investeren in de stakeholder en communicatievaardigheden als
verbinden, overbruggen en inspireren essentieel.
De wet van commitment gaat over het betrekken en meenemen van stakeholders. Dit vraagt ־
veel van de stakeholdermanager. Pas op het moment dat hij laat zien dat hij zelf ook
stakeholder is en besluit zijn eigen persoon in de strijd te gooien, kan er commitment
ontstaan.
26
Bij de wet van consistentie gaat de stakeholdermanager op zoek naar een toezegging, hoe ־
klein die eerste toezegging ook is. Mensen handelen graag consistent met hun eerder
vertoonde gedrag, zeker als dit gedrag zichtbaar is geweest voor anderen. Belangrijk is dat
de stakeholdermanager authentiek blijft in zijn handelen en geen kunstjes gaat vertonen.
Vervolgens is blijven investeren in de stakeholder een belangrijk punt. De menselijke ־
neiging gevoeliger te zijn voor mogelijk verlies dan voor mogelijke winst, is één van de best
onderbouwde bevindingen van de sociale wetenschappen. Iemand blijft blijkbaar investeren,
omdat hij al geïnvesteerd heeft. Als een stakeholdermanager een persoon betrokken wil
krijgen bij zijn initiatief, dan moet hij hem daar zo vroeg mogelijk een rol in geven en hem zo
stevig mogelijk daarin laten investeren.
Communicatievaardigheden: om stakeholders te betrekken kan een stakeholdermanager ־
verbinden, overbruggen en inspireren. Deze methoden passen goed bij de eerdergenoemde
pull-beweging die zo typerend is voor verleiden. Bij het verbinden en overbruggen zoekt de
stakeholdermanager naar overeenkomsten tussen hem en de stakeholder. Hij zorgt dat hij
in verbinding komt en slaat bruggen waar hij kan. Hierdoor kan er meer vertrouwen en een
gevoel van samen ontstaan.
Inzicht organiseren
De derde beïnvloedingsstrategie is het organiseren van inzicht. Dit kan betrekking hebben op de
inhoud en op het proces. De interventies van de stakeholdermanager zijn gericht op twee
doelen:
.Resultaatdoel: daadwerkelijke impact op de omgeving, meetbare verandering ־
Procesdoel: enrollment bevorderen, belangen (laten) herschikken, initiatief en ־
verantwoordelijkheid nemen.
In beide gevallen geeft de stakeholdermanager voorlichting. Inhoudelijk kan hij onder andere
gebruik maken van de volgende instrumenten: fact-based evidence, een verandering van
perspectief, kennisontwikkeling en –verspreiding en cocreatie van kennis. Op procesniveau
staan veranderkundige inzichten centraal: hoe komen partijen en mensen in beweging, hoe
komen veranderingen tot stand en welke principes liggen hieraan ten grondslag?
5.5.2 Interventiestrategie
Zoals hiervoor beschreven hanteert de stakeholdermanager verschillende principes van
beïnvloeding. Druk is te organiseren door bijvoorbeeld een aantal movers en een minderheid aan
blockers rond de tafel uit te nodigen. Verleiding organiseren werkt goed door juist in te spelen op de
unieke drijfveren van de stakeholder. Om goed in te kunnen grijpen, moet de stakeholdermanager
het totale palet aan interventiemethoden voldoende kennen. Pas dan kan hij goed en evenwichtig
kiezen. Alvorens de stakeholdermanager de interventies kan bepalen, moet hij zijn
interventiestrategie gaan vaststellen. In het volgende schema is weergegeven welke resultaten de
interventiestrategie dient op te leveren.
27
Uitgangssituatie Interventiestrategie Resultaat van de verandering
Bestaand vast krachtenveld:
werkwijze en gedrag staan
vast
Interventies
Vernieuwd los krachtenveld: ruimte
voor integreren van nieuwe
werkwijze en gedrag
Beperkte focus op probleem
en kokervisie op eigen
mogelijkheden
Bewustwording en vergroting van
keuzemogelijkheden en eigen
oplossingsrichtingen
Bestaande waarden en
belangen
Waardeheroriëntatie en herordening
van belangen
Goede intenties en eerste
gedachten rondom
duurzaamheid
Nieuwe initiatieven en concrete
duurzame activiteiten, enrollment
Incidentele initiatieven van
individuele partijen
Structurele inbedding van
initiatieven gedragen door meerdere
partijen
Pilots en incidentele
activiteiten
Borgen in netwerk: de nieuwe norm
en waarde
Houding: keuzevrijheid Houding: keuzeverantwoordelijkheid
Schema: Input-outputmodel voor interventiestrategie.
5.5.3 Interventies in beeld
Na het bepalen van de interventiestrategie gaat de stakeholdermanager aan de slag met de
interventies. In zijn interventies maakt de stakeholdermanager onder andere gebruik van de
volgende technieken:
Consultgesprekken
Kern van een consultgesprek is dat de stakeholdermanager zich richt op de condities waaronder
de stakeholder in beweging zal komen. De doelen voor de verandering zijn daarbij uitgangspunt.
De stakeholdermanager onderbouwt zijn verhaal met meerdere, actuele, concreet verifieerbare,
bekende en onbekende, onweerlegbare voorbeelden. Hij daagt uit, verleidt tot actie en vraagt
door, zodat de stakeholder in beweging zal komen. Hij sluit daarbij zo veel mogelijk aan op de
belangen en drijfveren van de stakeholder. Nadat de intenties van stakeholders eenmaal in
eerste acties zijn omgezet, zal de stakeholdermanager deze intenties willen bestendigen.
Sturen op keuzeverantwoordelijkheid
De stakeholdermanager heeft geen hiërarchische positie ten opzichte van zijn stakeholders: de
stakeholders hebben keuzevrijheid om naar eigen inzicht te handelen en te doen wat ze zelf
28
willen. Daarmee hebben ze ook de vrijheid om juist niet aan de verandering te werken of deze
niet altijd voorrang te geven. Stakeholdermanagers dienen drempelverlagend te werken om
stakeholders te helpen, te leren, te confronteren en te verleiden, zodat zij de verandering op
zichzelf gaan betrekken en verantwoordelijkheid gaan nemen voor de consequenties van hun
gedrag. Van vrijheid naar verantwoordelijkheid dus.
Sturen op criteria
Hoe zorgt een stakeholdermanager er nu voor om uit de buurt van inhoudelijke conflicten te
blijven en voldoende ruimte te geven aan zijn stakeholders? Hoe kan een stakeholdermanager
erop aansturen dat stakeholders zelf activiteiten gaan ondernemen die nog wel in lijn liggen met
duurzaamheid?
Uit de conflictpiramide blijkt dat de meeste conflicten ontstaan rondom oplossingen: daar is de
piramide het breedst. Er ontstaan al veel minder conflicten op het niveau van criteria. Op het
niveau van de vraag wat het probleem eigenlijk is, is er doorgaans de grootste mate van
overeenstemming. Dit heeft ermee te maken dat het probleem maar op een zeer beperkt aantal
manieren kan worden uitgedrukt. Problemen zijn veel minder voor discussie vatbaar dan doelen,
criteria of oplossingen.
Om met stakeholders tot werkbare oplossingen en concrete bijdragen voor de verandering te
komen, moet de stakeholdermanager de route bewandelen van probleem via doel naar
gezamenlijk geformuleerde criteria. Aan de stakeholders zelf vervolgens de taak om de
oplossingen te formuleren. Belangrijk is om over de criteria te onderhandelen (‘onder welke
criteria doe jij wel mee?’). Op die manier dwingt de stakeholdermanager de stakeholder zelf na
te denken onder welke voorwaarden deze in beweging wil komen.
29
Sturen op rolverschuivingen
De stakeholdermanager kan actief op zoek gaan naar rolverschuivingen. Een stakeholder houdt
er in het vervullen van zijn rol altijd bewust of onbewust een bepaalde roldefinitie op na: wat
hoort wel bij mijn rol en wat niet? Rolverschuivingen zijn veranderingen in deze rolopvattingen
die een stakeholder over zichzelf heeft. Bijvoorbeeld:
.Van klanten als consumenten naar klanten als coproducenten ־
Van energieverbruiker als probleemveroorzaker naar energieverbruiker als ־
oplossingsdrager.
.Van grootgrondbezit naar rentmeesterschap, dus: van bezit naar bruikleen ־
Rolverschuivingen duiden op movers-gedrag: stakeholders zijn op dat moment in beweging.
Horzelen en de Wet van vijf keer.
De essentie van horzelen is dat een stakeholdermanager meerdere malen op verschillende
wijzen bij een stakeholder blijft terugkomen op een bepaald vraagstuk. Bij het horzelen wordt de
stakeholder steeds weer een keuze voorgelegd. Een horzelende stakeholdermanager laat zich
niet wegwuiven, maar komt steeds weer terug en stelt zijn vraag op een andere manier.
Horzelen is een techniek om de ander zodanig te prikkelen dat hijzelf in beweging komt. En
horzelen is functioneel, want het leidt tot de volgende effecten:
30
.Het confronteert de stakeholder met de wijze waarop hij zelf met duurzaamheid omgaat ־
Het maakt stakeholders bewust van het feit dat zij niet alleen een keuze hebben, maar dat ־
aan deze keuzevrijheid ook een keuzeverantwoordelijkheid vastzit.
Het voert de druk op om de uiteindelijke keuze in de gewenste richting te laten uitvallen. De ־
stakeholder (eindgebruiker, boer, teler, handelaar, loonwerker) blijft zelf verantwoordelijk
voor zijn keuze en wanneer hij beslist actie te gaan ondernemen.
De Wet van vijf keer bepaalt dat een stakeholdermanager tot vijf keer toe moet terugkomen met
hetzelfde doel en een net iets andere vraag, voordat een stakeholder zal toezeggen. Steeds
weer kiest de stakeholdermanager een andere invalshoek om een kwestie aan te roeren. Hij
wisselt daarbij van beïnvloedingsprincipe (druk, verleiding, inzicht), van perspectief
(toekomstgericht, handelingsgericht, terugkijkend) en hij appelleert aan verschillende niveaus
(cognitief, emotioneel, relationeel). Zo prikkelt de horzelende stakeholdermanager elke keer
weer het geweten van de stakeholder en steeds weer op een andere manier. Uit de praktijk
blijkt dat dit meerdere keren moet gebeuren, voordat een stakeholder echt tot een andere keuze
komt.
5.6 Consultfase: stappenplan
De stakeholdermanager wil het krachtenveld beïnvloeden. Om zijn rol goed te kunnen invullen, dient
hij de diverse principes van invloed goed te kennen en te kunnen toepassen: het organiseren van
druk, verleiding en inzicht. Hij agendeert onder andere de prioriteit voor het onderwerp vanuit
noodzaak, hij communiceert kortetermijnsuccessen en hij brengt stakeholders met tegengestelde
belangen bijeen, zodat de bestaande belangen langs elkaar gaan schuren. Hij gaat horzelen,
moeilijke en kritische vragen stellen, confronteert de stakeholders met het verschil tussen wat ze
zeggen en wat ze doen. Dit doet hij om beweging in het krachtenveld te veroorzaken. Daarnaast
wijst hij op de keuzeverantwoordelijkheid van stakeholders en tracht hij de veranderopgave te
koppelen aan bestaande belangen.
Hierna worden de stappen van de stakeholdermanager in de consultfase weergegeven. Daarbij
volgen we zo veel mogelijk de chronologie van de consultfase zelf.
1. Veranderende rollen
.Laat de activiteiten uit de inform-fase los: het oriënteren is voorbij. Ga écht beïnvloeden ־
Ga zelf als stakeholder met een duidelijk belang (namelijk de beoogde verandering) op pad ־
en laat stakeholders aanhaken om actief aan het grotere belang mee te werken.
Weet dat functionele conflicten, het aangaan van confrontaties, het verleiden van ־
stakeholders en hun inzicht geven vanaf nu bij het werkpakket van de stakeholdermanager
horen.
.Wees eropuit dat stakeholders enrolled raken en aanhaken op initiatieven ־
31
,Tracht stakeholders uit hun starre posities los te weken en begeleidt het reframing proces ־
waarin zij hun belangen gaan herordenen of hun belang op een andere manier invulling
gaan geven.
.Zoek naar andere belangen die gekoppeld kunnen worden met de beoogde verandering ־
2. Plan en voer consultgesprekken
Stel de sleutelfiguren vast en plan daar gesprekken mee in. Schat in welke sleutelfiguren ־
voor hefbomen kunnen zorgen. Bekijk wie de achterban flink kan beïnvloeden.
Ga de dialoog aan, voer waardegesprekken en houd de eigen criteria vast die van belang ־
zijn om tot het einddoel te komen.
Houd de belangen van iedere stakeholder helder voor ogen en weet waar elke stakeholder ־
gevoelig voor is: voor stakeholders met een machtsdrijfveer gelden andere
beïnvloedingsprincipes dan voor stakeholders die sociaal gedreven zijn of stakeholders die
juist ontwikkelingsgedreven zijn. Pas het consultgesprek daarop aan.
Wees uit op maximale beïnvloeding. Laat de dialoog niet ontaarden in een discussie. Maak ־
gebruik van gesprekstechnieken.
3. Stuur op duurzame contacten met stakeholders
.Bouw een leidende coalitie van movers ־
Bouw met blockers duurzame contacten op. Breng begrip op voor blockers én confronteer ־
ze met hun gedrag. Wees hard op de zaak, zacht op de persoon. Zij hebben een deel van
de sleutel van de verandering op zak.
Blijf de belangen van alle stakeholders serieus nemen. Dit vergroot de kans op enrollment ־
van de stakeholders. En de stakeholdermanager blijft hierdoor een serieuze
gesprekspartner.
4. Doorloop het stappenplan van scoping, prioritering en volgordebepaling
.Bepaal de scope van de interventies (omvang, aard en beperkingen) ־
.Stel een volgorde vast en koppel daar een tijdpad aan ־
.Bereken de benodigde tijdsinvestering bij een gekozen aanpak ־
Voer een haalbaarheidstoets uit: is er voldoende capaciteit (competente mensen), tijd en ־
geld om de plannen bij deze scope te verwezenlijken?
.Stel vast wie toegankelijk is en wie impact heeft op de achterban ־
Bepaal wie sleutelfiguren zijn en corrigeer hierop als er verkeerde eerste aannames zijn ־
gedaan.
5. Bepaal en organiseer interventies
32
Stel vast waar het bij elke stakeholder in deze fase nu precies om draait, waarop zit de ־
verandering vast, welke verandering en welke stakeholder heeft prioriteit?
Maak per periode een planning en houd deze periodes kort (< 3 maanden). Vul deze ־
planning intensief en actiegericht in.
Bepaal welke impact bereikt dient te worden (resultaatindicator), bepaal welke ־
procesindicatoren belangrijk zijn (zoals waar het grootste leereffect te verwachten is) en
beschrijf de weg ernaartoe.
Initieer activiteiten en zet deze door. Zoek naar rolverschuivingen, rek het ־
voorstellingsvermogen op en maak gebruik van futuring technieken.
Richt de werkvormen zo in dat de stakeholders zelf verleid worden om hun ־
verantwoordelijkheid op te pakken.
Houd de planning, die per definitie voortschrijdend en dynamisch is, regelmatig bij. Zorg dat ־
er steeds een minimaal aantal acties sowieso plaatsvindt. Houd daarnaast ruimte voor
geïmproviseerde activiteiten.
Breng via een stakeholderbijeenkomst de geïnventariseerde belangen met elkaar in ־
verbinding.
6. Doe aan effectieve beïnvloeding
Ga na welke beeldvorming over de stakeholdermanager leeft: wordt hij gezien als kans of ־
als bedreiging? Werk eerst aan het imago van betrouwbaar en gedreven voor het doel
(mandaat voor beïnvloeding).
Pas per stakeholder meerdere principes van invloed toe. Organiseer druk, verleiding en ־
inzicht en zoek naar combinaties daartussen. Blijf horzelen en pas de Wet van vijf keer toe.
Houd vast aan de beoogde verandering (doel) en beweeg mee met mogelijke nieuwe
oplossingsrichtingen die de stakeholder aanbiedt.
Maak de beïnvloeding persoonlijk en stel vragen die de stakeholder uit zijn comfortzone ־
halen.
Bepaal situationeel om de sociale druk op te voeren of om de stakeholder juist uit zijn ־
sociale context te halen. Sociale druk kan ertoe leiden dat een stakeholder overstag gaat,
maar ook tot ongewenst gezichtsverlies.
7. Onderhandel over criteria, niet over oplossingen
.Gebruik fact-based evidence en blijf het ‘waarom’ van de verandering helder formuleren ־
,Ga niet in discussie over hoe aan een probleem of doelstelling gewerkt dient te worden ־
maar stuur dat aan het probleem en doelstelling wordt gewerkt. Vraag onder welke
voorwaarden een stakeholder (wel) een bijdrage wil leveren.
8. Bouw het momentum uit
33
Wees actiegericht: verbind acties aan intenties en verbind vervolgacties aan acties. Doe aan ־
opvolging. Spreek de stakeholder aan op zijn gedrag als deze heeft toegezegd.
.Monitor of vervolgacties nog voldoende in lijn zijn met het einddoel ־
Vergeet niet dat in actie komen soms nog belangrijker is dan de beginrichting. Eenmaal in ־
beweging kunnen de initiatiefkracht en richting eventueel worden bijgesteld.
9. Ga strategisch om met makelen en schakelen
Maak - eerst op papier – combinaties van stakeholders die niet voor de hand liggen en ־
koppel deze aan elkaar.
Weeg elke keer af of makelen en schakelen wenselijk is. Weet dat stakeholders soms iets ־
juist zelfstandig naar buiten willen brengen en dat het soms juist goed is dat stakeholders
zich ergens bij aansluiten.
10. Organiseer coalitie- en stakeholderbijeenkomsten
Organiseer een stakeholderbijeenkomst met blockers, movers en floaters om visies tegen ־
elkaar af te slijpen en zo tot een gedeelde probleemperceptie te komen. Zeer geschikt als
stakeholders de hete aardappel blijven doorgeven.
Organiseer een coalitiebijeenkomst met een aantal movers om het innovatieve potentieel ־
verder uit te bouwen, bijvoorbeeld een kennisnetwerk.
Organiseer bij typische, terugkerende problemen een coalitiebijeenkomst op maat. Breng ־
rondom een vooraf gestelde uitdaging movers met unieke expertise bijeen, zodat zij
gezamenlijk tot ideeën en concepten kunnen komen, die iedere losse invalshoek kan
overstijgen. Maak van deze coalitiebijeenkomsten een broedplaats voor anders en beter
werken.
Hierna worden drie belangrijke stappen beschreven voor het begin van de consultfase:
Documentatie
Documentatie is in de consultfase bedoeld om grip te krijgen op het dynamische ־
stakeholderproces. Vertaal houding en gedrag van stakeholders naar belangen en posities,
noteer alle wijzigingen die in het krachtenveld optreden en geef er verklaringen voor.
Breng de voortgang en resultaten in beeld. Documenteer mijlpalen en successen. Noteer ־
ook de gefaalde interventies. Trek daarbij lessen uit de activiteiten, noteer best practices en
bouw deze uit.
Noteer hoe de uitbouw van het netwerk verloopt, hoe stakeholders onderling met elkaar ־
verbonden zijn en leer zo de complexiteit van processen die zich afspelen te doorzien.
Analyseer waar zich nieuwe aansluitmogelijkheden voordoen.
,Documenteer per stakeholder de uitwerking van consultgesprekken ־
beïnvloedingsactiviteiten en van de Wet van vijf keer. Gebruik het logboek om persoonlijke
34
aantekeningen te maken en tot ideeën te komen voor de volgende stap. Tracht trends aan
te wijzen. Maak van documentatie een regelmatig terugkerende activiteit.
Communicatie
Stel vast welke stakeholders in een vroeg stadium geïnformeerd of betrokken moeten ־
worden. Houd bij aan wie welke boodschap al gecommuniceerd is.
Communiceer normatief over de noodzaak. Verkondig dat de huidige situatie ־
onaanvaardbaar is. Verspreid de visie dat iedere stakeholder persoonlijk dient bij te dragen
aan duurzaamheid. Maak de verandering persoonlijk.
.Verspreid eerste kleine succesverhalen en mijlpalen met betrekking tot behaalde resultaten ־
Laat voortgang zien en toon aan waar de leidende coalitie al toe in staat is geweest.
Toon de kracht van het netwerk aan, zorg voor laagdrempelige aansluitmogelijkheden voor ־
stakeholders. Communiceer verhalen uit verschillende domeinen. Laat stakeholders elkaars
perspectief, problemen en oplossingsrichtingen delen.
Communiceer doorbraken en rolveranderingen. Vergroot het opschuiven van een blocker ־
naar een floater- of mover-positie zo veel mogelijk uit in de rest van het krachtenveld.
Leren en evalueren
-Stel vast hoe de daadwerkelijke beïnvloeding verloopt. Is er sprake van eerste- of tweede ־
orde-leren? Wat is er tot nog toe aan concrete resultaten bereikt? Zijn stakeholders
inmiddels dingen beter gaan doen of doen ze inmiddels zelfs betere dingen?
Doe aan procesevaluatie. Komt het krachtenveld in beweging? Raken voldoende ־
stakeholders en de juiste sleutelfiguren betrokken? Is er sprake van enrollment en nemen
stakeholders meer en meer verantwoordelijkheid? Waar bevinden zich blockers?
Doe aan resultaatevaluatie. Ontstaan er resultaten in het krachtenveld? Ontstaan er ־
voldoende concrete acties? Leiden deze al dan niet tot impact? Zijn er voldoende pilots die
tot kleine of grote successen leiden? Komen de stakeholders tot resultaatindicatoren die
beoogde verandering meetbaar maken?
Monitor de eigen rol. Stel de eigen effectiviteit vast. Staat de beoogde verandering nog altijd ־
centraal, kan de focus scherper of is het eigen standpunt te veel verhard? Wat is effectief en
is het hogere doel nog altijd duidelijk en voelbaar?
Leer over en evalueer op kwaliteit, effectiviteit en de voortgang van de typische ־
consultactiviteiten: beïnvloeding, toepassing van beïnvloedingsprincipes, horzelen, Wet van
vijf keer, het makelen en schakelen, documentatie en communicatie.
35
5.7 Collaborate-fase: invloed afstaan aan relevante stakeholders
In de consultfase is beschreven hoe de stakeholdermanager zijn stakeholders succesvol kan
beïnvloeden. In de volgende fase wordt de verandering onomkeerbaar doordat de belangrijkste
stakeholders in het krachtenveld de eindverantwoordelijkheid voor de veranderingen zelf op zich
nemen. Dit is de collaborate-fase.
De kern van de collaborate-fase is dat belangrijke stakeholders de verandering zelf doorzetten. De
bestendiging van alle veranderingen heeft pas kans van slagen als:
voldoende stakeholders in het netwerk actief vanuit een eigen gevoelde verantwoordelijkheid de
verandering doorzetten in hun activiteiten, in hun eigen organisatie en naar hun partners en
relaties in de netwerken waarbinnen ze actief zijn
het merendeel van de stakeholders – movers, blockers en floaters – de verandering als
onomkeerbaar beschouwen
de verandering verankerd wordt in de bestaande processen, systemen en structuren.
In de collaborate-fase wordt de rol van de stakeholders en de stakeholdermanager wezenlijk
anders. Deze veranderende rol voor beiden wordt hierna nader toegelicht. In de volgende
subparagrafen worden de volgende thema’s behandeld:
1. Veranderende rol van de stakeholders.
2. Veranderende rol van de stakeholdermanager.
3. Strategisch partnership.
5.7.1 Veranderende rol van de stakeholders
Kenmerk van de overgang naar de collaborate-fase is dat stakeholders vanuit eigen
verantwoordelijkheid steeds meer zelf het initiatief nemen om hun activiteiten te veranderen of om
bij te dragen aan de gewenste verandering. Die rol nemen zij niet op zich omdat het móet, maar
omdat zij de verandering nu ook zelf belangrijk vinden. Daardoor kijken stakeholders vanuit een
ander perspectief naar hun werk, hun rol en hun verantwoordelijkheid. De enrolled stakeholders zijn
veelal actief op een drietal fronten:
Ze ontwikkelen een gedragsrepertoire. Dat is een handelingsperspectief waarmee ze het
toegenomen belang dat zij hechten aan de verandering concreet invulling kunnen geven.
Startpunt zijn de activiteiten die de stakeholders al ondernamen in de consultfase. Nu bouwen
zij deze activiteiten uit en zetten ze deze naar hun hand. Ze bouwen ervaringskennis op over
het nieuwe gedrag. Al oefenend komen zij erachter welke nieuwe handelwijzen mogelijk en
noodzakelijk zijn, nu zij duurzaamheid belangrijker vinden. Zij vullen bestaande kansen zelf in,
nemen bestaande acties over en ontplooien nieuwe initiatieven.
Ze beïnvloeden hun partners en hun relaties in het netwerk om verandering hoger op de
belangenladder te krijgen en hun handelwijze aan te passen. Daardoor sluiten de activiteiten
36
weer op elkaar aan en kunnen oude routines in samenwerking worden vernieuwd. In feite gaat
het hier om voortgezet stakeholdermanagement door de enrolled stakeholders.
Ze borgen en institutionaliseren de verandering in de eigen organisatie en in het netwerk.
Daarnaast gaan de enrolled stakeholders bijdragen aan de integratie van de verandering in het
hele netwerk.
5.7.2 Veranderende rol van de stakeholdermanager
Aan het begin van de collaborate-fase nemen de stakeholders het stokje over van de
stakeholdermanager. Hun initiatief is dus niet meer afhankelijk van de aanwezigheid van de
stakeholdermanager. Zij zijn vanaf nu eindverantwoordelijk voor de verandering. Dit betekent dat
het tempo, de vorm en de uitkomst mogelijk anders zullen zijn dan de stakeholdermanager voor
ogen heeft. Doordat de stakeholdermanager besluit van een leidende naar een volgende rol over te
gaan, krijgt de stakeholder de benodigde ruimte om zelf het initiatief te nemen. Als de
stakeholdermanager zelf allerlei inhoudelijke initiatieven blijft ontplooien, dan zou hij de verandering
te veel opleggen. Daarnaast is dit een gemiste kans om stakeholders hun eigen versie van de
verandering vorm te laten geven. De enrolled stakeholders maken hun eigen keuzes, zij staan
ervoor dat de ingezette veranderingen en acties, al dan niet in gewijzigde vorm, een plaats krijgen in
hun werkzaamheden.
Dat de stakeholdermanager voor een groot deel de agenda van de stakeholders volgt, betekent niet
dat hij minder te doen heeft. Integendeel: hij coacht en begeleidt, makelt en schakelt, en treedt op
als adviseur of inhoudsdeskundige. Zijn bijdragen variëren van vraaggestuurd tot ongevraagd
advies en van procesmatig tot inhoudelijk. De focus van de begeleiding ligt op twee aspecten:
Het coachen en begeleiden van de enrolled stakeholders in hun nieuwe rol
Afhankelijk van wat de stakeholders in de leidende coalitie meemaken, dient de
stakeholdermanager als klankbord, biedt hij hulp aan en coacht hij op inhoud of proces. Zoals
hiervoor beschreven bij de veranderende rol van de stakeholders, gaat het om drie aspecten in
de activiteiten van de stakeholder, waarbij de stakeholdermanager ook als coach kan optreden.
Hij coacht:
bij het doorontwikkelen van nieuwe activiteiten en initiatieven ־
bij de beïnvloeding van het netwerk (voortgezet stakeholdermanagement) ־
bij het verankeren en borgen van de verandering in de organisatie van de stakeholder en in ־
het netwerk.
Het bewerken en betrekken van de rest van het krachtenveld
De stakeholdermanager zoekt naar manieren om de rest van het krachtenveld bij de nieuwe
initiatieven te betrekken. Daarnaast wil hij de verandering in het netwerk onomkeerbaar maken.
Hij weet uit de inform- en de consultfase waar zich kansen en bedreigingen voordoen.
37
Door beide rollen te blijven vervullen, houden de enrolled stakeholders (de initiatiefhouders)
weliswaar het voortouw, maar helpt de stakeholdermanager maximaal mee om de juiste
voorwaarden te scheppen, waaronder de stakeholders voortgang kunnen blijven boeken.
5.7.3 Strategisch partnerschap
In het ideale scenario groeit de stakeholdermanager uit tot een strategisch partner van zijn
stakeholder. Een partner die meedenkt én meewerkt om de verandering van de stakeholder vorm te
geven en te borgen. Hier zit een strategische component aan vast: als de stakeholdermanager mag
sturen op het proces, blijft hij betrokken bij grotere beslissingen. Partnerschap kenmerkt zich door
gelijkwaardigheid: er is geen formele hiërarchie. Er is wel sprake van een samenwerkingsverband.
Het is geven en nemen, in een sfeer van vertrouwen en elkaar willen helpen. Een strategisch
partner mag meedenken en ook ongevraagd advies geven. De stakeholdermanager denkt proactief
mee over de omgeving en de branche waarin de stakeholder opereert en over de uitdagingen die
de stakeholder te wachten staan. Doel van dit partnerschap is om de verandering te bestendigen en
verder uit te rollen in het netwerk. Een blijvende verandering is onhaalbaar als de stakeholder de
verandering niet voor de langere termijn belangrijk vindt. Als de activiteiten van de
stakeholdermanager wegvallen, dan is het aan de stakeholders zelf om deze voort te zetten. De
stakeholdermanager toetst wat er gebeurt als hij zijn rol op bepaalde gebieden minimaliseert. Zo
onderzoekt hij als het ware of de verantwoordelijkheid daadwerkelijk is overgenomen.
5.8 Collaborate-fase: stappenplan
De collaborate-fase heeft de potentie en het doel om de veranderopgave compleet te maken. In
deze fase nemen de stakeholders het voortouw. Dit maakt de collaborate-fase erg dynamisch en
tegelijk ook moeilijker voorspelbaar dan de vorige twee fasen. Meer dan in andere fasen bepaalt de
situatie het verloop ervan. Toch zijn er ook nu weer kenmerkende en methodisch logische stappen
te onderscheiden in het verloop van het veranderingsproces. Op basis daarvan kunnen we
aangeven op welke wijze de stakeholdermanager het proces kan stimuleren, begeleiden en borgen.
Hierna wordt het stappenplan voor de stakeholder beschreven.
1. Laat de enrolled stakeholders de verantwoordelijkheid overnemen
.Sta invloed af. Doe afstand van de trekkersrol. Bepaal inhoudelijk niet langer wat er gebeurt ־
Geef stakeholders echt de ruimte om hun versie van de verandering vorm te geven en geef
hun de kans in deze nieuwe rol te groeien.
Toets in hoeverre initiatieven nog op de stakeholdermanager hangen. Onderzoek wat er ־
gebeurt als de stakeholdermanager een korte periode wegvalt. Wie pakt het initiatief en is
dat logisch? Zie dit tijdelijk terugstappen aan het begin van de collaborate-fase als een
oefening voor de rest van de fase.
38
Houd relaties open. Investeer in de relatie met beslissende stakeholders, inclusief blockers ־
en floaters, zodat ook die relatie voldoende open en toegankelijk is en blijft. Wees hard op
de zaak, maar zacht op de relatie.
.Neem de rol van coach en procesbegeleider aan, in plaats van de rol van initiator en trekker ־
2. Doorontwikkelen van activiteiten
Coach de enrolled stakeholder. Ondersteun hem in zijn leerproces: begeleid en ondersteun ־
de stappen die de stakeholder zet.
Geef processturing. Blijf de grotere visie uitdragen, toets of er voldoende initiatieven op ־
gang komen, houd het momentum vast en wijs op het belang dat initiatieven een inbedding
krijgen.
,Creëer de juiste randvoorwaarden voor nieuwe acties: maak de weg vrij, verlaag drempels ־
neem barrières weg. Neem de enrolled stakeholder datgene uit handen dat hem weerhoudt
in beweging te komen.
.Help de stakeholders hun eigen proces- en resultaatindicatoren vast te stellen ־
3. Begeleid voortgezet stakeholdermanagement
Kijk of er sprake is van een enrolled stakeholder of van een nieuwe stakeholdermanager in ־
spe. Als dit laatste aan de orde is: wat kan hem dan helpen om zijn eigen
stakeholdermanagementproces vorm te geven?
Werk situationeel: help de nieuwe stakeholdermanager een stakeholdermap te maken, zijn ־
sleutelfiguren in beeld te brengen, inform-gesprekken te voeren en interventies te bedenken.
Vraag de stakeholder wanneer hij in zijn ogen voldoende impact realiseert. Fungeer op weg ־
naar het doel als geweten van de stakeholder. Wees hard op het probleemdoel, maar zacht
op de mogelijke wegen naar het doel toe.
Help bij het opstellen van proces- en prestatie-indicatoren. Stel daarbij vragen als: wat doen ־
stakeholders structureel anders als de verandering voldoende is ingebed? Waar let jij op om
dit vast te stellen? Wat ga jij concreet doen om voor verankering te zorgen? Wat moet er in
jouw ogen over pakweg een halfjaar concreet zijn veranderd?
4. Coach stakeholders op inbedding in organisaties en werkwijzen
Let erop dat de verandering voldoende verankerd raakt in structuren en systemen (denk aan ־
bedrijfsvoering, bedrijfscultuur en bedrijfsstructuur). Zorg voor structurele inbedding van de
nieuwe manier van werken.
Laat de stakeholder nieuwe capaciteiten ontwikkelen die nodig zijn om de verandering te ־
borgen.
39
Breek met oude routines. Stimuleer dat de stakeholders ander gedrag gaan vertonen ־
passend bij de verandering.
Zorg dat het nieuwe gedrag makkelijk te herhalen is. Neem het beloningssysteem onder de ־
loep. Toets of de verandering tot een meer passende beloning leidt, zodat de ingezette
vernieuwing ook overmorgen nog een prikkel oplevert.
Houd stakeholders voor dat de verankering een volgende stap in de transitie mogelijk ־
maakt. Houd oog voor de doorontwikkeling en het kunnen en mogen openbreken van net
opgedane nieuwe routines.
5. Bewerk de stakeholderomgeving door regie te voeren op de floaters en blockers
.Weet waar en op welke punten het krachtenveld nog vastzit ־
Breng samen met de enrolled stakeholder floaters en blockers in beweging. Week floaters ־
en blockers los van hun vaste posities. Maak onderscheid tussen ingenomen positie en
achterliggende belangen.
Vraag floaters meermalen naar hun criteria om mee te doen, lever hun een stroom van ־
bewijzen (succesvolle voorbeelden) en maak het hen zo makkelijk mogelijk om de overstap
te maken.
Houd contact met blockers en werk eraan dat zij de verandering niet langer actief ־
tegenhouden, bijvoorbeeld omdat er toch geen weg terug is. Blijf horzelen en pas de Wet
van vijf keer toe.
Herken en erken verschillende vormen van weerstand. Weet dat weerstand in een ־
verandertraject logisch en begrijpelijk is. Buig weerstand om waar dat mogelijk is.
6. Makel en schakel met enrolled stakeholders
Makel en schakel met diverse stakeholders om synergie te behalen. Weet welke partij welke ־
kwaliteiten in huis heeft.
Wordt de stakeholderomgeving effectief bewerkt? Zo niet, ontwerp gezamenlijk een plan ־
voor strategische partnerschappen en voor passende interventies.
Maak gebruik van de onderlinge relaties van stakeholders. Laat stakeholders elkaar ־
onderling beïnvloeden voor het hogere doel. Zoek naar creatieve congruentie, breng partijen
bijeen en regisseer het proces.
7. Integreer de verandering in het netwerk
.Geef aandacht aan het inbedden van nieuwe en bestaande initiatieven in het netwerk ־
Makel en schakel stakeholders om deze inbedding van binnenuit op gang te helpen of te
versnellen.
.Investeer in kennisnetwerken en blaas ze zo nodig nieuw leven in ־
40
Voorkom dat de nieuwe werkwijze een nieuwe ideologie wordt, maar toon aan dat de ־
nieuwe werkwijze een stap is in de transitie die gaande is. Houd stakeholders bereid om
nieuwe ontwikkelingen te volgen en te adapteren.
:Zoek uit welke initiatieven en overlegstructuren er al zijn voor de verandering (denk aan ־
vakmatige netwerken, kennisclubs, ervaringsplatforms). Breng initiatieven mede daar onder.
Zorg voor steun bij de hogere regionen van stakeholders. Investeer in relaties en vooral in ־
sleutelfiguren. Introduceer enrolled stakeholders op sleutelplekken.
Hierna worden drie belangrijke stappen beschreven voor het begin van de collaborate-fase:
Documentatie
Documenteer het doel om vast te stellen wat nog nodig is om de verandering onomkeerbaar ־
te maken. Breng de voortgang van het stakeholderproces in kaart.
Laat documentatie steeds meer overnemen door de enrolled stakeholder (overgenomen ־
eigenaarschap). Maak er een gezamenlijke activiteit van, waarin de enrolled stakeholder
leert te leren en leert te verantwoorden. Laat stakeholders zelf resultaatindicatoren noemen
en neem deze op in de documentatie.
Documenteer de mate van overgenomen eigenaarschap en voortgezet ־
stakeholdermanagement. Monitor en toets de initiatiefkracht van enrolled stakeholders.
Gebruik documentatie om zicht te krijgen op het nog vastzittende krachtenveld van floaters ־
en blockers. Noteer argumenten waarom zij niet in beweging komen. Leg het verschil vast
tussen beloftes en toezeggingen van stakeholders enerzijds en het naleven en uitwerken
ervan anderzijds.
Richt de verslaglegging naar resultaat en naar proces. Leg best practices vast in zowel ־
resultaat en impact als processtappen (denk aan coaching, schakelen en makelen van
partijen, rolverschuivingen). Noteer kansen voor de toekomst.
Leg vast in hoeverre rollen, functies en werkwijzen in het netwerk structureel wijzigen en ־
geef er verklaringen voor, analyseer de uitbouw van het netwerk, leg vast welke impact en
doorwerking van resultaten er ontstaan bij de achterban van stakeholders en hoe de
inbedding ervan verloopt in het netwerk.
Communicatie
,Maak communicatie tot een verantwoordelijkheid van de stakeholders. Word zelf coach ־
begeleider en stel je dienend op. Laat zien wat er nodig zou kunnen zijn, maar laat de
initiatieven rondom communicatie uitgaan van de stakeholder zelf.
Toon de onomkeerbaarheid van de verandering keer op keer aan. Bewijs dat de grotere ־
verandering daadwerkelijk gaande is en dat er uiteindelijk geen weg terug is. Draag een
stroom van bewijzen aan waaruit blijkt dat er nieuwe rollen en verhoudingen en nieuwe
routines en best practices zijn ontstaan.
41
.Richt communicatie met name ook op de floaters en het nog vastzittende krachtenveld ־
Communiceer aan hen dat al veel stakeholders over de brug gekomen zijn.
Communiceer groots bij de introductie van een nieuwe werkwijze. Werk aan het beeld dat ־
de verandering robuust is en dat deze nieuwe werkwijze een fait accompli is: maak de
nieuwe werkwijze voortaan de norm.
Blijf communiceren wat er geleerd is, wat de laatste inzichten zijn, wat er al behaald is en ־
welke weg nog bewandeld moet worden. Communiceer zowel over de grotere
ontwikkelingen als over de toepasbaarheid op kleine schaal.
Leren en evalueren
Evalueer in ieder geval op de mate waarin er enrollment optreedt en impact gerealiseerd ־
wordt.
Stel vast in hoeverre het eigenaarschap van de verandering is overgenomen door de ־
leidende coalitie. Toets in hoeverre de stakeholdermanager een stapje terug kan doen.
Evalueer hoe de samenwerking tussen de enrolled stakeholder en de stakeholdermanager ־
verloopt. Is de verantwoordelijkheid voor de verandering definitief overgedragen? Hoe
verloopt het coachen en hoe gaat het de nieuwe ordebewaarders af?
Stel vast in hoeverre er sprake is van voortgezet stakeholdermanagement. Hebben de ־
stakeholdermanagers in spe een eigen versie van de verandering? Hebben zij voldoende
concrete resultaatindicatoren vastgesteld en werken zij via de juiste procesindicatoren?
Heeft de stakeholdermanager goed in beeld wat er nog moet gebeuren? Denk aan ־
inbedding in het netwerk, het nog vastzittende stuk krachtenveld van floaters en blockers,
het strategisch makelen en schakelen. Kan en mag hij daaraan werken? Stemt hij zijn
activiteiten af met de leidende coalitie?
-Leer over en evalueer op kwaliteit, effectiviteit en de voortgang van de typische collaborate ־
activiteiten: invloed afstaan aan het krachtenveld, uittesten van een nieuwe werkwijze die
verandering bevordert, coachen van de nieuwe eindverantwoordelijken, confrontatie of
verleiding van omgeving en ketenpartners, overdracht en begeleiding bij documentatie en
communicatie.
5.9 Afronding van stakeholdermanagement
De collaborate-fase gaat naar een afronding toe. Is de beïnvloeding dan klaar? Is dat dan het einde
van het stakeholdermanagementproces?
Ja en nee. Ja, het stakeholdermanagementproces loopt inderdaad ten einde als stakeholders de
verandering hebben overgenomen en zij er hun eigen versie van hebben gemaakt. Als de
verandering richting de verandering bestendig blijkt en verankerd raakt in de bestaande processen,
systemen en structuren. Maar ook: nee. Want het stakeholdermanagementproces loopt door. Of om
42
preciezer te zijn: de in gang gezette beïnvloeding loopt door. Er is sprake van voortgezet
stakeholdermanagement.
5.9.1 Stakeholdermanagement als cyclisch proces
Het stakeholderproces kan ook als een cyclisch proces worden beschouwd. De collaborate-fase is
dan geen eindfase, maar vormt de basis voor een tweede inform-fase waar de stakeholdermanager
mee aan de slag gaat. Er ontstaan zo in feite opeenvolgende beïnvloedingscycli (zie figuur). Na de
collaborate-fase stapt de stakeholdermanager een nieuwe inform-fase in. De stakeholdermanager
stelt vast wat zijn nieuwe doel is en of – gegeven dit nieuwe doel – zijn rol veranderd is. Het is goed
mogelijk dat hij het duurzaamheidsdoel nu op een grotere schaal, dus met een bredere scope kan
uitvoeren.
Dit is ook de wijze waarop de verandering vorm geeft aan stakeholdermanagement. De
stakeholdermanagers starten zoekprocessen op, waarin zij toetsen met welk subdoel zij een nieuwe
inform-fase ingaan. Ook kijken zij hoe de meeste stakeholders enrolled kunnen raken. Zijn eenmaal
een goede doelstelling en een geschikte ingang in het krachtenveld gevonden, dan start een cyclus
van inform-consult-collaborate, zoals eerder beschreven. Na afloop volgt een evaluatietraject en
analyseren de stakeholdermanagers welke pilots goed blijken te werken, welke minder, waar de
acties zich in de toekomst op dienen te richten en waar de meeste resultaten te behalen zijn. Na de
nodige zoekprocessen gedaan te hebben en met voortschrijdend inzicht, gaat zo steeds een nieuwe
ronde stakeholdermanagement van start.
Inform
Collaborate Consult
43
5.9.2 Overzicht van stakeholdermanagement
Tot slot kijken we terug en vooruit; wat hebben we tot zover geleerd? Hierna staat een overzicht
waarin de kern van stakeholdermanagement schematisch wordt beschreven.
Inform-fase Consult-fase Collaborate-fase
Doel Invloed krijgen bij
relevante
stakeholders
Beïnvloeden van
relevante stakeholders
Invloed afstaan aan
stakeholders
Middel
(o.a. Van Assen, 2007)
Richten van de
beoogde verandering
Inrichten van de
beoogde verandering
Gezamenlijk verrichten
van de beoogde
verandering
Sleutelmechanismen Mandaat verkrijgen
Belanghebbenden in
kaart brengen en
inventariseren van
belangen (mapping)
Inform-gesprekken
houden (probleem
aankaarten en
doelstelling
toelichten)
Horzelen op criteria:
‘Onder welke
voorwaarden ga jij de
verandering aan?’
Druk, verleiding en
inzicht organiseren
(o.a. functioneel
conflict aangaan)
Sturen op gezamenlijke
(nieuwe) initiatieven en
besluiten
Stakeholders zelf
verantwoordelijkheid
over laten nemen
Coachen op nieuwe rol
en op borging van
nieuwe werkwijze
Regie voeren op nog
vastzittende stuk van
het krachtenveld/ de
omgeving
Veranderfase
(Lewin, 1947)
Unfreeze Design new order Refreeze
Strategische focus op
stakeholders
Binden van de
movers
Confronteren van de
blockers
Betrekken van de
floaters
Managementtrechter
(Vandendriessche, 2007)
Focus op probleem/
doel
Focus op criteria Focus op oplossingen
en uitvoering/
implementatie
Eindverantwoordelijke Stakeholdermanager Stakeholdermanager +
stakeholders
Stakeholders
Doorlooptijd (indicatie) 3 tot 6 maanden 3 tot 6 maanden 3 tot 6 maanden
Enrollment-stappen Stakeholder erkent
het probleem en is
Stakeholder stelt zijn
criteria op en is bereid
Stakeholder draagt zelf
oplossingen aan en
44
bereid om naar
criteria te kijken
om oplossingen aan te
dragen en initiatieven
te ontplooien
ontplooit zelf
initiatieven: hij draagt
daar
verantwoordelijkheid
voor
Van keuzevrijheid naar
keuzeverantwoordelijkheid
Bewustwording dat
keuzevrijheid
consequenties heeft
Confrontatie om
bewuste keuze
(opnieuw) te laten
maken
Verantwoordelijkheid
nemen om houding en
gedrag / werkwijze te
veranderen om
gemaakte keuzes te
blijven doorzetten
Wij wensen je als lezer veel toepassingsplezier toe. Pas deze technieken toe op je eigen omgeving
en groei in de competentie: beïnvloeden zonder macht.
Drs. Joris de Bie (06-55 364 827)
Senior managing consultant
Organisatieadviesbureau Berenschot, Utrecht